DE MECHANISCHE SLIPKOPPELING - ECMD
DE MECHANISCHE SLIPKOPPELING - ECMD
DE MECHANISCHE SLIPKOPPELING - ECMD
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7<br />
IJ van het motorkoppel nauwelijks invloed. Het wegrijden tegen een helling met een<br />
,<br />
'{er1aa d motorkoppel geeft echter een sterke toename van de specifieke belasting.<br />
Een_ver root. motorkoppel geeft een duidelijke verlaging van de specifieke koppelingsbelasting.<br />
De invloed van een venindering van de overbrengingsverhouding en<br />
de voertuigmassa is duidelijk waarneembaar bij het wegrijden vanuit stilstand tegen<br />
een helling. De invloed van een verandering van de aanlooprotatiefrequentie is op<br />
een vlakke weg of tegen een helling nagenoeg gelijk.<br />
De verandering van de specifieke belasting als functie van het stijgingspercentage van<br />
hellingen is in afbeelding 3.11 gegeven. Ook hier is duidelijk te zien dat de belasting<br />
van de koppeling<br />
gen.<br />
sterk progressief toeneemt bij het wegrijden tegen steilere hellin-<br />
Afb. 3.1 I. De vergrotingsfactor À q<br />
van de specifieke arbeidsbelasting<br />
als functie van het hellingpercentage<br />
(Fichtel & Sachs)<br />
3.2.3 Opbouwen werking<br />
1 o 25 % 30<br />
hellingpercentage p<br />
Algemene opbouw<br />
Zoals in 3.2.1 uiteengezet, bestaat de enkelvoudige drogeplaatkoppeling uit een wrijvingsvlak<br />
op het motorvliegwiel, een drukgroep en een koppelingsplaat, terwijl<br />
meestal ook het eindpunt van de koppelingsbediening, het ontkoppelingslager, tot de<br />
koppeling wordt gerekend.<br />
In plaatkoppelingen waarbij de aandrukkracht wordt verkregen door schroefveren<br />
(afb. 3.12a), zetten de veren zich af tegen het drukgroepdeksel en houden zij de koppelingsplaat<br />
tussen de drukring en het vliegwiel geklemd. De veren rusten aan de ene<br />
zijde in kamers die in de drukring zijn gekotterd (geboord) en zijn aan de andere zijde<br />
opgesloten in veerschotels of uitsparingen tegen of in het drukgroepdeksel. Hierdoor<br />
wordt het in~lkaar{etten van de drukgroep vergemakkelijkt en zullen de veren onder<br />
invloed vJiCle c'entrifugaalwerking niet verschuiven. Soms is de drukring hiertoe<br />
voorzien van nokken waar de drukveren dan overheen geschoven worden. Van deze<br />
nokken zijn er sommige uitgeboord om de koppeling te balanceren. De druk vingers<br />
zijn scharnierend aan het drukgroepdeksel en met ontkoppelingsbouten aan de drukring<br />
bevestigd. De drukring is van nokken voorzien die axiaal kunnen bewegen in<br />
sleuven van het drukgroepdeksel, maar die ervoor zorgen dat het koppel wordt overgebracht.<br />
De ontkoppelingsbouten zijn voorzien van stelmoeren zodat de drukvingers<br />
179