DeLink Krachtlijnen opleiding tewerkstelling ervaringsdeskundigen ...
DeLink Krachtlijnen opleiding tewerkstelling ervaringsdeskundigen ...
DeLink Krachtlijnen opleiding tewerkstelling ervaringsdeskundigen ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
OPLEIDING EN<br />
TEWERKSTELLING VAN<br />
ERVARINGSDESKUNDIGEN<br />
IN ARMOEDE EN SOCIALE<br />
UITSLUITING<br />
KRACHTLIJNEN<br />
November 2005<br />
Vzw DE LINK Boomgaardstraat 93 2018 Antwerpen
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
INHOUD:<br />
VOORWOORD. 3<br />
1. DE MAATSCHAPPELIJKE LEGITIMERING VAN DE METHODIEK. 3<br />
1.1. Ervaringsdeskundigen: een noodzakelijke methodiek in armoedebestrijding. 3<br />
De arme als actieve partner in de armoedebestrijding. 3<br />
Armoede is een gevolg van systematische structurele uitsluiting. 4<br />
Er is een diepe kloof tussen armen enerzijds en werkers en beleid anderzijds. 4<br />
Besluiten: Opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> als brug 5<br />
Empowerment 5<br />
1.2. Historiek en politiek draagvlak van de methodiek. 6<br />
De eerste <strong>ervaringsdeskundigen</strong>. 6<br />
Het politiek draagvlak. 6<br />
2. VZW DE LINK: COÖRDINATOR VAN HET MAATSCHAPPELIJK PROJECT 9<br />
Algemene doelstellingen. 9<br />
Organisatorische invulling. 9<br />
3. VISIE OP ARMOEDE. 11<br />
Structurele- en participatiekloof 11<br />
Gevoelskloof 12<br />
Kenniskloof 13<br />
Vaardigheidskloof 13<br />
Krachtenkloof 14<br />
4. DE OPLEIDING. 16<br />
4.1. Algemene doelstelling 16<br />
4.2. Het belang van een reguliere <strong>opleiding</strong> 16<br />
4.3. De cursisten 17<br />
4.4. De opbouw van de <strong>opleiding</strong> 18<br />
Basisjaar: 1 schooljaar 18<br />
Opvolgingsjaren: 3 schooljaren 19<br />
Structuur en inhoud van de <strong>opleiding</strong> 19<br />
4.5. De omkadering 20<br />
4.6. Planning van de <strong>opleiding</strong>sgroepen 21<br />
5. DE TEWERKSTELLING. 23<br />
Wettelijk kader 23<br />
Vormen van de <strong>tewerkstelling</strong> 24<br />
Beroepsprofiel 24<br />
Mogelijke functies en taken voor <strong>ervaringsdeskundigen</strong>. 24<br />
Loonprincipes 25<br />
Creatie van <strong>tewerkstelling</strong> 25<br />
Vorming en ondersteuning 26<br />
6. SENSIBILISATIE. 27<br />
6.1. Een uitgebreide vraag 27<br />
6.2. Geldende principes. 28<br />
6.3. Werkwijze. 29<br />
7. FINANCIERING. 30<br />
7.1. Op federaal niveau. 30<br />
7.2. Op Vlaams niveau. 31<br />
7.3. Provincies, steden en gemeenten. 32<br />
7.4. Privaatrechterlijke organisaties 33<br />
7.5. Europese gemeenschap. 33<br />
8. LITERATUUR. 34<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 2
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
VOORWOORD.<br />
Deze krachtlijnen zijn bedoeld voor mensen in armoede, mensen binnen het beleid<br />
en de administraties, onderwijsinrichtingen en onderzoeksinstituten, mogelijke<br />
stage- en <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen en alle andere geïnteresseerden. We willen<br />
hiermee in een notendop informatie geven over de werking, visie en achtergrond<br />
van dit armoedebestrijdingsproject. Het is geen activiteitenverslag maar een<br />
overzicht in vogelvlucht waarin achtereenvolgens dieper ingegaan wordt op het<br />
maatschappelijk kader van het project, de structuur van de organisatie, onze visie<br />
op armoede en de vijf grote kloven tussen armen en niet armen, de <strong>opleiding</strong> tot<br />
ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting, het profiel van de<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong>, de <strong>tewerkstelling</strong>vormen de sensibilisatie van burgers en<br />
beleid en de financieringsporen van vzw De Link.<br />
1. DE MAATSCHAPPELIJKE LEGITIMERING VAN DE METHODIEK.<br />
1.1. Ervaringsdeskundigen: een noodzakelijke methodiek in<br />
armoedebestrijding.<br />
De arme als actieve partner in de armoedebestrijding.<br />
Het thema van armoede en armoedebestrijding heeft een permanente en<br />
vooraanstaande plaats in het politiek en maatschappelijk debat. Het recht op een<br />
menswaardig leven voor elke burger werd reeds in december 1948 opgenomen in<br />
de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het duurde tot in 1994, eer<br />
deze fundamentele rechten van elke mens opgenomen werden in de Belgische<br />
grondwet.<br />
We stellen vast dat de Belgische regering er uitdrukkelijk voor kiest de armen zelf<br />
te betrekken bij de armoedebestrijding. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis<br />
vraagt een regering de arme als actieve partner om de structurele oorzaken van<br />
armoede aan te pakken. We lezen in de regeringsverklaring van de regering<br />
Dehaene II 1 (maart 1992) dat men aan de representatieve vereniging ATD Vierde<br />
Wereld en aan de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten vraagt om een<br />
“Algemeen Verslag over de Armoede” op te stellen.<br />
We citeren uit de opdracht van de regering aan de opstellers van het verslag 2 :<br />
“De overheid erkent dat het noodzakelijk is om een meer solidaire<br />
samenleving tot stand te brengen. Dit kan alleen door de ervaringen en<br />
verwachtingen te kennen van de mensen die het hardst onder de<br />
armoede lijden. Het zijn dan ook zij zelf die, zo rechtstreeks mogelijk,<br />
het woord voeren in deze bij uitstek democratische dialoog.”<br />
1 Federale regering (1992), Regeerakkoord 9 maart 1992. Brussel.<br />
2 Koning Boudewijnstichting (1994), Algemeen verslag over de armoede. Brussel.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 3
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Dit verslag moet: 3<br />
“...een middel worden om, door de mensen die in armoede leven zelf en<br />
de sociale ‘actoren’ te mobiliseren, de structurele oorzaken van<br />
armoede en bestaansonzekerheid grondig aan te pakken.”<br />
In ’94 verscheen dit “Algemeen Verslag van de Armoede”. Het is het resultaat van<br />
een twee jaar durende intense mobilisatie en dialoog, een proces van armen en<br />
verenigingen, van werkers en beleidsmensen uit alle hoeken van België. Deze<br />
dialoogmethode werd ook de basis van verdere acties.<br />
Armoede is een gevolg van systematische structurele uitsluiting.<br />
Tegelijkertijd is er de belangrijke evolutie op wereldvlak. Op de wereldtop van<br />
Kopenhagen in maart 1995 erkennen alle regeringsleiders officieel dat armoede een<br />
structureel en dus maatschappelijk gecreëerd fenomeen is en geen individueel<br />
schuldgegeven. Deze verklaring betekent een historische kentering in het kijken<br />
naar armoede en armen.<br />
Voor het definiëren van armoede vanuit deze wereldwijd erkende visie, citeren we<br />
het doctoraat van Tine Van Regenmortel 4 dat een aanvulling is op de algemeen<br />
aanvaarde omschrijving van het jaarboek armoede van professor Vranken. Deze<br />
nieuwe definitie werd als uitbreiding opgenomen vanaf het Jaarboek 2003 5 : *<br />
“Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over<br />
meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het<br />
scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de<br />
samenleving. Deze kloof kan enkel worden overbrugd wanneer de<br />
samenleving een appèl doet op het psychologisch kapitaal van personen<br />
die in armoede leven en van hun omgeving. De samenleving maakt<br />
daarbij ook de economische, sociale en culturele kapitaalvormen voor<br />
hen toegankelijk. Zo krijgt iedereen gelijke kansen op niet-kwetsende<br />
sociale en maatschappelijke interacties en op waardevolle bindingen<br />
met zichzelf, de anderen, de maatschappij en de toekomst.”<br />
Er is een diepe kloof tussen armen enerzijds en werkers en beleid anderzijds.<br />
Jaren van armoedebestrijding maken duidelijk dat er een diepe kloof, een “missing<br />
link” is tussen enerzijds het beleid en werkers uit alle voorzieningen waar armen<br />
mee geconfronteerd worden en anderzijds de armen zelf. De belangrijkste<br />
