20.09.2013 Views

verslag

verslag

verslag

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Stuk 38 (2000-2001) – Nr. 1 26<br />

2.3. Conclusies<br />

Het beleid heeft onvoldoende inzicht in het beleidsveld bij gebrek aan<br />

evaluaties die de beleidsvorming (voorbereiding en bijsturing) ondersteunen<br />

en wegens een te geringe betrokkenheid van de beleidsuitvoerende<br />

organisaties. In de mate dat de organisaties toch voorstellen konden<br />

doen, hield het beleid er nauwelijks rekening mee. Van feedback<br />

over de evaluaties naar de organisaties was geen of nauwelijks sprake.<br />

Het beleid heeft de doelstellingen duidelijk noch expliciet geformuleerd.<br />

Het proclameerde het regulerende karakter van de heffingen, terwijl de<br />

organisaties haast uitsluitend de nadruk hebben gelegd op de financierende<br />

aard. Ook de verbinding met de doelstellingen van het milieubeleidsprogramma<br />

ontbreekt.<br />

De decreten bevatten de grondwettelijk vereiste belastingsprincipes,<br />

maar de administratieve normen vallen meestal samen met de decretale.<br />

De organisaties hebben de normen uit de regelgeving dus maar in<br />

geringe mate intern verder genormeerd. De regelgeving is ad hoc totstandgekomen,<br />

zonder een algemeen systeem van beleidsvoorbereiding<br />

of kwaliteitscontrole. De verschillende regelingen kennen evenmin coördinatie.<br />

Partiële reparatiewetgeving langs programmadecreten heeft de<br />

regelgeving bovendien onstabiel gemaakt. Evaluatiebepalingen zijn er<br />

niet en de beschreven procedures lopen sterk uiteen.<br />

2.4. Aanbevelingen<br />

1. Het inzicht in het beleid en de beleidsvoorbereiding kunnen worden<br />

verbeterd door de verdere ontwikkeling en aanwending van volwaardige<br />

(ex-ante en ex-post) evaluaties. De inbreng van de betrokken<br />

organisaties moet bij de beleidsvoorbereiding even substantieel zijn<br />

als bij de beleidsuitvoering.<br />

2. Het beleid moet de gewenste concrete effecten van de heffingen<br />

transparant maken en deze doelstellingen plaatsen in het algemeen<br />

kader van de milieubeleidsdoelstellingen. Bij een keuze voor regulerende<br />

heffingen is het aangewezen het instrument milieuheffingen<br />

voldoende te verfijnen opdat het een sturende werking krijgt.<br />

3. In de gekozen modulaire organisatievorm met autonome heffingsorganisaties,<br />

moeten die organisaties resultaatsverantwoordelijk zijn<br />

tegenover minister en departement, die voor algemene sturing<br />

moeten instaan. De autonomie van de organisaties moet duidelijk<br />

afgebakend worden. De departementen (Leefmilieu en Infrastructuur<br />

voor het milieuluik en Algemene Zaken en Financiën voor het fiscaal<br />

luik) zouden voor de beleidsvoorbereiding, -evaluatie en -uitvoering<br />

moeten optreden als overkoepelende, sturende instantie tussen de<br />

minister en de organisaties.<br />

4. Voor de regelgeving beveelt het Rekenhof de ontwikkeling van een<br />

specifiek systeem van beleidsvoorbereiding en van integrale kwaliteitszorg<br />

en -controle aan. Dit vergt onder meer aandacht voor: de<br />

opname van de doelstellingen en evaluatiebepalingen in de regelgeving,<br />

een harmonisatie van de regelgeving en de procedures van de<br />

onderscheiden milieuheffingen, eenvormigheid op het vlak van de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!