Jaarverslag 2007 (.pdf 2.38 MB) - MPI-oosterlo

jaarverslag 2007
MPI Oosterlo vzw
jaarverslag 2007 1

MPI Oosterlo vzw
Missie
• een dienstverleningscentrum voor personen met een verstandelijke handicap.
• een vrije organisatie met het statuut van een vzw die werkt vanuit een Christelijke
inspiratie.
• opgericht in het jaar 1961.
• erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap.
• wil aan zijn cliënten de best mogelijke professionele dienstverlening aanbieden,
op maat van de individuele cliënt en door hem mee bepaald.
• de dienstverlening ondersteunt hem bij het leiden van zijn leven.
• samen met andere partners in de regio wil de organisatie een dienstverleningsaanbod
uitbouwen dat tegemoet komt aan de reële vragen naar ondersteuning en
begeleiding van personen met een verstandelijke handicap.
• tevens wil de organisatie in ondergeschikte orde maatschappelijke
veranderingsprocessen ondersteunen die ertoe leiden dat personen met een
verstandelijke handicap het recht op volwaardig burgerschap kunnen realiseren.
2 jaarverslag 2007
erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap
De gedichten in dit jaarverslag zijn gemaakt door de cliënten naar aanleiding van ‘Pure poëzie’, een project van de dienst Vrije Tijd en Vorming.

Vooraf
MPI Oosterlo beweegt. Als u dit jaarverslag doorneemt, is dit een voor de hand liggende
conclusie. Een indrukwekkend aantal initiatieven en activiteiten getuigen van het bruisend
karakter van onze organisatie.
Een dienstencentrum anno 2007 leeft in een snel wijzigende omgeving. Verwachtingen nemen toe,
diensten aan mensen met een handicap krijgen een ander karakter, de kijk op zorg wijzigt, voorschriften
worden ingewikkelder…
Logisch dus dat dit gevoeld wordt in de dienstverlening.
Op alle niveaus stond 2007 in het teken van verandering.
Niet alleen inhoudelijk, ook heel wat gebouwen werden aangepakt. Afgebroken of ontmanteld en
terug opgebouwd.
De ondersteunende diensten zorgden ondertussen voor de broodnodige continuïteit.
Een noodzakelijke voorwaarde vermits de begeleiders hun volle aandacht aan de cliënten moesten
kunnen blijven geven. Ze deden dit overtuigend. Heel wat creatieve en deugddoende momenten
wisselden af met intense zoekprocessen om de dienstverlening nog meer af te stemmen op de
vragen van cliënten en hun omgeving.
Tegelijkertijd zetten we in 2007 onze zoektocht voort naar meer systematiek en methodisch werken.
ICT onderzocht de mogelijkheden om dit te ondersteunen en een aantal randvoorwaarden werden
reeds gerealiseerd.
Voor u ligt een reisverslag.
Laat u even meevoeren door het ingewikkelde landschap en laat u verrassen door de veelzijdigheid.
De verschillende toegangspoorten belichten telkens een andere kant van het samen leven en samen
op zoek gaan met kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap.
Een boeiende en waardevolle tocht, een ontdekkingsreis want telkens weer ontdek je onontgonnen
gebieden en horizonten die steeds verder liggen dan je had durven dromen.
Herman Daems
Algemeen directeur
3

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
Afdeling minderjarigen 4
Afdeling volwassenen 13
Medische dienst 17
Vrije tijd en vorming 20
De afdeling minderjarigen bestaat
uit verschillende dienstverleningsvormen.
Voor elke vorm is een toegangsticket
nodig van het Vlaams
Agentschap voor Personen met
een Handicap (verder VAPH genoemd).
Het MPI Oosterlo hoort
tot de groep van de niet-rechtstreeks
toegankelijke hulp.
De kinderen en jongeren in internaat
en semi-internaat volgen
onderwijs in het buitengewoon
kleuter en lager onderwijs: BKO –
BLO Oosterlo of het buitengewoon
secundair onderwijs: BuSO Sint
Mariadal.
• Residentiële werking
- internaat voor schoolgaanden
(101 opnames)
• Semi-residentiële werking:
- Semi-internaat voor schoolgaanden
(78 opnames)
- Dagverblijf ‘De Luwte’ voor nietschoolgaanden
motorische B. 8
plaatsen
• Ambulante werking ‘Het Perron’
- 685 begeleidingsuren per jaar
4 jaarverslag 2007
Doelplan 2007
Als antwoord op een toenemende nood van gebruikers, ontwikkelde de afdeling
minderjarigen de voorbije jaren een uitgesproken zorgantwoord voor
minderjarigen met een matig tot ernstig verstandelijke handicap al dan niet in
combinatie met gedragsproblemen, autismespectrumstoornissen en/of psychiatrische
stoornissen. In het doelplan 2007 werd die weg verder ingeslagen.
Het crisisontwikkelingsmodel werd ontwikkeld door de psychopedagogische begeleiders
van de twee afdelingen. Het model werd in de afdeling toegelicht en opgevolgd.
Dit duidelijk methodisch kader liet de begeleiders op de werkvloer toe om de
visie op omgaan met agressie van cliënten verder gestalte geven.
Hand in hand met de zich wijzigende profielen van cliënten, steeg de voorbije jaren
ook de vraag van ouders naar weekend- en vakantieopvang. De vraag drong zich op
of de personeelsmiddelen zo efficiënt mogelijk werden ingezet. Een steeds groeiende
spanning tussen de toegenomen vraag en de status quo van de middelen verplichtte
ons hiertoe.
We ontwikkelden in 2007 een instrument om de beschikbare personeelsmiddelen zo
optimaal mogelijk aan te wenden in het antwoord bieden op de noden van cliënten.
In deze context kreeg het uitbouwen van een duidelijke en respectvolle communicatie
met en informatie naar ouders / wettelijke vertegenwoordigers extra betekenis.
Met workshops en trainingen verhoogden medewerkers hun alertheid hierin.
Op vlak van de rechtstreekse dienstverlening stond gezonde voeding, een belangrijk
basisgegeven voor algemeen welzijn, een heel jaar lang nadrukkelijk in de kijker. Elk
team bekeek samen met de verantwoordelijke van de grootkeuken en de hoofdverpleegkundige
de adviezen rond voeding die door een externe diëtiste over hun
leefgroep verstrekt werden.
Tenslotte werden alle dienstverleningsvormen van de afdeling in 2007 uitgetekend
binnen het eenduidig kader van’ typemodulering’, samen met het decreet rechtspositie
minderjarigen, één van de twee pijlers van de Vlaamse beleidskeuze tot ‘integrale
jeugdhulpverlening’ . Sectoren bedienen zich van eenzelfde terminologisch kader
om hun aanbod te verduidelijken zodat er betere doorverwijzing kan gebeuren en
de gebruiker vlugger en rechtstreekser antwoord kan vinden op zijn vraag.
Evoluties in de zorg
Internaat en semi­internaat
Doelgroep
In het internaat en semi-internaat voor schoolgaanden merken we reeds enkele jaren
een verschuiving in de doelgroep. De meeste cliënten hebben een ontwikkelingsleeftijd
tussen 2 en 7 jaar. Het aantal cliënten dat tot de bovengroep hiervan

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
Blij
Ik ben een
Klein
Wit
Wolkje
Schattig
Drijvend
In de lucht
Ik kleur de zon
behoort vermindert sterk. Daarnaast zijn hier ook heel wat cliënten met een lagere
ontwikkelingsleeftijd (-2 jaar).
De tendens zet zich voort dat kinderen en jongeren met een matig verstandelijke
handicap zonder bijkomende ondersteuningsnood minder vraag hebben naar opvang
en begeleiding. Er dienen zich in toenemende mate kinderen en jongeren aan
met een grotere ondersteuningsnood.
In 2007 werd het dienstenaanbod hierop afgestemd en een aantal formules werd
herdacht. De jeugdclubwerking van het semi-internaat die zich op de meer zelfstandige
jongeren richtte, kende reeds in 2006 een eindpunt omwille van onvoldoende
vraag. In het internaat was eenzelfde evolutie merkbaar voor het huis in de Leliestraat
te Geel. Een buitenhuis dat zich richt op jongeren met een hogere graad van zelfstandigheid.
Ook hier werden we in 2007 geconfronteerd met een leegloopscenario.
De criteria voor opname in de Leliestraat werden de vorige jaren reeds aangepast
maar de beperkingen die de locatie met zich meebrengt, zetten een rem op verder
doorgedreven wijzigingen in het zorgaanbod. De infrastructuur van het huurhuis en
de inplanting ervan buiten het vangnet van de campus maakten dat we in 2007 twee
plaatsen niet invulden. Op deze manier kregen de aanwezige cliënten toch voldoende
ondersteuning met de beschikbare begeleidingsmiddelen.
Wegens blijvend veranderen van het doelpubliek startte het semi-internaat schoolgaanden
in september 2007, met een aantal veranderingen in de leefgroepen. De
indeling in leefgroepen bleek immers niet meer aangepast aan de cliëntenpopulatie.
Net zoals in het internaat merken we een verschuiving in ons doelpubliek naar kinderen
en jongeren met een grotere ondersteuningsnood. De nieuwe leefgroepsamenstelling
blijkt goed te verlopen.
Voor de geïntegreerde werking (werking voor jongeren met een ernstige verstandelijke
handicap) bracht 2007 geen al te grote veranderingen in doelpubliek. Voor
de twee kindergroepen en vier jongerengroepen in het internaat merken we een
toename van bijkomende gedrags- en emotionele problemen bij de opnamekandidaten.
Voor één van de jongerengroepen blijken dit vaak kandidaten te zijn van een
hoger functioneringsniveau (licht tot matig verstandelijke handicap) die omwille van
gedrags- en/of psychiatrische problemen niet op hun niveau kunnen aangesproken
worden.
Momenteel hebben we geen aangepast aanbod voor deze groep jongeren waardoor
we een aantal opnamekandidaten moesten weigeren in 2007. Een aantal randvoorwaarden
moeten opname in de toekomst mogelijk maken:
• samenwerkingsverbanden met andere organisaties
• gepaste infrastructuur
• extra begeleidingsondersteuning
• verhoging van personeelsmiddelen
• kennisverbreding en kennisverdieping van medewerkers
Weekend- en vakantieopvang
De toegenomen ondersteuningsnood van cliënten betekent ook een grotere vraag
naar weekend- en vakantieopvang. Deze tendens startte reeds voor 2007 maar zette
door in 2007. Het onevenwicht tussen de vraag en het aanbod aan weekend- en vakantieopvang
was in 2007 herhaaldelijk voorwerp van bespreking op de ouderraden
kinderen en jongeren. Niettegenstaande een extra subsidiëring in personeelsmiddelen
(0,6 fulltime equivalent einde 2007) bleef de grens voor ouders en organisatie
jaarverslag 2007 5

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
6 jaarverslag 2007
duidelijk voelbaar en de middelen ontoereikend.
In 2007 was er dan ook geen verdere toename meer haalbaar
voor de opvang tijdens weekend en vakantie.
In 2007 werden verdere stappen gezet in het werken met personeelsbudgetten.
Bedoeling is met behoud van kwaliteit van aanbod een zo effectief
mogelijke inzet van personeelsmiddelen te garanderen.
Criteria hierbij zijn de pedagogische vraagstelling van de cliënt
en de vraag van het gezin. Daarbij kon niet geraakt worden aan
de kwaliteitsvolle begeleiding tijdens de schoolweken.
Om een optimaal beheer van de personeelsmiddelen te verzekeren,
werd in samenwerking met de ondersteunende diensten
op organisatieniveau, een opvolginstrument ontworpen.
Dit planningsrooster moet de hoofdopvoeders toelaten hun
personeelsmiddelen efficiënt in te zetten binnen de schoolweken,
de vakanties en tijdens de weekends.
Een aantal semi-internen stelden een logeervraag aan het internaat.
Het internaat vulde 45 logeerdagen in tijdens 2007.
Het moment van opname en ontslag
Globaal is er zowel in het semi-internaat als in het internaat
schoolgaanden een verschuiving op te merken in de leeftijd
waarop de vraag voor opname gesteld wordt.
Waar voordien de opnamevraag op lagere schoolleeftijd gesteld
werd of bij de overgang naar het buitengewoon secundair onderwijs,
hoort de vraag meer en meer bij alle leeftijden. Ook op
16 jaar en later kan nog een vraag worden gesteld. 2007 bevestigde
daarenboven de tendens dat de vragen ook het ganse jaar
door toestromen en niet alleen bij aanvang van het schooljaar.
De meerderheid van de cliënten wensen ook meteen in te stappen
en niet te wachten tot het begin van een nieuw schooljaar.
Behalve deze voortdurende instroom, is er in de afdeling ook
een voortdurende uitstroom van 21 jarigen of bij doorverwijzing.
Deze bewegingen vragen heel wat flexibiliteit, zowel van
de afdeling als van de scholen.
Meer instroom van 16-17 jarigen veroorzaakt snellere wisselingen
in de cliëntengroep, met een hogere werkdruk tot gevolg
voor de medewerkers.
Van zodra de zorgcoördinator en de leefgroep een goed
zorgaanbod uitwerkten voor de jongere moet ook de voorbereiding
van de toekomst al worden opgestart. De gezinsbegeleidster
start de gesprekken met ouders rond de toekomst
en de voorwaarden die nodig zullen zijn om continuïteit van
zorg te garanderen. Meteen komen op sociaal administratief
vlak de beschermingsstatuten aan de orde, het melden van de
vraag bij de centrale zorgregistratie, de aanvraag voor een tic-

