20.09.2013 Views

evaluatie drugsbeleid.pdf - Welkom bij gemeente Hellevoetsluis

evaluatie drugsbeleid.pdf - Welkom bij gemeente Hellevoetsluis

evaluatie drugsbeleid.pdf - Welkom bij gemeente Hellevoetsluis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

EVALUATIE DRUGSBELEID


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 2


Inhoudsopgave<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 3<br />

1. VOORWOORD 5<br />

2. BESTAAND BELEID 6<br />

2.1. Gedogen, de marges van de wet 6<br />

2.2. Contouren van het gedoogbeleid 6<br />

2.3. Beleidsoverwegingen 7<br />

2.4. De uitvoeringspraktijk 7<br />

2.5. De Opiumwet 8<br />

2.6. De Driehoek 8<br />

2.7. De Wet Victor 8<br />

3. EVALUATIE LOKAAL DRUGSBELEID HELLEVOETSLUIS 2002 10<br />

3.1. Terugblik en <strong>evaluatie</strong> 10<br />

3.2. Belangrijke vragen 10<br />

3.3. De onderzoeksresultaten 10<br />

3.4. Resumerend 11<br />

4. LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN 12<br />

4.1. Strenger handhaven 12<br />

4.2. Burgemeestersprotest 12<br />

4.3. Ondervraagde burgemeesters 12<br />

4.4. Amsterdam ruimt op 13<br />

4.5. Coffeeshop-pas of vingerscan 13<br />

4.6. Internationale wet- en regelgeving 13<br />

4.7. Opportuniteitsbeginsel 14<br />

4.8. Gedoogbeleid onhoudbaar 14<br />

5. DRUGSBELEID EN DE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 16<br />

5.1. Zienswijze eigenaars coffeeshop 16<br />

5.2. Beschikbaar cijfermateriaal 16<br />

5.3. Samenvatting en Conclusies enquête coffeeshopbeleid 18<br />

6. DRUGSBELEID EN DE OPENBARE GEZONDHEIDSZORG 21<br />

6.1. Lokaal Gezondheidsbeleid 21<br />

6.2. Softdrugs niet zo ‘onschuldig’ 21<br />

6.3. Nederwiet steeds sterker 22<br />

6.4. Jongeren extra kwetsbaar 22<br />

6.5. OGGZ, Verslavingspreventie 22<br />

6.6. ‘Genoeg genoten’ 22<br />

6.7. Drugsgebruik in de regio 23<br />

6.8. Trends in drugsgebruik 23<br />

6.9. Vergelijking met Nederland 24


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 4<br />

7. Conclusies en aanbevelingen 26<br />

7.1. Coffeeshopbeleid 26<br />

7.2. Nadelen en neveneffecten 26<br />

7.3. Aanbevelingen 27<br />

7.4. Lokaal Drugsbeleid 27<br />

7.5. Aanbevelingen 27<br />

8. BIJLAGE 1: LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN 28<br />

9. BIJLAGE 2: ENQUÊTE COFFEESHOP HELLEVOETSLUIS 29<br />

9.1. Inleiding 29<br />

9.2. Drie gebieden 29<br />

9.3. Resultaten en reacties bewoners Kerkstraat 29<br />

9.4. Resultaten en reacties bewoners Industriehaven, Oostkade, Westkade, Westzanddijk, Opzoomerlaan<br />

en Molenstraat. 31<br />

9.5. Resultaten en reacties medewerkers <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> 34<br />

9.6. Samenvatting en Conclusies 37<br />

C<br />

Bronvermeldingen<br />

Juridische context: Overgenomen uit: ‘Onderzoek Coffeeshops Terneuzen’ - Intraval, bureau voor onderzoek en<br />

advies, april 2007 - door dr. Heinrich Winter, universitair hoofddocent bestuursrecht van de<br />

Rijksuniversiteit Groningen.<br />

Gezondheidsmonitor: ‘Genoeg Genoten’, april 2009, Rapportage drugsgebruik onder jongeren op de ZHE door de<br />

GGD ZHE.<br />

Cannabisonderzoek: Maastricht University, School for Mental Health and Neuroscience, Mind and Cannabis Studies


1. VOORWOORD<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 5<br />

Sinds de jaren zeventig wordt in Nederland de kleinschalige cannabisverkoop door justitie onder<br />

voorwaarden ‘gedoogd’. Een landelijke drugsnota leidde in de jaren negentig tot een aanscherping van<br />

het landelijke en het lokale beleid ten aanzien van gedoogde verkooppunten van cannabisproducten.<br />

Naar aanleiding daarvan werd de justitiële richtlijn in 1996 gewijzigd. De burgemeester werd het<br />

bevoegde orgaan <strong>bij</strong> de vaststelling van een gedoogbeleid. De justitiële richtlijn beoogde een lokaal<br />

integraal beleid waarin bestuur, politie en justitie (driehoeksoverleg) gezamenlijk het beleid bepalen, en<br />

samen optrekken ter handhaving van dat beleid door een evenwichtige inzet van de verschillende<br />

beheersinstrumenten, zowel strafrechterlijk als bestuurlijk.<br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> stelde naar aanleiding van deze ontwikkelingen in juni 1998 de beleidsnota ‘Lokaal<br />

Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’ vast. De beleidsnota tekende de bestuurlijke kaders voor een <strong>drugsbeleid</strong><br />

op lokale schaal en de contouren voor de exploitatie van een coffeeshop. In 2002 werd een eerste<br />

‘Evaluatie Lokaal Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’ bestuurlijk vastgesteld.<br />

Deze ‘Evaluatie Lokaal Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’ uit 2002 leverde de volgende inzichten op:<br />

• dat het lokaal <strong>drugsbeleid</strong> en het bestuurlijk gedoogbeleid succes gehad hebben in de verbetering<br />

van de sfeer van criminaliteit en illegaliteit rondom drugs;<br />

• dat de combinatie soft- en harddrugs op de illegale verkooppunten zelden door de politie wordt<br />

geconstateerd;<br />

• dat er zelden harddrugsgebruik <strong>bij</strong> rondhangende jongeren wordt aangetroffen.<br />

De <strong>evaluatie</strong> concludeerde derhalve dat de bestuurlijke inspanningen en de justitiële aanpak succesvol<br />

waren. Het gedoogbeleid had in grote lijnen de gewenste effecten en er werd besloten tot de<br />

continuering van het bestaande beleid.<br />

Momenteel is wederom een <strong>evaluatie</strong> van het <strong>drugsbeleid</strong> aan de orde. De samenleving verandert, de<br />

politieke invalshoeken veranderen mee. Nieuwe inzichten geven aanleiding het ‘onschuldige’ imago van<br />

cannabisproducten <strong>bij</strong> te stellen. Het huidige kabinet (Balkenende IV) heeft de beleidskaders rond het<br />

gedogen van coffeeshops opnieuw aangescherpt. Ook de problematiek rond ‘drugsrunners’ en<br />

drugstoerisme in de grenssteden is recent aanleiding geweest tot een levendig maatschappelijk debat.<br />

Dichter <strong>bij</strong> huis, in Spijkenisse, is onlangs de coffeeshop Green Spirit door de <strong>gemeente</strong> gesloten nadat<br />

<strong>bij</strong> een controle ontoelaatbaar grote hoeveelheden softdrugs en geld werden aangetroffen. In onze<br />

<strong>gemeente</strong> dient te worden bezien of de vergunning voor de huidige coffeeshop kan worden<br />

gecontinueerd en of de locatie van een coffeeshop in de Kerkstraat nog langer gewenst is. Kortom, alle<br />

aanleiding om het huidige coffeeshopbeleid van de <strong>gemeente</strong> onder de loep te nemen.


2. BESTAAND BELEID<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 6<br />

2.1. Gedogen, de marges van de wet<br />

De beleidsnota ‘Lokaal Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’ , daterend van juni 1998, geeft de binnen de wet<br />

afgebakende kaders voor het ‘gedoogbeleid’ weer en formuleert een Hellevoets <strong>drugsbeleid</strong><br />

(coffeeshopbeleid) op lokale schaal. De bevoegdheden en de verantwoordelijkheid van het bestuur en<br />

Openbaar Ministerie zijn als volgt geregeld:<br />

De burgemeester heeft ingevolge zijn functie als bestuursorgaan de verantwoordelijkheid voor de<br />

handhaving van de openbare orde en het toezicht openbare ruimte, zoals ondermeer de voor het<br />

publiek openstaande gebouwen en ruimten. Als gevolg hiervan kan de burgemeester toestemming<br />

geven voor het exploiteren van een horeca-inrichting, waar, indien alcoholvrij, al dan niet softdrugs<br />

worden verhandeld of gebruikt. De burgemeester heeft geen bevoegdheden inzake de<br />

strafrechtelijke handhaving en kan dus ook niet een strafbare handeling gedogen. Het Openbaar<br />

Ministerie is belast met de strafrechtelijk handhaving en kan dus vanuit haar bevoegdheid besluiten<br />

om een strafbare gedraging onder voorwaarden te gedogen. Het gedoogbeleid komt dus wel het<br />

openbaar Ministerie maar niet de <strong>gemeente</strong>, als bestuursorgaan toe. Het Openbaar Ministerie is<br />

echter in beginsel wel volgend in de keuze die door de <strong>gemeente</strong> gemaakt wordt ten aanzien van<br />

het opstellen van een lokaal <strong>drugsbeleid</strong>.<br />

Bij het al dan niet gedogen van een verkooppunt voor softdrugs wordt de volgende definitie van<br />

softdrugs gehanteerd:<br />

Hasj en weed behoren tot cannabisproducten en worden gewoonlijk gerookt (blowen).<br />

Tetrahyydrocannabinol (THC) is het werkzame bestanddeel van hasj en weed. Cannabis versterkt<br />

de stemming waarin iemand verkeert. Het effect van cannabis hangt af van de sterkte van de THC,<br />

de hoeveelheid die genomen wordt, de ervaring van de consument en het gezelschap waarin wordt<br />

gebruikt. Cannabisproducten hebben geen fysieke afhankelijkheid voor de gebruikers tot gevolg.<br />

Een regelmatige cannabisgebruiker heeft op den duur zelfs een kleinere hoeveelheid cannabis<br />

nodig om stoned te worden. Het vaker stoned willen worden (psychische afhankelijkheid) leidt tot<br />

een toename in het gebruik van cannabisproducten. Indien een softdrugsgebruiker besluit zijn<br />

gebruik te verminderen of te stoppen, zal hij niet worden geconfronteerd met noemenswaardige<br />

onthoudingsverschijnselen.<br />

De precieze definitie van wat binnen de justitiële richtlijn wordt verstaan onder een gedoogd<br />

verkooppunt luidt als volgt:<br />

Een gedoogd verkooppunt is een alcoholvrij horecabedijf waar handel in en gebruik van softdrugs<br />

plaatsvindt. Het bestaan van een gedoogd verkooppunt is gebaseerd op de richtlijn van de<br />

Procureurs-Generaal van 11 september 1996. Hierdoor is het mogelijk dat onder strikte<br />

voorwaarden (AHOJG-plus-criteria) tegen dergelijke verkooppunten nier strafrechtelijk zal worden<br />

opgetreden. Deze alcoholvrije horecabedrijven kunnen diverse namen voeren, zoals reggaebar,<br />

koffiehuis, theehuis, shoarma-huis, sappenbar of coffeeshop. Het is in het kader van het bestuurlijk<br />

beleid aan te bevelen om te kiezen voor de verzamelterm coffeeshop.<br />

2.2. Contouren van het gedoogbeleid<br />

Het gedoogbeleid voorziet in het gedogen van een of enkele gecontroleerde verkooppunt(en) voor<br />

cannabisproducten binnen de <strong>gemeente</strong>grenzen. Om het aantal gedoogde vestigingen te controleren<br />

dient het aantal gedoogde verkooppunten aan een maximum te worden verbonden. De vaststelling van<br />

een maximum aantal dient de <strong>gemeente</strong> op te nemen in de formulering van het bestuurlijk beleid ten<br />

aanzien van coffeeshops. Een dergelijk maximum is noodzakelijk omdat de kans op overlast toeneemt<br />

<strong>bij</strong> een hoge concentratie van gedoogde verkooppunten en bovendien de verkoop van harddrugs in de<br />

hand werkt omdat de opbrengst uit de handel in softdrugs te klein wordt voor een rendabele exploitatie.<br />

Aan de vestiging van een verkooppunt kunnen, ter bescherming van het woon- en leefklimaat en de<br />

openbare orde, nadere voorwaarden worden gesteld, zoals niet in de na<strong>bij</strong>heid van scholen. Middels


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 7<br />

het bestuurlijk instrumentarium die de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> ter beschikking staat, kan indien het<br />

consequent wordt gehanteerd een groot deel van de mogelijk door softdrugsgebruik en handel<br />

veroorzaakte overlast beheersbaar worden gemaakt en gehouden.<br />

2.3. Beleidsoverwegingen<br />

De beleidsnota ‘Lokaal Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’ (1998) formuleerde destijds voor het gedoogbeleid<br />

de volgende overwegingen:<br />

1. Beheersing van de overlast en criminaliteit die met drugsgebruik gepaard gaat<br />

2. Scheiding van hard- en softdrugs.<br />

3. Beheersing van de kwaliteitsaspecten met betrekking tot de handel in en gebruik van<br />

cannabisproducten met het oog op de zorg.<br />

2.4. De uitvoeringspraktijk<br />

De lokale overheid kan cannabisbeleid of coffeeshopbeleid voeren. In dit beleid gaat het om het<br />

gedogen van coffeeshops als onderdeel van een samenhangend <strong>drugsbeleid</strong>. Veel <strong>gemeente</strong>n hebben<br />

gekozen voor de nuloptie, dat wil zeggen dat geen coffeeshops worden gedoogd. Andere <strong>gemeente</strong>n<br />

hebben een maximumstelsel ontwikkeld, waarin is aangegeven welk maximale aantal coffeeshops<br />

wordt gedoogd (Bieleman en Naayer 2006). Het belangrijkste instrument voor de burgemeester om op<br />

te treden tegen een coffeeshop die de voorwaarden overtreedt is het toepassen van bestuursdwang op<br />

grond van artikel 13b Opiumwet. Wanneer een burgemeester een maximumstelsel wil hanteren voor<br />

gedoogde coffeeshops, dan kan hij dat handhaven op grond van artikel 13b Opiumwet. Concrete<br />

overlast als gevolg van de vestiging van een coffeeshop waardoor het maximum wordt overschreden<br />

hoeft dan niet te worden bewezen om op te kunnen treden. Artikel 13b Opiumwet is in 1999 in de<br />

Opiumwet opgenomen. Gesproken wordt ook wel van de Wet Damocles. Voorheen was het optreden<br />

van de burgemeester tegen dergelijke coffeeshops gebaseerd op een overlastbepaling in de Algemene<br />

Plaatselijke Verordening (APV). Dat was niet altijd eenvoudig omdat in die gevallen overlast moest<br />

worden aangetoond in de vorm van onaanvaardbare aantasting van de woon- en leefsituatie.<br />