elementen hierin zijn:<br />
Het fundamentele verschil in positie tussen enerzijds de arme, die verplicht wordt<br />
constant in armoede te leven en anderzijds de organisaties en beleidsactoren die<br />
deze realiteit niet kennen. De beleidsmakers en -uitvoerders behoren meestal tot<br />
3<br />
Idem.<br />
4<br />
Van Regenmortel, T. (2002), Empowerment en Maatzorg: een krachtgerichte psychologische kijk<br />
op armoede. Leuven/Leusden: Acco.<br />
5<br />
Vranken, J., De Boyser, K., Dierckx, D. (2003), Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2003.<br />
Leuven/Leusden: Acco.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 4
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
de middenklasse. Ze zijn onbekend met de harde realiteit van het leven in<br />
armoede in al zijn facetten en vooral met de gevoelens van schaamte en<br />
vernedering die gepaard gaan met de ervaring van de arme om voortdurend hulp te<br />
moeten vragen. Ze zijn onbekend met de schuldgevoelens waaronder de arme<br />
gebukt gaat als gevolg van het feit dat hij constant veroordeeld wordt en niet mag<br />
zijn wie hij is. De niet armen bevinden zich in de maatschappelijke positie om hun<br />
eigen oplossingen door te drukken ten aanzien van problemen van de armen.<br />
Hierdoor verliezen armen de greep over hun eigen leven en over de<br />
maatschappelijke besluitvorming, ondanks tal van interventies en<br />
beleidsmaatregelen.<br />
Het gaat dus niet alleen om de kenniskloof, vaardigheidskloof, gevoelskloof en<br />
krachtenkloof tussen beide werelden, maar het gaat in eerste instantie om een<br />
structurele participatiekloof.<br />
Besluiten<br />
Opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> als brug.<br />
De zwaarte en de diepte van de missing link maakt dat in alle sectoren van het<br />
maatschappelijk gebeuren mensen moeten ingeschakeld worden die vertrekken<br />
vanuit hun eigen beleving van armoede en die de logica achter de<br />
overlevingsstrategieën die ze ontwikkeld hebben, begrijpen en kunnen<br />
overbrengen.<br />
Opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting zijn mensen die<br />
armoede van bij de wieg aan den lijve ondervonden hebben, die deze ervaring<br />
verwerkt en verruimd hebben naar een bredere armoede-ervaring en die via een<br />
<strong>opleiding</strong> houdingen, vaardigheden en methoden kregen aangereikt om de<br />
verruimde armoede-ervaring deskundig aan te wenden in alle sectoren van de<br />
armoedebestrijding.<br />
Ervaringsdeskundigen slaan de brug tussen hun wereld en die van andere<br />
maatschappelijke actoren. Ze kunnen ingeschakeld worden voor ondersteunings- en<br />
begeleidingswerk, als tolken van de armoederealiteit, voor supervisie en het<br />
verlenen van advies, om lessen en vorming te geven. In groepswerk met<br />
levensgenoten kunnen zij trekkende en kaderende figuren worden. Naar het beleid<br />
toe kunnen zij maatregelen ter bestrijding van armoede formuleren. Op<br />
onderzoeksvlak kunnen zij de armoederealiteit duiden.<br />
Empowerment.<br />
De maatschappelijke erkenning dat sociale uitsluiting een structureel gegeven is en<br />
dat de actieve participatie van armen noodzakelijk is voor de armoedebestrijding,<br />
brengt ons tot twee noodzakelijke voorwaarden.<br />
Empoweren van mensen in armoede.<br />
Tine Van Regenmortel brengt de empowermentgedachte opnieuw in het<br />
armoededebat. Dit ideeëngoed gaat uit van het geloof in de krachten van de<br />
armen. Het doctoraat van Tine Van Regenmortel toont aan dat armen de<br />
krachten in zich hebben om zichzelf te bevrijden en greep te krijgen op hun<br />
eigen leven en de maatschappelijke besluitvorming. Voorwaarde hiervoor is<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 5
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
wel, aldus Van Regenmortel, dat de samenleving structureel en de werkers<br />
psychologisch de voorwaarden creëren opdat de armen hun potentiële<br />
krachten gestalte kunnen geven.<br />
Dit alles sluit aan bij het ideeëngoed van de Braziliaanse bevrijdingspedagoog<br />
Paolo Freire 6 (1921 - 1997) die met zijn alfabetiseringsmethoden uitgaat van<br />
de krachten van de armen en van het feit dat de armen alleen zichzelf kunnen<br />
bevrijden. De enige weg daartoe is de maatschappelijke bewustwording via<br />
een werkelijke dialoog die steunt op een totale gelijkwaardigheid waardoor<br />
iedereen als vol kan aanzien en erkend worde in zijn verantwoordelijkheid.<br />
Toch zijn het de armen alleen die de uitsluitingsmechanismen van onze<br />
samenleving kunnen blootleggen omdat alleen zij die ervaren en kennen.<br />
Dankzij de armen krijgt de samenleving de kans om haar fundamenteel<br />
ondemocratische mechanismen te leren kennen. Daardoor wordt ze in staat<br />
gesteld die te veranderen.<br />
De noodzaak van het empoweren van de niet armen.<br />
In Firenze 2002 brengt De Link bij monde van de eerste ervaringsdeskundige in<br />
Vlaanderen een nieuw element in het discours. Willen de samenleving, haar<br />
beleidsvoerders en armoedebestrijders armen kunnen steunen in hun<br />
bevrijding, dan is het noodzakelijk dat zij zelf empowerd zijn. De meeste<br />
mensen hebben doorheen hun leven te maken met pijn en uitsluiting. Zolang<br />
dit verborgen blijft voor henzelf, verhindert dit het open kunnen kijken naar<br />
de andere. Hun inzichten en acties naar de anderen worden gemaskeerd door<br />
de ongekende pijn in henzelf. Meer nog, hun inzichten en acties worden<br />
bepaald door die eigen onbewuste pijn. Niet alleen de solidariteitsgedachte,<br />
maar vooral het empowerd zijn van de niet-armen is voorwaardenscheppend<br />
willen zij in staat zijn de arme te ondersteunen in zijn eigen empoweren. Dit<br />
nieuwe inzicht wordt door De Link vzw mee naar buiten gebracht op alle<br />
mogelijke vormings- en sensibilisatiemomenten.<br />
1.2. Historiek en politiek draagvlak van de methodiek<br />
De eerste <strong>ervaringsdeskundigen</strong>.<br />
In ’88 werd vzw De Cirkel opgericht. De Cirkel was een vereniging waar armen het<br />
woord nemen uit het Antwerpse. Hier werd er voor het eerst expliciet voor gekozen<br />
om de armen als collega in te schakelen in de armoedebestrijding.<br />
In ’93 opteerde Kind en Gezin er als eerste grote organisatie binnen het<br />
welzijnswerk voor om het werken met <strong>ervaringsdeskundigen</strong> als methodiek te<br />
integreren binnen het begeleidingswerk met de gezinnen.<br />
Het politiek draagvlak<br />
Voormalig coördinerend Minister armoede Leo Peeters.<br />
Vanuit dit voormalige kabinet werd een ruimere overleggroep bijeen<br />
gebracht en zijn gesprekken gevoerd met bevoorrechte getuigen in allerlei<br />
levensdomeinen waar armen mee te maken hebben. Doel hiervan was het<br />
kader van het werken met <strong>ervaringsdeskundigen</strong>, de functieomschrijving die<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> op bepaalde werkdomeinen zullen moeten uitoefenen,<br />
uit te tekenen. In deze ruime stuurgroep zaten werkers uit alle sectoren<br />
waar armen mee te maken hebben, beleidsactoren en<br />
6 Freire, P. (1972); Pedagogie van de onderdrukten. Baarn: Anthos.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 6
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
onderwijsdeskundigen. In een kleinere werkgroep werd tegelijkertijd de<br />
<strong>opleiding</strong> geconcipieerd en het totale maatschappelijke project van De Link<br />
ontworpen.<br />
Ondersteuning vanuit het beleid: een unaniem parlement (februari 1998)<br />
In de motie van aanbeveling van het Vlaams Parlement 7 (februari '98) in het<br />
themadebat over armoede en sociale uitsluiting schaarden alle politieke<br />
partijen zich unaniem achter een decretale regeling voor een <strong>opleiding</strong> en<br />
de <strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in alle levensdomeinen waar<br />