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
Groepje ‘ontwikkelingsgericht werken’.
Elke dag worden momenten ingebouwd waarop de
verantwoordelijke opvoedster of de logopediste de verschillende
ontwikkelingsdomeinen op een speelse en
aangename manier aan bod laten komen.
Deze momenten vervangen de individuele therapiemomenten
van deze groep kinderen niet. Ze worden bijkomend
aangeboden.
De opvoedster en de logopediste bespreken samen de
ontwikkelingsmogelijkheden van de individuele kinderen
en maken samen een plan op waarin doelen worden
opgesteld. Ze verdelen de taken.
De opvoedster zal in haar begeleidingswerk vooral nadruk
leggen op de ontwikkeling van de spelmogelijkheden
(grijpen van voorwerpen, manipuleren, opwekken
van interesse, ...) zonder de andere vaardigheden uit
het oog te verliezen. De logopediste zal in haar werken
eerder het accent leggen op het uitbreiden van de communicatiemogelijkheden
(kijken, luisteren, eventueel
inoefenen van het gebruik van een communicatiehulpmiddel)
en het stimuleren van de taal.
Het Perron biedt ambulante dienstverlening aan, die
zich situeert in de directe leefomgeving (wonen, school,
vrije tijd) van de cliënt en zijn gezin. Aan de hand van
een aangepaste werkmethode biedt het Perron elke
cliënt een individueel ondersteuningsaanbod op zijn
specifieke vraag.
De vraag van de cliënt en zijn netwerk staat centraal.
De begeleiding wordt aangeboden waar de vraag zich
stelt.
De begeleiding heeft een tijdelijk karakter. We streven er
steeds naar dat het resultaat van de begeleiding binnen
het eigen netwerk van de cliënt vastgehouden wordt en
toegepast.
Doorheen de begeleiding is er ook aandacht voor het
veranderingsproces binnen gezinnen, onder invloed
van de lopende begeleiding van de cliënt en/of zijn omgeving.
ket volwassenenopvang, het effectief zoeken naar een goede
en haalbare zorgvorm voor de jongvolwassene.
Meestal betekent een opname op latere leeftijd ook een complexere
zorgvraag. De handicap zelf is complexer, of de thuissituatie
verloopt erg moeilijk, of beide. Afstemmen van zorgaanbod
op en de samenwerking met de gezinscontext vraagt in
deze gevallen ook heel wat extra aandacht.
De Luwte
Het dagverblijf ‘De Luwte’ begeleidt niet-schoolgaande kinderen
met een verschillend ontwikkelingsniveau.
Eén groep kinderen heeft, gezien de beperkte mogelijkheden,
vooral behoefte aan basale activiteiten. Een tweede groep kinderen
heeft meer mogelijkheden. Zij behoren tot de groep kinderen
die nog niet naar school kunnen maar dit in de toekomst
misschien wel kunnen.
Om tegemoet te komen aan de noden en behoeften van deze
tweede groep kinderen, besloten we in september 2006 de totale
groep kinderen voor een aantal activiteiten op te splitsen
in twee groepen. Ervaringen met deze groep cliënten bevestigden
in 2007 de waarde van deze ingeslagen weg.
In de eerste groep ligt de aard en inhoud van de activiteiten
vooral op het stimuleren van de basale mogelijkheden. In de
tweede groep ligt het accent vooral op het stimuleren van de
ontwikkeling op verschillende domeinen.
Het Perron
In 2007 werden in totaal 41 cliënten begeleid door Het Perron,
waarvan 20 cliënten nog nooit eerder beroep deden op ambulante
ondersteuning.
Het merendeel van de begeleidingen situeerde zich binnen de
leeftijdsgroep van 16 tot 19-jarigen, met name 40 % van het
totaal aantal begeleidingsuren. Daarnaast werd er in 2007 een
sterke groei van begeleidingen vastgesteld binnen de leeftijdscategorie
van 5 tot 15-jarigen. Het betrof hier zomaar eventjes
een stijging van 4 naar 24 %.
De cliënten die beroep doen op Het Perron zijn meestal op de
één of andere manier verbonden met MPI Oosterlo. Sommigen
zijn externe leerling van de scholen. Sommigen zijn deeltijdse
cliënten van het (semi-)internaat. Daarnaast maakten ook
6 volledig externe cliënten, die niet verbonden zijn met MPI
Oosterlo of de scholen, gebruik van de dienstverlening van Het
Perron.
jaarverslag 2007 7

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
8 jaarverslag 2007
Evoluties in het aanbod
Agressie
Meer cliënten met een gedragsproblematiek of emotionele problemen, brengen ook
een toename mee van voorvallen van agressie.
Dit betekent een grote uitdaging voor de begeleiding en een sterke vraag naar een
aangepast agressiebeleid.
Reeds enkele jaren training in en opvolging van PTV-technieken (persoonlijke en
teamgerichte veiligheidstechnieken) werpt vruchten af. De begeleiding heeft deze
technieken meer en meer in de vingers. Enkel technieken voorzien die de veiligheid
van de cliënten en het team moeten veiligstellen alleen, is onvoldoende. Daarnaast
is een ondersteunende visie van belang met een aangepaste methode van werken
waardoor preventief en herstellend omgaan met agressie mogelijk wordt.
De psychopedagogische begeleiders voerden in 2006 het crisisontwikkelingsmodel
in. De visie op agressie werd begin 2007 afgewerkt en geïntroduceerd bij de medewerkers
tijdens de eerste helft van dit jaar. De verdere toepassing werd in de loop van
2007 opgenomen per leefgroep.
Individueel handelingsplan
De psychopedagogische begeleiders onderzochten mogelijke aanpassingen aan
het individueel handelingsplan. Het individueel handelingsplan geeft een algemeen
beeld van de cliënten. Het plan beschrijft de cliënt en het functioneren in de verschillende
milieus en domeinen: klas, leefgroep, therapieën, medisch, sociaal,… Gebruikers
weten dit individueel handelingsplan te waarderen maar intern bleek de grote
werkdruk en de timing rond resultaat niet meer te sporen met het beperkte gebruik
ervan in de praktijk. Het concrete resultaat van het aangepaste individueel handelingsplan
zal duidelijk worden in de loop van 2008.
Het Perron
De vragen naar ondersteuning door Het Perron zijn doorheen de jaren enigszins veranderd
van aard. Dit heeft ook gevolgen voor het aanbod.
In de opstartfase (2001) hadden de vragen hoofdzakelijk een praktisch pedagogisch karakter,
vaak met een concreet eindresultaat en timing voor ogen (o.a. aanleren van redzaamheidsvaardigheden,
transfert van aangeleerde vaardigheden naar andere milieus…)
De accentverschuiving van de laatste jaren werd ook in 2007 bevestigd: vragen zijn
niet enkel meer voornamelijk cliëntgericht,
maar meer en meer ook netwerkgericht
(rechtstreeks werken met ouders,
broers en zussen). De begeleidingen situeren
zich vaker op psychosociaal vlak en
worden gekenmerkt door een meer intensief
karakter en een moeilijker traject.
Voor het tweede jaar op rij werd er in
2007 vanuit de organisatie geïnvesteerd
in vorming voor het vaste team van het
Perron.

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
De verruiming van het hulpverleningsaanbod
ging in 2007 hand in
hand met een verruiming van de
vraag. Terugblikkend zien we hierin
meer dan één mogelijke oorzaak:
vertrouwdheid van cliënten
met de dienstverlening van Het
Perron, opbouw van expertise binnen
het ambulante team, verschuiving
van doelgroep binnen het
MPI waardoor meer cliënten met
een grotere ondersteuningsnood
instromen…
De oudermap
Vooruitkijkend naar 2008 startten
we eind 2007 met het project
'oudermap'. De map is voor iedere
ouder bedoeld en bevat gegroepeerde
en geordende informatie.
Sterk in de aandacht staat actuele
informatie in verband met
alle mogelijke sociale voordelen:
verhoogd kindergeld, het statuut
van de verlengde minderjarigheid
en de voorlopige bewindvoering,
tegemoetkomingen en de sociaal
administratieve stappen in voorbereiding
van de toekomst van de
jongere.
Daarnaast werd een bundeling
ontworpen met alle praktische informatie
vanuit het MPI, reglement
van orde en protocol.
Door informatieavonden opnieuw
te organiseren en een oudermap te
ontwikkelen, werkten de gezinsbegeleidsters
in 2007 op een dubbel
spoor. Naast de individuele, administratieve
ondersteuning van ouders
was het de bedoeling om met
een groepsgerichte aanpak méér
ouders te kunnen bereiken en een
overzicht van informatie voor hen
beschikbaar te stellen.
Deze initiatieven (o.a. contextuele gedachtegoed, methodieken in het werken met
gezinnen en brussen, Plan vzw, …) waren erg belangrijk en leerrijk voor de medewerkers
en de dienst, en tegelijkertijd erg intens.
De vormingsmomenten vragen achteraf een toetsing aan de praktijk en een vertaling
van de opgedane indrukken, ervaringen, inzichten naar de eigen persoon en de
werking.
Deze momenten betekenen verruiming en verdieping, zowel voor de begeleider als
persoon als voor de begeleidingsinhouden.
Het resultaat is voelbaar. In de begeleidingen is meer oog voor andere thema’s, waardoor
begeleidingsinhouden ruimer bekeken en aangepakt worden.
Gezinsondersteuning
Om de sociaal-administratieve ondersteuning van ouders nog beter te kunnen realiseren,
startten de gezinsbegeleidsters in 2007 opnieuw met informatieavonden voor
ouders.
Thema's die ouders aanbelangen, afhankelijk van de leeftijdsfase waarin hun kind
zich bevindt, krijgen tijdens zo’n infosessie uitgebreide aandacht. In oktober 2007
werd een avond georganiseerd rond de wetgeving inzake verhoogde kinderbijslag
in samenwerking met KVG.
Het is de bedoeling om in de volgende jaren systematisch avonden te laten doorgaan
met thema's als: beschermingsstatuten, toekomst, tegemoetkomingen, sociale
voordelen voor mensen met een handicap… Door deze thema’s in een cyclus te
gieten, krijgen alle ouders de kans om zich in groep tijdig te laten informeren.
jaarverslag 2007 9

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
De vier modules
van de afdeling minderjarigen
Internaat
Langdurige, residentiële begeleiding,
behandeling en verzorging
van schoolgaande kinderen en
jongeren met een matig tot diep
verstandelijke handicap en mobiele
en ambulante begeleiding voor
hun gezin.
Semi-internaat
Langdurige, ambulante begeleiding,
behandeling en verzorging
van schoolgaande kinderen en
jongeren met een matig tot diep
verstandelijke handicap en mobiele
en ambulante begeleiding voor
hun gezin.
10 jaarverslag 2007
Actualiteit uit de afdeling
Dagverblijf De Luwte verhuisde midden 2007 naar een nieuwbouw, volledig afgestemd
op de doelgroep.
De nog beschikbare open plaatsen waren eind 2007 nagenoeg volledig ingevuld.
Het semi-internaat schoolgaanden kende in september 2007 een sterke instroom
van kleuters en jonge kinderen. Een gezonde evolutie vermits juni 2007 een grote
uitstroom van plus 21-jarigen betekende. Dit bracht de leeftijdspyramide en de bezettingscijfers
terug in evenwicht .
De evolutie in het internaat schoolgaanden verliep minder rimpelloos.
De bezettingsgraad daalde tot onder de 95 %.
Een factor hierin was een uitblijven van opnamevragen voor het buitenhuis. Daarnaast
waren ook invloeden vanuit andere voorzieningen voelbaar. Extra erkenningsplaatsen
‘nursing’ elders trokken mogelijke kandidaten weg van onze geïntegreerde
werking.
Ook het bieden van flexibiliteit brengt moeilijkheden mee. De plaatsen voor deeltijdse
opvang worden niet altijd dadelijk ingevuld met twee cliënten, zodat een halve
plaats tijdelijk open blijft. Daarnaast kan een open plaats niet altijd dezelfde dag worden
opgenomen wat eveneens een lager bezettingscijfer tot gevolg heeft.
Het Perron haalde voor het zesde jaar op rij het aantal te presteren begeleidingsuren
van 685.
Ze deden zelfs meer. In 2007 werden maar liefst 873 begeleidingsuren gepresteerd.
Binnen deze uren was er een sterke toename van begeleidingsuren voor kinderen
tussen 3 en 15 jaar oud.
Invloeden van buitenaf
Integrale jeugdhulp en modulering
Sinds 2001 is het begrip ‘Integrale Jeugdhulp’ in het Vlaamse jeugdhulplandschap in
voege. Met Integrale Jeugdhulp wil het beleid meer afstemming en samenwerking
bereiken tussen de verschillende sectoren van de jeugdhulpverlening.
Er werd een typemodulering ontwikkeld die de onderlinge kennis van elk aanbod
moet doen toenemen. Daarnaast moet dit toelaten dat de zorg naadloos aansluit
en dit niet alleen tussen voorzieningen en diensten in één sector, maar ook intersectoraal.
Tenslotte wordt ook een vroegtijdige zorg nagestreefd, die zo kort mogelijk
aansluit bij de hulpvraag van de jongeren en enkel dat biedt wat gevraagd wordt.
Eind 2006 werden een kader en een aantal instrumenten bezorgd waarmee alle voorzieningen
hun bestaande hulpverleningsvormen in ‘modules‘ dienden te omschrijven.
Sinds februari 2007 staat het huidige aanbod van de afdeling minderjarigen op
de website van Integrale Jeugdhulp. De afdeling staat onder vier modules beschreven
in een gegevensbank. De gegevens zijn raadpleegbaar voor professionals.
Op korte termijn moet de transparante beschrijving in typemodules een aantal processen
vergemakkelijken voor wat betreft het zoeken, vinden, ordenen en vergelijken
van een aanbod.
Op lange termijn verwacht men een evolutie van totaalzorg naar zorg op maat waarbij
de verschillende onderdelen van aangeboden diensten op zichzelf kunnen aangeboden
worden.

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
De Luwte
Langdurige, ambulante begeleiding,
behandeling en verzorging
van niet-schoolgaande kinderen
en jongeren met een diep verstandelijke
handicap en mobiele en
ambulante begeleiding voor hun
gezin.
Het Perron
Mobiele en ambulante begeleiding,
behandeling en training in
functie van het bereiken van concrete
resultaten in de directe leefsituatie.
Dit zal verdere voorbereiding vragen van de betrokken sectoren. Vooral netwerking
en regionale plannen staan op de voorgrond.
Elke regio moet leemtes en overlappingen opsporen en aanpakken. Ze kunnen eigen
klemtonen en prioriteiten bepalen afgestemd op de noden van de cliënten.
Integrale Jeugdhulp en de rechtspositie van de minderjarige
In 2007 werd op beleidsniveau verder gewerkt met de gevolgen van het nieuwe decreet
over de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp. Gevolgen zullen
vooral voelbaar zijn in onze manier van communiceren met de jongeren en de manier
waarop we onze jongeren informeren.
Dit thema werd met medewerkers uit de afdeling besproken en op het niveau van de
ouderraden kinderen en jongeren.
Opvoedingsondersteuning
De accentverschuivingen in het Perron in de aard van de vragen naar begeleiding
vallen samen met tendensen die ook binnen de ruimere samenleving op te merken
zijn.
13 juli 2007 werd het nieuw decreet van kracht inzake de organisatie van opvoedingsondersteuning
binnen het lokaal sociaal beleid van gemeenten. Het decreet
bevat stimulansen voor de oprichting van opvoedingswinkels en allerlei initiatieven
voor het bieden van opvoedingsondersteuning.
De Provincie Antwerpen startte met een pilootproject rond Triple P, Positive Parenting
Programme. Dit programma richt zich op kinderen zonder verstandelijke beperkingen
maar kan, mits de nodige aanpassingen, kansen bieden voor gezinnen met een
kind met een verstandelijke handicap.
De ruimere maatschappelijke interesse en de verschillende initiatieven op gebied
van opvoedingsondersteuning scheppen op langere termijn mogelijk kansen voor
onze ambulante dienstverlening, het Perron.
Recht op onderwijs
In december 2005 publiceerde de minister van Onderwijs zijn discussienota ‘Leerzorg
in het onderwijs. Een kader voor zorg op maat van elk kind.’
Deze nota beschrijft een nieuw systeem van indeling van het onderwijsaanbod. Er
wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen gewoon onderwijs en buitengewoon
onderwijs en er zou ook geen sprake meer zijn van de verschillende types in het buitengewoon
onderwijs.
Uitgangspunt is het recht op onderwijs van elke leerling en de juiste ondersteuning
hierbij.
Voor concrete stappen is het nog wachten op de Vlaamse Overheid, maar het thema
werd alvast ook in onze afdeling besproken.
Concreet onderzochten we de benedengrens tussen schoolgaanden en niet-schoolgaanden
zoals ze momenteel ligt voor de cliënten van De Luwte en de geïntegreerde
werking.
MPI Oosterlo, in samenspraak met directies van de scholen van kleuter en lager onderwijs
en secundair onderwijs, neemt het standpunt in dat wij het recht op onderwijs
willen garanderen voor de doelgroepen.
De praktijkvertaling van dit principe is echter niet eenvoudig, vraagt de nodige analy-
jaarverslag 2007 11