Het gedoogbeleid van <strong>Hellevoetsluis</strong>, dat een onderdeel is van het bredere beleid op het gebied van de<br />

verslavingszorg, ziet er sinds de beleidsnota uit 1998 als volgt uit:<br />

1. Kleinschalige cannabisverkoop wordt, ingevolge de justitiële richtlijn, uitsluitend gedoogd in een<br />

alcoholvrij horecabedrijf;<br />

2. Deze categorie horecabedrijven dient in het bezit te van een geoormerkte exploitatievergunning.<br />

Aan een exploitatievergunning voor een coffeeshop worden bepaalde voorschriften verbonden;<br />

3. Horecabedrijven die niet over een exploitatievergunning beschikken, is het niet toegestaan<br />

cannabis te verkopen;<br />

4. <strong>Hellevoetsluis</strong> hanteert de norm van maximaal één verkooppunt per 50.000 inwoners;<br />

5. Gedoogde verkooppunten van cannabisproducten dienen zich <strong>bij</strong> de exploitatie te houden aan de<br />

AHOJG-plus-criteria, de voorwaarden (vastgelegd in de justitiële richtlijn van oktober 1996) waar<strong>bij</strong><br />

in principe wordt afgezien van het strafrechterlijk optreden tegen kleinschalige cannabisverkoop.<br />

Deze criteria zijn:<br />

• alcoholvrije horeca-inrichting;<br />

• afficheringsverbod: geen reclame;<br />

• harddrugsverbod: geen aanwezigheid en/of verkoop harddrugs;<br />

• overlastverbod : geen overlast voor de omgeving;<br />

• jeugdigen: geen verkoop en toegang aan jongeren onder de 18;<br />

• hoeveelheid: maximaal 5 gram per transactie;<br />

• handelsvoorraad: maximaal 500 gram.<br />

6. Geen gedoogde verkooppunten in de na<strong>bij</strong>heid (200 meter) van scholen, buurthuizen en specifieke<br />

woonwijken;<br />

7. Een verkooppunt moet softdrugsgebruikers tevens de mogelijkheid bieden om gekochte<br />

cannabisprodukten te nuttigen. De coffeeshop kan zo functioneren als een ontmoetingsplaats die


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 8<br />

benaderbaar is voor onder andere de jongerenwerkers. Contacten met jongerenwerkers maken het<br />

mogelijk jongeren gerichte voorlichting te geven over gebruik en vermindering van gebruik;<br />

8. Controle en handhaving, zowel justitieel als bestuurlijk, zijn van groot belang. Het driehoeksoverleg<br />

(de burgemeester, de hoofdofficier van Justitie en de korpschef van de regiopolitie Rotterdam-<br />

Rijnmond) maken afspraken over een goede afstemming en een geïntegreerde inzet van het<br />

strafrechtelijke en bestuursrechtelijke instrumentarium, overigens met behoud van eigen<br />

verantwoordelijkheden.<br />

2.5. De Opiumwet<br />

Gemeenten kennen vaak ook een exploitatievergunningenstelsel, dat veelal is neergelegd in de APV.<br />

Dergelijke vergunningen gelden voor alle horeca-gelegenheden en dus ook voor coffeeshops. In veel<br />

<strong>gemeente</strong>n worden in de exploitatievergunning de AHOJ-G voorwaarden opgenomen en eventueel ook<br />

de andere hiervoor genoemde voorwaarden, zoals de inrichtingeisen of de verplichte aanwezigheid van<br />

de vergunninghouder, waardoor <strong>bij</strong> een overtreding van die voorschriften de vergunning kan worden<br />

ingetrokken. Strikt genomen is dat in juridische zin echter niet langer juist. Na de invoering van art. 13b<br />

Opiumwet is het gedoogbeleid immers niet meer gebaseerd op de weigeringsgronden voor de<br />

exploitatievergunning, maar op art. 13b Opiumwet. Dat neemt overigens niet weg dat de nieuwe<br />

beleidsregels materieel vaak gelijk zijn aan de oude: in veel <strong>gemeente</strong>n is na de invoering van art. 13b<br />

Opiumwet het ‘oude’ coffeeshopbeleid in al dan niet aangepaste vorm voortgezet. Het nieuwe beleid<br />

mag, gelet op de gewijzigde strekking van art. 13b Opiumwet, naast de bescherming van de<br />

volksgezondheid ook de voorkoming van overlast als motief hebben. Nu het gedogen geen<br />

rechtstreekse relatie (meer) heeft met de exploitatie, maar met art. 13b Opiumwet, is het beter deze<br />

relatie ook formeel los te laten en naast de exploitatievergunning (eventueel in hetzelfde document) een<br />

afzonderlijke gedoogverklaring met voorwaarden af te geven, uitdrukkelijk gebaseerd is op art. 13b van<br />

de Opiumwet.<br />

2.6. De Driehoek<br />

Het lokale coffeeshopbeleid komt tot stand in samenwerking tussen Openbaar Ministerie, politie en de<br />

burgemeester. De burgemeester kan een coffeeshop wel sluiten, maar kan de overtreder van de<br />

Opiumwet niet vervolgen. Het OM kan wel vervolgen, maar de coffeeshop niet sluiten. De verschillende<br />

bevoegdheden, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke, dienen daarom op elkaar te worden afgestemd.<br />

Die afstemming krijgt veelal vorm in de lokale driehoek. Afstemming met omringende <strong>gemeente</strong>n is ook<br />

relevant: het zogenaamde ‘waterbedeffect’ leidt immers tot een toeloop van softdrugsgebruikers van<br />

<strong>gemeente</strong>n die geen gedoogde coffeeshops kennen naar die <strong>gemeente</strong>(n) waar wel een coffeeshop is<br />

gevestigd.<br />

2.7. De Wet Victor<br />

Op grond van artikel 174a Gemeentewet (de zogenoemde Wet Victor) heeft de burgemeester de<br />

bevoegdheid tot ontruiming en sluiting van woningen en niet voor het publiek toegankelijke lokalen<br />

indien sprake is van (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde door drugsgebruikers en<br />

drugshandelaren en/of het in het geding zijn van de veiligheid en gezondheid van omwonenden als<br />

gevolg van drugsgebruik of drugshandel.<br />

Daarnaast is een wijziging van artikel 13b Opiumwet aangenomen waarmee het mogelijk wordt voor de<br />

burgemeester bestuursdwang toe te passen ter handhaving van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet in<br />

woningen en lokalen en <strong>bij</strong> die woningen of die lokalen behorende erven, ook zonder dat de handel in<br />

verdovende middelen leidt tot verstoring van de openbare orde.<br />

De Wet Victor heeft betrekking op vervolgmaatregelen na sluiting van een woning, woonkeet,<br />

woonwagen of ander gebouw op grond van artikel 174a van de Gemeentewet (dan wel een verordening<br />

op basis van artikel 174 Gemeentewet) of op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Op grond van de<br />

Wet Victor is het College van Burgemeester en wethouders onder meer bevoegd om aanwijzingen te<br />

geven aan eigenaar of gebruiker om het gebouw weer op redelijke wijze voor bewoning of gebruik<br />

geschikt te maken (bevoegdheid opgenomen in artikel 16a van de Woningwet). Mocht er ondanks de<br />

aanwijzingsbevoegdheid geen uitzicht zijn op duurzaam herstel van de openbare orde rond het<br />

betreffende gebouw, dan is het College van Burgemeester en wethouders als uiterste redmiddel<br />

bevoegd tot onteigening over te gaan (bevoegdheid opgenomen in artikel 77, eerste lid, sub 6 van de


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 9<br />

Onteigeningswet). Daarnaast is de burgemeester verplicht een besluit tot sluiting, dat is gegrond op<br />

artikel 174a van de Gemeentewet dan wel op artikel 13b van de Opiumwet, zo spoedig mogelijk in te<br />

schrijven in de openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek<br />

(Kadaster).


3. EVALUATIE LOKAAL DRUGSBELEID HELLEVOETSLUIS 2002<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 10<br />

3.1. Terugblik en <strong>evaluatie</strong><br />

In 2002 verscheen de ‘Evaluatie Lokaal Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’. De <strong>evaluatie</strong> diende antwoord te<br />

geven op de volgende vragen:<br />

• Wat zijn de werkelijke effecten inzake de gewenste scheiding hard- en softdrugs;<br />

• Wat zijn de ontwikkelingen rond de verkoop van en handel in soft- en harddrugs en de handhaving<br />

daarvan elders in <strong>Hellevoetsluis</strong>;<br />

• Werkt de handhaving van het afstandcriterium van 200 meter;<br />

• Wat zijn de merkbare effecten op de kwaliteit van het uitgaansgebied.<br />

3.2. Belangrijke vragen<br />

De <strong>evaluatie</strong> vertaalde de bestuurlijke opdracht naar de volgende kernvragen:<br />

1. Heeft de exploitatie van een coffeeshop in de Kerkstraat een <strong>bij</strong>drage geleverd aan de strikte<br />

scheiding van hard- en softdrugs in <strong>Hellevoetsluis</strong>;<br />

2. Welke activiteiten zijn er ondernomen rond de ontwikkeling van een sluitend voorlichtingspakket<br />

voor het voorkomen en ontmoedigen van gebruik;<br />

3. Wat is het effect van de regulering door het <strong>gemeente</strong>lijk beleid op de exploitatie van de coffeeshop<br />

en de handhavingmogelijkheden voor de politie;<br />

4. Heeft de vestiging van een coffeeshop in de Kerkstraat effect gehad op de ontwikkelingen<br />

aangaande softdrugoverlast in <strong>Hellevoetsluis</strong> en de kwaliteit van het uitgaansgebied in de vesting.<br />

3.3. De onderzoeksresultaten<br />

Coffeeshopbeleid<br />

Met het verlenen van een exploitatievergunning voor een coffeeshop heeft <strong>Hellevoetsluis</strong> een<br />

mogelijkheid gecreëerd voor personen van 18 jaar en ouder om voor cannabisproducten naar een<br />

gedoogd verkooppunt te gaan. Zij behoeven zich daarvoor dus niet meer in het criminele circuit te<br />

begeven waar in veel gevallen ook harddrugs verkocht worden. Voor de politie is het mogelijk adequaat<br />

op te treden tegen illegale verkooppunten. Er is geen noemenswaardige verschuiving van de vraag<br />

naar een ander of nieuw illegaal verkooppunt. Er is een alternatief in de vorm van de gedoogde<br />

coffeeshop. De samenwerking tussen de politie en de eigenaar van de coffeeshop wordt door beiden<br />

als zeer positief en effectief ervaren. Wel heeft de politie moeten constateren dat <strong>Hellevoetsluis</strong> lijkt aan<br />

te sluiten <strong>bij</strong> de landelijke trend van thuiskwekerijen van hennep.<br />

De politie noemt het lokaal <strong>drugsbeleid</strong> geslaagd in de zin dat de sfeer van illegaliteit en criminaliteit<br />

rond drugsgebruik aanzienlijk is veranderd en verbeterd sinds de vestiging van de coffeeshop in<br />

<strong>Hellevoetsluis</strong>. Ook komt de politie in haar contacten met de bewoners van <strong>Hellevoetsluis</strong> de<br />

combinatie van soft- en harddrugs op de verkooppunten en dealer-adressen vrijwel niet meer tegen.<br />

Rondhangende jongeren die harddrugs gebruiken, worden door de politie nauwelijks nog aangetroffen.<br />

Preventie en voorlichting<br />

De jongeren onder de 18 jaar kregen een aantal voorlichtingsactiviteiten aangeboden in de drie<br />

leefsferen te weten: thuis, op school en in de vrije tijd. Hiermee werd uitvoering gegeven aan het<br />

Verslavingspreventieplan 2000-2003 van de GGD Zuid-Hollandse Eilanden. De activiteiten werden zeer<br />

positief ontvangen door jongeren en andere betrokkenen. Over de effectiviteit van preventie valt moeilijk<br />

iets te zeggen, daar de effectiviteit van preventie moeilijk meetbaar is. Immers hoe groot de<br />

problematiek zou zijn geweest zonder voorlichting blijft een niet te beantwoorden vraag.<br />

De Kerkstraat en omgeving<br />

Het effect op de kwaliteit van het uitgaansgebied in de Kerkstraat door de vestiging van de coffeeshop<br />

is moeilijk te meten. Interviews met verschillende belanghebbenden wijzen uit dat er meer<br />

overlastklachten in het uitgaansgebied worden geregistreerd, maar niets wijst uit dat die klachten<br />

specifiek gerelateerd zijn aan de activiteiten in de coffeeshop. De klachten lijken meer te maken hebben<br />

met verandering van de activiteiten en de doelgroepen van de bestaande horecaondernemingen.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 11<br />

Slotconclusies<br />

Uitgaande van de resultaten van het <strong>evaluatie</strong>onderzoek en het besef dat het gedogen van een<br />

coffeeshop binnen <strong>gemeente</strong>grenzen slechts één van de instrumenten is in de aanpak van en de<br />

omgang met het drugsgebruik in <strong>Hellevoetsluis</strong> kunnen we concluderen dat de uitvoering van het lokaal<br />

<strong>drugsbeleid</strong> het beoogde effect heeft gesorteerd.<br />

Uit de gegevens van de politie in 2002 blijkt wel dat vooral de groeiende problematiek van de<br />

thuiskwekerijen nog de nodige aandacht vergt. Het is belangrijk om de woningcorporaties te betrekken<br />

<strong>bij</strong> de aanpak van thuiskwekerijen. Er blijkt overigens geen directe relatie te bestaan tussen het<br />

gevoerde coffeeshopbeleid en de opkomst van thuiskwekerijen. Dat laatste is een landelijk fenomeen,<br />

voornamelijk gebonden aan en ontstaan in de illegaliteit 1 .<br />

3.4. Resumerend<br />

Uit de <strong>evaluatie</strong> van 2002 komt naar voren:<br />

• dat het lokaal <strong>drugsbeleid</strong> en het bestuurlijk gedoogbeleid succes gehad hebben in de verbetering<br />

van de sfeer van criminaliteit en illegaliteit rondom drugs;<br />

• dat de combinatie soft- en harddrugs op de illegale verkooppunten zelden door de politie wordt<br />

geconstateerd;<br />

• dat er zelden harddrugsgebruik <strong>bij</strong> rondhangende jongeren wordt aangetroffen;<br />

• dat er geen directe (handels)relatie is tussen de thuiskwekerijen en het coffeeshopbeleid<br />

Deze ‘Evaluatie Lokaal Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong>’ uit 2002 heeft dan ook geleid tot een voortzetting<br />

van het bestaande beleid.<br />

1 In 2008 blijkt regionaal het fenomeen van de thuiskwekerijen minder urgent. Enkele grotere illegale thuiskwekers zijn<br />

opgerold in de jaren tussen 2002 en 2008. De politie Rotterdam Rijnmond rechercheert actief op dit fenomeen.


4. LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 12<br />

4.1. Strenger handhaven<br />

In het regeerakkoord van het kabinet Balkenende IV (juli 2007) werd tussen de regeringsfracties over<br />

het coffeeshopbeleid het volgende afgesproken:<br />

De bestrijding van de productie en de handel in drugs wordt evenals de bestrijding van<br />

drugsoverlast onverminderd voortgezet. Het wetsvoorstel tot sluiting van woningen <strong>bij</strong> illegale<br />

drugsverkoop wordt met spoed doorgezet. Ten aanzien van jongeren wordt een krachtig<br />

preventiebeleid gevoerd. Coffeeshops <strong>bij</strong> scholen worden gesloten, er komt een afstandcriterium en<br />

coffeeshops in de grensstreek worden tegengegaan. De bestrijding van grootschalige wietteelt<br />

wordt geïntensiveerd; er komen geen experimenten en er wordt nauw samengewerkt met<br />

buurlanden in het grensgebied. Coffeeshops die zich niet houden aan de AHOJ-G criteria worden<br />

zonder pardon gesloten.<br />

4.2. Burgemeestersprotest<br />

Een bestuurlijke ‘Wiettop’ in Almere in november 2008 leidde tot opvallende eensgezindheid onder de<br />

aanwezige burgmeesters. Ook de burgemeester van <strong>Hellevoetsluis</strong> was van de partij. De top was mede<br />

het gevolg van de uitspraken van met name burgemeester Leers van Maastricht over de<br />

achterdeurproblematiek rond het coffeeshopbeleid en het drugstoerisme in de grenssteden. De<br />

voorzitter van de VNG, Annemarie Jorritsma, legde aan het slot van de bestuurlijke top over het<br />

<strong>drugsbeleid</strong> een gezamenlijke verklaring af. De verklaring behelsde het volgende:<br />

‘Tijdens de bestuurlijke top hebben wij geconstateerd dat de aanwezige burgemeesters eensgezind zijn<br />

in hun oordeel over het huidige en toekomstige beleid ten aanzien van de coffeeshops. Daar<strong>bij</strong> gaat het<br />

zowel om de voordeur als ook om de achterdeur. De gezamenlijke burgemeesters zijn tot de volgende<br />

conclusies gekomen:<br />

• We blijven stevig inzetten op ontmoedigingsbeleid. Een absoluut verbod op softdrugs is geen<br />

oplossing voor het probleem. De burgemeesters willen reguleren en controleren. De openbare orde<br />

en de volksgezondheid zijn hier <strong>bij</strong> gebaat.<br />

• Ten aanzien van de voordeur bepleiten we aanpassing van het beleid door middel van een<br />

gereguleerde toegang voor de <strong>gemeente</strong>n die gelet op hun lokale situatie - ongewenst<br />

drugstoerisme - hieraan behoefte hebben.<br />

• Het is noodzakelijk over te gaan tot regulering en beheersing van de achterdeur (productie en<br />

handel). Te beginnen met een georganiseerde en gemonitorde pilot.<br />

• Op die manier kunnen we de criminaliteit die we daar aantreffen aanpakken: een stevige aanpak<br />

door het Openbaar Ministerie, politie en <strong>gemeente</strong>n van georganiseerde criminaliteit aan<br />

wiethandel verbonden, is absoluut noodzakelijk. Gemeenten krijgen assistentie indien dat in de<br />

lokale situatie noodzakelijk is.<br />

• Ten behoeve van de adequate aanpak van de criminaliteit bepleiten wij onderzoek door het<br />

landelijk parket naar de aard en omvang van de criminaliteit die samenhangt met de handel,<br />

productie en verkoop van wiet.<br />

• De burgemeesters zijn het erover eens dat de softdrugsproblematiek Europese afstemming vraagt<br />

en roepen het kabinet op te komen tot een houdbaar, congruent Europees soft<strong>drugsbeleid</strong>. Zolang<br />

dat nog niet tot succes heeft geleid, is extra aandacht voor problemen in aantal grens<strong>gemeente</strong>n<br />

op zijn plaats.<br />

• De burgemeesters roepen de VNG op om nog voor de kerst 2008 met het kabinet te spreken over<br />

de uitkomsten van deze top’.<br />

4.3. Ondervraagde burgemeesters<br />

Naar aanleiding van de ‘Wiettop’ deed Binnenlands Bestuur onderzoek onder burgemeesters. Ruim de<br />

helft van de burgemeesters die een coffeeshop binnen hun <strong>gemeente</strong>n hebben, is voor legalisering van<br />

de complete softdrugsketen. Ze willen dat er een einde komt aan de zogenoemde ‘voordeurachterdeurproblematiek’,<br />

waar<strong>bij</strong> verkoop van wiet wordt gedoogd, maar de teelt en aanvoer strafbaar


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 13<br />

is. Van de 106 onderzochte <strong>gemeente</strong>n reageerden 88 burgemeesters. 54 van hen willen de hele keten<br />

rond de wietverkoop legaliseren. Negen burgemeesters zeiden voor een algeheel verbod van<br />

coffeeshops te zijn, 25 wilden blijven gedogen zoals nu het geval is. Zes burgemeesters wilden zich niet<br />

uitspreken, elf werkten niet mee. De burgemeesters die voor legalisering zijn, zeggen het ‘dubbele<br />

gedoe’ zat te zijn. Ze willen duidelijkheid van het Rijk. De meeste <strong>gemeente</strong>n lieten weten de zaken<br />

goed onder controle te hebben. Ze ervaren geen overlast van de coffeeshops. Als er al problemen zijn,<br />

dan doen die zich vooral voor in Nederlands-Belgische grens<strong>gemeente</strong>n. De Duitse klanten in Oost-<br />

Nederland zorgen voor veel minder overlast, aldus de ondervraagde burgemeesters. Het landelijke<br />

CDA wil coffeeshops geheel verbieden. CDA-burgemeesters in de coffeeshop<strong>gemeente</strong>n blijken echter<br />

erg verdeeld. Ongeveer eenderde van hen is voor legaliseren, eenderde voor gedogen en eenderde<br />

voor verbieden. Burgemeester Leers van Maasstricht is koploper in het burgemeestersdebat rond<br />

coffeeshops in de grensstreek. Zijn voorstellen om coffeeshops uit het stedelijk centrum van Maastricht<br />

te weren en te verplaatsen naar goed gecontroleerde vestigingen pal naast de Nederlands-Belgische<br />

grens is begin 2009 door het Maastrichtse college aangehouden. Belgische burgemeesters in de<br />

grensstreek rond Maastricht, lieten zich, evenals de Belgische premier, in kritische bewoordingen uit<br />

over de plannen van Maastricht.<br />

4.4. Amsterdam ruimt op<br />

De <strong>gemeente</strong> Amsterdam moet de komende jaren 43 coffeeshops te sluiten omdat ze te dicht <strong>bij</strong><br />

middelbare scholen liggen. De hoofdstad doet dit met tegenzin; zij moet zich houden aan regels van het<br />

Rijk dat zich in de buurt van onderwijsinstellingen geen coffeeshops mogen bevinden.<br />

Amsterdam heeft nu bepaald dat zaken die binnen een straal van 200 meter en op een loopafstand van<br />

250 meter van middelbare scholen liggen de deuren moeten sluiten. Uiterlijk 2011 moet dat gebeurd<br />

zijn. Ook andere steden lieten in 2008 weten coffeeshops <strong>bij</strong> onderwijsinstellingen te willen sluiten,<br />

maar nergens ging het daar<strong>bij</strong> om zo'n groot aantal.<br />

De <strong>gemeente</strong> Amsterdam is overigens een voorstander van het huidige gedoogbeleid. Zij is onder meer<br />

blij met de scherpe scheiding tussen soft- en harddrugs die daardoor is ontstaan. De hoofdstad pleit<br />

zelfs voor het reguleren van het aanleveren van marihuana.<br />

4.5. Coffeeshop-pas of vingerscan<br />

Overheden en coffeeshop-eigenaren zoeken naar mogelijkheden om de beheersbaarheid van de<br />

verkoop van softdrugs te vergroten. Klanten van de Nederlands-Limburgse coffeeshops moeten vanaf 1<br />

januari 2010 een pasje aanvragen en dat <strong>bij</strong> elk bezoek laten zien. Door die pasjes zullen Nederlandse<br />

en buitenlandse bezoekers dagelijks niet meer dan vijf gram softdrugs kunnen kopen.<br />

Maastricht introduceerde het proefproject onder de titel 'Limburg trekt zijn grens' in mei van dit jaar. De<br />

stad hoopt dat de pasjes, die in acht <strong>gemeente</strong>n gelden, een proefproject voor heel Nederland kunnen<br />

zijn. De Nederlandse overheid steunt het project. Het moet drugstoeristen uit België, Frankrijk en<br />

Duitsland ontmoedigen naar Maastricht en omgeving af te reizen. Het proefproject kan de aanleiding<br />

zijn voor een uniform coffeeshopbeleid in heel Limburg en maakt deel uit van een maatregelenpakket.<br />

In dat pakket hanteren alle coffeeshops in Limburg dezelfde openingstijden en wordt gestreefd naar het<br />

zoveel mogelijk giraal betalen. Zo wordt cash geld uit de handel geweerd. Het nieuwe systeem probeert<br />

het huidige gedoogbeleid terug te brengen naar de oorspronkelijke doelstellingen, namelijk het voorzien<br />

in een lokale behoefte aan de verkrijgbaarheid van cannabis. Het valt echter nog te bezien of het<br />

pasjessysteem de toets met Europese wet- en regelgeving kan doorstaan. Elders, ook in <strong>Hellevoetsluis</strong>,<br />

wordt gewerkt met de vingerscan als identificatiemiddel. Ook de vingerscan is een middel om de aan-<br />

en verkoop van softdrugs uit de anonimiteit te halen.<br />

4.6. Internationale wet- en regelgeving<br />

Nederland is partij <strong>bij</strong> een aantal verdragen die de productie en de handel in drugs aan banden trachten<br />

te leggen en die controlemechanismen in het leven roepen:<br />

• • het enkelvoudig verdrag inzake verdovende middelen, 1961, zoals gewijzigd <strong>bij</strong> protocol in 1972;<br />

• • het verdrag inzake psychotrope stoffen, 1971;<br />

• • het VN-verdrag tegen sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1988;<br />

• • het akkoord van Schengen, 1990.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 14<br />

Uit deze verdragen zijn de volgende relevante punten te noemen:<br />

1. Er zijn gedragingen die uit hoofde van de Verdragen strafbaar gesteld moeten worden, zoals de<br />

productie, de (internationale) verhandeling en het bezit van cannabis. De Verdragen geven ook een<br />

indicatie van het soort straffen waaraan moet worden gedacht. De Verdragen leggen daarmee het<br />

strafrechtelijke kader vast, maar niet de hoogte van de straffen.<br />

2. De Verdragen laten aan de Verdragspartijen speelruimte om onderscheid te maken tussen ernstige<br />

en minder ernstige delicten voor wat betreft de toe te passen sancties en om daaruit consequenties<br />

te trekken voor het eigen vervolgingsbeleid.<br />

3. De Verdragen tasten het in Nederland gehanteerde opportuniteitsprincipe <strong>bij</strong> de vervolging van<br />

strafbare feiten niet aan, maar eisen wel een loyale uitvoering.<br />

De Europese Unie hecht veel belang aan de gezamenlijke bestrijding van teelt, productie en handel van<br />

cannabis. Hiertoe is in de loop van de tijd een aantal actieplannen en gemeenschappelijke optredens<br />

geformuleerd. Belangrijk is het Gemeenschappelijk Optreden van 17 december 1996, betreffende de<br />

onderlinge aanpassingen van wetgevingen en praktijken van de Lidstaten van de Europese Unie ter<br />

bestrijding van drugsverslaving en ter voorkoming en bestrijding van de illegale drugshandel. In dit<br />

Gemeenschappelijk Optreden zijn bindende afspraken gemaakt over het nader op elkaar afstemmen<br />

van het nationale beleid en de wetgeving van de lidstaten. De volgende relevante doelstellingen zijn<br />

geformuleerd:<br />

• • bestrijding van de drugshandel en van het drugstoerisme;<br />

• • bescherming van de buitengrenzen tegen de import van drugs;<br />

• • onderlinge afstemming van de werkwijze van politie en justitie.<br />

Het Gemeenschappelijk Optreden legt uitdrukkelijk vast (art. 7) dat de lidstaten erop toezien dat zij<br />

nauwgezet zullen voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van de verdragen van de VN inzake<br />

verdovende middelen en psychotrope stoffen van 1961, 1971 en 1988.<br />

4.7. Opportuniteitsbeginsel<br />

De eigen Nederlandse wetgeving is in overeenstemming met de uit deze Verdragen, actieplannen en<br />

Gemeenschappelijke Optredens, voortvloeiende verplichtingen. In de Nederlandse strafwetgeving is het<br />

opportuniteitsbeginsel vastgelegd: het OM kan afzien van vervolging van strafbare feiten op gronden<br />

ontleend aan het algemeen belang. Van deze mogelijkheid maakt Nederland gebruik door het bezit, de<br />

aankoop en kleinschalige teelt van cannabis voor eigen gebruik te gedogen. Dit betekent dat Nederland<br />

hieraan geen opsporings- en vervolgingsprioriteit wenst te geven. Doordat in de verschillende<br />

verdragen de mogelijkheid is gecreëerd gedragingen voor wat betreft het opleggen van straffen te<br />

onderscheiden in ernstig en minder ernstig, handelt Nederland hiermee niet in strijd met deze<br />

Verdragen. Dat zou echter wel het geval zijn indien het opportuniteitsbeginsel toegepast zou gaan<br />

worden op activiteiten die naar hun aard in de Verdragen als ernstig worden gekwalificeerd. Zo bepaalt<br />

het Verdrag uit 1988 tegen de sluikhandel dat de teelt van cannabis dient te worden aangemerkt als<br />

een ‘serious criminal offence’. Een verbreding van het gedoogbeleid in de richting van de teelt en de<br />

toevoer van cannabis aan coffeeshops lijken dan ook op gespannen voet met deze verdragen te staan.<br />

4.8. Gedoogbeleid onhoudbaar<br />

Het huidige gedoogbeleid rond softdrugs is onhoudbaar geworden. Dat concludeert de commissie Van<br />

de Donk in juli 2009. De coffeeshop is over het algemeen een rustige en veilige voorziening voor<br />

volwassen cannabisconsumenten en de meeste coffeeshops veroorzaken niet echt problemen. Toch is<br />

het coffeeshopbeleid aan revisie toe. Coffeeshops zijn te groot geworden, waardoor er zowel aan de<br />

voordeur als aan de achterdeur problemen zijn ontstaan. Coffeeshops moeten daarom meer gesloten<br />

en kleinschaliger worden. Dit om de toestroom van jeugdigen en toeristen aan de voordeur in te perken<br />

en om de verwevenheid met de georganiseerde criminaliteit aan de achterdeur tegen te gaan.<br />

Dit stelt de commissie Van de Donk in haar advies over het <strong>drugsbeleid</strong>. Volgens de commissie heeft<br />

deze situatie kunnen ontstaan omdat de laatste 15 jaar sprake is van beleidsverwaarlozing.<br />

