21.09.2013 Views

hoofdstuk I Prehistorie van de brandweer

hoofdstuk I Prehistorie van de brandweer

hoofdstuk I Prehistorie van de brandweer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1. <strong>Prehistorie</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>brandweer</strong><br />

Vanaf het moment dat mensen gingen wonen<br />

in groepen, moesten ze zich gezamenlijk<br />

wapenen tegen <strong>de</strong> drie belangrijkste<br />

bedreigingen: oorlog, water en vuur. Vaak<br />

gingen ze ook samen omdat bij belegeringen<br />

water werd gebruikt en bij gevechten in<br />

samenlevingen vuur. Georganiseer<strong>de</strong><br />

tegenmaatregelen waren vooral het vormen<br />

<strong>van</strong> gewapen<strong>de</strong> groepen, mensen met<br />

scheppen op <strong>de</strong> dijken en tegen brand: tja,<br />

daar viel in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen nog maar weinig<br />

aan te doen. ‘Bid<strong>de</strong>n en breken’ was het<br />

<strong>de</strong>vies.<br />

Volgens antropologen is <strong>de</strong> beschaving <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

mensheid begonnen met <strong>de</strong> beheersing <strong>van</strong><br />

het vuur. Dat was het vermogen om op<br />

gewenste tij<strong>de</strong>n het vuur te ontsteken én weer<br />

te doven. De oudste resten <strong>van</strong> kampvuren,<br />

waaruit dat vermogen blijkt, zijn gedateerd op<br />

920.000 jaar gele<strong>de</strong>n. Zo lang zijn er dus al<br />

mensen bezig met het on<strong>de</strong>r controle krijgen<br />

<strong>van</strong> vuur.<br />

Van georganiseer<strong>de</strong> brandbestrijding horen we<br />

eigenlijk pas voor het eerst rond 250 v.Chr. als<br />

<strong>de</strong> Grieken een handpomp be<strong>de</strong>nken,<br />

waarmee water omhoog gespoten kan wor<strong>de</strong>n<br />

bij wijze <strong>van</strong> fontein, maar ook bij brand. De<br />

Romeinen laten <strong>de</strong> brandblussing over aan <strong>de</strong><br />

gil<strong>de</strong>n, die in ruil voor belastingvoor<strong>de</strong>len<br />

zorgen voor <strong>de</strong> blussing <strong>van</strong> bran<strong>de</strong>n.<br />

Dat lukt meestal maar slecht, zodat er ook<br />

particuliere <strong>brandweer</strong>korpsen ontstaan,<br />

waarbij rijke lie<strong>de</strong>n hun slaven inzetten om<br />

bran<strong>de</strong>n te blussen tegen betaling. In het dicht<br />

op elkaar gebouw<strong>de</strong> Rome was dat een<br />

welkome dienst, want <strong>de</strong> huiseigenaar waar<br />

brand was, werd doorgaans aansprakelijk<br />

gesteld voor alle scha<strong>de</strong>. Door zijn eigendom<br />

nog tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> brand te verkopen, kon hij die<br />

aansprakelijkheid ontlopen. De<br />

<strong>brandweer</strong>commandantmakelaar liet dan het<br />

vuur snel blussen door zijn slaven en was<br />

daarmee binnen enkele jaren één <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

rijkste grootgrondbezitters <strong>van</strong> Rome. In 6<br />

n.Chr. werd aan <strong>de</strong>ze onbevredigen<strong>de</strong> situatie<br />

een ein<strong>de</strong> gemaakt door <strong>de</strong> aanstelling <strong>van</strong><br />

een leger stadswachten, ‘Vigiles’ genaamd en<br />

bestaan<strong>de</strong> uit zeven cohorten <strong>van</strong> zo’n 1000<br />

man. Zij liepen ’s nachts wachtdiensten in <strong>de</strong><br />

stad om snel <strong>de</strong> ontstane bran<strong>de</strong>n te kunnen<br />

blussen en ‘en passent’ allerlei inbrekend<br />

gespuis op te pakken. De huidige Italiaanse<br />

<strong>brandweer</strong> heet nog steeds ‘Vigili <strong>de</strong>l Fuoco’.<br />