armen mee te maken hebben.<br />
Federale en Vlaamse regeringsverklaringen van juli 1999 89 .<br />
In deze regeringsverklaringen werden 4 belangrijke prioriteiten naar voor<br />
geschoven met betrekking tot het inschakelen van armen. Deze liggen<br />
volledig in de lijn van de filosofie van De Link:<br />
• de nood aan actieve participatie van armen;<br />
• de nood aan <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoedebestrijding;<br />
• het belang van onderwijsinitiatieven over de netten heen;<br />
• de nood aan <strong>opleiding</strong>sinitiatieven die leiden tot <strong>tewerkstelling</strong> van<br />
mensen die leven in armoede- en uitsluitingsituaties.<br />
Bovendien is de motie van aanbeveling van het Vlaams Parlement van<br />
februari ’98, waarnaar hierboven al verwezen is, volledig opgenomen in de<br />
Vlaamse regeringsverklaring van juli ’99.<br />
Wereldtop over armoede en sociale cohesie van 2000 in Genève:<br />
“Kopenhagen + 5”.<br />
Op deze wereldtop werd een onderzoeksrapport van de Verenigde Naties<br />
gepresenteerd met betrekking tot de evolutie van de armoedesituatie in de<br />
wereld, vijf jaar na de top in Kopenhagen 10 . Uit dit rapport blijkt dat de<br />
armoede in de wereld nog steeds verergert, behalve daar waar armen actief<br />
betrokken worden in de armoedebestrijding.<br />
Nationaal actieplan Sociale insluiting (NAPincl) (2001) 11 .<br />
In het NAPincl heeft de federale regering gesteld dat OCMW’s in de<br />
gelegenheid gesteld worden om <strong>ervaringsdeskundigen</strong> te betrekken.<br />
Vlaams decreet Armoedebestrijding (2003) 12<br />
Dit decreet werd 21 maart 2003 goedgekeurd door het Vlaams Parlement en<br />
op 10 oktober 2003 werd in de Vlaamse regering het uitvoeringsbesluit<br />
7<br />
Vlaamse regering (1998), Maatschappelijke beleidsnota Armoede en sociale uitsluiting. motie van<br />
aanbeveling tot besluit van het op 19 februari 1998 in plenaire vergadering gehouden themadebat<br />
over armoede en sociale uitsluiting. Brussel.<br />
8<br />
Federale regering (1999), De brug naar de eenentwintigste eeuw – Regeringsverklaring en<br />
regeerakkoord – 28 juli 1999. Brussel.<br />
9<br />
Vlaamse regering (1999), Een nieuw project voor Vlaanderen. Het Vlaams Regeerakkoord. Brussel,<br />
13 juli 1999.<br />
10 United Nations Development Programme (2000), Overcoming human poverty. Poverty report<br />
2000. UNDP, Oxford University Press.<br />
11 Federaal Ministerie van Sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu (2001), Nationaal actieplan<br />
sociale insluiting NAPincl – Integrale versie – juni 2001. Brussel.<br />
12 Ministerie van de Vlaamse gemeenschap (2003), Decreet 21 maart 2003 betreffende de<br />
armoedebestrijding, Belgisch Staatsblad, 11/06/03.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 7
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
gestemd 13 . In dit decreet wordt de 'opgeleide ervaringsdeskundige in<br />
armoede en sociale uitsluiting' een decretaal bestaande functie. Tevens<br />
wordt voorzien dat deze <strong>ervaringsdeskundigen</strong> zullen tewerkgesteld worden<br />
in alle sectoren waar armen mee te maken krijgen. Daarnaast voorziet het<br />
decreet in de financiering van de coördinatie.<br />
Op 6 mei 2004 werd vzw De Link door de Vlaamse regering officieel erkend<br />
als “organisatie voor coördinatie en toeleiding tot de <strong>opleiding</strong> voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede” 14<br />
Vlaams regeerakkoord 2004 15<br />
“Op het vlak van armoedebestrijding en sociale cohesie moet Vlaanderen bij<br />
de top 5 van de EU-regio’s behoren. Alle inwoners en doelgroepen hebben<br />
tijdens elke levensfase voldoende ontwikkelingskansen en<br />
keuzemogelijkheden om op elk domein deel te nemen aan het<br />
maatschappelijk leven.”<br />
De Vlaamse regering zegt ook hoe ze dit wil realiseren:<br />
• “We schakelen mensen die in armoede leven en hun organisaties tijdig en<br />
structureel in bij de voorbereiding van het beleid;”<br />
• “Elk beleidsdomein heeft aandacht voor armoedebestrijding en<br />
risicoverlaging. Daartoe doen de Vlaamse administratie en de diverse<br />
organisaties beroep op <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale<br />
uitsluiting.”<br />
13 Vlaamse regering (2003), Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 21<br />
maart 2003 betreffende de armoedebestrijding. Brussel.<br />
14 Ministerie van de Vlaamse gemeenschap (2004), Ministerieel besluit houdende de erkenningvan<br />
vzw De Link als organisatie voor de coördinatie en toeleiding tot de <strong>opleiding</strong> voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede.<br />
15 Vlaamse regering (2004), Het Vlaams regeerakkoord 2004, Vertrouwen geven<br />
verantwoordelijkheid nemen.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 8
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
2. VZW DE LINK: COÖRDINATOR VAN HET MAATSCHAPPELIJK PROJECT.<br />
v Algemene doelstellingen.<br />
Vzw De Link wil mee een antwoord zoeken op de missing link die er is tussen armen<br />
enerzijds en de aanpak van armoede anderzijds. Zij wil vooral ook symbool staan<br />
voor de maatschappelijke erkenning dat armoede een structureel probleem is en<br />
wil de samenleving aansporen tot structurele oplossingen.<br />
Vzw De Link gaat uit van de kracht van de armen. Het zijn zij die de ervaring van<br />
maatschappelijke uitsluiting op alle mogelijke levensdomeinen, mee ondersteund<br />
door de <strong>opleiding</strong>, verder kunnen ontwikkelen in een deskundigheid die de<br />
samenleving nodig heeft in armoedebestrijding.<br />
Op 26/3/1999 werd VZW De Link opgericht. Het is een autonome organisatie met<br />
als doel:<br />
• Het realiseren, sturen en bewaken van een permanente <strong>opleiding</strong> voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting.<br />
• Het structureel verankeren van de <strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong><br />
binnen alle sectoren in de samenleving. Zorgen voor de ondersteuning van de<br />
tewerkgestelde <strong>ervaringsdeskundigen</strong> en de <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen.<br />
• Het sensibiliseren van burgers, diensten en beleid tot het opnemen van hun<br />
eigen verantwoordelijkheid binnen de armoedebestrijding.<br />
• Het bewaken van de methodiek.<br />
Op 06 mei 2004 werd vzw De Link door de Vlaamse regering officieel erkend als<br />
“organisatie voor coördinatie en toeleiding tot de <strong>opleiding</strong> voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede” 16 .<br />
v Organisatorische invulling.<br />
De algemene vergadering is samengesteld uit armen en verenigingen waar armen<br />
het woord nemen, <strong>opleiding</strong>s- en onderzoeksinstituten, <strong>tewerkstelling</strong>s- en<br />
beleidsactoren. Daardoor vormt ze een breed maatschappelijk draagvlak. De<br />
algemene vergadering bewaakt mee de doelstelling van het project.<br />
In de raad van bestuur worden de krijtlijnen, bepaald in de algemene vergadering,<br />
verder uitgewerkt en geëvalueerd.<br />
Daarnaast wordt De Link ondersteund door een algemene stuurgroep. Daarin<br />
worden thema’s rond de luiken <strong>opleiding</strong> en <strong>tewerkstelling</strong> besproken. Deelnemers<br />
aan deze stuurgroep zijn: <strong>ervaringsdeskundigen</strong>, een tandem van het Vlaams<br />
Netwerk van de Verenigingen Waar Armen het Woord nemen, Kind & Gezin<br />
Vlaanderen, de departementen sociaal werk van volgende hogescholen:<br />
Arteveldehogeschool Gent, Hogeschool Gent, Erasmus Brussel en Ipsoc Kortrijk, de<br />
16 Ministerie van de Vlaamse gemeenschap (2004), Ministerieel besluit houdende de erkenning van<br />
vzw De Link als organisatie voor coördinatie en toeleiding tot de <strong>opleiding</strong> voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 9
