21.09.2013 Views

Achtergrond Luchtvaart - Bits&Chips

Achtergrond Luchtvaart - Bits&Chips

Achtergrond Luchtvaart - Bits&Chips

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nieuws<br />

Ericsson trekt stekker<br />

uit R&D in Rijen<br />

Analyse<br />

Kroes wil Airbus-succes<br />

herhalen met chips<br />

Maandelijks magazine voor de hightechindustrie // 14 december 2012 - 1 februari 2013 // www.bits-chips.nl<br />

Vliegen en<br />

schieten<br />

10


www.sioux.eu


Opinie<br />

Paul van Gerven is redacteur van Bits&<strong>Chips</strong>.<br />

Redactioneel<br />

Malligheid<br />

Het verblijf van André Kuipers op het<br />

internationale ruimtestation ISS<br />

maakte heel wat los in Nederland.<br />

Bijna 250 duizend volgers had hij op Twitter<br />

verzameld vlak voordat hij naar de aarde<br />

terugkeerde – bijna twee keer zo veel als<br />

minister-president Rutte en dik het dubbele<br />

van de razend populaire blonde realityster<br />

Britt. Kuipers’ terugkeer naar de aarde was<br />

een media-event, dat rechtstreeks werd uitgezonden<br />

op radio en tv. Na een beetje te<br />

zijn bijgekomen werd de astronaut als held<br />

onthaald, prompt voor de tweede keer geridderd<br />

en het kabinet draaide nog net voor<br />

wisseling van de wacht de bezuinigingen<br />

op ruimtevaart terug. Kuipers mocht zelfs<br />

naast Twan Huys plaatsnemen in College<br />

Tour, waar uitsluitend de crème de la crème<br />

van de politiek, het bedrijfsleven en de onderwereld<br />

aanschuift.<br />

Het moet niet gekker worden. Wat heeft<br />

Kuipers daarboven nu helemaal gedaan?<br />

Hij gaf het startschot voor de Top 2000 en<br />

deed een paar proees, waarvan verschillende<br />

experts de waarde in twijfel trekken.<br />

Bovendien gaat een opmerkelijk groot aantal<br />

experimenten over het eect van het<br />

in-de-ruimte-zijn, zoals de hoofdpijn die de<br />

meeste astronauten krijgen, of om hoeveel<br />

calorieën ze dagelijks verbranden in gewichtloze<br />

toestand. De ruimtevaart lijkt wel<br />

te draaien om de vraag of er in de toekomst<br />

nog groteskere missies mogelijk zijn.<br />

Oscar Wilde schreef: cynisme is overal de<br />

prijs maar nergens de waarde van kennen.<br />

De ruimtevaart is net als fundamentele wetenschap<br />

in dat opzicht een gemakkelijke<br />

prooi. Maar volharden in bemande ruimtevaart<br />

dient geen enkel ander doel dan<br />

ronkende pr en misschien bevrediging van<br />

een jongensachtige drang naar spanning en<br />

avontuur (zie pagina 26). Dat gaat ten koste<br />

van belangrijkere zaken.<br />

Het inmiddels afgeronde Space Shuttleprogramma<br />

van Nasa was oorspronkelijk<br />

bedoeld om mensen goedkoop en eciënt<br />

buiten de dampkring af te zetten. Daarin<br />

is het absoluut niet geslaagd, en dat is niet<br />

zo gek. Juist omdat er mensen bij betrokken<br />

waren, moest een aanzienlijk deel van<br />

de middelen worden ingezet om hun veilige<br />

terugkeer te garanderen. Een robot daarentegen<br />

maakt het niks uit of hij ooit nog<br />

teruggaat. Hij is bovendien een stuk minder<br />

veeleisend: hij kan tegen kou en straling en<br />

heeft geen zuurstof, water en eten nodig.<br />

Of mensen in de ruimte meerwaarde<br />

hebben, is ondertussen op zijn best twijfelachtig.<br />

Talloze wetenschappers en wetenschapsorganisaties<br />

hebben kritiek geuit op<br />

de wetenschappelijke waarde van de proeven<br />

die astronauten hebben uitgevoerd.<br />

Kritiek uit deze hoek is met het oog op de<br />

verdeling van schaarse middelen niet onverdacht,<br />

maar allicht zijn er nuttiger doelen te<br />

vinden voor de obscene hoeveelheden tijd,<br />

geld en energie die worden besteed aan het<br />

Of mensen in de ruimte<br />

meerwaarde hebben, is op<br />

zijn best twijfelachtig<br />

in leven houden van een paar kwetsbare<br />

zakken kalk en water buiten de dampkring.<br />

Het gros van de zegeningen die de ruimtevaart<br />

de mensheid heeft gebracht, hebben<br />

we dankzij satellieten. Communicatie, navigatie,<br />

meteorologie en kosmologie, allemaal<br />

hebben ze onnoemelijk veel te danken aan<br />

de ruimtevaart, zonder dat er ooit een leven<br />

voor op het spel hoefde te worden gezet. De<br />

ruimtevaart claimt nog veel meer spin-otechnologieën,<br />

maar in de meeste gevallen<br />

is niet hard te maken dat die uitsluitend in<br />

een context van ruimteonderzoek ontwikkeld<br />

hadden kunnen worden.<br />

Ophouden dus met die malligheid. Overheden<br />

overal ter wereld zouden moeten<br />

stoppen bemande ruimtevaart te sponsoren.<br />

Laat het zware werk maar over aan machines<br />

en robots; dat is ook heel spannend.<br />

En als de wetenschap zich nu echt verveelt<br />

over een paar honderd jaar, dan kunnen we<br />

altijd nog zien.<br />

Zal er dan tijdens het leven van de gemiddelde<br />

Bits&<strong>Chips</strong>-lezer geen enkel mens<br />

voet zetten op Mars? Surf eens naar marsone.com.<br />

Daar hebben ze het juiste idee: verdien<br />

het geld voor de missie met het spektakel<br />

dat het oplevert. Lift-o in 2023.<br />

10 | 3


M<br />

4 | 10<br />

2013<br />

24 and 25 April 2013<br />

Klokgebouw, Eindhoven<br />

www.hightechsystems.eu<br />

MODEL DRIVEN<br />

DEVELOPMENT<br />

DAYS<br />

24 and 25 April 2013<br />

Klokgebouw, Eindhoven<br />

www.hightech-events.nl/mdd<br />

12 June 2013<br />

1931 Congrescentrum<br />

Brabanthallen, ’s-Hertogenbosch<br />

www.hardwareconference.nl<br />

Bits&<strong>Chips</strong> 2013<br />

EMBEDDED<br />

SYSTEMS<br />

7 November 2013<br />

1931 Congrescentrum<br />

Brabanthallen, ’s-Hertogenbosch<br />

www.embedded-systems.nl<br />

www.hightech-events.nl<br />

10<br />

Inhoud Deze keer in Bits&<strong>Chips</strong><br />

Nieuws<br />

Einde aan ontwikkeltijdperk in Rijen<br />

Om kosten te besparen, verplaatst Ericsson zijn R&D-activiteiten<br />

van Rijen naar China.<br />

13<br />

Kroes ten strijde tegen<br />

Europees IC-vacuüm<br />

Nieuws<br />

7 In 140 woorden<br />

8 Overzicht<br />

10 Einde aan ontwikkeltijdperk in Rijen<br />

13 Kroes ten strijde tegen Europees IC-vacuüm<br />

16 Trends in testen: modellen en verhalen<br />

20 Zelfassemblage in de maat<br />

Opinie<br />

3 Malligheid – Paul van Gerven<br />

11 Chinezen – Kees Beenakker<br />

15 Commitment – Ludo Zwaan<br />

19 De discontinuïteit in testprocesverbetering – Derk-Jan de Grood<br />

21 De headhunter – Anton van Rossum<br />

59 Samen ontwikkelen = ontwikkelingssamenwerking? – Joost Backus<br />

<strong>Achtergrond</strong><br />

23 Best practices voor IC-prototyping met Matlab en Simulink<br />

En verder<br />

60 Trainingen<br />

61 Events<br />

64 Wegwijzer<br />

67 Colofon


Thema Vliegen en schieten<br />

26 47<br />

Analyse <strong>Achtergrond</strong><br />

Ruimtevaart schiet uit de bocht<br />

De ruimtevaartbranche grijpt steeds vaker naar de prroeptoeter<br />

– en schiet daarbij gevaarlijk uit de bocht.<br />

40<br />

Ruimtevaartsoftware ideale<br />

proeftuin voor formele methoden<br />

Analyse<br />

26 Ruimtevaart schiet uit de bocht<br />

<strong>Achtergrond</strong><br />

30 Validatie en training voor ruimteonderzoek op afstand<br />

34 Studenten en promovendi doe-het-zelven eerste Hongaarse satelliet<br />

36 Nederlandse embedded systemen in de ruimte<br />

38 Dare-pakket brengt commerciële IC-technologie naar ruimtevaart<br />

Gaat multicoretechnologie vliegen?<br />

Tot op heden vliegt geen enkele meerkernige processor in een<br />

gecertificeerde veiligheidskritieke toepassing. Barco legt uit.<br />

45<br />

Gamingtechnologie verovert<br />

militaire waarnemingssystemen<br />

40 Ruimtevaartsoftware ideale proeftuin voor formele methoden<br />

42 Expertisecentrum NLR ondersteunt stormachtige ontwikkeling<br />

45 Gamingtechnologie verovert militaire waarnemingssystemen<br />

47 Gaat multicoretechnologie vliegen?<br />

50 Vliegtuigindustrie duikt op kleine elektronicamodules<br />

52 Breedbandinternet in de lucht<br />

54 Servicegeoriënteerd programmeren in radarsystemen<br />

10 | 5


How do you reposition<br />

a wafer, nanometer<br />

accurately, every 50 μs?<br />

Join ASML as a Software Engineer and help to push the boundaries of what’s possible.<br />

At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, computer science, software<br />

and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-ef cient<br />

microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms.<br />

But our customers constantly need faster machines. And they constantly need to make smaller, more energy-ef cient chips.<br />

That’s why we have developed a revolutionary wafer-repositioning system. But we were only able to do this by using an<br />

extremely diverse set of software languages and tools – harnessed by an equally diverse and talented team of<br />

Software Engineers.<br />

If you’re a team-oriented Software Engineer who sees a challenge in complex technical problems,<br />

expert in programming and modeling for critical real-time applications and capable of working<br />

to demanding deadlines, you’ll nd working at ASML a highly rewarding experience.<br />

Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you freedom<br />

to experiment and a culture that will let you get things done.<br />

www.asml.com/careers


Onderzoek<br />

Hoop aan de Horizon<br />

Het Europees Parlement (EP) heeft een<br />

amendement aangenomen om het budget<br />

van onderzoeksprogramma Horizon 2020<br />

te verhogen naar honderd miljard euro,<br />

in plaats van de tachtig miljard euro die<br />

de Europese Commissie heeft voorgesteld<br />

en de vijftig miljard die was gereserveerd<br />

voor het Zevende Kaderprogramma. Het<br />

amendement heeft weinig kans van slagen,<br />

maar geeft wel een belangrijk signaal af in<br />

de strijd die woedt over de EU-totaalbegroting.<br />

In de onvermijdelijke uitruil die volgt,<br />

kan er van alles gebeuren met het onderzoeksbudget.<br />

Naar verluidt, ligt er zelfs een<br />

reductie naar veertig miljard euro op tafel.<br />

Door het provocerende voorstel aan te nemen,<br />

zegt het EP in feite dat dat onacceptabel<br />

is. Dat is geen tandenloos dreigement:<br />

zonder instemming van het EP kan er geen<br />

nieuwe begroting worden opgesteld. Mocht<br />

er geen overeenstemming worden bereikt,<br />

dat blijft de oude van kracht. PvG<br />

Halfgeleiders<br />

Zoals het klokje thuis tikt<br />

Het gerucht gaat dat TSMC een fab wil bouwen<br />

in New York. Op zichzelf geen gekke<br />

gedachte: daar in de buurt zit ook G450C,<br />

vooralsnog hét centrum voor 450-millimeterontwikkeling.<br />

De Taiwanezen zouden<br />

er bovendien concurrent Globalfoundries,<br />

die zich als uitgesproken mondiaal pro-<br />

leert, lekker dwars mee kunnen zitten.<br />

Ook is met het oog op natuurgeweld veel<br />

te zeggen voor geograsche spreiding van<br />

productielocaties. En wie weet wat voor<br />

exorbitante eisen de klant der klanten Apple<br />

tegenwoordig stelt? Maar ja, we hebben<br />

het wel over TSMC, dat zich in zijn vijfentwintigjarige<br />

historie maar één keer liet<br />

overhalen om buiten Taiwan een fabriek te<br />

bouwen. En dat alleen maar omdat een medeoprichter<br />

daar om vroeg. Wie dat was?<br />

Philips Semiconductors. SSMC, een joint<br />

venture tussen Philips en TSMC, startte in<br />

2000 de productie in Singapore. PvG<br />

Processoren<br />

Intel-trein loopt uit de rails<br />

Alles bij Intel wordt tot op de nanometer<br />

geregisseerd, dus ook de opvolging van de<br />

topman. Daarom sloeg Paul Otellini’s onverwachte<br />

aankondiging dat hij er volgend jaar<br />

mei mee stopt in als een bom. CEO’s vertrekken<br />

het liefst op een hoogtepunt, maar<br />

Analyse In 140 woorden<br />

Intel kampt juist<br />

met teruglopende<br />

pc-verkopen en ziet<br />

zijn antwoord op tablets<br />

– de Ultrabook<br />

– vooralsnog niet<br />

aanslaan. Otellini<br />

had bovendien nog<br />

drie jaar te gaan tot<br />

zijn 65e, de leeftijd<br />

waarop Intel-CEO’s<br />

traditiegetrouw een<br />

stap opzij doen. Kennelijk<br />

heeft de druk<br />

op het bedrijf om<br />

eindelijk eens over-<br />

Waarom vertrekt<br />

Intel-CEO Paul Otellini<br />

opeens?<br />

tuigende stappen in de mobiele-apparatenmarkt<br />

te maken de anders zo stipt rijdende<br />

trein uit de rails gedrukt. Zal Otellini’s opvolger<br />

voor het oude spoor kiezen of het bedrijf<br />

op een nieuwe leest willen schoeien? PvG<br />

Processoren<br />

Is Mips dan toch relevant?<br />

Dé grote verliezer van het post-pc-tijdperk<br />

moet Mips zijn. De processorontwerper had<br />

de juiste papieren, maar was niet op de juiste<br />

tijd en plaats toen de mobiele markt zich<br />

aandiende. In plaatst daarvan kreeg Arm het<br />

monopolie in mobiele telefoons en van daaruit<br />

in smartphones, tablets en langzaam ook<br />

de traditionele markten van Mips. Ondanks<br />

verwoede pogingen om via Android relevant<br />

te worden – de Mips-architectuur wordt sa-<br />

Lithografie<br />

Arm XTreme<br />

XTreme Technologies verloor een aantal jaren geleden de gunst van ASML, dat meer<br />

vertrouwen had in het EUV-lichtbronconcept van concurrent Cymer. Maar de Amerikanen<br />

schoten niet op en de Veldhovenaren<br />

moesten alsnog in Aken een paar bronnen<br />

bestellen voor zijn preproductiemachines.<br />

Even was de race om als eerste met een productiewaardige<br />

bron te komen weer spannend,<br />

maar ASML maakte daar een einde<br />

aan door Cymer over te nemen. Nu lijken de<br />

kaarten geschud: ook al beweren ze in Veldhoven<br />

bij hoog en laag de bronkeuze aan de<br />

klant over te laten, het lijkt onwaarschijnlijk<br />

dat een investering van twee miljard euro<br />

zal verpieteren. XTreme geeft echter wederom<br />

niet op. ‘De problemen van [Cymers<br />

bronconcept] zijn natuurkundig van aard,<br />

men met de andere verliezer Intel volledig<br />

ondersteund in de Android-ontwikkelkit<br />

– viel afgelopen maand het doek: de patenten<br />

werden verkocht voor 450 miljoen<br />

dollar, het bedrijf met de architectuur aan<br />

Imagination voor zestig miljoen. Maar Imagination<br />

zegt grootse plannen te hebben<br />

met de processoren (ook in combinatie met<br />

Android) en het Israëlische Ceva kwam onverwachts<br />

met een hoger bod. Mips blijkt<br />

nog lang niet afgeschreven. PE<br />

Telecom<br />

Gekkenwerk<br />

Prominent op de voorpagina van het Financieele<br />

Dagblad prijkte onlangs een artikel<br />

waarin de ontwikkelaars van Ericsson in Rijen<br />

hoog opgeven van ASD. Met de methode<br />

van Verum zijn zij erin geslaagd om software<br />

te ontwikkelen tegen minimaal twintig procent<br />

en in sommige projecten zelfs vijftig<br />

procent minder kosten. Daarmee kunnen ze<br />

de concurrentie aan met lagelonenlanden,<br />

claimt het stuk. Ironisch genoeg, zo meldt<br />

het FD ook, zien diezelfde ontwikkelaars<br />

hun banen binnenkort juist daarheen verdwijnen:<br />

om kosten te besparen, verplaatst<br />

hun werkgever de Rijense R&D-activiteiten<br />

naar China (zie pagina 10). En ASD? Dat<br />

verhuist niet mee omdat Ericsson daar geen<br />

licentie wil aanschaen. In plaats daarvan<br />

gaan de Chinezen de met ASD ontwikkelde<br />

software doodleuk helemaal opnieuw maken,<br />

zonder ASD. Hoezo kostenbesparing? NR<br />

Maken XTreme’s EUV-bronnen<br />

nog een kans?<br />

terwijl wij met engineeringproblemen te maken hebben’, besluit het bedrijf vol zelfvertrouwen<br />

een artikel dat onlangs op de SPIE-website is verschenen. PvG<br />

10 | 7


Machinebouw<br />

Solmates verkoopt eerste<br />

piëzoproductiemachine<br />

Het Enschedese Solmates heeft<br />

de eerste order binnengesleept<br />

voor de levering van zijn Piezoare<br />

1200. Deze machine<br />

kan met gepulste lasers piëzoelektrische<br />

lagen aanbrengen in<br />

chips. Het Noorse Sintef is de<br />

eerste klant. De levering staat<br />

gepland voor januari 2013. AP<br />

/solmates<br />

Beveiliging<br />

ales gaat ook<br />

cyberwereld bewaken<br />

ales stapt in cyberbeveiliging.<br />

Met de nieuwe businessunit<br />

ales Security Nederland biedt<br />

de Hengelose defensiespecialist<br />

publieke en private instellingen<br />

totaaloplossingen om de vertrouwelijkheid,<br />

integriteit en beschikbaarheid<br />

van hun missiekritieke<br />

data te waarborgen. Deze oplossingen<br />

raken niet alleen de techniek<br />

maar ook de organisatie. NR<br />

/thales<br />

UT en partners<br />

leggen zwakheden in<br />

beveiliging bloot<br />

Onder leiding van de Universiteit<br />

Twente gaat een Europees<br />

consortium onderzoek doen<br />

naar de beveiliging van informatie-infrastructuren.<br />

Het Tresspass-project<br />

kijkt niet alleen<br />

naar de techniek maar ook naar<br />

de gebruikers. Doel is een tool te<br />

ontwikkelen om mogelijke zwakke<br />

punten in een organisatie of<br />

infrastructuur te vinden. NR<br />

/trespass<br />

8 | 10<br />

Nieuws Overzicht<br />

Nederlandse<br />

beveiligingsexperts van<br />

Apple naar Inside<br />

Het Franse Inside Secure heeft<br />

de deels Nederlandse Embedded<br />

Security Solutions-tak<br />

(ESS) van Authentec overgenomen.<br />

Het Amerikaanse moederbedrijf<br />

kwam afgelopen zomer<br />

in handen van Apple. Dat doet<br />

het onderdeel nu van de hand.<br />

Met ESS koopt Inside 79 specialisten<br />

en een portfolio aan<br />

software en chipontwerpen op<br />

beveiligingsgebied. PE<br />

/authentec<br />

Atos Worldline introduceert<br />

betalen via aanraking<br />

De Ego-oplossing van het Brusselse<br />

Atos Worldline maakt betaling<br />

middels aanraking mogelijk.<br />

Gebruikers dragen een<br />

speciaal apparaatje bij zich en<br />

als ze een geschikte terminal<br />

beroeren, creëert dat een fysiek<br />

communicatiekanaal via hun lichaam<br />

waarlangs de authenticatie<br />

wordt uitgevoerd. Slaagt die,<br />

dan gaat de data-uitwisseling<br />

beveiligd verder via RF. NR<br />

/atos<br />

Brussels Loyaltek<br />

koppelt pinterminal aan<br />

smartphone<br />

Het Brusselse Loyaltek komt<br />

met een pinpaslezer die is<br />

aan te sluiten op een laptop of<br />

smart phone. Klanten steken<br />

hun kaart in de pinpad en geven<br />

hun code in, waarna de ingebedde<br />

software via de gekoppelde<br />

computer de betaling afhandelt<br />

met de bank. Typische toepassing<br />

is mobiele verkoop. NR<br />

/loyaltek<br />

Software<br />

PikeOS naar ales-groep<br />

De ales-groep neemt Sysgo<br />

over, de Duitse ontwikkelaar<br />

van het missiekritieke PikeOS-<br />

RTos. Het Franse bedrijf wil de<br />

PikeOS-technologie gebruiken<br />

in zijn eigen producten, met<br />

name voor de lucht- en ruimtevaart.<br />

Sysgo blijft als dochter<br />

van ales zijn bestaande klanten<br />

bedienen. PE<br />

/sysgo<br />

Defensie<br />

ales brengt<br />

afweersystemen marine<br />

up-to-date<br />

De Koninklijke Marine en ales<br />

gaan zestien afweersystemen<br />

op fregatten updaten.<br />

Deze in de jaren tachtig ont-<br />

wikkelde Goalkeepers kunnen<br />

zeer beweeglijke doelen volledig<br />

autonoom volgen, het vuur openen<br />

en checken of ze allemaal<br />

onschadelijk zijn gemaakt. De<br />

opknapbeurt brengt ze weer<br />

volledig up-to-date, zodat ze<br />

meekunnen tot 2025. NR<br />

/goalkeeper<br />

<strong>Luchtvaart</strong><br />

NLR, ales, TU Delft<br />

maken vliegen veiliger<br />

Onlangs is het EU-project Ascos<br />

van start gegaan. Dit onderdeel<br />

van het Zevende Kaderprogramma<br />

beoogt het vliegverkeer nog<br />

veiliger te maken door nieuwe<br />

veiligheidssystemen te certiceren<br />

en operaties in het luchtruim<br />

te verbeteren. Tot de veertien<br />

deelnemende bedrijven en organisaties<br />

behoren projectleider<br />

NLR, ales en de TU Delft. NR<br />

/ascos<br />

Medisch<br />

Agfa helpt MMC op weg<br />

naar ziekenhuisbreed<br />

beeldbeheer<br />

Agfa Healthcare gaat het radiologie-informatiesysteem<br />

en<br />

het picture archiving and communication<br />

system (Pacs) van<br />

het Máxima Medisch Centrum<br />

(MMC) oppoetsen. Ook komt er<br />

een uitbreiding naar cardiologie<br />

en nucleaire geneeskunde. Hiermee<br />

zet het MMC een verdere<br />

stap op weg naar een ziekenhuisbrede<br />

Pacs-oplossing met<br />

koppelingen naar andere ziekenhuizen.<br />

NR<br />

/mmc<br />

Nieuwe kapitaalronde<br />

voor Biocartis<br />

De Zwitsers-Belgische micro-<br />

uïdicaspecialist Biocartis<br />

plant een vierde en waarschijnlijk<br />

laatste kapitaalronde. Het<br />

bedrijf, dat technologie voor<br />

medische diagnostische tests<br />

uit de stal van Philips commercialiseert,<br />

wil enkele tientallen<br />

miljoenen euro’s ophalen. Het<br />

meeste moet komen van de bestaande<br />

aandeelhouders. PE<br />

/biocartis<br />

Energie<br />

Vlaamse partners demoën<br />

energiebeheer via<br />

stroomnet<br />

Chipontwerper Ansem uit Heverlee<br />

en communicatiespecialist<br />

Rational Products uit Zichem<br />

hebben een demonstrator<br />

gebouwd voor energiebeheer op<br />

afstand. Het functionele prototype<br />

bestaat uit nodes die in een<br />

gebouw het verbruik van apparaten<br />

registreren en reguleren.<br />

De volledige artikelen zijn te vinden op www.bits-chips.nl/nr10 gevolgd door het label bij het betreende stuk.


De vergaarde gegevens geven<br />

ze over het stroomnet door aan<br />

een centrale gateway. NR<br />

/stroomnet<br />

Sensoren<br />

XSens en ST bundelen<br />

sensorkrachten voor CE<br />

Het Enschedese XSens en<br />

STMicroelectronics hebben een<br />

draagbare draadloze oplossing<br />

getoond om lichaamsbewegingen<br />

in 3D in kaart te brengen.<br />

De demonstrator combineert<br />

de sensorfusiealgoritmes en<br />

draadloosprotocollen uit Twente<br />

met het Frans-Italiaanse Inemo-M1-systeem,<br />

dat bestaat<br />

uit een STM32-microprocessor<br />

en Mems-gebaseerde combisensoren.<br />

De partners mikken<br />

Halfgeleiders<br />

NXP en Audi trappen op<br />

R&D-gaspedaal<br />

NXP gaat samenwerken met<br />

Audi om automotive-elektronicasnues<br />

sneller naar de markt<br />

te brengen. Daartoe hebben<br />

beide bedrijven een strategisch<br />

partnerschap aangekondigd.<br />

Het gaat om bestaande<br />

technologieën<br />

voor<br />

in-vehicle<br />

networking<br />

en entertainment,<br />

maar ook om opkomende<br />

applicaties als communicerende<br />

auto’s, NFC en<br />

stuurelektronica voor elektrische<br />

wagens. PvG<br />

/audi<br />

op toepassingen in de consumentenelektronica.<br />

NR<br />

/xsens<br />

Nederlandse sensoren<br />

succesvol in Canadese<br />

olieput<br />

Incas3 en een Canadese onderzoekspartner<br />

hebben een eerste<br />

stap gezet om oliereservoirs in<br />

kaart te brengen met microsensortechnologie.<br />

Een deel van de<br />

minimeters die ze hadden ingebracht<br />

in een Canadees reservoir,<br />

vonden ze weer terug bij de extractie.<br />

De onderweg verzamelde<br />

informatie kan helpen om oliebronnen<br />

beter te benutten. PvG<br />

/incas3<br />

Zonnecellen<br />

Duitse staalgigant sluit zich<br />

aan bij Solliance<br />

yssenkrupp Steel Europe<br />

heeft zich aangesloten bij Solliance.<br />

Met de Duitse staalfabrikant<br />

gaat de transnationale<br />

PV-alliantie onderzoeken hoe<br />

Meest geklikt in onze nieuwsbrief<br />

1 2<br />

Zonnecellen<br />

China in tegenaanval over<br />

Europese zonnecellen<br />

China start een onderzoek naar<br />

de invoer van Europees polysilicium,<br />

een grondstof voor veel<br />

zonnepanelen. Peking zegt te<br />

gaan bekijken of de prijs van dit<br />

materiaal kunstmatig laag is gehouden<br />

in Europa. Enkele Chinese<br />

polysiliciumfabrikanten<br />

hadden daarop aangestuurd. PvG<br />

/tegenaanval<br />

3<br />

Verlichting<br />

Philips Lighting schrapt in<br />

Eindhoven en Turnhout<br />

Op het hoofdkantoor van Philips<br />

Lighting in Eindhoven<br />

staalstrips tijdens productie van<br />

organische fotovoltaïca kunnen<br />

worden voorzien. Dat levert<br />

kant-en-klare bouwelementen<br />

op – een marktsegment waar<br />

Solliance veel van verwacht. PvG<br />

/thyssenkrupp<br />

Solliance hengelt ook<br />

researchcentrum Jülich<br />

binnen<br />

Ook Forschungszentrum Jülich<br />

heeft zich bij Solliance gevoegd.<br />

Het Duitse onderzoeksinstituut<br />

opereert onafhankelijk maar<br />

onderhoudt nauwe banden met<br />

de nabijgelegen technische universiteit<br />

in Aken. Het heeft een<br />

sterke researchpoot voor silicium<br />

dunnelm-PV, naast organische<br />

en Cigs-zonnecellen een<br />

speerpunt van Solliance. PvG<br />

/julich<br />

Logistiek<br />

Essensium voorkomt<br />

botsingen in Antwerpse<br />

containerterminal<br />

In de Antwerpse haven heeft<br />

BasF een beveiligingsinfra-<br />

verdwijnen 171 banen. Bij de<br />

verlichtingsfabriek in Turnhout<br />

gaan 136 arbeidsplaatsen<br />

verloren. De inkrimping is het<br />

gevolg van het Accelerate!-programma.<br />

Afgelopen september<br />

kondigde Philips aan wereldwijd<br />

2200 banen extra te willen<br />

schrappen. PE<br />

/lighting<br />

4<br />

Halfgeleiders<br />

‘IC-markt herstelt na dip<br />

in 2012’<br />

WSTS stelt zijn prognoses voor<br />

de halfgeleidermarkt naar beneden<br />

bij. Waar het eerder nog<br />

een vrijwel stabiele verwachting<br />

afgaf voor 2012, voorspelt<br />

het nu een krimp van ruim drie<br />

procent. Volgend jaar versnelt<br />

structuur uitgerold die botsingen<br />

tussen containerheftrucks<br />

helpt vermijden. Een positiedetectiesysteem<br />

van draadloosspecialist<br />

Essensium uit Leuven<br />

houdt de voertuigen in de gaten<br />

en alarmeert bestuurders van<br />

wagens die elkaar te dicht naderen.<br />

Vervolgens is het aan hen<br />

om in te grijpen. NR<br />

/essensium<br />

Elektronica<br />

Directeur V-PS stapt op<br />

Printplaatfabrikant V-PS uit<br />

Aarle-Rixtel en directeur Jochem<br />

Borren zijn uit elkaar gegaan.<br />

Na een dienstverband van<br />

ruim tweeënhalf jaar is Borren<br />

opgestapt vanwege verschillen<br />

van inzicht over de te volgen<br />

koers. Eigenaar en enig aandeelhouder<br />

Ad Vermeulen van<br />

Vermeulen Beheer, de houdstermaatschappij<br />

van V-PS, heeft de<br />

leiding overgenomen. NR<br />

/v-ps<br />

de markt, maar minder dan<br />

oorspronkelijk gedacht: 4,5 in<br />

plaats van 7,2 procent. PvGw<br />

/herstel<br />

5<br />

Materialen<br />

Nanokoper verslaat<br />

tinsoldeer<br />

Lockheed Martin heeft een kopergebaseerde<br />

soldeer ontwikkeld<br />

die belooft tien keer beter<br />

te geleiden dan de vertrouwde<br />

tinvariant. Cuantumfuse is<br />

bovendien goedkoper en betrouwbaarder<br />

in veeleisende<br />

applicaties, zegt de vliegtuigfabrikant.<br />

De eerste tests wijzen<br />

op uitstekende mechanische,<br />

thermische en elektrische eigenschappen.<br />

PvG<br />

/nanokoper<br />

10 | 9


10 | 10<br />

Nieuws Telecom<br />

Telecomgigant Ericsson heeft besloten<br />

zijn wereldwijde R&D te consolideren<br />

in een kleiner aantal sites. Onderdeel<br />

hiervan is de overheveling van de Rijense<br />

ontwikkelactiviteiten naar het Chinese<br />

Guangzhou. Deze ingreep, die aan het einde<br />

van het eerste kwartaal van 2013 zijn beslag<br />

moet hebben gekregen, kost ruim honderd<br />

banen. Na de verplaatsing van de R&D heeft<br />

Ericsson alleen nog dienstverlenende vestigingen<br />

in Nederland – behalve in Rijen ook<br />

in Hilversum, Sliedrecht en Stein.<br />

‘In landen als China en India groeit de<br />

business en is veel technisch talent beschikbaar,<br />

dat bovendien een stuk goedkoper is’,<br />

verklaart de Rijense R&D-directeur Herman<br />

van der Zwaan de stap. ‘Hier hebben we de<br />

afgelopen jaren verschillende maatregelen<br />

genomen om ons kostenniveau te verlagen<br />

en de eciency te verhogen. Dat is heel<br />

goed gelukt, maar helaas is het niet voldoende<br />

gebleken voor Ericsson om de R&Dvestiging<br />

in Rijen open te houden.’<br />

Hoogtijdagen<br />

Met de sluiting komt er een einde aan een<br />

tijdperk dat in 1920 begon. ‘De site is gestart<br />

als telefoonfabriek van Ericsson’, vertelt Van<br />

der Zwaan. ‘We zijn heel lang de belangrijkste<br />

productielocatie van toestellen geweest<br />

in Nederland. Voor de PTT maakten we hier<br />

eind jaren tachtig bijna een miljoen exemplaren<br />

van de T65, de standaardtelefoon voor<br />

het Nederlandse netwerk. Toen de markt<br />

werd vrijgegeven en er vele goedkope toestellen<br />

verschenen, is de hardwareproductie ingestort.<br />

Midden jaren negentig zijn we daar<br />

in Rijen mee gestopt. Door de groei van de<br />

softwareontwikkeling hebben we het personeelsbestand<br />

hier op peil kunnen houden.’<br />

Bij de eerste telefooncentrales koppelden<br />

telefonistes de telefoonlijnen nog fysiek met<br />

kabeltjes aan elkaar om een verbinding tot<br />

stand te brengen. Later kwamen daar softwaregestuurde<br />

elektronische centrales voor<br />

in de plaats. ‘Met het programmeren van<br />

aanpassingen voor de Nederlandse markt is<br />

de softwareontwikkeling in Rijen begonnen’,<br />

Ericsson verplaatst R&D naar China<br />

Einde aan ontwikkeltijdperk in Rijen<br />

Om kosten te besparen, verplaatst Ericsson zijn R&D-activiteiten van Rijen naar<br />

China. Hiermee zet het een punt achter een ontwikkeltijdperk in Rijen, dat begon<br />

met telefoonproductie en eindigt met software.<br />

Nieke Roos<br />

aldus Van der Zwaan. ‘Op dat moment was de<br />

communicatie tussen de centrales van verschillende<br />

leveranciers nog niet gestandaardiseerd,<br />

dus dat was allemaal maatwerk.’<br />

De komst van industriestandaarden zorgde<br />

voor een focusverschuiving: de leveranciers<br />

van centrales gingen zich richten op onderscheidende<br />

functionaliteit en Ericsson in Rijen<br />

stelde zijn vizier bij naar bijbehorende oplossingen.<br />

Van der Zwaan: ‘Zo zijn we onder<br />

meer begonnen met de ontwikkeling van intelligent<br />

networks, het toevoegen van slimme<br />

functies aan centrales. Dit is een enorm succes<br />

geworden en tot op de dag van vandaag<br />

Voor de PTT<br />

maakte Rijen<br />

eind jaren tachtig<br />

bijna een miljoen<br />

exemplaren van de T65, de standaardtelefoon<br />

voor het Nederlandse netwerk.<br />

ons specialisme gebleven.’ De koerswijziging<br />

legde Rijen geen windeieren: van een kleine<br />

tien man midden jaren tachtig groeide de<br />

ontwikkelsite tot zo’n vijfhonderd werknemers<br />

op het hoogtepunt tien jaar later.<br />

Tijdens die hoogtijdagen telde Ericsson<br />

ruim duizend R&D’ers in Nederland. Naast<br />

de club in Rijen had de telecomgigant in Enschede<br />

ongeveer vierhonderd mensen op de<br />

loonlijst staan en in Emmen nog eens honderdvijftig.<br />

De Twentse groep werkte aan<br />

Dect-technologie en later ook aan radioontwikkelingen<br />

voor UMTS; de Drentse afdeling<br />

richtte zich onder meer op Bluetooth<br />

en pagercommunicatie.<br />

Kostenplaatje<br />

Begin deze eeuw sloeg de telecomcrisis<br />

echter keihard toe. ‘De UMTS-licentieveiligingen<br />

hadden enorm veel geld onttrokken<br />

aan de markt, waardoor alle operators en<br />

leveranciers het moeilijk hadden’, herinnert<br />

Van der Zwaan zich. Een gevolg was dat de<br />

R&D-vestigingen in Enschede en Emmen<br />

hun deuren moesten sluiten. Een deel van<br />

de ontwikkeling in Drenthe ging nog door<br />

onder de vlag van Sony Ericsson, maar in<br />

2010 was het ook daarvoor einde verhaal,<br />

waarna 28 van de resterende 65 ingenieurs<br />

een doorstart maakten als Tonalite.<br />

Rijen kwam evenmin ongeschonden door<br />

de reorganisatie. De werkzaamheden rond<br />

charging, betalen via het netwerk, hevelde<br />

Ericsson over naar Brazilië en andere ontwikkelingen<br />

zette het stop. Intelligente<br />

netwerken hadden echter zo’n hoge vlucht<br />

genomen en de club van Van der Zwaan had<br />

zich daarin zo’n cruciale plek verworven binnen<br />

de organisatie dat Rijen het wereldwijde<br />

R&D-centrum werd voor die activiteiten.<br />

‘De mobiele communicatie is enorm toegenomen<br />

en daarmee ook het dienstenaanbod<br />

boven op de centrales. Door de convergentie<br />

van internet, telefoon en tv is bovendien het<br />

datagebruik fors gestegen. Platforms voor<br />

intelligente netwerken en bijbehorende services<br />

ontsluiten dit alles, dus kansen te over<br />

om ons te onderscheiden.’<br />

Het relatief hoge kostenplaatje van de<br />

R&D in Rijen begon Ericsson echter steeds<br />

zwaarder op de maag te liggen. Door het<br />

programmeerwerk te outsourcen naar afdelingen<br />

in Wit-Rusland, Mexico en India,<br />

over te stappen op nieuwe werkwijzen zoals<br />

Agile en nieuwe tools in te voeren zoals<br />

ASD van Verum hebben Van der Zwaan en<br />

de zijnen dat de afgelopen drie jaar nog<br />

aanzienlijk omlaag weten te brengen. Het<br />

personeelsbestand in Rijen is hierbij verder<br />

geslonken van 350 naar honderdvijftig. De<br />

gerealiseerde innovaties, eciency en kostenbesparing<br />

van veertig procent zijn echter<br />

onvoldoende gebleken om die laatste R&Dbanen<br />

voor Rijen te kunnen behouden.