Dienstverlening Afdeling minderjarigen
Kanariegeel
Blinkend, vlug
Netjes
Tussen mijn vingers
Teken je mij in
zwarte lijnen
12 jaarverslag 2007
ses, onderzoek van mogelijke alternatieven en bekijken van de voor-en nadelen. We
besteedden veel aandacht aan de middeleninzet en de werkwijzen die nodig zijn om
dit aanbod te kunnen realiseren. Het recht op onderwijs mag immers niet ten koste
gaan van de dienstverlening.
Een psychopedagogisch begeleider van de afdeling nam deel aan de Delta werkgroep
die in de schoot van de VLOR in 2007 voorbereidend werk verrichtte rond ‘recht
op onderwijs’. Op die manier nemen we een actieve rol op in het beleidsvoorbereidend
werk en volgen we de evoluties op de voet.
Pascale Creten
Afdelingshoofd minderjarigen

Dienstverlening Afdeling volwassenen
Afdeling minderjarigen 4
Afdeling volwassenen 13
Medische dienst 17
Vrije tijd en vorming 20
Van Appartementen
op centrale campus
naar Huis 20 Eindhoutseweg
In het voorjaar van 2007 vonden
heel wat overlegmomenten en informatievergaderingen
plaats in
functie van de verhuis van de appartementen,
gelegen op de centrale
campus, naar Huis 20 aan de
Eindhoutseweg. In de loop van
februari en juni 2007 brachten de
medewerkers en gebruikers een
bezoek aan de werf en werden op
de hoogte gebracht van de stand
van zaken met betrekking tot infrastructuur
en groepssamenstelling.
De huidige profilering van Huis 20
is gebaseerd op de resultaten van
het tevredenheidsonderzoek ‘wonen’
en het in kaart brengen van
de zorgvraag van elke cliënt op dat
moment.
De zorgvraag van onze cliënten is
doorheen de jaren geëvolueerd.
Het ouder worden van de cliënten
en complexe problemen, bv. op het
vlak van gedrag, hebben belangrijke
accentverschuivingen in onze
dienstverlening tot gevolg.
Een belangrijk uitgangspunt gestoeld
op de ervaring vanuit de
dagdagelijkse werking is dat het
leven in groep een meerwaarde
moet betekenen voor de cliënt zelf,
maar ook voor zijn medebewoners.
De groep mag geen bedreiging
Doelplan 2007
Doorheen de opvolging van het doelplan besteedden we gans het werkjaar aandacht
aan:
• De dienstverlening aan ouderwordende cliënten:
■ Wat is reeds aanwezig in onze huidige werking en wat dient nog gerealiseerd
te worden? Een plan van aanpak wordt opgesteld in functie van de hoogdringendheid.
■ Een subwerkgroep maakt een eerste ontwerp ‘ draaiboek bij overlijden’ (familielid
of vriend/ de cliënt zelf ). Dit gebeurt in samenwerking met de medische
dienst.
■ Het aanbod aan niet-arbeidsmatige ateliers wordt verder uitgebreid
■ Vanuit de huidige werking worden samen met kinesiste en logopediste accentverschuivingen
voor de toekomst vastgelegd.
■ Een overleg met Huize Perrekes resulteert in concrete tips voor de dementieproblematiek.
■ Een vormingsaanbod (kennis en vaardigheden) wordt uitgewerkt voor medewerkers
die met de complexiteit van het ouderworden geconfronteerd
worden.
■ De opties voor de toekomst
■ Netwerkwerking
• De voorbereiding en opstart van de nieuwbouw Eindhoutseweg 20 / Huis 20.
Er werd een stappenplan opgesteld met een volledig overzicht van al de uit te
werken elementen: de inhoudelijke werking, de organisatie, samenwerkingsverbanden,
materiële voorzieningen, communicatie met alle betrokkenen, enz.
Resultaten van de in 2006 uitgevoerde tevredenheidsmeting ‘woonsituatie
cliënten’ worden meegenomen in beslissingen over groepssamenstelling, materiële
voorzieningen en andere. De verhuis werd een aantal keren noodgedwongen
uitgesteld, maar kon in november 2007 eindelijk doorgaan. Dankzij
de inspanningen en ondersteuning van heel veel mensen binnen en buiten de
voorziening, konden de cliënten op 14 november 2007 hun nieuwe kamer in
gebruik nemen.
• De strategische opties van de afdeling:
waar staan we nu en hoe zien
we de toekomst. Daarbij rekening
houdend met zowel interne (bv.
evoluties zorgvraag cliënten) als
externe invloeden. (bv. regelgeving
van het Vlaams Agentschap)
jaarverslag 2007 13

Dienstverlening Afdeling volwassenen
vormen voor de cliënt, mag geen
afbreuk doen aan de kwaliteit van
leven. Specifiek voor deze doelgroep
werden in ‘de nieuwbouw’
een aantal studio’s voorzien met eigen
sanitaire voorzieningen.
Huis 20/2 beschikt over 2 studio’s
en 3 kamers op het gelijkvloers.
Hier wonen 5 cliënten die omwille
van hun specifieke zorgvraag nood
hebben aan een zeer individueel
gerichte begeleiding. We kunnen
hier moeilijk van een groep
spreken. De cliënten hebben nood
aan een gestructureerde en voorspelbare
omgeving. Het is echter
zeker niet de bedoeling dat zij een
geïsoleerd leven leiden. Spontane
sociale contacten lukken echter
niet en moeten in het zorgaanbod
mee worden opgenomen, op een
gestructureerde manier met begeleiding.
Huis 20/1 biedt naast drie studio’s
ook woongelegenheid voor 8
cliënten op het gelijkvloers. In deze
groep ligt het accent vooral op verzorging
onder andere omwille van
het ouder worden.
Op de bovenverdieping bevinden
zich 7 kamers. In huis 20/3 wonen
cliënten voor wie het leven in groep
een meerwaarde heeft. Het accent
ligt op samen kunnen genieten van
groepsactiviteiten en een groepsleven
uitbouwen. Tegelijkertijd is
het ook belangrijk dat ze over de
nodige privacy kunnen beschikken
als ze hier behoefte aan hebben.
Zich kunnen terugtrekken op hun
kamer ligt zeker in hun mogelijkheden.
Volledigheidshalve dienen wij
hierbij te vermelden dat een aantal
cliënten die in huis 20/3 wonen,
ook in aanmerking komen voor het
leven in een buitenhuis.
Chantal Geudens
14 jaarverslag 2007
Aandachtspunten en realisaties in de afdeling
• De visietekst ‘Zorgcoördinatie’ wordt afgerond en gecommuniceerd naar alle
medewerkers van de afdeling. De jaarlijkse opvolging wordt opgenomen in het
werkplan van het beleidsteam
• Naar aanleiding van de uitgevoerde tevredenheidsmeting bij gebruikers (uitgevoerd
op organisatie-niveau rond het thema ‘ Informatie en communicatie ‘)
wordt het huidige cliëntopvolgsysteem in de afdeling ernstig in vraag gesteld en
opgenomen in het doelplan 2008.
• De inzet van de personeelsmiddelen wordt geëvalueerd in functie van de toenemende
vraag naar weekendopvang in alle woningen. De zorgzwaarte wordt
per woning in kaart gebracht op basis van de resultaten inschaling zorggradatie
door het Vlaams Agentschap.
• We trachten bij de inzet van middelen het principe ‘ elke cliënt heeft het recht om
het weekend in de eigen woning door te brengen’ te huldigen. Doordat we ook in
2007 geen 30% gemiddelde bezetting haalden voor de weekendbezetting, werd
beslist om in functie van de uitbreiding personeel een verschuiving van 19/38
jobtime van Ateljee Hagelbos naar het Huis in Geel door te voeren. Hierdoor kon
ook daar continuïteit van dienstverlening in het weekend verzekerd worden. Dit
zal in 2008 geëvalueerd worden. Verschuivingen van personeelsmiddelen van
de week naar het weekend hebben gevolgen voor het weekaanbod in de woningen.
De verschuiving van middelen van Ateljee naar het huis in Geel zal het
aanbod in het Ateljee noodgedwongen verengen.
• Er werden accentverschuivingen doorgevoerd in het takenpakket van de medewerkers
vanuit de evolutie van de zorgvragen
• toenemende verzorgingsnoden van de ouderwordende cliënten
• toenemende medische opvolging (interne en externe onderzoeken) met grote
tijdsinvestering o.a. wat vervoer betreft.
• Vrijwilligerswerk: nood aan ondersteuning door vrijwilligers stijgt ook in de afdeling
volwassenen. Dit omwille van de toenemende zorgzwaarte van cliënten enerzijds
en de beperkte personeelsmiddelen anderzijds. Activiteiten die door vrijwilligers
kunnen worden ondersteund: bewegingsactiviteiten (wandelen, fietsen,….), gebruik
computer, begeleiding bij uitstappen, snoezelen, bibliotheekbezoek, enz….

Dienstverlening Afdeling volwassenen
Centrale registratie zorgvragen
(CRZ):
De gezinsbegeleider kan voortaan
rechtstreeks inloggen, als lid van
CRZ provincie Antwerpen..
De webapplicatie verleent de contactpersonen
CRZ rechtstreeks
toegang tot de gegevens van de
provincie Antwerpen. Dit zijn de
gegevens van de personen met
een handicap die in de provincie
een zorgvraag stellen aan een door
het Vlaams Agentschap erkende
dienst of voorziening. Het provinciaal
coördinatiepunt beheert
zowel de applicatie, geïntegreerd
in de provinciale website, als de
onderliggende database.
Met deze webapplicatie kan elke
contactpersoon zorgvragen toevoegen
en bewerken,informatie
opvragen uit de database, documenten
downloaden en communiceren
met het provinciaal coördinatiepunt.
• Gekoppeld aan wijzigingen in het permanentiesysteem op organisatieniveau
wordt een permanentiesysteem op afdelingsniveau uitgewerkt.
• Vanuit het diversiteitsplan nemen de hoofdopvoeders van de afdeling deel aan
een vorming over competentiedenken. Het huis in Geel neemt deel aan het pilootproject
om acht vooropgestelde kerncompetenties te vertalen naar de eigen
doelgroep. Anders gezegd: welk gedrag wordt van een medewerker verwacht bij
elk van de acht competenties. Vertaling wordt vervolgens door alle woonteams en
het Ateljeeteam gemaakt en besproken tijdens de hoofdopvoedersvergadering.
• Heel wat personeelswijzigingen zijn gevolg van onder andere landingsbanen en
de start van het nieuwbouwproject.
• In huis 19 in de Van Hoornestraat wordt een grondige teamwijziging doorgevoerd.
In huis 17 wordt een experiment met een duo-baan voor de hoofdopvoeder
opgestart. Dit project loopt over 2 jaar (opgedeeld in 4 fases ).
• We volgden een informatiesessie betreffende de uitvoeringsrichtlijnen van de
zorgregie. De bedoeling van deze informatiesessie was om de uitvoeringsrichtlijnen
in het algemeen toe te lichten, zodat iedereen weet wat te doen om van
start te gaan op 1 januari 2008.
Familiecomité
Het familiecomité vergaderde viermaal in 2007.
Op 01/10/2007 werd de visietekst ‘relatievorming en seksualiteit’ besproken
Op 6/11/2007 vond een overkoepelende info-avond plaats omtrent netwerken.
Elk familiecomité worden aan de hand van een actieplan thema’s besproken en de
daaraan gekoppelde afspraken opgevolgd.
Ambulante dienstverlening
Beschermd Wonen
• Maart 2007 werd één cliënt ontslagen in het project Westerlo. De zorgvraag was
te complex voor een dienst beschermd wonen.
• In november 2007 werd een nieuwe cliënt opgenomen..
• In december 2007 maken we het plotse overlijden mee van een cliënt.
• December 2007 start een nieuwe begeleidster.
Een greep uit de ondersteuningsvragen:
Doel: cliënten ondersteunen bij het zo zelfstandig mogelijk uitbouwen van hun eigen
leven
• Financiële en administratieve ondersteuning (budgetbegeleiding gezin)
• Ondersteunen bij de organisatie van het huishouden. Opstellen en respecteren
van huisregels
• Contacten externe diensten (bv. gezinshulp)
• Gezondheid: lichaamsverzorging, dieet, sporten
• Een brief leren schrijven
• Emotionele gezondheid: hoe ga ik om met negatieve ervaringen?
• Gebruik van openbaar vervoer voor familiebezoek
• Wat te doen als ik ziek ben?
jaarverslag 2007 15

Dienstverlening Afdeling volwassenen
25­jarig bestaan van de afdeling
• We organiseerden een groot
feest op 25/09/07voor alle clienten,
ouders/wettelijke vertegen
woordigers en medewerkers
van de afdeling
• Hartenwensen van al de cliënten
werden geïnventariseerd.
De realisatie van deze wensen
loopt tot einde 2008. Enkele
concrete hartenwensen: een
optreden van een bekende
Vlaamse zanger, bezoek aan
dierentuin, karaoke, vakantie,
boottocht, luchtdoop, verwendag,
etentje, zwembad,
bioscoop, Disneyland, naar
zee, bezoek TV studio, rit met
de motor, winkelen, terrasje
doen, fritten eten, reis naar
het buitenland, bezoek aan
het huis van een bekende Vlaming,
dansen, sauna.
Fee
Een fee
Is een vrouw
Een ferme madam
Ze leeft in een boom
Daar heeft ze een
Huisje
Ik ga daar wel eens
op bezoek
Dan vraag ik dat
Ze mij een
Droomprins tovert
Dan word ik
Prinses
16 jaarverslag 2007
Begeleid Werken Zuiderkempen
In 2007 werden 29 cliënten begeleid door de dienst Begeleid Werken Zuiderkempen
( eind 2007: 28 cliënten in begeleiding)
Cliënten waren actief bij 32 verschillende arbeidsposten, waarvan 21 in non-profit en
10 in de profitsector.
3 cliënten hebben hun traject in de loop van dit jaar beëindigd.
2 cliënten zijn een nieuw traject gestart. ( bijkomend één traject met persoonsassistentiebudget)
2 arbeidsposten zijn weggevallen maar er kwam gelukkig 1 nieuwe arbeidspost bij.
(Bijkomend twee arbeidsposten binnen persoonsassistentiebudget.)
Toekomstplannen
Regionale zorgplanning:
Mogelijk initiatief uitbreidingsbeleid 2008:
• uitbreiding 5 plaatsen Beschermd Wonen (regio Westerlo)
• uitbreiding met minstens 12 plaatsen tehuis niet-werkenden in de regio Hulshout
• uitbreiding 1 plaats dagcentrum in het kader van begeleid werken
Emmie Schoofs
Afdelingshoofd volwassenen