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Centra Voor Volwassenenonderwijs van Genk, Anderlecht en Hasselt, RISO Brussel,<br />
beleidsverantwoordelijken van de kabinetten werk en Gezin & Welzijn, de<br />
administratie Werk, Welzijn en Onderwijs, vakorganisaties (ABVV en ACV) en<br />
diverse koepelverenigingen (VSO, VWV, VVSG), Welzijnszorg, de onderzoekcentra<br />
HIVA en OASES, departement Pedagogiek KUL, CAW de Spar, provincie Vlaams-<br />
Brabant.<br />
Vanuit het besef en het gevoel dat de organisatie steeds groter wordt en dat het<br />
belangrijk is in dergelijke organisatie om het ideeëngoed door zoveel mogelijk<br />
mensen te laten dragen en verder te ontwikkelen werd het kernoverleg opgericht.<br />
Hierin zit iedereen van de staf (zie hieronder), alle lokale <strong>opleiding</strong>scoördinatoren<br />
en alle tandems van procesbegeleiders. Afhankelijk van het thema en minstens 1<br />
keer per semester worden hier ook alle docenten op uitgenodigd. Hierop komen<br />
alle thema’s aan bod die voor het ideeëngoed van De Link belangrijk zijn en die te<br />
maken hebben met de doelstellingen van De Link.<br />
De dagelijkse leiding van de organisatie ligt in handen van de staf. Deze bestaat uit<br />
de algemene coördinator, de algemene <strong>opleiding</strong>scoördinator, de<br />
<strong>tewerkstelling</strong>scoördinator, de personeelsverantwoordelijke, de<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong>, de administratieve kracht en het vliegende supervisietrio.<br />
Zij zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van alle luiken van de werking en het<br />
afstemmen van de verschillende acties op elkaar.<br />
Het vliegende supervisietrio bestaat uit een opgeleide ervaringsdeskundige en twee<br />
opgeleide deskundigen. Ze bieden daar waar nodig steun aan de tewerkgestelde<br />
ervaringsdeskundige en bieden coaching aan de tandems. Dit doen ze vooral in de<br />
<strong>opleiding</strong> tot ervaringsdeskundige, maar ook op andere <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen.<br />
De <strong>opleiding</strong>sstuurgroep is samengesteld uit de algemene <strong>opleiding</strong>scoördinator,<br />
de <strong>tewerkstelling</strong>scoördinator, de ervaringsdeskundige, het vliegende supervisietrio<br />
en de lokale <strong>opleiding</strong>scoördinatoren. Zij zijn verantwoordelijk voor het algemeen<br />
operationele beleid van de <strong>opleiding</strong>.<br />
De praktijkstuurgroep is samengesteld uit de algemene <strong>opleiding</strong>scoördinator, de<br />
<strong>tewerkstelling</strong>scoördinator, het vliegende supervisietrio, de locale<br />
<strong>opleiding</strong>scoördinatoren, de opgeleide en ervaringsdeskundige praktijkbegeleiders<br />
van de verschillende <strong>opleiding</strong>slocaties.<br />
Inhoudelijke thema’s die verband houden met de <strong>opleiding</strong>, beroepspraktijk en<br />
<strong>tewerkstelling</strong> van cursisten worden daar besproken.<br />
In deze ontwikkelingsfase van het totale project is het belangrijk om in<br />
inhoudelijke werkgroepen dieper te kunnen ingaan rond een aantal belangrijke<br />
thema's. Dit is bijzonder noodzakelijk om de kwaliteit van alle pijlers van de<br />
organisatie te optimaliseren.<br />
Hierbij is de wetenschappelijk medewerker, de ‘schrijver’ de drijvende kracht.<br />
Verder zijn er naargelang het thema een aantal <strong>ervaringsdeskundigen</strong> en<br />
stafmedewerkers betrokken<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 10
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
3. VISIE OP ARMOEDE.<br />
Voor de definiëring van het begrip 'armoede' bouwt vzw De Link verder op deze die<br />
door vzw De Cirkel ontwikkeld en neergeschreven werd in het boek “Uit het huis,<br />
uit het hart?” 17 .<br />
Het begrip armoede is uiteraard ruimer dan de financiële armoede. Armoede wordt<br />
gezien als een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt op meerdere<br />
gebieden van het leven van de armen. Tussen het leven van de arme en dat van de<br />
niet arme bestaat er een 'missing link' die bestaat uit vijf grote kloven die op elkaar<br />
inspelen en elkaar versterken. Aan de basis van deze kloven ligt de structurele- en<br />
participatiekloof veroorzaakt door allerlei maatschappelijke<br />
uitsluitingsmechanismen. Daaruit voortvloeiend en elkaar voortdurend<br />
beïnvloedend zijn er de gevoelskloof, de kennis- en vaardigheidskloof en de<br />
krachtenkloof.<br />
Deze omschrijving vloeit voort uit het onderzoek dat De Link vzw ontwikkelde<br />
samen met de <strong>ervaringsdeskundigen</strong> en andere vaste medewerkers.<br />
Structurele- en participatiekloof.<br />
De structurele kloof is de meest onderzochte, de meest zichtbare en meest<br />
gekende van alle kloven die de niet armen scheidt van de armen. De<br />
participatiekloof is een gevolg van de uitsluiting van mensen op alle<br />
levensdomeinen en op alle niveaus.<br />
In essentie gaat deze kloof over het feit dat aan mensen de greep ontnomen wordt<br />
over hun eigen leven en over de maatschappelijke besluitvorming. Het gaat erover<br />
dat niet armen in de meeste contacten met armen de problemen vanuit hun eigen<br />
dominante cultuur bekijken en herdefiniëren, van daaruit ook de oplossingen<br />
invullen en de evaluaties uit handen nemen. Dit heeft niet alleen tot gevolg dat<br />
armen verhinderd worden om te participeren aan de samenleving maar dat hun ook<br />
in hun eigen leven de kans ontnomen wordt om hun verantwoordelijkheid te<br />
kunnen en mogen opnemen. Doordat de buitenwereld reageert met duizend en één<br />
interventies, waartoe de arme zich steeds weer te verhouden heeft kan hij zelf<br />
geen greep krijgen op zijn eigen leven. Daardoor komt alles wat van buitenaf komt<br />
als bedreigend over of is bedreigend. Het plaatst de armen in een<br />
afhankelijkheidspositie en aan de onderkant van elke sociale relatie.<br />
De structurele kloof gaat over het feit dat deze mensen verstoken blijven van alle<br />
basisrechten.<br />
Het recht op onderwijs: ze hebben niet alleen een slechte schoolcarrière maar<br />
komen vaak ten onrechte in het bijzonder onderwijs terecht.<br />
Het recht op huisvesting: ze wonen vaak in ongezonde, te kleine en te dure huizen<br />
van privé-eigenaars en huisjesmelkers. Ze verhuizen vaak van krot naar krot op de<br />
vlucht voor deurwaarders.<br />
Het recht op gezondheid: veel meer dan de gemiddelde burger hebben ze serieuze<br />
gezondheidsproblemen (kanker, long- en hartaandoeningen, rugklachten, …).<br />
17 VZW De Cirkel (1996), uit het huis, uit het hart? Berchem, vzw De Cirkel.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 11
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Gemiddeld sterven mensen uit de diepe armoede zeven tot acht jaar vroeger dan<br />
Jan Modaal.<br />
Het recht op maatschappelijke dienstverlening: ze hebben veelal verplicht contact<br />
met duizend en één dienstverlener zonder het gevoel geholpen te zijn.<br />
Het recht op recht: meer dan de gemiddelde burger komen ze in aanraking met het<br />
gerecht en bovendien worden ze vlugger en zwaarder veroordeeld. Hun kinderen<br />
worden vlugger gevat door de jeugdrechtbank.<br />
Het recht op <strong>tewerkstelling</strong>: ze leven meestal van een leefloon of zijn langdurig<br />
afhankelijk van een ander vervangingsinkomen. Omdat ze geen diploma hebben en<br />
wegens hun uiterlijk worden ze dikwijls niet aangenomen voor jobs waarvoor ze<br />
geschikt zijn.<br />
Bovendien zijn reglementeringen afgestemd op een modaal gezin waartoe armen<br />
niet behoren. Dit maakt dat ze veel minder of moeilijker dan anderen beroep<br />
kunnen doen op een aantal algemene rechten zoals studiebeurzen, kinderbijslag,<br />
woonpremies, belastingsvermindering, ….<br />
De gevoelskloof.<br />
De structurele uitsluiting heeft twee belangrijke gevolgen naar het gevoel van<br />
armen, enerzijds laat dit een zware gekwetste binnenkant na en anderzijds geeft<br />