Beleidsverwaarlozing betekent het niet maken van beleid. Gedogen is sinds 1976 noodzakelijk omdat<br />

een echt beleid niet mogelijk bleek. De huidige coffeeshops zijn een gevolg van deze<br />

beleidsverwaarlozing. Coffeeshops zijn ontstaan in de luwte van het gedogen. Pas nadat er zo’n 1500


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 15<br />

coffeeshops waren, zijn de huisregels die sommige coffeeshops zelf al hanteerden in 1991<br />

overgenomen als landelijke richtlijnen. Beleidsverwaarlozing was er ook als het om de inmenging van<br />

criminele organisaties gaat. De CRI stelde in 1986 een nota op met de titel: ’Bestrijding van<br />

groothandelaren in hasjiesj; een vergeten prioriteit’. De nota wees op de omvang die de criminele<br />

activiteiten van cannabishandelaren en hun organisaties hadden aangenomen en de betrekkelijke<br />

geringe aandacht die opsporingsinstanties aan deze problematiek besteedden. Deze organisaties<br />

hielden zich toen voornamelijk bezig met de import van hasj uit Marokko en andere cannabis<br />

producerende landen. Dat Nederland in de jaren ’90 zelfvoorzienend werd en zijn eigen nederwiet ging<br />

telen, werd aanvankelijk als een goede ontwikkeling gezien. Daarom is er in eerste instantie niet<br />

ingegrepen. Opnieuw werd er geen beleid gemaakt, waardoor de productie en handel in nederwiet<br />

ongebreideld groeide. De CRI waarschuwde in 1992 al dat deze organisaties in hennepkwekerijen<br />

investeerden en dat nederwiet een populair exportproduct zou worden.<br />

Volgens de commissie Van de Donk ontbreekt het <strong>bij</strong> de overheid aan ’lerend vermogen’. Een<br />

werkgroep al in 1972 voor om drie á vier cannabisverkooppunten per provincie toe te staan, waar de<br />

staat cannabis van goede kwaliteit in maximum hoeveelheden en tegen betaalbare prijzen verkoopt.<br />

Afnemers moesten tenminste 16 jaar zijn om een beperkte hoeveelheid voor verantwoord gebruik te<br />

kunnen kopen. Iedere klant zou worden geregistreerd en gevraagd kunnen worden mee te werken aan<br />

onderzoek. Resumerend: controle op de aanvoer van cannabis, pasjessystemen, maximum<br />

gebruikershoeveelheden, alles waarover nu in Nederland wordt gediscussieerd: het is allemaal al een<br />

keer eerder voorgesteld.


5. DRUGSBELEID EN DE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 16<br />

5.1. Zienswijze eigenaars coffeeshop<br />

De eigenaars van de Barbershop, de coffeeshop in de Kerkstraat, tevens eigenaars van het Barbiertje,<br />

zijn tevreden met de huidige exploitatie van de coffeeshop. Ze geven aan dat ze een aparte rookruimte<br />

hebben gecreëerd en dat ze identificatie met behulp van een vingerscan hebben geïntroduceerd. De<br />

eigenaars zelf zijn dus erg gericht op voortzetting van de exploitatie. Daarnaast hebben zij verzocht om<br />

een exploitatievergunning voor eventueel langer dan drie jaar. Het <strong>gemeente</strong>lijk beleid is echter dat<br />

exploitatievergunningen worden afgegeven voor drie jaar; een verlenging van die periode wordt<br />

derhalve niet overwogen. De leidinggevenden die in het Barbiertje zelf werken, zijn ook actief in de<br />

coffeeshop.<br />

5.2. Beschikbaar cijfermateriaal<br />

We hebben de meest recente statistische informatie over de effecten van het soft<strong>drugsbeleid</strong> (lokaal en<br />

regionaal en landelijk) en de beleving van het coffeeshopbeleid onder burgers in <strong>Hellevoetsluis</strong><br />

gebundeld. Wat opvalt, is dat de plaatselijke handel in harddrugs (voor zover in beeld gebracht aan de<br />

hand van de meldingen van de Politieregio Rotterdam-Rijnmond) verwaarloosbaar klein is geworden.<br />

Verder valt direct op dat het aantal jongeren in de leeftijd van 13 tot 17 jaar zowel in <strong>Hellevoetsluis</strong> als<br />

in Brielle dat zelf aangeeft wel eens softdrugs te gebruiken, behoorlijk hoog te noemen is.<br />

Softdrugsgebruik in de leeftijdscategorie van 13 tot en met 17 jaar. (Bron: Monitor Jeugd 2008, GGD ZHE)


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 17<br />

Aantal meldingen van de handel in soft- en harddrugs in <strong>Hellevoetsluis</strong> in 2006 en 2007. (Opgave:<br />

Politieregio Rotterdam-Rijnmond)<br />

Uit de veiligheidsrapportage van de Politieregio Rotterdam-Rijnmond komt verder naar voren dat het<br />

aantal meldingen van drugsoverlast per 1.000 inwoners in 2005 0,5 bedroeg en in 2007 0,6.<br />

Het percentage inwoners van <strong>Hellevoetsluis</strong> dat <strong>bij</strong> navraag in 2005 en 2007 inschat dat drugsoverlast<br />

vaak voorkomt in hun buurt.<br />

De beleving van drugsoverlast onder de bewoners van heel <strong>Hellevoetsluis</strong> is licht gestegen ten opzichte<br />

van 2005 (0,6%). Opvallend is dat de meest uitgesproken beleving van drugsoverlast zich in de<br />

afgelopen twee jaar heeft verplaatst van De Kooistee naar De Struyten en <strong>Hellevoetsluis</strong>-West.<br />

De Politieregio Rotterdam-Rijnmond geeft aan niet over specifieke cijfers rond drugsoverlast te<br />

beschikken die direct te relateren zijn aan de coffeeshop. Over het algemeen is de overlast in de<br />

Kerkstraat horeca-gerelateerd en heeft niet zozeer te maken met de coffeeshop zelf.<br />

In de directe omgeving van de coffeeshop aan de Kerkstraat wordt wel overlast geconstateerd, maar<br />

die is betrekkelijk gering. In de na<strong>bij</strong>e omgeving van de coffeeshop bevindt zich het parkje achter het<br />

<strong>gemeente</strong>huis waar regelmatig ‘geblowd’ wordt. Ook op de parkeerplaats achter het <strong>gemeente</strong>huis<br />

wordt nog wel eens een joint gerookt in een geparkeerde auto.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 18<br />

De volgende tabellen zijn ontleend aan de Nationale Drugmonitor 2007 (Bron: Ministerie van VWS).<br />

Alhoewel het softdrugsgebruik in een vergelijking tussen 1997 en 2005 over de gehele linie licht is<br />

gestegen, lijkt de theorie dat het gebruik zich beperkt tot ‘een fase’ in het leven ook in de statistische<br />

onderzoeken stand te houden. Het actuele gebruik van de respondenten is (met uitzondering van de<br />

sterk verstedelijkte gebieden) licht afgenomen. In die verstedelijkte gebieden is de toename slechts<br />

fractioneel te noemen. Het recente gebruik in 2007 is over de gehele linie vrijwel gelijk aan dat van<br />

2005.<br />

5.3. Samenvatting en Conclusies enquête coffeeshopbeleid


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 19<br />

Er is een schriftelijke enquête gehouden onder omwonenden van de coffeeshop. Voor een goed beeld<br />

van de beleving rond de coffeeshop in de directe omgeving strekte het enquêteringsgebied zich uit tot<br />

en met de Industriehaven, de Oostkade, de Westkade, de Westzanddijk, de Opzoomerlaan en de<br />

Molenstraat. Tenslotte is een enquête ook onder een deel van de medewerkers van de <strong>gemeente</strong><br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> verspreid. Alle reacties worden hier samengevat. Het hele onderzoek is weergegeven in<br />

<strong>bij</strong>lage twee van deze <strong>evaluatie</strong>.<br />

Cijfers<br />

Op hoofdlijnen worden hier alle gegevens van de enquête samengevoegd in een totaalresultaat en<br />

worden algemene conclusies geformuleerd.<br />

Aantallen Adressen //<br />

Medewerkers<br />

Respondenten<br />

Absoluut 462 83<br />

Percentage 100 18,0<br />

Tabel 5.1: aantal respondenten<br />

Aantallen Positief Negatief Totaal<br />

Absoluut 43 40 83<br />

Percentage 51,8 48,2 100<br />

Tabel 5.2: reactie op locatie van coffeeshop<br />

Aantallen Geen Wel Indirect * Totaal<br />

Absoluut 37 31 15 83<br />

Percentage 44,6 37,3 18,1 100<br />

Tabel 5.3: reactie op ervaring van overlast van coffeeshop<br />

* Indirect wordt de overlast ervaren door <strong>bij</strong>voorbeeld afval, het roken en slechte uitstraling.<br />

Aantallen Positief Negatief Geen mening Totaal<br />

Absoluut 24 50 9 83<br />

Percentage 28,9 60,3 10,8 100<br />

Tabel 5.4: reactie op invloed van coffeeshop op leefomgeving<br />

Eindconclusies<br />

In het totaaloverzicht wordt zichtbaar dat een ruime meerderheid van de respondenten vindt dat de<br />

coffeeshop een negatieve uitstraling op de leefomgeving heeft. Met name de bewoners van de<br />

Kerkstraat uitten deze reactie (80 %).<br />

Voorts zijn de reacties van de verschillende respondenten omtrent de locatie van de coffeeshop<br />

nagenoeg gelijkmatig (positief en negatief) verdeeld. Ook de mate van wel of geen overlast is redelijk<br />

gelijkmatig verdeeld. Ruim 60 % van alle respondenten ervaart de effecten van de coffeeshop op de<br />

leefomgeving als negatief. Slechts een kleine 30 % ervaart positieve invloed van de coffeeshop in de<br />

omgeving.<br />

Het komt er globaal op neer dat men zelf niet direct veel overlast ervaart van de coffeeshop. Het zijn<br />

doorgaans de neveneffecten (verkeersoverlast, geluidsoverlast, onveilig gevoel, afval, etc.) waar men<br />

hinder van ondervindt. Uit de raadpleging komt de wens naar voren de coffeeshop binnen de <strong>gemeente</strong><br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> te handhaven, maar om te zien naar een alternatieve locatie. Die suggestie wordt in de<br />

respons vaak gerelateerd aan het toeristische en historische karakter van de Vesting en de Kerkstraat.<br />

En ook aan de combinatie van alcohol en drugs in het uitgaanscentrum<br />

De vraag over het wel of niet hebben van een coffeeshop binnen een <strong>gemeente</strong> is feitelijk een andere,<br />

mogelijk landelijke discussie. Respondenten geven aan dat het coffeeshopbeleid de drempel voor de<br />

jeugd zou verlagen, men zou jonger beginnen met softdrugs. Anderzijds kan men wel via een legale en


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 20<br />

veilige manier aan softdrugs komen, waardoor een gedeelte van het aanbieden (dealen) van softdrugs<br />

uit de illegaliteit verdwijnt. De landelijke trend is dat veel steden hun coffeeshop buiten de kern, aan de<br />

rand van de stad, plaatsen, zodat de overlast voor de directe omgeving wordt verminderd.<br />

Uit de reacties komt naar voren dat de respondenten het zinvol achten dat de <strong>gemeente</strong> een onderzoek<br />

naar een andere locatie binnen de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> zou doen. Tevens willen de respondenten<br />

graag op de hoogte worden gehouden over de voortgang van het drugs- (coffeeshop)beleid.


6. DRUGSBELEID EN DE OPENBARE gezondheidszorg<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 21<br />

6.1. Lokaal Gezondheidsbeleid<br />

De <strong>gemeente</strong> heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de ontwikkeling en uitvoering van<br />

lokaal gezondheidsbeleid. De GGD ondersteunt de <strong>gemeente</strong> <strong>bij</strong> die ontwikkeling en uitvoering van<br />

gezondheidsbeleid: van het leveren van (epidemiologische) gegevens, de ondersteuning <strong>bij</strong> het proces<br />

van beleidsvorming tot de beleidsuitvoering en de <strong>evaluatie</strong>.<br />

Het lokale gezondheidsbeleid onderscheidt drie deelterreinen:<br />

1. preventiebeleid;<br />

2. integraal gezondheidsbeleid;<br />

3. zorg.<br />

Bij de invulling van het lokale beleid laat de <strong>gemeente</strong> zich leiden door vierjaarlijkse preventienota’s van<br />

het Rijk. In deze preventienota’s worden urgente thema’s geformuleerd op basis waarvan (extra) beleid<br />

wordt ingezet.<br />

De in de Rijkspreventienota ‘Kiezen voor gezond leven’ omschreven ambities zijn:<br />

1. Het percentage rokers verminderen tot 20% 2 .<br />

2. Gezond leven is lekker bewegen en genieten van gezond eten.<br />

3. Tijdig signaleren van diabetes, integratie van preventie en zorg en gezond leven.<br />

4. Vergroten bereik van depressiepreventie.<br />

De verslavingszorg en de verslavingspreventie richten zich zowel landelijk als lokaal momenteel<br />

duidelijk intensiever op alcoholmisbruik (onder jeugdigen) zowel vanwege de effecten op de gezondheid<br />

van gebruikers als vanwege de relatie met de openbare orde en veiligheid. Ook het roken onder de<br />

jeugd krijgt veel aandacht. Er wordt minder ingezet op het (voorkomen van) softdrugsgebruik en de<br />

begeleiding van verslaving aan harddrugs.<br />

6.2. Softdrugs niet zo ‘onschuldig’<br />

Recent wetenschappelijk onderzoek geeft aanleiding om het (vroegtijdige) softdrugsgebruik in een<br />

kritisch daglicht te bezien. De ‘joint’ als ‘onschuldig rokertje’ blijkt één van de oorzaken van psychosen<br />

onder jonge mensen. En cannabisgebruik verhoogt het risico op psychose op de lange termijn. De<br />

effecten zijn niet voor iedereen gelijk. Onderzoek aan de Universiteit Maastricht heeft in 2006<br />

aangetoond welk gen (en specifiek welke variant hiervan), maakt dat mensen psychotisch worden na<br />

het roken van cannabis. De resultaten verklaren de individuele verschillen in reactie op cannabisgebruik<br />

in de algemene bevolking en tonen aan dat cannabis waarschijnlijk een causale rol speelt in het<br />

ontstaan van psychose.<br />

Het wetenschappelijk onderzoek onder cannabisgebruikers, met en zonder schizofrenie, is in<br />

september 2006 gepubliceerd in het internationale tijdschrift Neuropsychopharmacology. Het onderzoek<br />

is uitgevoerd door drs. Cécile Henquet en prof. dr. Jim van Os (Faculteit der Geneeskunde,<br />

Capaciteitsgroep Psychiatrie en Neuropsychologie), dr. Johannes Ramaekers (Faculteit der<br />