In ons <strong>de</strong>el <strong>van</strong> Europa was er in <strong>de</strong><br />

mid<strong>de</strong>leeuwen nog nauwelijks sprake <strong>van</strong><br />

bewoning en toen dat een beetje begon, was<br />

alle kennis uit <strong>de</strong> Romeinse tijd al lang<br />

verloren. Toch gebeur<strong>de</strong> er ongeveer hetzelf<strong>de</strong><br />

en in grotere gemeenschappen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

gil<strong>de</strong>n – vakverenigingen – ingeschakeld bij<br />

allerlei taken op kerkelijk, militair maar ook<br />

veiligheidsgebied. Tegen een eenmaal<br />

uitgebroken<br />

brand was met <strong>de</strong> dicht op elkaar gepakte<br />

houten huizen <strong>van</strong> toen weinig te beginnen.<br />

Bluswater moest met kuipen of teilen wor<strong>de</strong>n<br />

aangevoerd en ie<strong>de</strong>reen moest red<strong>de</strong>n wat hij<br />

red<strong>de</strong>n kon. De enige manier om het vuur te<br />

stuiten was door huizen in het pad <strong>van</strong> het zich<br />

uitbrei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vuur om te halen óf door<br />

gezamenlijk te bid<strong>de</strong>n. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n gaven<br />

scha<strong>de</strong>, maar door <strong>de</strong> eenvoudige bouwwijze<br />

was herstel doorgaans weer snel mogelijk. Nu<br />

nog ziet men in wereld<strong>de</strong>len met veel natuurrampen<br />

dat men <strong>de</strong> voorkeur geeft aan houten<br />

huizen, omdat die sneller te herbouwen zijn.<br />

Het mag dui<strong>de</strong>lijk zijn dat er <strong>van</strong> alles aan<br />

gedaan werd om brand te voorkomen, on<strong>de</strong>r<br />

meer door strenge voorschriften voor schoorstenen<br />

en ovens.<br />

Pas in <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> eeuw werd er (in Brussel)<br />

een speciale bran<strong>de</strong>mmer bedacht. Die was<br />

<strong>van</strong> leer en dus veel lichter, zodat <strong>de</strong>ze<br />

gemakkelijker door een lange rij mensen kon<br />

wor<strong>de</strong>n doorgegeven. Bovendien lekten ze een<br />

heel klein beetje, zodat ze niet voor huishou<strong>de</strong>lijk<br />

gebruik ingezet kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.<br />

Het spreekt <strong>van</strong>zelf dat ook bij het blussen met<br />

lange rijen mensen met emmertjes <strong>van</strong> een<br />

effectieve brandbestrijding nauwelijks sprake<br />

kon zijn. Pas in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw wer<strong>de</strong>n<br />

er bruikbare brandspuiten bedacht en<br />

gefabriceerd.<br />

Daarvoor waren dan weliswaar min<strong>de</strong>r mensen<br />

nodig, maar die moesten in verband met<br />

<strong>de</strong>kwetsbaarheid <strong>van</strong> vooral <strong>de</strong> slangen, goed<br />

geoefend en gecontroleerd wor<strong>de</strong>n. De<br />

belangrijkste verbeteringen wer<strong>de</strong>n bedacht<br />

door <strong>de</strong> broers Jan en Nicolaas <strong>van</strong> <strong>de</strong>r<br />