dit een enorme drang om 'erbij' te horen zoals elk menselijk wezen.<br />
Een eerste element van deze gevoelskloof bestaat uit de gekwetste binnenkant.<br />
In haar onbekendheid met armoede geeft de samenleving aan armen het gevoel dat<br />
ze zelf schuldig zijn aan hun eigen situatie. Ongewild geven we kansarme kinderen<br />
steeds de boodschap dat ze zelf de oorzaak te zijn van hun eigen falen en hierdoor<br />
stapelen ze voor zichzelf schuld op schuld. Dit maakt dat ze als volwassene elke<br />
nieuwe schuldtoewijzing van buitenaf terug interioriseren wat hun gevoel schuldig<br />
te zijn nog eens vergroot. Bovendien gaan kansarme mensen vaak gebukt onder een<br />
innerlijke pijn en een onbevredigd basisverlangen, die het gevolg is van het feit dat<br />
- vaak al van in de vroege jeugd - de band met het natuurlijke milieu is<br />
doorgeknipt.<br />
Dit alles maakt dat armen zich niet aanvaard weten en leven in schaamte, met<br />
gevoelens van vernedering en vanuit een zeer sterk minderwaardigheidsgevoel.<br />
Deze gevoelens worden gans hun jeugd gevoed in talloze contacten op school, in de<br />
buurt, door voorzieningen, …<br />
Vooral het ingeslikte schuldgevoel, versterkt door een verleden van zoveel<br />
onverwerkt verdriet, maakt dat mensen in armoede geblokkeerd geraken in hun<br />
gevoel en verlamd in hun functioneren.<br />
Het is een existentieel verlangen van de mens om erbij te horen. Door onze<br />
samenlevingsstructuren sluiten we de armen uit. Dit heeft als gevolg dat wij bij<br />
deze mensen een versterkt verlangen installeren om er toch bij te horen. Om dit te<br />
realiseren zien we dat armen dat wat ze kennen (zie kenniskloof) van de<br />
middenklasser gaan overnemen, namelijk de uiterlijk waarneembare zaken: een<br />
dure auto, een GSM, een duur trouwkleed, ...<br />
Onze maatschappelijke reactie op dat gedrag die wij door onze<br />
uitsluitingsmechanismen uitlokken is er dan één van schuldtoewijzing: het is je<br />
eigen schuld dat je in de problemen zit. Een reactie die op zijn beurt opnieuw een<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 12
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
uitgesloten gevoel teweegbrengt!<br />
De kenniskloof<br />
Armen hebben verbijsterend weinig kennis van de maatschappij en haar instituties.<br />
Hoewel het lijkt dat kansarmen zeer goed hun weg kennen in de wereld van de<br />
hulpverlening, hebben ze vaak weinig weet van hoe de samenleving functioneert.<br />
Ze weten dikwijls niet hoe ze in regel moeten blijven met kinderbijslag,<br />
mutualiteit, werkloosheidsvergoeding, studiebeurs, ...<br />
Maar deze kenniskloof reikt nog veel verder. Eigenlijk weten armen niets van de<br />
leefwereld van de modale burgers, zelfs niets van de voor ons evidente zaken! De<br />
hardnekkigheid van deze kloof schuilt in het feit dat beide partijen, de arme en de<br />
niet arme van elkaar, niet weten dat ze het niet weten. De middenklasser weet<br />
niet dat de arme deze kennis niet bezit en geeft als gevolg daarvan geen<br />
informatie of houdt hem geen spiegels voor. De arme stelt geen vragen omdat hij<br />
niet weet dat hij deze kennis niet heeft. Daardoor kan hij zijn kennis niet<br />
vergroten. Wanneer hij voelt dat er iets schort dan gaat hij te rade bij lotgenoten,<br />
zijn familie of andere mensen in armoede die op hun beurt deze kennis niet<br />
bezitten.<br />
De vaardigheidskloof.<br />
Het leven in armoede kenmerkt zich tevens door een gebrek aan die vaardigheden<br />
die nodig zijn om zich in de samenleving te kunnen handhaven op een manier die<br />
aanvaard wordt door de heersende cultuur. Dit tekort aan vaardigheden uit zich in<br />
meer praktische zaken als huishouden, gezinsadministratie of geldbeheer, ... Maar<br />
het uit zich ook op emotioneel en pedagogisch vlak: communicatie, relatie,<br />
opvoeding van de kinderen, ...<br />
Er zijn twee belangrijke oorzaken waardoor armen deze vaardigheden moeten<br />
missen.<br />
Vaardigheden worden aangeleerd van bij de geboorte binnen de existentiële band<br />
die er is tussen ouders en kinderen. Kinderen leren vaardigheden door het<br />
volbrengen van opdrachten die ze krijgen van hun ouders en het blijven herhalen<br />
van deze opdrachten. Het vervullen van deze opdrachten gebeurt niet vanuit de<br />
wens om die vaardigheden aan te leren, maar wel vanuit het verlangen graag<br />
gezien te worden door hun ouders (zie ook de theorieën van Nagy 18 en<br />
Ghesquière 19 ). Dit is de motor die schuilgaat achter het aanleren van alle<br />
noodzakelijke vaardigheden die nodig zijn om zich later 'aanvaard' te kunnen<br />
gedragen en zich 'maatschappelijk' te kunnen handhaven. Daar waar gedurende de<br />
jeugd deze existentiële band ontbrak door plaatsing in instellingen of<br />
pleeggezinnen, zijn de dingen die aangeleerd werden niet verworven waardoor ze<br />
zich niet konden ontwikkelen tot vaardigheden.<br />
Armen zijn de mensen bij uitstek die geconfronteerd worden en werden door<br />
plaatsingen gedurende hun jeugd. Dit is dan ook een fundamentele reden waardoor<br />
armen een heel aantal vaardigheden missen die op latere leeftijd heel moeilijk bij<br />
18 ONDERWAATER, A., (1986), De onverbrekelijke band tussen ouders en kinderen. Over de<br />
denkbeelden van Ivan Boszormenyi-Nagy en Helm Stierlin. Lisse, Swets & Zeitlinger.<br />
19 GHESQUIERE, P., (1993), Multiproblemgezinnen. Leuven / Apeldoorn, Garant.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 13
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
te benen zijn.<br />
Een ander belangrijke oorzaak voor het ontbreken van deze vaardigheden schuilt in<br />
het ontbreken van voorbeelden. Daar waar in generatiearme gezinnen de ouders<br />
deze vaardigheden niet hebben, zullen ze dit niet aan hun kinderen kunnen<br />
aanleren met alle gevolgen van dien voor de volgende generatie.<br />
Het is hierbij belangrijk oog te blijven hebben voor de vaardigheden die mensen in<br />
armoede wel ontwikkeld hebben, maar die wij vanuit de maatschappij te weinig<br />
kennen en waarderen.<br />
Naast het ontbreken van deze vaardigheden speelt eveneens mee dat het aanleren<br />
ervan op latere leeftijd bemoeilijkt wordt door verschillende elementen.<br />
Ten eerste heeft een mens om te kunnen leren mentale en emotionele ruimte<br />
nodig. Bij armen wordt dit bemoeilijkt omdat de pijn uit het verleden als het ware<br />
te dicht op hun vel plakt zodat ze onmogelijk zaken kunnen oppakken. Ze zitten<br />
met een onbevredigd basisverlangen dat alles blokkeert en hen verhindert om<br />
nieuwe informatie op te pikken.<br />
Een tweede element is er één van leertheoretische aard. Het blijkt in de praktijk<br />
moeilijk om nieuwe verworven kennis om te zetten in gedrag. Hierin spelen twee<br />
hinderpalen. Enerzijds is het niet eenvoudig om verworven levenspatronen af te<br />
leren en anderzijds vergt het meerdere leerstappen om van weten tot inzicht te<br />
komen, om van inzicht over te gaan op het kunnen toepassen en om het kunnen<br />
toepassen om te zetten in een gewoonte of vaardigheid.<br />
Bovendien verwacht de maatschappij van een volwassene dat hij al deze<br />
handelingen vlot kan uitoefenen. Zelf al zou de samenleving weten waarom armen<br />
deze vaardigheden niet bezitten, dan nog zal ze hen als volwassenen moeilijk de<br />
noodzakelijke tijd geven om te experimenteren, om aldus de verloren schade bij te<br />
benen.<br />
Krachtenkloof<br />
Een jeugd in armoede en uitsluiting resulteert ook in een aantal positieve<br />
elementen.<br />
Opmerkelijk is de ongelooflijke motivatie en draagkracht die arme mensen hebben<br />
om hun eigen situatie en die van hun kinderen te verbeteren. In tegenstelling tot<br />
de armen heeft de niet arme meerdere projecten in zijn leven: werk, partner,<br />
kinderen, vrienden, hobby’s, ... Armen hebben echter maar één fundamenteel<br />
