21.09.2013 Views

Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry

Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry

Basispracticum Biologische Chemie - Biochemistry

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

deze simulatie zal het gaan om het humane insuline, een peptide hormoon.<br />

Humaan insuline wordt tegenwoordig via de recombinant DNA technologie<br />

in een eukaryoot systeem geproduceerd en via een aantal stappen gezuiverd.<br />

Het gezuiverde insuline, in dit experiment het antigeen, is in drie porties<br />

verdeeld.<br />

• Een deel is bij een konijn ingespoten, waardoor een immuunreactie is<br />

opgewekt. Hierdoor worden er met humaan insuline reagerende antilichamen<br />

aangemaakt. Door wat bloed af te tappen wordt een antiserum<br />

verkregen. Dit serum bevat antilichamen die het antigeen binden. Je<br />

moet je hierbij realiseren dat de kwaliteit van het antiserum van konijn<br />

tot konijn verschilt. Dit betekent dat de concentratie van de reagerende<br />

IgG moleculen en hun affiniteit voor verschillende epitopen (IgG bindingsplaatsen)<br />

op het antigeen verschilt. Deze twee factoren bepalen de<br />

kwaliteit van het antilichaampreparaat en zijn dus onbekend bij het begin<br />

van de komende simulaties.<br />

• Een tweede deel wordt bewaard als een oplossing van 1 mg/mL. Deze oplossing<br />

wordt gebruikt, samen met het antiserum (antilichaamoplossing),<br />

om een ijklijn te maken.<br />

• Het derde deel is gelabeld. In de ELISA methode is het antigeen voorzien<br />

van een biotine-groep. Verder is een biotine bindend eiwit beschikbaar,<br />

avidine, waaraan Horse Radish Peroxydase (HRP) is gekoppeld.<br />

- Het labellen van het antigeen is nodig omdat er geen andere manier is om<br />

een antilichaam-antigeen complex aan te kunnen tonen. Een hoeveelheid<br />

enzym zoals HPR, is via een activiteitsmeting te bepalen. Hierbij wordt een<br />

substraat omgezet in een gekleurd product.<br />

De ImmunoLab procedure<br />

De in het programma gevolgde procedure is de volgende:<br />

• Er wordt 100 μL van een verdunde antilichaamoplossing in de putjes van<br />

een 96 wells-plaat gebracht. De omstandigheden (hogere pH) zijn zo<br />

gekozen dat eiwit aan het polystyreenoppervlak irreversibel bindt.<br />

• Het niet-gebonden eiwit (dus ook antilichamen) wordt bij neutrale pH<br />

weggewassen en de resterende eiwitbindingsplaatsen worden bezet met<br />

een ander eiwit (blokkeren).<br />

• Er wordt met biotine-gelabeld antigeen (AgB) en ongelabeld antigeen<br />

(Ag) aan de putjes toegevoegd. Het antigeen kan binden aan de geïmmobiliseerde<br />

antilichamen.<br />

• Het niet gebonden materiaal wordt via wasstappen verwijderd.<br />

• Er wordt avidine (een eiwit met een biotinebindingsplaats) met daaraan<br />

gekoppeld HorseRadishPeroxidase toegevoegd. Het avidine bindt sterk<br />

aan biotine, dat weer via het antigeen en de IgG moleculen aan het polystryreenoppervlak<br />

vastzit.<br />

• Het niet gebonden materiaal wordt weer weggewassen.<br />

• Als laatste wordt er 100 μL substraatoplossing voor het HRP enzym<br />

toegevoegd. De hoeveelheid gebonden enzym bepaalt de hoeveelheid<br />

kleur die in een bepaalde tijd gevormd wordt. In de simulatie kan de<br />

kleur niet onbeperkt toenemen. De lichtabsorptie van een putje wordt<br />

niet groter dan 2 omdat apparatuur geen waarden boven de 2 weergeeft.<br />

Wanneer deze waarde bereikt wordt, wordt de evenredigheid tussen<br />

kleur en hoeveelheid enzym verbroken.<br />

- 10 -<br />

Algemene informatie en rekenvoorbeelden<br />

Het molecuulgewicht van IgG =<br />

150 kDa en dat van insuline 5 kDa.<br />

IgG heeft 2 bindingsplaatsen dus<br />

is dan de molaire ratio op eiwitbasis<br />

75 kDa / 5 kDa = 15 / 1.<br />

1 µg IgG kan maximaal 0.067 µg<br />

insuline binden. Dit zijn 13.3 pmol<br />

insuline bindingsplaatsen op IgG.<br />

1 µg insuline (Ag) is 1 x 10 6 pg /<br />

5000 (pg/pmol) = 200 pmol.<br />

Er wordt standaard 100 µL oplossing<br />

aan een putje toegevoegd.<br />

De maximale bindingscapaciteit<br />

voor eiwit is per putje 400 ng /<br />

100 µL.<br />

De concentratie van een IgG<br />

oplossing moet minder zijn dan<br />

400 (ng) / 100 (µL) = 4 (ng / µL) =<br />

4 µg / mL.<br />

De maximale hoeveelheid insuline<br />

(gelabeld en ongelabeld) dat<br />

binden kan in een putje is 5.33<br />

pmol (0.4 µg x 13.3 pmol/µg).<br />

De concentratie van een insuline<br />

oplossing moet altijd minder<br />

zijn dan 5.33 pmol/100µL = 53.3<br />

(pmol/mL) x 5000 (pg/pmol)<br />

= 266.5 x 10 3 pg/mL = 0.0266<br />

µg/mL.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!