Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Kersenplukkers verdienden meer. <strong>In</strong> de Betuwe kregen de bijna achtduizend plukkers in het hoogseizoen een<br />
vast loon per dag, tussen de fl. 3,50 en fl. 4,50. Het normale dagloon van een boerenarbeider bedroeg in die tijd<br />
twee gulden. De plukkers mochten dus toch al niet mopperen, maar slecht weer pakte voor hen extra gunstig<br />
uit, want ze kregen gewoon doorbetaald. De hoge lonen werden veroorzaakt door het schreeuwende tekort aan<br />
arbeidskrachten in de maanden mei, juni en juli. Vóór de Tweede Wereldoorlog moesten kersentelers ook nog<br />
eens concurreren met de hooioogst, die in dezelfde tijd viel. Ze stelden bovendien eisen aan de plukkers die<br />
ze in dienst namen: om de zware ladders te hanteren, was spierkracht en enige handigheid nodig. Het sorteren<br />
van de kersen was een werkje voor vrouwen en meisjes, die met twee gulden per dag aanzienlijk minder<br />
verdienden dan hun mannelijke collega’s.<br />
Het gebrek aan plukkers bleef lange tijd een probleem in de Betuwe. Om te voorkomen dat de kersen aan de<br />
bomen wegrotten, deden de telers een beroep op seizoenarbeiders van elders. <strong>Woonwagenbewoners</strong> waren<br />
gewilde krachten, omdat ze hun eigen huisvesting meenamen en het hele gezin inzetten. De oudere kinderen<br />
liepen met ratels, blikken trommels, knalbussen en zelfs geweren door de boomgaard om de spreeuwen te<br />
verjagen. De mannen plukten, de vrouwen waren druk in de weer met sorteren. Het leverde alles bij elkaar<br />
een aardig gezinsinkomen op, dat na de magere wintermaanden zeer welkom was. Ook na de oorlog vonden<br />
woonwagenbewoners een paar maanden per jaar emplooi in de kersenpluk. <strong>In</strong> de jaren zestig begon de<br />
vraag naar seizoenarbeid in de landbouw te dalen, door de voortschrijdende mechanisering. Een deel van de<br />
woonwagenbewoners vond werk in de agrarische verwerkingsindustrie. De suikerfabrieken in Groningen, West-<br />
Brabant en Halfweg kenden na de bietencampagne in het najaar een topdrukte. Ook conservenfabrieken boden<br />
werkgelegenheid.<br />
I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 2 5<br />
▼<br />
<strong>In</strong>dex