Psychologie) in samenwerking met dr. Araceli Rosa en prof. dr. Fananás van de Universiteit van<br />

Barcelona. De bevindingen bieden nieuwe inzichten in de onderliggende oorzaken van schizofrenie en<br />

de rol van cannabis daarin. Uit eerder onderzoek uitgevoerd door de Universiteit Maastricht (UM) is al<br />

gebleken dat cannabis psychose kan veroorzaken en dat dit met name het geval is <strong>bij</strong> mensen met een<br />

familiaire kwetsbaarheid voor psychose. Welke specifieke genen hierin een rol spelen was toen nog<br />

onduidelijk. Nader onderzoek toont inmiddels aan dat mensen met het Val/Val-genotype van het<br />

COMT-gen (ongeveer een kwart van de bevolking), significant meer geheugenstoornissen na<br />

cannabisblootstelling vertonen én vooral meer psychotische symptomen (hallucinaties en wanen)<br />

wanneer ze onder invloed van cannabis zijn. Dit geldt zowel voor mensen met schizofrenie als voor hen<br />

die nog nooit psychotisch zijn geweest.<br />

2 In 2004 en 2005 rookte 28% van de Nederlandse bevolking.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 22<br />

6.3. Nederwiet steeds sterker<br />

Nederwiet, zoals het in Nederland verhandelde cannabisproduct wordt genoemd, bevat een steeds<br />

hoger percentage aan werkzame stoffen. Dat percentage steeg in vier jaar van 8,6 procent tot 15,2<br />

procent in 2002. In 2008 was dit percentage al gestegen tot meer dan 20 procent. Door veredeling <strong>bij</strong><br />

de teelt en toename van binnenteelt bevat nederwiet een steeds hoger percentage THC<br />

(tetrahydrocannabinol). Het stijgende percentage aan werkzame stoffen blijkt uit rapportages van het<br />

Trimbos-instituut. Sinds 1999 wordt de sterkte gemeten van in coffeeshops gekochte cannabis. De<br />

toename van de werkzame stof wordt zorgelijk gevonden. Een kritische grens lijkt te zijn gepasseerd.<br />

Wetenschappers spreken <strong>bij</strong> nederwiet inmiddels dan ook niet langer over een ‘softdrug’ maar een<br />

‘harddrug’.<br />

Volgens de Rijksoverheid is het stijgende percentage aan werkzame stoffen reden om meer aandacht<br />

te besteden aan de ontmoediging van cannabisgebruik. De overheid ziet de steeds sterkere nederwiet<br />

als een ongewenste ontwikkeling. Zorgelijk is dat onervaren gebruikers onverwacht heftige effecten<br />

kunnen ervaren. Dit kan leiden tot angst- en paniekaanvallen en de eerder genoemde psychosen. In de<br />

zogeheten Cannabisbrief van april 2004 overwoog de Rijksoverheid om nederwiet op de lijst van<br />

verboden middelen te plaatsen.<br />

6.4. Jongeren extra kwetsbaar<br />

Onderzoekers van de Universiteit Maastricht publiceerden al in 2004 bevindingen van een eerder<br />

onderzoek onder jongeren van 14 tot 24 jaar in de British Medical Journal. Ook Duitse en Griekse<br />

universiteiten hebben aan deze studie meegewerkt. In het onderzoek zijn de jongeren ondervraagd<br />

over drugsgebruik en psychische klachten. De leeftijdsgrens van 16 jaar lijkt daar<strong>bij</strong> kritiek te zijn.<br />

Jongeren die voor hun zestiende beginnen met het gebruik van cannabis hebben een groter risico op<br />

psychose dan zij die op latere leeftijd gaan gebruiken. Ook jongeren die eerder psychose-achtige<br />

ervaringen hebben gehad, hebben een vier keer zo hoge kans op een psychose na cannabisgebruik.<br />

De psychosen doen zich ook steeds vroeger in het jonge leven voor.<br />

6.5. OGGZ, Verslavingspreventie<br />

in het kader van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg vinden er al tal van preventieactiviteiten<br />

plaats. Het Netwerk Verslavingspreventie VPR ontvangt middelen van de centrum<strong>gemeente</strong><br />

Spijkenisse. Een deel van de activiteiten op het gebied van verslavingspreventie is in handen gelegd<br />

van de GGD ZHE, De Hoop en Bouman GGZ.<br />

Een actueel beleidsmatig kader ontbreekt hiervoor nog. In 2009/2010 zal een ‘Plan van Aanpak<br />

Verslavingspreventie’ worden opgesteld, waarin naar alle problematische vormen van middelengebruik<br />

zal worden gekeken. Het betreft hier: alcohol, tabak, cannabis en harddrugs (waaronder ook party<br />

drugs). De inzet van de activiteiten wordt over verschillende domeinen verdeeld; gezin, school, vrije tijd,<br />

uitgaan, sport, informatievoorziening, signalering en verwijzing. Per domein zal een meerjarenplanning<br />

worden opgesteld.<br />

6.6. ‘Genoeg genoten’<br />

In het tweede kwartaal van 2009 verscheen het Rapport ‘Genoeg Genoten’ van de GGD Zuid-<br />

Hollandse Eilanden.<br />

In opdracht van de centrum<strong>gemeente</strong> Spijkenisse is, in het kader van de regionale visie OGGZ+,<br />

onderzoek gedaan naar het genotmiddelengebruik onder jongeren en de maatschappelijke schade. Dit<br />

onderzoek is het vervolg op het eerder verschenen ‘Genieten met mate(n)’, waarin<br />

genotmiddelengebruik onder jongeren op de Zuid-Hollandse eilanden in kaart werd gebracht.<br />

Het rapport geeft actuele informatie over de omvang, trends en negatieve effecten als hersenschade en<br />

vernielingen die het gevolg zijn van overmatig genotmiddelengebruik door jongeren op de Zuid-<br />

Hollandse eilanden. Hiertoe behoren de <strong>gemeente</strong>n Bernisse, Binnenmaas, Brielle, Cromstrijen,<br />

Dirksland, Goedereede, <strong>Hellevoetsluis</strong>, Korendijk, Middelharnis, Oostflakkee, Oud-Beijerland,<br />

Rozenburg, Spijkenisse, Strijen en Westvoorne.<br />

In deze <strong>evaluatie</strong> wordt het cijfermateriaal uit het rapport overgenomen voor zover dat betrekking heeft<br />

op cannabisgebruik in de regio.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 23<br />

6.7. Drugsgebruik in de regio<br />

In het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs zegt 3% van de leerlingen in de afgelopen vier<br />

weken cannabis te hebben gebruikt. In het vierde leerjaar is dit gestegen tot 15% van de leerlingen.<br />

De volgende grafiek laat het percentage leerlingen zien naar leeftijd dat in de laatste vier weken<br />

cannabis heeft gebruikt. Jongens geven vaker aan cannabis te hebben gebruikt dan meisjes,<br />

respectievelijk 11% en 7%. Hoe lager het opleidingsniveau, hoe meer leerlingen cannabis gebruiken.<br />

De percentages XTC en harddrugsgebruik liggen veel lager, respectievelijk 1.6% en 1.5% van de<br />

leerlingen zegt dit de afgelopen vier weken te hebben gebruikt. 4% van de leerlingen heeft de afgelopen<br />

vier weken onder invloed van alcohol of drugs in de klas gezeten.<br />

Grafiek: Percentage leerlingen dat zegt in de afgelopen vier weken cannabis te hebben gebruikt, naar leeftijd en<br />

geslacht, leerlingen 2e en 4e leerjaar VO, ZHE.<br />

% 25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

jongens<br />

meisjes<br />

5<br />

2<br />

3<br />

13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar<br />

Grafiek: Percentage leerlingen dat zegt in de afgelopen vier weken cannabis te hebben gebruikt, naar<br />

opleidingsniveau, leerlingen 2e en 4e leerjaar VO, ZHE.<br />

vw o<br />

havo<br />

vmbo<br />

9<br />

8<br />

0 2 4 6 8 10 12<br />

18<br />

11<br />

23<br />

13<br />

cannabisgebruik<br />

in de afgelopen<br />

vier w eken<br />

6.8. Trends in drugsgebruik<br />

In de afgelopen jaren is er in de regio Zuid-Hollandse eilanden een dalende trend te zien in het<br />

percentage leerlingen dat cannabis gebruikt. In XTC gebruik is eerder een daling te zien geweest, maar<br />

deze daling is nu, net als harddrugs gestabiliseerd (zie grafiek volgende pagina).


Grafiek: Trends in drugsgebruik (afgelopen vier weken), leerlingen 2e en 4e leerjaar, ZHE.<br />

%<br />

14<br />

12<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

2<br />

0<br />

14<br />

cannabis<br />

XTC<br />

harddrugs<br />

13<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 24<br />

2000-2001 2002-2003 2004-2005 2006-2007<br />

De onderstaande tabel laat per eiland en <strong>gemeente</strong> de trend van recent cannabisgebruik zien. Hieruit<br />

komt naar voren dat de <strong>gemeente</strong>n Strijen en Oostflakkee relatief de hoogste percentages<br />

cannabisgebruikers hebben. In voorgaande jaren was het gebruik in deze <strong>gemeente</strong> ook hoog te<br />

noemen. Brielle kende in het verleden het hoogste percentage cannabisgebruikers, maar dit is<br />

geleidelijk aan gedaald van het 23% naar 11%. Ook in <strong>Hellevoetsluis</strong> is deze trendmatige daling<br />

zichtbaar.<br />

Tabel 5.1: Trend in percentage recent cannabisgebruik (afgelopen vier weken) leerlingen 2e en 4e leerjaar, per<br />

<strong>gemeente</strong>n ZHE.<br />

2000-2002 2002-2004 2004-2006 2006-2008<br />

Spijkenisse 13 10 9 7<br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> 15 16 13 10<br />

Brielle 23 18 14 11<br />

Rozenburg 11 15 10 7<br />

Westvoorne 13 13 13 7<br />

Bernisse 14 14 11 6<br />

Oud-Beijerland 12 13 13 10<br />

Binnenmaas 13 6 8 7<br />

Cromstrijen 13 15 8 9<br />

Korendijk 11 11 8 11<br />

Strijen 18 12 20 16<br />

Middelharnis 10 11 11 10<br />

Goedereede 15 15 10 5<br />

Oostflakkee 11 9 10 13<br />

Dirksland 8 15 6 6<br />

VPR 14 13 11 8<br />

HW 13 11 11 10<br />

GO 11 12 10 9<br />

ZHE 14 13 11 9<br />

6.9. Vergelijking met Nederland<br />

Uit het landelijke Peilstationsonderzoek scholieren van het Trimbos instituut komen vergelijkbare<br />

prevalentiecijfers en trends van cannabis naar voren. Van de Nederlandse jongeren op het voortgezet<br />

onderwijs (12-18 jaar) gebruikte 8% in de afgelopen maand cannabis, waar<strong>bij</strong> er een verschil te zien is<br />

tussen jongens (10%) en meisjes (6%). Op de Zuid-Hollandse eilanden gebruikte 9% van de leerlingen<br />

(13-17 jaar) cannabis in de laatste maand. Ook het verschil in gebruik tussen jongens (11%) en meisjes<br />

(7%) op de Zuid-Hollandse eilanden ligt in lijn met de Nederlandse jongens (10%) en meisjes (6%).<br />

11<br />

9


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 25<br />

Ondanks dat Nederlandse gegevens geen verschil in opleidingsniveau laten zien in het aantal<br />

leerlingen dat cannabis gebruikt, is regionaal wel een duidelijk verschil zichtbaar voor opleidingsniveau.<br />

Op de Zuid-Hollandse eilanden wordt voornamelijk door VMBO-leerlingen cannabis gebruikt, gevolgd<br />

door HAVO-leerlingen.


7. Conclusies en aanbevelingen<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 26<br />

De conclusies en aanbevelingen in deze <strong>evaluatie</strong> richten zich op de twee belangrijkste onderdelen<br />

ervan:<br />

1. het coffeeshopbeleid van de <strong>gemeente</strong>;<br />

2. het <strong>drugsbeleid</strong> van de <strong>gemeente</strong>.<br />

7.1. Coffeeshopbeleid<br />

Actuele inzichten van ondermeer de Rijksoverheid, maar ook de ervaringsuitwisseling van<br />

burgemeesters onderling én de wetenschappelijke inzichten van de laatste tijd geven aanleiding uiterst<br />

kritisch en prudent om te gaan met cannabisgebruik in lokale coffeeshops.<br />

Hoewel de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> het cannabisgebruik in het algemeen allerminst vanzelfsprekend<br />

vindt en hoewel de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> zeer beducht blijft op de negatieve gevolgen van<br />

cannabisgebruik voor (vooral) jonge mensen, concluderen we dat het tot dusver gevoerde<br />

coffeeshopbeleid naar omstandigheden functioneert binnen de wettelijke kaders en met min of meer<br />

aanvaardbare overlastverschijnselen.<br />

Er is tot op zekere hoogte al enige jaren sprake van een beheersbare situatie. Uitwassen in het dealen<br />

van drugs worden ternauwernood gemeld. Er is een constructief contact met de uitbater van de<br />

coffeeshop in de Kerkstraat en deze laatste voert op verantwoorde wijze zijn winkel.<br />

De locatie in de Kerkstraat en de ontwikkeling van een nieuwe visie op het historische karakter van de<br />

vesting geven wel aanleiding de locatie van de coffeeshop te heroverwegen. De huidige onvrede met<br />

de locatie van de coffeeshop (zoals naar voren komt uit het omgevingsonderzoek) is aanleiding te<br />

onderzoeken of er geen geschiktere locatie binnen de <strong>gemeente</strong>grenzen denkbaar is. Wanneer de op<br />

naam gestelde vergunning niet wordt gecontinueerd, kan de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> bezien of een<br />

coffeeshop in de stad nog langer wenselijk is en waar deze in dat geval het beste kan worden<br />

gesitueerd.<br />

7.2. Nadelen en neveneffecten<br />

Het blijft ongewenst dat de huidige coffeeshop gesitueerd is in en na<strong>bij</strong> horecagelegenheden waar<br />

alcohol wordt geschonken. De verkrijgbaarheid van beide middelen zo dicht opeen vormt een<br />

risicofactor waarvan de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> zich terdege bewust is.<br />

Bovendien worden vraagtekens geplaatst <strong>bij</strong> het imago van het uitgaanscentrum in de Vesting. In het<br />

licht van de algehele upgrading van de Vesting als toeristisch-recreatief centrum is de huidige<br />

horeacaformule én de aanwezigheid van de coffeeshop geen combinatie die de schoonheidsprijs<br />

verdient. Ook direct omwonenden wijzen hierop in de enquête. In de visie-ontwikkeling rondom het<br />

uitgaanscentrum in de Vesting dienen de hier gestelde vraagtekens uitdrukkelijk te worden<br />

meegenomen.<br />

In het Kleine Kerkje is (tijdelijk) het Albeda College actief. De richtlijn dat een coffeeshop niet dient te<br />

worden gesitueerd binnen een loopafstand van 200/250 meter van scholen, buurthuizen en specifieke<br />

woonwijken, wordt formeel geen geweld aangedaan. De loopafstand van de coffeeshop tot het Kleine<br />