Opinie<br />

Kees Beenakker is hoogleraar elektrotechniek<br />

aan de TU Delft en managing director van het<br />

TU Delft Beijing Research Centre.<br />

Onderwijs<br />

Chinezen<br />

Er is een tijd geweest dat Nederlanders<br />

de Chinezen van Europa werden genoemd.<br />

De uitdrukking stamt uit de<br />

achttiende eeuw en is tamelijk beledigend.<br />

Kennelijk blonken toen zowel Chinezen als<br />

Nederlanders uit in luiheid, geringe ondernemingslust,<br />

labbekakkerigheid en ander<br />

fraais. Ik moest aan deze vergelijking denken<br />

tijdens mijn laatste reis naar China,<br />

waar ik onder andere de IEEE International<br />

Conference on Solid-State and Integrated<br />

Circuit Technology in Xi’an bezocht,<br />

de Solid-State Lighting-conferentie in<br />

Guangzhou en een aantal Chinese universiteiten<br />

in het kader van een door de 3TU te<br />

organiseren summer school in 2013.<br />

Van bovengenoemde negatieve kwalicaties<br />

heb ik daar niet veel gemerkt. Een<br />

aantal eerste- en tweedejaarsstudenten uit<br />

Delft had meegedaan aan een internationale<br />

wedstrijd voor het beste ontwerp van een<br />

ledapplicatie. Eendrachtige samenwerking<br />

van collega’s van Elektrotechniek en Werktuigbouw<br />

had geleid tot een 3D-display, in<br />

elkaar gezet door in ploegendienst zo’n dertigduizend<br />

soldeerverbindingen te maken.<br />

Ze wonnen de eerste prijs van de Global<br />

Student Competition georganiseerd door<br />

de International Solid State Alliance. Als<br />

beloning mochten ze de prijs persoonlijk in<br />

Guangzhou in ontvangst nemen.<br />

De organisatie van de summer school<br />

verliep voorspoedig. Een ex-promovendus,<br />

die nu de CEO is van een groot Chinees<br />

ontwerphuis, stelde zich garant voor<br />

de sponsoring van alle in China te maken<br />

kosten, zodat we ons nu samen met drie<br />

universiteiten in Xi’an kunnen richten<br />

op de inhoud. Het doel is om deze zomer<br />

zo’n veertig getalenteerde micro-elektronicastudenten<br />

uit Nederland en China een<br />

week lang gezamenlijk projecten te laten<br />

uitvoeren in China.<br />

Een andere interessante ervaring was<br />

de ICSICT. Uitstekend georganiseerd. Ik<br />

woonde er een forumdiscussie bij met als<br />

onderwerp het vergroten van het innovatievermogen<br />

in China. Alle Chinese deelnemers<br />

aan het forum hadden aan een buitenlandse<br />

universiteit gestudeerd en al gauw<br />

kwamen dan ook de verschillen tussen het<br />

westerse en het Chinese onderwijssysteem<br />

naar voren. Voor Chinese ouders is er maar<br />

één ambitie, namelijk dat hun kind wordt<br />

toegelaten tot een topuniversiteit. Van zeer<br />

jongs af aan krijgen de kinderen al bijles en<br />

alles is erop gericht om via hard werken en<br />

veel stampen te slagen voor het toelatingsexamen.<br />

Ruimte om initiatieven te nemen<br />

en zelfstandig te leren nadenken, is er nauwelijks,<br />

ook niet tijdens de vervolgstudie.<br />

Dat wreekt zich en komt tot uiting in een<br />

diepgeworteld kopieergedrag.<br />

De enige mogelijkheid om een voorsprong<br />

op de concurrent te krijgen, is in China niet<br />

het toevoegen van nieuwe ideeën en extra<br />

waarde aan een product, maar het net iets<br />

In China zien we<br />

de internationale<br />

oriëntatie toenemen<br />

goedkoper maken. Daarnaast heeft China<br />

in tegenstelling tot Nederland een grote<br />

thuismarkt. Het wereldwijd marktgericht<br />

denken is nog weinig ontwikkeld.<br />

Dat zal veranderen. Jaarlijks keren tienduizenden<br />

studenten met een westerse opleiding<br />

naar China terug en de eerste internationaal<br />

opererende multinationals, zoals<br />

Haider, Huawei en ZTE, beginnen wereldwijd<br />

marktaandeel te veroveren. En hoewel<br />

het Chinese onderwijssysteem zelf slechts<br />

langzaam verandert, zien we wel de internationale<br />

oriëntatie toenemen: meer en meer<br />

buitenlandse universiteiten en kennisinstellingen<br />

hebben al een vestiging in China.<br />

In dit licht zal het niet lang meer duren<br />

voordat het oude gezegde aan revisie toe is:<br />

Chinezen zijn de Nederlanders van Azië.<br />

10 | 11


BANKGARANTIE?<br />

BAANGARANTIE!<br />

Welke crisis?<br />

FEEL THE LOL!<br />

Crisis of geen crisis, werk moet volgens Nspyre altijd leuk en uitdagend zijn. Intens<br />

in je nopjes zijn met wat je doet kun je niet uitleggen, dat moet je voelen. Daarom:<br />

FEEL THE LOL. Nspyre heeft op dit moment zoveel te doen, dat we een baangarantie<br />

geven. Altijd voldoende opdrachten en projecten om aan je carrière te werken. En het gevoel<br />

te hebben dat je LOL in je werk hebt.<br />

We zoeken nieuwe collega’s op het gebied van technische automatisering. Die een goed<br />

gevoel willen ervaren door bezig te zijn met uitdagende opdrachten en het toepassen van<br />

moderne technologie. Kijk eens op onze carrièrepagina naar de specifi eke vacatures of stuur<br />

je CV voor een open sollicitatie. LET’S FEEL THE LOL TOGETHER!<br />

KIJK OP WWW.NSPYRE.NL/CARRIERE/FEEL-THE-LOL


Journalist David Manners schreef erover<br />

met een mengeling van verbazing en instemming.<br />

Of mevrouw Kroes wel doorhad<br />

dat ze kennelijk meer vertrouwen in de<br />

Europese halfgeleiderindustrie had dan menigeen<br />

werkzaam in die sector, had de veteraan<br />

haar gevraagd. Ik geloof er niks van<br />

dat ze het elders beter kunnen dan hier, had<br />

de Eurocommissaris geantwoord. En dat<br />

er maar eens koppen tegen elkaar geknald<br />

moeten worden.<br />

Europa’s technologiekampioene, zette<br />

Manners daarop boven zijn stuk. Om zich<br />

daarin vervolgens af te vragen wat de<br />

Europese halfgeleiderindustrie eigenlijk<br />

had gedaan om Kroes te verdienen.<br />

Aanleiding voor Manners’ loftuitingen<br />

is de ambitie van Kroes om de Europese<br />

halfgeleiderindustrie te revitaliseren. Zij<br />

trekt graag de vergelijking met Airbus, het<br />

Europese consortium van nationale vliegtuigbouwers<br />

dat tegenwoordig Boeing het<br />

leven zuur maakt. Zoiets ziet Kroes ook wel<br />

zitten voor de chipindustrie.<br />

Historisch is dat een beladen idee. Bijna<br />

elke CEO van de inheemse Europese ICbedrijven<br />

Philips Semiconductors/NXP, Siemens/Inneon<br />

en SGS-omson/STMicroelectronics<br />

heeft de afgelopen vijfentwintig<br />

jaar wel eens met zijn buitenlandse evenknie<br />

aan tafel gezeten om de mogelijkheid tot fuseren<br />

te bespreken, maar het is er nooit van<br />

gekomen. Te veel overlap, botsende bedrijfsculturen,<br />

onenigheid over wie het meerderheidsaandeel<br />

zou krijgen: redenen genoeg<br />

om de besprekingen telkens weer te laten<br />

afketsen. De bottomline: de wil ontbrak.<br />

Samenwerken doen de drie wel. Philips<br />

en Siemens sloegen eind jaren tachtig de<br />

handen ineen om hun achterstand in de<br />

rap opgekomen CMos-technologie in te<br />

halen. Dit Mega-project vormde tevens het<br />

startschot voor een lange lijn Europese precompetitieve<br />

chiponderzoeksprogramma’s,<br />

die tot op de dag van vandaag lopen. In de<br />

jaren negentig bundelden Philips en ST<br />

vervolgens hun krachten bij de ontwikkeling<br />

van procestechnologie. Deze Crollesalliantie<br />

viel pas uit elkaar toen NXP zich in<br />

Analyse Halfgeleiders<br />

Kroes ten strijde tegen Europees IC-vacuüm<br />

De vooruitzichten voor chipfabricage op Europese bodem waren somber, totdat<br />

Eurocommissaris Neelie Kroes zich ermee ging bemoeien. Nu gloort er hoop.<br />

Paul van Gerven<br />

2007 uit de CMos-arena terugtrok en zich<br />

ging toeleggen op de mixed-signalniche.<br />

Sindsdien is fabricage in eigen huis een aflopende<br />

zaak; geen enkele fabriek heeft het<br />

eeuwige leven.<br />

Lege handen<br />

De recente geschiedenis van NXP leek het<br />

voorland te worden voor de hele Europese<br />

IC-industrie: ook Inneon en ST hebben<br />

niet meer de schaalgrootte om nieuwe eigen<br />

fabrieken te bouwen. De dreiging voor<br />

het Frans-Italiaanse bedrijf dat het op den<br />

duur net als NXP de schaalgrootte zal ontberen<br />

om überhaupt in de eredivisie mee<br />

te blijven doen, is zeker niet denkbeeldig.<br />

Het zal dan net als NXP en Inneon terug<br />

moeten vallen op kleinere marktsegmenten<br />

waar het wel succesvol kan zijn, zoals<br />

Mems en automotive.<br />

Zelfs de optimisten kunnen niet onder de<br />

cijfers uit. Het marktaandeel van de Europese<br />

IC-industrie zakt al enige jaren, en volgens<br />

prognoses van de WSTS zet die trend<br />

de komende jaren door. De statistiekenverzamelaar<br />

ziet Europa dit jaar harder krimpen<br />

en de jaren daarna minder hard groeien<br />

dan de rest van de wereld, om in 2015 uit te<br />

komen op een marktaandeel van elf procent<br />

van de totale omzet wereldwijd. Vorig jaar<br />

was dat nog 12,5 procent.<br />

Geen vrolijke vooruitzichten, kortom,<br />

voor chipfabricage op Europese bodem. Ge-<br />

xeerd op kortetermijnbelangen volhardden<br />

de Europese Drie desalniettemin in een<br />

zelfstandige koers.<br />

Dit tot frustratie van Kroes, die daarin<br />

een bom onder Europa’s innovatiekracht,<br />

technologische zelfstandigheid en welvaart<br />

ziet. De Eurocommissaris Digitale Agenda<br />

begon daarom een campagne om de chipbedrijven<br />

op andere gedachten te brengen.<br />

In het openbaar deed zij dat niet altijd<br />

even zachtzinnig. ‘We hebben rma’s nodig<br />

die werken aan de toekomst, in plaats<br />

van het verleden te melken’, zei ze vorig<br />

jaar in Grenoble. In juni insinueerde ze in<br />

Brussel dat het beter was om ‘op eigen voorwaarden’<br />

een pan-Europese krachtpatser in<br />

elkaar te timmeren, voordat de markt hen<br />

daartoe zou dwingen.<br />

Inmiddels lijken Kroes’ inspanningen<br />

vruchten af te werpen. Tegen Manners zei<br />

ze dat ‘de stemming ernaar is’ onder het management<br />

om productie terug naar Europa<br />

te halen, mits het investeringsklimaat daarnaar<br />

is. Ook een recent positiepaper ‘Nanoelectronics<br />

beyond 2020’ van industrieorgaan<br />

Aeneas ademt ambitie, investerings- en<br />

samenwerkingsbereidheid en hernieuwde<br />

Eurocommissaris Neelie Kroes is ervan<br />

overtuigd dat er onder de oppervlakte<br />

een Europees elektronica-powerhouse<br />

verborgen ligt.<br />

aandacht voor productie – maar dat doen<br />

dat soort documenten eigenlijk altijd.<br />

Is er nu een pagina omgeslagen en begint<br />

er een nieuw hoofdstuk in de Europese ICgeschiedenis?<br />

Nee, daarvoor moeten Inneon,<br />

NXP en ST toch echt hun kaarten op<br />

tafel leggen. Zij zullen dat niet doen voordat<br />

het budget van Horizon 2020 is goedgekeurd.<br />

Zonder dit Europese onderzoeksprogramma<br />

à tachtig miljard euro (2014 - 2020)<br />

voor onderzoek én industriële ontwikkeling<br />

staat Kroes met lege handen.<br />

10 | 13


ZIE HET ALS...<br />

WERKEN IN EEN<br />

UITDAGENDE OMGEVING<br />

TMC Embedded en TMC Electronics heeft continu behoefte<br />

aan pro-actieve, ondernemende specialisten die zich willen<br />

blijven ontwikkelen, flexibel opstellen en tot de top van het<br />

vak willen behoren.<br />

Wij boeien onze mensen onder andere door uitdagende<br />

projecten, persoonlijke groei en inspraak in ons beleid binnen<br />

de organisatie. Bezoek onze website voor meer informatie en<br />

de meest actuele vacatures.<br />

WWW.TMC.NL


Opinie<br />

Ludo Zwaan is eigenaar van<br />

Zwalu Training & Advies.<br />

Projectmanagement<br />

Commitment<br />

Onlangs ontving ik mijn mailbox een<br />

kleurrijk rapport ‘Project- en programmamanagement<br />

survey 2012’<br />

van KPMG. Met veel cijfers, indrukwekkende<br />

tabellen en graeken illustreert dit<br />

document interessante informatie over<br />

projecten. Een daarvan wil ik eruit pikken.<br />

Maar liefs negentig procent van de projecten<br />

vallen tegen. Hoe komt het dat projecten<br />

vandaag de dag nog steeds te vaak tegenvallen?<br />

Dat fascineert me.<br />

Vaardigheden van betrokken actoren –<br />

met name de opdrachtgever en de projectmedewerker<br />

– spelen in ieder geval een signicante<br />

rol. Aan meer dan 56 procent van<br />

de projectmanagers worden opleidingseisen<br />

gesteld, blijkt uit het rapport. Scrummaster<br />

en Prince2 zijn de bekendste. Voor opdrachtgevers<br />

geldt daarentegen slechts bij<br />

twee procent een opleidingseis. Frappant,<br />

vindt u niet? De overige 98 procent doet dus<br />

maar wat. Of houdt zich afzijdig.<br />

Is actieve betrokkenheid het geheim van<br />

succesvolle projecten? Een projectdirecteur<br />

in het rapport zegt: ‘Zorg voor juiste commitment<br />

van alle betrokkenen.’ Die uitspraak<br />

is mij uit het hart gegrepen. Maar<br />

hoe stuur je commitment?<br />

Als je op ‘commitment’ googlet, krijg je<br />

340 miljoen hits. Er is geen letterlijke Nederlandse<br />

vertaling voor het woord. Het<br />

heeft te maken met overtuiging, verbintenis<br />

en belofte. Ik vertaal het, populair gezegd,<br />

met: ervoor gaan. Binnen projecten<br />

zijn er vijf actoren – ik noem ze rollen – te<br />

onderscheiden: opdrachtgevers, stakeholders,<br />

teamleden, projectmanagers en lijnmanagers.<br />

Als die vijf rollen gezamenlijk<br />

hun verantwoordelijkheid nemen door<br />

commitment te tonen, ontstaat er in het<br />

projectteam een mooi samenspel zodat het<br />

hele team ‘ervoor gaat’.<br />

In de topsport is het niet anders. Arjen<br />

Robben is een buitengewone voetballer.<br />

Maar met elf Robbens gaat Bayern München<br />

de Champions League niet winnen. Dat<br />

krijgt het team alleen voor elkaar door goed<br />

samenspel, door er samen voor te gaan.<br />

Zo ook met projecten. Het is essentieel<br />

dat de projectmanager gecommit is. Maar<br />

dat is niet voldoende. De hiervoor genoemde<br />

vijf rollen moeten allemaal aan de bak<br />

en hun verantwoordelijkheid nemen. Doen<br />

ze dat niet? Spreek elkaar daarop aan. Dit<br />

is niet triviaal!<br />

Ik ben ooit commercieel projectmanager<br />

geweest project en had te maken met drie<br />

opdrachtgevers: een sales-, een marketing-<br />

en een R&D-directeur. Zij gedroegen zich<br />

alle drie als opdrachtgevers. Dat waren ze in<br />

principe ook, maar ik kreeg vanaf de eerste<br />

dag tegenstrijdige opdrachten. Er was geen<br />

onderlinge afstemming. De salesdirecteur<br />

gaf opdracht om eerst in land A te starten, de<br />

marketingdirecteur had zijn pijlen gericht op<br />

land B en de R&D-directeur had ook zijn eigen<br />

voorkeur. Mijn commitment verdampte.<br />

De projectopdracht heb ik teruggegeven<br />

aan de drie heren, want zo was niet te werken.<br />

Zo geschiedde, maar spannend was het<br />

wel, tegenover drie directeuren. In een korte<br />

mail heb ik uitgelegd waarom en hen diplomatiek<br />

aangesproken op hun gedrag. Het<br />

Zorg voor het juiste<br />

commitment van<br />

alle betrokkenen<br />

project wilde ik graag uitvoeren, het was een<br />

gave klus, maar alleen met één opdrachtgever.<br />

Na mijn mondelinge toelichting gingen<br />

zij akkoord en ik ging ervoor.<br />

Elkaar aanspreken gaat over en weer. Een<br />

projectmedewerker moet de projectmanager<br />

aanspreken als hij zijn deadline niet<br />

gaat halen. Hij heeft zelf de verantwoordelijkheid<br />

om op tijd voor te koppelen. Voorkoppelen<br />

is geen ocieel Nederlands maar<br />

betekent feedback geven als je tijdens de<br />

uitvoering aan ziet komen dat een gemaakte<br />

afspraak niet nagekomen kan worden.<br />

Koppelt iemand niet voor? Aanspreken!<br />

Mijn overtuiging is daarom: niet meer<br />

praten over ontwikkeling van sec projectmanagement,<br />

maar sturen van mensen die<br />

een bepaalde rol (samen) spelen. Pak je eigen<br />

rol als projectmanager en ga sturen op<br />

commitment.<br />

10 | 15


Innovatieve<br />

kleefstoffen<br />

voor magneetverlijmingen<br />

Voordelen van onze producten:<br />

Extreme slagvastheid<br />

Hoge chemische en<br />

temperatuurbestendigheid<br />

(tot +200°C)<br />

Zeer snelle uitharding<br />

Spleetvullend<br />

Bezoek onze<br />

website!<br />

www.DELO.de/en/<br />

magnet-bonding<br />

Industrial Adhesives<br />

Phone +31 53 4316968<br />

www.DELO.de<br />

contact@delo.de<br />

16 | 10<br />

Foto: Elektromotor voor servo systeem<br />

Nieuws Testen<br />

Door Agile, outsourcing en contextgedreven<br />

ontwikkeling staat testen als<br />

specialisatie onder druk. Dit stelde<br />

Martin Pol, drijvende kracht achter de<br />

prominente methode voor testplanning<br />

en -organisatie TMap, tijdens zijn openingskeynote<br />

op de achttiende editie van<br />

de Nederlandse Testdag, een congres waar<br />

industriële en academische testprofessionals<br />

elkaar ontmoeten. Op 27 november<br />

jongstleden in Utrecht hield hij dan ook een<br />

warm pleidooi voor het behoud van testkennis<br />

binnen organisaties.<br />

In zijn voordracht beschreef Pol de evolutie<br />

van testen: van ongestructureerd maar exibel<br />

in de jaren tachtig naar zeer gestructureerd<br />

en planmatig maar ook rigide in latere<br />

fases, tot zowel gestructureerd als exibel<br />

binnen Agile en Scrum. Deze laatste aanpakken<br />

betrekken testers vanaf het begin bij de<br />

ontwikkeling. Daarbij brengen ze belangrijke<br />

kennis in, klonk het tijdens de keynote, zoals<br />

denken in risico’s en een focus op kwaliteit.<br />

De druk op de testspecialisatie baart Pol<br />

zorgen. Juist binnen Agile zijn testvaardigheden<br />

op een hoger organisatieniveau<br />

nodig: specialisten met een helikopterview,<br />

die de testkwaliteit binnen meerdere<br />

Scrum-teams overzien en bewaken, die een<br />

consistente visie en richtlijnen neerzetten,<br />

zonder de individuele verantwoordelijkheid<br />

van de teams te veel in de weg te zitten.<br />

Deze vaardigheden mogen we niet met het<br />

Scrum-badwater weggooien, betoogde Pol.<br />

Verhalen<br />

Leo van der Aalst van Sogeti en de Fontyshogeschool<br />

haakte hierbij aan door vijftien<br />

tips te presenteren voor het testen binnen de<br />

Scrum-aanpak. Volgens hem is het belangrijk<br />

om de denitie van ‘Done’ (die bepaalt wanneer<br />

een taak is volbracht) goed neer te zetten<br />

en op te lijnen met de business value. Verder<br />

wees hij erop dat bij het gebruik van Scrum<br />

minder documentatie nodig is omdat kennis<br />

zich via de meetings gemakkelijk verspreidt.<br />

Huib Schoots van Codecentric brak een<br />

lans voor exploratief testen: geen scripts,<br />

geen vaste procedures of stramienen, maar<br />

laat testers met al hun creativiteit en intuïtie<br />

op zoek gaan naar fouten. Het afvinken<br />

van standaard checklists heeft geen zin,<br />

meent hij, omdat de meeste fouten daarvoor<br />

te subtiel zijn. Beter is het om te brainstormen:<br />

Schoots adviseert een aanpak<br />

waarbij de deelnemers binnen vijf seconden<br />

een testidee moeten verzinnen. Doordat zij<br />

op elkaar voortbouwen, ontstaat zo in een<br />

mum van tijd een rijke verzameling kwalitatief<br />

goede tests. Daarnaast bestaat de uitkomst<br />

van het testproces niet uit metrieken,<br />

graeken of gegenereerde testdocumentatie<br />

maar uit een goed verhaal: vertel wat je hebt<br />

gedaan en waarom, maak mindmaps. Dat is<br />

veel eectiever dan een vijftig pagina’s tellend<br />

testdocument, aldus Schoots.<br />

In het verlengde hiervan pleitte Derk-Jan<br />

de Grood voor story telling en feelgoodmomenten.<br />

Angst binnen organisaties zorgt<br />

voor improductiviteit en ineciëntie. Hierdoor<br />

worden risico’s ontweken, of juist<br />

overschat – terwijl het juist de taak van de<br />

testers is om die goed in te schatten. Verhalen<br />

brengen in de ogen van De Grood de<br />

grip op het testproces terug en zijn overtuigender<br />

dan coverage-metrieken en andere<br />

getallen. De uitspraak van econoom Ester-<br />

Mirjam Sent blijkt dus ook op te gaan voor<br />

de testeconomie: ‘Economie is niet tellen,<br />

maar vertellen.’<br />

Apps<br />

Net als vorig jaar (zie Bits&<strong>Chips</strong> 15, 2011)<br />

stond modelgebaseerd testen (MBT) ook<br />

deze editie weer in het middelpunt van de<br />

belangstelling. Jeroen Meijer van de Universiteit<br />

Twente deelde zijn ervaringen bij<br />

Panalytical. De machines van dit Almelose<br />

bedrijf bepalen met röntgenstralen de concentratie<br />

van specieke elementen in een<br />

monster. Het testen van dergelijke precieze<br />

systemen is complex en Meijer liet zien dat<br />

MBT daar goed werkt: door de modellen<br />

steeds een beetje ingewikkelder te maken,<br />

kunnen we de complexiteit gradueel de<br />

baas. Investeren in modellen is volgens hem


Trends in testen: modellen en verhalen<br />

De achttiende editie van de Nederlandse Testdag had als thema ‘Boosting the value<br />

of testing’. Belangrijkste trends waren de integratie van het testproces binnen Agile<br />

en Scrum, het nut van verhalen vertellen en de meerwaarde van modelgebaseerd<br />

testen. Mariëlle Stoelinga doet verslag.<br />

Mariëlle Stoelinga<br />

de moeite waard: één dag modelleren resulteert<br />

in zo’n tienduizend extra tests, terwijl<br />

één dag testen meestal minder dan honderd<br />

tests oplevert.<br />

Ook Bryan Bakker van Sioux is zeer positief<br />

over het gebruik van modellen. Hij<br />

vertelde over de ontwikkeling van een elektronenmicroscoop<br />

voor Fei, waarbij er met<br />

de ASD-toolset van Verum automatisch<br />

code is gegenereerd op basis van een model.<br />

Hierop zijn allerlei analyses uit te voeren<br />

die het mogelijk maken om automatisch te<br />

checken of er bijvoorbeeld deadlocks kunnen<br />

optreden of racecondities aanwezig zijn<br />

– nog voordat er ook maar één regel code is<br />

geschreven. Fouten zijn daardoor veel eerder<br />

in het ontwikkeltraject op te sporen,<br />

met alle kostenvoordelen van dien. Evenals<br />

Meijer pleitte Bakker voor een investering<br />

in modellen, niet in de laatste plaats omdat<br />

het onderhoud daarvan vele malen simpeler<br />

is dan het onderhouden van code.<br />

Foto’s: Elsje Brussee<br />

Daniël de Kok van de Rijksuniversiteit<br />

Groningen hield een verhaal over het<br />

testen van apps uit de App Store en de<br />

Android Market. Hierbij focuste hij met<br />

name op security-kwetsbaarheden. De Kok<br />

liet zien hoe statische codeanalyse fouten<br />

kan opsporen en hoe we met dynamische<br />

analyse een datafootprint kunnen genereren<br />

van het netwerkverkeer dat een app<br />

verzendt en ontvangt.<br />

Scheiding<br />

Sluitstuk van de dag was een inspirerende<br />

keynote van Dorothy Graham, grand old<br />

lady van de testautomatisering. Met cijfers<br />

en feiten ontmaskerde zij vele mythen in die<br />

discipline. Waarom willen we het testproces<br />

überhaupt automatiseren? Niet om meer<br />

fouten te vinden, want de meeste komen wel<br />

boven water met exploratory testing, zo toonde<br />

Graham experimenteel aan. Ook niet per<br />

se om kosten te besparen, want als we het<br />

testautomatiseringsproces niet heel goed en<br />

systematisch opzetten, kost het uiteindelijk<br />

meer dan handmatig testen; de testexecutietijd<br />

is weliswaar korter, maar het schrijven<br />

van de tests en het analyseren van de fouten<br />

nemen veel meer tijd en geld in beslag.<br />

Graham bepleitte dan ook een heel heldere<br />

testarchitectuur, met een duidelijke<br />

scheiding tussen high-level testbeschrijvingen<br />

en testscripts. ‘Zo niet, dan verworden<br />

testers tot programmeurs’, stelde ze. En:<br />

‘Wie testers wil veranderen in ontwikkelaars<br />

krijgt slechte programmeurs, en verliest<br />

goede testers.’<br />

Mariëlle Stoelinga is universitair hoofddocent<br />

risicomanagement van ICT aan de<br />

Universiteit Twente. Zij is lid van de<br />

stuurgroep en de programmacommissie<br />

van de Nederlandse Testdag.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

10 | 17


MODEL<br />

PHYSICAL<br />

SYSTEMS<br />

in<br />

Simulink<br />

<br />

with Simscape<br />

• Electrical<br />

• Mechanical<br />

• Hydraulic<br />

and more<br />

Use SiMScape with SiMulink<br />

to model and simulate the plant<br />

and controller of an embedded<br />

system. Assemble your model with a<br />

graphical interface, or import physical<br />

models from CAD systems. Use built-in<br />

components or create your own with<br />

the Simscape language.<br />

MathWorks Benelux<br />

Now hiring for technical and sales positions<br />

www.mathworks.nl/contact<br />

®<br />

®<br />

<br />

Find it at<br />

www.mathworks.nl/accelerate<br />

datasheet<br />

video example<br />

trial request<br />

©2012 The MathWorks, Inc.


Opinie<br />

Derk-Jan de Grood helpt organisaties<br />

meer grip te krijgen op hun (test)project.<br />

Groods greep<br />

De discontinuïteit in testprocesverbetering<br />

Eerder dit jaar kreeg ik het verzoek om<br />

een Test Process Improvement-scan<br />

(TPI) te doen. Ik heb toen vrij resoluut<br />

de boot afgehouden omdat het binnen de<br />

context van deze klant niet veel rendement<br />

zou opleveren. Twee vragen: wie geeft de opdracht<br />

voor zo’n scan en waarop zijn de conclusies<br />

gebaseerd? Antwoorden: de teamleider<br />

respectievelijk de methodiek. Deze<br />

organisatie was echter op zoek naar een<br />

oplossing die werd gedragen door de uitvoerende<br />

testers. Elke verbetering van boven<br />

zou dit team niet accepteren. Het stond best<br />

open voor praktische en operationele verbeteringen,<br />

maar liet zich daarbij zeker niet<br />

verleiden tot een methodisch onderbouwde<br />

werkwijze. Dat was gewoon niet zo belangrijk.<br />

‘Als het werkt, dan werkt het voor ons.’<br />

Bij TPI nemen we meestal aan dat er een<br />

natuurlijke groei is. Ook de maturity-modellen<br />

gaan hiervan uit. Je begint op level 1 en<br />

als je zorgt dat je je proces op orde hebt, kun<br />

je jezelf level 2 of zelfs 3 noemen. Hiervoor<br />

is het wel belangrijk dat je plannen maakt,<br />

zorgt voor een testbeleid en regelmatig je<br />

uitgangspunten herijkt. Menige organisatie<br />

van level 1 is ad hoc en reactief. Ook heerst<br />

er vaak een heldencultuur. De hogere levels<br />

vertegenwoordigen daarentegen controle<br />

en uniformiteit. Voor testers die zijn opgegroeid<br />

met de bestaande maturity-modellen<br />

is dit gemeengoed en ik denk dat ik altijd<br />

heb geloofd dat als je eenmaal level 3 bent,<br />

je evolutionair kunt doorgroeien naar de<br />

hogere levels. Maar is dit wel zo?<br />

Lang geleden liep op onze aarde de neanderthaler<br />

rond. Vanuit zijn comfortabele<br />

grot zag die de apen buiten in de regen<br />

vechten om hun schaarse eten, terwijl hij<br />

droog zat en net een vers gebraden bizonkluif<br />

van het vuur haalde. Evolutie is een<br />

mooi ding, dacht hij misschien wel, en zijn<br />

gedachten dwaalden af naar de toekomst ...<br />

Het zou allemaal nog veel beter worden. De<br />

neanderthaler heeft zijn toekomstdromen<br />

echter nooit waargemaakt. Zijn evolutie<br />

werd in de kiem gesmoord toen de Homo<br />

sapiens vanuit het niets opkwam. Deze<br />

ontwikkelde zich langs andere lijnen en<br />

bleek sneller en gemakkelijker in staat een<br />

situatie te realiseren waarvan de neanderthaler<br />

slechts kon dromen.<br />

De opmars van Agile brengt een soortgelijke<br />

aardverschuiving. Teams worden<br />

multidisciplinair en testen wordt een aandachtspunt<br />

voor iedereen. Kwaliteit wordt<br />

geborgd door samenwerking in plaats van<br />

met formele quality gates. De bekende testmethodes<br />

verdwijnen meer naar de achtergrond.<br />

Hoewel zij nog steeds een uitgangspunt<br />

kunnen vormen voor de inrichting van<br />

het testproces, wegen de ervaringen van het<br />

team zwaarder dan de methodiek.<br />

Ik vraag me daarom steeds meer af of er<br />

geen discontinuïteit is in de testverbetering.<br />

De weg waarbij je vanuit een natuurlijke<br />

groei naar de hogere volwassenheid<br />

Bij TPI nemen we aan dat<br />

er een natuurlijke groei is.<br />

Maar is dat wel zo?<br />

toewerkt, lijkt moeizaam en lang. Dit blijkt<br />

wel uit het beperkte aantal organisaties die<br />

op bijvoorbeeld TMMI-level 5 opereren. Er<br />

is een snellere weg, maar deze dwingt ons<br />

om enkele vertrouwde uitgangspunten<br />

los te laten. Om te erkennen dat sommige<br />

van onze waarheden eigenlijk achterhaalde<br />

dogma’s zijn die we beter achter ons kunnen<br />

laten. Durven we dat te doen, dan kunnen<br />

het vertrouwde pad verlaten.<br />

Het zal even wennen zijn. Misschien voelt<br />

het als achteruitgang, maar de kost gaat<br />

voor de baat uit. We moeten eerst door het<br />

kreupelhout heen en de kloof van de discontinuïteit<br />

overbruggen. Dan komen we<br />

echter op een zeer begaanbare weg: de snelweg<br />

naar een zeer eectieve en waardevolle<br />

testaanpak, waarmee we het verschil kunnen<br />

maken voor onze organisatie.<br />

10 | 19


20 | 10<br />

Technieuws Onderzoek<br />

Stelt u zich een enorme balzaal voor, vol<br />

met geblinddoekte dansers. Zij staan<br />

zo ver uit elkaar en de muziek staat zo<br />

hard dat zij elkaars aanwezigheid in eerste<br />

instantie niet merken. Zij maken allemaal<br />

dezelfde danspassen op hetzelfde ritme,<br />

maar omdat ze bij aanvang niet allemaal<br />

dezelfde kant op stonden met hun gezicht,<br />

ziet het er toch uit als een rommeltje.<br />

Soms komen twee dansers zo dicht bij<br />

elkaar in de buurt dat ze elkaar opmerken.<br />

Hun is dan gevraagd paren te vormen, maar<br />

daarvoor moeten ze eerst hun bewegingen<br />

op elkaar afstemmen. Na een paar geïmproviseerde<br />

tussenpassen zwieren ze synchroon.<br />

Hetzelfde gebeurt als paren elkaar<br />

treen, totdat alle dansers keurig in het<br />

gelid bewegen.<br />

Dit is in essentie het experiment dat onderzoekers<br />

van de University of Illinois (UI)<br />

en Northwestern University (NW) hebben<br />

uitgevoerd met kleine bolletjes, die dansen<br />

op de muziek van een ritmisch bewegend<br />

magnetisch veld. Terwijl de deeltjes door een<br />

onderlinge aantrekkingskracht steeds meer<br />

aan elkaar klitten, synchroniseren ze tegelijkertijd<br />

hun beweging. Zo ontstaan spontaan<br />

complexe structuren, waarvan de vorm wordt<br />

bepaald door het magnetische ritme. In het<br />

ene geval vormt zich een driedubbele helix, in<br />

het andere een roterende holle buis. Met een<br />

paar drukken op de knop kan de ene structuur<br />

zo in de andere worden omgezet.<br />

Tweeling<br />

De drie micrometer grote bolletjes in kwestie<br />

zijn gemaakt van silica, maar aan de buitenzijde<br />

niet helemaal homogeen: ze zijn voor de<br />

helft gecoat met een laagje nikkel, waardoor<br />

ze het magneetveld voelen. Vanwege de twee<br />

verschillende helften worden dit type deeltjes<br />

ook wel Janus-deeltjes genoemd, naar de Romeinse<br />

godheid met twee gezichten.<br />

Tijdens het experiment beschrijft de richting<br />

van het magneetveld een kegelvormige<br />

precessiebeweging. Daarop gaan geïsoleerde<br />

bolletjes om hun eigen as draaien, en<br />

tegelijkertijd ook een knikkende beweging<br />

Zelfassemblage in de maat<br />

Christiaan Huygens ontdekte dat slingeruurwerken aan dezelfde muur synchroon<br />

gaan lopen. Knikkende microbolletjes doen dat ook, en organiseren zich en<br />

passant in complexere structuren.<br />

Paul van Gerven<br />

maken. Onder de microscoop is dat goed te<br />

zien, omdat nikkel er zwart en silica er wit<br />

uitziet. De aanblik heeft veel weg van de fases<br />

van de maan.<br />

Naarmate ze dichter bij elkaar komen, voelen<br />

de bolletjes elkaar via een dipoolinteractie.<br />

Daardoor trekken ze elkaar aan en hoe<br />

dichter ze elkaar naderen, hoe meer ze de<br />

neiging krijgen de fase en frequentie van hun<br />

beweging op elkaar aan te passen. Er is dus<br />

sprake van synchronisatie én van zelfassemblage.<br />

In dit geval zijn die twee fenomenen<br />

zelfs onlosmakelijk met elkaar verbonden.<br />

Wanneer het experiment op twee deeltjes<br />

wordt uitgevoerd, resulteert dat in een ‘tweeling’<br />

die in tegengestelde fase maar met dezelfde<br />

frequentie knikt (zie guur). Opmerkelijk<br />

genoeg is dat dezelfde uitkomst die<br />

Christiaan Huygens in de zeventiende eeuw<br />

waarnam bij slingeruurwerken die aan dezelfde<br />

muur hangen. Via subtiele trillingen in<br />

de muur synchroniseren die via een vergelijkbaar<br />

mathematisch mechanisme.<br />

Stimulus<br />

Als er meer deeltjes bij het experiment worden<br />

betrokken, zijn de resulterende structuren<br />

en hun bewegingen complexer. Het bijzonderste<br />

is nog wel dat uit precies dezelfde<br />

en zeer symmetrische bouwblokken verschillende<br />

en uitwisselbare structuren gevormd<br />

kunnen worden, en op commando ook nog.<br />

Twee bolletjes die elkaar naderen, gaan in tegenfase bewegen.<br />

Zelfassemblage is traditioneel een evenwichtsproces:<br />

moleculen of andere deeltjes<br />

rangschikken zich net zo lang totdat dat de<br />

totale energie van het systeem minimaal en<br />

de entropie maximaal is. Er verandert dan<br />

netto niets meer. Meestal is er maar één arrangement<br />

dat overeenkomt met minimale<br />

energie, en dus is er meestal ook maar één<br />

uitkomst mogelijk.<br />

Het proces dat de Amerikanen in Nature<br />

beschrijven, beweegt daarentegen niet naar<br />

evenwicht toe, maar laat zich leiden door<br />

een stimulus van buitenaf. Daardoor zijn<br />

vele rangschikkingen mogelijk, stuurbaar<br />

door de oscillatiekarakteristieken van het<br />

magnetisch veld te veranderen. Met name<br />

de hoek van de kegel is een belangrijke<br />

parameter om de choreograe ten uitvoer<br />

te brengen.<br />

De onderzoekers zouden hun volgzame<br />

dansers graag nuttig inzetten, bijvoorbeeld<br />

door ze een vrachtje te laten verplaatsen of<br />

een vloeistofstroom te verleggen. Zoiets<br />

vereist nog veel onderzoek, maar gelukkig<br />

krijgen ze waarschijnlijk enthousiaste hulp<br />

van collega’s uit allerlei disciplines. Er zijn<br />

namelijk geen fundamentele redenen waarom<br />

het fenomeen niet zou kunnen werken<br />

met andere uctuerende velden of krachten,<br />

of met deeltjes van andere grootte of<br />

vorm. De wetenschap heeft dus iets heerlijk<br />

nieuws om de tanden in te zetten.


