20.09.2013 Views

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

hadden een goede neus voor producten die de boeren graag ruilden voor voedsel.<br />

Voor de meeste ‘zigeuners’ verliep de Tweede Wereldoorlog desastreus. Het grootste deel van hen werd<br />

weggevoerd en keerde nimmer terug.<br />

6.4 Woonwagenbeleid na de oorlog<br />

Na de oorlog kregen woonwagenbewoners hun bewegingsvrijheid terug. De meesten trokken opnieuw in hun<br />

oude of in een nieuwe wagen. Tijdens de jaren van de wederopbouw dreef de woningnood ook veel burgers in<br />

een woonwagen. De bewoners vielen nog altijd onder de wet van 1918. Het stond hun dus vrij om weer rond te<br />

trekken. Dat viel niet bij iedereen in goede aarde. Steeds luider klonk de roep om een algeheel trekverbod en<br />

de concentratie van woonwagenbewoners op grote, regionale kampen. <strong>In</strong> 1957 maakte een wetswijziging dat<br />

beleid mogelijk. De overheid begon zich toen ook voor het eerst serieus bezig te houden met de sociale zorg<br />

voor woonwagenbewoners. Vóór de oorlog was dat bij uitstek het terrein geweest van liefdadigheidscomités en<br />

kerkelijke instellingen.<br />

Nu vond er in het woonwagenbeleid een verschuiving plaats van openbare orde naar maatschappelijke zorg. <strong>In</strong><br />

lijn daarmee werd de verantwoordelijkheid voor het beleid in 1957 overgedragen van het Ministerie van Justitie<br />

naar Maatschappelijk Werk.<br />

<strong>In</strong> 1968, een halve eeuw na afkondiging van de eerste wet, kwam er een nieuwe Woonwagenwet, die de<br />

aanpassing van de woonwagenbevolking aan de ‘burger’-samenleving wilde bevorderen. Er werden vijftig<br />

regionale kampen gepland, met speciale voorzieningen als een eigen school, arts en welzijnswerk. Ieder<br />

centrum moest tussen de vijftig en tachtig woonwagens herbergen. Op verkapte wijze werd ook een trekverbod<br />

ingevoerd: woonwagenbewoners hadden nog steeds het recht om rond te trekken, maar ze mochten niet langer<br />

een standplaats buiten een kamp bezetten. Voor de overgang naar een ander kamp was voortaan officieel<br />

toestemming nodig.<br />

<strong>In</strong> de wet van 1968 werd ook het afstammingsbeginsel ingevoerd. Voor het eerst begon de overheid de<br />

contouren van de groep te bepalen. Vanaf dat moment ging die groep een gesloten categorie vormen. Burgers<br />

hadden niet langer het recht om een wagen te bewonen, of ze moesten introuwen. De wet maakte een<br />

uitzondering voor mensen die konden aantonen dat zij een woonwagen nodig hadden voor de uitoefening van<br />

hun beroep. <strong>In</strong> de praktijk waren dat alleen wegenbouwers en kermisexploitanten.<br />

De nieuwe wet had tevens een verbetering van de maatschappelijke positie van woonwagenbewoners op het<br />

oog. Het tegendeel werd echter bereikt. De relatie tussen woonwagenbewoners en de overheid werd danig<br />

verziekt, omdat hun wagens vaak letterlijk – en tegen hun zin in – naar de grote kampen werden gesleept,<br />

waar grote groepen medewagenbewoners stonden. Dat leidde gemakkelijk tot conflicten, te meer omdat de<br />

concurrentie op zo’n kamp – met name in de autosloperijbranche – gevolgen kon hebben voor het inkomen. De<br />

geïsoleerde ligging van de regionale centra brak de mensen ook op. Veel woonwagenbewoners raakten hun<br />

contacten met de burgerwereld kwijt en huisbewoners voelden zich bedreigd door de grote, afgelegen kampen,<br />

waarvan sommige al snel verpauperden. Wat woonwagenbewoners echter het diepst heeft geraakt, is het<br />

verbod op rondtrekken. Dat tastte immers de kern van hun economische activiteiten aan. Ze voelden zich als<br />

gevangenen die geen kant meer op konden. Dat deed hen denken aan hun positie tijdens de oorlog.<br />

Voor het eerst in hun geschiedenis kwamen woonwagenbewoners in opstand tegen de vrijheidsbeperkingen.<br />

Met harde acties dwongen ze de overheid het beleid kritisch door te lichten. Het resultaat was nogal<br />

tweeslachtig. Het geplande aantal regionale centra was nog niet tot stand gekomen of de minister van CRM<br />

sprak zich in 1973 alweer uit voor het herinrichten van kleine kampjes, met tien tot vijftien standplaatsen.<br />

Daarmee gaf de overheid toe dat de oprichting van grote, regionale woonwagencentra niet zo’n gelukkige<br />

maatregel was geweest.<br />

I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 4 4<br />

▼<br />

<strong>In</strong>dex

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!