Kerkje bedraagt 330 meter. Wel zal worden bezien of de activiteiten van het Albeda College niet veel<br />

beter elders gesitueerd kunnen worden.<br />

Het gebruik van cannabisproducten in het openbaar is <strong>bij</strong> wet niet verboden. Wel kan een <strong>gemeente</strong> in<br />

de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) dat gebruik verbieden. De <strong>gemeente</strong> kent een dergelijk<br />

artikel in de APV.<br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> kent niet de dringende ‘grensproblematiek’ waarmee enkele <strong>gemeente</strong>n in Nederland<br />

kampen. Overwegingen zoals het verhuizen van de coffeeshop naar de dunbevolkte <strong>gemeente</strong>grenzen<br />

zijn dan ook van andere aard. De op naam gestelde vergunning maakt het bovendien niet eenvoudig de<br />

coffeeshop in de Kerkstraat op korte termijn naar elders te verplaatsen. Ook zijn geschikte alternatieve<br />

locaties niet zomaar voorhanden.<br />

De <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> stelt zich evenwel op het standpunt dat in het kader van de visieontwikkeling<br />

rond het historische karakter van de vesting onderzoek naar een alternatieve locatie<br />

binnen de <strong>gemeente</strong> gewenst is.<br />

Mocht de huidige vergunninghouder een alternatieve locatie willen overwegen, dan zal er actief zal<br />

worden meegewerkt aan een betere en maatschappelijk meer aanvaarde situering van de coffeeshop.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 27<br />

En wanneer de op naam gestelde vergunning niet wordt gecontinueerd, dan wil de <strong>gemeente</strong><br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> bezien waar een coffeeshop in dat geval het beste kan worden gesitueerd.<br />

Alles afwegende lijkt op dit moment de locatie aan de Kerkstraat vooralsnog de meest hanteerbare plek<br />

voor een coffeeshop.<br />

7.3. Aanbevelingen<br />

1. Het coffeeshopbeleid zoals het functioneert vooralsnog continueren;<br />

2. In nauw overleg met de uitbater van de coffeeshop aandringen op nog striktere beheersbaarheid<br />

van het ‘gebruik in de openbare ruimte’ en het actief bevorderen van het ‘gebruik in de speciale<br />

rookruimte’;<br />

3. In nauw overleg met de direct betrokkenen (waaronder de Werkgroep Kerkstraat en het Wijkbeheer)<br />

de geconstateerde overlastverschijnselen in het uitgaansgebied aanpakken;<br />

4. De brede kwaliteitsslag in de gebiedsontwikkeling, waarvan een visie in voorbereiding is <strong>bij</strong> de<br />

afdeling Bouwen, Ruimte en Milieu, ook uit te strekken tot de gebieden rondom het uitgaansgebied,<br />

zoals het <strong>gemeente</strong>huis en de parkeerplaats aldaar, de parkeerplaats <strong>bij</strong> Fort Haerlem en de<br />

Opzoomerlaan);<br />

5. In het kader van punt 4 nader onderzoek (laten) doen naar een maatschappelijk meer aanvaardbare<br />

locatie voor een coffeeshop binnen de <strong>gemeente</strong>;<br />

6. Een concrete gelegenheid voor het verplaatsen van de coffeeshop naar een minder discutabele<br />

omgeving binnen de <strong>gemeente</strong>grenzen actief aangrijpen.<br />

7.4. Lokaal Drugsbeleid<br />

Van een uitgesproken lokaal <strong>drugsbeleid</strong> gericht op cannabisgebruik is in <strong>Hellevoetsluis</strong> niet echt<br />

sprake. We waren ‘volgend’ en richtten ons op beleid dat door centrum<strong>gemeente</strong> Spijkenisse werd<br />

geïnitieerd. Bovendien richtten we ons recent met meer aandacht op het terugdringen van<br />

alcoholmisbruik onder jeugdigen. Een en ander in relatie tot algemene verbeteringen van het toezicht<br />

op en de beheersbaarheid van het uitgaansleven in de Kerkstraat en de Vesting.<br />

Daarin komt verandering nu de centrum<strong>gemeente</strong> zich als gevolg van rijksbezuinigingen ‘terugtrekt’ op<br />

de kerntaken. Vanaf 2009 komen de lokale beleidstaken terug naar de <strong>gemeente</strong>n in de regio.<br />

Voor 2009/2010 wordt gewerkt aan een ‘Plan van Aanpak Verslavingspreventie’ waarin alle<br />

problematische vormen van middelengebruik worden bezien. Het gaat om alcohol, tabak, cannabis en<br />

harddrugs (waaronder ook party drugs). De voorstellen uit de plan van aanpak zullen resulteren in een<br />

meer uitgewerkt <strong>drugsbeleid</strong> in <strong>Hellevoetsluis</strong>. Daarmee wordt de inmiddels tien jaar oude nota<br />

Drugsbeleid geactualiseerd In die nieuwe drugsnota dient een duidelijk beeld te worden geschetst van<br />

de laatste wetenschappelijke inzichten rondom de schadelijkheid van en de gezondheidsrisico’s <strong>bij</strong><br />

genotmiddelen die nu nog tot de zogeheten ‘softdrugs’ worden gerekend.<br />

7.5. Aanbevelingen<br />

1. Continueren van het beleid rond alcoholmatiging <strong>bij</strong> de jeugd en het blijvend bevorderen van<br />

toezicht en beheersbaarheid van het uitgaansleven in de Vesting.<br />

2. Uitwerken van een ‘Plan van Aanpak Verslavingspreventie’, uitmondend in een<br />

uitvoeringsprogramma verslavingszorg.


8. BIJLAGE 1: LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN<br />

Afkorting Staat voor:<br />

AHOJG Geen affichering (a), geen harddrugs (h), geen overlast (o), geen<br />

verkoop aan jeugdigen (j), geen verkoop van grote hoeveelheden per<br />

transactie (g)<br />

GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst<br />

GGZ Geestelijke gezondheidszorg<br />

JGZ Jeugd Gezondheidszorg<br />

OGGZ Openbare Geestelijke Gezondheidszorg<br />

OM Openbaar Ministerie<br />

THC Tetrahyydrocannabinol<br />

VPR Voorne-Putten en Rozenburg<br />

VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

WCPV Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid<br />

WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning<br />

VN Verenigde Naties<br />

ZHE Zuid-Hollandse Eilanden<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 28


9. BIJLAGE 2: ENQUÊTE COFFEESHOP HELLEVOETSLUIS<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 29<br />

9.1. Inleiding<br />

Om het <strong>drugsbeleid</strong> goed te kunnen evalueren is een schriftelijke enquête <strong>bij</strong> omwonenden van de<br />

coffeeshop uitgezet. Het beleid omtrent de coffeeshop is een onderdeel van het totale <strong>drugsbeleid</strong> van<br />

de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong>. Voor een goed beeld van de beleving rond de coffeeshop in de directe<br />

omgeving strekte het enquêteringsgebied zich uit tot en met de Industriehaven, de Oostkade, de<br />

Westkade, de Westzanddijk, de Opzoomerlaan en de Molenstraat. Tenslotte is een enquête ook onder<br />

de medewerkers van de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> verspreid. De reacties worden in deze <strong>bij</strong>lage<br />

samengevat.<br />

9.2. Drie gebieden<br />

De resultaten zijn weergegeven in een verdeling van de drie gebieden die zijn aangeschreven. Deze<br />

onderverdeling is gemaakt om te achterhalen of verschillende respondenten op een andere wijze tegen<br />

de coffeeshop en de gevolgen daarvan aankijken. Tenslotte is een overzicht gegeven van het totale<br />

resultaat, waaruit tevens een eindconclusies getrokken zijn die kunnen dienen voor een vervolg <strong>bij</strong> het<br />

actualiseren van <strong>drugsbeleid</strong> in <strong>Hellevoetsluis</strong>.<br />

9.3. Resultaten en reacties bewoners Kerkstraat<br />

Cijfers<br />

Bij de 32 adressen waaraan de enquête is toegezonden, zijn 16 ondernemers en 16 particulier<br />

bewoonde adressen. Aanvankelijk zijn er 33 enquêtes verzonden. Één adres bleek onbewoond en is<br />

derhalve niet meegenomen in de resultaten.<br />

Aantallen Adressen Respondenten<br />

Absoluut 32 15<br />

Percentage 100 46,9<br />

Tabel 2.1: aantal respondenten<br />

Onderstaande tabellen geven in een oogopslag de reacties van de respondenten weer. Vervolgens<br />

worden de reacties van de omwonenden uitgebreid weergegeven.<br />

Aantallen Positief Negatief Totaal<br />

Absoluut 7 8 15<br />

Percentage 46,6 53,4 100<br />

Tabel 2.2: reactie op locatie van coffeeshop<br />

Aantallen Geen Wel Indirect * Totaal<br />

Absoluut 7 6 2 15<br />

Percentage 46,6 40,0 13,4 100<br />

Tabel 2.3: reactie op ervaring van overlast van coffeeshop<br />

* Indirect wordt de overlast ervaren door <strong>bij</strong>voorbeeld afval, het roken en slechte uitstraling.<br />

Aantallen Positief Negatief Geen mening Totaal<br />

Absoluut 3 12 0 15<br />

Percentage 20,0 80,0 0,0 100<br />

Tabel 2.4: reactie op invloed van coffeeshop op leefomgeving<br />

Locatie coffeeshop<br />

Positief<br />

De reacties omtrent de ervaringen van de bewoners en ondernemers rond de locatie van de coffeeshop<br />

zijn divers. Een aantal ervaart de locatie als goed en als passend in de Kerkstraat.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 30<br />

‘Prima locatie. Je ziet van de buitenkant niet dat er een shop is’<br />

Een aantal respondenten vindt de locatie juist goed, het past in het ‘uitgaansgebied’ van <strong>Hellevoetsluis</strong>,<br />

samen met de tattoosshop in één straat.<br />

Negatief<br />

Toch overheersen de negatieve reacties. Een aantal vindt de coffeeshop niet passen in een (historisch)<br />

toeristische locatie. Als de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> meer toerisme wil aantrekken, zou de <strong>gemeente</strong><br />

meer met de locatie van de coffeeshop moeten gaan doen.<br />

‘Het past niet in het historische karakter van de Vesting’<br />

Veel respondenten melden dat ze de coffeeshop graag ergens anders gevestigd zien. Ofschoon een<br />

aantal de locatie wel ‘aardig goed’ vindt, wordt er toch in de respons aan de <strong>gemeente</strong> gevraagd om te<br />

kijken of de coffeeshop niet naar elders verplaatst kan worden. Daar<strong>bij</strong> wordt ook aangegeven het<br />

voorbeeld van andere <strong>gemeente</strong>n in Nederland te volgen en de coffeeshop buiten de kern te plaatsen.<br />

Overlast van coffeeshop<br />

Geen overlast<br />

Een aantal is van mening dat niet alle overlast te wijten is aan de coffeeshop. Het zijn ook voornamelijk<br />

jongeren die voor de ingang hangen op het pleintje en geen bezoeker of ‘klant’ zijn. Tevens wordt er<br />

aangegeven dat het soort publiek dat naar de coffeeshop gaat, rustig van aard is, er wat haalt en<br />

daarna vertrekt. In het weekend wil er nog wel eens wat extra overlast zijn, maar dat komt dan ook van<br />

andere horecagelegenheden.<br />

Wel of indirect overlast<br />

Een aantal respondenten meldt dat de gebruikers 3 niet altijd gebruikmaken van de mogelijkheid om in<br />

de coffeeshop zelf te roken. Het roken gebeurt veelal ook in de <strong>gemeente</strong>tuin (‘parkje’), wat voor<br />

toeristen en bezoekers niet prettig is. Mede als gevolg daarvan, is er veel afval op straat en in het<br />

parkje. Ook wordt er in een respons geschreven dat de coffeeshop dealers aantrekt.<br />

‘Toeristen krijgen geen warm welkom als ze via de parkeerplaats naar de Kerkstraat lopen langs<br />

die jongeren’<br />

‘Onze toeristen gaan naar andere mooie vestingsteden met mooie schone veilige terrassen’<br />

Veel reacties zijn er ook met betrekking tot overlast van fietsers, scooters en brommers. Volgens de<br />

respondenten wordt er te hard gereden in de Kerkstraat, ook al is dat niet toegestaan en worden fietsen<br />

doorgaans niet goed rechtop of in de daarvoor behorende rekken neergezet.<br />

Andere vormen van overlast uiten zich in het luidruchtig verblijven in de <strong>gemeente</strong>tuin en voor de<br />

ingang van de coffeeshop. Een <strong>bij</strong>komend effect daarvan is de rommel die door groepjes hangende<br />

jongeren wordt achtergelaten. Vooral met mooi weer wordt hier veel overlast van ondervonden.<br />

‘Bezoekers rijden als idioten met hun brommertjes door de Kerkstraat’<br />

‘Met name het verkeer van en naar de coffeeshop zorgt voor overlast. Zeker de scooters’<br />

Effecten op de leefomgeving<br />

Positief<br />

Niet alle respondenten zeggen last te hebben van ‘gebruikers’. Een aantal geeft aan dat de coffeeshop<br />

juist de mogelijkheid biedt om, zonder voor overlast van andere mensen in de openbare ruimte te<br />

zorgen, softdrugs te gebruiken. Op deze manier wordt ook voorkomen dat er in het openbaar ‘gebruikt’<br />

wordt. Een respondent meldt geen overlast van gebruikers te ervaren, maar meer van andere horeca<br />

en bedrijven.<br />

‘Voor<strong>bij</strong>gangers denken dan: zie je wel, dat komt allemaal door de coffeeshop’<br />

Hoewel de toon in de reacties voornamelijk negatief is, worden door respondenten ook positieve<br />

antwoorden gegeven. Zo wordt er gemeld dat de ‘blowers’ een gelegenheid hebben om ergens binnen<br />

te roken en niet op straat hangen.<br />

3 Onder gebruikers wordt verstaan: bezoekers van de coffeeshop


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 31<br />

Negatief<br />

Hoewel dat door een ander weer verworpen wordt, omdat ‘alcohol en drugs’ niet samengaan. Er wordt<br />

ook een opmerking gemaakt, dat het niet terecht is dat de meeste overlast door de coffeeshop<br />

veroorzaakt wordt.<br />

Overige opmerkingen<br />

Een suggestie wordt gegeven om de Kerkstraat op een bepaald tijdstip fysiek af te sluiten voor al het<br />

verkeer. Bijvoorbeeld van 10.00 uur tot 23.00 uur. Op deze manier wordt voorkomen dat er in de<br />

