DE MECHANISCHE SLIPKOPPELING - ECMD
DE MECHANISCHE SLIPKOPPELING - ECMD
DE MECHANISCHE SLIPKOPPELING - ECMD
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
?<br />
deel 10), terwijl koolstofvezel toepassing vindt in Formule I-auto's. Het voordeel van<br />
dergelijke voeringen is, dat zij hun wrijvingseigenschappen niet verliezen, ook niet als<br />
zij roodgloeiend zijn.<br />
3.2.6 Het vliegwiel<br />
Het vliegwiel is een rotatiemassa die aan de krukas van de verbrandingsmotor wordt<br />
toegevoegd om de ongelijkvormigheid in de rotatiefrequentie ten gevolge van de nietcontinue<br />
verbranding door zijn massatraagheid te onderdrukken. Tevens heeft het<br />
vliegwiel de functie van onderdeel van de koppeling: de drukgroep is met bouten op<br />
het vliegwiel bevestigd. De ingaande as van de wisselbak, tevens koppelingsplaatas, is<br />
in het centraal vliegwiellager, ook wel toplager genoemd, gelagerd. Dit lager is meestal<br />
uitgevoerd als glijlager (een bronzen bus), maar komt ook voor als naald- en kogellager.<br />
Op het vliegwiel is een ringvormig wrijvingsvlak aangebracht dat samen met één<br />
van beide koppelingsplaatvoeringen het eerste wrijvingsvlakpaar van de koppeling<br />
vormt. Het vliegwiel is verder voorzien van een pasrand voor een juiste coaxiale plaatsing<br />
van de drukgroep, terwijl er ook paspennen zijn aangebracht om ervoor te zorgen,<br />
dat de drukgroep slechts in één stand kan worden gemonteerd. Dit is nodig om te<br />
voorkomen, dat door een onjuiste plaatsing van de drukgroep een extra onbalans in<br />
de aandrijftijn ontstaat.<br />
Het gedeelde vliegwiel<br />
Uit de praktijk en uit onderzoekingen blijkt dat de torsietrillingsisolatie in de tot nu<br />
2<br />
toe behandelde uitvoeringen van de koppelingsplaat (zie 3.2.5) voldoen tijdens sta!ionaire<br />
motorrotatiefrequentie en bij het afremmen op de motor. Het vraagt dan wel<br />
een optimale afstemming van de torsiedempers op elk voertuigtype. De zaken liggen<br />
echter problematischer tijdens het accelereren onder vollast vanuit een laag rotatiefrequentiegebied.<br />
De torsietrillingsdemper moet dan groter en zwaarder worden om<br />
ook hier aan de eisen te voldoen. Praktisch wordt dit onuitvoerbaar omdat de koppelingsplaat<br />
niet voldoende ruimte biedt, maar bovendien zou het massatraagheidsmoment<br />
te groot worden waardoor er weer problemen ontstaan bij het inschakelen<br />
van overbrengingstrappen en met de synchroniseerinrichtingen in de wisselbak. Er<br />
moest dus naar andere wegen gezocht worden om de resonantiefrequentie van de<br />
l aandrijftijn beneden de bedrijfsrotatiefrequentie te krijgen en te houden. Een mogelijke<br />
oplossing is het gedeelde vliegwiel, in een rechtstreekse vertaling uit het Duits<br />
/ (Zweimassenschwungrad, ZMS) ook wel tweemassavliegwiel genoemd (afb. 3.27).<br />
Het gedeelde vliegwiel is van oorsprong een (nooit gerealiseerd) idee van een Japanse<br />
autoproducent, maar het werd door de Duitse koppelingsfabrikant LuK weer opgepakt<br />
toen BMW problemen kreeg met de lawaaiproduktie in de aandrijflijn, toen men<br />
een turbodiesel wilde inbouwen. De eerste generatie van dit nieuwe trillingsdempingssysteem<br />
werd door BMW in 1985 op de markt gebracht (BMW 324d, later gevolgd door<br />
het model 524td en de modellen met ottomotor 325e, 525e en 528e). Na LuK kwamen<br />
1ook Fichtel & Sachs, Freudenberg en Voith met een gedeeld vliegwiel op de markt,<br />
terwijl intussen elke koppelingsfabrikant een dergelijk systeem in portefeuille heeft.<br />
Inmiddels is een vliegwiel van de tweede generatie op de markt verschenen, dat van de<br />
eerste generatie verschilt door het geringer aantal onderdelen en de veel lagere produktiekosten<br />
die slechts eenderde bedragen van die van de eerste generatie.<br />
196