Dienstverlening Medische dienst
Afdeling minderjarigen 4
Afdeling volwassenen 13
Medische dienst 17
Vrije tijd en vorming 20
Bij een nieuwe opname worden
de ouders uitgenodigd voor een
gesprek bij één van de dokters of
bij beide dokters. Dit is afhankelijk
van de zorgvraag van de cliënt. In
2008 zal het gesprek met de ouders
voorzien worden vooraleer de
cliënt opgenomen is.
Tijdens dit gesprek wordt eveneens
nagegaan hoe medische
verslaggeving wordt opgemaakt
en kan bezorgd worden aan de ouders,
huisarts.
Bij doorverwijzingen naar andere
voorzieningen wordt een medisch
overzicht opgemaakt dat bezorgd
wordt aan de arts van de voorziening
waar de cliënt zal opgenomen
worden.
Na iedere cliëntbespreking wordt
een gezondheidsrubriek opgemaakt
zodat de begeleiding en de
ouders op de hoogte zijn van de
individuele zorg die verleend moet
worden.
Algemeen medisch
Afdeling volwassenen
Interne raadplegingen
■ Preventieve onderzoeken
73 cliënten één algemeen klinisch onderzoek
5 cliënten twee onderzoeken
40 cliënten één bloedonderzoek
31 cliënten twee bloedonderzoeken
4 cliënten viermaal bloedonderzoek omwille van gezondheidsproblemen
of omwille van opvolging inname geneesmiddelen.
20 cliënten vaccinatie klem en kroep
1 cliënt vaccinatie longontsteking
71 cliënten griepvaccinatie
21 cliënten raadpleging revalidatiearts. Hulpmiddelen werden in het MPI
aangemeten of aangeschaft.
Tijdens het klinisch algemeen onderzoek gebeurde er een controle op aanwezigheid
van oorstoppen. Bijkomende controles op aanwezigheid van oorstoppen ging door
bij de cliënten met een gehoorapparaat en bij de cliënten waarbij er snel oorstoppen
ontstaan.
Als tijdens het algemeen klinisch onderzoek gezondheidsproblemen werden vastgesteld
of als gezondheidsproblemen werden gemeld, werden nog bijkomende onderzoeken
voorzien en dit zowel op de medische dienst als bij externe geneesheren
of diensten.
Als een cliënt ziek was, werd een onderzoek voorzien. Hoewel de meeste raadplegingen
doorgingen op de medische dienst gebeurde het al vaker dat de dokter naar de
leefgroep ging om een cliënt te onderzoeken.
Omdat verschillende cliënten overgewicht vertonen werden voedingsadviezen gegeven
of werd een diëtiste geraadpleegd.
Voor 2008 wordt verdere samenwerking met de diëtiste gepland en zal er ook voldoende
aandacht gegeven worden aan de gezondheidsproblemen die voorkomen
bij ouderwordende cliënten
Externe raadplegingen
Verschillende cliënten werden doorverwezen naar een neus-keel-oorarts omwille van
vermoeden van verminderd gehoor en naar de oogarts omwille van vermoeden van
verminderde gezichtsscherpte. De gepaste behandeling werd ingesteld (gehoorapparaat,
heelkundige behandelingen bij daling van de gezichtsscherpte omwille van
cataract).
De voorziene raadplegingen bij de tandarts, oogarts, neuroloog, hartspecialist en andere
werden georganiseerd.
Enkele cliënten werden in het ziekenhuis opgenomen om een goede mondverzorging
mogelijk te maken.
In 2007 werd bij 31 cliënten een mammografie en/of echografisch onderzoek van de
buik voorzien.
jaarverslag 2007 17

Dienstverlening Medische dienst
Boom
Bloemen blaadjes appels
peren pruimen
Allemaal aan mijn boom
Groot of klein
Groeien naar boven
Links en rechts
Onder de stam
Wortels
Die houden
mijn boom vast
Geven hem water
Want bomen hebben
geen handen
Om boterhammen te eten
Ik klim in mijn boom
Het waait
Boem
Ik val
Krak
Een tak
En ook mijn been
18 jaarverslag 2007
Afdeling minderjarigen
Interne raadplegingen
100 cliënten preventief algemeen onderzoek door de dokter van het CLB.
Bij deze leerlingen werd er ook een gehooronderzoek gedaan.
Ook de gezichtsscherpte werd bepaald.
86 cliënten raadpleging bij dokter De Maeght omdat geen onderzoek bij
de dokter van het CLB voorzien was of omdat de cliënt pas opgenomen
was in het MPI.
20 cliënten regelmatige bloedonderzoeken omdat ze medicatie innemen.
Bij andere cliënten werd een bloedonderzoek of een urine onderzoek
voorzien omdat ze lichamelijke klachten hadden.
64 cliënten raadpleging revalidatiearts. Hulpmiddelen werden in het MPI
aangemeten of aangeschaft.
117 cliënten griepvaccinatie
45 cliënten allerlei vaccinaties en herhalingen
Minstens 14 cliënten kwamen regelmatig naar de medische dienst zodat het lichaamsgewicht
kon opgevolgd worden. Dit gebeurde niet alleen omdat er sprake
was van overgewicht maar ook omdat bij bepaalde cliënten het lichaamsgewicht
in verhouding tot de lichaamslengte veel te laag was. Voor al deze cliënten werden
gepaste voedingsadviezen gegeven of werd advies gevraagd aan een diëtiste. Het
aanpassen van het voedingsschema gebeurde in overleg met de verantwoordelijke
van de keuken, met de begeleiding van de leefgroep/klas en met de ouders. Indien
dit mogelijk was werden de gegeven adviezen ook met de cliënt besproken.
In één leefgroep werd door de logopediste bij alle cliënten de slikmogelijkheden nagekeken
en werd overgegaan tot het samenstellen van een voedingsschema aangepast
aan de individuele noden van de cliënten.
Bij ziekte van een cliënt in de afdeling minderjarigen werd steeds contact opgenomen
met de ouders. In de meeste gevallen werden de kinderen door de ouders opgehaald
en verder thuis verzorgd.
Externe raadplegingen
Vanuit het MPI werden 2 cliënten opgevolgd bij een neus-keel- oorarts, 4 cliënten
bij een neuroloog, 1 cliënt bij de uroloog, 10 cliënten door de oogarts en 52 cliënten
door de tandarts. Enkele cliënten werden doorverwezen naar het ziekenhuis voor
mondverzorging bij een stomatoloog.
Psychiatrisch
Afdeling volwassenen
Van september tot december maakten 25 cliënten kennis met dokter Ann Spaepen
en werd voor 11 cliënten een regelmatige opvolging voorzien. De psychiatrische opvolging
moet nog verder op punt gesteld worden en dit zal gebeuren in overleg met
de ouders en de begeleiding van de individuele cliënt.
Verder nam de dokter deel aan verschillende cliëntbesprekingen, gezinsgesprekken
en het multidisciplinair overleg.

Dienstverlening Medische dienst
Zwembad
Ik zie een lichtje
Witte hoeken
Zacht als tapijt
Mijn hart
In de lengte
Afdeling minderjarigen
Van september tot december werden reeds 85 cliënten aan de dokter voorgesteld.
Vaak was dit in voorbereiding op een cliëntbespreking of een probleembespreking.
Enkele van de voorgestelde cliënten werden vaker uitgenodigd voor een gesprek en
bij enkele cliënten werd een regelmatige opvolging voorzien. Als een behandeling
aangepast moest worden, nam de dokter vaak zelf contact op met de ouders. Ook
hier nam de dokter deel aan cliëntbesprekingen, probleembesprekingen en gezinsgesprekken.
De psychiatrische opvolging zal nog verder op punt gesteld worden. Dit
zal gebeuren in overleg met de ouders en de begeleiding van de individuele cliënt.
Evoluties in de zorg
De wet op het medisch-verpleegkundig handelen werd verder opgevolgd. De wetgeving
bleef in 2007 nog onduidelijk, ondanks het voornemen van de wetgever om
hier duidelijkheid in te brengen. Meer duidelijkheid wordt in 2008 in het vooruitzicht
gesteld.
In het kader van de medisch-verpleegkundige handelingen door derden, werkten we
richtlijnen uit voor de praktijk, afgestemd op de noden uit de praktijk. Dit gebeurde
ondermeer door het geven van vorming aan de busbegeleiders en door het uitschrijven
van noodprocedures.
De medische dienst blijft eveneens de vorming op zich nemen van de medisch-verpleegkundige
handelingen die door medewerkers in de organisatie moeten opgenomen
worden.
Daarnaast was er ook in 2007 heel wat aandacht voor systematisering en automatisering.
Thema’s die ook in 2008 verder aan bod zullen komen.
Vanuit het beleid van de organisatie werd ook in 2007 aandacht gevraagd voor het
ontwikkelen van de zorg aan mensen met een complexe zorgvraag, en dit zowel op
gedragsmatig niveau als op fysisch vlak. In 2008 wordt daarom vorming voorzien
voor de begeleiding van leefgroepen waar kinderen of jongeren met een complexe
zorgvraag opgevangen worden.
Het thema gezonde voeding stond ook in 2007 centraal en zal ook in 2008 een belangrijk
aandachtspunt blijven.
De evoluties die zich op organisatieniveau en afdelingsniveau voordeden werden opgevolgd
en de eigen werkorganisatie van de medische dienst werd, waar kon, reeds
aangepast. Verdere aanpassing dient nog te gebeuren opdat de dienst haar kerntaken
zowel op organisatieniveau als op niveau van de afdelingen kan opnemen.
Vorming dient nog voorzien te worden om beter te kunnen inspelen op de zorgvraag
van de ouderwordende cliënt, de psychogeriatrische aandoeningen en de palliatieve
zorgen.
Maria Hendrix
Hoofdverpleegkundige
jaarverslag 2007 19

Dienstverlening Vrije tijd en vorming
Afdeling minderjarigen 4
Afdeling volwassenen 13
Medische dienst 17
Vrije tijd en vorming 20
Verloop van het
poëzie­experiment:
‘We hebben hen kort bevraagd of
zij wisten wat gedichten waren. Samen
hebben we enkele voorbeelden
luidop voorgelezen en samen
bekeken wat poëzie nu juist is.
We zijn naar buiten gewandeld en
hebben hen elk de opdracht gegeven
om een voorwerp te kiezen
dat hen aantrok en waar ze iets
over konden vertellen. Hierna zijn
we samen gaan zitten en hebben
elk voorwerp om de beurt bekeken.
Rond elk voorwerp vroegen
we wat ze zagen, voelden, waar ze
aan dachten… kortom een vrije
associatie per voorwerp. De begeleider
schreef alles op.
Daarna zijn we terug naar binnen
gegaan en hebben we hen een
woord laten kiezen en zijn daarop
samen verder gaan associëren. Zo
ontstonden de eerste korte gedichtjes.
Voor de laatste oefening werden
alle deelnemers apart gefotografeerd,
dit was een close-up van hun
gezicht. We hebben de camera aan
de televisie gekoppeld, zodat ze
zichzelf meteen konden bekijken.
We vroegen hen te vertellen wat
ze zagen en dachten. Alles wat ze
vertelden hebben we genoteerd
en onder elkaar gezet en zo hebben
ze zelf hun gedicht gecreëerd.’
20 jaarverslag 2007
Net zoals de vorige jaren zat 2007 boordevol mooie, krachtige momenten.
Sport, cultuur, gastronomie, snoezelen, zingen… het zijn slechts woorden.
Er gaat een ganse wereld achter schuil vol positieve ervaringen van kinderen,
jongeren en volwassenen met een verstandelijke handicap. Geloof in hun kracht
opent ongekende wegen. Eén van deze wegen is de weg van de taal. In 2007
werkten we een project uit rond taal. Uit de veelheid willen we jullie in dit jaarverslag
even meenemen op deze weg.
Het idee is ontstaan vanuit het geloven in de kracht van onze doelgroep in plaats
van hun beperkingen. Wij gingen ervan uit dat mensen met een verstandelijke
handicap meer met taal kunnen dan wij denken, tenminste als ze die kans krijgen.
Taal en mensen met een verstandelijke beperking worden vaak als twee
afzonderlijke werelden bekeken. Wij wilden uitzoeken wat er gebeurde als we
de twee elkaar lieten ontmoeten.
Taal is een breed begrip, we besloten ons eerst te richten op het facet poëzie, de
kleinste en puurste vorm van taal.
Pure Poëzie
We zijn gestart met een experiment, om te kijken hoe mensen met verstandelijke
handicap omgaan met poëzie. Kennen ze het? Wat kunnen ze ermee? Wat vinden ze
ervan? …
Krokusvakantie 2007 organiseerden we een dag rond poëzie. De voormiddag was
voorbehouden voor een groep volwassenen, de namiddag voor een groep minderjarigen.
De resultaten van dit experiment waren verbluffend. Er zijn pareltjes van gedichten
ontstaan. Een aantal hebben we mee opgenomen in het jaarverslag zodat u hier mee
kan van genieten.
De deelnemers bloeiden open en hebben ontzettend genoten. Iedereen was geconcentreerd
en respectvol voor elkaar. Het was een prachtige en verrassende ervaring,
niet alleen voor hen maar ook voor de begeleiding.
Vanuit deze succeservaring hebben we besloten om hier een volledig project rond
op te starten.
De start vond plaats in augustus 2007.
We wilden net zoals bij het experiment werken met twee groepen; volwassenen en
minderjarigen. Hun belevingswereld en hun interesse verschillen immers sterk.
De dagen werden gesplitst in voor- en namiddag. Elk dagdeel kwam 1 groep aan
bod. Het weekprogramma was voor beide groepen hetzelfde, al gaven zij dit op hun
eigen manier kleur. We hebben poëzie ook gekoppeld aan beeldende kunst. Zodat
ze zichzelf ook via dit medium konden uitdrukken in samenhang met wat ze geschreven
hadden. Het beeldende was dus als het ware de interpretatie van hun poëzie.
We hebben ook samen met de bibliotheek van Geel een dag georganiseerd waarin
een professionele poëet (Nele Warson) langs is gekomen om samen met onze deelnemers
gedichten te maken. Dit evenement had plaats in de bib en was een ongelooflijk
succes. Het verruimde hun belevingswereld en legde nadruk op hun kwaliteiten.

