20.09.2013 Views

verslag

verslag

verslag

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

19 Stuk 38 (2000-2001) – Nr. 1<br />

Het Rekenhof heeft het heffingsproces op drie niveaus onderzocht:<br />

• Het beleidsniveau. Dit niveau bepaalt de missie, de strategie en het<br />

instrumentarium en stelt dus het bereiken van bepaalde doelstellingen<br />

met bepaalde middelen binnen een bepaalde tijd voorop.<br />

• Het beheersniveau. Dit is het niveau van de interne bedrijfsvoering:<br />

het geheel van beslissingen, handelingen en regels ter sturing en<br />

verantwoording van de inzet van middelen. Voor de milieuheffingen<br />

vallen de beleids- en beheersinstanties niet samen in één organisatie.<br />

Een efficiënte sturing van de betrokken organisaties en diensten<br />

veronderstelt in dit geval de vervulling van bijkomende voorwaarden,<br />

zoals de aggregatie en doorstroming van beheersinformatie naar het<br />

beleidsniveau, temeer daar de beherende organisatie procesonderdelen<br />

aan derden heeft uitbesteed (outsourcing).<br />

• Het eigenlijke heffingsniveau. Milieuheffingen zijn juridisch eigenlijk<br />

belastingen en het heffingsproces is dan ook een geformaliseerd<br />

administratief-fiscaalrechtelijk proces.<br />

1.3.2. Onderzoeksverloop<br />

In de voorbereidingsfase voerde het Rekenhof gesprekken met de organisaties<br />

die de heffingen innen (de afdeling water van AMINAL en de<br />

VOI’s OVAM, VMM en VLM) en onderzocht het literatuur. Het eigenlijke<br />

onderzoek stoelt op een voorgestructureerde vragenlijst aan de organisaties.<br />

Een analyse van door de organisaties bij de vragenlijst gevoegde<br />

documenten en van de toepasselijke regelgeving vulde het onderzoek<br />

aan. Een interview over de ingevulde vragenlijst rondde het af.<br />

Het Rekenhof kondigde het onderzoek op 29 juli 1999 aan bij de Minister-President<br />

van de Vlaamse Regering, tevens Vlaams Minister van<br />

Financiën en Begroting, en bij de Vlaamse Minister van Leefmilieu en<br />

Landbouw. Zij zegden op respectievelijk 19 en 18 augustus 1999 hun<br />

steun aan het doelmatigheidsonderzoek toe.<br />

De vragenlijst werd op 4 augustus 1999 bezorgd aan de betrokken leidende<br />

ambtenaren. Het Rekenhof kreeg ze ingevuld terug tussen<br />

15 september en de eerste week van oktober 1999. In de maand oktober<br />

1999 hield het Rekenhof verduidelijkende gesprekken met de invullers.<br />

Op 24 maart 2000 stuurde het Rekenhof een nota van bevindingen naar<br />

de betrokken organisaties( 20 ). Op grond van de reacties van de respondenten(<br />

21 ) werd de nota van bevindingen verwerkt tot een conceptrap-<br />

20<br />

De nota had tot doel de feitelijke juistheid van de bevindingen na te gaan. Ze bevatte<br />

nog geen expliciete conclusies of aanbevelingen.<br />

21<br />

Er werd rekening gehouden met de opmerkingen en aanvullingen van de respondenten<br />

(VMM, OVAM, VLM, AMINAL). Het antwoord van de OVAM bevatte ook<br />

reeds opmerkingen die niet enkel slaan op de validatie van de feitelijke gegevens

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!