Opinie<br />

Anton van Rossum<br />

anton.van.rossum@ir-search.nl<br />

De headhunter<br />

F.D. vraagt:<br />

Al enige tijd lees ik met veel interesse uw<br />

columns. Ik heb inmiddels dertig jaar ervaring<br />

opgebouwd bij diverse grote ondernemingen<br />

in een internationale business-tobusiness-omgeving.<br />

Zowel in loondienst als<br />

zelfstandige. Ik vind het een uitdaging om<br />

de bedrijfsresultaten van een onderneming<br />

te verbeteren en ik heb genoeg creativiteit<br />

en doorzettingsvermogen in huis om dat<br />

voor elkaar te krijgen. In mijn recente functies<br />

combineerde ik technische kennis met<br />

commerciële vaardigheden.<br />

De laatste jaren neemt het aantal opdrachten<br />

echter af. Af en toe heb ik nog een klusje<br />

dat voor ‘gewone’ mensen te moeilijk is,<br />

meestal via uitzendbureaus. Zo ben ik laatst<br />

nog vier maanden in Frankrijk geweest voor<br />

een grote OEM. Ik solliciteer regelmatig,<br />

maar meestal krijg ik een afwijzing. Ik ben<br />

laatst gebeld door een director corporate recruitment<br />

van een groot elektronicabedrijf,<br />

nadat ik een reactie had gestuurd op twaalf<br />

afwijzingen die nagenoeg allemaal eender<br />

waren. Deze man meldde me dat ‘men’ niet<br />

mag zeggen en schrijven dat je (te) oud bent,<br />

maar dat dit over het algemeen wel de reden<br />

is van afwijzingen. Dat zal zo zijn, maar als<br />

er geld te verdienen valt door iemand aan te<br />

nemen, snap ik dat verhaal niet.<br />

Kortom: ik zit momenteel in een impasse.<br />

In uw columns lees ik regelmatig tips en adviezen<br />

voor een beter cv. Ik meen best een<br />

goed cv te hebben, maar misschien wilt u er<br />

eens naar kijken?<br />

De headhunter antwoordt:<br />

Ik kan mij eigenlijk niet voorstellen dat iemand<br />

in zo’n functie bij een groot bedrijf<br />

een dergelijke opmerking heeft gemaakt<br />

over leeftijdsdiscriminatie. Vrijwel de gehele<br />

raad van bestuur van deze onderneming<br />

is immers boven de vijftig jaar en een<br />

groot deel van het hogere management nadert<br />

deze leeftijdsgrens met rasse schreden.<br />

Daarom ga ik er vanuit dat er andere redenen<br />

zijn voor je verminderde acquisitieve<br />

slagkracht op de arbeidsmarkt.<br />

Laten we beginnen bij je cv. Hierop is veel<br />

aan te merken. Je kunt al eenvoudig winst<br />

behalen door een betere presentatie. Key is<br />

hierbij: houd je cv kort, helder en begrijpelijk.<br />

Laat dus weg wat niet belangrijk is of<br />

aeidt van je unique selling points. In jouw<br />

geval geen foto’s van kisten met equipment<br />

op transport en andere plaatjes van machines,<br />

maar een korte, heldere opsomming<br />

van verantwoordelijkheden en resultaten.<br />

Maak duidelijk wat je kunt toevoegen en<br />

doe dit op een persoonlijke, maar tevens<br />

zakelijke manier. Gebruik bullets wanneer<br />

je een puntsgewijze opsomming geeft. Als<br />

je eindklant Apple, Samsung of ASML is,<br />

schrijf dat dan. Dat maakt meer indruk dan<br />

een opsomming van tussenpersonen en bureaus<br />

die in de administratieve afhandeling<br />

een rol hebben gespeeld.<br />

Wanneer ik onze communicatie op een<br />

weegschaaltje leg, vallen mij een aantal zaken<br />

op die zeker een belangrijke rol kunnen<br />

spelen bij jouw gestrande pogingen om weer<br />

De indruk ontstaat dat<br />

er met jou absoluut niet<br />

valt samen te werken<br />

fulltime aan de bak te komen. Je hebt er<br />

kennelijk geen moeite mee je frustratie en<br />

verbittering een prominente rol te geven in<br />

ons contact. Je beschimpt je concurrenten<br />

op de arbeidsmarkt en je uit je tevens met<br />

de nodige verbale agressie jegens eventueel<br />

toekomstige collega’s. Iedereen in het veld<br />

schuif je met een verbluend dedain aan de<br />

kant. Daardoor ontstaat de indruk dat er<br />

met jou absoluut niet valt samen te werken.<br />

Nu kan het zijn dat ik je op een slecht moment<br />

heb getroen. Zo niet, dan ziet het er<br />

slecht voor je uit. Want als je deze reputatie<br />

de afgelopen jaren hebt opgebouwd bij al je<br />

mogelijke opdrachtgevers en werkgevers,<br />

dan kun je beter je werkveld verplaatsen<br />

naar een andere regio of naar het buitenland.<br />

Probeer in de toekomst deze valkuilen<br />

te vermijden en een positievere indruk achter<br />

te laten in het persoonlijke contact.<br />

10 | 21


Heeft u ze al gezien?<br />

Oscilloscopen van<br />

de T&M expert<br />

Snel en efficiënt, eenvoudig in gebruik, nauwkeurige resultaten.<br />

Onze nieuwste productlijn bestaat uit drie prestatieklassen en totaal<br />

elf bandbreedtes. Bekijk ze zelf eens:<br />

¸RTO: snelste en nauwkeurigste oscilloscopen tot 4 GHz<br />

De geavanceerde RTO mixed-signal oscilloscopen detecteren en analyzeren<br />

sneller dan conventionele oscilloscopen. Het unieke gepatenteerde digitale<br />

triggersysteem zorgt voor uiterste nauwkeurigheid, en het intelligente<br />

bedieningsconcept met touchscreen maakt het gebruik een plezier.<br />

¸RTM: universele oscilloscopen tot 500 MHz<br />

De krachtige mogelijkheden en prima specificaties resulteren in een<br />

uitstekende prijs/prestatieverhouding en maken de RTM de ideale oplossing<br />

voor alle dagelijkse metingen.<br />

HAMEG®HMO: basis oscilloscopen van 70 MHz tot 350 MHz<br />

De R&S dochter HAMEG Instruments ontwikkelt krachtige en laaggeprijsde<br />

instrumenten voor beperkte budgetten, waaronder nu ook een volledige serie<br />

digitale mixed-signal oscilloscopen tot 350 MHz. Vanaf € 1.148,- excl. BTW.<br />

Kijk voor details op www.scope-of-the-art.com<br />

Kijk voor prijsgunstige test- en meetapparatuur<br />

van Rohde & Schwarz, HAMEG, e.a. ook op<br />

Tel: 030-6001721<br />

E-mail: info.nl@rohde-schwarz.com<br />

Speciale inruilactie!<br />

Maximaal 40% korting op de Rohde & Schwarz<br />

RTO of RTM basisunit bij inruil van uw verouderde<br />

oscilloscope (min. 100 MHz).<br />

Daarbij maximaal 5 jaar garantie na registratie van<br />

uw nieuwe instrument. Actie geldig tot 30 juni 2013.<br />

Vraag Vraag aanbieding aanbieding en en voorwaarden voorwaarden via via de de speciale speciale<br />

R&S R&S oscilloscope oscilloscope website website


<strong>Achtergrond</strong><br />

Hardware-engineers ontwerpen hun algoritme<br />

doorgaans op hoog niveau en<br />

vertalen dat later naar een implementatie<br />

in HDL. Hier bespreken we vier best<br />

practices voor Mathworks-gebruikers. Dat<br />

doen we aan de hand van een digital down<br />

converter (DDC) die als model in Simulink<br />

is ontworpen. Een DDC is in veel communicatiesystemen<br />

een gangbaar onderdeel om<br />

een invoersignaal met hoge bandbreedte<br />

om zetten naar een signaal met lage bandbreedte.<br />

De benodigde hardware die dat signaal<br />

verwerkt, kan daardoor zuiniger.<br />

Met de beschreven best practices kunnen<br />

engineers FPGA-prototypes veel sneller en<br />

met meer zekerheid ontwikkelen dan met<br />

de traditionele handmatige procedure. Bovendien<br />

kunnen ze hun modellen tijdens<br />

de hele ontwikkeling verjnen en code snel<br />

opnieuw genereren voor implementatie in<br />

FPGA’s. Hierdoor kost elke iteratie in het<br />

ontwerp minder tijd dan met de traditionele<br />

methode met handgeschreven HDL.<br />

1. Vroeg analyseren van kwantisatie<br />

naar xed-point<br />

Het testen van nieuwe ideeën en het ontwerpen<br />

van de eerste algoritmes gaat het<br />

snelst met oating point-datatypes. Voor<br />

de hardware-implementatie in FPGA’s en<br />

Asics zijn echter xed point-datatypes nodig.<br />

Op een goed moment moeten engineers<br />

de algoritmes dus omzetten naar een<br />

representatie in xed point, waarbij nauwkeurigheid<br />

verloren gaat. Ze moeten dus<br />

beslissingen nemen over het aantal bits dat<br />

nodig is voor elk datatype. Een grotere fractielengte<br />

resulteert in kleinere kwantisatiefouten,<br />

maar in meer benodigde ruimte en<br />

een hoger energieverbruik.<br />

Doorgaans gebeurt het omzetten tijdens<br />

de handmatige HDL-codering. Engineers<br />

kunnen de twee representaties dan echter<br />

niet gemakkelijk vergelijken om het eect<br />

van xed-point-kwantisatie te zien. Ook is<br />

het niet eenvoudig de HDL-implementatie<br />

te analyseren voor overow. Om de juiste<br />

Chipontwerp<br />

Best practices voor IC-prototyping<br />

met Matlab en Simulink<br />

Dit artikel beschrijft vier best practices om met Mathworks-tooling sneller en met<br />

meer zekerheid FPGA’s te prototypen.<br />

Stephan van Beek Sudeepa Prakash Sudhir Sharma<br />

beslissingen te kunnen nemen, moeten<br />

engineers dus de resultaten tussen de simulatie<br />

met oating point en xed point<br />

kunnen vergelijken voordat zij aan de HDLcodering<br />

beginnen.<br />

Simulaties met oating en xed point<br />

voor de DDC geven engineers inzicht in<br />

de gevolgen van de kwantisatie. Simulink<br />

Fixed Point helpt hen verder om de optimale<br />

grootte van hun datatypes te vinden.<br />

2. Automatisch HDL-code genereren<br />

Van oudsher schrijven engineers Verilog-<br />

of VHDL-code met de hand. Door HDLcode<br />

automatisch te genereren vanuit een<br />

model zijn echter belangrijke voordelen te<br />

behalen. Zo is de weg naar een prototype<br />

in een FPGA een stuk sneller en is het eenvoudig<br />

om te beoordelen of het algoritme<br />

in hardware kan worden geïmplementeerd,<br />

of om verschillende implementaties met elkaar<br />

te vergelijken.<br />

In het DDC-voorbeeld hebben we in minder<br />

dan 55 seconden 5780 regels (goed<br />

leesbare) HDL-code gegenereerd. Dankzij<br />

automatische codegeneratie kunnen engineers<br />

het model op systeemniveau wijzigen<br />

en binnen enkele minuten de HDL-code opnieuw<br />

genereren.<br />

3. Cosimulatie met een HDL-simulator<br />

De Simulink-modellen zijn te hergebruiken<br />

om de HDL-simulator met de gegenereerde<br />

(of handgeschreven) code aan te sturen<br />

en de simulatie-uitvoer op systeemniveau<br />

interactief te analyseren. De visualisatiemogelijkheden<br />

van HDL-simulatoren zijn<br />

beperkt tot een digitale waveform, maar<br />

HDL-cosimulatie geeft inzicht in de HDLcode<br />

en biedt tevens toegang tot alle Simulink-analysetools<br />

op systeemniveau. Verschillen<br />

tussen verwachte en gesimuleerde<br />

resultaten zijn zo beter te begrijpen.<br />

In het DDC-voorbeeld meldt de waveform<br />

bijvoorbeeld een verschil tussen de<br />

verwachte uitkomst en de resultaten van<br />

de HDL-simulatie. Uit het spectraalbeeld<br />

van de cosimulatie blijkt dat de verschillen<br />

in de stopband van het lter liggen. Engineers<br />

kunnen zo veel sneller beslissen om<br />

die te negeren.<br />

Dankzij de koppeling tussen HDL Veri-<br />

er, Simulink Design Verier en Modelsim/<br />

Questa kunnen engineers ook code coverageanalyse<br />

automatiseren. Bij deze methode produceert<br />

Simulink Design Verier een verzameling<br />

testcases voor model-coverage. HDL<br />

Verier voert automatisch HDL-simulaties<br />

uit in Modelsim/Questa met deze testset om<br />

coverage-gegevens te verzamelen voor een<br />

volledige analyse van de gegenereerde code.<br />

4. FPGA-in-the-loop-simulatie<br />

Nadat het algoritme is geverieerd met<br />

HDL-cosimulatie, kan het op het FPGAtargetplatform<br />

worden geïmplementeerd.<br />

FPGA-gebaseerde vericatie, ook wel FP-<br />

GA-in-the-loop-simulatie genoemd, geeft<br />

meer zekerheid dat het algoritme ook in<br />

werkelijkheid presteert.<br />

Voor het DDC-algoritme wordt een Simulink-model<br />

gebruikt om FPGA-invoer<br />

aan te sturen en om de FPGA-uitvoer te<br />

analyseren. Net zoals bij HDL-cosimulatie<br />

kunnen de resultaten in Simulink worden<br />

geanalyseerd. In dit geval is FPGA-in-theloop-simulatie<br />

23 keer sneller dan HDLcosimulatie.<br />

Dankzij deze hogere snelheid<br />

kunnen engineers uitgebreidere testcases<br />

bestuderen en regressietests uitvoeren voor<br />

hun ontwerpen. Met zulke tests kunnen zij<br />

mogelijke probleemgebieden herkennen die<br />

nader geanalyseerd moeten worden.<br />

Hoewel HDL-cosimulatie langzamer is,<br />

biedt het wel meer inzicht in de HDL-code<br />

tijdens simulatie. Het is daarom uitstekend<br />

geschikt voor een verjndere analyse van de<br />

probleemgebieden die tijdens FPGA-in-theloop-simulatie<br />

worden gevonden.<br />

Stephan van Beek, Sudeepa Prakash en Sudhir<br />

Sharma zijn werkzaam bij Mathworks.<br />

Redactie Pieter Edelman<br />

10 | 23


THALES ZOEKT:<br />

Software Architect<br />

Software Engineer/Architect<br />

Antenna Engineer<br />

Mechanical/Thermal packaging Engineer<br />

www.thalesgroup.com/careers<br />

jobs@nl.thalesgroup.com<br />

Innovative Solutions<br />

START WITH THALES<br />

Op het gebied van veiligheid is Thales één van de meest innovatieve<br />

bedrijven ter wereld. We bieden alle krijgsmachtonderdelen en civiele<br />

hulpdiensten de middelen om hun taken optimaal te kunnen uitvoeren.<br />

Onze producten kunnen overal ter wereld worden ingezet op vrijwel ieder<br />

type platform: ter land, ter zee en in de lucht.<br />

www.thalesgroup.com/nl


Thema<br />

Vliegen en<br />

schieten<br />

Centraal in deze uitgave staan de lucht- en ruimtevaartindustrie en de<br />

defensiesector. Verschillende verhalen illustreren de rol die embedded<br />

hardware en software spelen in deze veeleisende markten. Aan<br />

bod komen de ontwikkeling van chips, elektronica, programmatuur<br />

en simulatoren voor satellieten, de verwerking van beelden en<br />

andere data uit en aan boord van vliegtuigen en de toepassing van<br />

servicegeoriënteerd programmeren in radarsystemen.<br />

2 | 25


In de legendarische sciencectionserie<br />

Star Trek luidt ene Zefram Cochrane<br />

kort na de Derde Wereldoorlog, op 5 april<br />

2063 om precies te zijn, een nieuw tijdperk<br />

in de geschiedenis van de mensheid in. Zijn<br />

ruimtevlucht – de eerste sneller dan het<br />

licht – trekt de aandacht van een veel verder<br />

ontwikkeld buitenaards ras, dat prompt een<br />

bezoekje aan de aarde brengt. Dat blijkt zo’n<br />

beetje standaardprocedure in de Melkweg:<br />

geavanceerde beschavingen laten minder<br />

ontwikkelde planeten met rust, totdat ze<br />

door de lichtsnelheid weten te breken. Dan<br />

volgt een kennismaking, waarbij het ontvangende<br />

ras erachter komt dat het slechts<br />

een van vele intelligente soorten is die het<br />

heelal heeft voortgebracht.<br />

Vanaf dat moment verandert alles ten<br />

goede op aarde. Geconfronteerd met haar<br />

kosmische onbeduidendheid zet de mens-<br />

26 | 10<br />

Analyse Ruimtevaart<br />

Ruimtevaart schiet uit de bocht<br />

De ware ruimtevaartfan maakt zich niet druk om geld: de romantiek, het<br />

avontuur en geloof in vooruitgang zijn rechtvaardiging genoeg. Maar in een<br />

veranderende wereld die steeds zakelijker naar overheidsuitgaven kijkt, grijpt<br />

de ruimtevaartbranche steeds vaker naar de pr-roeptoeter – en ze schiet daarbij<br />

gevaarlijk uit de bocht.<br />

Paul van Gerven<br />

heid alle conicten opzij. Verenigd tegen<br />

het onmetelijke onbekende ontwikkelt<br />

planeet aarde zich tot een sociaal en technologisch<br />

paradijs zonder oorlog, honger,<br />

geld en slecht weer. Onder deze luxe omstandigheden<br />

staat een nieuwe mensheid<br />

op, een nobel ras dat het zich kan permitteren<br />

de allerhoogste morele standaarden<br />

na te leven. De kijker is daar keer op keer<br />

getuige van als hij de bemanning van starship<br />

Enterprise volgt tijdens haar verkenningstochten<br />

van naburige sterrenstelsels.<br />

Star Trek ademt een aan Amerikaanse<br />

folklore ontleende sfeer van dappere pioniers<br />

die het onbekende opzoeken en grenzen<br />

verleggen. Van doorzetters die het<br />

beste in zichzelf naar boven halen en het<br />

beste met anderen voorhebben. En die een<br />

rotsvast geloof hebben in vooruitgang: als<br />

je de wereld – pardon, het heelal – resoluut<br />

en met open vizier tegemoet treedt, zul<br />

je worden beloond. Plannen kun je zoiets<br />

niet. Zegeningen worden ontsloten door er<br />

in het donker tegenaan te stommelen, zoals<br />

Columbus het Amerikaanse continent ontdekte,<br />

of Louis Pasteur de antibiotica. Het<br />

adagium is dan ook: laten we zo veel mogelijk<br />

het zwarte vacuüm doorzoeken.<br />

Eieren<br />

Het is slechts televisie, maar dit soort sentimenten<br />

hebben in de echte ruimtevaart<br />

wel degelijk een belangrijke rol gespeeld, en<br />

spelen die nog steeds. Dat hoogtechnologische<br />

ondernemingen als de maanlanding of<br />

het Space Shuttle-project altijd verborgen<br />

voordelen hebben, is zo’n beetje een standaardargument<br />

om kostbare ruimtevaartprogramma’s<br />

te rechtvaardigen. We weten<br />

niet wat, we weten niet wanneer, maar je<br />

Starship Enterprise, als altijd op<br />

zoek naar het onbekende.


Foto: Nasa<br />

Neil Armstrong zou zonder Koude Oorlog niet<br />

op de maan hebben gestaan.<br />

kunt erop rekenen dat de mensheid zal pro-<br />

teren, bezweren voorstanders.<br />

In deze zienswijze is ruimtevaart in de<br />

eerste plaats een bijzondere exponent van<br />

de wetenschap, waarvan de verworvenheden<br />

genoegzaam bekend zijn. Eeuwen van<br />

onderzoek hebben de mensheid ongekend<br />

comfort gebracht, hoewel dat dikwijls niet<br />

eens het doel op zich was. De aanleg van<br />

het wetenschappelijke bouwwerk verloopt<br />

onvoorspelbaar en rommelig, maar reikt tot<br />

ongekende hoogten en is nog lang niet af.<br />

e sky is the limit.<br />

Maar de zegeningen reiken verder dan<br />

de wetenschap. Volgens voorstanders heeft<br />

ruimtevaart ook een heilzame uitwerking<br />

op de maatschappij: een beschaving die zich<br />

grootse doelen stelt, stagneert niet en inspireert<br />

jonge generaties. Op zijn website voert<br />

Nasa daartoe een historisch voorbeeld op. In<br />

de zestiende eeuw verbleekten de economische<br />

en maritieme macht van Europese naties<br />

bij die van de Chinese Ming-keizers, maar<br />

toch kozen alleen de eersten het ruime sop;<br />

de Chinezen bleven slechts kustlijnen volgen.<br />

Het westen werd voor zijn zucht naar avontuur<br />

rijkelijk beloond, terwijl China vastliep.<br />

De zucht naar avontuur wordt dikwijls<br />

als argument op zich aangevoerd. Behoefte<br />

aan avontuur en het willen bevredigen van<br />

nieuwsgierigheid is ten diepste menselijk,<br />

vindt niet alleen de bemanning van de Enterprise,<br />

maar stellen ook ruimtevaartfans<br />

van nu. Voor dit soort mensen is op onderzoek<br />

uitgaan een oerdrift, en is er geen<br />

principieel verschil tussen de zoektocht<br />

naar een alternatieve route naar de Oost<br />

honderden jaren geleden of naar het wezen<br />

van heelal en leven nu.<br />

Ruimtevaart wordt zo onderdeel van de<br />

human condition, het wezen van de mens, al<br />

staat de blik staat daarbij ver op de toekomst<br />

gericht en wordt het mogelijke behoorlijk<br />

optimistisch ingeschat. Mooi voorbeeld<br />

hiervan is de zoektocht naar buitenaards<br />

leven. De vraag ‘Zijn we alleen in het universum?’<br />

oefent bijna universele aantrekkingskracht<br />

uit op mensen. Zij raakt aan<br />

existentiële en godsdienstige kwesties die<br />

de mensheid al sinds het begin der tijden<br />

bezighouden. Of contact leggen met buitenaardse<br />

beschaving überhaupt een realistische<br />

optie is, komt op de tweede plaats.<br />

Even existentieel maar minder metafysisch<br />

is de mogelijkheid die zo nu en dan wordt<br />

geopperd om andere hemellichamen te koloniseren.<br />

Volgens theoretisch fysicus Stephen<br />

Hawking, een van de slimste mensen op<br />

aarde, is het lot van de mensheid daar zelfs<br />

mee verbonden. Klimaatverandering, pandemieën,<br />

kernoorlogen, meteorietinslagen<br />

of zonnevlammen: er zijn redenen genoeg<br />

waarom de mensheid de aarde uiteindelijk<br />

zal moeten ontvluchten. Het zou toch stom<br />

zijn om alle eieren op één planeet te bewaren?<br />

Uitzwermen over ons zonnestelsel of zelfs de<br />

Melkweg is verstandige risicospreiding, vinden<br />

Hawking en velen met hem.<br />

Zeuren<br />

Al deze ‘Star Trek-argumentatie’ is geen<br />

pertinente onzin, maar nogal ongrijpbaar.<br />

Het hangt sterk van iemands karakter af<br />

of hij erop aanslaat. De een raakt begeesterd<br />

en geïnspireerd, de ander ontsteekt in<br />

woede als hij de bedragen ziet die naar dat<br />

soort dromerij gaan.<br />

Wetenschapsjournalist Karel Knip illustreerde<br />

eerder dit jaar onbedoeld deze twee<br />

botsende karakters. Zoekend naar antwoord<br />

op de vraag wat een halve eeuw bemande<br />

ruimtevaart nu concreet heeft opgeleverd,<br />

belandt hij aan tafel met vijf inderhaast<br />

opgetrommelde en bezorgde Esa-onderzoekers,<br />

die alles uit de kast halen om de sceptische<br />

Knip op andere gedachten te brengen.<br />

Heus, het moois komt nog, verzekeren zij<br />

de journalist. Maar die wil alleen maar weten<br />

wat er al ís bereikt. ‘Wanneer hij, als het<br />

dwergje Piggelmee, zijn verzoek driemaal<br />

hardop herhaald heeft zonder antwoord te<br />

krijgen, begrijpt hij dat hij op het verkeerde<br />

strand staat’, schrijft Knip over zichzelf.<br />

In deze scène zitten twee typen mensen<br />

aan tafel, die elkaar wel verstaan maar niet<br />

begrijpen. We hebben de Knipjes, de nuchtere<br />

rationalisten die beslist niet vijandig<br />

staan tegenover wetenschap en technologie<br />

maar deze utilitaristisch benaderen. Zij<br />

verlangen een kosten-batenanalyse en de<br />

meest eciënte inzet van middelen. Deze<br />

mensen laten zich niet kwellen door existentiële<br />

vragen, of verleiden door in avontuur<br />

gedrenkte vergezichten.<br />

Daartegenover staan dus de romantici,<br />

de mensen voor wie ruimtevaart zoiets is<br />

als een menselijke uiting vergelijkbaar met<br />

kunst: ongrijpbaar misschien, maar het is<br />

er gewoon. Voor hen speelt nanciële verantwoording<br />

eigenlijk een ondergeschikte<br />

rol. Zeuren over nut en geld is beside the<br />

point. Er staan grotere zaken op het spel.<br />

Eigenlijk kan er niet genoeg aan ruimtevaart<br />

worden uitgegeven.<br />

Opgeklopt<br />

Zo makkelijk laten de utilitaristen zich natuurlijk<br />

niet wegzetten. Sterker: in westerse<br />

landen wordt nut en noodzaak steeds vaker<br />

ter discussie gesteld. In de Verenigde Staten<br />

vlamde vorig jaar na het einde van het Space<br />

Shuttle-programma een levendig debat op<br />

over wat de doelstellingen van Nasa zouden<br />

moeten zijn. Proefballonnen als een nieuwe<br />

bemande vlucht naar de maan of zelfs naar<br />

Mars wekten opmerkelijk veel weerstand op<br />

bij zeer uiteenlopende groeperingen, variërend<br />

van Republikeinen gexeerd op een<br />

kleine overheid tot Nobelprijswinnaars die<br />

wel betere bestemmingen voor de miljarden<br />

dollars konden bedenken: wetenschappelijk<br />

onderzoek gewoon binnen de dampkring.<br />

Vanzelfsprekend klommen er ook vele ruimtevaartbewonderaars<br />

in de pen om hen van<br />

repliek te dienen.<br />

10 | 27


Persoonlijke groei, dat vinden wij belangrijk. Groeien<br />

als mens, groeien als professional. Wij bieden jou als<br />

embedded software of hardware expert de ruimte en de<br />

mooiste merken. Zodat jij Groeit ®<br />

.<br />

Onze arbeidsvoorwaarden en ons Employment Benefi t<br />

Program zijn uitstekend. Zeker zo belangrijk is dat je bij<br />

TOPIC een unieke kans krijgt om jezelf te ontwikkelen<br />

in de top van de markt. Onze software en hardware<br />

Tim Groeit ®<br />

En jij?<br />

professionals werken voor en bij klanten zoals ASML,<br />

Océ, Philips en TomTom. Op dat allerhoogste niveau<br />

kun jij je talent en ambities optimaal ontwikkelen. Op dat<br />

niveau kun je wérkelijk groeien. Als professional en als<br />

mens. Wij bieden je de kans. Zodat jij Groeit ®<br />

.<br />

TOPIC zoekt Software- & Hardware-engineers.<br />

Interesse?<br />

Kijk snel op www.topic.nl voor onze vacatures.<br />

Topic.<br />

Blijf groeien


Foto: Nasa<br />

In het klein gebeurde dit jaar iets vergelijkbaars<br />

in Nederland. Toen het kabinet-<br />

Rutte I de Nederlandse bijdrage aan het<br />

European Space Programme wilde reduceren,<br />

kwam er direct een stevige lobby van de<br />

ruimtevaartbranche op gang. Mede dankzij<br />

de positieve aandacht voor de ruimtereis<br />

van André Kuipers draaide het kabinet zijn<br />

besluit nog net voor de politieke wisseling<br />

van de wacht terug.<br />

Ondanks deze kleine overwinning heeft<br />

de ruimtevaart het in het algemeen moeilijker<br />

dan een paar decennia geleden. De<br />

discussie is zakelijker geworden, terwijl de<br />

wereld is veranderd.<br />

Ruimtevaart is niet alleen een wetenschappelijk-technologische<br />

onderneming, maar<br />

heeft bij uitstek ook een geopolitieke en militaire<br />

dimensie. Het is dé manier om als land<br />

de spierballen te laten rollen. Denk aan het<br />

Star Wars-ruimteschild van Reagan. Of aan<br />

Neil Armstrong. Die zou echt niet op de maan<br />

hebben gestaan als er geen Koude Oorlog was<br />

geweest. De ruimtevaart heeft met andere<br />

woorden kunnen meeliften op het internationale<br />

gevecht om macht en prestige.<br />

Nu de Koude Oorlog ten einde is en westerse<br />

overheden omkomen in de schulden,<br />

verschuiven prioriteiten. En dus is nanciering<br />

van de ruimtevaart niet meer zo vanzelfsprekend<br />

als het ooit was.<br />

Dat is aan de van oudsher toch al ronkende<br />

pr-machine van de ruimtevaart goed<br />

te merken. Heel wat fraaie reclame komt<br />

de ruimtevaartbranche in zekere zin aanwaaien.<br />

Het internet staat vol met fraaie<br />

kiekjes diep uit het heelal of de nieuwste<br />

foto’s van het Curiosity-wagentje op Mars.<br />

De Space Shuttle heeft niet gebracht wat<br />

ervan werd verwacht: goedkoop en efficiënt<br />

de dampkring in en uit komen.<br />

Analyse Ruimtevaart<br />

Dat is nog allemaal betrekkelijk onschuldig,<br />

maar het belang van vooral bemande missies<br />

wordt steeds meer opgeklopt. Belangrijke<br />

wetenschappelijke resultaten hebben<br />

ze in ieder geval amper opgeleverd, concludeerde<br />

Knip in eerder genoemd artikel, na<br />

het soort doorwrochte analyse die lezers<br />

van hem gewend zijn.<br />

Neem de onderzoeken die Kuipers uitvoerde<br />

op het internationale ruimtestation<br />

ISS, terug te vinden op www.esa.int/specials/<br />

promisse. Hoofdpijn onder astronauten en<br />

de invloed van zout op botontkalking? De<br />

populariteit van en media-aandacht voor<br />

deze astronaut lijkt in geen verhouding te<br />

staan tot het wetenschappelijk belang van<br />

zijn verblijf buiten de dampkring – en vooral<br />

de kosten die daarmee gemoeid zijn.<br />

Sneeuw<br />

Berucht is de macht van Nasa’s pr-afdeling<br />

binnen die organisatie, die fysicus en onderzoeker<br />

van de Challenger-ramp Richard Feynman<br />

eens deed ontvallen: ‘Reality must take<br />

precedence over public relations, for nature cannot<br />

be fooled.’ Hoe waar dat is, bleek toen Nasa<br />

in 2010 met veel tamtam ‘bijna-buitenaardse<br />

bacteriën’ langs de peer review van Science<br />

wist te jassen. De eencelligen zouden als enige<br />

organismen ter wereld arseen in plaats van<br />

fosfor in de ruggengraat van hun genetisch<br />

materiaal hebben ingebouwd. De metingen<br />

bleken vervuild. Broddelwerk dus.<br />

Op technologisch vlak zijn er meer successen<br />

van ruimtevaart te melden: Wikipedia<br />

heeft een lang lemma gewijd aan uitvindingen<br />

uit Nasa’s koker. Maar bij veel,<br />

zo niet alle items kun je je afvragen of deze<br />

uitsluitend in een omgeving voor ruimtevaartonderzoek<br />

hadden kunnen worden<br />

bedacht. Onderzoeken van diverse onafhankelijke<br />

organisaties tonen echter aan<br />

dat investeren in ruimtevaart loont. Zelfs<br />

het onderzoek met de meest voorzichtige<br />

conclusies, uitgevoerd door de Oeso, stelt<br />

dat iedere ruimtevaarteuro minimaal anderhalve<br />

euro oplevert.<br />

Dat beeld is echter vertekend, want de<br />

cijfers leunen sterk op enkele eclatante<br />

successen, zoals satellieten. Alleen al GPSnavigatie<br />

is een markt van 450 miljard euro,<br />

bijvoorbeeld. Er zijn geen cijfers van onafhankelijke<br />

bronnen over, maar het lijkt onwaarschijnlijk<br />

dat alle ruimtevaartactiviteiten<br />

net zo rendabel zijn.<br />

Met name de zegeningen van bemande<br />

ruimtevaart moeten nog maar eens goed<br />

worden becijferd. Wat hebben al die baantjes<br />

om de aarde eigenlijk opgeleverd? En<br />

los van de eindbalans, zou het laaghangende<br />

fruit onderhand niet al geplukt zijn?<br />

Deze vragen verdienen een onderbouwd<br />

antwoord, maar de ruimtevaartlobby kijkt<br />

de andere kant op, handhaaft de oude mantra<br />

dat ruimtevaart gigantische bijdragen<br />

levert aan wetenschap, technologie en economie,<br />

en slaat nog harder op de pr-trom.<br />

Ook de romantici die graag geloven in de<br />

ongrijpbare merites van ruimtevaart doen er<br />

goed aan om meer transparantie en eerlijkheid<br />

te eisen. Als de organisaties achter de<br />

ruimtevaart hun geloofwaardigheid verliezen<br />

– en met de hysterische trekken van de<br />

huidige hypemaatschappij is dat zo gebeurd<br />

– smelt publieke en politieke steun voor álle<br />

ruimtevaart als sneeuw voor de zon.<br />

10 | 29


Foto: Nasa<br />

30 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> Ruimtevaart<br />

Validatie en training voor<br />

ruimteonderzoek op afstand<br />

Sinds de lancering van een Europese module voor het internationale ruimtestation<br />