Dienstverlening Vrije tijd en vorming
Doel van dit alles
Uitgaan van de kwaliteiten van
onze doelgroep in plaats van hun
beperking en deze kwaliteiten extra
in de verf zetten
Zelfbeeld versterken
Zelfvertrouwen vergroten
Creativiteit stimuleren en opvangen
binnen resultaten
Integratie en inclusie
Kwaliteiten profileren naar de buitenwereld
Succeservaringen beleven
Kalkoen
Ik heb een staart
Leef in een kippenhok
Of in de wei
Soms bijt ik
HAP
Met mijn bek
Gele lange poten
Zo loop ik rond
Ik hang vol pluimen
Ook
Op
Mijn
Poep
’s morgens roep ik
Koelekoelekoele
’s avonds word ik
saté
De resultaten van deze dag werden in de bib getoond.
Poëzie kan ook in het MPI een meerwaarde betekenen. Er zijn nog enkele muren
onbeschilderd, die snakken naar wat creativiteit. Het zou leuk zijn als er wat gedichten
op de muren geschilderd mogen worden. Of enkele gedichten in huis en in de
gangen zouden ook niet misstaan.
Verder hebben we het cultureel centrum kunnen warm maken rond dit thema en
mogen we deelnemen aan de tentoonstelling: kunst op je deur. De gedichten van
de deelnemers zullen op deuren geschreven worden en aan de andere kant van de
deur zal een bijhorend schilderij komen te staan. Deze deuren zullen tentoongesteld
worden in het stadspark van Geel. Op die manier treden we naar buiten met ons project
en met de kwaliteiten van onze doelgroep. Dit zorgt voor een mooie vorm van
integratie en waardering.
Een andere vorm van integratie en inclusie binnen dit project is het deelnemen aan
de voordrachtwedstrijd. Dit gebeurt in samenwerking met de afdeling woord van de
muziekacademie. De deur staat alvast op een kier. De eerste contacten zijn gelegd,
hopelijk krijgt dit verhaal een vervolg.
Bieke Geenen
Dienst vrije tijd en vorming
jaarverslag 2007 21

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
22 jaarverslag 2007
Beleid en strategie
In uitvoering van de speerpuntennota 2006 – 2010 formuleerden we voor het
jaar 2007 zes strategische doelen die richting gaven aan de operationele doelen
die we voor de organisatie vastlegden.
Terug kijkend naar het voorbije jaar 2007 blijkt dat op alle niveaus en delen van
de organisatie ernstig werk werd gemaakt van de realisatie van dit doelplan.
Correct en effectief inzetten van middelen
In dit kader brachten we onze personeelsmiddelen in kaart in relatie tot de verschillende
financieringsbronnen. We stonden stil bij de opvolging van de beheersbaarheid
op korte en lange termijn en bij een optimale inzet in functie van de diverse
reglementaire mogelijkheden en beperkingen. Ook over de inzet in de weekend- en
vakantieopvang en op diverse andere domeinen van dienstverlening en organisatie
zijn een aantal cijfergegevens beter in beeld.
Wat de algemene werkingsmiddelen betreft voerden we het voorbije jaar een systeem
van financieel-economische kwartaalrapportage in ten behoeve van het kernmanagement.
Interne beleidsconclusies zijn reeds gedeeltelijk gesteund op cijfermateriaal maar
een verder doorgedreven inspanning is ook voor het jaar 2008 nog nodig. Nog niet
alle kengetallen zijn in beeld en niet alles kan voldoende teruggeplaatst en gelinkt
worden in het grote geheel.
Binnen deze algemene doelstelling dienen ook de gesprekken gekaderd rond pedagogische
minimumnormen, pedagogische en gezinsondersteuningsplannen en de
nodige personeelsinzet hiertoe.
Naast de inzet van medewerkers in de rechtstreekse dienstverlening vergen ook andere
werkprocessen in de voorziening mensen en middelen en ook hiervoor moeten
we over maatstaven voor de inzet en verdeling van middelen kunnen beschikken.
Vanuit dat oogpunt werd een visietekst uitgewerkt met betrekking tot het bedrijfseconomisch
beleid met beschrijving van de bedrijfseconomische cyclus en de budgetcyclus.
Ook de visie van de organisatie met betrekking tot de kernopdracht van
de dienst administratie en de situering ervan binnen het geheel van de organisatie
werden in een eerste werkversie uitgeschreven.
Met de twee scholen waarmee we op de campus intensief samenwerken sloten we
een basisovereenkomst af over de bedrijfseconomische samenwerking en de onderlinge
kostenverdeling.
Het invoeren van een elektronisch cliëntendossier bleek niet haalbaar tijdens het jaar
2007. Er werd ernstig voorbereidend werk geleverd in de ontwikkeling van een gedragen
basis voor systematische dossiervorming. Effecten op het vlak van personeelsinzet
enerzijds en het genereren van globale cliëntengegevens anderzijds kunnen
dan ook pas in 2008 en volgende jaren verwacht worden.
Rekening houdend met vertragingen in het bouwproces bij het realiseren van het huidige
masterplan maar ook met de interne besprekingen rond toekomstige doelgroepen
en dienstverlening diende ook de ontwikkeling van een nieuw masterplan met
minstens één jaar uitgesteld. Ook met de evaluatie en het ontwikkelingsplan voor de
logistieke diensten zal pas in het jaar 2008 een aanvang kunnen genomen worden.

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
Echte
Dromer
Wil altijd winnen
Innige knuffels
Na de lachbui
Kaders dragen de werking
Duidelijkheid en knopen doorhakken worden in de speerpuntennota aangegeven
als belangrijke werkpunten.
Om hieraan te werken werd het aanbieden van duidelijke kaders opgenomen in het
doelplan 2007.
Er werd intensief gewerkt aan
• de procedure preventie van misbruik en geweld
• de procedure opmaken en opvolgen van individuele dienstverleningsplannen
• de functieomschrijvingen als leidraad voor medewerkers.
• preventie misbruik en geweld:
Het crisisontwikkelingsmodel werd uitgewerkt door de psychopedagogische begeleiders
en voor alle medewerkers toegelicht. Het wordt ook opgevolgd in de praktijk.
Er werden duidelijke richtlijnen opgesteld wat betreft het gebruik van time-outruimtes.
Dit zowel voor wat betreft infrastructuurvoorwaarden als voor de concrete werking.
Een analyserapport wordt opgemaakt op basis van de registraties die gebeurden van
agressie en grensoverschrijdend gedrag. Bedoeling hiervan: opvolgen van de praktijk
zodat structurele problemen opgemerkt en aangepakt worden.
Er werd een stroomschema opgemaakt voor de totale procedure zodat dit gebruiksvriendelijker
is voor de medewerkers die hiermee moeten werken.
De werkgroep agressie werd stuurgroep en de preventieadviseur werd lid van deze
groep zodat een geïntegreerde werking vergemakkelijkt wordt.
• individuele dienstverleningsplannen:
Het huidige proces is erg uitgebreid, tijdrovend en voornamelijk gericht op beeldvorming.
Samen met de psychopedagogische begeleiders wordt hieraan gewerkt. Deze doelstelling
heeft een sterke link met de systematische dossiervorming en de opmaak van
elektronische cliëntendossiers die in het komende werkjaar verder aan bod zullen
komen.
Door middel van een ondersteuningsmodel is het plan om naast beeldvorming ook
de ondersteuningsnood en de ondersteuningsmogelijkheden in kaart te brengen
en met duidelijke doelplannen voor de individuele dienstverlening te werken. De
betrokkenheid van ouders is hierbij een absolute voorwaarde.
• functieomschrijvingen als leidraad voor medewerkers.
Er werd stevig aan de weg getimmerd. Het competentiedenken (kennen en kunnen
van medewerkers) werd met externe begeleiding bestudeerd en vertaald naar de
eigen werking. Dit gebeurde tot op niveau van hoofdopvoeders.
Het proces zal echter nog heel wat tussenstappen nodig hebben vooraleer de omschrijvingen
ook effectief als leidraad voor medewerkers zullen kunnen werken. Dit
betekent immers ook nog een verder afstemmen van de functies op elkaar, in beeld
brengen van de samenwerkingsverbanden, de wijze waarop dit met elke medewerker
concreet en jaarlijks kan worden opgevolgd. Elementen die ook in doelplan 2008
moeten opgenomen worden.
jaarverslag 2007 23

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
24 jaarverslag 2007
Netwerkvorming als vertrekbasis
MPI Oosterlo vzw heeft partners nodig in de zorg. Niet alleen extern, maar ook intern
kan je meer dragen als je dit samen kan doen.
Dit wilden we in 2007 onderzoeken.
We bespraken dit thema met gebruikers. Uit dit gesprek bleek de nood om meer
informatie te krijgen om op die manier ook beter op elkaar te kunnen afstemmen.
Een informatieavond vond plaats met Plan vzw voor ouders en begeleiders van ouderraden.
Het overleg rond gezinsondersteuningsplannen wordt opgenomen en geïntegreerd
in de gesprekken over de ondersteuningsplannen in het kader van de individuele
hulp-en dienstverlening.
Intern werd en wordt het kennisnetwerk verder uitgewerkt in samenspraak met de
psychopedagogische begeleiders.
Ook het samenwerkingsverband met de twee scholen op het domein werd verder
ontwikkeld en verstevigd De basisovereenkomst m.b.t. de financieel-economische
samenwerking vermeldden we reeds hoger. De evoluties m.b.t. het oprichten van
een tweede vestigingsplaats voor het BKO-BLO werden regelmatig opgevolgd en
we boekten ook verder vooruitgang inzake de structurele problemen die zich blijven
stellen omtrent de ‘inbedding’ van paramedici in de scholen als werknemers van MPI
Oosterlo. In het directiecomité slagen we er gaandeweg ook steeds beter in om via
informatie, overleg en concrete afspraken de werking van de drie organisaties op
mekaar af te stemmen en te coördineren waar dit nodig is.
Ook met het samenwerkingsverband Mediander, de voortzetting van de vroegere
Tau-groep, gaan we als organisatie verder de weg op van netwerkontwikkeling. Zo
nemen we actief deel aan het leernetwerk voor directies en aan de werkcellen ethiek
en zingeving, arbeid voor cliënten en vorming. Op het niveau van schaalvergroting
participeerden we aan het netwerk verzekeringen, facilitaire diensten en economaat.
(H)erkend leiderschap
Van het allergrootste belang vonden we de afstemming van bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Dit niet alleen voor de leidinggevenden, ook voor de stafmedewerkers.
In 2007 werd verder gewerkt aan een duidelijk leiderschap voor de hoofdopvoeder
in zijn team en was er aandacht voor het afstemmen van overlegorganen op diverse
niveaus en beleidscycli.
Een zelfevaluatie van het leiderschap in onze voorziening leerde dat ook hier afstemming
van verschillende visies op leiderschap van groot belang is. Voorwaarde ook om
het leiderschap op alle niveaus van de organisatie bewust te maken van de verschillende
aspecten van leidinggeven en de nood dit bewust en gepland op te volgen.
Een thema dat verder loopt in 2008.
In het licht van strategische beslissingen die de eerstvolgende jaren dienen genomen
omtrent ons dienstenaanbod en de beoogde doelgroepen (zie verder) maar
ook omwille van de aangekondigde pensionering van enkele leden van het kernmanagement
hadden we het voorbije jaar inleidende gesprekken over een toekomstige

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
Verdriet
Blauwe lucht
Zwarte schaduw
Alleen maar zand
In het midden
Ikzelf
Van steen
Helemaal
alleen
organisatiestructuur, over het waarborgen van de continuïteit in het management,
het afstemmen van functies op mekaar en de teamontwikkeling binnen deze groep
van topmedewerkers in onze organisatie.
We beperkten ons in 2007 tot het niveau van verkenning van een aantal essentiële
elementen binnen dit thema zodat hierop in 2008 kan verder gebouwd worden.
Eerlijke communicatie
Ter verbetering en optimalisering van zowel onze interne als externe communicatie
gaven we in het voorbije jaar de voorkeur tot het ondernemen van een aantal concrete
acties:
• Een voorstel tot systematische en gestandaardiseerde communicatie werd uitgewerkt
en wordt momenteel getoetst op het niveau van het kernmanagement.
• Vorming wordt georganiseerd voor medewerkers om hen te ondersteunen in
het voeren van duidelijke communicatie met ouders.
• Er wordt nog gezocht naar een systematische en werkbare vorm om de externe
informatie op een efficiënte wijze binnenshuis te verdelen.
• Kaders en richtlijnen worden via intranet gecommuniceerd. De bereikbaarheid
van medewerkers is aanzienlijk verhoogd. Verdere operationalisering en opvolging
zal hier echter volop nodig zijn.
• Medisch-verpleegkundig handelen in combinatie met richtlijnen algemene
hygiëne wordt vertaald naar medewerkers. Een eerste uitwerking richt zich op
de preventie en de consequenties voor het handelen van medewerkers rond
MRSA.
• We maakten afspraken met beide scholen rond het afstemmen van de communicatie
aan ouders bij het begin en in de loop van een school- en werkjaar. Ook
het stroomlijnen van de interne communicatie tussen de scholen en leefgroepen
en diensten van het MPI was aan de orde.
• Externe communicatie: jaarverslag en website worden op punt gezet. Het jaarverslag
is ondertussen afgerond. Dit is een eerste stap, volgende jaren zal verder
gewerkt worden aan inhoudelijke afstemming en vormgeving.
• De website is in ontwikkeling. De technische opstartvoorwaarden zijn grotendeels
gerealiseerd. Inhoud en vormgeving zullen een volgende stap zijn in dit
totaalproject.
Met deze initiatieven hebben we zeker verdere vooruitgang geboekt, maar het
spreekt vanzelf dat dit thema niet alleen in 2008 maar ook de jaren nadien verder
belangrijke aandacht moet krijgen in onze beleidsvoering.
Toekomstige dienstverlening is voorbereid
We willen een antwoord hebben op de veelheid en de ingewikkeldheid van de vragen
die ons gesteld worden.
In de eerste plaats wilden we dit jaar realiseren dat de actuele dienstverlening voldoet
aan de voorwaarden gesteld door integrale jeugdhulp en zorggradatie.
In zoverre deze voorwaarden reeds duidelijk zijn is dit ondertussen gebeurd.
Ook wilden we de zorgvragen en de evoluties opvolgen.
De afdeling volwassenen maakte een analyse van de evoluties op vlak van complexe
zorgvragen en de gevolgen van het ouder worden. Beide werden opgenomen in een
planningsschema.
jaarverslag 2007 25

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
26 jaarverslag 2007
Voor de in gebruik name van het nieuwe tehuis aan Eindhoutseweg 20 werden alle
cliënten bevraagd naar hun behoeften en wensen op vlak van wonen.
Ook andere interne en externe evoluties dienen nog verder in kaart gebracht om te
komen tot strategische opties die richting geven aan de verdere uitbouw van onze
dienstverlening voor deze doelgroep.
De afdeling minderjarigen werkte aan een instrument om op regelmatige wijze de
externe en interne evoluties op te volgen met het oog op verdere planning en afstemming
van het regionale dienstenaanbod voor kinderen en jongeren met een
verstandelijke handicap. Mede op basis van dit instrument zal in het jaar 2008 onderzocht
worden wat het aandeel van onze organisatie is in deze regionale ontwikkelingen.
Definitieve beslissingen zullen pas kunnen genomen worden nadat ook de
randvoorwaarden duidelijk in beeld zijn om deze opties daadwerkelijk te realiseren.
Tot Besluit
Dat we op diverse niveaus en verschillende domeinen zeer intensief gewerkt hebben
tijdens het voorbije jaar is niet alleen uit dit overzicht af te leiden maar het blijkt
ook uit alle delen van dit jaarverslag. Onze organisatie bewijst uitdrukkelijk dat ze in
beweging is. Een heel aantal doelen die we ons stelden werden gerealiseerd. Een
aantal andere zijn zover gevorderd dat ze voldoende basis geven om verder uit te
werken in functie van de strategische opties die we vastlegden in de speerpuntennota
2006 - 2010.
Helaas moeten we ook vaststellen dat we met het realiseren van een aantal basisvoorwaarden
iets te vaak ter plaatse lijken te trappelen. Ze moeten dan ook als prioritaire
doelen opgenomen en opgevolgd worden in het doelplan 2008 om een echt
betekenisvolle vooruitgang te boeken
Bestuurs- en beleidsorganen
Algemene vergadering en raad van bestuur
De samenstelling van de algemene vergadering en de raad van bestuur bleven ongewijzigd
tijdens het jaar 2007.
De algemene vergadering kwam bij mekaar op 20 juni en 11 december 2007. Aansluitend
aan het statutaire gedeelte was er op 20 juni een voorstelling van de ambulante
dienstverlening van de afdeling minderjarigen via onze dienst ‘Het Perron’.
De raad van bestuur vergaderde 6 maal op volgende data: 31 januari, 27 maart, 21
mei, 20 juni, 2 oktober en 11 december 2007.
Op deze vergaderingen werd gerapporteerd over de financiële situatie, de realisatie van
het masterplan, evoluties binnen het samenwerkingsverband Mediander, het opnamebeleid
2007-2008 in het internaat, enkele individuele personeelsaangelegenheden, de
afdeling minderjarigen in een nieuw werkjaar en de externe erkenningsaudit.
Naast deze rapportages besprak de raad uitgebreid de jaarrekening, de begroting en
het jaarlijkse doelplan. Ook het jaarverslag 2006 kwam aan bod. De bestuurders stonden
ook stil bij het beheer en de beheersing van de personeelskosten in relatie tot de
verschillende financieringssystemen. Inzake infrastructuur werd groen licht gegeven
voor het voorgesteld plan van de berg- en stockeerruimte aan de technische dienst.