project namelijk perspectief creëren voor henzelf, maar vooral voor hun kinderen.<br />
Daar waar bij de niet arme individualisme meestal op de voorgrond staat zien we<br />
bij armen veelal een grotere solidariteit en strijdbaarheid. Niet alleen vanuit hun<br />
intens verlangen belangrijk te willen zijn voor anderen maar vooral vanuit de<br />
herkenning van het onrecht willen ze andere mensen in de miserie steeds helpen<br />
ook al zitten ze zelf tot over hun oren in de problemen. Daarnaast willen ze<br />
armoede de wereld uit. Dit is niet alleen de motivatie van alle kandidaat-cursisten<br />
die aan de <strong>opleiding</strong> tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting<br />
willen beginnen maar ook de motivatie van de armen die meewerken in<br />
verenigingen waar armen het woord nemen.<br />
Een ander kracht van de arme is het feit dat hij in onmogelijke en chaotische<br />
omstandigheden het hoofd boven water kan houden. Dit in tegenstelling tot de<br />
doorsnee burger die nood heeft aan een voldoende georganiseerd, gestructureerd<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 14
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
en overzichtelijk geheel om te kunnen leven.<br />
Daar waar de middenklasser zich soms kenmerkt door een verdoezelend<br />
taalgebruik, zien we bij veel armen een meer open en directe communicatie.<br />
Eenmaal mensen in armoede gelijkwaardigheid ervaren hebben, zullen ze niet<br />
armen confronteren als ze het gevoel hebben dat ze betutteld worden. Dit hangt<br />
samen met het feit dat ze steeds aan de onderkant van de sociale relatie geplaatst<br />
werden. Zij weten beter dan wie hoe betutteling een respectvolle en<br />
gelijkwaardige verhouding in de weg staat en hoe een echte confrontatie kans<br />
schept tot groei.<br />
Armen zijn radars van gevoelens. Ze hebben veel gevoel voor humor en zijn mensen<br />
met een ruim kunstzinnig vermogen.<br />
Tot slot<br />
Het spreekt voor zich dat niet al deze kenmerken in even sterke mate aanwezig<br />
zijn bij alle armen. Bovendien zijn niet alle opgesomde eigenschappen even<br />
zichtbaar. Wat wij wel merken is dat hoe meer de armen zich kunnen bevrijden<br />
van het juk van hun gekwetste binnenkant, hoe meer deze krachten zich kunnen<br />
openbaren en versterken.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 15
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
4.1. Algemene doelstelling.<br />
4. DE OPLEIDING.<br />
De <strong>opleiding</strong> wil armen de kans geven om hun ervaringen in de armoede te<br />
verwerken om deze in te kunnen zetten op alle terreinen van de<br />
armoedebestrijding. Door de <strong>opleiding</strong> ontwikkelen de mensen zich verder daar<br />
waar ze door hun levenssituatie gestopt zijn. Ze verwerven er de nodige inzichten,<br />
houdingen en vaardigheden om als ervaringsdeskundige te kunnen werken in de<br />
functies waar ze nodig zijn.<br />
De <strong>opleiding</strong> wil enerzijds een proces zijn waarin de armen hun eigen armoedeervaringen<br />
verwerken vertrekkende vanuit de analyse van hun eigen<br />
levensgeschiedenis. Ze krijgen de mogelijkheid hun individuele geschiedenis en hun<br />
oplossingen te spiegelen en te toetsen aan andere armoede-ervaringen en aan een<br />
breder maatschappelijk kader. Zo komen ze van individuele belevingen en<br />
antwoorden tot algemene analyses en oplossingen.<br />
Via de vakken die aangeboden worden verwerven de cursisten de nodige<br />
theoretische en technische achtergronden.<br />
De <strong>opleiding</strong> wordt gekoppeld aan beroepspraktijk opdat de armen zo de opgedane<br />
kennis leren gebruiken in het werkveld.<br />
Door het volgen van de <strong>opleiding</strong> worden de cursisten een belangrijke schakel in de<br />
hulp- en dienstverlening aan armen en kunnen ze een relevante bijdrage leveren<br />
aan de armoedebestrijding in alle sectoren waar armen mee geconfronteerd<br />
worden.<br />
4.2. Het belang van een reguliere <strong>opleiding</strong>.<br />
Door de betaalde <strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> erkent de samenleving<br />
officieel dat de inschakeling van mensen die armoede aan den lijve ondervinden<br />
noodzakelijk is voor de armoedebestrijding. Om hun job inhoudelijk volwaardig èn<br />
maatschappelijk gerespecteerd te kunnen uitoefenen is een degelijke <strong>opleiding</strong><br />
met een erkend bekwaamheidsbewijs onontbeerlijk.<br />
De <strong>opleiding</strong> kadert binnen het Volwassenenonderwijs. Het succesvol beëindigen<br />
van deze <strong>opleiding</strong> geeft de cursisten recht op een getuigschrift. Dit is een<br />
bekwaamheidsbewijs van het technisch secundair onderwijs derde graad met een<br />
lineair deeltijds leerplan. De waarde van dit bekwaamheidsbewijs is momenteel<br />
nog het voorwerp van maatschappelijke discussie. Ondanks alle retoriek over<br />
“Elders Verworven Competenties” en “Levenslang Leren” bestaat er geen feitelijke<br />
gelijkstelling in o.m. openbare diensten van een A2 diploma Technisch Secundair<br />
Onderwijs met voltijds leerplan en een getuigschrift met deeltijds leerplan. In tal<br />
van private organisaties is er wel een gelijkschakeling, die zich voornamelijk<br />
vertaald in loonbarema’s op A2 niveau. Samen met o.m. de scholen voor<br />
volwassenenonderwijs vecht De Link verder voor een hogere maatschappelijke<br />
honorering van dit getuigschrift.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 16
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
4.3. De cursisten.<br />
Selectiecriteria<br />
• Mannen en vrouwen die ervaring hebben met diepe armoede en/of<br />
uithuisplaatsing.<br />
Met diepe armoede wordt bedoeld: meerdere vormen van uitsluiting. Een<br />
uitsluiting die zijn gevolgen heeft op de binnenkant van de mens en dus<br />
diens zelfbeeld aantast, en gevoelens van schaamte en schuld met zich<br />
meebrengt. Uitsluiting ook die zijn effecten heeft op vaardigheden die<br />
men nodig heeft om maatschappelijk te kunnen functioneren.<br />
• Mensen die in de loop van hun leven geconfronteerd werden met alle<br />
mogelijke vormen van uitsluiting op verschillende vlakken: onderwijs,<br />
huisvesting, recht, gezondheidszorg, <strong>tewerkstelling</strong>, ...<br />
• Mensen die bereid zijn om met hun eigen ervaring te werken, die de<br />
verwerking van hun eigen, pijnlijke levenservaringen willen doormaken.<br />
• Mensen die in staat zijn om actief te luisteren naar anderen.<br />
• Mensen met een zware, acute en allesoverheersende<br />
verslavingsproblematiek of met een ernstige en acute psychiatrische<br />
problematiek, zelfs indien ze beantwoorden aan de overige criteria,<br />
worden niet toegelaten tot de <strong>opleiding</strong>. Zolang deze acute problemen<br />
geen leefbare oplossing hebben gevonden is het voor deze mensen niet<br />
aangewezen om met de <strong>opleiding</strong> te starten.<br />
• Leeftijd: niet ouder dan 50 jaar bij aanmelding. (moet dit uitgelegd<br />
worden?)<br />
Selectieprocedure<br />
1 In de Vlaamse provincies waar nieuwe <strong>opleiding</strong>sgroepen starten worden<br />
enkele maanden vooraf regionale informatievergaderingen georganiseerd<br />
voor alle geïnteresseerde kandidaat-cursisten en toeleidende<br />
organisaties;<br />
2 Alle kandidaat-cursisten vullen een vragenlijst in. Deze lijst werd<br />
samengesteld rekening houdend met verschillende kenmerken van<br />
armoede;<br />
3 Met behulp van de ingevulde vragenlijst worden selectiegesprekken<br />
georganiseerd met een tandem van een opgeleide deskundige en een<br />
ervaringsdeskundige;<br />
4 Het selectiecomité beslist over de kandidatuur op basis van de<br />
selectiecriteria, de groepssamenstelling en de datum van aanmelding.<br />
Groepssamenstelling<br />
Om te komen tot een evenwichtige groepssamenstelling wordt rekening<br />
gehouden met volgende criteria:<br />
• Een goede mix van mannen en vrouwen;<br />