Kerkstraat hard gereden wordt.<br />

Conclusie<br />

Hoewel de respondenten redelijk gelijkmatig verdeeld zijn in hun reactie over de locatie van de<br />

coffeeshop blijkt toch dat 80 % van de bewoners van de Kerkstraat de coffeeshop een negatieve<br />

invloed op de leefomgeving vindt hebben.<br />

De directe en indirecte overlast uit zich in blowers op straat, afval rondom de Kerkstraat en de<br />

parkeerplaats, onveilig gevoel, past niet in het historisch-toeristisch karakter van de Vesting en verkeer<br />

wat de Vesting in en uit ‘scheurt’.<br />

9.4. Resultaten en reacties bewoners Industriehaven, Oostkade, Westkade,<br />

Westzanddijk, Opzoomerlaan en Molenstraat.<br />

Cijfers<br />

Dit deel onderzoekt de reacties van bewoners die vlak<strong>bij</strong> of grenzend aan parkeerplaatsen wonen of<br />

aan de aanrijroute naar de coffeeshop wonen. Ook deze doelgroep heeft indirect te maken met het<br />

coffeeshopbeleid van de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong>.<br />

Aantallen Adressen Respondenten<br />

Absoluut 208 48<br />

Percentage 100 23,1<br />

Tabel 3.1: aantal respondenten<br />

Onderstaande tabellen geven in een oogopslag de reacties van de respondenten weer. Vervolgens<br />

worden de reacties van de omwonenden uitgebreid weergegeven.<br />

Aantallen Positief Negatief Totaal<br />

Absoluut 25 23 48<br />

Percentage 52,1 47,9 100<br />

Tabel 3.2: reactie op locatie van coffeeshop<br />

Aantallen Geen Wel Indirect * Totaal<br />

Absoluut 27 14 7 48<br />

Percentage 56,2 29,2 14,6 100<br />

Tabel 3.3: reactie op ervaring van overlast van coffeeshop<br />

* Indirect wordt de overlast ervaren door <strong>bij</strong>voorbeeld afval, het roken en slechte uitstraling.<br />

Aantallen Positief Negatief Geen mening Totaal<br />

Absoluut 16 24 8 48<br />

Percentage 33,3 50,0 16,7 100<br />

Tabel 3.4: reactie op invloed van coffeeshop op leefomgeving<br />

Locatie coffeeshop<br />

Positief<br />

We halen enkele letterlijke uitspraken aan:<br />

‘Een coffeeshop is niet zo erg, alleen het gedoogbeleid zorgt voor problemen’.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 32<br />

‘Prima locatie, want het is in het uitgaansgebied voor boven de 16 jaar. Beter dan dicht<strong>bij</strong> een<br />

school’.<br />

De locatie is goed gelegen, het lijkt één respondent alleen een ramp om naast de coffeeshop te wonen.<br />

‘Een prima locatie en niet opvallend. Je moet weten dat er een coffeeshop staat, anders zou het<br />

niet opvallen. Doordat deze dicht<strong>bij</strong> een parkeerplaats staat, is er geen drukte in de straat<br />

(parkeeroverlast)’.<br />

‘Prima locatie, omdat deze goed bereikbaar is zowel te voet, per fiets als met de auto. Er zijn<br />

voldoende parkeermogelijkheden’.<br />

‘De locatie is goed, omdat alles <strong>bij</strong> elkaar ligt en beheersbaar en controleerbaar is. Ondanks dat<br />

de coffeeshop dicht<strong>bij</strong> uitgaansgelegenheden staat, waar veel uitgaanspubliek komt, is de<br />

locatie goed. Over het algemeen is het rustig op niet-uitgaansdagen’.<br />

Negatief<br />

‘Liever de coffeeshop plaatsen op een locatie waar andere winkels zijn met normale<br />

openingstijden’.<br />

Politie bezoekt volgens enkele respondenten te weinig de vestingwallen (met nadruk op wallen).<br />

Drugsgebruikers en handelaren verkopen drugs op parkeerplaatsen, wat de sfeer niet ten goede komt.<br />

Drugsgebruik in het portiek met de nodige gevolgen, zoals afval.<br />

Respondenten beweren dat het af- en aanrijden van scooters en auto’s ‘duidelijk alleen voor de<br />

coffeeshop’ plaatsvindt.<br />

Rondom de molen wordt geen last ondervonden. Dit komt voornamelijk door de verlichting <strong>bij</strong> Fort<br />

Haerlem (parkeerterrein).<br />

Enkele respondenten geven aan dat de shop beter aan de rand van <strong>Hellevoetsluis</strong> zou kunnen zijn,<br />

beter bereikbaar en geen gedoe op het parkeerterrein.<br />

Belangrijk punt: blowen en alcohol kan niet samen. De coffeeshop staat in het uitgaanscentrum waar de<br />

jeugd ook komt. De verleiding is dan groot om langs de coffeeshop te gaan. Niet de beste plaats in<br />

verband met het uitgaansgebied. Hoort niet thuis in een toeristisch centrum en zeker niet zo dicht <strong>bij</strong><br />

een <strong>gemeente</strong>huis.<br />

‘Maar in hoeverre de overlast meer door blowen dan door drinkers wordt veroorzaakt?’<br />

Volgens één geënquêteerde aan de Industriehaven, geeft de coffeeshop veel overlast en zou het<br />

politiebureau een betere locatie zijn. Tevens meldt hij dat de uitbater van de coffeeshop ‘een vermogen<br />

verdient aan de ellende en zooi die veroorzaakt wordt’. Doordat veel kopers over het kippenbruggetje<br />

lopen, geeft dat voor anderen een niet zo’n veilig gevoel. Het uitgaansgebied in en rond de Kerkstraat is<br />

een zeer slechte locatie voor de coffeeshop.<br />

De vesting is volgens een respondent een woonwijk en heeft historische waarde. Een andere locatie<br />

zou beter zijn (naast een politiebureau <strong>bij</strong>voorbeeld).<br />

Verzoek van een respondent om voor de naaste omgeving ‘…liefst zo spoedig mogelijk…’ een andere<br />

locatie te vinden.<br />

Overlast van coffeeshop<br />

Geen overlast<br />

Tien respondenten geven aan absoluut geen last te ondervinden van de coffeeshop.<br />

‘Ik woon dicht <strong>bij</strong> een parkeerplaats en ik ervaar geen overlast van de coffeeshop. Bezoekers<br />

komen meestal op de fiets en zijn ook zo weer weg’<br />

Rustig verloop en met mooi weer zitten ze wel eens op de wallen. Echter, er zijn ook mensen die hun<br />

patatje of ijsje op de wallen opeten en die wel de rommel achter laten.<br />

Een respondent vermoedt dat de meeste bezoekers hetzelfde gedrag hebben als de gemiddelde<br />

bezoeker aan de Kerkstraat. De meeste gebruikers zijn rustig in tegenstelling tot de drankgebruikers.<br />

Geen overlast, maar meer van het uitgaanspubliek dat dronken naar huis gaat.<br />

Over het algemeen heerst er een gezellige sfeer op het pleintje voor de shop.<br />

Wel of indirect overlast<br />

Dicht<strong>bij</strong> de parkeerplaats achter het <strong>gemeente</strong>huis geeft overlast door samenscholende jongeren en<br />

muziek uit auto’s. Deze overlast uit zich met name ’s avonds en ’s nachts in het weekend. De overlast


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 33<br />

wordt door bewoners ook ervaren op de wallen achter de huizen. Zij vragen hier meer aandacht voor<br />

van de politie, omdat hier gereden wordt met brommers.<br />

Lawaaierige bezoekers die naar de parkeerplaats achter het <strong>gemeente</strong>huis rijden. Maar dit zijn niet per<br />

definitie bezoekers aan de coffeeshop.<br />

Overlast in de zin van de ‘lucht’ die vrijkomt. Ze gebruiken aan de kade, met name overdag. ’s Avonds<br />

gebruiken ze ook aan de kade en maken daar<strong>bij</strong> heel veel lawaai.<br />

Samenscholing en vechtpartijen tussen groepen.<br />

Overlast door brommers en auto’s met harde muziek. Tevens lawaai van uitlaten en banden van deze<br />

auto’s aan het einde van de middag tot in de avond en nacht. Verder wordt er te hard gereden in de 30<br />

km zone. Daar<strong>bij</strong> de opmerking dat de politie niets doet aan de handhaving van 30 km zones, omdat<br />

deze veelal niet aan de inrichtingseisen voldoen.<br />

Overlast, zich uitend in het verblijven van gebruikers in het woonportaal. Ze gebruiken de drugs in het<br />

portiek van de woning, op straat voor de woning en op de wallen achter de huizen. Maar ook op de<br />

parkeerplaats achter het <strong>gemeente</strong>huis.<br />

‘Klanten van een winkel parkeren niet meer achter het <strong>gemeente</strong>huis, omdat ze zich niet veilig<br />

voelen wanneer ze langs de rondhangende jeugd moeten lopen’.<br />

Effecten op de leefomgeving<br />

Positief<br />

Minder overlast van dealers.<br />

‘De gebruikers zijn in de coffeeshop en niet <strong>bij</strong> ons in de straat’<br />

Volgens een respondent heeft de coffeeshop een meerwaarde voor de directe horecaomgeving.<br />

Voorziet in behoeftes van de jeugd.<br />

In een reactie van een respondent wordt duidelijk dat deze overtuigd is dat de coffeeshop op een<br />

verantwoorde manier ‘gerund’ wordt. De coffeeshop voorkomt gevaarlijke vormen van verborgen<br />

criminaliteit die <strong>bij</strong> ‘stiekeme’ handel zouden ontstaan.<br />

Het aantal ‘thuisdealers’ is gedaald volgens een respondent, sinds de coffeeshop in de Kerkstraat zit.<br />

Dat is iets positiefs voor omwonenden van deze ‘thuisdealers’.<br />

‘Als buurbewoner van de coffeeshop heb je er eigenlijk geen last van, aangezien er in de vesting<br />

toch al aanloop is’<br />

Minder criminaliteit. Beter een coffeeshop dan drugsdeals op <strong>bij</strong>voorbeeld schoolpleinen.<br />

Liever drugs uit een coffeeshop dan van de straat.<br />

Geen illegale drugshandel in de wijk.<br />

Negatief<br />

Volgens een respondent heeft de coffeeshop een negatieve invloed op de leefomgeving. Door het<br />

onder invloed rijden op brommers en in auto’s ontstaat schade aan geparkeerde auto’s.<br />

De shop trekt het verkeerde publiek aan. Heeft negatieve invloed op de jeugd.<br />

Drukte op het kippenbruggetje, geen fijn rijgedrag <strong>bij</strong> parkeerplaats achter <strong>gemeente</strong>huis. Geen goed<br />

voorbeeld voor kinderen die iets ‘oudere’ kinderen zien gebruiken.<br />

Imagoschade, verhoogd risico van criminaliteit.<br />

Van de cafégangers meer overlast dan van de coffeeshopbezoekers. Bezoekers van de cafés zijn veel<br />

luidruchtiger en houden minder rekening met de omgeving.<br />

Waardevermindering van woningen.<br />

Hoewel de meeste bezoekers hun koop meenemen naar elders, is het soms wel bedreigend om grote<br />

groepen jongeren <strong>bij</strong>een te zien die onvoorspelbaar gedrag vertonen.<br />

‘Je durft ’s avonds niet achter het <strong>gemeente</strong>huis te komen’<br />

Kinderen (tieners) van 12 t/m 15 jaar zitten op de bankjes te blowen en ‘oudere’ jongeren voorzien deze<br />

jonge doelgroep van softdrugs.<br />

Blowende jeugd in het toeristische gedeelte is niet aantrekkelijk voor de bezoekers van de vesting.<br />

‘Bijzondere figuren’ in het straatbeeld geven geen positieve indruk voor een toeristisch gebied.<br />

Coffeeshop is bekend in de regio en heeft een aanzuigende werking.<br />

Overlast <strong>bij</strong> de personeelsingang van het <strong>gemeente</strong>huis. Dat wordt veelvuldig gebruikt als openbaar<br />

toilet.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 34<br />

Voornamelijk jongeren (jonger dan 16 jaar) zitten <strong>bij</strong> het Brandweermuseum softdrugs te gebruiken. Dit<br />

laten ze door wat oudere jongeren kopen.<br />

Jongeren uit andere omringende <strong>gemeente</strong>n (zoals Middelharnis), komen met de bus naar<br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> om in de vesting drugs te kopen.<br />

Overige opmerkingen<br />

Een bewoner pleit voor herziening van het gedoogbeleid, omdat dit ‘doorgeschoten’ is.<br />

‘Softdrugs zijn te gemakkelijk verkrijgbaar en worden door veel mensen onderschat. Crimineel<br />

gedrag en drugs gaan veelal hand in hand’.<br />

Een respondent meldt, dat sinds de instelling van de variabele sluitingstijden de overlast een stuk<br />

minder geworden. Deze respondent meldt voorts, dat hij geen last heeft van de coffeeshop, maar meer<br />

van alcoholmisbruik en als gevolg daarvan agressie.<br />

Bij de verkoop dient de leeftijd goed gecontroleerd te worden. Kwaliteit van de verkochte producten is<br />

onbekend, wordt niet gecontroleerd door de <strong>gemeente</strong>.<br />

Een respondent meldt getuige te zijn geweest van een vooral waar<strong>bij</strong> jongeren die in haar ogen jonger<br />

zijn dan 16 jaar, een wat oudere jongere geld hebben gegeven om softdrugs te kopen. Volgens<br />

dezelfde respondent zorgen de ‘partydrugs’ in de cafés in de Kerkstraat voor een deel voor de overlast.<br />

Uit een reactie wordt duidelijk dat een respondent van mening is dat de huidige ‘nederwiet’ niet meer zo<br />

soft is als vroeger. De wiet wordt als maar sterker om klanten te houden.<br />

Een respondent constateert dat een bakkerswinkel op zondag dicht moet zijn en dat een coffeeshop<br />

een hele week open mag zijn. Hij stelt een bezoekerstelling of een verkeerstelling voor om concrete<br />

inzichten te verkrijgen.<br />

‘Als de coffeeshop problemen veroorzaakt, worden deze, denk ik, veroorzaakt door de<br />

consumenten en kan de <strong>gemeente</strong> zich beter daar op richten.’<br />

In tegenstelling tot een <strong>evaluatie</strong> van het <strong>drugsbeleid</strong>, ziet een geënquêteerde liever een <strong>evaluatie</strong> van<br />

het drankbeleid. Deze respondent ervaart meer overlast van de horeca dan van de coffeeshop.<br />

Uit een reactie blijkt dat volgens de respondent de coffeeshop geen aanwijsbare negatieve effecten<br />

geeft voor de omgeving.<br />

Wel wordt er opgemerkt dat ’s avonds de situatie op de wallen achter de coffeeshop en in het weekend<br />

bedreigend en onveilig is. Dit komt echter meer door drankmisbruik of de combinatie van drank en<br />

softdrugs.<br />

Een respondent verwijst naar een uitspraak van de burgemeester dat de vesting een ‘parel’ is. Volgens<br />

de respondent past een coffeeshop niet binnen het plaatje van een ‘parel’.<br />

De <strong>gemeente</strong> zou zich meer druk moeten maken om het verkeer dat met een hoge snelheid door de<br />

vesting rijdt. Met name de Opzoomerlaan is volgens een respondent een racebaan.<br />