Heij<strong>de</strong>n uit Amsterdam, die het gebruik <strong>van</strong>


andslangen mogelijk maakten en daarvoor in<br />

1677 een octrooi kregen. Daardoor was het<br />

mogelijk om het water dáár te brengen, waar<br />

het vuur was, terwijl het met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

brandspuiten hooguit tegen een gevel kon<br />

wor<strong>de</strong>n gespoten. Dat richtte natuurlijk niet<br />

zoveel uit. Halverwege <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw<br />

kwamen er stoombrandspuiten beschikbaar,<br />

waarbij veel meer pompvermogen<br />

ontstond met veel min<strong>de</strong>r mensen. Ze waren<br />

alleen onbetaalbaar en het kostte nogal wat tijd<br />

om ze op temperatuur te krijgen. Ook <strong>de</strong> komst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> waterleiding beteken<strong>de</strong> een grote<br />

doorbraak op <strong>brandweer</strong>gebied. Waar <strong>de</strong> druk<br />

hoog genoeg was, konmen volstaan met het<br />

plaatsen <strong>van</strong> een opzetstuk op een brandkraan<br />

en het aansluiten <strong>van</strong> een slang met een<br />

straalpijp met afsluiter. De volgen<strong>de</strong> grote<br />

doorbraak kwam in <strong>de</strong> jaren tien <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

twintigste eeuw, omdat er betrouwbare<br />

verbrandingsmotoren waren en <strong>de</strong> centrifugaalpomp<br />

werd uitgevon<strong>de</strong>n. Daardoor kon<br />

men auto’s maken, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> motor ook<br />

gebruikt kon wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> roteren<strong>de</strong> waterpompwaaiers<br />

aan te drijven. Men had dan een<br />

brandbluspomp, die zichzelf naar een brand<br />

kon brengen. Voor het aan <strong>de</strong> gang krijgen en<br />

hou<strong>de</strong>n waren er nóg min<strong>de</strong>r mensen nodig<br />

maar wel een professioneler korps.<br />

Heemste<strong>de</strong> werd daar een voorbeeld <strong>van</strong>.<br />

Sindsdien zijn <strong>de</strong> auto’s groter en sneller<br />

gewor<strong>de</strong>n, heeft <strong>de</strong> <strong>brandweer</strong> door zijn immer<br />

paraat zijn, goe<strong>de</strong> opleiding, organisatie en<br />

gereedschap steeds meer taken gekregen om<br />

allerlei soorten hulp te bie<strong>de</strong>n in allerlei soorten<br />

noodgevallen en is het brandblussen een wat<br />

on<strong>de</strong>rgeschikt taakaspect gewor<strong>de</strong>n. Maar dat<br />

is pas <strong>van</strong> <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia.<br />

Brandbestrijding in Heemste<strong>de</strong><br />

De ontwikkelingen in Heemste<strong>de</strong> weken<br />

nauwelijks af <strong>van</strong> die el<strong>de</strong>rs in het land. De<br />

ambachts-heerlijkheid Heemste<strong>de</strong> wissel<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r eeuwen nogal eens <strong>van</strong> om<strong>van</strong>g<br />

en inwoneraantal. Vaak wer<strong>de</strong>n hele stukken<br />

verloren aan <strong>de</strong> oprukken<strong>de</strong> duinen aan <strong>de</strong><br />

westkant, het oprukken<strong>de</strong> water <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Haarlemmermeer en oprukken<strong>de</strong><br />

Haarlemmers uit het noor<strong>de</strong>n. Halverwege <strong>de</strong><br />

achttien<strong>de</strong> eeuw kocht <strong>de</strong> heerlijkheid een<br />

handbrandspuit, waarschijnlijk uit <strong>de</strong> fabriek<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> Jan <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Heij<strong>de</strong>n, die<br />

werd on<strong>de</strong>rgebracht op het Slot <strong>van</strong><br />

Heemste<strong>de</strong>. Voor <strong>de</strong> bediening er<strong>van</strong> wer<strong>de</strong>n<br />