ISS begin februari 2008 heeft de EU een eigen onderzoekslaboratorium in een<br />

baan om de aarde. De experimenten in dit Columbus-lab zijn voor een deel op<br />

afstand uit te voeren. NSpyre heeft de afgelopen jaren een aantal simulatoren<br />

ontwikkeld om de opstellingen aan boord te valideren en de operators op aarde<br />

te trainen.<br />

Ferdinand Cornelissen


Al in 1983 gaf het Europese ruimtevaartagentschap<br />

Esa zijn goedkeuring<br />

aan het Columbus-programma. Een<br />

kwart eeuw en de nodige herstructureringen,<br />

vertragingen, tegenslagen en meevallers<br />

later is het gelijknamige permanente<br />

Europese ruimtelaboratorium een feit. Na<br />

een vlucht van ongeveer vier dagen koppelde<br />

het op 11 februari 2008 met behulp<br />

van een robotarm aan het internationale<br />

ruimtestation ISS.<br />

Het Columbus-lab laat wetenschappers<br />

onderzoek doen naar de eecten van (langdurige)<br />

gewichtloosheid. Daartoe bevat het<br />

verschillende rekken waarin experimenten<br />

zijn te plaatsen (zie kader ‘Interne payloads’).<br />

Deze bieden een aantal standaardvoorzieningen<br />

zoals dataverbindingen,<br />

elektriciteit, koelcapaciteit en toevoer van<br />

stikstof. Behalve voor deze interne opstellingen<br />

is er plek voor payloads buiten het<br />

laboratorium, om onderzoek te doen met<br />

instrumenten die in direct contact staan<br />

met de omstandigheden in de ruimte op<br />

vierhonderd kilometer hoogte (zie kader<br />

‘Externe payloads’).<br />

Inmiddels is Columbus een aantal jaren<br />

in gebruik en zijn er al veel experimenten<br />

uitgevoerd, onder meer door André<br />

Kuipers bij zijn recente ruimtemissie. Tijdens<br />

de geplande tienjarige levensduur van<br />

het onderzoekslaboratorium zal de lijst<br />

blijven groeien. Uiteindelijk zullen duizenden<br />

wetenschappers van verschillende<br />

disciplines experimenten hebben uitgevoerd<br />

in microgravitatie.<br />

Columbus is in vele opzichten vernieuwend<br />

voor ons Europeanen. Behalve dat er<br />

nu een Europese onderzoeksmodule in een<br />

baan om de aarde cirkelt, maximaliseert het<br />

lab de wetenschappelijke opbrengst door<br />

wetenschap op afstand (telescience) mogelijk<br />

te maken. Astronauten hebben een druk<br />

schema en kunnen maar weinig tijd spenderen<br />

aan losse experimenten. Telescience betrekt<br />

wetenschappers op de grond, de operators,<br />

maximaal bij het onderzoek doordat<br />

zij de proeven kunnen observeren en manipuleren<br />

terwijl deze om de aarde cirkelen.<br />

Op de aarde zijn speciaal ingerichte centra<br />

verantwoordelijk voor de decentrale<br />

aansturing en monitoring van een of meerdere<br />

payloads. Telecommando’s en telemetrie<br />

gaan van een dergelijk User Support en<br />

Operation Centre (Usoc) via verschillende<br />

grondstations en satellieten naar het experiment<br />

aan boord van Columbus. Hierbij is<br />

het van belang dat er controle is over de ge-<br />

stuurde berichten. Om optimale veiligheid<br />

af te dwingen, wacht de communicatie op<br />

cruciale punten in de keten op een autorisatie,<br />

onder meer van de Usocs en van Nasa.<br />

Wordt een opdracht ergens afgekeurd, dan<br />

duurt het weer even voordat er een nieuwe<br />

opdracht kan worden gestuurd.<br />

Het is dus zaak om operators goed op<br />

te leiden zodat ze geen fouten maken in<br />

de bediening. Een ondoordachte opdracht<br />

kan een heel experiment laten mislukken<br />

en jaren van voorbereiding tenietdoen. Simulatie<br />

speelt een belangrijke rol bij het<br />

voorkomen hiervan. Met goed gevalideerde<br />

simulatoren is het enerzijds mogelijk om<br />

operators op te leiden in de correcte omgang<br />

met de apparatuur en anderzijds om<br />

de bedieningsprocedures te valideren alvorens<br />

ze werkelijk worden toegepast.<br />

Fouten injecteren<br />

De afgelopen jaren heeft NSpyre verschillende<br />

softwaresimulatoren ontwikkeld om<br />

operators goed op te leiden in de bediening<br />

van de Columbus-experimenten. De<br />

European Drawer Rack-simulator simuleert<br />

bijvoorbeeld het rek aan boord van<br />

het ISS waarin meerdere onafhankelijke en<br />

kleinere proeven zijn uit te voeren. Hierin<br />

geïntegreerd met een generieke softwareinterface<br />

zit de Electro Magnetic Levitator-<br />

systeemsimulatie van een experiment voor<br />

onderzoek naar eigenschappen van legeringen<br />

onder hoge temperatuur en in microgravitatie.<br />

Voor de European Technology<br />

Exposure Facility om externe experimenten<br />

uit te voeren, hebben NSpyre en NLR de<br />

Eutef-simulator gebouwd.<br />

Al deze simulatoren hebben we ontwikkeld<br />

in opdracht van en samen met het Usoc<br />

bij Estec in Noordwijk. Dit centrum is onder<br />

meer verantwoordelijk voor de bediening<br />

van de experimenten. De simulatoren zijn<br />

vergelijkbaar: ze zijn volledig in software<br />

Interne payloads<br />

Aanwezig bij de lancering<br />

van Columbus:<br />

1. European Stowage Rack (ESR),<br />

hoofdzakelijk voor opslag van<br />

de andere rekken;<br />

2. Fluid Science Laboratory<br />

(FSL), voor onderzoek aan<br />

vloeistofdynamica;<br />

3. Biolab, voor onderzoek naar<br />

biologische organismen als<br />

planten en bacteriën;<br />

4. European Physiology Modules<br />

(EPM), voor neurofysiologisch<br />

en cardiovasculair onderzoek;<br />

5. European Drawer Rack (EDR),<br />

voor meerdere onafhankelijke<br />

en kleinere experimenten. Het Biolab-rek voor in het Columbus-lab<br />

Illustratie: Esa/D. Ducros<br />

gemaakt, ze gebruiken modellen die zijn<br />

gekalibreerd en gevalideerd op basis van<br />

metingen aan het werkelijke systeem en ze<br />

hebben een interface met de actuele consoles<br />

van de operators, zodat er voor hen een<br />

minimaal onderscheid is tussen simulatie<br />

en werkelijkheid. De Eutef-simulator biedt<br />

via een Mil-STD 1553-interface naar engineeringmodellen<br />

van experimenten bovendien<br />

hardware-in-de-loopsimulatie.<br />

Als basis hebben we het generieke hard<br />

realtime simulatieplatform Eurosim gebruikt.<br />

Hierop draaien modellen van de verschillende<br />

subsystemen van het gesimuleerde<br />

experiment. De simulator volgt dus de decompositie<br />

van het werkelijke systeem. Dit<br />

maakt het mogelijk om de systeemrespons<br />

en de eventafhandeling binnen dat systeem<br />

10 | 31


<strong>Achtergrond</strong> Ruimtevaart<br />

waarheidsgetrouw weer te geven. Evenzo<br />

hebben we de interfaces tussen de verschillende<br />

componenten waarheidsgetrouw nagemaakt.<br />

Doordat we zowel de interfaces als de<br />

componenten simuleren, kunnen we subsystemen<br />

virtueel vervangen en aanpassingen in<br />

de werkelijkheid eenvoudig implementeren<br />

in de simulator. Het werkelijke systeem is<br />

modulair opgezet en de simulator kan hier<br />

gemakkelijk in meegaan.<br />

De simulator heeft ook een emulator van<br />

de boordcomputer. Deze is voor een deel binair<br />

compatibel met het werkelijke systeem,<br />

zodat we de essentiële functies van de actuele<br />

programmatuur van experimenten kunnen<br />

inladen. Die boordsoftware is onder meer verantwoordelijk<br />

voor foutdetectie, monitoring,<br />

interne en externe communicatie, aansturing<br />

van subsystemen, en datamanagement.<br />

Dankzij de emulator kunnen we aanpassingen<br />

in deze functionaliteit direct doorvoeren<br />

in de simulator. Zo krijgen operators hun opleiding<br />

altijd op het actuele systeem.<br />

Op deze manier bootsen we het nominale<br />

gedrag van het systeem na. Daarnaast biedt<br />

de simulator de mogelijkheid om fouten te<br />

injecteren, zowel op subsysteem- als op interfaceniveau.<br />

Hierdoor kunnen we ook allerlei<br />

niet-nominale situaties creëren, wat<br />

niet alleen essentieel is voor de opleiding<br />

maar ook voor de troubleshooting.<br />

Realistische omgeving<br />

Natuurgetrouwheid is erg belangrijk voor<br />

het Usoc. De architectuur van de simulator<br />

blijft daarom dicht bij de werkelijkheid. Dat<br />

geldt zowel voor de interfaces en subsystemen<br />

als voor de boordsoftware en de uiteindelijke<br />

systeemkalibratie. De simulatiefaciliteiten<br />

worden vaak parallel ontwikkeld<br />

aan het werkelijke systeem, waardoor de<br />

noodzaak ontstaat om de simulator na oplevering<br />

te kunnen kalibreren met werkelijke<br />

metingen. Hiermee houden we al rekening<br />

tijdens de ontwikkeling, bijvoorbeeld door<br />

de actuele missiedatabase te gebruiken.<br />

Deze bevat informatie over de honderden<br />

telecommando’s en telemetrische data om<br />

het systeem te bedienen en te monitoren<br />

– waardevolle informatie voor een natuurgetrouwe<br />

simulator. Door de simulator vervolgens<br />

direct te koppelen aan het actuele<br />

bedieningssysteem op de grond is het mogelijk<br />

de toekomstige operators op te leiden<br />

in een realistische omgeving.<br />

De simulatoren zijn kernfaciliteiten voor<br />

het Usoc in Noordwijk. Sommige zijn inmiddels<br />

al een aantal jaren in gebruik als opleidingsinstrument<br />

en voorzien daarmee in een<br />

belangrijke taak van het centrum. Er komen<br />

ook voortdurend nieuwe simulatoren bij. Het<br />

huidige arsenaal, ingebed in de actuele bedieningsomgeving,<br />

vormt een goede manier<br />

voor Usoc-operators om kennis op te doen<br />

van de werking van systemen aan boord van<br />

het ISS. Daardoor kunnen ze adequaat en<br />

eciënt gebruikmaken van de wetenschappelijke<br />

mogelijkheden die het ruimtestation<br />

Externe payloads<br />

Uitbreidingen na de lancering van Columbus:<br />

1. Solar Monitoring Observatory (Solar, 2008), bestaande uit drie instrumenten voor<br />

de bestudering van de straling van de zon;<br />

2. European Technology Exposure Facility (Eutef, 2008), uitgerust met negen instrumenten<br />

voor verschillende onderzoeken waarbij directe blootstelling aan de<br />

ruimte een belangrijke rol speelt;<br />

3. Columbus Automatic Identication System (ColAIS, 2009), om te onderzoeken of<br />

het haalbaar is het wereldwijde scheepvaartverkeer te volgen vanuit de ruimte;<br />

4. Atmosphere-Space Interaction Monitor (Asim, gepland voor 2013), bestaande uit<br />

camera’s en gamma- en röntgendetectoren die de interactie gaan observeren tussen<br />

ruimteverschijnselen en de bovenste laag van de atmosfeer;<br />

5. Atomic Clock Ensemble in Space (Aces, gepland voor 2015), om het ISS een ultrastabiele<br />

atoomklok te geven die andere onderzoeken kunnen gebruiken.<br />

Het Solar Monitoring Observatory<br />

Foto: Nasa<br />

biedt. Door de omgeving te gebruiken om<br />

bedieningsprocedures te valideren, is bovendien<br />

op voorhand vast te stellen of deze al<br />

dan niet succesvol zijn uit te voeren. Zonder<br />

de simulatiefaciliteiten zouden de training<br />

en validatie veel minder eciënt verlopen en<br />

zou de wetenschappelijke opbrengst van de<br />

Columbus-experimenten veel lager zijn.<br />

Ferdinand Cornelissen is technology ocer bij<br />

NSpyre.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

10 | 33


34 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> Ruimtevaart<br />

Afgelopen februari bracht de Vegadraagraket<br />

van Esa de Masat-1 in een<br />

baan om de aarde. Deze eerste in een<br />

reeks Hongaarse kunstmanen is ontwikkeld<br />

aan de universiteit voor technologie en economische<br />

wetenschappen van Boedapest<br />

(Budapesti Műszaki és Gazdaságtudományi<br />

Egyetem, BME). In het Masat-project hebben<br />

studenten en promovendi elektrotechniek<br />

alle hardware en software zelf<br />

ontworpen en gebouwd, voor educatieve<br />

doeleinden maar ook om te onderzoeken uit<br />

welke subsystemen grotere satellieten moeten<br />

bestaan om wetenschappelijke of technologische<br />

missies uit te kunnen voeren.<br />

De Masat-1, naar ‘magyar’ voor ‘Hongaars’<br />

en ‘satelliet’, is een zogeheten picosatelliet,<br />

een kubusje van tien bij tien bij tien<br />

centimeter dat nauwelijks meer weegt dan<br />

een kilo. Binnenin vinden we een boordcomputer,<br />

een subsysteem om de hoogte te<br />

bepalen en te regelen, een communicatiemodule<br />

en een unit voor energiebeheer. Als<br />

wetenschappelijke doelstellingen heeft deze<br />

eerste uitvoering het testen van een semiactief<br />

magnetisch stabiliseringssysteem en<br />

het meten van de omgevingsparameters,<br />

zoals de temperatuur en de versnelling.<br />

OOK en morse<br />

De on-board computer (OBC) stuurt de operationele<br />

processen van de Masat-1. De OBC<br />

is essentieel voor de missie en daarom ontworpen<br />

om uiterst betrouwbaar te zijn. Hij<br />

bestaat uit twee identieke units, de OBC1<br />

en de OBC2, die fungeren als een volledig<br />

redundant systeem. Beide draaien dezelfde<br />

software en zijn op dezelfde manier aangesloten<br />

op de andere onderdelen van de<br />

satelliet. Ze kunnen echter niet met elkaar<br />

communiceren. De voeding regelt dat op elk<br />

Studenten en promovendi<br />

doe-het-zelven eerste<br />

Hongaarse satelliet<br />

Voor educatieve doeleinden en ter verkenning van een grote variant hebben<br />

studenten en promovendi in Boedapest een eigen picosatelliet ontworpen en<br />

gebouwd. Gábor Marosy, drijvende kracht achter het project, en Olaf Herbst<br />

geven een kijkje in de keuken van de Masat-1.<br />

Gábor Marosy<br />

Olaf Herbst<br />

moment slechts een van de twee is ingeschakeld.<br />

De units kunnen zichzelf identiceren<br />

en de telemetriegegevens tonen welk van<br />

beide er actief is.<br />

De OBC is uitgevoerd als een PCB met<br />

vier lagen waarop de twee units en de stuursignalen<br />

zijn gecombineerd. Bovendien<br />

heeft de printplaat een connector waaraan<br />

een kabel is te koppelen om de batterij op te<br />

laden en om de communicatie met de computer<br />

te onderhouden. Als de satelliet is gemonteerd,<br />

zijn de interne systemen slechts<br />

via deze poort bereikbaar.<br />

Het Altitude Determination and Control<br />

System (ADCS) bevat sensoren om de hoogte<br />

te bepalen en een microcontroller die de<br />

meetgegevens verzamelt en via het I2Cprotocol<br />

naar de OBC stuurt. De centrale<br />

boordcomputer berekent op basis hiervan<br />

het stuursignaal en retourneert dit aan de<br />

eindversterkertrap van het ADCS, die er de<br />

hoogte mee bijregelt. Deze trap is een volledige<br />

brug, samengesteld uit veldeect-<br />

transistoren en met een spoel aan de andere<br />

kant. De gemiddelde stroom hiervan wordt<br />

gestuurd door het regelsignaal, dat een constante<br />

frequentie heeft maar via zijn duty<br />

cycle wordt gemoduleerd.<br />

Het ADCS staat via de OBC in contact met<br />

de radiocommunicatiemodule. Via deze verbinding<br />

zijn telemetrische gegevens over de<br />

werking van het hoogtesubsysteem te verzenden<br />

naar grondstations. Ook is het mogelijk<br />

om de bedrijfsmodi en de parameters<br />

van de controller aan te passen.<br />

Het uitgebreide instrumentarium van het<br />

ADCS bestaat onder meer uit een digitaal<br />

kompas dat is uitgerust met een veldsterktemeter<br />

voor magnetische inductie en een<br />

versnellingsmeter, beide met drie assen.<br />

Daarnaast is er een eveneens drieassige<br />

micro-elektromechanische hoeksnelheidsmeter.<br />

Geïntegreerd op het ADCS-bordje zit<br />

bovendien een aparte microcontroller, die<br />

de analoge signalen van de fotodiodes aan<br />

weerszijden verwerkt.<br />

Met haar onderwijs<br />

en onderzoek richt<br />

de universiteit voor<br />

technologie en economische<br />

wetenschappen<br />

van Boedapest zich<br />

onder meer op het<br />

ontwerpen, produceren<br />

en testen van halfgeleidercomponenten,apparaten<br />

met micro- en<br />

nanotechnologie en<br />

systemen om energie<br />

op te wekken.


Toen het schema eenmaal compleet was, kostte het PCB-ontwerp nog<br />

maar weinig tijd. De printplaten slaagden uiteindelijk probleemloos<br />

voor de trillings- en thermische vacuümtests.<br />

De communicatiemodule (Com) heeft<br />

geen eigen intelligentie; alle benodigde interne<br />

controlefuncties worden uitgevoerd op<br />

poortniveau. Het RF-zendvermogen van de<br />

unit bedraagt 100 mW in spaarstand en 400<br />

mW in actieve modus. Standaard gaat elke<br />

vierde transmissie met het hoge vermogen.<br />

De gebruikte eenchiptransceiver werkt in<br />

de frequentieband van 200 tot 900 MHz.<br />

Hij is ontworpen voor toepassingen met<br />

een kort en middellang bereik. Het maximale<br />

TX-vermogen van minder dan 16 dBm<br />

is daarvoor echter ontoereikend, zodat een<br />

RF-vermogensversterker noodzakelijk is gebleken.<br />

Om te voorkomen dat het stroomverbruik<br />

te hoog wordt, worden alleen de<br />

hoognodige units tegelijk ingeschakeld. Dit<br />

gebeurt binnen de Com met behulp van een<br />

toestandsautomaat die is gebaseerd op een<br />

logische poort. De eis voor redundantie bemoeilijkt<br />

het ontwerp nog verder. Elke unit<br />

op het blokdiagram is dubbel uitgevoerd en<br />

het switchen tussen beide redundante onderdelen<br />

komt erg nauw, wil het systeem in<br />

geval van een storing blijven functioneren.<br />

De OBC regelt deze omschakeling.<br />

Als modulatieschema’s hanteert de Masat-1<br />

On-O Keying (OOK) en 2-Level<br />

Gaussian Frequency Shift Keying (2-GFSK).<br />

Aan de kant van de downlink zijn er drie mogelijke<br />

bedrijfsmodi met twee verschillende<br />

schema’s. De eerste modus maakt gebruik<br />

van OOK. Omdat de satelliet in de amateurradiofrequentieband<br />

werkt, is de overdracht<br />

van zijn roepnaam vereist aan het begin van<br />

elke transmissie. Daarom wordt de OOKmodulatie<br />

gecombineerd met morse.<br />

Het Electrical Power System (EPS) van de<br />

Masat-1 is ontworpen om de primaire en<br />

secundaire energiebronnen van de satelliet<br />

te regelen en hun energie te verdelen over<br />

de subsystemen aan boord. Vanwege het<br />

missiekritieke karakter van het EPS was<br />

betrouwbaarheid ook hier een belangrijk<br />

aspect tijdens de designfase. Dit heeft wederom<br />

geresulteerd in een redundante opzet<br />

die bestand is tegen storingen, net als<br />

bij de andere onderdelen van de satelliet.<br />

De primaire stroombronnen van de Masat-1<br />

zijn de zonnepanelen op alle zes de<br />

zijdes van de kubus. In het zonlicht wekken<br />

deze elektriciteit op om de satelliet te<br />

laten werken. Via zes onafhankelijke bijpassende<br />

circuits voeden de panelen hun<br />

energie aan de stroombus. Series van isolerende<br />

dioden tellen de geleverde stroom<br />

op en verhinderen terugvloei naar donkere<br />

of defecte panelen. In de schaduw van de<br />

aarde fungeert een Li-ionbatterij met een<br />

enkele cel als tweede energiebron. Deze<br />

accu is rechtstreeks verbonden met de onboard<br />

stroombus, waarbij de laadstatus de<br />

ongecontroleerde spanning bepaalt. Condensatoren<br />

lteren de bus om te voorkomen<br />

dat er plotselinge veranderingen in de<br />

belasting optreden die extreme spanningsschommelingen<br />

kunnen veroorzaken en<br />

storingen kunnen overbrengen.<br />

De gecontroleerde 3,3 V die de verschillende<br />

onderdelen van de satelliet nodig<br />

hebben, komt van twee spanningsreducerende<br />

omvormers die werken in een volledig<br />

redundant back-upsysteem. Stroombegrenzende<br />

LSW-schakelaars verdelen de<br />

energie aan boord op het gestabiliseerde<br />

niveau van 3,3 V. Ook dit regelt de OBC.<br />

Altium Designer<br />

Weinig ontwerpomgevingen bieden alle<br />

benodigde functies en mogelijkheden voor<br />

een dergelijk ingewikkeld project. Onze<br />

keuze is gevallen op Altium Designer. Deze<br />

software maakt een naadloze workow<br />

mogelijk tussen de elektrotechnici en de<br />

werktuigbouwkundigen en zorgt daarmee<br />

voor een aanzienlijke kostenbesparing. Dat<br />

we Gerber-bestanden kunnen aanmaken<br />

met slechts een paar muisklikken heeft ons<br />

dagelijks werk ink vergemakkelijkt. Na<br />

voltooiing van de schema’s hebben we het<br />

printplaatontwerp snel kunnen uitvoeren.<br />

De geproduceerde PCB’s zijn ten slotte probleemloos<br />

door de trillings- en thermische<br />

vacuümtests gekomen.<br />

Andere belangrijke functionaliteit die<br />

Altium Designer biedt, is geïntegreerd<br />

versiebeheer. Dit is onvermijdelijk bij de<br />

ontwikkeling van hardware en software.<br />

De 3D-weergave en de intuïtieve gebruikersinterface<br />

hebben het ontwerpwerk een<br />

stuk gemakkelijker gemaakt: wijzigingen<br />

aanbrengen is een uitje van een cent en<br />

de schematische en PCB-bibliotheken zijn<br />

consistent en uniform te beheren. Ook de<br />

mogelijkheid om te exporteren naar PDF-<br />

en XLS-bestandsindelingen heeft haar<br />

waarde bewezen.<br />

Gábor Marosy was de afgelopen vijf jaar<br />

de drijvende kracht achter het Masat-<br />

1-project, eerst als student en later als<br />

promovendus aan de faculteit Elektrotechniek<br />

van de universiteit voor technologie en<br />

economische wetenschappen van Boedapest.<br />

In de laatste hoedanigheid doet hij<br />

momenteel onderzoek naar het ontwerp<br />

van leddriverelektronica met ingebouwde<br />

thermische-testfunctionaliteit. Olaf Herbst is<br />

marketingmanager bij Altium Europe.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

10 | 35


36 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> Ruimtevaart<br />

Embedded systemen spelen een belangrijke<br />

rol in ons dagelijks leven: ze zijn<br />

terug te vinden in onder meer mobieltjes,<br />

auto’s, vliegtuigen, kantoorgebouwen<br />

en industriële installaties. Wat veel mensen<br />

niet weten, is dat de technologie veelal haar<br />

wortels heeft in de ruimtevaart. Zo was de<br />

Apollo Guidance Computer, ontwikkeld<br />

door Charles Stark Draper aan het MIT, een<br />

van de eerste embedded systemen. Over de<br />

rol en de functies van hardware en software<br />

in de ruimtevaart is bij de meeste buitenstaanders<br />

al helemaal weinig bekend.<br />

Vergeleken met hun aardse equivalenten<br />

moeten embedded systemen – en microelektronica<br />

in het algemeen – in de ruimtevaart<br />

een veel hoger stralingsniveau kunnen<br />

weerstaan. De ontwikkelaars ervan<br />

moeten speciale maatregelen nemen om de<br />

stralingsgevoeligheid van hun producten<br />

te beperken. De extra ontwikkel- en testinspanningen<br />

die dit met zich meebrengt,<br />

zijn uitgebreid maar noodzakelijk om stralingsbestendige<br />

fouttolerante componenten<br />

te produceren. Dit maakt dat ruimtewaardige<br />

onderdelen over het algemeen zeer kostbaar<br />

zijn en technologisch achterlopen bij<br />

hun commerciële tegenhangers.<br />

OPDP<br />

De ontwikkeling van embedded systemen<br />

voor ruimtevaarttoepassingen heeft haar<br />

eigen dynamiek en uitdagingen. Esa heeft<br />

in het verleden bijvoorbeeld de aanzet gegeven<br />

tot de Leon-processorarchitectuur, met<br />

als doel een open en overdraagbaar processorontwerp<br />

te creëren dat aan toekomstige<br />

ruimtevaarteisen kan voldoen op het gebied<br />

van performance, softwarecompatibiliteit en<br />

betaalbaarheid. Tegenwoordig zijn de Leoncores<br />

en -processoren commercieel verkrijgbaar<br />

in moderne chiptechnologie. Daarnaast<br />

zijn er foutbestendige versies beschikbaar<br />

voor toepassingen in de ruimtevaart.<br />

Een ander voorbeeld is het gebruik van<br />

geavanceerde geheugenchips. In plaats van<br />

Nederlandse embedded<br />

systemen in de ruimte<br />

De ontwikkeling van embedded systemen voor ruimtevaarttoepassingen heeft<br />

haar eigen dynamiek en uitdagingen. Laurens Bierens, voorheen Eonic en nu SSBV,<br />

licht dit toe aan de hand van een aantal Nederlandse voorbeelden.<br />

Laurens Bierens<br />

high-end technologie zoals DDR-SDRam<br />

ruimtewaardig te maken, heeft de industrie<br />

ervoor gekozen een screeningprogramma<br />

te ontwikkelen voor commerciële componenten.<br />

De gescreende onderdelen worden<br />

vervolgens gestapeld en gegoten in speciale<br />

behuizingen. Deze aanpak heeft als voordeel<br />

dat de resulterende stralingsbestendige<br />

geheugens zijn gebaseerd op de laatste commercieel<br />

beschikbare SDRam-technologie<br />

en geen ruimtewaardige versies zijn van oudere<br />

geheugengeneraties.<br />

In Nederland heeft Eonic uit Delft, nu<br />

onderdeel van het Noordwijkse SSBV Space<br />

& Ground Systems, gewerkt aan embedded<br />

systemen om data te verwerken van satellietinstrumenten.<br />

Aan de basis lag de ruimtewaardige<br />

variant van de PowerFFT, een<br />

spectrumdataprocessor die we hadden ontwikkeld<br />

voor beeldvorming, radar en signal<br />

intelligence. Een decennium geleden heeft Esa<br />

de potentie hiervan al onderkend, in het bij-<br />

Illustratie: Esa/P. Carril<br />

zonder met het oog op de groeiende behoefte<br />

aan dataverwerking voor toekomstige beeldvormende<br />

radarinstrumenten (Synthetic<br />

Aperture Radar, Sar) aan boord van satellieten.<br />

Het agentschap heeft de gepatenteerde<br />

PowerFFT-IP in licentie genomen en Astrium<br />

(Europa’s grootste satellietleverancier) heeft<br />

het ontwerp omgezet naar de stralingsharde<br />

0,18-micron-CMos-technologie van Atmel.<br />

Momenteel is de ruimtewaardige versie van<br />

de PowerFFT beschikbaar onder de naam<br />

Fast Fourier Transform Co-Processor (FFTC).<br />

In 2003 hebben we met het Nationaal<br />

Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR)<br />

een samenwerkingsprogramma opgezet<br />

op het gebied van on-board instrumentdataverwerking<br />

voor satelliettoepassingen.<br />

Daar voorzagen we de opkomende vraag naar<br />

Sar-datacompressie. In opdracht van Esa hebben<br />

we deze techniek geïmplementeerd in een<br />

breadboardmodel, dat de FFTC combineert<br />

met ruimtewaardige FPGA-technologie.<br />

De Sentinel-1, Esa’s meest geavanceerde Sar-satelliet, gaat vanaf 2013 beelden genereren<br />

voor bijvoorbeeld waterbeheer, milieumonitoring en crisismanagement tijdens aardbevingen,<br />

tsunami’s en andere rampen. Momenteel worden verschillende embedded systemen gebruikt<br />

voor de besturing van de radarsensor, de afhandeling en de tussentijdse opslag van de<br />

ruwe data aan boord en de compressie voor verzending naar de grond. Verwerking van de<br />

gegevens in de satelliet is nog niet mogelijk. Binnen het Nederlandse OPDP-programma is<br />

het SSBV’s doelstelling om te komen tot een ruimtewaardig concept waarin deze onderdelen<br />

zijn geïntegreerd in één systeem en waarmee de data ook aan boord zijn te verwerken tot<br />

eindgebruikersinformatie.


OPDP-toepassingen<br />

In de ruimtevaart is de OPDP-technologie onder meer geschikt voor:<br />

• Sar-datacompressie, gedreven door de bandbreedtebeperkingen van de satellietdownlink in combinatie met de toenemende bandbreedteeisen<br />

van de Sar-instrumenten;<br />

• Sar-beeldgeneratie, om plaatjes al aan boord van de satelliet te genereren zodat die ze rechtstreeks naar de eindgebruiker kan sturen;<br />

• interferometrie, waarbij de data van twee Sar-instrumenten worden gecombineerd om hoogteveranderingen of bewegende objecten te<br />

kunnen detecteren in de beelden;<br />

• altimetrie, een van de belangrijkste methodes voor hoogtemeting waarbij met behulp van delay-Doppler-technieken het aardoppervlak,<br />

de oceanen en het arctische ijs worden afgetast;<br />

• spectrale monitoring, een essentiële techniek om de samenstelling en de vervuiling in de atmosfeer van de aarde te meten;<br />

• specifieke geavanceerde verwerking van spectrale of sensorgegevens, bijvoorbeeld om een infrared atmospheric sounding interferometer<br />

(Iasi) radiometrisch te kalibreren of om data uit een kinetic inductance detector (KID) te processen.<br />

Verschillende projecten, zowel nationaal<br />

als Europees, hebben voortgeborduurd op<br />

de FFTC-architectuur, die daarbij onder<br />

meer is uitgebreid met een ruimtewaardige<br />

Leon-processor. Het laatste is in lijn met de<br />

On-Board Payload Data Processing-roadmap<br />

(OPDP) van Esa, die als doelstelling heeft<br />

om een high-performance dataverwerkingsmodule<br />

met Leon-processor, FFTC-Asic en<br />

glue-logic-FPGA te ontwerpen, te fabriceren<br />

en te testen en de prestaties te analyseren.<br />

Deze module zal niet slechts geoptimaliseerd<br />

zijn voor één specieke oplossing<br />

maar de basis vormen voor een veelzijdig en<br />

programmeerbaar onderdeel dat bruikbaar<br />

en herbruikbaar is in een breed scala aan<br />

toepassingen (zie kader).<br />

Deze applicaties komen mede tot stand<br />

met ondersteuning van een andere Esa-activiteit<br />

uitgevoerd in Nederland: de ontwikkeling<br />

van een programmeeromgeving voor<br />

de FFTC. De OPDP-roadmap moet leiden tot<br />

een compleet ontwikkelplatform en een infrastructuur<br />

om snel te komen van een engineeringmodel<br />

tot een ruimtewaardig embedded<br />

systeem voor satellietinstrumenten.<br />

Minisar<br />

In 2010 heeft SSBV een Nederlandse ruimtevaartactiviteit<br />

opgezet die moet resulteren<br />

in een Minisar-instrument op een kleine<br />

satelliet – in de ordegrootte van honderd<br />

tot driehonderd kilo. Het systeem moet hogeresolutiebeelden<br />

kunnen genereren voor<br />

een aantrekkelijke prijs, zodat exploitatie<br />

voor commerciële en industriële toepassingen<br />

mogelijk wordt – de primaire focus<br />

van Esa was wetenschappelijk gebruik. De<br />

Minisar-radartechnologie is gebaseerd op<br />

een Sar-ontwikkeling die Metasensing, een<br />

Nederlandse spin-o van Esa en nu onderdeel<br />

van de SSBV-groep, heeft gedaan voor<br />

kleine vliegtuigen.<br />

De radartechnologie voor de Minisar-toepassing<br />

ontwikkelt SSBV grotendeels zelf.<br />

Het Noordwijkse bedrijf heeft al uitgebreide<br />

ervaring met (sub)systemen voor kleine satellieten<br />

via zijn Britse dochterondernemingen.<br />

De OPDP-technologie is een essentiële<br />

aanvulling: ze vormt de basis voor het elektronische<br />

hart van intelligente geminiaturiseerde<br />

satellietinstrumenten.<br />

De commerciële drijfveren stellen<br />

strenge eisen aan het gewicht, de omvang<br />

en de prestaties van het OPDP-systeem<br />

voor een kleine satelliet. Het is niet alleen<br />

zaak om de technologieontwikkeling<br />

te versnellen, bijvoorbeeld door miniaturisatie<br />

en integratie, maar ook om een<br />

nieuw paradigma voor de payloadarchitectuur<br />

te deniëren. De klassieke referentiearchitectuur<br />

heeft Esa ooit in samenspraak<br />

met de Europese ruimtevaartindustrie opgezet<br />

met het oog op grote(re) satellieten<br />

die meerdere (complexe) instrumenten<br />

aan boord hebben. Deze hebben allemaal<br />

een eigen Instrument Control Unit (ICU)<br />

en een datalink met een centrale payloadcomputer,<br />

soms met een aparte high-performance<br />

payloaddataprocessor en/of een<br />

solid-state massageheugen.<br />

De introductie van krachtige en exibele<br />

multicore Leon-processoren, zoals de dualcore<br />

GR712 van Aeroex Gaisler of Esa’s<br />

nieuwe Next-Generation Multicore Processor,<br />

laat toe om de functionaliteit van de<br />

payloaddataprocessor en de payloadcomputer<br />

(die de payloaddatastromen controleert)<br />

en de formatting van de telemetriedata te<br />

combineren in één subsysteem. De achterliggende<br />

gedachte hier is een verregaande integratie<br />

van hardware-eenheden die op dit moment<br />

elk bestaan uit meerdere PCB’s. Minder<br />

bordjes betekent minder omvang, gewicht en<br />

vermogensverbruik, en uiteindelijk dus kostenverlaging.<br />

Bovendien wordt het systeem<br />

zo een stuk eenvoudiger en nemen dus ook<br />

de ontwikkelrisico’s sterk af.<br />

Een volgende stap is om de payloadcomputer<br />

ook te gebruiken als instrumentcontroller.<br />

In grotere satellieten gebeurt de aansturing<br />

van instrumenten lokaal (dicht tegen de<br />

sensor), net als de voorbewerking, tussenopslag<br />

en formattering van data. De nieuwe<br />

ruimtewaardige multicoreoplossingen maken<br />

een zodanige miniaturisatie- en integratieslag<br />

mogelijk dat een volgende generatie<br />

OPDP-systeem ook de ICU-functie van een of<br />

enkele instrumenten kan uitvoeren. Hoewel<br />

inzetbaar voor grote en geavanceerde apparatuur<br />

is deze volgende generatie vooral een<br />

technologie-enabler voor relatief complexe<br />

instrumenten op kleine satellieten. Met deze<br />

laatste stap hebben ruimtewaardige embedded<br />

systemen hun technologieachterstand<br />

op vergelijkbare commerciële (aardse) varianten<br />

vrijwel ingelopen.<br />

In diverse nationale studie- en ontwikkelprojecten<br />

zijn we momenteel druk bezig om<br />

met onze partners het Minisar-instrument<br />

te deniëren en te speciceren. Zo hebben<br />

we een conceptuele haalbaarheidsstudie uitgevoerd<br />

op basis van concurrent design, een<br />

methode die Esa veelvuldig gebruikt bij het<br />

ontwerp van satellietsystemen. Daarnaast<br />

zijn we de antenne, het OPDP-systeem en<br />

andere kritieke onderdelen verder aan het<br />

uitwerken en de engineeringmodellen aan<br />

het bouwen. Parallel benaderen we technologische<br />

en commerciële partners en potentiele<br />

gebruikers om te helpen bij de ontwikkeling.<br />

Onze doelstelling is om zo snel mogelijk<br />

een engineeringmodel van het Minisar-instrument<br />

te realiseren en te testen.<br />

Laurens Bierens heeft meer dan twintig<br />

jaar ervaring in de ontwikkeling van<br />

embedded systeem en elektronica voor de<br />

defensiesector en de lucht- en ruimtevaart.<br />

Hij was medeoprichter en CTO van Eonic,<br />

dat in 2010 in handen kwam van SSBV. Bij<br />

dit Noordwijkse bedrijf is hij nu manager<br />

van het engineeringteam, een functie die<br />

hij combineert met de verantwoordelijkheid<br />

voor militaire en ruimtevaartprogramma’s en<br />

productontwikkeling in die segmenten.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

10 | 37


38 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> Ruimtevaart<br />

In het verleden kwamen stralingsharde<br />

IC’s voor de ruimtevaart vooral bij gespecialiseerde<br />

foundry’s vandaan. Met<br />

de verkoop van Atmels Rousset-fabriek aan<br />

LFoundry is echter de laatste Europese speler<br />

met een gekwaliceerde productiefaciliteit<br />

voor ruimtevaartchips fabless geworden,<br />

terwijl andere bedrijven zoals MHS en<br />

Mitel al eerder waren gestopt met hun activiteiten.<br />

Het verdwijnen van deze foundry’s<br />

in Europa komt niet alleen door een verminderde<br />

vraag naar stralingsharde IC’s,<br />

maar ook door de lage productievolumes;<br />

die maken het voor halfgeleiderfabrikanten<br />

oninteressant om er specieke faciliteiten<br />

voor open te houden.<br />

Met de evolutie van CMos-technologie<br />

naar het diep-submicrondomein en de bijbehorende<br />

verdunning van de gateoxides<br />

van de transistoren wordt de invloed van<br />

ioniserende straling op chips kleiner. Deze<br />

ontwikkeling heeft de deur geopend naar<br />

toepassing voor ruimtevaart-Asics. Omdat<br />

het eect van zogeheten single events (en<br />

zelfs multi-events) echter toeneemt bij het<br />

gebruik van geavanceerdere technologieën,<br />

zijn wel speciale ontwerptechnieken nodig<br />

op lay-out-, circuit- en systeemniveau. Bovendien<br />

zijn de technologieën zelf niet gekwaliceerd<br />

voor gebruik in de ruimtevaart,<br />

waardoor er kwalicatie nodig is van de<br />

chips uit elk productielot.<br />

Het gebruik van commerciële foundrytechnologie<br />

brengt hogere prestaties en een<br />

lager energieverbruik ook binnen het bereik<br />

van ruimtevaarttoepassingen. Stralingstolerantie<br />

heeft echter een prijs. Circuits nemen<br />

meer oppervlakte in op de chip en het<br />

verbruik neemt toe ten opzichte van dezelfde<br />

functionaliteit zonder harding. Een techniek<br />

Dare-pakket brengt commerciële<br />

IC-technologie naar ruimtevaart<br />

Sinds de eeuwwisseling werkt Imec aan eigen celbibliotheken om stralingstolerante<br />

