Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry
Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry
Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Figuur 2.3<br />
Een schematische voorstelling<br />
van de opbouw van een<br />
fluorimeter<br />
stof in het cuvet beïnvloed en Is niet of nauwelijks.<br />
- Dit heeft tot gevolg dat ingeval van de aanwezigheid van strooilicht<br />
ΔE = log[(I m blanco +I s )/(I m +I s )].<br />
- Als er geen strooilicht is dan is ΔE = log[(I m blanco )/(I m )].<br />
- Als het monster veel licht absorbeert, is I m klein ten opzichte van<br />
I blanco . In dit geval vergroot Is de noemer van de breuk (I m blanco +I s )/<br />
(I m +I s ) meer dan de teller.<br />
- Omdat I m altijd kleiner is dan I blanco betekent dit dat strooilicht de<br />
waargenomen extinctie altijd zal verlagen.<br />
Uit het bovenstaande is duidelijk dat de verhouding strooilicht/monochromatisch<br />
licht de nauwkeurigheid van een extinctiemeting beïnvloedt.<br />
Deze verhouding wordt ongunstig als intensiteit van het lamplicht bij een<br />
bepaalde golflengte laag wordt. Dit is het geval bij een wolfraamlamp bij<br />
golflengten beneden 350 nm. Om het strooilicht weg te vangen kan men bij<br />
golflengten < 350 nm een filter tussen het cuvet en de fotomultiplier plaatsen.<br />
Dit filter absorbeert het licht met een golflengte > 350 nm. Dit is het<br />
niet-monochromatische strooilicht.<br />
FLUORIMETRIE<br />
De opbouw van een fluorimeter en het meten van fluorescentie<br />
Fluorescentie wordt met de SpectroPlus in de fluorescentie-instelling gemeten.<br />
De basiscomponenten zijn in figuur 2.3 weergegeven. Qua opbouw verschilt<br />
een fluorimeter<br />
weinig met een spectrofotometer,<br />
maar er<br />
zijn twee belangrijke<br />
verschillen. Omdat<br />
de intensiteit van de<br />
fluorescentie vaak<br />
vele malen zwakker<br />
is dan de intensiteit<br />
van de exciterende<br />
lichtbundel moet<br />
gezorgd worden dat<br />
er nauwelijks of geen<br />
exciterend licht op de<br />
fotomultiplier valt. Dit<br />
zou een hoog achtergrondsignaal<br />
geven hetgeen de nauwkeurigheid van de fluorescentiemeting<br />
nadelig beïnvloedt.<br />
Bij een fluorescentiemeting met de ‘SpectroPlus’ laat men de lichtbundel die<br />
uit de monochromator komt eerst via een spiegeltje in het cuvettenhuis een<br />
hoek van 90º maken voordat de lichtbundel op het cuvet valt (zie figuur 2.4).<br />
In het cuvet wordt licht door de aanwezige moleculen geabsorbeerd. Dit<br />
verschilt niet van een normale extinctiemeting. De intensiteit van de lichtbundel<br />
neemt dus exponentieel af met de afgelegde afstand in het cuvet.<br />
Omdat de lichtbundel uit de monochromator 90º is afgebogen bereikt<br />
deze de fotomultiplier niet. Wel is het mogelijk dat door verstrooiing door<br />
stofdeeltjes in het cuvet een gedeelte van de exciterende lichtbundel van<br />
- 21 -