• Een goede mix van verschillende leeftijden;<br />
• Een goede regionale spreiding;<br />
• Geen mensen vanuit eenzelfde organisatie.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 17
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
4.4. De opbouw van de <strong>opleiding</strong>.<br />
De totale <strong>opleiding</strong> voor <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting<br />
bestaat momenteel uit vier schooljaren: een basisjaar en drie opvolgingsjaren. In<br />
het basisjaar ligt de klemtoon op de verwerking van levensverhalen, in de drie<br />
opvolgingsjaren wordt de gesuperviseerde beroepspraktijk systematisch<br />
opgebouwd.<br />
Basisjaar: 1 schooljaar.<br />
Belang<br />
Deelnemen aan het basisjaar is voorwaardenscheppend voor het volgen van<br />
de <strong>opleiding</strong>. Het is belangrijk dat cursisten hun eigen ervaringen een stuk<br />
verwerken omdat anders de emoties en de pijn van de uitsluiting zo dicht op<br />
hun vel zitten, dat ze geen ruimte hebben om informatie op te pikken en te<br />
leren.<br />
Doelstellingen<br />
• Het proces van de verwerking van de eigen pijnlijke levenservaring in<br />
gang zetten.<br />
• Nagaan of er voldoende verwerking van de pijn gebeurd is, zodat “leren”<br />
mogelijk wordt.<br />
• Inzicht laten verwerven in de eigen levensgeschiedenis en nagaan of de<br />
cursist hiermee wil werken in de volgende jaren.<br />
• Nagaan of de cursist voldoende uitsluitingservaring heeft.<br />
• Een start maken met het aanleren van communicatie- en<br />
luistervaardigheid en nagaan of mensen al een stuk luistervaardig zijn.<br />
• Nagaan of de cursist respectvol is. Dit houdt ook respect in rond het<br />
verschil in tempo tussen de cursisten.<br />
• Nagaan of de cursist voldoende aansluiting vindt in deze leergroep.<br />
• Enkele basisvaardigheden aanleren ivm. “leren”: initiatie ICT, notities<br />
leren nemen, zich leren mondeling en schriftelijk uitdrukken, een agenda<br />
hanteren,…<br />
Werkwijze en organisatie<br />
Hét thema in het basisjaar vormt het levensverhaal. We verwachten hierbij<br />
niet dat de cursisten zich bloot geven. Wel is het de bedoeling dat de<br />
cursisten inzicht krijgen in zichzelf. Hun levensverhaal is hun bagage,<br />
waarmee ze later aan het werk gaan. Hierin zit de rijkdom, de bron van<br />
kracht om verder te doen. Daarom vormt het werken rond het levensverhaal<br />
de hoofdbrok in het basisjaar.<br />
We werken in groepen van 16 cursisten. Om ervaringsgericht te kunnen<br />
werken en in groep dit proces te kunnen gaan is dit een absoluut maximum.<br />
Onder de intensieve begeleiding van een tandem van een opgeleide<br />
deskundige en een opgeleide ervaringsdeskundige procesbegeleider wordt<br />
twee dagen per week in groep gewerkt. De inhoud van het basisjaar wordt<br />
opgedeeld in drie vakken: “levensverhalen”, “communicatieve<br />
basisvaardigheden” en “taal en expressie”. De eerste twee vakken worden<br />
gegeven door de tandem procesbegeleiders, “taal en expressie” wordt door<br />
een andere docent gegeven, maar de ervaringsdeskundige van de tandem<br />
procesbegeleiders is hier ook bij aanwezig. Daarnaast worden er individuele<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 18
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
begeleidingsgesprekken georganiseerd. Elke cursist heeft recht op minimaal<br />
twee gesprekken per semester.<br />
Opvolgingsjaren: drie schooljaren.<br />
De vakinhouden werden bepaald met het oog op de latere <strong>tewerkstelling</strong> in de<br />
armoedebestrijding. Parallel met de ontwikkeling van de <strong>opleiding</strong> werd door het<br />
Hoger instituut voor de arbeid gewerkt aan een beroepsprofiel<br />
“Ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting”. In dit beroepsprofiel<br />
worden de noodzakelijke inhouden, vaardigheden en houdingen omschreven die<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> zich dienen eigen te maken. Daarnaast werden de inhouden<br />
van de <strong>opleiding</strong> ook gestoffeerd, geëvalueerd en bijgestuurd door de praktijk- en<br />
<strong>tewerkstelling</strong>servaringen van de eerste <strong>opleiding</strong>sgroepen. De eigen ervaring van<br />
de cursisten en de permanente terugkoppeling van het geleerde op de persoonlijke<br />
geschiedenis loopt als een rode draad doorheen gans de <strong>opleiding</strong>. Gezien het<br />
beroepsprofiel tenslotte wordt bij het aanleren van vaardigheden gefocust op de<br />
specifieke functie van ervaringsdeskundige in het werkveld.<br />
Vanaf het tweede jaar van het <strong>opleiding</strong>straject doen de cursisten beroepspraktijk.<br />
Voor de uitleg hierover verwijzen we naar punt 1 van het volgende hoofdstuk.<br />
Structuur en inhoud van de <strong>opleiding</strong>.<br />
Leerjaar 1 - Semester 1<br />
Levensverhalen 120 uur<br />
Basisvaardigheden communicatie 40 uur<br />
Taal en expressie 60 uur 220 u<br />
Leerjaar 1 - Semester 2<br />
Levensverhalen 120 uur<br />
Basisvaardigheden communicatie 40 uur<br />
Taal en expressie 60 uur 220 u<br />
Leerjaar 2 - Semester 1<br />
Pedagogische processen en vraagstukken 60 uur<br />
Maatschappijleer en armoede 60 uur<br />
Communicatieve vaardigheden en training 40 uur<br />
Expressieve agogische vaardigheden 20 uur<br />
Specifieke vaardigheden 80 uur 260 u<br />
Leerjaar 2 - Semester 2<br />
Psychologische processen en vraagstukken 60 uur<br />
Rechtsvraagstukken 60 uur<br />
Communicatieve vaardigheden en training 40 uur<br />
Expressieve agogische vaardigheden 20 uur<br />
Specifieke vaardigheden 80 uur<br />
Gesuperviseerde beroepspraktijk 80 uur 340 u<br />
Leerjaar 3 - Semester 1<br />
Psychologische en pedagogische processen en vraagstukken 40 uur<br />
Expressieve agogische vaardigheden 20 uur<br />
Specifieke vaardigheden 80 uur<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 19
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Gesuperviseerde beroepspraktijk 160 uur 300 u<br />
Leerjaar 3 - Semester 2<br />
Psychologische en pedagogische processen en vraagstukken 40 uur<br />
Expressieve agogische vaardigheden 20 uur<br />
Specifieke vaardigheden 80 uur<br />
Gesuperviseerde beroepspraktijk 160 uur 300 u<br />
Leerjaar 4 - Semester 1<br />
Ethiek en levensbeschouwing 40 uur<br />
Expressieve agogische vaardigheden 20 uur<br />
Specifieke vaardigheden 80 uur<br />
Gesuperviseerde beroepspraktijk 200 uur 340 u<br />
Leerjaar 4 - Semester 2<br />
Integratie (situatiegerichte training) 40 uur<br />
Expressieve agogische vaardigheden 20 uur<br />
Specifieke vaardigheden 80 uur<br />
Gesuperviseerde beroepspraktijk 200 uur 340 u<br />
4.5. De omkadering.<br />
Invulling<br />
Voor de totale <strong>opleiding</strong> doen we beroep op:<br />
v Eén deeltijdse lokale <strong>opleiding</strong>scoördinator per <strong>opleiding</strong>splaats.<br />
v Voor het basisjaar: een tandem van procesbegeleiders: één opgeleide<br />
ervaringsdeskundige en één opgeleide procesbegeleider per groep cursisten.<br />
Met een “opgeleide procesbegeleider” bedoelen we iemand die niet uit de<br />
kansarmoede komt en een diploma behaalde, meestal in de<br />
menswetenschappelijke richting (pedagoog, maatschappelijk assistent,<br />
opvoeder,…). Daarnaast wordt er nog een docent ingeschakeld voor het vak<br />
“Taal en Expressie”.<br />
v Voor de opvolgingsjaren: docenten voor de verschillende technische vakken en<br />
procesbegeleiders voor de gesuperviseerde beroepspraktijk en voor de<br />
specifieke vakken waarin de belangrijkste methodieken van de<br />
ervaringsdeskundige getraind worden. De begeleiding van de beroepspraktijk en<br />
de methodiekvakken gebeuren in principe door dezelfde tandem<br />
procesbegeleiders die het basisjaar begeleid hebben. Ook voor de technische<br />
vakken streven wij naar de aanwezigheid van een ervaringsdeskundige in de<br />
lessen.<br />
Vereisten<br />
Basisprofiel voor alle medewerkers.<br />