Asics te ontwerpen voor geavanceerde commerciële productietechnologie. De<br />

Leuvense Dare-oplossing heeft haar waarde reeds bewezen in verschillende<br />

projecten, met name in de ruimtevaart. Zo heeft Thales Alenia Space het pakket<br />

recentelijk gekozen om een digitale programmeerbare controller te implementeren<br />

voor in zijn satellieten.<br />

Nieke Roos<br />

als Triple Module Redundancy (elk geheugenelement<br />

drie keer uitvoeren met een circuit<br />

erachter dat de waarde bepaalt als die van de<br />

meerderheid van de drie) heeft ook een impact<br />

op de designtijd en introduceert extra<br />

ontwerpstappen in de lay-outfase.<br />

TRL 9<br />

Alle belangrijke ruimtevaartbedrijven hebben<br />

de commerciële diep-submicrontechnologie<br />

inmiddels omarmd voor hun chips.<br />

Om de Europese spelers minder afhankelijk<br />

laten te zijn van aanbieders uit de Verenigde<br />

Staten, waar de technologie zelfs voor<br />

niet-militaire toepassingen onderhevig is<br />

aan de Amerikaanse wetten rond internationale<br />

wapenhandel (Itar), werkt Imec sinds<br />

de eeuwwisseling aan eigen celbibliotheken<br />

voor stralingstolerante Asic-ontwerpen.<br />

De Europese ruimtevaartorganisatie Esa<br />

sponsort de ontwikkeling van dit Design<br />

Against Radiation Eects-pakket (Dare).<br />

Het best ondersteund binnen Dare is momenteel<br />

de 0,18-microntechnologie van de<br />

Taiwanese foundry UMC. Dit was bij de opzet<br />

van het pakket de meest geavanceerde<br />

technologie waar Imec beschikbaarheid<br />

voor de productie van kleine series kon<br />

garanderen. Er is een basisoplossing voor<br />

90 nm bij UMC en er is een begin gemaakt<br />

met de omzetting naar de 0,18-micron-XHtechnologie<br />

van het Duitse X-Fab. Deze<br />

technologie is vooral interessant vanwege<br />

de mogelijkheid niet-vluchtig geheugen,<br />

hoog voltage en CMos te integreren op één<br />

chip. De X-Fab-versie mikt op een lagere<br />

stralingstolerantie dan de UMC-oplossing,<br />

die al is getest tot 1 Mrad. Het doel voor X-<br />

Fab is 100 krad. Voor veel ruimtevaartmissies<br />

is dat meer dan genoeg.<br />

Dare is bij uitstek geschikt voor de implementatie<br />

van mixed-signal Asics. Mixedsignal<br />

bouwblokken uit reeds gekwaliceerde<br />

chips zijn eenvoudig te hergebruiken in<br />

een nieuwe ontwikkeling van een andere<br />

klant. Dit vergt wel wat meer werk en ondersteuning<br />

dan strikt nodig is voor een<br />

speciek Asic, maar het maakt het mogelijk<br />

om ruimtevaartapparatuur verder te<br />

minia turiseren en beter te laten presteren.<br />

Via samenwerkingen met onderaannemers<br />

ondersteunt Imec ook alle verpakkings-,<br />

test- en kwalicatiestappen voor de<br />

uiteindelijke oplevering. De eerste vluchtwaardige<br />

gekwaliceerde IC’s op basis van<br />

Dare bereiken in 2013 het hoogste Technology<br />

Readiness Level (TRL) 9 als ze daadwerkelijk<br />

onderdeel zijn van een ruimtemissie.<br />

Op dit moment is de oplossing van Imec de<br />

enige waarmee mixed-signal Asics op TRL<br />

9 zijn te maken die zonder licentiekosten<br />

bruikbaar zijn voor niet-militaire toepassingen<br />

in de Esa-lidstaten.<br />

Hoewel oorspronkelijk ontwikkeld voor<br />

de ruimtevaart leent Dare zich even goed<br />

voor andere toepassingsgebieden waar een<br />

hoge betrouwbaarheid vereist is. Hierbij<br />

valt te denken aan medische beeldvorming,<br />

oliewinning en onderzoek op het gebied van<br />

hoge-energiefysica. Het gebruik van commerciële<br />

technologie maakt ook daar goedkopere<br />

Asics mogelijk.<br />

Lay-outregels<br />

ales Alenia Space heeft de Dare-oplossing<br />

gekozen voor de implementatie van een<br />

nieuwe digitale programmeerbare controller<br />

(DPC). Deze is onder meer inzetbaar voor<br />

digitaal gecontroleerd powermanagement,<br />

instrument- en motorbesturing en intelli-


gente remote sensoring in satellieten. ales<br />

ontwikkelt het Asic binnen een door Esa ge-<br />

nancierd project. Daarbij werkt het samen<br />

met Imec en de Leuvense chipontwerper<br />

ICSense, die alle analoge en mixed-signal<br />

blokken voor zijn rekening neemt.<br />

De DPC is een generieke vermogenscontrollerchip<br />

met vier processoren. Daarnaast<br />

heeft hij een aantal nauwkeurige ADC’s en<br />

DAC’s, instrumentatieversterkers en signaalconditionering,<br />

klokken en PLL’s, regulatoren,<br />

een DC-DC-converter en hoogspanningsdrivers<br />

voor externe aansturingen aan<br />

boord. Het Asic is ontworpen voor een totale<br />

stralingsdosis (total ionising dose, TID) van<br />

100 krad. De chip kan blijven werken zonder<br />

single-event-eecten bij een inslag van deeltjes<br />

met een energie van 60 MeVcm 2 /mg.<br />

De grootste uitdagingen voor stralingshard<br />

analoog ontwerp zijn de TID en de<br />

single-event-transiënten (SET’s). De maatregelen<br />

om de TID te kunnen garanderen,<br />

zorgen er onder meer voor dat de drempel-<br />

spanning van de transistoren verschuift. Dit<br />

eect is nog niet opgenomen in de beschikbare<br />

simulatiemodellen. Het maken van<br />

deze modellen en de nodige tests staan op de<br />

Dare-roadmap. Met het oog op de TID houdt<br />

ICSense voor een aantal ontwerpparameters<br />

extra marges aan boven op de procesvariaties.<br />

Door het gebruik van dunne-oxidetechnologie<br />

beperkt dit probleem zich tot totale<br />

doses van een paar honderd krad.<br />

Bij een SET slaat een geladen deeltje in op<br />

het Asic, waarbij het lokaal zijn lading vrijgeeft<br />

en dus het circuit verstoort. Dit vormt<br />

een grotere uitdaging voor analoog ontwerp<br />

omdat het onder meer kan leiden tot verkeerde<br />

beslissingen bij comparatoren, tot glitches<br />

in klokken, tot foute samples in ADC’s en tot<br />

instabiliteit in bandgapreferenties. Een minimale<br />

maatregel is het leggen van extra substraatcontacten<br />

en guard rings. Dit vermindert<br />

ook de kans op een mogelijk destructieve<br />

single-event-latch-up (SEL), een soort kortsluiting.<br />

Dare verplicht het toepassen van<br />

Dare voor infrarooddetectie in de ruimte<br />

De Leuvense systeemchipontwerper Easics gaat de Dare-bibliotheek van Imec toepassen<br />

om het digitale deel van een Asic-prototype te ontwikkelen voor een grote array<br />

van Nir/Swir-detectoren. De chip is bedoeld voor gebruik in wetenschappelijke en<br />

aardobservatiemissies van opdrachtgever Esa. Daartoe moet hij niet alleen stralingshard<br />

zijn maar ook werken bij 77 kelvin. Verder krijgt het Asic een volledig programmeerbare<br />

sequencer en een 16 bit ADC-keten.<br />

De supervisie over het achttien maanden durende project is in handen van Caeleste.<br />

Deze Antwerpse beeldsensorspecialist verzorgt tevens het analoge design. Easics is<br />

behalve voor het digitale ontwerp ook verantwoordelijk voor het testsysteem. Derde<br />

partner is de Britse elektronicaleverancier Selex Galileo, die zijn infrarood- en cryogene<br />

kennis inbrengt en assisteert bij de (cryogene) tests en de evaluatie. Na het<br />

prototype willen de drie een industriële versie maken die het ontwerp van infraroodinstrumenten<br />

voor ruimtevaarttoepassingen moet vereenvoudigen.<br />

deze lay-outregels. Voor de meeste circuits is<br />

dit echter niet voldoende en zijn andere technieken<br />

nodig, zoals lokale ltering, analoge<br />

redundantie, majority voting en replica biasing.<br />

In het DPC-project met ales Alenia<br />

Space heeft ICSense dergelijke maatregelen<br />

genomen in alle kritieke circuits. Filtering en<br />

redundantietechnieken beperken het eect<br />

van een SET in de 13 bit ADC tot twee samples.<br />

Dit is detecteerbaar door en oplosbaar<br />

in de digitale verwerking. Omdat glitches in<br />

de systeemklok ondetecteerbare systeemfouten<br />

en locks kunnen veroorzaken, is het<br />

ook zeer belangrijk dat de PLL ongevoelig is<br />

voor SET’s. Met een arsenaal aan technieken<br />

heeft ICSense de PLL en de referentieklok<br />

van de DPC stralingshard kunnen maken.<br />

Ook instabiliteit van en glitches in de referenties<br />

heeft het zo voorkomen. ICSense<br />

heeft inmiddels de eerste stappen gezet om<br />

de technieken te patenteren.<br />

De gestructureerde analoge ontwerpomgeving<br />

van ICSense biedt de mogelijkheid<br />

om op willekeurige of zorgvuldig gekozen<br />

circuitknopen SET’s te genereren voor verschillende<br />

soorten geladen deeltjes. Zo is het<br />

eect van de analoge technieken te kwanticeren<br />

bij variaties in proces, temperatuur en<br />

spanning. Gebruikers van de omgeving hoeven<br />

niet te wachten op stralingstests om de<br />

hardheid van het circuit te kennen.<br />

Met deze design- en simulatietechnieken<br />

maakt ICSense niet alleen Asics voor<br />

satellieten maar ook voor medische en andere<br />

toepassingen die zeer betrouwbaar en<br />

veilig moeten zijn omdat er levens van af<br />

kunnen hangen. De geteste en gekwaliceerde<br />

analoge en mixed-signal circuits die<br />

het met Dare ontwerpt, komen via Imec beschikbaar<br />

als IP-blokken.<br />

10 | 39


40 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> Ruimtevaart<br />

De Ariane 5-raket, het Mars-karretje<br />

Curiosity, het internationale ruimtestation<br />

ISS, de Hubble-telescoop,<br />

allemaal ruimtevaartsystemen die tot de<br />

verbeelding spreken. Het ontwerp ervan is<br />

een enorme onderneming. We hebben het<br />

dan niet zozeer over de imposante fysieke<br />

gestalte van dergelijke satellieten, raketten<br />

of robots, maar met name over de software.<br />

Waar software in de jaren tachtig slechts<br />

een bescheiden rol speelde, zijn moderne<br />

systemen bijna vliegende computerprogramma’s.<br />

De Voyager 1 in 1977 bevatte<br />

bijvoorbeeld maar twee kilobyte aan code,<br />

de Mars Pathnder in 1997 al 175 KB. Deze<br />

groeitrend is exponentieel.<br />

Tegelijk levert de moderne besturingssoftware<br />

een ongekende nauwkeurigheid<br />

en betrouwbaarheid. Maatregelen<br />

als redundantie, foutdetectie en -correctie<br />

maken verre interplanetaire verkenningsmissies<br />

mogelijk. Daarnaast zorgen<br />

nauwkeurigere algoritmes voor strakkere<br />

vluchtbanen, waardoor navigatiesystemen<br />

zoals GPS locaties met centimeterprecisie<br />

kunnen bepalen. Het gaat dus om uiterst<br />

kritieke software.<br />

Een rigoureus vericatie- en validatietraject<br />

houdt de risico’s, correctheid en<br />

functionaliteit van deze complexe software<br />

binnen strikte grenzen. Toegesneden ontwerp-<br />

en analysetechnieken gaan na of bijvoorbeeld<br />

de softwarearchitectuur, redundantiestrategieën<br />

en protocollen afdoende<br />

zijn. Het arsenaal is in de loop der jaren<br />

ink gegroeid: peerreviews en uitgebreide<br />

testprogramma’s om de softwarekwaliteit<br />

te garanderen, wachtrijtechnieken en simulaties<br />

om iets te kunnen zeggen over de<br />

eciëntie, foutbomen en FMEA-tabellen<br />

om de causale verbanden tussen fouten in<br />

componenten en in systeemonderdelen te<br />

benadrukken en te kwanticeren en Matlab/Simulink<br />

om continue processen te<br />

Ruimtevaartsoftware ideale<br />

proeftuin voor formele methoden<br />

Het Esa-project Compass beoogt een geïntegreerde, coherente aanpak te<br />

ontwikkelen voor het ontwerp en de analyse van ruimtevaartsoftware. In dit<br />

artikel geven de betrokken onderzoekers van de RWTH Aachen een impressie van<br />

de gekozen benadering en de resultaten.<br />

Joost-Pieter Katoen Viet Yen Nguyen<br />

simuleren, zoals temperatuur- en energieregeling<br />

– uitermate belangrijk voor apparaten<br />

die bijna volledig zijn aangewezen op<br />

zonne-energie.<br />

Maar hoe is de consistentie tussen de<br />

verschillende analyseresultaten gewaarborgd?<br />

Wat is de relevantie van een lage<br />

foutkans in een foutboomanalyse als het<br />

model waarop deze analyse is gebaseerd de<br />

belangrijkste eciëntiebottlenecks buiten<br />

beschouwing laat? Hoe kan een simulatie<br />

van de drukregeling in een raket betrouwbaar<br />

zijn als het onderliggende model essentiële<br />

componenten van de besturingssoftware<br />

niet in detail meeneemt?<br />

Deze vragen waren voor Esa reden een<br />

programma te initiëren om een geïntegreerde,<br />

coherente aanpak te ontwikkelen.<br />

In 2008 zijn wij deze uitdaging aangegaan.<br />

Met de Embedded Systems-groep van het<br />

Italiaanse onderzoeksinstituut Fondazione<br />

Bruno Kesler en de R&D-afdeling van ’s<br />

werelds grootste satellietproducent ales<br />

Alenia Space hebben wij onze krachten gebundeld<br />

in het Europese Compass-project<br />

(Correctness, Modeling and Performance of<br />

Aerospace Systems, zie kader).<br />

Honderd procent betrouwbaar<br />

Als uitgangspunt voor de modellering hebben<br />

we de Architecture Analysis & Design<br />

Language (AADL) genomen. Deze (merendeels)<br />

door de automobielindustrie en de<br />

lucht- en ruimtevaartsector ontwikkelde<br />

en inmiddels gestandaardiseerde modelleringstaal<br />

ondersteunt de beschrijving van<br />

software- én hardwarecomponenten, zoals<br />

processoren, communicatiebussen, multithreads<br />

en processen. Dat kan zowel in een<br />

tekstuele als in een grasche notatie.<br />

AADL maakt een duidelijk onderscheid<br />

tussen interface en intern gedrag. Het gedrag<br />

van componenten modelleren we met<br />

behulp van automaten, terwijl we de hiërar-<br />

chie kunnen representeren als een eenvoudige<br />

variant van de bestaande hiërarchie in<br />

UML-toestandsdiagrammen. Componenten<br />

kunnen dus diverse subcomponenten<br />

hebben, oftewel: details zijn op diverse niveaus<br />

te beschrijven.<br />

Een componentmodel in AADL bestaat in<br />

feite uit twee delen: het nominale en het errorgedrag.<br />

Het nominale gedrag beschrijft<br />

hoe de component zich gedraagt als er geen<br />

fouten optreden. Dit is doorgaans deterministisch.<br />

Het errorgedrag geeft aan met welke<br />

frequentie fouten kunnen optreden. De<br />

koppeling van beide delen maakt het mogelijk<br />

voor een fout aan te geven welke invloed<br />

deze heeft op het systeemgedrag. Dit heet<br />

ook wel foutinjectie.<br />

Een belangrijke feature van AADL is de<br />

mogelijkheid om dynamische connecties<br />

te leggen tussen componenten. Hierdoor<br />

kunnen bij het uitvallen van systeemcomponenten<br />

redundante tegenhangers hun<br />

taak direct overnemen, waarbij ze meteen<br />

op de juiste manier zijn verbonden met het<br />

resterende systeem. Binnen het Compassproject<br />

hebben we hier een aantal mogelijkheden<br />

aan toegevoegd. Zo zijn continue<br />

variabelen zoals temperatuur en druk nu te<br />

beschrijven met (eenvoudige) dierentiaalvergelijkingen<br />

en fouten te modelleren met<br />

stochastische modellen.<br />

Hoewel deze uitbreidingen in de praktijk<br />

relevant blijken, is een andere bijdrage<br />

wellicht nog belangrijker: we hebben AADL<br />

uitgerust met een formele semantiek. Met<br />

andere woorden: we hebben een precieze,<br />

wiskundige interpretatie gegeven aan wat<br />

we in (de uitgebreide versie van) de taal<br />

kunnen modelleren. Het belang hiervan is<br />

niet alleen wetenschappelijk. Sterker nog:<br />

in onze losoe kunnen we betrouwbare<br />

analyses alleen uitvoeren als we precies<br />

vastleggen welk wiskundig model eraan ten<br />

grondslag ligt.


Illustratie: Esa/P. Carril<br />

Het heeft even geduurd om de geldschieter<br />

en de industriële partner in het project<br />

hiervan te overtuigen en het heeft ook geleid<br />

tot een eenmalige kleine vertraging,<br />

maar zoals zo vaak komt het zoete achteraf:<br />

de analyses zijn honderd procent betrouwbaar.<br />

Zo stelden we aanvankelijk een fout<br />

in de foutboomanalyse vast, die uiteindelijk<br />

echter bij een commerciële tool bleek<br />

te liggen die we ter vergelijking gebruikten.<br />

Kortom: investeren in een formele semantiek<br />

loont zeker de moeite.<br />

Klik-en-sleepomgeving<br />

Het gedrag van het hele systeem en zijn<br />

software doorgronden we met verschillende<br />

analyses. Het begint met functionele<br />

correctheid. Met simulatie- en modelcheckingtechnieken<br />

controleren we of<br />

het systeem de functionele requirements<br />

naleeft. Aan de hand van het systeemmodel,<br />

inclusief foutinjecties, genereert<br />

onze tool vervolgens foutbomen en<br />

FMEA- tabellen (failure mode and eects<br />

analysis). Deze automatisering bespaart<br />

de ingenieurs veel werk, aangezien zij de<br />

analyses in de huidige praktijk handmatig<br />

uitwerken. Uit een complex AADL-model<br />

voor een moderne satelliet hebben we bijvoorbeeld<br />

foutbomen van ongeveer zeventig<br />

elementen volledig automatisch gegenereerd.<br />

Het is een hele klus om dit secuur<br />

met de hand te doen.<br />

Onze tool kan ook de uitvalskansen berekenen<br />

van kritieke gebeurtenissen, zoals<br />

een zonne-eclips of stralingsdefecten aan<br />

de zonnepanelen. Daarnaast is het foutbeheersingssubsysteem<br />

tot in de puntjes<br />

door te lichten. Het gereedschap gaat na of<br />

er voldoende sensoren aanwezig zijn in het<br />

ontwerp om specieke fouten te herkennen.<br />

Het rekent tevens uit welke sensoren<br />

worden geactiveerd bij een foutinjectie en<br />

relateert dit in de vorm van een foutboom.<br />

Compass<br />

Het Compass-project (Correctness, Modeling and Performance of<br />

Aerospace Systems) heeft het Europese ruimtevaartagentschap Esa in<br />

2008 uitgeschreven aan de RWTH Aachen, Fondazione Bruno Kessler en<br />

ales Alenia Space. Het doel is een coherente en integrale aanpak op te<br />

stellen voor het ontwerp, de vericatie en de validatie van ruimtevaartsystemen,<br />

in het bijzonder van hun besturingssoftware. Op basis van de<br />

industriële standaard AADL hebben de partners een toolset ontwikkeld<br />

die de modernste formele methoden uit de academische wereld integreert.<br />

Deze gereedschapskist hebben ze uitgebreid toegepast op industriële<br />

casestudy’s. Het R&D-project is onderdeel van Esa’s Technology<br />

Research-programma, dat zich ten doel stelt technieken te ontwikkelen<br />

ter realisatie van de toekomstige generatie ruimtevaartsystemen.<br />

compass.informatik.rwth-aachen.de<br />

Ten slotte bepaalt het of de herstelstrategie,<br />

gegeven een geïnjecteerde fout, slaagt.<br />

Ten grondslag aan deze analyses liggen<br />

de modernste, in eigen huis ontwikkelde<br />

model-checkers NuSMV en MRMC. Aan<br />

de hand van de formele semantiek rekent<br />

NuSMV alle bereikbare toestanden uit,<br />

om vervolgens de gewenste foutbomen,<br />

FMEA-tabellen en vericatierapportages<br />

te extraheren. Deze toestandsruimte groeit<br />

explosief. Enkele biljoenen toestanden is<br />

geen uitzondering. Symbolische representaties,<br />

slimme minimalisatietechnieken en<br />

geavanceerde algoritmes houden deze gigantische<br />

omvang behapbaar voor een gemiddeld<br />

werkstation.<br />

Voor de stochastische analyses hebben<br />

we een brug geslagen tussen NuSMV en<br />

MRMC. MRMC rekent kansen uit zoals de<br />

waarschijnlijkheid dat de druk in een raket<br />

binnen twee uur een kritiek niveau aanneemt.<br />

Dit doet de tool met een geavanceerde<br />

combinatie van model-checking en numerieke<br />

algoritmes uit de lineaire algebra.<br />

Het geheel is volledig grasch te bedienen,<br />

met een klik-en-sleepomgeving om<br />

de modellen te construeren. Requirements<br />

speciceren we met behulp van patterns, in<br />

feite zinnen in natuurlijke taal waarin de<br />

ingenieurs alleen kleine wijzigingen hoeven<br />

aan te brengen. Dit zorgt voor een aanmerkelijke<br />

verlaging van de drempel om zulke<br />

eisen op te schrijven.<br />

Enorme helderheid<br />

ales Alenia Space heeft het AADL-dialect<br />

en de analysetoolset die de modellen<br />

verwerkt intensief geëvalueerd vanuit een<br />

industrieel perspectief. Dit is gebeurd aan<br />

de hand van diverse cases, waaronder de<br />

temperatuurregeling van enkele satellietsubsystemen.<br />

De resultaten waren zo bemoedigend<br />

dat het licht op groen ging voor<br />

vervolgonderzoek. Hierin staat een nieuwe<br />

grote casestudy centraal: het modelleren en<br />

analyseren van een satelliet die momenteel<br />

in ontwikkeling is voor een missie die in de<br />

komende jaren wordt gelanceerd.<br />

Parallel aan deze Esa-missie hebben we<br />

in zes maanden een eigen satellietmodel<br />

gebouwd en geanalyseerd. Dit model omvat<br />

bijna negentig systeemcomponenten en<br />

twintig foutmodellen. Het telt een kleine<br />

vijftig miljoen nominale toestanden, een<br />

aantal dat nog een factor tien tot tweehonderdduizend<br />

groter wordt afhankelijk van<br />

welke fouten we injecteren. Het modelleren<br />

is een eenmalige investering; de analyses<br />

doet de toolset daarna automatisch.<br />

Terwijl de ingenieurs de validatie uitvoerden<br />

met de gebruikelijke technieken, hebben<br />

wij ons gereedschap ingezet. De conclusie is<br />

veelbelovend. In het bijzonder levert de enorme<br />

mate van automatisering van onze analyses<br />

een substantiële tijdwinst op. Daarnaast<br />

scheppen de formele technieken in een vroeg<br />

stadium (nog voor de codegeneratie) enorme<br />

helderheid in het systeemgedrag.<br />

Vijf jaar intensief onderzoek heeft aangetoond<br />

dat formele methoden, in dit geval<br />

een AADL-dialect met een precieze interpretatie<br />

plus een heel scala aan geautomatiseerde<br />

state-of-the-art analyses, dergelijke<br />

praktische softwarevraagstukken in de<br />

ruimtevaartindustrie kunnen aanpakken.<br />

Ons project heeft inmiddels de aandacht<br />

getrokken van verschillende buitenlandse<br />

instanties (met name ook buiten de EU).<br />

Daarnaast heeft het geleid tot de lancering<br />

van verschillende vervolgprojecten voor de<br />

Esa en tot diverse nieuwe wetenschappelijke<br />

onderzoeksvragen.<br />

Joost-Pieter Katoen is hoogleraar softwaremodellering<br />

en -vericatie aan de RWTH Aachen.<br />

Viet Yen Nguyen is onderzoeker bij diens groep.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

10 | 41


42 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

De meeste mensen kennen ze als drones,<br />

maar ocieel heten ze remotely piloted<br />

aircraft systems (RPAS’en): op afstand<br />

bestuurde luchtvaartuigen met grondstation.<br />

Een algemenere benaming is unmanned<br />

aircraft systems (UAS’en); die geldt zowel<br />

voor de op afstand bestuurde als voor de<br />

autonoom vliegende onbemande toestellen.<br />

Onbemande luchtvaart is de laatste tijd veel<br />

in het nieuws, en niet altijd gunstig: Amerikaanse<br />

militairen gebruiken drones op<br />

grote schaal in het Midden-Oosten, niet alleen<br />

voor verkenningsmissies maar ook als<br />

wapen, om tegenstanders uit te schakelen.<br />

Vanuit militair oogpunt ideaal: een onbemand<br />

vliegtuig is veel goedkoper dan een<br />

bemand, is sneller inzetbaar, wordt veilig bestuurd<br />

vanuit een mission control centre duizenden<br />

kilometers verderop en kost nooit<br />

mensenlevens aan eigen kant.<br />

Het publiek heeft er gemengde gevoelens<br />

over. Sommige politici roepen zelfs op<br />

deze wapens te verbieden. De ontwikkeling<br />

is echter niet meer te stoppen. Het goede<br />

nieuws is dat militairen de ontwikkeling<br />

van nieuwe technologie vaak in een versnelling<br />

brengen, waardoor ook vreedzame<br />

en nuttige toepassingen binnen bereik komen.<br />

Dat is precies wat er gebeurt: de civiele<br />

markt heeft de mogelijkheden van UAS’en<br />

inmiddels ontdekt en wereldwijd springen<br />

ondernemers erin. Het is booming business<br />

aan het worden.<br />

Speelgoed!<br />

Het huidige aanbod aan UAS’en is zelfs<br />

overstelpend te noemen. De ‘nano’s’ (onder<br />

de honderd gram) en de ‘micro’s’ (honderd<br />

tot duizend gram) zijn zelfs te koop in de<br />

speelgoedwinkel. Op één batterij kan zo’n<br />

toestelletje een minuut of twintig in de<br />

Expertisecentrum NLR ondersteunt stormachtige ontwikkeling<br />

Iedereen wil onbemande vliegtuigjes<br />

Onbemande luchtvaart zit in de lift, en niet alleen bij militairen: het aantal<br />

civiele toepassingsmogelijkheden stijgt snel en tientallen bedrijven hebben zich<br />

al op deze markt gestort. Alleen, om de markt open te breken, moet er nog wel<br />

wat gebeuren: de gebruiksvriendelijkheid en de veiligheid van de toestellen<br />

laten nog te wensen over en er is dringend behoefte aan adequate regelgeving.<br />

Om het proces in Nederland te begeleiden, heeft het Nationaal Lucht- en<br />

Ruimtevaartlaboratorium (NLR) een landelijk expertisecentrum opgericht.<br />

Jan Kees van der Veen<br />

lucht blijven. Veel nuttigs valt er meestal<br />

niet mee te doen behalve de buren de stuipen<br />

op het lijf jagen. De grootste UAS’en, de<br />

militaire, zijn al echte vliegtuigen van meer<br />

dan tien ton en een spanwijdte van veertig<br />

meter. Ze hebben een straalmotor, kunnen<br />

met lading duizenden kilometers aeggen<br />

en kosten wel honderd miljoen dollar per<br />

stuk. Tussen deze twee uitersten is de laatste<br />

vijf à tien jaar, vooral in de categorie micro-<br />

en mini-UAS’en (tot 25 kg), een bonte<br />

familie ‘vliegende objecten’ op de markt gekomen:<br />

helicopterachtigen met twee, drie,<br />

vier, zes of acht rotoren, propellervliegtuigjes<br />

in vele vormen, ronddraaiende vleugels<br />

en klapvleugeligen (ornithopters); de variëteit<br />

in afmetingen, vliegeigenschappen,<br />

toepassingsmogelijkheden, leveranciers en<br />

prijskaartjes is groot.<br />

Afgezien van de militaire drones was<br />

tot pakweg tien jaar geleden het experimenteren<br />

met radiograsch bestuurbare<br />

vliegtuigjes voorbehouden aan hobbyisten:<br />

de modelvliegtuigbouwers. Voor professionele<br />

toepassingen was de technologie<br />

ongeschikt: de afstandsbesturing was complex<br />

en de vliegtuigjes konden weinig of<br />

geen nuttige lading meenemen. Dat veranderde<br />

begin deze eeuw toen elektronica zo<br />

klein, licht en goedkoop was geworden dat<br />

een mini-UAS een GPS-ontvanger en een<br />

videocamera kon meenemen. Toen ook de<br />

gebruikersinterface steeds eenvoudiger<br />

werd, kwam commercieel gebruik in zicht.<br />

Was vroeger ink training nodig om een<br />

hobbyvliegtuigje in de lucht te houden, tegenwoordig<br />

is een toestel als de populaire<br />

AR.Drone van driehonderd euro al vanaf<br />

een Ipad te besturen – leertijd tien minuten.<br />

Maar om van de onbemande luchtvaart<br />

echt een commercieel succes te maken, is<br />

zelfs dat nog niet goed genoeg. Er zijn nu<br />

systemen op de markt waarbij de gebruiker<br />

waypoints kan invoeren en het toestel middels<br />

GPS automatisch van het ene punt naar<br />

het andere kan laten vliegen.<br />

Het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium<br />

(NLR) is een van de grote technologische<br />

instituten in Nederland, met<br />

650 medewerkers in vestigingen in Amsterdam<br />

en Flevoland. In 2006 kwam het tot de<br />

conclusie dat er voor hen een taak lag op<br />

het gebied van de onbemande luchtvaart.<br />

Senior R&D-manager Gerald Poppinga herinnert<br />

zich hoe het begon. ‘Een van onze<br />

medewerkers had bij Toys-R-Us een X-Ufoquadrocopter<br />

gekocht, een mini-UAS van<br />

een paar honderd gram, met vier rotoren.<br />

Hij ging er op het werk mee experimenteren,<br />

buiten de normale werkuren, want er<br />

was geen geld voor dit soort activiteiten. Al<br />

snel ontstond er een club enthousiastelingen<br />

omheen. De reactie van de organisatie<br />

was eerst hoongelach – speelgoed! – tot we<br />

ons realiseerden dat hier een werkgebied lag<br />

voor het NLR. Het resulteerde in de oprichting<br />

van het UAS Lab.’<br />

Luchtwaardigheid<br />

Het NLR rekent alle onbemande luchtvaartuigen<br />

tot zijn aandachtsgebied (in<br />

het bijzonder die tot honderdvijftig kilo),<br />

maar het UAS Lab richt zich speciaal op de<br />

micro’s en de mini’s tot ongeveer 25 kilo.<br />

Een onstuimige groeimarkt met een wereldwijde<br />

opensource-hobbyistengemeenschap<br />

en grote commerciële belangstelling, maar<br />

tegelijkertijd met belemmeringen door nog<br />

niet volmaakte technologie en achterlopende<br />

regelgeving. Het NLR denkt juist in deze<br />

markt een sleutelrol te kunnen vervullen<br />

tussen aanbieders, eindgebruikers en over-


heid. De UAS Lab-bemanning omvat vier<br />

fte’s en gemiddeld vijf studenten en kan<br />

zich verheugen in een stijgend aantal onderzoeksopdrachten.<br />

De veiligheid van UAS’en staat hoog op<br />

de prioriteitenlijst. Poppinga: ‘Met GPS is<br />

het navigeren sterk verbeterd, maar helaas<br />

werkt dat niet goed in een stedelijke omgeving,<br />

doordat GPS-signalen reecteren tegen<br />

gebouwen. De ‘gezagvoerder’ moet dan<br />

handmatig vanaf de grond vliegen, op zicht.<br />

Het kan ook met het beeld van een boordvideocamera,<br />

maar dit staan de luchtvaartautoriteiten<br />

niet toe. Als je zo vliegt, zie je<br />

veel minder dan een piloot in de cockpit,<br />

die alle kanten op kan kijken, en het gevaar<br />

voor botsingen is levensgroot. Een ander<br />

punt: wat doe je bij motorpech of als de<br />

datalink plotseling wegvalt? Er verschijnen<br />

wel regelmatig nieuwe technische vondsten<br />

om deze problemen weg te nemen, maar feit<br />

is dat veiligheid bij UAS’en nog steeds veel<br />

aandacht vereist.’<br />

Ook is de technologie op veel punten nog<br />

niet rijp. Zo is er nog geen standaardisatie<br />

rond de UAS-datalink. Meestal worden<br />

de 2,4- en 5-GHz-(Wi-)banden gebruikt,<br />

maar daarvoor is het zendvermogen wettelijk<br />

gelimiteerd, wat de actieradius van de<br />

toestellen beperkt. Voor een groter bereik<br />

Civiele toepassingsmogelijkheden<br />

UAS’en zijn bij uitstek geschikt om vanuit de lucht saaie, gevaarlijke of vuile klussen uit<br />

te voeren. Men noemt dit ook wel 3D: dull, dangerous, dirty. Hieronder een aantal voorbeelden<br />

van belangrijke toepassingen.<br />

• Politie: monitoren van massale evenementen (crowd control), luchtfoto’s maken van locaties<br />

van verkeersongevallen en misdrijven, helpen bij zoekacties vermiste personen<br />

• Brandweer: in kaart brengen van (bos)branden zodat materiaal eectiever kan worden<br />

ingezet<br />

• Bouwsector: inmeten van gebouwen en civiele werken<br />

• Kadaster: inmeten kavels, vaststellen grenzen<br />

• Dijkbewaking: luchtpatrouilles<br />

• Pijpleidingen: luchtpatrouilles om te controleren op graafwerkzaamheden<br />

• Landbouw: inspectie van akkers voor gerichte kunstmestdosering of besproeiing (precision<br />

farming) of signaleren van illegale wietteelt<br />

• Entertainment: reportages popfestivals en sportevenementen, lmindustrie<br />

• Pakhuis: intern pakkettransport<br />

zou UMTS in aanmerking komen, maar<br />

daar kleven weer andere nadelen aan. Voor<br />

commerciële en militaire systemen zijn diverse<br />

zendfrequenties in gebruik, waarvoor<br />

per land afzonderlijke afspraken gemaakt<br />

moeten worden. Recentelijk is internationaal<br />

overleg begonnen om een frequentieband<br />

aan UAS toe te wijzen, maar dit proces<br />

kan nog vele jaren duren. En dan gaat<br />

het alleen nog maar om de datalink voor<br />

de besturing, niet om de videoverbinding.<br />

Verder valt er nog veel te winnen met een<br />

standaard besturingsplatform waarop bestaande<br />

en nieuwe boordapplicaties voor<br />

UAS’en kunnen draaien. Een veelbelovende<br />

kandidaat is het Robot Operating System<br />

(Ros) van Willow Garage. Het UAS Lab ontwikkelt<br />

hier applicaties op.<br />

Het grootste probleem is echter toch wel<br />

de regelgeving, die achterloopt op de nieuwste<br />

ontwikkelingen. ‘Alle activiteiten met<br />

luchtvaartuigen, ook onbemande, moeten<br />

in Nederland voldoen aan de Wet <strong>Luchtvaart</strong>’,<br />

aldus Jan-Floris Boer, op het NLR<br />

gespecialiseerd in luchtvaartwetgeving.<br />

‘Er moet voor het toestel een bewijs van<br />

luchtwaardigheid zijn afgegeven, de gezagvoerder<br />

moet een vliegbrevet hebben, ook<br />

al staat hij zelf op de grond, er moet ontheng<br />

zijn om niet vanaf een luchthaven<br />

10 | 43


Mark your<br />

calendar<br />

44 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

te mogen opstijgen en landen. Voor modelvliegtuigbouwers<br />

bestaat een speciale regeling,<br />

maar dan heb je het over recreatieve<br />

vluchten. Beroepsmatig vliegen, met name<br />

voor observatiedoeleinden – privacywetgeving!,<br />

is een ander verhaal. Op dit moment<br />

beoordeelt de Inspectie Leefomgeving en<br />

Transport ieder aangemeld RPAS individueel.<br />

Zeer tijdrovend en arbeidsintensief,<br />

maar het is niet anders. Er wordt hard gewerkt<br />

aan regelgeving voor UAS’en en het<br />

NLR assisteert daarbij.’<br />

De drones zijn het speelgoedstadium<br />

voorbij. Ze worden intelligenter en zijn<br />

steeds beter toegerust om tal van nuttige<br />

taken uit te oefenen. Maar de kans dat de<br />

hemel binnen enkele jaren al zwart ziet<br />

van de onbemande vliegtuigjes is klein: de<br />

technologie is nog niet uitgerijpt, de veiligheidsaspecten<br />

zijn nog onvoldoende in<br />

kaart gebracht en de regelgeving is nog lang<br />

niet klaar.<br />

April 2013<br />

Wk Mon Tue Wed Thu Fri Sat Sun<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

1 2 3 4 5 6 7<br />

8 9 10 11 12 13 14<br />

15 16 17 18 19 20 21<br />

22 23 24 25 26 27 28<br />

29 30<br />

High-Tech Systems is all about collaboration<br />

Brainport Industries, DSPE, Syntens and Techwatch<br />

welcome their German partners Produktion NRW and VDE<br />

De quadrocopter<br />

De quadrocopter is het meest populaire goedkope mini-UAS van dit moment. Hij<br />

heeft vier rotoren, elk aangedreven door een kleine borstelloze elektromotor met<br />

regelbaar toerental. Elektromotoren reageren snel op commando’s en maken het<br />

toestel wendbaar; verbrandingsmotoren zijn te traag en ongeschikt voor dit type<br />