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
Drie thematische bijeenkomsten
in het kader van het ‘recht op onderwijs
voor cliënten en leerlingen
met zeer ernstige beperkingen’.
Hieraan werd ook deelgenomen
door twee psychopedagogische
begeleiders van de afdeling minderjarigen.
In het kader van deze
besprekingen brachten de deelnemers
een werkbezoek aan ons
dagverblijf ‘De Luwte’ en aan het
MPC St. Franciscus in Roosdaal-
Strijtem.
Met deze werkgroep onderzochten
we in 2007 diverse elementen
met het oog op het realiseren van
het recht op onderwijs voor kinderen
en jongeren met ernstige en
zware verstandelijke beperkingen
binnen de huidige regelgeving.
Naast de huidige beperkingen
met betrekking tot het inrichten
van type-4 onderwijs vormen het
busvervoer en het ontbreken van
aangepaste infrastructuur op dit
ogenblik de grootste struikelblokken
om op korte termijn initiatieven
te nemen. Ook de te verwachten
sterke toename van de vraag
naar weekend- en vakantieopvang
voor deze doelgroep stelt mogelijke
problemen.
Directiecomité
Het directiecomité is een gezamenlijk overlegorgaan van de vzw’s MPI Oosterlo, BKO-
BLO Oosterlo en BuSO Sint-Mariadal dat de coördinatie en de samenwerking tussen
beide scholen en het MPI op het oog heeft. Het directiecomité bestaat uit de twee
schooldirecties, het afdelingshoofd minderjarigen en de algemeen directeur van het
MPI. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de algemeen directeur van het
MPI.
In 2007 vergaderde het directiecomité 11 maal in zijn normale samenstelling.
Belangrijke thema’s die als rode draad door het ganse jaar aan de orde waren:
• Evoluties in het buitengewoon onderwijs in de regio, met ondermeer verkennende
gesprekken met naburige scholen voor buitengewoon onderwijs over
de toekomst van het buitengewoon onderwijs in de Kempen (met nadruk op
Zuiderkempen).
• Oprichten van een tweede vestigingsplaats door BKO-BLO voor leerlingen met
(rand)normale intellectuele mogelijkheden en autismespectrumstoornissen.
• Paramedici: het zogenaamde protocol Coens – Steyaert – effecten van ‘telling’
op 1 februari / statuten onderwijs en MPI – mogelijkheden en problemen bij
overstap van MPI naar onderwijs ‘inbedding’ in de scholen als werknemers van
het MPI / taken, opdrachten en dienstroosters / functioneringsgesprekken / staffunctie
paramedicus in het MPI.
• Basisovereenkomst tussen scholen en MPI aangaande de bedrijfseconomische
samenwerking.
Daarnaast kwamen ook volgende thema’s aan bod die belangrijk waren voor het samenwerkingsverband:
• Het elektronische cliëntendossier.
• Lokalen voor het school- en werkjaar 2007 – 2008.
• Afstemming van het opnamebeleid in internaat en scholen (vooral BuSO) – overgang
van leerlingen BLO naar BuSO in die optiek.
• Samenwerking van het Perron en scholen in het kader van de ambulante dienstverlening
en ondersteuning.
• Opnamecriteria en –beleid in het semi-internaat.
• Afstemmen van de communicatie aan ouders bij het begin van een nieuw
school- en werkjaar.
• Stroomlijnen van de interne communicatie bij het begin en in de loop van een
school- en werkjaar.
• Opvolgen van de tevredenheidsmeting bij ouders over onze communicatie.
• Procedure voor het gebruik van de beveiligingsruimte in de GIW (Geïntegreerde
werking).
• Onderzoek naar de mogelijkheden van ‘onderwijs aan huis’ aan kinderen en jongeren
met ernstige en zware verstandelijke beperkingen.
• Problematiek dalend aantal cliënten voor het project Leliestraat en toetsing van
oplossingsmogelijkheden op korte termijn.
• Deelname van de scholen aan de stuurgroep ‘agressie’.
jaarverslag 2007 27

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
28 jaarverslag 2007
Overleg directie en afdelingshoofden (ODA)
Het ODA is het hoogste interne beleidsorgaan binnen MPI Oosterlo. Het heeft tot
doel om via informatie, toelichting, toetsing en overleg te komen tot een optimale
sturing en coördinatie van de interne beleidsvoering voor het geheel van de organisatie.
Onder voorzitterschap van de algemeen directeur nemen de 4 leden van het
directieteam, de twee afdelingshoofden en de organisatiebegeleider/kwaliteitscoördinator
deel aan het overleg.
Het interne overleg over het afdelingsbeleid heeft plaats in de beleidsteams van elk
der afdelingen.
Het ODA vergaderde 17 maal in het jaar 2007, zeven van deze vergaderingen werden
voorbehouden voor een specifiek thema.
De grootste aandacht ging naar onderwerpen in uitvoering van het doelplan 2007,
zoals:
• Personeelsmiddelen in relatie tot de verschillende financieringsbronnen. Opvolging
van beheersbaarheid op korte en lange termijn. Optimale inzet in functie
van diverse reglementaire mogelijkheden en beperkingen.
• Visie omtrent het bedrijfseconomisch beleid met ondermeer bedrijfseconomische
cyclus, budgetcyclus, verantwoordelijkheden, opdrachten en mandaten.
• Visie op de kernopdracht en situering van de dienst administratie binnen het
geheel van de organisatie.
• Opzetten van een financieel-economische kwartaalrapportage.
• Het diversiteitsplan en meer in het bijzonder het project rond competentiebeleid.
• Probleemverkenning aangaande het aantrekken van externe consultdiensten in
relatie tot het vormingsbeleid.
• Inleidend overleg inzake een toekomstige organisatiestructuur – continuïteit in
het kernmanagement van de organisatie – afstemmen van functies en kernverantwoordelijkheden
– opdrachten en mandaten – ontwikkeling van het kernmanagement
als managementteam – de coördinatorfunctie binnen een afdeling.
• Ontwikkelen van een communicatieschema ten behoeve van ODA.
• Zelfevaluatie organisatie – oefening met het instrument Kwadrant Kompas waarmee
we ons bevroegen rond het thema leiderschap.
• Evaluatie van het bestaande permanentiesysteem – ontwikkelen en implementeren
van een nieuw systeem.
• Registratie van grensoverschrijdend gedrag bij cliënten – deelname aan een vervolgproject
van het VAPH. (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap)
In het kader van de normale beleidsopvolging kwamen volgende items uitgebreid
aan bod:
• Doelplan en actieplan 2007: finalisering actieplan, tussentijdse evaluatie en eindevaluatie.
• Doelplan 2008: ontwikkeling en finalisering.
• Jaarrekening 2007 en begroting 2008.
• Resultaten tevredenheidsmeting cliënten/gebruikers omtrent communicatie.
• Opvolging bouwprojecten in het masterplan en coördinatie van het in gebruik
nemen ervan over de afdelingen heen.
• Afdeling Minderjarigen: probleem van het dalend aantal cliënten in het huis Leliestraat
en, bij uitbreiding, bezettingsgraad in het volledige internaat.

Organisatie Bestuur, beleid en strategie
• Procedures bij gebruik van beveiligingsruimtes.
• Aanpassing van het reglement van orde in functie van weekend en vakantie in
het internaat / afdeling minderjarigen.
Tenslotte werden ook volgende concrete items opgevolgd via rapportage:
• Rechtspositie medewerkers – vrijheidsbepalende middelen – nood aan coördinerende
functie over het geheel van de organisatie.
• Aanwerving psychiater.
• Vragen in de ouderraad jongeren over de weekend- en vakantieopvang in het
internaat van de afdeling minderjarigen.
• Vragen in het familiecomité over het personeelsbeleid.
• Evoluties binnen het directiecomité met betrekking tot paramedici in de afdeling
minderjarigen.
• Beveiligingsruimtes.
• Intranet.
• Het elektronisch cliëntendossier.
• Mediander
• Interne en exerne audits.
• Evoluties binnen de ROG’s. (regionaal overleg volwassenen en minderjarigen).
Herman Daems
Algemeen directeur
jaarverslag 2007 29

Organisatie Personeelsmanagement
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
30 jaarverslag 2007
De klemtoon binnen HRM lag in
2007 op de realisatie van het in
2006 opgestarte diversiteitsplan.
Diversiteitsplan
Nadat in een eerste fase de continuïteit
van dienstverlening in de afdelingen
minderjarigen en volwassenen werd onderzocht
en een aantal verbeterprojecten
hieraan werden gekoppeld, richtten
we ons in 2007 op de tweede pijler van
het plan: het uittekenen van een basis
voor loopbaanbeleid op basis van de
implementatie van het competentiedenken
binnen de twee afdelingen.
Vooreerst werden binnen het kernmanagementteam
de kerncompetenties
bepaald die voor alle medewerkers van
het MPI geldend zijn.
Om de vertaalslag te kunnen maken van
deze kerncompetenties naar de dagelijkse
praktijk werd beroep gedaan op een
consultbedrijf (Hura) dat volgende acties
ondersteunde:
• de kerncompetenties werden door
het kernmanagementteam gedefinieerd.
• de hoofdopvoeders kregen een opleiding
in competentiedenken.
• in twee pilootgroepen (één uit
beide afdelingen) werden de kerncompetenties
geconcretiseerd naar
observeerbare gedragsindicatoren
voor begeleiders van de eigen
leef(woon)groep.
• de resultaten van de pilootgroepen
werden teruggekoppeld naar de
groep hoofdopvoeders.
• het stappenplan werd geëvalueerd
binnen het kernmanagementteam.
Nadat de pilootgroepen voor hun eigen
team de vertaalslag van kerncompetenties
naar gedragsindicatoren hadden gemaakt,
was het de bedoeling dat ook de
andere hoofdopvoeders met hun teams
aan de slag zouden gaan. Ze kozen er
echter voor om in groep deze oefening
te maken om in een tweede stap het
competentiedenken te introduceren in
hun teams.
Bij aanvang van het diversiteitsplan werd
ervoor gekozen om niet meteen alle
medewerkers van het MPI bij het project
te betrekken, maar om te focussen
op de weliswaar grootste functiegroep:
de opvoeders/begeleiders. Uiteindelijk
werden 21 teams bij het plan betrokken
waardoor de uitvoering van bepaalde
acties langer geduurd heeft dan ingeschat
en de doelstellingen binnen het
tijdsbestek van het diversiteitsplan niet
konden gefinaliseerd worden.
Het blijft uiteindelijk de betrachting om
het competentiedenken te integreren
en te verankeren in het HR-beleid, met
name bij het selecteren van medewerkers,
bij het vormingsbeleid, bij het
coachen van medewerkers en het uittekenen
van persoonlijke ontwikkelingsplannen.
Om dit planmatig mét procesondersteuning
vanwege Resoc (Regionaal economisch
en sociaal overlegcomité) te kunnen
realiseren werd bij de SERR (Sociaal
Economische Raad van de Regio) een
aanvraag ingediend om het diversiteitsplan
te laten volgen door een Groeiplan
dat in 2008 zijn uitvoering zal kennen.
Eén van de verbeterprojecten uit de
eerste fase van het diversiteitsplan was
de aanpassing van opmaak en gebruik
van de wervingsreserve voor opvoeders/begeleiders.
Het gebruiksvriendelijk
maken van de procedure voor de
hoofdopvoeders belet evenwel niet dat
de aanvulling van de wervingsreserve
een heikel punt blijft; De vraag naar
interimarissen overschrijdt het aanbod
vanuit de arbeidsmarkt.