een brandmeester (<strong>de</strong> schout), vier assistenten<br />

en 22 ‘geaffecteer<strong>de</strong>n’ of aangewezenen aangesteld.<br />

Bij <strong>de</strong> brandspuit waren uitgebrei<strong>de</strong><br />

instructies geleverd en die wer<strong>de</strong>n bijna<br />

allemaal overgenomen in een ‘keur’ of veror<strong>de</strong>ning.<br />

Er kwamen boetes voor nalatige<br />

spuitgasten en premies bij bijzon<strong>de</strong>re verdiensten<br />

en <strong>de</strong> verplichte oefeningen. Het hele<br />

systeem was bijna rechtstreeks overgenomen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> organisatie die Jan <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Heij<strong>de</strong>n in<br />

Amsterdam en Haarlem had opgezet.<br />

Bijna een eeuw later blijken er twee handbrandspuiten<br />

te zijn, waar<strong>van</strong> één is geplaatst<br />

bij <strong>de</strong> dorpsschool aan <strong>de</strong> Voorweg en <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re bij <strong>de</strong> gemeentetol aan <strong>de</strong><br />

Bleekersvaartweg. In 1902 kwam er een<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>, die werd gestationeerd bij ‘Meer en<br />

Berg’ op <strong>de</strong> Glip en vijf jaar later een vier<strong>de</strong>, op<br />

het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong> Electrische Spoorweg<br />

Maatschappij in <strong>de</strong> Boogstraat (nu in Haarlem).<br />

Die laatste was een twee<strong>de</strong>handsje uit<br />

Ensche<strong>de</strong>, dat overgestapt was op een waterleiding<strong>brandweer</strong>.<br />

Bij brand moesten <strong>de</strong><br />

brandmeester en <strong>de</strong> koster <strong>van</strong> <strong>de</strong> kerk in<br />

Heemste<strong>de</strong> gewaarschuwd wor<strong>de</strong>n. De koster<br />

moest vervolgens <strong>de</strong> brandklok lui<strong>de</strong>n om alle<br />

<strong>brandweer</strong>lie<strong>de</strong>n te alarmeren.<br />

Al sinds <strong>de</strong> Franse tijd bestond er een dienstplicht,<br />

ook voor <strong>de</strong> brandspuitendienst. Met <strong>de</strong><br />

invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Grondwet in<br />

1813 en <strong>de</strong> gemeentewet in 1851 bleef <strong>de</strong><br />

gemeentelijke dienstplicht in stand. Door <strong>de</strong><br />

Grondwet <strong>van</strong> 1813 werd Heemste<strong>de</strong> een<br />

gemeente en sindsdien zijn in <strong>de</strong> verslagen<br />

regelmatig vermeldingen <strong>van</strong> of over <strong>de</strong> <strong>brandweer</strong><br />

te vin<strong>de</strong>n. De Franse invloed bleef merkbaar<br />

toen in 1855 een nieuw reglement voor<br />

<strong>de</strong> <strong>brandweer</strong> werd ingevoerd. De <strong>brandweer</strong>organisatie<br />

werd ver<strong>de</strong>eld in twee<br />

compagnieën, <strong>de</strong> officieren en on<strong>de</strong>rofficieren<br />

kregen militair klinken<strong>de</strong> functies en <strong>de</strong> spuitgasten<br />

wer<strong>de</strong>n ‘pompers’ genoemd. Omdat het<br />

pompen zwaar werk was en men tijdig afgelost<br />

moest wor<strong>de</strong>n, wer<strong>de</strong>n ruim voldoen<strong>de</strong> pompers<br />

aangewezen, waardoor er aan elke spuit<br />

op het laatst 108 mensen verbon<strong>de</strong>n waren.<br />

Veel overleg was er telkens nodig over <strong>de</strong><br />

beloning <strong>van</strong> <strong>de</strong> spuitgasten en het verschaffen<br />

<strong>van</strong> (sterke) drank. De toegestane hoeveelheid<br />

per man na afloop was uitein<strong>de</strong>lijk een<br />

halve fles wijn op kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!