klik hier voor de bijlage bij dit bericht ... - de Aardespiegel
klik hier voor de bijlage bij dit bericht ... - de Aardespiegel
klik hier voor de bijlage bij dit bericht ... - de Aardespiegel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Figuur 1.<br />
www.aar<strong>de</strong>spiegel.nu - don<strong>de</strong>rdag 12 januari 2012 - twee<strong>de</strong> jaargang Nr. 11<br />
Vouw het vierkant eerst in twee gelijke <strong>de</strong>-<br />
len.<br />
Figuur 2.<br />
Vouw het vierkant vervolgens in vier gelijke<br />
<strong>de</strong>len.<br />
Figuur 3.<br />
Vouw <strong>de</strong> bovenste helft in twee gelijke <strong>de</strong>len,<br />
zodat er vier kleinere rechthoeken ontstaan.<br />
Figuur 4.<br />
Vouw nu (en <strong>dit</strong> is een moeilijke stap) <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>nkbeeldige diagonaal van <strong>de</strong> linker bene-<br />
<strong>de</strong>n rechthoek van rechtsboven naar linkson-<br />
<strong>de</strong>r over <strong>de</strong> verticale mid<strong>de</strong>llijn. Hierdoor<br />
wordt een gul<strong>de</strong>n sne<strong>de</strong> uitgezet op <strong>de</strong> on-<br />
<strong>de</strong>rste helft van <strong>de</strong> verticaal (zie wiskundig<br />
intermezzo).<br />
wiskundig intermezzo<br />
Door <strong>de</strong> eerste drie vouwlijnen is op <strong>de</strong> bovenste helft van het papier een in<strong>de</strong>ling ontstaan<br />
in vier gelijke rechthoeken met lange zij<strong>de</strong> a en korte zij<strong>de</strong> b met a : b = 1 : ½<br />
(zie figuur 3). De <strong>de</strong>nkbeeldige diagonaal c is van ƒ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vouwlijn zoals gemaakt in<br />
figuur 4. Volgens <strong>de</strong> stelling van Pythagoras heeft <strong>de</strong> schuine zij<strong>de</strong> c dan <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />
√ ((1) 2 + (½) 2 ) = ½√5.<br />
Door <strong>de</strong> vouw in figuur 4 wordt een gul<strong>de</strong>n sne<strong>de</strong> verhouding uitgezet op <strong>de</strong> verticaal<br />
van het centraal gevouwen kruis, immers <strong>voor</strong> lijnstuk MP (zie figuur op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
bladzij<strong>de</strong>) geldt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> ½√5 (diagonaal c) - ½ (zij<strong>de</strong> b). Het getal ½√5 - ½ heeft als<br />
afronding <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> 0,618 en staat bekent als <strong>de</strong> gul<strong>de</strong>n sne<strong>de</strong> (ϕ).<br />
De waar<strong>de</strong> van ϕ is ge<strong>de</strong>finieerd als <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>ling van een willekeurig lijnstuk waar<strong>bij</strong><br />
<strong>de</strong> verhouding van het grootste <strong>de</strong>el (waar<strong>de</strong> x) in relatie tot het geheel (<strong>hier</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />
1) gelijk is aan <strong>de</strong> verhouding van het kleinste <strong>de</strong>el (waar<strong>de</strong> y) in relatie tot het grootste<br />
<strong>de</strong>el (waar<strong>de</strong> x). An<strong>de</strong>rs geformuleerd:<br />
x : 1 = y : x<br />
met <strong>voor</strong> y geldt: y = 1 – x en substitutie van <strong>de</strong>ze relatie en kruislings vermenigvuldigen<br />
en op 0 stellen geeft <strong>de</strong> kwadratische vergelijking:<br />
x 2 + x – 1 = 0 met als oplossing: x = ½√5 - ½ (negatieve waar<strong>de</strong> vervalt).<br />
In <strong>de</strong> vouwbewegingen van <strong>de</strong> figuren 5 en 6 wordt lijnstuk PQ in twee gelijke <strong>de</strong>len<br />
gevouwen. De verkregen vouwlijn, met punt S als mid<strong>de</strong>lpunt, vormt <strong>de</strong> basis <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
gewenste regelmatige vijfhoek die met <strong>de</strong> punt naar boven wordt geconstrueerd. In <strong>de</strong><br />
vouwbeweging van figuur 7 wordt lijnstuk MT op <strong>de</strong> basis gevouwen. Hier<strong>bij</strong> ontstaat<br />
punt R als linkson<strong>de</strong>r gelegen hoekpunt van <strong>de</strong> vijfhoek. Er geldt immers MT = MR. Indien<br />
nu <strong>de</strong> vouwlijn uit figuur 6 <strong>de</strong> basiszij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gewenste vijfhoek is moeten <strong>de</strong><br />
volgen<strong>de</strong> twee relaties gel<strong>de</strong>n:<br />
1) MP = RP = ϕ<br />
2) α = 36˚ <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gelijkbenige Δ MRQ<br />
7 terug naar boven