Organisatie Personeelsmanagement
Vormingsbeleid
Het vormingsbeleid heeft heel wat medewerkers kunnen bereiken: 187 medewerkers
hebben in 2007 een opleiding of vorming kunnen volgen.
Nochtans hebben we voor 2007 moeten vaststellen dat het vormingsplan niet volledig
gerealiseerd werd. Een grotere effectiviteit bij de uitvoering van dit plan blijft
een belangrijk aandachtspunt.
Veiligheidsbeleid
Rode draad doorheen het veiligheidsbeleid in 2007 was de opmaak van een nieuwe
risicoanalyse van de werkplaatsen in het MPI.
Met uitzondering van de logistieke diensten waarvoor de opmaak in 2008 zal plaatsvinden,
werden alle veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor medewerkers in kaart
gebracht. Het actieplan dat jaarlijks door de interne preventiedienst in samenspraak
met het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk wordt opgemaakt, zal in
de eerstvolgende jaren vooral door deze risicoanalyses geïnspireerd worden.
Personeelsbeheer
Op vlak van personeelsbeheer wordt de uitdaging alsmaar groter om een efficiënte
personeels- en loonadministratie te koppelen aan een groeiende vraag naar flexibiliteit
van inzet van personeelsmiddelen.
Het bewaken van de subsidieerbaarheid van de gewenste én ingezette personeelsmiddelen
veronderstelt een permanente waakzaamheid.
Luc Van Looy
Personeelsdirecteur
jaarverslag 2007 31

Organisatie Infrastructuur
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
32 jaarverslag 2007
• Op vlak van infrastructuur was de ingebruikname van het nieuwe Bezigheidstehuis
voor volwassenen de belangrijkste realisatie. Het gebouw was klaar begin
november 2007, ruim een half jaar later dan oorspronkelijk gepland. Dit betekende
meteen dat de start van het laatste bouwproject van het Masterplan – de
renovatie en uitbreiding van het B-huis - ook diende uitgesteld tot einde 2007.
• Tijdens de twee weken tussen de verhuis van de volwassenen en de bewoners
van het B-huis kregen de ‘de appartementen’ een grondige opfrisbeurt, en
werden een aantal bijkomende aanpassingen uitgevoerd (nieuwe brandtrappen,
herinrichting van de tuin, verwijderen keukentje enz..). Onze Technische
Dienst, die deze klus op korte tijd moest uitvoeren, kreeg daarbij welkome ondersteuning
van een vrijwilligersploeg van BP Chembel.
• Omdat het atelier technische dienst onvoldoende ruimte bood, werd eind
2007 een uitbreiding in industriebouw toegevoegd. Dit nieuwe gedeelte is vooral
bedoeld om materialen te stockeren.
• In juni 2007 werd een tweedehands prefabgebouw aangekocht voor huisvesting
van een logopediste, dit ter vervanging van de unit die gehuurd werd sinds
1999 bij GE Capital Modular Space.
• De buitenomgeving aan het gebouw de Luwte werd in het voorjaar 2007
aangelegd. In het terrein werd eveneens een inbouwtrampoline voorzien, die
voor de nodige afwisseling in activiteiten zorgt. In de buurt werd ook een nieuwe
fietsenberging geplaatst die zowel voor de groepen van De Luwte als het
Semi-internaat kan gebruikt worden. Er werd ook een nieuwe fietsenberging geplaatst
aan het Huis Van Hoornestraat 32-34, nadat de oude door stormschade
volledig werd vernield.
• De behoefte naar uitbreiding van de telefooncentrale werd dringend, zeker
na ingebruikname van de nieuwe gebouwen. Er werd dan ook geïnvesteerd in
een nieuwe hybride telefooncentrale, die ruime technische mogelijkheden biedt
naar de toekomst.
• Een aantal projecten werden gerealiseerd in het kader van energiebesparing:
vernieuwing van de stookketel in het gebouw St. Jozef en vernieuwing van de
buitenverlichting op de centrale campus (besparing 70%). Een extra budget van
het VIPA werd aangewend om de volledige verlichtingsinstallatie in de huizen C
en D te vernieuwen (besparing 63%).
• In het kader van veiligheid werden
in 2007 alle time-out ruimten getoetst
aan een aantal criteria. Deze
risico-analyse resulteerde in een
plan van aanpak dat in 2008 verder
zijn beloop krijgt.
Chris Martens
Adjunct algemeen directeur

Organisatie Facilitaire diensten
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
Al de evoluties en wijzigingen in infrastructuur waren uiteraard ook erg bepalende
factoren voor de werking van de facilitaire diensten in 2007.
Zij stonden immers in voor de omstandigheden die deze realisaties moesten mogelijk
maken.
Ze slaagden in deze opdracht, met zo weinig mogelijk hinder voor de dagelijkse werking.
Nieuwe gebouwen in gebruik nemen, betekende daarenboven meer onderhoudswerken,
meer poetsbeurten,…
Nog meer efficiëntie, nog zuiniger omspringen met de middelen was de heersende
boodschap.
Anderzijds bleef ook de vraag bestaan om in te spelen op vragen en situaties, eigen
aan de cliëntgerichte dienstverlening.
Voor de facilitaire diensten vormt dit een sturende kracht en een uitdaging die dagelijks
veel flexibiliteit en creativiteit vraagt.
Tenslotte schakelden praktisch alle werknemers van de facilitaire diensten In 2007
over naar een bediendestatuut.
Een positieve evolutie maar met ernstige gevolgen voor de vervanging bij ziekte. Een
zieke medewerker kan immers niet meer vervangen worden tijdens de 1 e maand
afwezigheid.
2007 werd dan ook getekend door moeilijke praktische omstandigheden, werken
onder tijdsdruk en dit alles met een erg krappe personeelsbezetting.
Chris Martens
Adjunct algemeen directeur
jaarverslag 2007 33

Organisatie Financiën
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
34 jaarverslag 2007
Bedrijfseconomisch beleid 2007
Rapportering
Na de herschikkingen in het rekeningstelsel in 2006 beschikken we met de jaarrekening
2007 weer over cijfers die vergeleken kunnen worden met het voorgaande
boekjaar én die mooi naast de begrotingscijfers gelegd kunnen worden.
Dit komt de transparantie en de interpreteerbaarheid van de cijfers ten goede.
Met deze cijfers krijgen we ook meer inzicht in de bedrijfseconomische evoluties en
wordt het mogelijk om ook conclusies op langere termijn te trekken.
De aan de gang zijnde inhaalbeweging in berekening (en uitbetaling) van de dagprijzen
enerzijds en de reeds gedeeltelijke realisatie van het Masterplan anderzijds
nemen een aantal onzekerheden met betrekking tot de toekomstige bedrijfseconomische
realiteit weg.
Ontwikkelen van beleidsvisies
De poging om een grotere betrokkenheid te krijgen van leidinggevenden in de uitvoering
van de begroting is slechts ten dele gelukt.
Alleszins werden in de loop van 2007, in voorbereiding op de begrotingsopmaak
2008, de verantwoordelijkheden verder afgebakend van de diverse beleidsverantwoordelijken
en leidinggevenden.
Een verdere explicitatie van het bedrijfseconomische beleid is noodzakelijk. Een eerste
ontwerp van beleidstekst werd opgemaakt maar moet nog in het managementteam
besproken worden.
Subsidiedossiers
De Vlaamse Overheid stelde extra middelen ter beschikking om de achterstand in de
uitbetaling van de subsidiedossiers in de sector weg te werken. Om hiervan optimaal
gebruik te kunnen maken werd in 2007 ook door ons extra tijd geïnvesteerd in de afhandeling
van onze dossiers. Eind 2007 waren de dagprijsdossiers 2003 en 2004 berekend
en betaald en was ook het dossier 2005 klaar voor een definitieve berekening.
Deze inhaalbeweging zorgt, samen met de uitbetaling van nieuwe schijven van onze
bouwsubsidies, voor een merkbare verbetering van onze liquiditeitstoestand
De jaarrekening
Balans
De boekwaarde van de materiële vaste activa is gestegen (+1.650.000 €)., verdeeld
over volgende rubrieken:
terreinen en gebouwen : +1.544.000 €
installaties, machines en uitrusting : +60.000 €
meubilair materiaal en rollend materieel : +68.000 €
vast actief in aanbouw : -22.000 €
Vooral de uitvoering van het Masterplan zorgt voor de aangroei van de netto boekwaarde
van het materieel vast actief.
Belangrijkste investering in gebouwen was de nieuwbouw Huis 20 die in 2007 in

Organisatie Financiën
gebruik werd genomen; dit gebouw vertegenwoordigt een investeringswaarde van
ruim 1.725.000 €
De belangrijkste investeringen in de installaties, machines en uitrusting zijn :
vernieuwing telefooncentrale: 50.000 €
vernieuwing verwarmingsketel St Jozef: 19.000 €
computerinstallaties: 40.000 €
Belangrijke investeringen in meubilair, materiaal en rollend materieel waren voor:
meubilair: 86.000 €, waarvan 70.000 € voor meubilair huis 20
rollend materieel: 20.000 €
Vlottende activa
De vlottende activa zijn gedaald met 1.150.000 €.
De (netto) vorderingen op het Vlaams Agentschap (vorderingen op ten hoogste één
jaar) dalen met 1.630.000 € na afrekening van het subsidiejaren 2003 en 2004 en
toevoeging van subsidiejaar 2007.
Door een snellere afrekening van de dagprijsdossiers wordt de achterstand uit het
verleden gedeeltelijk ingehaald, wat zowel voor de balansvoorstelling alsook voor de
liquiditeitstoestand een gunstig effect heeft.
Besluit
Belangrijker dan het balanstotaal (10.186.696,98 €) is de vaststelling dat de balansstructuur
gezond is.
het vast actief vertegenwoordigt ongeveer 73 % van het eigen vermogen.
de schulden vertegenwoordigen slechts 43 % van het eigen vermogen.
de schuldgraad bedraagt 0,30 tegenover een zelffinancieringsgraad van 0,70.
het netto bedrijfskapitaal bedraagt 1.959.000 €.
Resultaat van het boekjaar
We sluiten het boekjaar 2007 af met een resultaat van ruim 396.000 €. Daarvan is
64.000 € afkomstig van de werking, 31.000 € van het financieel resultaat en 301.000 €
van het uitzonderlijk resultaat.
Het resultaat 2007 ligt 231.000 € boven het resultaat 2006 en eindigt 363.000 € boven
het begrotingsresultaat. Daarvan is 32.000 € gerealiseerd in het bedrijfsresultaat,
34.000 € in het financieel resultaat en bijna 297.000 € via het uitzonderlijk resultaat.
Een werkingsresultaat van 64.000 € laat marge om de stijgende afschrijvingskost (uitvoering
masterplan) te compenseren. Daarenboven zijn in de werkingskosten ook
eenmalige kosten terug te vinden die rechtstreeks of onrechtstreeks met de uitvoering
van dit masterplan te maken hebben.
Anderzijds mogen de verworvenheden van het bedrijfseconomische beleid van de
voorbije jaren niet losgelaten worden, maar moeten ze zelfs nog verder versterkt
worden. De planmatige benadering, met een sterk onderbouwde begroting en een
doorgedreven analytische opvolging van kosten zullen in de toekomst, meer dan
ooit, de onderbouw voor ons bedrijfseconomische beleid moeten vormen.
Bert Coenen
Directeur administratie en financiën
jaarverslag 2007 35

Organisatie ICT
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
Ijzersterke koning
Grapt graag
Nooit uitgeslapen
Altijd ondeugend
Chocodieet
Eerlijk waar
36 jaarverslag 2007
Naast de klassieke vervangingsinvesteringen
waren in de begroting
2007 een aantal specifieke projecten
ingeschreven:
Netwerkkoppeling
nieuwbouw Huis 20
Het nieuwe Huis 20 (afdeling volwassenen)
staat op een steenworp van de
centrale campus. Daarenboven zijn bewoners
en personeel van dit nieuwe
huis jarenlang het gebruikscomfort van
een directe verbinding met het centrale
computernetwerk gewoon. Alleen …
met een klassieke netwerkbekabeling
kan je niet onder of boven een openbare
weg. Verder bouwend op ervaringen
met het gebouw Oosterlo centraal werd
gekozen om ook Huis 20 via een draadloze
straalverbinding aan ons centrale
netwerk te koppelen. Maar de uitdaging
was groter ….
Vernieuwing van de
telefonie
… want ongeveer gelijktijdig moest ook
de volledige telefooncentrale vernieuwd
worden; meer gebruikers, meer gebouwen
en een centrale die tot de laatste lijn
was gebruikt, vereisten de overstap naar
een grotere configuratie.
En ook hier wensten we Huis 20 mee in
de telefonie-oplossing van de centrale
campus op te nemen. Uiteindelijk werd
gekozen voor een hybride systeem van
analoge/digitale telefonie en IP-telefonie.
Project Terminal Server
Om de levensduur van de klassieke PC’s
te verlengen en om ook een VPN-verbinding
met de externe locaties via de
klassieke internetverbindingen mogelijk
te maken, werd een Terminal Server oplossing
geïntroduceerd.
SPAM
Ook onze organisatie blijft niet gespaard
van een groeiende stroom van Spammail.
Om dit probleem in te dijken werd
gekozen voor een installatie van Mailmarshall.
Door deze software wordt nagenoeg
alle Spam tegen gehouden.
Frustraties en klachten over Spam behoren
sinds de installatie van Mailmarshall
tot het verleden.
Digitaal Cliëntendossier
Er bestond al enkele jaren de vraag naar
een digitaal ondersteund cliëntendossier.
Na enig marktonderzoek, en in overleg
met enkele andere voorzieningen,
werd gekozen voor een bijgestuurde
versie van het Psychiatrisch Patiëntendossier
(PDP) van Partezis. Eind 2006 begonnen
de concrete besprekingen over
de implementatie.
Na oplevering van een eerste versie van
de software bleek al snel dat we moesten
afstappen van onze oorspronkelijke
bedoeling: digitaliseren van het bestaande
dossier.
Onvoldoende systematiek in de bestaande
(manuele) dossiers en grote verschillen
in de concrete invulling ervan in
de verschillende diensten, maakten dat
we van het louter digitaliseren moesten
overstappen naar een opbouwen van
een digitaal dossier.
Om dit mogelijk te maken werd gezocht
naar een referentiekader waaraan het
dossier kon worden gekoppeld.
Verdere uitwerking van het digitaal dossier
zal in de loop van 2008 opnieuw
worden opgenomen.
Bert Coenen
Directeur administratie en financiën

Organisatie Kwaliteit
Bestuur, beleid en strategie 22
Personeelsmanagement 30
Infrastructuur 32
Facilitaire diensten 33
Financiën 34
ITC 36
Kwaliteit 37
Voor het kwaliteitsbeleid stond 2007 in het teken van continuïteit.
In 2005 en 2006 werden heel wat wijzigingen ingevoerd in het systeem. In
2007 was het vooral punt om medewerkers voldoende vertrouwd te maken met
het nieuwe systeem en de toepassing ervan op de voet te volgen.
Realisaties
Het interne auditteam
Het interne auditteam speelde hierbij een centrale rol.
Vanuit de audits 2006 werd een uitgebreid jaarplan opgemaakt waarbij rekening
werd gehouden met de besluiten voor 2006.
Dit resulteerde in 5 interne audits.
Audit procedure ‘Selectie en Aanwerving van medewerkers’
Audit procedure ‘Ondersteunen van medewerkers’
Audit procedure ‘Evalueren van personeelsmiddelen’
Audit procedure ‘Opnameprocedure afdeling minderjarigen’ bij gezinsbegeleiders
Audit procedure ‘Beveiliging’
Deze audit was vooral bedoeld om de toepassing van een nieuwe procedure op te
volgen.
Optimaliseren en verfijnen van een aantal procedures
We zetten de ingeslagen weg verder.
Een aantal uitgebreide procedures werden opgesplitst en in een duidelijke structuur
geplaatst.
We richtten ons vooral op de procedure preventie van misbruik en geweld. Een zeer
belangrijke procedure, vermits ze de veiligheid van onze cliënten wil verbeteren.
In dit kader werden richtlijnen uitgewerkt voor het toepassen van een time-out situatie.
Er bestaat hiervoor in onze sector geen wettelijk kader zodat we in andere sectoren
te raden zijn gegaan.
Naast een handelingsprotocol voor het gebruik, werden ook minimumnormen afgesproken
voor de time-out ruimte zelf.
Betrokkenheid van gebruikers
Ouderparticipatie is een belangrijk begrip voor onze werking.
Ouders worden in verschillende overlegorganen betrokken.
Langs de ene kant is er samenspraak rond de eigen zoon of dochter, aan de andere
kant is er gezamenlijk overleg met de ouders als groep.
Dit jaar onderzochten we vooral de samenspraak rond het individuele kind.
Een groep Leuvense studenten orthopedagogie werkten evaluatieformulieren uit
om de betrokkenheid van ouders te bevragen bij de cliëntbesprekingen. Ze gingen
de tevredenheid na bij ouders die in de loop van 2007 aan een cliëntbespreking deelnamen.
jaarverslag 2007 37