UAS’en. De rotoren verzorgen de lift, maar ook de horizontale verplaatsing: door<br />

de toerentallen van rotoren onderling te laten<br />

verschillen, gaat het toestel scheef hangen en<br />

krijgt het een zijwaartse snelheidscomponent.<br />

Deze horizontale snelheid is niet erg hoog, vandaar<br />

dat de actieradius van de quadrocopter beperkt<br />

is. Met zijn lithiumpolymeeraccu’s kan hij<br />

zonder lading zo’n twintig minuten in de lucht<br />

blijven en enkele kilometers ver komen.<br />

De quadrocopter kan niet bij alle weersomstandigheden<br />

vliegen. Het grootste probleem is<br />

wind: boven windkracht 4 lukt het vaak niet meer. Bij kou presteren de batterijen<br />

een stuk slechter en kan de vliegtijd wel halveren. Een GPS-ontvanger is op een aantal<br />

modellen standaard ingebouwd. Er kan afhankelijk van het platform een payload<br />

van een paar honderd gram tot ongeveer een kilo mee, bijvoorbeeld een video-, foto-<br />

of infraroodcamera. Hoe meer lading, hoe korter de vliegtijd. Duurdere modellen<br />

hebben zes of acht rotoren. Die kunnen meer lading meenemen en verder vliegen.<br />

En nog een groot voordeel: ze storten niet meteen neer als één rotor uitvalt.<br />

www.hightechsystems.eu


<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

Onbemande vliegtuigen uitgerust met<br />

camera’s hebben de afgelopen jaren<br />

een onstuimige groei doorgemaakt.<br />

Dat wordt bijvoorbeeld onderstreept door<br />

het besluit van de Navo het afgelopen voorjaar<br />

om het Allied Ground Surveillance-systeem<br />

(AGS) door te ontwikkelen, met als<br />

belangrijk element de Global Hawk: een<br />

onbemand vliegtuig ter grootte van een<br />

Boeing 737, uitgerust met radar om van<br />

grote afstand objecten op de grond waar te<br />

nemen en te volgen. Het zijn echter de kleinere<br />

robotvliegtuigen, zowel voor civiel als<br />

militair gebruik, waar we de grootste groei<br />

zien. Tot voor kort waren dergelijke robotvliegtuigjes<br />

voorbehouden aan koopkrachtige<br />

professionele gebruikers, maar tegenwoordig<br />

liggen ze in de speelgoedwinkel en<br />

bedien je ze met je smartphone of tablet<br />

(zie pagina 42, PE).<br />

De nieuwe generaties digitale beeldvormende<br />

sensoren aan boord van deze vliegtuigjes<br />

genereren zeer grote stromen gegevens<br />

die beslissingen over inzet van mensen<br />

en middelen ondersteunen, of het nu gaat om<br />

militaire operaties, crisisbeheersing of landbouwtoepassingen.<br />

Om die ruwe sensordata<br />

te behapstukken, moeten ze snel en liefst volautomatisch<br />

worden omgezet naar bruikbare<br />

geospatiële beeldinformatie. Dat vereist een<br />

grote hoeveelheid rekenkracht. Steeds vaker<br />

kijkt de defensie-industrie hiervoor naar<br />

de civiele markt, met name naar beeldverwerkinstechnologie.<br />

Computergames zijn fotorealistisch<br />

dankzij krachtige grasche kaarten<br />

en de beschikbaarheid van onder meer<br />

NVidia’s Cuda-SDK heeft de kracht van de<br />

GPU toegankelijker gemaakt voor ontwikkelaars<br />

van niet-gamingtoepassingen (GPGPU<br />

ofwel general-purpose computing on GPU).<br />

Wanneer we oating-point operations per second<br />

(ops) als maatstaf nemen, is de rekenkracht<br />

van de GPU het afgelopen decennium<br />

wel tien keer sterker gegroeid dan die van de<br />

CPU (Figuur 1). De GPU verdringt de CPU en<br />

Gamingtechnologie verovert<br />

militaire waarnemingssystemen<br />

Autonome vliegtuigjes brengen steeds meer van de aarde in steeds meer detail in<br />

beeld. Om ook wat nuttigs te kunnen doen met die gegevens, is een sterke mate<br />

van automatisering nodig. Grafische processoren kunnen hierin een belangrijke<br />

bijdrage leveren, hoewel ze tot nog toe maar weinig meevliegen.<br />

Bob Moll Julien Lengrand-Lambert<br />

DSP in militaire sensorsystemen aan boord<br />

van vliegtuigen. Dit is serieus speelgoed.<br />

Inzet van GPU’s is met name zinvol voor<br />

toepassingen waarbij het rekenproces kan<br />

worden opgedeeld in eenvoudige, sterk repetitieve<br />

stappen die onafhankelijk en parallel<br />

kunnen worden uitgevoerd. In die gevallen<br />

worden de duizenden GPU-cores op een gra-<br />

sche kaart maximaal aangesproken.<br />

Markante punten<br />

Om foto’s en video’s van vliegtuigen en satellieten<br />

te kunnen gebruiken, is het geograsch<br />

positioneren van de beelden een<br />

van de vereiste verwerkingsstappen. De<br />

sensoren kijken vanaf een hoogte schuin<br />

naar een heuvelachtig terrein. Het beeld<br />

is daardoor vervormd en kan niet zonder<br />

meer over een kaart worden gelegd of met<br />

andere (beeld)informatie worden gecombineerd.<br />

Een van de verwerkingsstappen bestaat<br />

dus uit het corrigeren van de beelden<br />

Figuur 1: Gemeten in brute rekenkracht loopt<br />

de GPU steeds verder uit op de CPU. Op afmeting,<br />

gewicht en energieverbruik winnen de<br />

CPU en DSP het voorlopig meestal nog.<br />

zodat het lijkt alsof de sensor loodrecht<br />

naar beneden kijkt.<br />

Na deze stap kunnen de beelden wel op<br />

een kaart worden gelegd. Dit proces, waarin<br />

elke pixel uit het sensorbeeld een nauwkeurige<br />

plaatscoördinaat toegewezen krijgt, heet<br />

ortho-refereren. Traditioneel is dit een tijdrovende<br />

aangelegenheid, waarbij handmatig<br />

zogenaamde corresponderende objecten in<br />

het sensorbeeld en een kaart of referentiebeeld<br />

worden aangewezen. Dit is nodig<br />

omdat de positie van het opnamegebied op<br />

de grond met alleen sensordata enkel bij<br />

benadering kan worden berekend. Door de<br />

sterke groei van de hoeveelheid sensordata,<br />

gecombineerd met de tijdsdruk om nauwkeurige<br />

beeldinformatie snel ter beschikking te<br />

hebben, moet het ortho-refereren echter geautomatiseerd<br />

worden. Bij Spacemetric hebben<br />

we een product, Keystone, dat dit doet<br />

door sensorbeelden automatisch te correleren<br />

met een set bestaande beelden waarvan<br />

de plaatscoördinaten nauwkeurig bekend<br />

zijn. In het oude en nieuwe beeld wordt een<br />

verzameling van corresponderende paren van<br />

markante, statische punten gezocht. Denk<br />

bijvoorbeeld aan kruisingen van wegen.<br />

Op basis van een schatting wordt een uitsnede<br />

uit het referentiebeeld gemaakt: de<br />

master (zie Figuur 2). Hier wordt een kleinere<br />

uitsnede uit het sensorbeeld overheen geschoven:<br />

de template. Voor elke verschuiving<br />

wordt de mate van correlatie tussen template<br />

en master uitgerekend en weergegeven in<br />

een correlatiediagram; waar de correlatie het<br />

hoogst is, liggen ze het best over elkaar. Het<br />

correlatieproces is iteratief en rekenintensief.<br />

Omdat het daarnaast sterk repetitief<br />

is, hebben we verkennende experimenten<br />

uitgevoerd met GPU-versnelling. Daarvoor<br />

hebben we CPU- en GPU-prestaties vergeleken<br />

door een standaard Landsat-satellietbeeld<br />

te verwerken. Een Landsat-beeld<br />

is ongeveer 180 bij 180 km groot, met een<br />

grondresolutie van dertig meter. De satel-<br />

10 | 45


liet gebruikt een multispectrale sensor die<br />

zeven delen uit het kleurenspectrum afzonderlijk<br />

waarneemt. Een beeldbestand is<br />

circa 250 megabyte groot, wat illustratief is<br />

voor de hoeveelheid sensordata.<br />

Rijen en kolommen<br />

We hebben de oorspronkelijke in Java geschreven<br />

Keystone-code voor het correlatieproces<br />

in een paar dagen, zonder noemenswaardige<br />

optimalisatie, omgezet naar<br />

Cuda-code. Op een desktop-pc met gangbare<br />

GPU-kaart bedraagt de versnelling voor<br />

het uitrekenen van een enkel correlatiediagram<br />

circa 3,5 keer.<br />

In de praktijk wordt per satellietbeeld niet<br />

een enkel punt uitgerekend, maar vele tientallen<br />

punten met evenzoveel correlatiediagrammen.<br />

Door het sterk parallelle karakter<br />

van deze taak weet de GPU daar veel beter<br />

van te proteren dan de CPU. De daadwerkelijke<br />

snelheidswinst van de GPU is dus groter.<br />

De interactie tussen de Cuda- en Javadelen<br />

van de applicatie is op dit moment<br />

nog niet geoptimaliseerd en vormt nog een<br />

bottleneck voor de rekentijd. Hier is dus<br />

nog winst te behalen. Door de Cuda-code<br />

op professionele Tesla-GPU-kaarten te laten<br />

draaien in plaats van een standaard grasche<br />

kaart zijn naar verwachting nog betere<br />

rekentijden te realiseren.<br />

Ook voor de projectie van de sensorbeelden<br />

op de refentieplaatjes of kaarten kan<br />

GPU-versnelling worden ingezet. Bij dit<br />

proces moet het sensorbeeld met behulp<br />

van een hoogtemodel worden omgerekend<br />

van het eigen pixelgrid met rijen en kolommen<br />

naar de gewenste geograsche projectie.<br />

Doordat referentiebeelden, kaarten en<br />

hoogtemodellen lang niet altijd in dezelfde<br />

geograsche projectie staan, is dit proces<br />

extra complex en rekenintensief. Voor (her)<br />

projectie van beelden, hoogtemodellen en<br />

kaarten wordt gebruikgemaakt van warping,<br />

een techniek die intensief wordt toegepast<br />

in computergames om bijvoorbeeld<br />

texturen op een 3D-model te plakken.<br />

Hiermee zijn niet alleen satellietbeelden<br />

snel te verwerken, maar ook luchtvideoopnames.<br />

Die kunnen eventueel on-the-y<br />

worden verwerkt tot geospatiële informatie.<br />

Keystone is ondertussen op verschillende<br />

manieren ingezet. De Zweedse landmacht<br />

verwerkt er video-opnames mee die<br />

met een onbemand vliegend sensorsysteem<br />

worden gemaakt. In Nederland zijn demonstraties<br />

uitgevoerd met het integreren van<br />

46 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

Figuur 2: Om een luchtfoto<br />

aan een positie te koppelen,<br />

wordt een referentiedatabase<br />

met bestaande beelden<br />

gebruikt. Eerst wordt een uitsnede<br />

van het referentiebeeld<br />

gekozen (de master, a en d).<br />

Hierover wordt een kleinere<br />

uitsnede uit het sensorbeeld<br />

geschoven (de template, b en<br />

e) en voor elke verschuiving<br />

wordt de correlatie uitgerekend.<br />

In positie A is de correlatie<br />

minimaal, in positie B<br />

maximaal. Dit resulteert in een correlatiediagram dat met grijswaarden de correlatie voor elke<br />

positie weergeeft (f; donker = lage correlatie, licht = hoge correlatie). In het voorbeeld geeft het<br />

gele kruis in het diagram aan waar de correlatie maximaal is.<br />

luchtvideo-opnames in commandovoeringsystemen<br />

van de brandweer en meldkamer.<br />

Weer en wind<br />

De sterke ontwikkeling in GPU’s, met name<br />

aangezwengeld door de gaming-industrie,<br />

heeft ertoe geleid dat grasche processoren<br />

steeds meer binnen de avionica worden toegepast.<br />

De Amerikaanse luchtmacht heeft bijvoorbeeld<br />

afgelopen zomer een opdracht van<br />

drie miljoen dollar geplaatst bij het bedrijf<br />

MotionDSP om GPU’s te gebruiken voor de<br />

verwerking van sensorbeelden. Het gaat om<br />

een sensor die vanuit de lucht grote gebieden<br />

gedetailleerd in beeld brengt. De sensor is samengesteld<br />

uit meerdere arrays, waarvan een<br />

computer de data op het vliegende platform<br />

combineert tot een mozaïekbeeld. NVidia is<br />

een van de investeerders in MotionDSP.<br />

Ook bij Spacemetric denken we dat GPUondersteuning<br />

in de toekomst nodig is om<br />

live videostromen te kunnen ortho-refereren<br />

en te projecteren op een geograsche<br />

ondergrond omdat de hoeveelheden data<br />

alsmaar blijven toenemen. Hedendaagse<br />

sensoren produceren al videodatastromen<br />

met 25 of 30 frames per seconde in HDkwaliteit<br />

en de trend is om nog grotere<br />

frames te gebruiken.<br />

Meer dan voor systemen op de grond spelen<br />

voor vliegtuigen echter ook kenmerken<br />

als afmeting, gewicht en energieverbruik<br />

een rol. Vooralsnog scoren GPU-systemen<br />

minder goed op een of meerdere van deze<br />

kenmerken dan systemen gebaseerd op<br />

CPU’s en DSP’s. Voor grote en middelgrote<br />

vliegtuigen is er al wel commercieel beschikbare<br />

avionica met GPU-ondersteuning,<br />

maar voor de (zeer) kleine vliegtuigen – zoals<br />

de robotvliegtuigjes uit de speelgoedwinkel<br />

– is dit nog niet het geval.<br />

De groei van het volume aan sensordata is<br />

echter sterker dan de groei van bandbreedte.<br />

Waar sensordataverwerking voorheen<br />

volledig op de grond werd uitgevoerd, nopen<br />

bandbreedtebeperkingen ertoe de dataverwerking<br />

steeds meer op het vliegtuig<br />

of de satelliet uit te voeren. Interessant is<br />

dan ook de vraag hoe lang het duurt voordat<br />

GPU-processing aan boord van kleinere<br />

vliegtuigen mogelijk is.<br />

Deze kleine vliegtuigen zijn bovendien<br />

gevoeliger voor weer en wind dan grotere<br />

vliegtuigen. De sensordata zijn daardoor<br />

veelal schokkerig en onscherp. Algoritmes<br />

voor beeldstabilisatie en reductie van<br />

bewegingsonscherpte bieden mogelijk<br />

uitkomst en zullen zeker baat hebben bij<br />

GPU-ondersteuning.<br />

Vliegende sensorsystemen kunnen pro-<br />

teren van de sterk groeiende rekenkracht<br />

van GPU’s. Door sterk gereduceerde onderzoeks-<br />

en ontwikkelbudgetten zullen defensietoepassingen<br />

de trends uit de consumentenmarkt<br />

volgen in plaats van sturen. Maar<br />

wellicht leiden de defensietoepassingen<br />

weer tot afgeleide producten die speciek<br />

geoptimaliseerd zijn voor de luchtvaart,<br />

waar vormfactor en energieverbruik een bepalende<br />

rol spelen.<br />

Bob Moll en Julien Lengrand-Lambert zijn<br />

respectievelijk directeur en software-engineer<br />

bij Spacemetric in Zwolle.<br />

Redactie Pieter Edelman


<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

Economische en ecologische belangen<br />

verhogen continu de druk op de luchtvaartindustrie<br />

om het brandstofverbruik<br />

van vliegtuigen drastisch te reduceren.<br />

Een schijnbaar eenvoudige manier is<br />

om toestellen de kortst mogelijke of meest<br />

eciënte route te laten vliegen tussen vertrekpunt<br />

en bestemming. Dit vergt echter<br />

aanzienlijk meer functionaliteit en intelligentie<br />

in de boordsystemen om botsingen<br />

te vermijden en de vlucht te optimaliseren.<br />

Ook de reductie van het vliegtuiggewicht<br />

leidt tot een lager brandstofverbruik en een<br />

lagere CO 2 -uitstoot. Dit kan bereikt worden<br />

door vergaande integratie zodat er met<br />

minder subsystemen een steeds groeiend<br />

aantal functies te realiseren is. Ook vanuit<br />

dit gezichtspunt zijn steeds krachtigere<br />

processoren vereist.<br />

Daarnaast blijft het belangrijkste aandachtspunt<br />

in de luchtvaart de vliegveilig-<br />

Gaat multicoretechnologie vliegen?<br />

Dat multicoretechnologie een hoge vlucht neemt in tal van markten is allang<br />

duidelijk. Fabrikanten van luchtvaartsystemen (avionica) zouden dit ook letterlijk<br />

willen nemen. Ook voor hen zijn de voordelen van multicore aantrekkelijk, maar<br />

het inzetten van de technologie in een veiligheidskritieke toepassing is lastig<br />

en tot op heden vliegt geen enkele meerkernige processor in een dergelijke<br />

gecertificeerde applicatie. Barco legt uit wat er allemaal bij komt kijken.<br />

Heikki Deschacht<br />

heid. Synthetic vision- en enhanced vision-<br />

systemen (SVS en EVS, zie kader) reduceren<br />

bijvoorbeeld aanzienlijk het risico op ongevallen<br />

op de landingsbaan en het risico om<br />

tegen een berg aan te vliegen. Beide systemen<br />

zijn complex en zeer software-intensief.<br />

Maar meer rekenkracht betekent doorgaans<br />

minder compacte subsystemen die<br />

meer energie verbruiken. En dat betekent<br />

juist weer extra gewicht: elke verbruikte<br />

watt drijft de omvang en het gewicht van<br />

koelsystemen en vermogensopwekkers op.<br />

Multicore processing is daarom een aantrekkelijke<br />

technologie in de zoektocht naar<br />

oplossingen om meer en steeds complexer<br />

wordende functies te realiseren in minder<br />

en compactere subsystemen die op hun<br />

beurt minder verbruiken. Ook bij onze avionica-afdeling<br />

bestuderen we het gebruik<br />

van multicore in veiligheidskritieke cockpitbeeldschermen.<br />

Al snel doemt hierbij echter<br />

de vraag op of multicore geschikt is voor<br />

veiligheidkritieke applicaties zoals avionica.<br />

Vandaag zijn er heel wat beperkingen op<br />

het gebruik van meerkernige processoren in<br />

dergelijke toepassingen.<br />

Vliegtuigbouwers kunnen niet zomaar de<br />

laatste technologische snues introduceren<br />

in een commercieel toestel. Nieuwe technologie<br />

wordt als onbetrouwbaar beschouwd<br />

totdat het tegendeel is bewezen. Een gezond<br />

uitgangspunt naar veiligheid toe, maar zeer<br />

conservatief naar innovatie toe. Multicoretechnologie<br />

is in deze wereld nog een vrij<br />

nieuwe trend en wordt daardoor argwanend<br />

bekeken door de certicatiedeskundigen.<br />

Bovendien is de keerzijde van de multicoremedaille<br />

vrij goed gekend. De uitvoering<br />

van software op een multicore platform is<br />

moeilijk deterministisch te maken vanwege<br />

de lastig te voorspellen interactie tussen de<br />

verschillende kernen. Terwijl determinisme<br />

10 | 47


juist een van de kernvoorwaarden is om een<br />

avionicasysteem gecerticeerd te krijgen.<br />

Daarnaast is de segregatie in tijd en ruimte<br />

tussen verschillende functies moeilijker<br />

aantoonbaar. Het falen van de ene functie<br />

mag in veel gevallen geen invloed hebben op<br />

de correcte werking van een andere functie.<br />

Ook het inzicht in de werking van de<br />

interconnecties tussen de cores is veel beperkter<br />

dan bij verbindingen tussen discrete<br />

chips. Dit is het gevolg van de beperkte<br />

informatie die chipfabrikanten publiceren<br />

over de interconnecties en de quasi-onmogelijkheid<br />

hierop te meten.<br />

Aangezien de ganse wereld naar multicore<br />

evolueert wordt het vandaag al moeilijk<br />

een deftige processor te vinden die<br />

niet over meerdere rekenkernen beschikt.<br />

Deze trend dwingt dus ook de luchtvaartindustrie<br />

op korte termijn over te stappen<br />

naar deze architectuur. In veel gevallen kan<br />

vooralsnog echter slechts één kern daadwerkelijk<br />

benut worden.<br />

Gemeenschappelijke vragen<br />

Een voorbeeld van een multicorearchitectuur<br />

die op veel belangstelling uit de avionica-industrie<br />

kan rekenen, vinden we in<br />

de QorIQ-familie van Freescale. De P4080<br />

biedt bijvoorbeeld een multicore processorplatform<br />

met acht kernen die elk over<br />

eigen L1- en L2-caches beschikken, twee<br />

geheugencomplexen met elk hun eigen L3caches,<br />

een set aan I/O-functies (Ethernet,<br />

PCI Express, Serial RapidIO, I2C, et cetera)<br />

en een zogeheten Corenet-fabric die alles<br />

onderling verbindt.<br />

48 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

Als je weet dat elke kern en de meeste<br />

I/O-functies op een onvoorspelbaar moment<br />

het initiatief kunnen nemen om<br />

met een aanzienlijke bandbreedte via de<br />

Corenet-fabric te lezen of te schrijven in het<br />

werkgeheugen, dan wordt het snel duidelijk<br />

dat er heel wat interactie ontstaat tussen de<br />

verschillende spelers. Dan komt het erop<br />

aan te weten wie op wie wacht en hoe lang<br />

dat wachten kan duren. Dit vraagstuk oplossen<br />

is een van de grote uitdagingen voor<br />

De TU Delft<br />

ontwikkelde<br />

SVS-symbologie<br />

voor Barco,<br />

dat het op een<br />

touchscreengebaseerdecockpitdemonstrator<br />

toont.<br />

de avionicafabrikanten die dergelijke Socs<br />

willen gebruiken.<br />

Daarnaast kunnen we meestal niet aantonen<br />

dat de chipfabrikant zijn multicore<br />

IC heeft ontwikkeld volgens een strikt gestandaardiseerd<br />

avionicaontwikkelproces<br />

(RTCA/DO-254). De European Aviation<br />

Safety Agency, de voornaamste organisatie<br />

waarlangs bedrijven hun producten moeten<br />

certiceren om ze op de Europese markt te<br />

zetten, vereist in zo’n geval een grote inspanning<br />

van de avionicafabrikant om aan<br />

te tonen dat het gebruik van zo’n IC geen<br />

risico met zich meebrengt. Dit gaat van het<br />

analyseren van chip-errata over het beoordelen<br />

van de maturiteit van de component<br />

tot het beoordelen van de processen toegepast<br />

door de chipmaker.<br />

Bij de selectie van een multicore IC moeten<br />

we dus rekening houden met verschillende<br />

aspecten. Als belangrijkste technische<br />

overweging is het inzicht in de geheugenorganisatie,<br />

met inbegrip van het aantal<br />

geheugencomplexen, de beschikbare bandbreedte<br />

op de interne interconnectie, arbitratiemechanismen<br />

en latency-karakteris-<br />

tieken. Daarmee kunnen de eecten van<br />

gelijktijdige transfers van en naar de geheugens<br />

worden ingeschat. Gezien de talrijke<br />

combinaties van mogelijke transfertypes<br />

is het een huzarenstuk om een worstcaseeect<br />

te voorspellen.<br />

Ook andere architecturale voor- en nadelen<br />

moeten we in de overweging meenemen.<br />

Daarnaast willen we de verhouding<br />

tussen energieverbruik en prestaties weten<br />

– we zijn immers op zoek naar manieren om<br />

energie te besparen. Het is dus van levensbelang<br />

dat de fabrikant bereid is om extra<br />

ondersteuning te geven.<br />

Freescale heeft dit snel begrepen. Sedert<br />

de introductie van de QorIQ-familie in 2009<br />

benaderden verschillende avionicabedrijven<br />

de chipmaker met dezelfde vragen. Dit<br />

resulteerde uiteindelijk in een werkgroep,<br />

Multicore for Avionics (MCFA) genaamd.<br />

Hier nemen intussen tientallen avionicabedrijven<br />

aan deel, waaronder Barco. Binnen<br />

deze werkgroep beantwoordt Freescale de<br />

gemeenschappelijke vragen aan alle deelnemers<br />

tegelijkertijd. Dit is voor iedereen een<br />

eciëntere aanpak dan een individueel antwoord<br />

aan elk bedrijf. Tevens licht Freescale<br />

een tipje van de sluier op over de interne<br />

werking van de QorIQ-architectuur.<br />

Bij Barco bieden we onze klanten onder<br />

de noemer Mosart een open softwarearchitectuur<br />

aan waarbij een groot deel van<br />

de complexiteit rond het multicoreaspect<br />

transparant wordt gemaakt voor de systeemintegrator.<br />

Op deze manier kan die het<br />

maximale voordeel halen uit de multicoretechnologie<br />

in het beeldscherm zonder zich<br />

al te veel zorgen te maken over de vele gerelateerde<br />

certicatieaspecten.<br />

Kleinere prestatiewinst<br />

Hebben we eenmaal een processor uitgekozen,<br />

dan moeten we aan de applicatiekant<br />

maatregelen nemen om hierop veiligheidskritieke<br />

applicaties mogelijk te maken. In<br />

commerciële toepassingen parallelliseert<br />

het OS dat op de processor draait de taken<br />

zo veel mogelijk over de beschikbare kernen.<br />

Dit model staat bekend als symmetrische<br />

multiprocessing (SMP). SMP levert in<br />

de praktijk een behoorlijke prestatiewinst<br />

op als de software zich leent voor parallellisatie.<br />

In een veiligheidskritieke applicatie<br />

zou dit echter een van de belangrijkste karakteristieken<br />

om zeep helpen: determinisme.<br />

Het RTos in een avionicasysteem moet<br />

daarom eerder neigen naar een asymme-


SVS en EVS<br />

Ongevallenstatistieken tonen aan dat controlled ight into terrain (CFIT) de voornaamste<br />

oorzaak van catastrofale vliegongevallen is. Bij CFIT is de bemanning in<br />

de cockpit er rotsvast van overtuigd correct en veilig te vliegen. Toch doemt er plots<br />

een berg op of een ander obstakel dat te laat het tegendeel bewijst.<br />

Deze vaststelling heeft de luchtvaartindustrie ertoe aangezet systemen te ontwikkelen<br />

die de piloten een betere situational awareness geven. Voorheen moesten zij<br />

zich een beeld vormen van hun driedimensionale vliegsituatie op basis van tweedimensionale<br />

informatie van verschillende instrumenten in de cockpit. Een synthetic<br />

vision-systeem (SVS) presenteert hun vandaag de dag echter een 3D-beeld van de<br />

omgeving rond het vliegtuig. Ook al belemmert mist het zicht, het SVS-beeld op de<br />

beeldschermen geeft toch een betrouwbaar beeld van het terrein en de obstakels in<br />

de omgeving. Dit beeld wordt realtime gerenderd op basis van een terreindatabase<br />

in het avionicasysteem. Het werkingsprincipe is vergelijkbaar met de terrein-rendering<br />

in vluchtsimulatoren.<br />

Uiteraard toont SVS enkel obstakels die in de database zijn opgenomen. Een ander<br />

vliegtuig dat zich op de landingsbaan bevindt of een hoge kraan die in de aanvliegroute<br />

is opgesteld, zijn niet zichtbaar via SVS. De warmtebeeldcamera van het<br />

enhanced vision-systeem (EVS) maakt echter elk obstakel zichtbaar, ook in slechte<br />

weersomstandigheden.<br />

De combinatie van SVS met EVS laat vliegtuigen op een veiligere manier opereren<br />

in slechtere weersomstandigheden. Hierdoor zijn er minder uitwijkingen noodzakelijk,<br />

wat zich weer vertaalt in een lager brandstofverbruik, een lagere CO 2 -uitstoot<br />

en tevreden passagiers.<br />

trisch multiprocessingmodel (AMP). Hierbij<br />

is het steeds op voorhand gekend welke<br />

taak wanneer op welke kern uitgevoerd zal<br />

worden. Wanneer de taken sterk van elkaar<br />

afhankelijk zijn, levert AMP in de praktijk<br />

meestal een kleinere prestatiewinst op dan<br />

SMP (de wet van Amdahl).<br />

Een ander probleem doet zich voor als<br />

meerdere kernen toegang willen tot dezelfde<br />

I/O-functie, zoals een PCI Express-poort.<br />

Een eenvoudige oplossing hiervoor is ervoor<br />

te zorgen dat er slechts één kern is die de<br />

I/O-functies kan aanspreken. Deze fungeert<br />

zo in het AMP-model als I/O-server voor de<br />

Warmtebeeldcamera’s<br />

laten piloten zien wat<br />

normaal verborgen<br />

blijft. Het beeld rechts<br />

toont een nachtlanding<br />

van een ondergesneeuwd<br />

landschap.<br />

Foto’s: CMC Electronics<br />

andere kernen die data nodig hebben van dit<br />

kanaal. Ook hier moeten we aan prestaties<br />

inboeten ten voordele van determinisme.<br />

Ten slotte moeten we nadenken over de<br />

communicatie tussen de kernen. Het is niet<br />

altijd mogelijk de taken op de verschillende<br />

kernen volledig onafhankelijk van elkaar te<br />

houden. Bij de I/O-serveraanpak bijvoorbeeld<br />

is onvermijdelijk communicatie nodig<br />

tussen de kernen. Een van de manieren om<br />

kernen in staat te stellen informatie met elkaar<br />

uit te wisselen, is door een gebied van<br />

gedeeld geheugen te deniëren. Hierbij is<br />

het belangrijk dat er slechts één kern data<br />

‘publiceert’ en de andere kernen de data<br />

‘consumeren’. Zo houden we overzicht over<br />

de verschillende informatiestromen.<br />

Evenwichtsoefening<br />

Intussen zien we nieuwe multicore Socs<br />

verschijnen waarmee voor elke kern een<br />

eigen geheugencomplex beschikbaar is. Dit<br />

minimaliseert de interactie tussen de cores<br />

en maximaliseert dus het determinisme.<br />

Mocht een chipfabrikant in de toekomst een<br />

Soc uitbrengen die elke kern en randfunctie<br />

een bepaalde bandbreedte verzekert op<br />

de interne interconnecties, dan zou de toepassing<br />

van multicore in veiligheidskritieke<br />

avio nica niet alleen eenvoudiger worden<br />

maar ook voordeliger. In de RTos-wereld<br />

zien we evoluties die het mogelijk kunnen<br />

maken om AMP en SMP te mengen op een<br />

multicore platform, waardoor we meer prestatiewinst<br />

kunnen halen dan met puur AMP.<br />

Multicore doet zijn intrede in veiligheidskritieke<br />

avionica, er is geen weg terug. Het<br />

blijft echter een evenwichtsoefening tussen<br />

de certicatievereisten voor een specieke<br />

toepassing en de mogelijkheden die de technologie<br />

biedt. Het succes hangt in grote<br />

mate af van de constructieve samenwerking<br />

tussen chipfabrikant, avionicafabrikant,<br />

RTos-leverancier, systeemintegrator en certicatieautoriteiten.<br />

Heikki Deschacht is expert elektronicaengineer<br />

avionica bij de Defence & Aerospacedivisie<br />

van Barco.<br />

Redactie Pieter Edelman<br />

10 | 49


50 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

Bij ACQ Inducom zien we vanuit de<br />

luchtvaart een toenemende vraag<br />

naar systemen met kleine vormfactor.<br />

Belangrijk is dat ze breed toepasbaar, robuust,<br />

veilig en vooral ook niet te duur zijn.<br />

Om aan deze vraag te voldoen en omdat het<br />

hele traject van scratch tot en met software<br />

aardig wat ontwikkeluren kost, hebben we<br />

het Low-Power Data Acquisition System<br />

(LPDAS) bedacht. Dit is een modulair concept<br />

voor kleine, lichte, conductiegekoelde<br />

embedded computers die hun werk moeten<br />

doen onder extreme omstandigheden, bijvoorbeeld<br />

bij lage of hoge temperaturen,<br />

hoge druk, elektromagnetische straling,<br />

schokken en vibraties.<br />

Ruggengraat van het LPDAS-concept is<br />

een PCI-backplane waaraan een energievoorziening<br />

en een processorbord hangen.<br />

De functionaliteit is uit te breiden via vier<br />

(conductiegekoelde) PCI-mezzaninekaarten<br />

(PMC’s). Dit kunnen commercieel beschikbare<br />

of klantspecieke PMC’s zijn. In relatief<br />

korte tijd en tegen lage kosten is hiermee<br />

een volledig systeem op maat samen te stellen<br />

dat robuustheid koppelt aan bijna onbegrensde<br />

mogelijkheden op het gebied van<br />

databussen en I/O. Typische toepassingen<br />

zijn besturing en monitoring, datalogging<br />

en protocolconversie. Behalve in de luchtvaart<br />

is het concept ook heel goed bruikbaar<br />

in bijvoorbeeld de transport-, energie-, maritieme,<br />

militaire en industriesector.<br />

Remalgoritme<br />

Het LPDAS-concept hebben we onder meer<br />

toegepast in het Europese Zevende Kaderproject<br />

Scarlett. Hierin werkte een consortium<br />

van 35 (middel)grote bedrijven onder<br />

leiding van initiatiefnemer ales aan<br />

nieuwe elektronicaplatforms en -tools voor<br />

Vliegtuigindustrie duikt op<br />

kleine elektronicamodules<br />

ACQ Inducom uit Oss heeft een van zijn systemen met kleine vormfactor ingezet<br />

in een Europees researchproject om ABS te implementeren in een nieuw te<br />

ontwikkelen avionicaplatform voor een volgende generatie vliegtuigen. Doel<br />

van dit platform is om de operationele kosten van luchtvaartmaatschappijen met<br />

twintig procent terug te brengen. Jeffrey van Grunsven beschrijft wat zijn bedrijf<br />