Overigens kan niet vastgesteld worden dat deze hoge snelheid te wijten is aan bezoekers aan de<br />

coffeeshop.<br />

Conclusie<br />

Net zoals <strong>bij</strong> de reacties van de respondenten uit de Kerkstraat is ook hier te zien dat de meningen over<br />

de locatie nagenoeg gelijkmatig verdeeld zijn. Het merendeel van de respondenten ervaart zelf geen of<br />

indirect overlast van de coffeeshop. Wel is het opmerkelijk dat, ondanks dat men zelf geen overlast<br />

ervaart, men de coffeeshop veelal een negatieve invloed op de directe leefomgeving vindt hebben.<br />

De negatieve effecten op de leefomgeving worden volgens de respondenten veroorzaakt door<br />

verschillende vormen van overlast. Het hangen in een portiek, drugsgebruik door ‘minderjarigen’,<br />

geluidsoverlast, drugsafval, slecht voor de historische uitstraling van de Vesting (toerisme), het zich<br />

ophouden in de nachtelijke uren op de wallen, het drukke verkeer van en naar de vesting, het hangen<br />

van jongeren in de Kerkstraat, de parkeerplaats en de <strong>gemeente</strong>tuin en een onveilig gevoel in de<br />

na<strong>bij</strong>heid van de coffeeshop. Een kritische noot <strong>bij</strong> de opmerkingen (aangegeven door een aantal<br />

respondenten) is dat de overlast niet direct naar de coffeeshop te herleiden is.<br />

Een onderzoek door de <strong>gemeente</strong> naar een andere locatie voor de coffeeshop wordt door diverse<br />

respondenten nuttig gevoinden.<br />

9.5. Resultaten en reacties medewerkers <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong>


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 35<br />

Cijfers<br />

Ook heeft een deel de medewerkers van de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> de mogelijkheid gekregen om de<br />

enquête in te vullen. Reden hiervoor is dat de parkeerplaats, waar diverse bezoekers van de<br />

coffeeshop gebruik van maken, naast het <strong>gemeente</strong>huis is gesitueerd en dat de medewerkers vanaf de<br />

werkplek en <strong>bij</strong> het aankomen en verlaten van het <strong>gemeente</strong>huis hiermee in aanraking (kunnen) komen.<br />

Door de vakantieperiode is het aantal respondenten vrij laag, wel is er doorgaans sprake van goed<br />

gemotiveerde antwoorden. De medewerkers van de afdeling Zorg en Wijkbeheer zijn buiten<br />

beschouwing gelaten, omdat hun werkplek zich niet in het <strong>gemeente</strong>huis bevindt.<br />

Aantallen Medewerkers Respondenten<br />

Absoluut 198 20<br />

Percentage 100 10,1<br />

Tabel 4.1: aantal respondenten<br />

Onderstaande tabellen geven in een oogopslag de reacties van de respondenten weer. Vervolgens<br />

worden de reacties van de omwonenden uitgebreid weergegeven.<br />

Aantallen Positief Negatief Totaal<br />

Absoluut 11 9 20<br />

Percentage 55,0 45,0 100<br />

Tabel 4.2: reactie op locatie van coffeeshop<br />

Aantallen Geen Wel Indirect * Totaal<br />

Absoluut 3 11 6 20<br />

Percentage 15,0 55,0 30,0 100<br />

Tabel 4.3: reactie op ervaring van overlast van coffeeshop<br />

* Indirect wordt de overlast ervaren door <strong>bij</strong>voorbeeld afval, het roken en slechte uitstraling.<br />

Aantallen Positief Negatief Geen mening Totaal<br />

Absoluut 5 14 1 20<br />

Percentage 25,0 70,0 5,0 100<br />

Tabel 4.4: reactie op invloed van coffeeshop op leefomgeving<br />

Locatie coffeeshop<br />

Positief<br />

Ruim de helft van de respondenten vindt de locatie van de coffeeshop prima en zelfs logisch.<br />

Doorgaans wordt genoemd dat het past in het uitgaansgebied en dat het fijn is dat er geen scholen of<br />

kinderdagverblijven in de buurt zijn.<br />

‘Het is gelukkig ver van de woonomgeving vandaan’<br />

Er heerst veel sociale controle en toezicht op deze locatie. De parkeergelegenheid is goed te noemen,<br />

maar deze respondenten zeggen wel dat de locatie het vele verkeer in de vesting mede veroorzaakt.<br />

Negatief<br />

Een kleine minderheid van de respondenten vind de locatie absoluut niet goed. Hier<strong>bij</strong> wordt<br />

aangegeven dat het voor het toerisme absoluut niet goed is en dat het historische karakter van de<br />

vesting er onder lijdt. Daarnaast trekt de coffeeshop volgens veel respondenten veel drugstoeristen die<br />

blijven hangen.<br />

‘De coffeeshop zou naar de rand van de <strong>gemeente</strong> of naar het industrieterrein moeten<br />

verhuizen’<br />

‘Ik krijg een onbehaaglijk gevoel als ik op het parkeerterrein naar mijn auto moet lopen.<br />

Daarnaast ligt er altijd veel rommel en scheuren ze als gekken met hun auto’s het parkeerterrein<br />

op en af!’


Overlast van de coffeeshop<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 36<br />

Geen overlast<br />

‘Ik ervaar geen overlast van de mensen die <strong>bij</strong> de coffeeshop komen of van de coffeeshop zelf’.<br />

Wel of indirect overlast<br />

De gewone toerist blijft weg uit die ‘leuke hoek’ van de Kerkstraat.<br />

Vooral tijdens het uitgaan ontstaan gevaarlijke situaties en is er behoorlijk luidruchtig gedrag.<br />

‘Ze rijden als gekken en nemen vaak de binnenbocht, levensgevaarlijk’<br />

‘Ik loop na een avondopenstelling niet graag over het parkeerterrein naar mijn auto of over het<br />

kippenbruggetje. Voel me dan behoorlijk onveilig. Het is een hangplek geworden’.<br />

‘Er zijn veel ‘vage types’ rondom de coffeeshop. Doorgaans dealen deze ook vanuit de auto’s’.<br />

‘Jammer dat er zoveel joints in de <strong>gemeente</strong>tuin worden gerookt, de hele dag door’.<br />

De openingstijden zouden moeten worden gewijzigd, zodat de jeugd niet in de schoolpauze even een<br />

joint kan gaan halen. Stel het open na 20.00 uur, dan heb je daar geen last meer van.<br />

Effecten op de leefomgeving<br />

Positief<br />

De shop houdt de softdrugs enigszins uit de illegaliteit.<br />

‘Het is een goede ontmoetingsplaats voor de jeugd, dat hebben ze nodig’<br />

Hierdoor worden dealers plekken op andere locaties binnen <strong>Hellevoetsluis</strong> beperkt.<br />

Negatief<br />

‘Auto’s, scooters en brommers rijden af en aan!’<br />

‘Al die (hang)jongeren laten zoveel troep (wietzakjes en blikjes bier) achter, dat de <strong>gemeente</strong>tuin<br />

e.d. nooit schoon is’.<br />

‘Ze beginnen (makkelijk) met softdrugs en stappen vervolgens over op harddrugs’.<br />

‘Die geur is vreselijk, als ze op de <strong>gemeente</strong>bankjes zitten te blowen’.<br />

‘De jeugd kan te makkelijk aan softdrugs komen’.<br />

‘Jammer voor toeristen en kinderen die hier komen en dit (moeten) aanschouwen’.<br />

‘Veel geluidsoverlast en gevoel van onveiligheid rondom de Kerkstraat en het <strong>gemeente</strong>huis,<br />

vooral in de avonden’.<br />

‘Ik zou mijn gasten nooit meenemen naar dit gedeelte van de Vesting!’<br />

Overige opmerkingen<br />

Probeer het blowen rondom de Kerkstraat in te bannen en het afval te beperken, dat scheelt al<br />

behoorlijk veel ergernis.<br />

‘Weg met die auto’s op het parkeerterrein die zoveel geluidsoverlast produceren’.<br />

Conclusie<br />

Net als de eerdere respondenten laten ook de medewerkers van de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> een<br />

nagenoeg gelijkwaardige verdeeldheid zien (positief en negatief) over de locatie van de coffeeshop.<br />

Echter, een ruime meerderheid ondervindt direct of indirect overlast van de coffeeshop en vindt dat de<br />

leefbaarheid van de omgeving in het geding is. Wederom overheerst de negatieve respons met<br />

betrekking tot de gevolgen van de coffeeshop op de leefbaarheid van de omgeving.<br />

Er heerst voornamelijk een onveilig gevoel <strong>bij</strong> veel respondenten als ze in de avond het <strong>gemeente</strong>huis<br />

via het parkeerterrein verlaten. Er worden op en rond het parkeerterrein veel drugs gebruikt en er wordt<br />

gedeald.<br />

Daarnaast ligt er doorgaans veel afval in de <strong>gemeente</strong>tuin wat duidelijk afkomstig is van de coffeeshop<br />

(wietzakjes en dergelijke). Tevens zitten de bankjes in de <strong>gemeente</strong>tuin tijdens de lunchpauzes vaak<br />

vol met jongeren die blowen. Tenslotte is ook het aan- en afrijden van de vele auto’s, scooters en<br />

brommers een ergernis voor veel respondenten.<br />

De respondenten geven aan dat een onderzoek door de <strong>gemeente</strong> naar een alternatieve locatie voor<br />

de coffeeshop nuttig is.


9.6. Samenvatting en Conclusies<br />

Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 37<br />

Cijfers<br />

In de vorige paragrafen zijn drie groepen respondenten uitgebreid beschreven. In deze paragraaf<br />

worden alle gegevens samengevoegd in een totaalresultaat en worden algemene conclusies<br />

geformuleerd.<br />

Aantallen Adressen //<br />

Medewerkers<br />

Respondenten<br />

Absoluut 462 83<br />

Percentage 100 18,0<br />

Tabel 5.1: aantal respondenten<br />

Aantallen Positief Negatief Totaal<br />

Absoluut 43 40 83<br />

Percentage 51,8 48,2 100<br />

Tabel 5.2: reactie op locatie van coffeeshop<br />

Aantallen Geen Wel Indirect * Totaal<br />

Absoluut 37 31 15 83<br />

Percentage 44,6 37,3 18,1 100<br />

Tabel 5.3: reactie op ervaring van overlast van coffeeshop<br />

* Indirect wordt de overlast ervaren door <strong>bij</strong>voorbeeld afval, het roken en slechte uitstraling.<br />

Aantallen Positief Negatief Geen mening Totaal<br />

Absoluut 24 50 9 83<br />

Percentage 28,9 60,3 10,8 100<br />

Tabel 5.4: reactie op invloed van coffeeshop op leefomgeving<br />

Eindconclusies<br />

In het totaaloverzicht wordt zichtbaar dat een ruime meerderheid van de respondenten vindt dat de<br />

coffeeshop een negatieve uitstraling op de leefomgeving heeft. Met name de bewoners van de<br />

Kerkstraat uitten deze reactie (80 %). Voorts zijn de reacties van de respondenten omtrent de locatie<br />

van de coffeeshop nagenoeg gelijkmatig (positief en negatief) verdeeld. Ook de mate van wel of geen<br />

overlast is redelijk gelijkmatig verdeeld. Ruim 60 % van alle respondenten ervaart de effecten van de<br />

coffeeshop op de leefomgeving als negatief. Slechts een kleine 30 % ervaart positieve invloed van de<br />

coffeeshop in de omgeving.<br />

Het komt er globaal op neer dat men zelf niet direct veel overlast ervaart van de coffeeshop. Het zijn<br />

doorgaans de neveneffecten (verkeersoverlast, geluidsoverlast, onveilig gevoel, afval, etc.) waar men<br />

hinder van ondervindt. Uit de raadpleging komt de wens naar voren de coffeeshop binnen de <strong>gemeente</strong><br />

<strong>Hellevoetsluis</strong> te handhaven, maar om te zien naar een alternatieve locatie. Die suggestie wordt in de<br />

respons vaak gerelateerd aan het toeristische en historische karakter van de Vesting en de Kerkstraat.<br />

En ook aan de combinatie van alcohol en drugs in het uitgaanscentrum<br />

De vraag over het wel of niet hebben van een coffeeshop binnen een <strong>gemeente</strong> is feitelijk een andere,<br />

mogelijk landelijke discussie. Respondenten geven aan dat het coffeeshopbeleid de drempel voor de<br />

jeugd zou verlagen, men zou jonger beginnen met softdrugs. Anderzijds kan men wel via een legale en<br />

veilige manier aan softdrugs komen, waardoor een gedeelte van het aanbieden (dealen) van softdrugs<br />

uit de illegaliteit verdwijnt. De landelijke trend is dat veel steden hun coffeeshop buiten de kern, aan de<br />

rand van de stad, plaatsen, zodat de overlast voor de directe omgeving wordt verminderd.


Evaluatie Drugsbeleid <strong>Hellevoetsluis</strong> 2009 pag: 38<br />

Uit de reacties komt naar voren dat de respondenten het zinvol achten dat de <strong>gemeente</strong> een onderzoek<br />

naar een andere locatie binnen de <strong>gemeente</strong> <strong>Hellevoetsluis</strong> zou doen. Tevens willen de respondenten<br />

graag op de hoogte worden gehouden over de voortgang van het drugs- (coffeeshop)beleid.<br />

De meest uitgesproken reacties<br />

Hieronder volgen de meest uitgesproken reacties en een algeheel beeld in kernzinnen.<br />

• Locatie is redelijk tot goed beoordeeld, omdat het <strong>bij</strong> de horeca past en een verzamelplaats voor de<br />

jeugd is geworden.<br />

• Locatie is (zeer) slecht beoordeeld, omdat het niet past binnen het toeristische en historische<br />

karakter van de Vesting en het <strong>gemeente</strong>huis.<br />

• Heel veel respondenten (ook zij die de locatie redelijk achten) verzoeken tot onderzoek naar andere<br />

locatie. Wel moet de coffeeshop blijven om toezicht en controle te waarborgen.<br />

• Coffeeshop voorkomt illegale drugshandel.<br />

• Coffeeshop is laagdrempelig, waardoor jongeren sneller aan (soft)drugs beginnen.<br />

• Veel overlast van blowers in <strong>gemeente</strong>tuin.<br />

• Veel overlast van aan- en afrijdende auto’s, scooters en brommers (geluidsoverlast).<br />

• Onveilig gevoel rond de coffeeshop en op het parkeerterrein, met name in de avond.<br />

• Slechte uitstraling voor de stad.<br />

• De coffeeshop en vele hang- en blowjeugd zorgt voor onveilig gevoel in de vesting.<br />

• Waardevermindering van veel panden in de vesting.<br />

• Coffeeshop trekt veel drugsgebruikers en criminaliteit uit de regio aan, wat een negatieve invloed op<br />

de leefomgeving van <strong>Hellevoetsluis</strong> heeft.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!