Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry
Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry
Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gegevens en rekenvoorbeelden<br />
Het molecuulgewicht van IgG =<br />
150 kDa en dat van GFP 26.9 kDa.<br />
IgG 5 mg/mL<br />
5 (g/L) / 150 000 (g/mol) = 33.33<br />
x 10 -6 mol/L = 33.33 µM. Deze<br />
concentratie bevat 66.66 µM bindingsplaatsen<br />
voor een antigeen.<br />
Voor GFP geldt eenzelfde berekening.<br />
5 mg/mL = 5 (g/L) / 269 00<br />
(g/mol) = 185.9 µM<br />
1 µg IgG kan maximaal 13.3 pmol<br />
antigeen binden. De berekening<br />
is alsvogt. Ga uit van 5 µg IgG/µL.<br />
Dit is 33.33 µM. 1 µg bevat dan<br />
33.33/5 x 10 -6 µmol = 6.67 x 10 -<br />
12 mol = 6.67 pmol. Het aantal<br />
bindingsplaatsen is dan twee<br />
maal zo groot, 13.33 pmol.<br />
Voor GFP is de berekening<br />
gelijk. 1 µg GFP = 37.2 pmol GFP<br />
(185.9/5 = 37.2).<br />
De ratio van complexvorming<br />
tussen IgG en GFP op basis van<br />
µg is: IgG (µg) / GFP (µg) = 1/2.79<br />
(mol/mol)<br />
a) Het karakteriseren van het antilichaampreparaat (IgG preparaat)<br />
Om een immunoprecipitatie uit te kunnen voeren is er een antilichaampreparaat<br />
nodig met een voldoende hoge antigeenbindingsaffiniteit en concentratie<br />
van de reagerende IgG moleculen. Dit betekent dat het percentage<br />
IgG moleculen met een hoge bindingsaffiniteit voor het antigeen hoog moet<br />
zijn. Bij voorkeur meer dan 20%. Dit is de eerste vereiste voor een succesvolle<br />
immunoprecpitatie.<br />
In deze simulatie worden antilichamen gebruikt tegen GFP. GFP staat voor<br />
Green Fluorescent Protein. Dit eiwit heeft een zeer hoge fluorescentie en is<br />
hierdoor eenvoudig met fluorescentie te detecteren.<br />
Het protocol voor de bereiding van een goed gedefinieerd antilichaampreparaat<br />
is als volgt. Men immuniseert een konijn met GFP. Men tapt bloed af<br />
en uit het serum wordt de IgG fractie gezuiverd. Deze wordt getest op de<br />
concentratie en affiniteit van de bindende IgG’s. De concentratie en ‘bruikbare’<br />
affiniteit kan eenvoudig worden getetst door te bepalen welke het percentage<br />
reagerende IgG moleculen is nadat het protocol met precipitatie en<br />
wasstappen doorlopen is. Als de bindingsaffineit voldoende is dan zal men<br />
niet te veel antigeen te verliezen tijdens de wasstappen (= het verwijderen<br />
van niet-specifiek gebonden eiwitten).<br />
Protocol voor een immuunreactie tussen GFP en IgG.<br />
In een Eppendorf reactievaatje wordt buffer gemengd met 5 µL gezuiverd<br />
GFP (1 µg/mL bijvoorbeeld) en 20 µL van een verdunde IgG oplossing (50<br />
µg/mL). In opeenvolgende incubaties wordt de concentratie GFP steeds<br />
meer opgevoerd. Na een reactie van 1 uur worden aan de incubatie agarose<br />
bolletjes toegevoegd. Deze bolletjes zijn voorzien van Protein A. Dit eiwit<br />
bindt aan het Fc-gedeelte van IgG moleculen. Er kan maximaal 1 µg IgG per<br />
incubatie gebonden worden. Na een reactietijd van 1 uur worden agarose<br />
bolletjes met de gebonden IgG-GFP moleculen afgedraaid en wordt de<br />
concentratie van (het niet-gebonden) GFP in het supernatant met behulp<br />
van fluorescentie correlation spectroscopie (FCS) gemeten. Een concentratie<br />
1 pg/mL GFP kan nog gemeten worden. Tot een concentratie van 10 μg/mL<br />
is het fluorescentiesignaal rechtevenredig met de concentratie. Voor deze<br />
metingen is slechts 200 µL oplossing vereist.<br />
Met behulp van deze technieken is het mogelijk de bindingscapaciteit van<br />
het IgG preparaat voor GFP moleculen te bepalen. De bindingscapaciteit<br />
moet worden uitgedrukt in een mol-ratio: hoeveel mol GFP kan per mol IgG<br />
gebonden worden. Vervolgens kan worden berekend hoeveel procent van<br />
de IgG moleculen reageert met GFP.<br />
Gegevens nodig voor het schrijven van het verslag<br />
Gebruik het progress report dat in het programma gemaakt wordt om in het<br />
verslag aan te geven hoe je het IgG preparaat hebt gekarakteriseerd en of de<br />
kwaliteit voldoende is gebleken om het preparaat te gebruiken voor een immunoprecipitatie<br />
van een eiwitcomplex. Voor de berekeningen zijn de molecuulgewichten<br />
van GFP en IgG van belang. Deze zijn 26.9 kDa en 150 kDa<br />
respectivelijk. Een oplossing van 5 mg/mL GFP bevat 185.9 μM GFP. Realiseer<br />
je dat IgG 2 bindingsplaatsen voor een antigeen heeft. Een oplossing van 5<br />
mg/mL kan dus 66.67 μM antigeen binden.<br />
b) Protocol voor een immunoprecipitatie<br />
In een serie genetische experimenten is getracht C-terminaal van alle ei-<br />
- -