precies heeft gedaan en wat de vervolgstappen zijn.<br />

Jeffrey van Grunsven<br />

de luchtvaart. Het project borduurde voort<br />

op het IMA1G-initiatief (Integrated Modular<br />

Avionics, First Generation), dat als doel<br />

had om de grote verscheidenheid aan apparatuur<br />

in een vliegtuig terug te brengen tot<br />

een beperkt aantal gemeenschappelijke processingmodules<br />

met gedeelde communicatieverbindingen<br />

en energievoorzieningen.<br />

Vergeleken met de tot dan toe gebruikelijke<br />

architecturen en op maat gemaakte<br />

elektronica was IMA1G een revolutionaire<br />

stap vooruit. De technologie heeft dan ook<br />

een plaatsje verworven in verschillende moderne<br />

vliegtuigen, waaronder de A380 en<br />

de A400M. In de nieuwe A380 is het totale<br />

aantal processingunits hierdoor nog maar<br />

de helft van wat het was in eerdere generaties.<br />

De verwachting is verder dat IMA1G<br />

de operationele kosten van luchtvaartmaatschappijen<br />

met vijftien tot twintig procent<br />

verlaagt door signicante gewichtsreductie<br />

en besparing op onderhoud.<br />

Op basis van IMA1G heeft de Europese<br />

luchtvaartgemeenschap een onderzoek<br />

uitgevoerd naar een schaalbaar, hercongureerbaar,<br />

fouttolerant en veilig avionicaplatform,<br />

Distributed Modular Electronics<br />

(DME) gedoopt. Hierop heeft Scarlett<br />

weer verder gebouwd. Verschillende innovaties<br />

in het DME-concept hebben IMA1G<br />

naar een volgend niveau van volwassenheid<br />

gebracht. Het resultaat is een Europees<br />

platform dat het volledige scala aan avionicafuncties<br />

biedt in combinatie met een<br />

grote schaalbaarheid, porteerbaarheid en<br />

aanpasbaarheid, een hoge fouttolerantie,<br />

meer herconguratiemogelijkheden en een<br />

minimum aantal soorten gestandaardiseerde<br />

elektronische modules.<br />

Binnen Scarlett had ACQ Inducom onder<br />

meer de verantwoordelijkheid om de ge-<br />

schiktheid van DME aan te tonen voor tijdkritieke<br />

toepassingen. In een demonstrator<br />

hebben we het concept getest in het zeer<br />

veiligheidskritieke remsysteem. Daarvoor<br />

hebben we een component ontwikkeld die<br />

kan functioneren als remote data concentrator<br />

(RDC) én als remote electrical unit (REU).<br />

Een RDC biedt meerdere I/O’s aan via AFDX.<br />

Dit is een redundant, deterministisch, highspeed<br />

protocol op basis van Ethernet dat de<br />

verschillende elektronische systemen in een<br />

vliegtuig met elkaar laat communiceren en<br />

dat door Airbus is ontwikkeld als vervanger<br />

voor de huidige veldbussen, zoals Arinc<br />

429, Can en Mil-STD 1553. Een REU is een<br />

RDC die ook applicaties kan uitvoeren, eigenlijk<br />

dus een intelligente RDC. Daarom<br />

hebben we deze component IRDC genoemd.<br />

Als basis voor de ontwikkeling van de IRDC<br />

hebben we het LPDAS-concept genomen. Dit<br />

is uitermate geschikt voor deze toepassing<br />

vanwege de verschillende interfaces die we<br />

moesten ondersteunen: discrete I/O, analoge<br />

spanningsingangen, analoge stroomuitgangen,<br />

frequentie-ingangen en AFDX. De component<br />

diende ook een gebruikergedenieerde<br />

realtime applicatie te kunnen uitvoeren<br />

via een Api die Arinc 653 part 4 volgt, een<br />

subset van en dus minder uitgebreid dan het<br />

eerste deel van deze software-interface voor<br />

avionicatoepassingen. De verschillende realtime<br />

processen die op de IRDC kwamen te<br />

draaien, maakten het gebruik van een RTos<br />

wenselijk. Dit partitioneert het systeem,<br />

zodat elk proces zijn eigen afgebakende omgeving<br />

heeft, en het roept periodiek de tijdkritieke<br />

taken aan. Hiervoor is onze keuze<br />

gevallen op PikeOS van Sysgo.<br />

Binnen de tijdkritieke demonstrator hebben<br />

we de IRDC op twee manieren ingezet:<br />

als gewone, niet-intelligente RDC en als


intelligente unit. In het eerste geval functioneerde<br />

hij als AFDX-gateway voor de I/O<br />

van het remsysteem naar een core processing<br />

module (CPM) waarop een remapplicatie van<br />

een projectpartner draaide. Deze toepassing<br />

is vergelijkbaar met het ABS-systeem in een<br />

auto, dus zeer tijdkritiek. De CPM moest<br />

binnen tien milliseconden reageren op veranderingen<br />

in de wielsnelheid en de remmen<br />

bekrachtigen of ontkrachten. Daartoe<br />

moest de IRDC elke 2,5 ms via AFDX de<br />

actuele wielsnelheid aanleveren. Die diende<br />

dan als input voor het remalgoritme, dat op<br />

zijn beurt elke vijf milliseconden via AFDX<br />

een update voor de rembekrachtiging terugstuurde<br />

aan de IRDC. De uitdaging lag<br />

hier in de snelheid van de applicatielus. Op<br />

het moment dat het remalgoritme de meetwaarde<br />

ging gebruiken, mocht deze niet ouder<br />

zijn dan 0,6 ms.<br />

Bij de intelligente toepassing draaide het<br />

remalgoritme niet op de CPM maar lokaal op<br />

de IRDC, die dat algoritme dus stand-alone<br />

uitvoerde. Het enige dat nog via AFDX naar<br />

buiten ging, was de actuele statusinformatie<br />

van de IRDC. De CPM hoorde natuurlijk op<br />

de hoogte te blijven van diens toestand zodat<br />

hij in geval van nood een andere unit kon inschakelen.<br />

Hier was de uitdaging om de IRDC<br />

de tijdkritieke applicaties op tijd te laten uitvoeren.<br />

Verder moest het mogelijk zijn om de<br />

software van de CPM zonder enige aanpassing<br />

te draaien op de intelligente component.<br />

Eind april hebben we het Scarlett-project<br />

afgesloten. Er zijn al plannen om een vervolg<br />

in te dienen dat de resultaten verder<br />

uitwerkt. ACQ Inducom heeft zijn deel succesvol<br />

afgerond en er een goed inzicht aan<br />

overgehouden in de state-of-the-art ontwikkelingen<br />

die doordruppelen in toekomstige<br />

vliegtuiggeneraties.<br />

OpenVPX<br />

Met de opgedane ervaringen in Scarlett zijn<br />

we inmiddels ook begonnen aan een opvolger<br />

van het LPDAS-concept. Een van de<br />

doelen hierbij is om de modulariteit uit te<br />

breiden van de hardware naar de software.<br />

Daarvoor zijn we nu een processorbord aan<br />

het ontwikkelen dat het hart zal vormen<br />

van het nieuwe concept. Dit bord is gebaseerd<br />

op de allernieuwste QorIQ-processor<br />

van Freescale, de T4240, waarvan de eerste<br />

prototypes begin 2013 beschikbaar komen.<br />

Deze krachtpatser maakt de LPDAS-opvolger<br />

ook geschikt voor intensieve dataverwerking,<br />

bijvoorbeeld van beeld, geluid en<br />

radar, in toepassingsgebieden als lithogra-<br />

e en robotica.<br />

De T4240 heeft twaalf fysieke kernen met<br />

elk twee threads op 1,8 GHz (24 virtuele cores).<br />

Hierop kunnen meerdere applicaties<br />

ongestoord naast elkaar draaien doordat de<br />

processor ze uit elkaar houdt (virtualisatie)<br />

– de scheiding gebeurt dus hardwarematig<br />

en niet op softwareniveau met een RTos.<br />

Verder heeft de T4240 hardwareversnellers<br />

aan boord en mechanismes om de workload<br />

te verdelen over de verschillende kernen.<br />

Voor communicatie en uitbreiding biedt de<br />

processor diverse controllers, onder meer<br />

voor (10) Gigabit Ethernet, PCI Express,<br />

RapidIO, Sata en USB.<br />

De keuze voor de T4240 brengt een interessante<br />

uitdaging met zich mee: in de<br />

luchtvaart is het nog niet mogelijk om multicoretoepassingen<br />

te certiceren. Het lijkt<br />

echter slechts een kwestie van tijd voordat<br />

daar verandering in komt. Er lopen momenteel<br />

verschillende onderzoeksprojecten en<br />

er is veel overleg tussen chipfabrikanten zoals<br />

Freescale en de grote spelers in de sector<br />

om dit probleem op te lossen (zie ook pagi-<br />

De IRDC-module heeft ACQ<br />

Inducom gebaseerd op zijn<br />

Low-Power Data Acquisition<br />

System, een modulair<br />

concept voor kleine, lichte,<br />

conductiegekoelde embedded<br />

computers die hun werk<br />

moeten doen onder extreme<br />

omstandigheden.<br />

na 47, NR). Dit geeft aan dat de industrie er<br />

hard aan trekt. Dat moet ook wel, want als<br />

er in de toekomst geen singlecore processoren<br />

meer verkrijgbaar zijn, is dat funest<br />

voor het onderhoud van avionicacomponenten.<br />

Fabrikanten moeten vaak namelijk<br />

een garantie afgeven dat ze hun producten<br />

minimaal vijftien jaar kunnen leveren.<br />

Het processorbord is niet het enige dat<br />

verandert in de LPDAS-opvolger. Voor de<br />

achterwand hebben we nu niet gekozen voor<br />

PCI maar voor OpenVPX (Vita 65). Virtual<br />

Path Cross-Connect (VPX, Vita 46) is een<br />

standaard die de allerlaatste backplane- en<br />

connectortechnologieën probeert te combineren<br />

met de nieuwste seriële bussen. De<br />

OpenVPX-systeemspecicatie biedt hiervoor<br />

een gedenieerd framework om interoperabiliteit<br />

te bewerkstelligen. Ons nieuwe<br />

concept heeft een aantal OpenVPX-sloten<br />

voor commercieel beschikbare of klantspecieke<br />

kaarten, waardoor de functionaliteit<br />

van het systeem naar wens aanpasbaar is.<br />

De opvolger zal bovendien volledig compatibel<br />

zijn met Vita 75. Dit is een standaard<br />

voor robuuste systemen met een<br />

kleine vormfactor en denieert onder meer<br />

de afmetingen en de externe interfaces. De<br />

uitdaging hier is om zowel te voldoen aan de<br />

prestatie- en communicatie-eisen als aan de<br />

specicaties voor gewicht, grootte, vermogen<br />

en koeling (Swap-C).<br />

Jerey van Grunsven is systeemengineer<br />

bij ACQ Inducom in Oss, dat klantspecieke<br />

embedded hardware en software en eigen<br />

standaardproducten ontwikkelt voor realtime<br />

en veiligheidskritieke toepassingen in markten<br />

als de luchtvaart en de transportsector.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

10 | 51


Organisers<br />

Mark your<br />

calendar<br />

24 and 25 April 2013<br />

Klokgebouw Eindhoven, NL<br />

Participate as a sponsor or exhibitor<br />

Are you interested in participating<br />

as a sponsor or exhibitor?<br />

Please contact<br />

events@techwatch.nl or go<br />

to www.hightechsystems.eu<br />

High-Tech Systems is the result of a collaboration between Brainport Industries, Dutch Society for<br />

Precision Engineering, FMTC, Syntens Innovatiecentrum and Techwatch, publisher of Bits&<strong>Chips</strong> and<br />

Mechatronica&Machinebouw<br />

High-Tech Systems 2013 is supported by<br />

52 | 10<br />

#HT S13<br />

<strong>Achtergrond</strong> <strong>Luchtvaart</strong><br />

Iedereen is tegenwoordig altijd en overal bereikbaar, zo lijkt<br />

het. uis zijn we via het glasvezelnetwerk verbonden met<br />

de virtuele server van het bedrijf en delen we documenten,<br />

lmpjes en foto’s met collega’s. Onderweg in de auto checken we<br />

onze e-mail en ook in de trein hebben we tegenwoordig toegang<br />

tot het netwerk. We kunnen zelfs al bellen en mailen in de lucht.<br />

Op dit moment gebruikt nog maar een fractie van de passagiers<br />

op een vlucht de netwerkconnectiviteit aan boord, zo’n zes<br />

procent om precies te zijn. De bedrijven die deze service bieden,<br />

zien dat echter met ongeveer vijftig procent per jaar toenemen.<br />

Het Amerikaanse Gogo zet nu al dertig miljoen dollar per kwartaal<br />

om met zijn in-ight internetdienst.<br />

Om de netwerkconnectiviteit aan boord mogelijk te maken,<br />

communiceert een vliegtuig met een geostationaire satelliet in<br />

de ruimte, momenteel vooral via de L-frequentieband (1 tot 2<br />

GHz). Op het toestel staat daartoe een mechanisch draaibare<br />

schotel onder een radome, een koepel van composiet die transparant<br />

is voor het RF-signaal. De onderliggende netwerkinfrastructuur<br />

is gebaseerd op de tien jaar oude Connection by<br />

Boeing-technologie, ontwikkeld door de Amerikaanse vliegtuigbouwer<br />

en Mitsubishi Electronics.<br />

Aan de L-bandinfrastructuur kleven echter een paar grote<br />

nadelen. Zo heeft het netwerk een beperkte capaciteit: met de<br />

bandbreedte van 432 kb/s zijn slechts acht telefoontjes tegelijk<br />

af te handelen. Daarnaast zorgt de hoge radome voor een toename<br />

in luchtweerstand van het toestel en daarmee voor extra<br />

brandstofkosten, die kunnen oplopen tot de prijs van zes verkochte<br />

stoelen.<br />

Fasedraaier<br />

De vliegtuigindustrie is daarom al een tijdje op zoek naar alternatieven<br />

voor het tien jaar oude systeem. Bedrijven als Inmarsat<br />

en Intelsat zetten met miljardeninvesteringen vol in op<br />

uitbreiding van de infrastructuur in de K u - en K a -band (11 tot<br />

18 GHz respectievelijk 26 tot 40 GHz). Hiermee is het mogelijk<br />

om via satellietcommunicatie realtime televisie in HD-kwaliteit<br />

te ontvangen.<br />

De nieuwe satcomsystemen gebruiken vlakke antennes die<br />

niet groter zijn dan een A4’tje. Deze zoeken zelf de locatie van<br />

de ruimtezender middels de ingebouwde gps en stellen zelf hun<br />

oriëntatie bij om de signaalontvangst te optimaliseren. Door de<br />

uit de radarwereld bekende phased array-technologie toe te passen,<br />

kunnen ze ook onder een (scherende) hoek kijken. De grote<br />

beweegbare schotel behoort hiermee tot het verleden.<br />

Een phased array is een groep antennes waarbij het mogelijk<br />

is om de uitgaande en inkomende bundel te richten. Bij het zen-


Breedbandinternet in de lucht<br />

Internetten in een vliegtuig is mogelijk, maar het houdt nog niet over door<br />

de beperkte bandbreedte die de tien jaar oude netwerkinfrastructuur aan<br />

boord biedt. UT-spin-off Satrax werkt aan een alternatief op basis van optische<br />

bundelvormers dat parallel duizend televisiezenders in HD-kwaliteit, data- en<br />

telefoonverkeer mogelijk maakt.<br />

Paul van Dijk<br />

den gebruiken de stralers onderling zodanig<br />

verschillende fases dat de signalen elkaar<br />

versterken in één richting en onderdrukken<br />

in de andere richtingen. Bij het ontvangen is<br />

het zaak om die faseverschillen, gerelateerd<br />

aan de gewenste kijkrichting, weer ongedaan<br />

te maken. Als we de binnenkomende<br />

signalen zonder correctie samenvoegen,<br />

gaat de informatie door destructieve interferentie<br />

volledig verloren.<br />

De conventionele aanpak is om de fases<br />

van de afzonderlijke signalen zo te verschuiven<br />

dat ze weer in de pas lopen. Doordat de<br />

hiervoor gebruikte (elektronische) fasedraaiers<br />

frequentieonafhankelijk zijn en iedere<br />

frequentie een andere golengte heeft, blijven<br />

we zitten met uiteenlopende padlengtes.<br />

Deze ongewenste frequentieafhankelijke<br />

kijkrichting van phased-array-antennes heet<br />

beam squint. Bij Satrax hebben we een optisch<br />

alternatief ontwikkeld dat juist voor padlengtes<br />

corrigeert, en niet voor faseverschillen.<br />

Bundelvormer<br />

Onze oplossing gaat uit van een phased array<br />

met 64 antenne-elementen, die zijn geordend<br />

in een schaakbordpatroon ter grootte<br />

van een bierviltje. De 64 binnenkomende<br />

radiogolven zetten we om in evenzoveel amplitudegemoduleerde<br />

lichtsignalen. Via een<br />

binaire boomstructuur synchroniseren en<br />

combineren we die vervolgens tot één outputsignaal<br />

dat de coherente som is van de<br />

inputs. Een detector converteert deze output<br />

weer terug naar het RF-domein, waarna<br />

het resultaat een standaard modem in gaat.<br />

We synchroniseren de signalen door<br />

vertragingen te introduceren in de boom.<br />

Daartoe zit er in iedere tak een optischeringresonator.<br />

Als de synchronisatie vereist<br />

dat we het passerende lichtsignaal vertragen,<br />

laten we het een strafrondje lopen<br />

door de microring. Zo strijken we de faseverschillen<br />

glad door de af te leggen paden<br />

waar nodig langer te maken. Met een slim<br />

thermo-optisch eect stemmen we de ver-<br />

tragingen continu op elkaar af, zodat we<br />

aan het einde van de optische rit een constructieve<br />

interferentie hebben. Dankzij de<br />

optische-golfgeleidertechnologie van ons<br />

zusterbedrijf Lionix kunnen we het licht<br />

op kleine schaal schakelen zonder dat grote<br />

signaalverliezen optreden.<br />

De binaire boom met ringresonatoren<br />

noemen we een bundelvormer. Deze integreren<br />

we op een optische chip, die we met<br />

zijn vijftienen op een vier inch silicium wafer<br />

laten vervaardigen bij het Nanolab van<br />

Mesa+ in Enschede. De integrated microwave<br />

photonics-technologie die we gebruiken,<br />

is gebaseerd op fabricageprocessen uit de<br />

halfgeleiderindustrie, zodat we eenvoudig<br />

en kosteneciënt kunnen opschalen naar<br />

grote aantallen. Daarnaast biedt de technologie<br />

de ontwerpvrijheid om congureerbare<br />

functies zoals delay-lijnen en lters te<br />

integreren op een compacte footprint. Hierdoor<br />

kunnen we direct concurreren met di-<br />

gitale lteroplossingen, die een veel grotere<br />

rekenkracht vragen om hoge bitrates mogelijk<br />

te maken.<br />

Op dit moment leggen we de laatste hand<br />

aan het prototype van het antennesysteem.<br />

De hardwarecomponenten daarvoor zijn<br />

onlangs uit de fabriek gerold en binnenkort<br />

verwachten we de eerste performanceresultaten.<br />

Het uiteindelijke systeem zal duizend<br />

televisiezenders in HD-kwaliteit en parallel<br />

data- en telefoonverkeer kunnen aanbieden<br />

in de K u -band tussen 10,7 en 12,7 GHz. Met<br />

zijn compacte formaat, congureerbaarheid<br />

van de antenne en realtime sturing van de<br />

bundel is het niet alleen interessant voor<br />

mobiele voertuigen, maar ook voor satellieten<br />

en (WLan-, UMTS- en LTE-)zendmasten.<br />

Paul van Dijk is CEO van Satrax, een spin-o<br />

van de Universiteit Twente.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

De optische bundelvormers zitten met zijn vijftienen op een vier inch silicium wafer.<br />

Satrax laat de chips vervaardigen bij het Nanolab van Mesa+ in Enschede.<br />

10 | 53


54 | 10<br />

<strong>Achtergrond</strong> Defensie<br />

Binnen de afdeling Processing van ales<br />

in Hengelo ontwikkelen we onder meer<br />

software voor radars die hun toepassing<br />

vinden in systemen voor defensie en veiligheid.<br />

Een van de aandachtspunten is hoe<br />

we de softwarearchitectuur van de sensoren<br />

naar een volgend niveau kunnen brengen.<br />

Naast de continue zoektocht om eciënter<br />

te kunnen ontwikkelen en nieuwe technologieën<br />

snel en adequaat te kunnen inzetten, is<br />

er de wens om de functionaliteit dynamisch<br />

hercongureerbaar te maken. Dit maakt het<br />

mogelijk om sensoren te ontwikkelen die – in<br />

gedegradeerde vorm – blijven werken als een<br />

deel van de processinghardware beschadigd<br />

raakt. Om dit te realiseren, onderzoekt ales<br />

het gebruik van een servicegeoriënteerde<br />

manier van programmeren.<br />

Bij servicegeoriënteerd programmeren<br />

komt functionaliteit tot stand door een samenspel<br />

van services. Wat een service precies<br />

aanbiedt, staat beschreven in een zogeheten<br />

servicecontract. Een systeem is niet langer<br />

een statische integratie van devicedrivers en<br />

softwaremodules, maar een dynamisch geheel<br />

van geselecteerde en/of beschikbare services.<br />

Doordat deze onafhankelijk van elkaar<br />

opereren, zijn ze ook los van elkaar te ontwikkelen<br />

en te testen. Daarmee is de functionaliteit<br />

eenvoudig uit te breiden, bijvoorbeeld bij<br />

veranderende klantwensen (Figuur 1).<br />

Hoewel het technisch gezien niet veel<br />

uitmaakt hoe een servicecontract beschre-<br />

Servicegeoriënteerd<br />

programmeren in<br />

radarsystemen<br />

Bij Service-Oriented Architecture denken velen vrijwel direct aan een enterprisegerichte,<br />

trage Soap-oplossing waarbij meerdere systemen XML uitwisselen over<br />

het internet. Het is echter ook toepasbaar op kleinere schaal en zelfs voor realtime<br />

embedded systemen. In dit artikel laten Jasper Gielen en Pepijn Noltes zien hoe<br />

Thales dit aanpakt.<br />

Jasper Gielen Pepijn Noltes<br />

ven is, is het verstandig om dit te doen in<br />

een vorm die laagdrempelig, goed leesbaar<br />

en herkenbaar is voor de ontwikkelaars die<br />

met de services aan de slag moeten. Het<br />

liefst is zo’n contract dus opgesteld in de<br />

programmeertaal die zij gebruiken of in<br />

een Interface Denition Language (IDL) die<br />

daar dicht tegen aanligt. Het voordeel hier-<br />

Implementatie<br />

serieel device<br />

<br />

<br />

<br />

Implementatie<br />

GPS-device<br />

<br />

Implementatie<br />

navigatieservice<br />

<br />

Figuur 1: Een simpel navigatiesysteem zouden<br />

we kunnen opzetten door een low-level service<br />

voor een serieel device te specialiseren naar<br />

een apparaat voor positiebepaling. De implementatie<br />

van de GPS-module abstraheert de<br />

functieaanroepen op het seriële device, zodat<br />

we de navigatieservice niet hoeven aan te<br />

passen als we besluiten een Ethernet- of USBapparaat<br />

te gebruiken.<br />

van is dat de service naadloos aansluit bij de<br />

rest van de software, zodat deze duidelijk<br />

leesbaar blijft en niet onnodig complex en<br />

slecht onderhoudbaar wordt.<br />

Servicegeoriënteerd programmeren maakt<br />

veel meer hergebruik mogelijk. Om dit voordeel<br />

optimaal te kunnen benutten, moeten<br />

de contracten en implementaties wel aan een<br />

aantal eisen voldoen. Zo moet een service<br />

vervangbaar zijn door een andere service die<br />

is gepubliceerd met hetzelfde contract. De<br />

ontwikkeling kan zich hierdoor richten op<br />

de contracten in plaats van op de implementaties.<br />

Ook moet elke service een specieke<br />

taak binnen het systeem op zich nemen. Dit<br />

zorgt voor beheersbare en coherente services,<br />

die goed herbruikbaar zijn. Zo’n implementatie<br />

is bovendien makkelijk te testen. Verder<br />

moet een service autonoom functioneren,<br />

zodat hij kan omgaan met wegvallende of<br />

bijkomende services. Voorwaarde hiervoor is<br />

dat hij vindbaar is voor andere services.<br />

Servicegeoriënteerd programmeren is<br />

niet alleen toepasbaar bij gedistribueerde<br />

systemen maar ook op kleinere schaal, binnen<br />

een executieproces. Dan spreken we<br />

van microservices. Het gebruik hiervan<br />

heeft een interessant eect. Normaal moet<br />

een ontwikkelparadigma ondersteund worden<br />

door de taal. Zo kunnen we in principe<br />

enkel objectgeoriënteerd programmeren<br />

met talen waarin dit zit ingebakken. Met<br />

behulp van een serviceframework kunnen<br />

we microservicegeoriënteerd programmeren<br />

echter taalonafhankelijk toevoegen.


In C, dat eigenlijk alleen procedureel programmeren<br />

ondersteunt, kunnen we zo<br />

toch een servicegeoriënteerde manier van<br />

ontwikkelen toepassen.<br />

Niet alleen voor de softwareontwikkeling<br />

heeft servicegeoriënteerd programmeren<br />

voordelen. De aanpak kan ook veel betekenen<br />

wanneer de hardware minder betrouwbaar<br />

wordt doordat chips kleiner en complexer<br />

worden. Het is zeer aannemelijk dat embedded<br />

software in de toekomst dynamisch moet<br />

kunnen reageren op dergelijke veranderingen.<br />

Daarbij valt te denken aan systemen met<br />

meer dan honderd kernen, waarbij geen garantie<br />

meer is te geven dat elke core de gehele<br />

technische levensduur blijft functioneren.<br />

Pijplijn<br />

Bij ales zien we Apache Celix als belangrijkste<br />

kandidaat om servicegeoriënteerd<br />

programmeren naar het realtime-embedded-domein<br />

te brengen. Apache Celix is een<br />

opensource (micro)serviceframework in C.<br />

Als basis voor de implementatie gebruikt het<br />

platform de Open Services Gateway Initiative-specicatie<br />

(OSGI), een open beschrijving<br />

voor dergelijke raamwerken. Op dit moment<br />

zit het in de incubatiefase bij de Apache<br />

Software Foundation, wat betekent dat het<br />

wordt klaargestoomd tot volwaardig project.<br />

In Apache Celix is een servicecontract<br />

niets anders dan een struct met functiepointers<br />

(Figuur 3). Er is met opzet voor<br />

gekozen om alles zo dicht mogelijk bij C<br />

te houden om zo een laagdrempelige en<br />

transparante implementatie in C mogelijk<br />

te maken. De bijbehorende services zijn<br />

dynamisch: ze kunnen op willekeurige momenten<br />

verschijnen en verdwijnen. Dit laat<br />

toe om een robuust en exibel systeem te<br />

ontwerpen dat runtime kan inspelen op<br />

interne en externe veranderingen, bijvoorbeeld<br />

in functionaliteit.<br />

Services in Apache Celix registreren we<br />

samen met een set van meta-eigenschappen<br />

(service properties), zoals de naam en de serië-<br />

//log_service.h<br />

#define LOG_SERVICE_NAME “log_service”<br />

struct log_service {<br />

void * handler;<br />

void (*log)(void * handler, char * message);<br />

};<br />

typedef struct log_service *log_service_t;<br />

le-poort-ID van een serieel device (Figuur 4).<br />

Onze interesse in de bijbehorende service<br />

kunnen we kenbaar maken door deze eigenschappen<br />

te gebruiken in een lter, waarbij<br />

we de LDAP-syntax (Lightweight Directory<br />

Access Protocol) volgen. Daarnaast kunnen<br />

we met behulp van de servicetracker op de<br />

hoogte blijven van gewilde services.<br />

Om ervoor te zorgen dat Apache Celix<br />

platformonafhankelijk en dus in een breed<br />

scala aan omgevingen inzetbaar is, maakt<br />

Figuur 2: Binnen het<br />

door de Nederlandse<br />

regering gefinancierde<br />

project Sensor Technology<br />

Applied in Reconfigurable<br />

Systems for Sustainable<br />

Security (Stars) doet Thales<br />

onderzoek aan dynamische<br />

configuratie. Wanneer<br />

processingbord 1 in de<br />

simulatie uitvalt, verplaatst<br />

het systeem de rode en<br />

groene services naar<br />

respectievelijk bord 2 en 3.<br />

het framework gebruik van de Apache Portable<br />

Runtime (APR). Dit is een bibliotheek<br />

die platformafhankelijke functionaliteit zoals<br />

bestandsafhandeling, dynamische gedeelde<br />

objecten, geheugenallocatie, netwerkcommunicatie<br />

en threading aanbiedt in een<br />

platformonafhankelijke schil. Hierdoor is het<br />

mogelijk om Apache Celix te draaien op elk<br />

platform waarvoor er APR-ondersteuning<br />

is. Op dit moment zijn dat Windows, Unix/<br />

Linux, Mac OS X, Netware en OS/2.<br />

Doordat er een implementatie beschikbaar<br />

is van de OSGI-specicatie voor remo-<br />

Figuur 3: In Apache Celix is<br />

een servicecontract niets<br />

anders dan een struct met<br />

functiepointers.<br />

te services, is Apache Celix ook toepasbaar<br />

op gedistribueerde systemen. Hoewel die<br />

implementatie nog in de kinderschoenen<br />

staat, kunnen we haar al wel gebruiken om<br />

te communiceren met Java-services die zijn<br />

gepubliceerd met een Java-serviceframework<br />

zoals Apache Felix. Dit heeft als voordeel<br />

dat we de embedded-ontwikkeling met<br />

behulp van remote services naadloos kunnen<br />

laten aansluiten op een hoger niveau,<br />

zelfs op de enterprisesoftware.<br />

10 | 55<br />

Illustratie: Thales


Leadership & Communication<br />

Lateral thinking<br />

´Lateral thinking´ is a very practical training regarding out-of-the-box thinking. During the course participants<br />

learn how to generate a spectacular number of new ideas in a structured and simple way. Lateral thinking,<br />

developed by Edward de Bono, is more than brainstorming. You will also learn how to avoid the logical pitfall<br />

of brainstorming. You will learn how to turn an unpromising creative idea into an idea that is both practical and<br />

valuable. During one of the numerous practical exercises a small ‘think tank’ is held in which a problem of one of<br />

the participants is tackled and maybe solved. This course is for everyone who is in need of structured creativity,<br />

unconventional solutions and new innovative concepts.<br />

Location: Eindhoven<br />

Price: 1,250 euros excl. VAT<br />

Duration: 2 consecutive days<br />

Dates: 23rd and 24th January 2013<br />

Tools<br />

Labview: introduction to language and<br />

programming 1<br />

LATH<br />

The aim of this 3-day comprehensive course is to learn the basics of LabVIEW, a graphical programming<br />

environment by pictograph, for performing measurements, data acquisition, analysis and graphical presentation<br />

of information, through lectures and practical workshops with a PC. The participants will be able to read and modify<br />

application programs in practical situations. The course is developed for laboratory employees involved in defining<br />

and executing measurements. Educational level should be technical BSc/ experienced medium technical level.<br />

Location: Eindhoven<br />

Price: 1,650 euros excl. VAT<br />

Duration: 3 consecutive days<br />

Dates: 28th - 30th January 2013<br />

Mechatronics<br />

Introduction in ultra high and<br />

ultra clean vacuum<br />

Labview<br />

During 4 days, participants will acquire the basic knowledge of how to create, measure and maintain vacuum.<br />

Vacuum has properties unknown in our daily surroundings, i.e., there is no standard reference in daily life for<br />

people not involved in vacuum technique. Many exercises and calculations will be done during this course, in<br />

order to develop the required level of perception and understanding. The course ‘Introduction to ultra high<br />

and ultra clean vacuum’ is developed for employees with a BSc/MSc degree who are responsible for any type<br />

of constructions in ultra clean vacuum. These employees may be in research and development, (production)<br />

engineering, and purchase management.<br />

Location: Eindhoven<br />

Price: 1,595 euros excl. VAT<br />

Duration: 4 days in a period of 4 weeks<br />

Days: commences 4th March 2013<br />

UHV1<br />

www.hightechinstitute.nl


<strong>Achtergrond</strong> Defensie<br />

De eerste ociële release van Apache<br />

Celix zit in de pijplijn. Deze ondersteunt<br />

alle functionaliteit die hiervoor aan bod is<br />

gekomen: we kunnen services beschrijven,<br />

aanbieden en gebruiken. Behalve een aantal<br />

praktische tools wordt er ook een kant-enklare<br />

voorbeeldapplicatie meegeleverd zodat<br />

geïnteresseerden direct aan de slag kunnen.<br />

Benchmarken<br />

Binnen het researchproject Stars heeft<br />

ales een prototype gerealiseerd waarbij<br />

we onder meer Apache Celix gebruiken om<br />

software voor radars en andere sensoren dynamisch<br />

te hercongureren. Zo zijn we erin<br />

geslaagd om een systeem met een minimale<br />

downtime functioneel te houden bij uitval<br />

van een processingbord. In het prototype<br />

start de software op drie borden. Wanneer<br />

we vervolgens simuleren dat een daarvan<br />

uitvalt, verplaatst het systeem de daarop<br />

draaiende services naar de andere twee (Figuur<br />

2). Met de servicetracker kan het die<br />

services opnieuw vinden en inzetten, waarna<br />

de applicatie weer operationeel is.<br />

Dezelfde applicatie gaan we nu gebruiken<br />

om Apache Celix verder te benchmarken. In<br />

de praktijk blijkt dat het framework een-<br />

Implementatie<br />

serieel device<br />

Service broker<br />

Registreer<br />

{ service naam = "serial device",<br />

serial port id = "/dev/ttyS1" }<br />

voudig is te porten naar de Arm-architectuur<br />

(draaiend onder UCLinux). Ook hier<br />

zullen we in de nabije toekomst verdere<br />

benchmarking op uitvoeren.<br />

Jasper Gielen is softwarearchitect bij ICT<br />

Automatisering en gedetacheerd bij ales in<br />

Hengelo. Pepijn Noltes is softwarearchitect bij<br />

ales en Apache Celix-committer.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

service toegevoegd/verwijderd<br />

Track<br />

{ service naam = "serial device",<br />

serial port id = "/dev/ttyS1" }<br />

Implementatie<br />

GPS-device<br />

Figuur 4: Services in Apache Celix registreren<br />

we samen met een set van service properties,<br />

zoals de naam en de seriële-poort-ID van een<br />

serieel device.<br />

Open source bij Thales<br />

René van Hees<br />

Bij de Processing-afdeling van ales duren ontwikkeltrajecten voor nieuwe radarsystemen<br />

typisch drie jaar. Gemiddeld zijn hierbij vijftien software-engineers<br />

betrokken. Om de werkwijze over de verschillende projecten op te lijnen,<br />

hebben we een afdelingsbrede aanpak opgezet waarbij we grote delen van de code<br />

genereren uit modellen. Open source speelt hierin een voorname rol. Deze keuze is<br />

ingegeven door twee – voor de hand liggende – businessuitdagingen: de doorlopende<br />

noodzaak voor innovatie en eciëntieverbetering.<br />

Kijken we naar de welbekende adoptiecurve, dan kunnen we stellen dat van de totale<br />

functionaliteit die een product biedt uitsluitend de zogeheten lead users behoefte<br />

hebben aan innovaties. Het duurt vervolgens jaren voordat de functionaliteit die zij<br />

gebruiken, doordringt tot de early majority. Wanneer we onze innovaties snel op de<br />

markt willen krijgen,<br />

moeten we dus een product<br />

zoeken waarvan de<br />

complete functionaliteit<br />

reeds beschikbaar is en<br />

waar we zelf onze eigen<br />

vernieuwende aspecten<br />

aan kunnen toevoegen:<br />

open source.<br />

Hoe dan om te gaan<br />

met die eigen ontwik-<br />

kelde innovatieve code?<br />

ales gebruikt niet alleen<br />

open source maar<br />

stelt de eigen innovaties<br />

ook ter beschikking aan<br />

de community. Uiteraard<br />

is dit gekoppeld aan ons<br />

Figuur 5: Volgens het model van Putnam verdubbelen<br />

de ontwikkelkosten als we 25 procent in<br />

doorlooptijd willen winnen.<br />

businessmodel: we bezinnen ons op wat wel en niet strategisch is. De niet-strategische<br />

functionaliteit is kandidaat voor outsourcing, hetzij in de vorm van commercial<br />

o-the-shelf componenten (Cots), hetzij als open source.<br />

Naast innovatie is eciëntie een van de grootste uitdagingen binnen ales. In de<br />

jaren tachtig heeft Larry Putnam reeds een eciëntiemodel opgezet dat een verband<br />

legt tussen de eort die een bedrijf in een project steekt en het schedule (Figuur 5).<br />

Dit impliceert dat er van tevoren bekende kosten hangen aan de vereiste doorlooptijd.<br />

Uit onderzoek heeft Putnam afgeleid dat de inspanning domweg verhogen niet<br />

alleen de kosten exponentieel doet groeien maar op een gegeven moment (T s ) zelfs<br />

leidt naar het onmogelijke gebied.<br />

Volgens Putnams model kunnen we onze innovaties alleen maar sneller op de<br />

markt krijgen door veel te investeren. Uitgaande van de nominale planning verdubbelen<br />

de ontwikkelkosten als we 25 procent in doorlooptijd willen winnen. Daarom<br />

zijn we continu op zoek naar manieren om eciënter te werken, met name om het<br />

onmogelijke gebied te verkleinen.<br />

Eén manier om de curve naar de linkeronderhoek te krijgen, is de totale functionaliteit<br />

beperken, zodat de eort afneemt. Hergebruik is hiervoor een beproefd middel.<br />

Binnen ales hergebruiken we onder meer (sub)modellen en functionele bouwblokken.<br />

Ook de inzet van open source (of Cots-componenten) is onder deze noemer te<br />

scharen. Daarnaast lopen er verschillende acties om bestaande ontwerpen aan te passen<br />

opdat we open source kunnen toepassen.<br />

René van Hees is technische softwareautoriteit bij ales in Hengelo.<br />

Bron: Hans Sassenburg<br />

10 | 57


Exhibition and Conference on Electronics and Chip Design<br />

Call for papers<br />

Wednesday 12 June 2013<br />

1931 Congrescentrum Brabanthallen,<br />

’s-Hertogenbosch, the Netherlands<br />

For the Bits&<strong>Chips</strong> Hardware Conference 2013 we welcome your proposals.<br />

In total six presentation tracks will be featured. One of the tracks will have a more<br />

commercial signature. Topic of this commercial track will be multicore hardware systems.<br />