Organisatie Kwaliteit
38 jaarverslag 2007
Gerichte dataregistratie, analyse en rapportage
Ook hier gingen we verder op de ingeslagen weg.
Naast een analyse van de klachten en signalen werkten we ook een systeem uit om
een analyserapport op te maken op basis van de registraties van agressie.
We werkten mee met een project van het Vlaams Agentschap over dit thema.
Waardering bij de externe audit
De externe audit onderzocht voornamelijk het kwaliteitssysteem zelf. Vooral de samenhang
met de verschillende domeinen van de grote organisatie stond in de aandacht.
Hierbij werd een sterke klemtoon gelegd op een geïntegreerd systeem.
Positieve aandacht ging naar:
• de samenhang tussen klachten- en signaalprocedure en het beleid van de organisatie.
• de inspanningen op vlak van onze zelfevaluatie
• de vertaling en opvolging van strategische doelen naar operationele plannen.
Evoluties
Kwaliteit is ook werken aan de dienstverlening van morgen. Deze zal uitdrukkelijk
nog meer accent leggen op het ‘waarden gestuurd werken’.
Als je in vertrouwen met mensen werkt is het belangrijk dat je jezelf kan sturen vanuit
waarden. Dit kan niemand in jouw plaats.
Waarden worden in het kwaliteitshandboek reeds uitvoerig beschreven.
Ze zijn echter nog onvoldoende omgezet in een werkbare taal voor de praktijk. Dit is
een proces dat medewerkers best in dialoog met elkaar opnemen.
In de dienstverlening werkt iedere medewerker vanuit eigen waarden. Elke medewerker
komt ook waarden van anderen tegen. Tenslotte draagt ook de organisatie
een aantal waarden uit. Meestal vinden we geen woorden om hierover te spreken.
Soms klinken de woorden te abstract, dan weer hebben ze ogenschijnlijk niets te
maken met de realiteit waar we elke dag in werken. Nochtans is het erg belangrijk de
praktische betekenissen naar boven te kunnen halen. Tal van spanningsvelden kunnen
immers ontstaan en bepalen mee de kwaliteit van de dienstverlening.
Een voorbeeld: het spanningsveld dat kan ontstaan tussen de waarde die je als begeleider
voor een cliënt hecht aan zelfstandigheid en mondigheid en het belang dat
een collega of een ouder hecht aan geborgenheid en aanvaarding.
Steeds meer wetten en decreten stellen eisen aan medewerkers. De kwaliteit van de
dienstverlening wordt niet langer enkel bepaald door de inhoud. Standaarden bepalen
meer en meer of de dienstverlening als kwaliteitsvol zal worden gezien.
Deze evolutie willen we op een eigen manier beantwoorden.
Daarbij wakend over de kwaliteit van de relatie die niet gebukt mag gaan onder algemene
standaarden, maar integendeel, een extra steun in de rug verdient!
We zullen in dit kader ook een eigen vertaling maken van het nieuwe rechtsdecreet
betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp.
De aanpassingen zullen vooral nodig zijn op het vlak van informatie aan en communicatie
met de minderjarige.

Organisatie Kwaliteit
Een aangepast taalgebruik, afgestemd op de mogelijkheden van kinderen en jongeren
met een verstandelijke beperking moet het geheel ondersteunen. Naast taal
zullen ook andere communicatiewegen verkend worden.
Meer dan ooit zal een heldere, doorzichtige dienstverlening hierbij een absolute
voorwaarde zijn.
Kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven. Ze vormen samen een tandem. In de toekomst
wordt kwaliteit van leven meer en meer de trekker. De zorg volgt. Ondersteunen
enkel daar waar nodig en gewenst door de cliënt. Ooit was dit anders: de zorg
bepaalde dikwijls de richting waarin gefietst werd.
De zoektocht werd opgestart naar een ondersteuningsmodel dat systematisch en
methodisch ondersteunen mogelijk moet maken, gericht op de kwaliteit van leven
die elke individuele cliënt zichzelf droomt. Een ambitieus plan maar de basis is hiervoor
reeds aanwezig: tal van medewerkers nemen dit reeds op in hun begeleidingswerk.
Een gestructureerd kader ontbreekt echter nog om dit, samen met de verschillende
partijen rond de cliënt, op een planmatige en zorgvuldig opgevolgde wijze in
alle domeinen te garanderen.
An Bellemans
Kwaliteitscoördinator/organisatiebegeleider
jaarverslag 2007 39

Werking in cijfers
Bezettingsgegevens algemeen
Internaat Absoluut %
Algemene bezetting 92,12 91,21
Bezetting bijkomende handicap
'gedrags en emotionele stoornis'
48,00 100
vakantiebezetting
Semi-internaat
25,44 27,62
Algemene bezetting (mét Perron) 79,88 92,88
Bezetting zonder Perron 71,28 92,09
Schoolgaanden 63,38 83,39
Niet-schoolgaanden 7,90 98,75
Tehuis niet-werkenden
Algemene bezetting 77,00 100
Bezetting Nursing 20,00 100
Vakantiebezetting 22,46 29,17
Beschermd wonen
Algemene bezetting 4,30 86,00
Woonplaats
Provincie TNW DV IN SI Eindtotaal
Totaal Antwerpen 63 8 99 74 244
Totaal Limburg 5 1 4 6 16
Totaal Oost-Vlaanderen 1 1
Totaal Vlaams-Brabant 10 15 3 28
Totaal West-Vlaanderen 1 1
Eindtotaal 79 9 119 83 290
Leeftijd
lftd aantal koppen
afd 3-6 6-12 12-21 +21 Eindtotaal
TNW 79 79
DV 3 4 2 9
IN 26 78 15 119
SI 6 27 48 2 83
Eindtotaal 9 57 128 96 290
40 jaarverslag 2007
Personeelskengetallen
In 2007 zijn we ingegaan op een voorstel van het Vlaams Welzijnsverbond
om op een gestandaardiseerde manier kengetallen
over medewerkers te verzamelen.
Deze gegevens zullen ons toelaten om voor wat deze kengetallen
betreft, vergelijkingen te maken met andere voorzieningen
die aangesloten zijn bij het Vlaams Welzijnsverbond.
Anderzijds kunnen hierdoor ook interne situaties en evoluties
onder de loep worden genomen die aanleiding kunnen zijn
om het personeelsbeleid bij te sturen.
De kengetallen geven de situatie weer op 31/12/2007.
Personeelsbestand
Aantal WN: 288
Aantal VTE: 220,46
Aantal deeltijdse WN: 181
Aantal deeltijdsen in VTE: 113,46
Aantal WN met een contract onbepaalde duur: 235
Personeelsuitbreiding = WN 2007/WN 2006: 105,11 %
Deeltijdfactor = aantal VTE/aantal WN: 0,77
Deeltijdverdeling = deeltijdse WN /
totaal aantal WN: 62,85 %
Kernbestandfactor = contracten
onbepaalde duur/totaal contr. 81,60 %
Leeftijdskenmerken
Rekenkundig gemiddelde leeftijd: 39,42
Aantal WN jonger dan 35 jaar: 108
Aantal WN van 35 tot 44 jaar: 68
Aantal WN van 45 tot 49 jaar: 44
Aantal WN van 50 tot 54 jaar: 48
Aantal WN van 55 jaar en ouder: 20
Aandeel WN jonger dan 35 jaar: 37,50 %
Aandeel WN van 35 tot 44 jaar: 23,61 %
Aandeel WN van 45 tot 49 jaar: 15,28 %
Aandeel WN van 50 tot 54 jaar: 16,67 %
Aandeel WN van 55 jaar en ouder: 6,94 %
Aandeel 50 + in aantal: 23,61 %

Werking in cijfers
Geslachtskenmerken
Aantal WN man: 48
Aantal WN vrouw: 240
Aandeel mannen/ totaal WN: 16,67 %
Aandeel vrouwen/ totaal WN: 83,33 %
Aantal deeltijdse WN man: 10
Aantal deeltijdse WN vrouw: 171
Anciënniteit
Dienstanciënniteit = alle dienstjaren in de eigen voorziening.
Rekenkundig gemiddelde over de voorziening: 10,42
Aandeel WN met dienstanc. van 0 tot 5 jaar: 32,99 %
Aandeel WN met dienstanc. van 6 tot 10 jaar: 30,56 %
Aandeel WN met dienstanc. van 11 tot 15 jaar: 15,63 %
Aandeel WN met dienstanc. van 16 tot 20 jaar: 3,82 %
Aandeel WN met dienstanc. van meer dan 20 jaar: 17,01 %
Baremieke anciënniteit = geldelijke anciënniteit
Rekenkundig gemiddelde over de voorziening: 16,01
Aandeel WN met barem. anc. van 0 tot 5 jaar: 22,22 %
Aandeel WN met barem. anc. van 6 tot 10 jaar: 15,28 %
Aandeel WN met barem. anc. van 11 tot 15 jaar: 14,24 %
Aandeel WN met barem. anc. van 16 tot 20 jaar: 11,11 %
Aandeel WN met barem. anc. van meer dan 20 jaar: 37,15 %
Opleidingskenmerken
Aandeel VTE met master diploma 5,36 %
Aandeel VTE met bachelor diploma 45,37 %
Aandeel VTE met diploma hoger secundair onderwijs 36,03 %
Aandeel VTE met diploma lager secundair onderwijs 3,64 %
Aandeel VTE zonder opleiding 9,60 %
Opleidingspercentage:
aantal uren opleiding / totaal gepresteerde uren 0,50 %
Educatief verlof ratio:
aantal uren educatief verlof / totaal gepresteerde uren 0,16 %
Functiekenmerken
Aantal verschillende functies in de voorziening: 54
Aantal VTE in ondersteunende functie: 58,54
(26,55 %)
Aantal VTE in directe dienstverlening aan cliënten: 157,92
(71,63 %)
Aantal VTE in directiefunctie: 4,00
(1,81 %)
Loopbaanonderbrekende kenmerken
Aantal WN die thematisch verlof hebben opgenomen: 15
(ouderschapsverlof, palliatief, bijstand zwaar zieke)
Aantal WN -50 jaar die tijdskrediet hebben opgenomen 19
waarvan vermindering met 20% 6
waarvan vermindering met 50 % 6
waarvan vermindering met 100 % 7
Aantal WN + 50 jaar die tijdskrediet opnamen: 21
waarvan vermindering met 20 % 2
waarvan vermindering met 50 % 18
waarvan vermindering met 100 % 1
Stroomkenmerken
Aantal aanwervingen tijdens 2007: 117
Aantal uitdiensttredingen tijdens 2007: 115
waarvan aantal WN met natuurlijk verloop 106
waarvan WN zelf ontslag hebben genomen 6
waarvan WN die ontslag hebben gekregen 3
Loon­ en productiviteitskenmerken
Totale loonkost over het jaar: 9.050.567,09
Gemiddelde loonkost per VTE: 41.053,10
Productiviteit =
effectief gewerkte dagen / capaciteitsdagen 52,65 %
Productiviteit = effectief gewerkte dagen per VTE: 212,05
Prestatiegraad = gepresteerde uren / uurcapaciteit 66,91 %
Prestatiegraad = gepresteerde uren per VTE: 1.322,11
jaarverslag 2007 41

Werking in cijfers
Bedrijfseconomische cijfers
42 jaarverslag 2007

Visie op mens en samenleving
• Een christelijke visie waarin vrijheid en liefde centraal staan.
• Elke mens is een unieke persoon.
• Elk mens realiseert, met zijn eigen mogelijkheden en beperktheden, in vrijheid zijn mens-zijn.
• Leven krijgt zin in relatie tot de andere. Leven is gift voor de andere.
• Liefde betekent medemenselijkheid, is grondhouding voor iedere menswording.
• We kiezen voor een pluriforme samenleving die op haar beurt kiest:
voor een evenwaardig samenleven.
voor verscheidenheid van individuen en groepen
en waar ieder mens ruimte heeft om zijn eigen geaardheid gestalte te geven.
Waarden
3 grondwoorden van het Franciscaanse gedachtegoed inspireren ons:
• dragen: we zijn er voor de andere, hij kan op ons rekenen.
• gehoorzamen: we geven de andere gehoor, respecteren hem, vinden hem belangrijk met zijn
levensverhaal, ervaringen, gevoelens en waarden. We beoordelen of veroordelen hem hier niet voor.
• onteigenen: we proberen in symbolische betekenis afstand te doen van ons eigen levensverhaal. Staan
open voor het verhaal van de andere. We zullen zeker niet trachten ons zijn leven toe te eigenen.
Voor de basishouding in onze professionele dienstverlening betekent dit:
• een wezenlijke erkenning van het recht op leven-met-een-handicap;
• een diep respect voor de persoon met een handicap en zijn gezin;
• een groot geloof in de groeikracht en de wil tot zelfontplooiing van élke mens zij het dat hij als
persoon met een handicap beroep doet op onze ondersteuning zij het dat hij als medewerker deze
ondersteuning mee gestalte geeft;
• respect voor de eindigheid van groei en ontwikkeling, en van het menselijke kunnen in het algemeen;
• het grote belang van goede menselijke relaties, ook in een professionele omgeving.
• bewust omgaan met de spanningsvelden tussen
het zelf en de andere,
vrijheid en gebondenheid,
eigen geaardheid en evenwaardigheid,
mogelijkheden en beperktheden,
ideaal en realiteit.
Gewenste basiskwaliteiten van mensen in onze organisatie (zonder volledig te willen zijn):
eerlijkheid, echtheid, openheid en transparantie, verbondenheid, engagement, optimisme.
Tenslotte wensen we vanuit hetzelfde Franciscaanse gedachtegoed nog te benadrukken dat we in onze
organisatie niet uitsluitend oog willen hebben voor het eindresultaat van ons handelen.
Ook het op-weg-zijn als zodanig, voornamelijk het samen-op-weg-zijn,
verdient uitdrukkelijke aandacht en waardering.
jaarverslag 2007 43

44 jaarverslag 2007
Tovenaar
Tovert
Woorden
Spreuken
Bloemen
En een nieuwe horloge
Want het mijne is kapot
Ik heb nog nooit een tovenaar ontmoet
Soms zit hij in mijn hoofd
Dan komt de fantasie eruit
Dan denk ik aan de zee
En dan gaat mijn tovenaar mee
MPI Oosterlo vzw
eindhoutseweg 25 - 2440 geel
tel. 014 86 11 40 - fax 014 86 85 87
www.mpi-oosterlo.be
info@mpi-oosterlo.be
verantwoordelijke uitgever: herman daems