Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Woonwagenbewoners In Nederland PRIMO 2006 - Woonwagenwijzer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikten aardappelboeren alleen werp-rooi-machines: door paarden<br />
getrokken ploegen, die de grond openhaalden en de aardappels naast de voor gooiden. De krabbers maakten<br />
de aardappels schoon, deden ze in manden en inspecteerden of er geen achtergebleven waren. De oogst<br />
moest zo snel mogelijk binnengehaald worden, zeker in de Veenkoloniën, waar het gewas de grondstof was<br />
voor de aardappelmeelindustrie. De seizoenarbeiders maakten lange en zware dagen. Al in de negentiende<br />
eeuw zijn er pogingen gedaan om een machine te ontwerpen die de kwetsbare aardappels onbeschadigd uit de<br />
grond kon halen, maar dat bleek niet eenvoudig. Pas aan het einde van de jaren vijftig van de twintigste eeuw<br />
kwam de doorbraak en verdween het handmatig rooien langzaam. Toch hebben woonwagenbewoners nog<br />
jarenlang een deel van het jaar hun brood op het land verdiend. Zo werkte de familie Van Wanrooy van 1955<br />
tot 1968 bij boer Keppel in Anna Paulowna. Ze waren niet de enigen. Er was een speciaal woonwagenkampje<br />
aangelegd, waar in de zomer meer wagens stonden.<br />
Kersenplukkers in de Betuwe, omstreeks 1930. (Spaarnestad-Archief Haarlem)<br />
<strong>Woonwagenbewoners</strong> in de kersenpluk<br />
Nog vóór de aardappeloogst leidde de kersenpluk in de Betuwe tot een grote vraag naar arbeiders. Als de<br />
vruchten in de lente rood begonnen te kleuren, brak voor de hele streek een hectische tijd aan. Spreeuwen<br />
dreigden complete boomgaarden leeg te vreten en vernielden soms een kwart van de oogst. De kersenboeren<br />
in de Betuwe hadden meer last van de vogels dan de telers in Zeeland of Limburg. Om de schade te beperken,<br />
namen de boeren voor een periode van drie weken ‘keerders’ in dienst. Zij hielden de spreeuwen op een<br />
afstand. Eén volwassene – of een paar kinderen – kon ongeveer een hectare aan. Op de vierduizend hectare<br />
kersenboomgaarden die de Betuwe in 1939 telde, hadden vierduizend mensen bijna een maand werk. Voor<br />
fl. 2,75 per dag waren ze van zonsopkomst tot zonsondergang in de weer.<br />
I n f o r m a t i e c d - r o m ‘ W o o n w a g e n b e w o n e r s i n N e d e r l a n d ( 1 8 8 0 - 2 0 0 6 ) ’ 2 4<br />
▼<br />
<strong>In</strong>dex