The other tracks will focus on:<br />

Low-power electronics, ambient systems, energy harvesting<br />

Reliable wireless systems<br />

Advances in sensor technology, Mems technology<br />

Industrial and embedded networking<br />

Mixing analog and digital on (integrated) hardware<br />

Electromagnetic compatibility (EMC)<br />

Design tooling, simulation, emulation and testing<br />

Asics and FPGAs, custom integration<br />

Rugged hardware<br />

Other suggestions are also welcome.<br />

The conference language is English.<br />

From your proposal it should be clear what the subject is of your presentation and why<br />

you think it is relevant for the conference.<br />

Please send your proposal to events@techwatch.nl.<br />

Submission deadline is 15 January 2013<br />

Participate as a sponsor or exhibitor<br />

Are you interested in participating as a sponsor or exhibitor? Please<br />

contact events@techwatch.nl or visit our website for more information<br />

about the sponsor and exhibitor packages.<br />

Partners<br />

www.hardwareconference.nl<br />

BCHC13


Opinie<br />

Joost Backus beziet de hightech<br />

door een creatieve bril.<br />

De bril van Joost<br />

Samen ontwikkelen =<br />

ontwikkelingssamenwerking?<br />

Op de morgen dat ons nieuwe kabinet<br />

naar buiten treedt, is de lucht een<br />

beetje grauw. Ik zit in de trein naar de<br />

European Microwave Week in Amsterdam.<br />

Ik heb het idee, maar dat kan gerust een projectie<br />

van mezelf zijn, dat ook de reizigers<br />

steeds grauwer worden naarmate we dichter<br />

bij station Rai komen. Gaan ze een beetje gebukt<br />

onder alle economische beslommeringen?<br />

Ook de pers is niet echt blij deze morgen.<br />

In het FD en de NRC niet veel kleurrijk<br />

nieuws, de Telegraaf kopt ‘Snijkabinet’.<br />

In alle drie de kranten heb ik uitgebreid<br />

zitten bladeren. Wat is nu het grote plan<br />

voor onze economie? Wat wordt daar nu<br />

onze missie? Dat we gaan sparen, is wel duidelijk.<br />

Maar waar gaat de rit naartoe, wat<br />

zijn de bakens voor de toekomst? Ik heb<br />

nog nooit een onderneming zien overleven<br />

met enkel sparen als toekomstvisie. Sparen,<br />

oké, maar dan wel ook nieuwe plannen ontwikkelen,<br />

nieuwe markten aanboren, enthousiast<br />

de bakens verzetten, een richting<br />

bepalen. In de kranten deze grauwe morgen<br />

echter niets van dit alles. Zelfs het FD wijdt<br />

geen woord aan de economie.<br />

Een paar weken later. Ik ben op de Electronica-beurs<br />

in München. In een van de<br />

hallen ontwaar ik een zeeblauwe stand met<br />

‘Ministry of Foreign Aairs’ in witte letters<br />

erop geschilderd. Super, actie, denk ik nog,<br />

wat goed zeg, Nederland staat er. Dichterbij<br />

zie ik echter een hele stand vol Indiase bedrijven.<br />

Wat krijgen we nou? Al snel wordt<br />

me duidelijk dat het een stand is van het<br />

Centrum tot Bevordering van de Import uit<br />

Ontwikkelingslanden, dat valt onder het<br />

ministerie van Buitenlandse Zaken. In het<br />

foldertje lees ik dat dit CBI trots is om elf<br />

Indiase ondernemingen te introduceren op<br />

de Europese markt. Van enige andere collectieve<br />

Nederlandse deelname op de beurs<br />

is geen sprake.<br />

Weer een paar weken later. Ik breng een<br />

bliksembezoek aan SPS IPC Drives in Neurenberg.<br />

Bij de receptie van mijn hotelletje<br />

zie ik een beurskrantje liggen. Als ik het<br />

doorblader, valt mijn oog direct op een<br />

blauw-witte advertentie. Inderdaad, van<br />

het CBI. Wederom is er een luxe stand met<br />

Indiase bedrijven, gesponsord door de Nederlandse<br />

overheid. Ik krijg er nu toch een<br />

beetje blosjes van op mijn gezicht en vlekjes<br />

in mijn nek.<br />

Van mij hoeven we niet te besparen op<br />

ontwikkelingssamenwerking, maar wat is<br />

dat voor een knettergekke actie van ons<br />

snijkabinet om als een mecenas voor buitenlandse<br />

bedrijven te regelen wat het voor<br />

lokale bedrijven niet meer bereid is te doen?<br />

Als we het Bric-land en de opkomende economische<br />

supermacht India in de export<br />

al moeten steunen met een Nederlandse<br />

stand, dan op zijn minst met een kleurrijk<br />

Wat is dat voor een<br />

knettergekke actie<br />

van ons snijkabinet?<br />

Nederlands industriepaviljoen ernaast. Andere<br />

landen staan in München en Neurenberg<br />

zo hun eigen economie te stimuleren,<br />

snijland Nederland niet.<br />

Gevraagd naar de standbouw geeft een<br />

woordvoerder van het CBI aan ‘dat ze kwaliteit<br />

willen uitstralen voor de Indiase deelnemers’.<br />

Mooi zo, maar mag dat dan ook voor<br />

de Nederlandse industrie? Op ’s werelds belangrijkste<br />

beurzen mag het best wat meer<br />

oranje zien. Is het niet een prioriteit van<br />

dit kabinet om de grauwheid in Nederland<br />

met alle macht te bestrijden? Als resultaat<br />

zouden we dan met nog meer kracht kunnen<br />

werken aan de ‘ontwikkeling’ van onze<br />

buitenlandse relaties. Graag zelfs.<br />

10 | 59


Agenda Trainingen<br />

Comsol Multiphysics intensive training<br />

21 en 22 januari 2013, Zoetermeer<br />

11 en 12 februari 2013, Zoetermeer<br />

18 en 19 maart 2013, Leuven<br />

www.comsol.nl<br />

Systemverilog for verification<br />

22 - 25 januari 2013, Borne<br />

Universal Verification Methodology<br />

28 - 31 januari 2013, Borne<br />

Introduction to Tcl/TK<br />

4 en 5 februari 2013, Borne<br />

Professional VHDL (basic course)<br />

4 - 6 maart 2013, Borne<br />

www.dizain-sync.com<br />

Lean Six Sigma Champion<br />

Start 14 januari 2013, Enschede<br />

Start 4 maart 2013, Eindhoven<br />

Lean Six Sigma Green to Black Belt<br />

upgrade industrie<br />

Start 15 januari 2013, Eindhoven<br />

Start 14 mei 2013, Eindhoven<br />

Masterclass projectmanagement<br />

Start 15 januari 2013, Eindhoven<br />

Managementvaardigheden<br />

Start 23 januari 2013, Utrecht<br />

Lean Six Sigma Black Belt<br />

Start 5 maart 2013, Eindhoven<br />

Start 19 maart 2013, Utrecht<br />

Acquisitie van higtechprojecten<br />

Start 16 mei 2013, Eindhoven<br />

www.engenia.nl<br />

Energy harvesting<br />

28 februari 2013, Zürich, Zwitserland<br />

Reliability and test<br />

11 maart 2013, Neuchâtel, Zwitserland<br />

Basic introduction to<br />

CMos image sensors<br />

14 en 15 maart 2013, Neuchâtel, Zwitserland<br />

Smart materials in robotics and<br />

microtechnology<br />

22 maart 2013, Zürich, Zwitserland<br />

Wafer bonding<br />

22 maart 2013, Lausanne, Zwitserland<br />

Electron microscopy: recent progress in<br />

methodologies and new applications<br />

12 april 2013, Neuchâtel, Zwitserland<br />

Non-silicon materials for<br />

microsystem technologies<br />

15 april 2013, Karlsruhe, Duitsland<br />

Polymer microfabrication<br />

16 en 17 april 2013, Karlsruhe, Duitsland<br />

Microsystems in biomedical<br />

engineering and medical products<br />

3 en 4 juni 2013, Zürich, Zwitserland<br />

www.fsrm.ch<br />

Electronics for non-electronic<br />

engineers<br />

8 januari 2013, Eindhoven<br />

IC physics devices and processing<br />

10 januari 2013, Eindhoven<br />

Level 1: system test engineer<br />

Start 14 januari 2013, Eindhoven<br />

Creating business opportunities<br />

as a technician<br />

21 en 22 januari 2013, Eindhoven<br />

Lateral thinking<br />

23 en 24 januari 2013, Eindhoven<br />

Modern optics for optical designers<br />

25 januari 2013, Eindhoven<br />

Labview: introduction in language and<br />

programming 1<br />

28 - 30 januari 2013, Eindhoven<br />

Signal integrity – workshop<br />

Start 5 maart 2013, Eindhoven<br />

60 | 10<br />

Bits on chips – an introduction<br />

8 maart 2013, Eindhoven<br />

System architect(ing)<br />

11 maart 2013, Eindhoven<br />

www.hightechinstitute.nl<br />

Design for Six Sigma Black Belt<br />

Start 25 maart 2013, Eindhoven<br />

Design for Six Sigma Green Belt<br />

Start 25 maart 2013, Eindhoven<br />

www.holland-innovative.nl<br />

A robust technology platform<br />

for high-density silicon-based<br />

photonics integration<br />

17 december, Leuven<br />

How does the brain see?<br />

31 januari 2013, Leuven<br />

Solid-state batteries for<br />

micro to megawatt storage<br />

1 februari 2013, Leuven<br />

Successful entrepreneurship in<br />

semiconductors<br />

4 februari 2013, Leuven<br />

Transaction Level Modeling<br />

(TLM 2.0) using SystemC<br />

7 en 8 februari 2013, Leuven<br />

Invention reporting and<br />

prior art searching<br />

14 februari 2013, Leuven<br />

Summerschool@Imec: ontwerp<br />

van geïntegreerde schakelingen<br />

9 - 12 april 2013, Leuven<br />

Summerschool@Imec:<br />

VHDL language and design flow<br />

8 - 12 juli 2013, Leuven<br />

www.imec-academy.be<br />

Ces fundamentals tips & tricks<br />

17 december, Almelo<br />

HDL Designer series<br />

14 en 15 januari 2013, Almelo<br />

Modelsim: HDL simulation<br />

16 januari 2013, Almelo<br />

Advanced verification jumpstart<br />

18 januari 2013, Almelo<br />

PSL: assertion-based<br />

verification with Questa<br />

30 en 31 januari 2013, Almelo<br />

DXDesigner 2007 update<br />

8 februari 2013, Almelo<br />

Ces for Expedition PCB<br />

12 en 13 februari 2013, Almelo<br />

DXDesigner for Expedition PCB flow<br />

26 - 28 februari 2013, Almelo<br />

DXDesigner for Pads<br />

26 - 28 februari 2013, Almelo<br />

Expedition PCB advanced<br />

26 - 28 februari 2013, Almelo<br />

www.innofour.com<br />

Matlab fundamentals<br />

18 - 20 december, Mechelen<br />

8 - 10 januari 2013, Eindhoven<br />

5 - 7 februari 2013, Eindhoven<br />

26 - 28 februari 2013, Mechelen<br />

5 - 7 maart 2013, Eindhoven<br />

Simulink for system and<br />

algorithm modeling<br />

15 en 16 januari 2013, Eindhoven<br />

Matlab for data processing<br />

and visualisation<br />

13 februari 2013, Eindhoven<br />

Matlab for building<br />

graphical user interfaces<br />

14 februari 2013, Eindhoven<br />

Stateflow for logic-driven<br />

system modeling<br />

20 en 21 februari 2013, Eindhoven<br />

Simulink Coder fundamentals<br />

22 februari 2013, Eindhoven<br />

www.mathworks.nl<br />

Design for Six Sigma<br />

Start 19 februari 2013, Eindhoven<br />

Start 5 maart 2013, Eindhoven<br />

High-power leds<br />

Start 27 februari 2013, Utrecht<br />

Start 7 maart 2013, Eindhoven<br />

Applied optics<br />

Start 7 maart 2013, Eindhoven<br />

Can in de praktijk<br />

Start 13 mei 2013, Utrecht<br />

Start 27 mei 2013, Eindhoven<br />

Object-oriented analysis & design<br />

using UML 2.0<br />

Start 15 mei 2013, Eindhoven<br />

Software engineer empowerment<br />

Start 16 mei 2013, Eindhoven<br />

Procesmatig systemen ontwikkelen<br />

Start 27 mei 2013, Eindhoven<br />

www.mikrocentrum.nl<br />

Teststand 1: test development<br />

17 - 19 december, Zaventem<br />

Data acquisition and signal<br />

conditioning<br />

20 en 21 december, Zaventem<br />

Labview core 1<br />

7 - 9 januari 2013, Zaventem<br />

14 - 16 januari 2013, Woerden<br />

11 - 13 februari 2013, Woerden<br />

Labview core 2<br />

10 en 11 januari 2013, Zaventem<br />

17 en 18 januari 2013, Woerden<br />

14 en 15 februari 2013, Woerden<br />

High-throughput Labview FPGA<br />

22 - 24 januari 2013, Woerden<br />

NI Flexrio<br />

25 januari 2013, Woerden<br />

netherlands.ni.com<br />

Hoogspanning 2<br />

Start 14 februari 2013, Delft<br />

Vermogenselektronica<br />

advanced topics<br />

Start 22 april 2013, Eindhoven<br />

Hoogspanning 3<br />

Start 26 april 2013, Delft<br />

cursus.paotechniek.nl<br />

Altium Designer advanced<br />

20 december, Markelo<br />

31 januari 2013, Markelo<br />

15 februari 2013, Markelo<br />

18 maart 2013, Markelo<br />

Altium Designer<br />

21 en 22 januari 2013, Markelo<br />

25 en 26 februari 2013, Markelo<br />

25 en 26 maart 2013, Markelo<br />

Altium Nanoboard<br />

8 februari 2013, Markelo<br />

8 maart 2013, Markelo<br />

Leren communiceren<br />

in een technische werkomgeving<br />

28 en 29 maart 2013, Markelo<br />

www.transfer.nl<br />

Business model design<br />

18 december, Kruibeke<br />

Risk management in<br />

integrated R&D processes<br />

21 februari 2013, Kruibeke<br />

Build strong new applications and<br />

business concepts<br />

28 maart 2013, Noordwijk<br />

New products and innovation<br />

management<br />

18 en 19 april 2013, Kruibeke<br />

www.verhaert.com


JANUARI 2013<br />

International Ces<br />

8 - 11 januari, Las Vegas, Verenigde Staten<br />

www.cesweb.org<br />

Designcon<br />

28 - 31 januari, Santa Clara, Verenigde Staten<br />

www.designcon.com<br />

FEBRUARI 2013<br />

Mobile World Congress<br />

25 - 28 februari, Barcelona<br />

www.mobileworldcongress.com<br />

Embedded World<br />

26 - 28 februari, Neurenberg, Duitsland<br />

www.embedded-world.de<br />

Munich Satellite Navigation Summit<br />

26 - 28 februari, München, Duitsland<br />

www.munich-satellite-navigation-summit.org<br />

Belgium Testing Days<br />

27 februari - 2 maart, Brussel<br />

www.belgiumtestingdays.com<br />

Agenda Events<br />

Mark your<br />

calendar<br />

MAART 2013<br />

Smart Systems Integration<br />

13 en 14 maart, Amsterdam<br />

www.mesago.de/en/ssi<br />

Empack<br />

27 en 28 maart, ’s-Hertogenbosch<br />

www.easyfairs.com/empack-nl<br />

APRIL 2013<br />

Hannover Messe<br />

8 - 12 april, Hannover, Duitsland<br />

www.hannovermesse.de<br />

Fotonica-evenement<br />

24 en 25 april, Veldhoven<br />

www.fotonica-evenement.nl<br />

High-Tech Systems<br />

24 en 25 april, Eindhoven<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.hightechsystems.eu<br />

April 2013<br />

Wk Mon Tue Wed Thu Fri Sat Sun<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

MDD<br />

24 en 25 april, Eindhoven<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.hightech-events.nl/mdd<br />

MEI 2013<br />

Sensor + Test 2013<br />

14 - 16 mei, Neurenberg, Duitsland<br />

www.sensor-test.de<br />

Electronics & Automation<br />

28 - 30 mei, Utrecht<br />

www.fhi.nl<br />

1 2 3 4 5 6 7<br />

8 9 10 11 12 13 14<br />

15 16 17 18 19 20 21<br />

22 23 24 25 26 27 28<br />

29 30<br />

Precision is a condition, system performance a must<br />

M<br />

MODEL DRIVEN<br />

DEVELOPMENT<br />

DAYS<br />

JUNI 2013<br />

Bits&<strong>Chips</strong> Hardware Conference 2013<br />

12 juni, ’s-Hertogenbosch<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.hardwareconference.nl<br />

Development of high-tech products is not just about precision; it’s especially about<br />

performance and reliability. It’s about creating the best value for your customer’s<br />

dollar. That’s why High-Tech Systems has a broad view on all the aspects of system<br />

design and development. www.hightechsystems.eu<br />

10 | 61


outlined:<br />

THE HIGH TECH INSTITUTE<br />

LEADERSHIP IN TECHNOLOGY AND INNOVATION<br />

Electronics Electronics for non-electronic engineers (ENE-BSc)<br />

Start 8 January 2013 (43 sessions)<br />

IC physics devices and processing (IC-PDP)<br />

Start 10 January 2013 (12 evening sessions)<br />

Signal integrity - workshop (SI-WS)<br />

Start 5 March 2013 (3 lessons of 5 hours)<br />

Bits on chips (BoC)<br />

8 March 2013 (1 day)<br />

Design of analog electronics - embedded analog 1 (DAE-AE1)<br />

Start 12 March 2013 (8 days)<br />

Electromagnetic compatibility - design techniques (EMC-DT)<br />

22 - 26 April 2013 (5 days)<br />

Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic)<br />

27 - 29 May 2013 (3 days)<br />

Mechatronics<br />

Optics<br />

Software<br />

System<br />

Tools<br />

Leadership &<br />

Communication<br />

Advanced mechatronic system design (AMSD)<br />

Start 23 January 2013 (6 days)<br />

Mechatronics system design - part 1 (Metron1)<br />

4 - 8 February 2013 (5 days)<br />

Mechatronics system design - part 2 (Metron2)<br />

4 - 8 March 2013 (5 days)<br />

Introduction in ultra high and ultra clean vacuum (UHV1)<br />

Start 4 March 2013 (4 days)<br />

Thermal effects in mechatronic systems (TEMS)<br />

11 and 12 March 2013 (2 days)<br />

Iterative learning control (ILC)<br />

13 and 14 March 2013 (2 days)<br />

Actuation and power electronics (APE)<br />

18 - 20 March 2013 (3 days)<br />

Machine vision for mechatronic systems (MVMS)<br />

21 and 22 March 2013 (2 days)<br />

Experimental techniques in mechatronics (ETM)<br />

9 - 11 April 2013 (3 days)<br />

Dynamics and modelling (DAM)<br />

25 - 27 November 2013 (3 days)<br />

Modern optics for optical designers (CMOP)<br />

Start 25 January 2013 (28 morning sessions)<br />

Applied optics (AP-OPT)<br />

Start 29 October 2013 (15 morning sessions)<br />

Design of real-time software - workshop (DRTS/WS)<br />

18 - 22 March 2013 (5 days)<br />

Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD)<br />

Winter 2013 (6 days)<br />

Level 1: System test engineer (STE)<br />

Start 14 January 2013 (10 sessions)<br />

System architect(ing) (Sysarch)<br />

11 - 15 March 2013 (5 days)<br />

Level 2: Test designer (STE2)<br />

Start 22 April 2013 (10 sessions)<br />

Labview: introduction in language and programming 1 (Labview)<br />

28 - 30 January 2013 (3 days)<br />

Programming in Labview 2 (Labprog)<br />

3 and 4 June 2013 (2 days)<br />

Creating business opportunities as a technician (CBO)<br />

21 and 22 January 2013 (2 days)<br />

Lateral thinking (LATH)<br />

23 and 24 January 2013 (2 days)<br />

How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation & technology (COMC)<br />

Start 9 May 2013 (4 days)<br />

Time and work pressure management in innovation (TWP)<br />

30 and 31 May 2013 (2 days)<br />

The art of reviewing (TAR)<br />

17 - 19 June 2013 (3 days)<br />

Logo HTI specs:<br />

All training courses are held in Eindhoven (area)


Leadership & Communication CBO<br />

Creating business opportunities as a technician<br />

In your life as a technology professional many opportunities occur that could lead to business for your company. Most<br />

technology professionals dislike any thing related to ‘sales’, find it difficult to recognise commercial opportunities and<br />

do not have the skills to explore them. This is a shame. Creating business op portunities for your company can be<br />

fun, always boosts your career and makes your company perform better. In this training you learn how to recognise<br />

business opportunities, how to ex plore them and how to make your boss aware of your personal impact. This training<br />

focuses on technology professionals working in high tech compa nies and their suppliers. It trains on how to help<br />

creating new business oppor tunities (chances for more work, new projects that appear) as well as how to recognise<br />

and handle negative business opportunities (delays in projects, cost overshoot and technological problems).<br />

Location: Eindhoven<br />

Course price: 1,500 euros excl. VAT<br />

Duration: 2 consecutive days and 1 evening<br />

Dates: 21st and 22nd January 2013<br />

Mechatronics<br />

Advanced mechatronic system design<br />

Participants will gather during this training physical insights, ways of working, design concepts and lessons learned (in<br />

terms of approach and in application-specific technical problems and solutions), which play a role in the development<br />

of precision systems. They will be confronted with aspects on different levels, e.g. the global product creation process<br />

including interaction with the customer (and the fact that the customer is in fact multiple persons with sometimes<br />

different views), technical trade-offs on system level and recent insights/developments on module/function level.<br />

The training is a mix of presentations and exercises in combination with a conceptual design case study of a precision<br />

system, typically for lithography or inspection purposes, which will be worked on in teams throughout the course.<br />

The training is intented for mechatronic system designers and architects with typically 5 to 10 years experience in<br />

the multidisciplinary development of mechatronic precision systems.<br />

Location: Eindhoven<br />

Course price: 4,495 euros excl. VAT<br />

Duration: 6 days in a period of 2 weeks<br />

Dates: commences 23rd January 2013<br />

Optics CMOP<br />

Modern optics for optical designers<br />

Optics is the ‘enabling technology’ of the 21st century. To design optical systems, to specify and test optical components,<br />

to integrate optical components into products, this all requires knowledge and skills that can be learned<br />

in the CMOP course. Over the years CMOP has become one of the most comprehensive optical courses in Western<br />

Europe, unique in its concept, starting with theoretical basics, via practical optical system design and ending with<br />

a broad overview of optical applications. After the course, participants will have a thorough knowledge of modern<br />

optical concepts, their applications and the design of optical systems, the engineering problems and solutions.<br />

Location: Eindhoven<br />

Course price: 5,900 euros excl. VAT<br />

Duration: 28 weekly morning sessions<br />

Dates: commences 25th January 2013<br />

original:<br />

www.hightechinstitute.nl<br />

AMSD<br />

THE HIGH TECH INSTITUTE<br />

LEADERSHIP IN TECHNOLOGY AND INNOVATION


64 | 10<br />

Wegwijzer Bedrijven in de hightech<br />

CHIPONTWERP DIENSTVERLENING<br />

SoC and FPGA Design<br />

Crypto and Security IP<br />

Video IP<br />

DO-254 IP<br />

Barco Silex<br />

Rue du Bosquet 7<br />

1348 Louvain-la-Neuve<br />

Tel +32 10 454904<br />

geert.decorte@barco.com<br />

www.barco-silex.com<br />

Alten PTS<br />

Beukenlaan 44<br />

5651 CD Eindhoven<br />

Tel +31 40 2563080<br />

Linie 544<br />

7325 DZ Apeldoorn<br />

Tel +31 55 5486200<br />

Rivium 1e straat 85<br />

2909 LE Capelle aan<br />

den IJssel<br />

Tel +31 10 4637700<br />

info@alten.nl<br />

www.alten.nl<br />

VIANEN CIMSOLUTIONS B.V.<br />

BEST Havenweg 24<br />

DEVENTER 4131 NM Vianen<br />

ROTTERDAM Tel +31 347 368100<br />

AMSTERDAM Fax +31 347 373777<br />

GRONINGEN cimsolutions@cimsolutions.nl<br />

DHAKA www.cimsolutions.nl<br />

ENTER Mbedded BV<br />

Science Park 5001<br />

5692 EB Son<br />

Tel +31 40 2141020<br />

info@enter-mbedded.nl<br />

www.enter-mbedded.nl<br />

ESPRIT ICT Group<br />

Bastion 1-5<br />

5491 AN Sint-Oedenrode<br />

Tel +31 413 271412<br />

info@esprit-it.nl<br />

www.esprit-it.nl<br />

Fourtress BV<br />

Meerenakkerplein 20<br />

5652 BJ Eindhoven<br />

Tel +31 40 2661080<br />

Fax +31 40 2661081<br />

info@fourtress.nl<br />

www.fourtress.nl<br />

Freelance Technical Automation<br />

Nspyre<br />

Postbus 85066<br />

3508 AB Utrecht<br />

Tel +31 88 8275000<br />

Fax +31 88 8275099<br />

info@nspyre.nl<br />

www.nspyre.nl<br />

info@profitnederland.nl<br />

HIGH TECH SOLUTIONS<br />

Linie 506<br />

7325 DZ Apeldoorn<br />

Tel +31 55 3606135<br />

info@hightech.nl<br />

www.hightech.nl<br />

ICT Automatisering<br />

Science Park Eindhoven 5006<br />

5692 EA Son<br />

Postbus 6420<br />

5600 HK Eindhoven<br />

Tel +31 40 2669100<br />

Fax + 31 40 2669101<br />

info@ict.nl<br />

www.ict.nl<br />

IT-Staffing Nederland BV<br />

Fultonbaan 2<br />

3439 NE Nieuwegein<br />

Tel +31 30 6001007<br />

Fax +31 30 6001599<br />

bs@it-staffing.nl<br />

www.it-staffing.nl<br />

Regio Midden<br />

Herculesplein 24, Utrecht<br />

Tel +31 88 8275000<br />

Regio Zuid<br />

Dillenburgstraat 25-3, Eindhoven<br />

Tel +31 88 8275100<br />

Regio West<br />

Poortweg 10, Delft<br />

Tel +31 88 8275200<br />

Regio Noord<br />

Zuiderzeelaan 21, Zwolle<br />

Kapteynlaan 17, Leek<br />

Tel +31 88 8275300<br />

Profit Consulting Apeldoorn<br />

Profit Software Improvement<br />

Tweelingenlaan 4, Apeldoorn<br />

Tel +31 55 5762822<br />

Profit Consulting Eindhoven<br />

High Tech Campus 69, Eindhoven<br />

Tel +31 40 8009955<br />

Profit Consulting Amsterdam<br />

Science Park Amsterdam 400,<br />

Amsterdam<br />

Tel +31 20 8884128


DIENSTVERLENING<br />

DISTRIBUTIE<br />

TASS B.V.<br />

Larixplein 6<br />

5616 VB Eindhoven<br />

Tel +31 40 2503200<br />

Fax +31 40 2503201<br />

info@tass.nl<br />

www.tass.nl<br />

TASS Belgium N.V.<br />

Gaston Geenslaan 9<br />

3001 Leuven<br />

Tel +32 16 241680<br />

Fax +32 16 241689<br />

info@tass.be<br />

www.tass.be<br />

RS Components<br />

Bingerweg 19<br />

2031 AZ Haarlem<br />

www.rsonline.nl<br />

www.rsonline.be<br />

PROJECTBUREAU<br />

Specialist in electronic & FPGA design<br />

Technolution B.V.<br />

Zuidelijk Halfrond 1<br />

P.O. Box 2013<br />

2800 BD Gouda<br />

Tel +31 182 594000<br />

info@technolution.eu<br />

www.technolution.eu<br />

Adeas<br />

Luchthavenweg<br />

81.039<br />

5657 EA Eindhoven<br />

Tel +31 40 2350060<br />

Fax +31 40 2350666<br />

www.adeas.nl<br />

Technical Software<br />

Tel +31 40 2677100<br />

(Zuid-Nederland)<br />

Tel +31 88 7468928<br />

(Midden- en Noord-Nederland)<br />

Tel +32 14 848718<br />

(België)<br />

Remote Solutions<br />

Tel +31 40 2677100<br />

Electronics<br />

Tel +31 495 633221<br />

Industrial Mathematics<br />

Tel +31 40 7516116<br />

TMC Group<br />

Regio Zuid<br />

Flight Forum 107<br />

5657 DC Eindhoven<br />

Tel +31 40 2392260<br />

Regio Midden/West<br />

Herculesplein 44<br />

3584 AA Utrecht<br />

Tel +31 30 8200518<br />

info@tmc.nl<br />

www.tmc.nl<br />

TOPIC Embedded Systems<br />

Eindhovenseweg 32c<br />

5683 KH Best<br />

Tel +31 499 336979<br />

Fax +31 499 336970<br />

info@topic.nl<br />

www.topic.nl<br />

TOOLS<br />

The MathWorks BV<br />

Dr. Holtroplaan 5b<br />

5652 XR Eindhoven<br />

Tel +31 40 2156700<br />

Fax +31 40 2156710<br />

info@mathworks.nl<br />

www.mathworks.nl<br />

National Instruments<br />

Pompmolenlaan 10<br />

3447 GK Woerden<br />

Tel +31 348 433466<br />

Fax +31 348 430673<br />

info.netherlands@ni.com<br />

netherlands.ni.com<br />

10 | 65


CALL FOR PAPERS<br />

MDD<br />

24 AND 25<br />

APRIL<br />

2013<br />

KLOKGEBOUW<br />

EINDHOVEN<br />

The Netherlands<br />

M<br />

Techwatch organises the third edition of the<br />

MDD, a two-day seminar on model-driven development<br />

MODEL DRIVEN<br />

DEVELOPMENT<br />

DAYS<br />

Modeling and simulation are of increasing importance in the product development process. The tooling is advancing<br />

fast and approaches physical reality. In fact, it is possible to skip physical models or prototypes in many cases and<br />

develop a product or machine rst time right.<br />

At MDD technicians, technical managers and decision makers learn the latest news, share experiences and exchange<br />

ideas about organising and managing their development ows.<br />

The conference is open to presentations on nite elements, multi-body dynamics, multi-physics development<br />

methods and simulation as well as model-based software and system development and testing. We welcome<br />

in-depth lectures about these topics, especially when they concern real cases in mechanical engineering, in<br />

mechatronics or from the machine industry.<br />

Please send your proposals in English to Nieke Roos (nieke@techwatch.nl) and<br />

Alexander Pil (alexander@techwatch.nl) on 14 January 2013 at the latest:<br />

• abstract 200 to 300 words;<br />

• contact information;<br />

• function title and employer.<br />

Participate as a sponsor or exhibitor<br />

Are you interested in participating as a sponsor or exhibitor? Please contact events@techwatch.nl or visit our website<br />

for more information about the sponsor and exhibitor packages.<br />

Parallel to the Model-Driven Development Days 2013, High-Tech<br />

Systems 2013 will be held in the Klokgebouw, Eindhoven, as well.<br />

www.hightech-events.nl/mdd


Colofon<br />

Bits&<strong>Chips</strong> is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken<br />

aan slimme producten en machines. Bits&<strong>Chips</strong> is een publicatie van<br />

Techwatch bv in Nijmegen.<br />

Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen<br />

tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533<br />

info@techwatch.nl – www.techwatch.nl<br />

Redactie<br />

Nieke Roos – hoofdredacteur<br />

tel +31 24 3503534 – nieke@techwatch.nl<br />

René Raaijmakers – redacteur<br />

tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl<br />

Alexander Pil – redacteur<br />

tel +31 24 3504580 – alexander@techwatch.nl<br />

Pieter Edelman – redacteur<br />

tel +31 24 3503534 – pieter@techwatch.nl<br />

Paul van Gerven – redacteur<br />

tel +31 24 3504580 – paul@techwatch.nl<br />

Joost Backus – redacteur<br />

tel +31 24 3505028 – joost@techwatch.nl<br />

Vormgeving<br />

Justin López – vormgever<br />

tel +31 24 3503532 – justin@techwatch.nl<br />

Marketing, events en trainingen<br />

Daniëlle Jacobs – marketingmanager<br />

tel +31 24 3505195 – danielle@techwatch.nl<br />

Kim Huijng – salesmanager<br />

tel +31 24 3505195 – kim@techwatch.nl<br />

Marjolein Vissers – marketing- en eventmedewerker<br />

tel +31 24 3505544 – marjolein@techwatch.nl<br />

Simone Straten – eventcoördinator<br />

tel +31 24 3505544 – simone@techwatch.nl<br />

Ellen Lely – cöordinator trainingen<br />

tel +31 24 8455169 – ellen@techwatch.nl<br />

Katja Hofman – medewerker trainingen<br />

tel +31 24 8455169 – katja@techwatch.nl<br />

Abonnementenadministratie<br />

Leonie Ceelen – officemanager<br />

tel +31 24 3503532 – info@techwatch.nl<br />

Adviseur<br />

Maarten Verboom<br />

Medewerkers<br />

Linda Berends, Ann-Kathrin Falkenberg, Julie Frijstein, Teresa Klawitter,<br />

Sofie van Koningsbruggen, Omar Martina, Imke Okkerman, Leanne Robbertsen,<br />

Kitty Stam, Lisette de Vries<br />

Columnisten en externe auteurs<br />

Stephan van Beek, Kees Beenakker, Laurens Bierens, Ferdinand Cornelissen,<br />

Heikki Deschacht, Paul van Dijk, Jasper Gielen, Derk-Jan de Grood,<br />

Jeffrey van Grunsven, René van Hees, Olaf Herbst, Mathilde van Hulzen,<br />

Joost-Pieter Katoen, Julien Lengrand-Lambert, Gábor Marosy, Bob Moll,<br />

Viet Yen Nguyen, Pepijn Noltes, Sudeepa Prakash, Anton van Rossum, Sudhir Sharma,<br />

Mariëlle Stoelinga, Jan Kees van der Veen, Ludo Zwaan<br />

Uitgever<br />

René Raaijmakers<br />

tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl<br />

ISSN 1879-6443<br />

Verantwoordelijk uitgever voor België<br />

René Raaijmakers<br />

Biesheuvelstraat 1<br />

2370 Arendonk, België<br />

Drukkerij<br />

Senefelder Misset, Doetinchem<br />

Abonneren<br />

Abonnement op privéadres: 81 euro<br />

Bedrijfsabonnement: 140 euro<br />

Internationaal abonnement: 210 euro<br />

Studentenabonnement: gratis<br />

Prijzen op jaarbasis en inclusief btw.<br />

Abonnementen lopen van januari tot en met december.<br />

Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode.<br />

Studenten en professionals die werken aan slimme producten en machines (zoals<br />

elektronica- en softwareontwerpers, systeemarchitecten, chipdesigners en technisch<br />

managers) kunnen Bits&<strong>Chips</strong> gratis thuis ontvangen. Vul het aanvraagformulier in op<br />

www.bits-chips.nl. Deze gratis abonnementen zijn beperkt tot België en Nederland.<br />

Losse nummers op aanvraag: 10 euro.<br />

Klachten over bezorging<br />

Heeft u Bits&<strong>Chips</strong> niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de<br />

bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar info@techwatch.nl.<br />

Adverteren<br />

Advertentietarieven staan vermeld op onze website (www.bits-chips.nl). Wanneer<br />

u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of<br />

voor het reserveren van advertenties, neem dan contact op met de afdeling sales,<br />

tel +31 24 3505544 – sales@techwatch.nl.<br />

Verschijningsdata<br />

14 december, 1 februari 2013, 1 maart 2013, 29 maart 2013, 26 april 2013,<br />

31 mei 2013, 28 juni 2013, 13 september 2013, 4 oktober 2013, 1 november 2013,<br />

13 december 2013<br />

Copyright<br />

Alle rechten voorbehouden. (c) 2012 Techwatch bv.<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />

gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder<br />

voorafgaande toestemming van de uitgever.<br />

Disclaimer<br />

Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen<br />

en verspreiden van de informatie in Bits&<strong>Chips</strong>, maar kunnen op geen enkele<br />

wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie<br />

aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan<br />

als gevolg van de publicatie van informatie in Bits&<strong>Chips</strong>. Columnisten en externe<br />

medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de<br />

verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen<br />

aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van<br />

lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen<br />

of te bewerken.<br />

Fotografie<br />

Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij<br />

anders vermeld.<br />

Voorpagina<br />

Grote illustratie: Barco<br />

Volgende keer<br />

Nummer 1 | 1 februari 2013 | Embedded Android<br />

Android is niet meer weg te denken uit smartphones en tablets. Ook in de<br />

embedded-wereld begint het besturingssysteem langzaam voet aan de grond<br />

te krijgen. Deze uitgave belicht de potentie die het Google-OS heeft in de<br />

hightechsector aan de hand van verschillende toepassingen.<br />

Nummer 2 | 1 maart 2013 | Sensoren<br />

Sensoren spelen een steeds grotere rol in de wereld om ons heen. In apparaten<br />

en machines verrichten ze allerhande metingen en in huis, op straat en zelfs<br />

op zee houden ze alles goed in de gaten. Deze uitgave gaat in op de laatste<br />

sensorontwikkelingen in België en Nederland.<br />

Een interessante bijdrage? nieke@techwatch.nl<br />

Adverteren in deze nummers? sales@techwatch.nl<br />

10 | 67


Wij wensen u alvast een<br />

succesvol nieuwjaar!<br />

Kverneland Group Mechatronics BV zoekt Software Engineers!<br />

Kverneland Group Mechatronics BV, gevestigd te Nieuw-Vennep,<br />

is de innovatieve, technologische spin in het wereldwijde netwerk<br />

van de Noorse Kverneland Group.<br />

Een van de belangrijkste spelers in de ontwikkeling, productie en verkoop<br />

van een brede range van geavanceerde landbouwwerktuigen. Wij<br />

ontwikkelen en produceren een complete lijn van kwaliteitsmachines<br />

op het gebied van onder andere grondbewerking, zaaien, kunstmest<br />

strooien, spuiten, en voederwinning.<br />

Werken bij Mechatronics betekent ruimte voor jouw talenten, doorgroeien,<br />

jouw grenzen opzoeken. Maar ook: met teamspirit werken<br />

aan innovaties voor een duurzame wereld.<br />

FPGA ontwerper<br />

Junior packaging developer<br />

Adeas<br />

Contactpersoon: Antoine Hermans<br />

E antoine.hermans@adeas.nl<br />

T +31 40 2350060<br />

Senior designer / architect electronics<br />

Systeemtester<br />

Software designers en engineers<br />

Adeas<br />

Contactpersoon: Antoine Hermans<br />

E antoine.hermans@adeas.nl<br />

T +31 40 2350060<br />

CCV Holland B.V.<br />

Contactpersoon: Lieke Heldens<br />

E l.heldens@nl.ccv.eu<br />

T + 31 88 2289822<br />

FrieslandCampina<br />

Contactpersoon: Jasper Broer<br />

E jasper.broer@frieslandcampina.com<br />

T +31 33 7133333<br />

High Tech Solutions<br />

Contactpersoon: Henk Dijkstra<br />

E henk.dijkstra@hightech.nl<br />

T +31 6 54273241<br />

200 megapixel 1:28 f=4.6mm<br />

Wij bieden uitdagende functies voor mensen die innovatief zijn en<br />

affiniteit hebben met de toepassing van onze producten in de praktijk<br />

van de landbouw. In een informele werksfeer werk je veelal in<br />

teamverband met enthousiaste collega’s. Goede arbeidsvoorwaarden<br />

zijn vanzelfsprekend. Jouw plaats in de organisatie is op onze<br />

afdeling Research & Development binnen ons team van Software<br />

Engineers waar je in overleg met onze projectmanagers invulling<br />

geeft aan onze internationale projecten.<br />

Interesse?<br />

Voor informatie over deze functie kunt u contact opnemen met Suzan<br />

van der Meer, afdeling P&O, Postbus 1000, 2150 BA Nieuw-Vennep.<br />

Suzan.vander.meer@kvernelandgroup.com.<br />

Senior projectleider<br />

Production intelligence engineer<br />

Software engineer<br />

Hittech Multin<br />

Contactpersoon: M. van den Beitel<br />

E info-multin@hittech.com<br />

T + 31 15 2150300<br />

MAGION<br />

Contactpersoon: Sanela van As<br />

E s.vanas@magion.nl<br />

T +31 70 4442770<br />

PROMEXX<br />

Contactpersoon: Suzanne van Dijck<br />

E jobs@promexx.nl<br />

T +31 40 2676867<br />

Sr. Software engineer / (sr.) software designer<br />

PROMEXX<br />

Contactpersoon: Suzanne van Dijck<br />

E jobs@promexx.nl<br />

T +31 40 2676867<br />

Hardware engineer / digital design engineer<br />

Recore Systems<br />

Contactpersoon: Gerard Rauwerda<br />

E careers@recoresystems.com<br />

T +31 53 4753000<br />

www.hightechbanen.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!