• Kennis hebben van de armoedeproblematiek;<br />
• Respectvol omgaan en inlevingsvermogen hebben;<br />
• Uitgaan van een verbond met de cursisten en dus niet bevoogdend zijn;<br />
• Achtergrondkennis hebben van de systeemgerichte benadering;<br />
• Open kritische houding tav zichzelf en de anderen;<br />
• Uitgaan van een houding van gelijkwaardigheid;<br />
• Durven confronteren;<br />
• De eigen evidenties voldoende in vraag durven stellen;<br />
• Bereid zijn om problemen die zich voordoen (met zichzelf, met cursisten,<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 20
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
met de praktijkplaats, met collegae …) voor te leggen;<br />
• Ervoor open staan om in tandem te werken;<br />
• Kunnen aanhoren van en omgaan met pijn en verdriet;<br />
• Bereidheid confrontatie met stukken van zichzelf aan te gaan en<br />
bereidheid stukken van zichzelf terug te geven.<br />
Profiel voor docenten en procesbegeleiders.<br />
• Ervaringsgericht kunnen lesgeven. De docenten moeten voldoende werken<br />
vanuit de ervaringsachtergrond van de cursisten. De uitsluitingservaring is<br />
de rode draad in alle vakken.<br />
• Vaardig zijn in het begeleiden van groepsprocessen.<br />
Voorwaarden voor een goede tandemwerking.<br />
Het goed functioneren van een tandem vraagt van beide partijen dat er voldaan is<br />
aan een aantal basisvoorwaarden:<br />
• Duidelijkheid in de communicatie tussen de opgeleide deskundige en de<br />
ervaringsdeskundige. Hierin komen de aspecten van openheid en<br />
eerlijkheid terug.<br />
• Duidelijkheid in positie: de organisatie moet de positie en verhouding<br />
tussen de opgeleide deskundige en ervaringsdeskundige duidelijk maken<br />
en houden. Toch mag er geen sprake zijn van een rigide polarisering van<br />
de tandemrollen. Ondanks het feit dat op een aantal vlakken<br />
competenties naar elkaar toe groeien, kunnen er toch klemtonen gelegd<br />
worden in de rol van de twee procesbegeleiders. De opgeleide deskundige<br />
staat meer in voor het aanreiken en structureren van leerinhouden en<br />
didactische werkvormen; de opgeleide ervaringsdeskundige hertaalt, duidt<br />
en geeft betekenis vanuit het perspectief van de kansarmoede.<br />
4.6. Planning van de <strong>opleiding</strong>sgroepen<br />
In maart 2005 besliste de Vlaamse Regering voldoende middelen voor VZW De Link<br />
te voorzien om haar in de mogelijkheid te stellen haar decretale opdrachten te<br />
vervullen. Hiermee kan De Link de <strong>opleiding</strong> verzekeren aan vijf groepen cursisten.<br />
Tegelijk is aan De Link duidelijk gemaakt dat er in de eerstkomende jaren geen<br />
verhoging van dit budget verwacht kan worden.<br />
Vanuit dit gegeven hebben we ons met alle betrokkenen gebogen over de groei van<br />
het aantal <strong>opleiding</strong>en. Vanuit het idee dat kwaliteit primeert op kwantiteit werd<br />
gekozen voor een heel geleidelijke groei gedurende de eerstvolgende jaren.<br />
Het accent voor de komende jaren ligt op de opvolging, de ondersteuning en het<br />
onderzoek van de <strong>tewerkstelling</strong> van opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong>. Daarnaast<br />
gaat er extra energie naar het scheppen van structurele <strong>tewerkstelling</strong> en het<br />
creëren van een ernstig statuut en een degelijke verloning van de tewerkgestelden.<br />
Het is de bedoeling dat er in elke nieuwe <strong>opleiding</strong>sgroep gestart wordt met 16<br />
cursisten. Dit is het maximum aantal deelnemers dat haalbaar is voor het<br />
indringende groepsproces. Indien de <strong>opleiding</strong> gedurende de volgende jaren<br />
hervormd wordt tot een modulaire <strong>opleiding</strong> wijzigt deze planning enigszins, omdat<br />
er dan wellicht ook kortere of langere trajecten voor cursisten mogelijk zullen zijn.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 21
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Desondanks zal de start van nieuwe <strong>opleiding</strong>sgroepen, en de voorkeur-organisatie<br />
en –spreiding van de verschillende modules over vier schooljaren wellicht gelijk<br />
blijven.<br />
2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011<br />
Schooljaar<br />
3<br />
Brussel<br />
Schooljaar<br />
2<br />
Gent en<br />
Kortrijk<br />
Schooljaar<br />
1<br />
Antwerpen<br />
en Hasselt<br />
Schooljaar<br />
4<br />
Brussel<br />
Schooljaar<br />
3<br />
Gent en<br />
Kortrijk<br />
Schooljaar<br />
2<br />
Antwerpen<br />
en Hasselt<br />
Geen<br />
nieuwe<br />
groep<br />
Schooljaar<br />
4<br />
Gent en<br />
Kortrijk<br />
Schooljaar<br />
3<br />
Antwerpen<br />
en Hasselt<br />
Schooljaar<br />
1<br />
Gent<br />
Schooljaar<br />
4<br />
Antwerpen<br />
en Hasselt<br />
Schooljaar<br />
2<br />
Gent<br />
Schooljaar<br />
1<br />
Antwerpen<br />
en Kortrijk<br />
Schooljaar<br />
3<br />
Gent<br />
Schooljaar<br />
2<br />
Antwerpen<br />
en Kortrijk<br />
Schooljaar<br />
1<br />
Gent en<br />
Hasselt<br />
Schooljaar<br />
4<br />
Gent<br />
Schooljaar<br />
3<br />
Antwerpen<br />
en Kortrijk<br />
Schooljaar<br />
2<br />
Gent en<br />
Hasselt<br />
Geen<br />
nieuwe<br />
groep<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 22
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
5. DE TEWERKSTELLING.<br />
Het is niet zonder meer de doelstelling van vzw De Link om te voorzien in een<br />
<strong>opleiding</strong> voor mensen uit de generatiearmoede. De Link is ontstaan naar<br />
aanleiding van het inzicht dat er een missing link is tussen de middenklasse en<br />
mensen in armoede. Om die kloven te overbruggen op het werkveld en in het<br />
beleid, zijn er <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting nodig. De<br />
Link biedt een <strong>opleiding</strong> aan om mensen in armoede de nodige verwerking,<br />
verruiming en methodieken aan te reiken zodat ze als ervaringsdeskundige kunnen<br />
functioneren. De uiteindelijke bedoeling is echter deze <strong>ervaringsdeskundigen</strong> tewerk<br />
te stellen in alle levensdomeinen waar armen mee te maken hebben, waar ze<br />
ingeschakeld worden in de functie en met het specifieke profiel van<br />
ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting.<br />
Wettelijk kader<br />
De term “ervaringsdeskundige in de armoede” is opgenomen in het Decreet van 12<br />
maart 2003 betreffende de armoedebestrijding 20 . Een ervaringsdeskundige in de<br />
armoede en sociale uitsluiting is volgens dit decreet een persoon die armoede aan<br />
den lijve heeft ondervonden, deze ervaring heeft verwerkt en verruimd naar een<br />
bredere armoede-ervaring en via een <strong>opleiding</strong> houdingen, vaardigheden en<br />
methoden kreeg aangereikt om de verruimde armoede-ervaring deskundig aan te<br />
wenden in alle sectoren van de armoedebestrijding.<br />
Daarnaast staat in het uitvoeringsbesluit van 10 oktober 2003 tot uitvoering van dit<br />
decreet 21 , onder afdeling I van Hoofdstuk IV. “Ervaringsdeskundigen”:<br />
Art. 23. Elke Vlaamse Minister neemt binnen zijn beleidsdomein initiatieven inzake<br />
de <strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong>.<br />
Nog in dit uitvoeringsbesluit is bepaald dat er een permanent armoedeoverleg<br />
(PAO) opgericht wordt, waaraan vertegenwoordigers van de verschillende<br />
administraties van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse<br />
openbare instellingen en vertegenwoordigers van het Vlaamse netwerk waar armen<br />
het woord nemen deelnemen. Het eerste formele overleg vond plaats op 19 januari<br />
2004 en één van de agendapunten had als onderwerp vzw De Link en de<br />
<strong>tewerkstelling</strong> van opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale<br />
uitsluiting. Samen met de aanwezige ambtenaren werd een eerste aanzet gegeven<br />
om te onderzoeken op welke manier men binnen de verschillende beleidsdomeinen<br />
kan zorgen voor werkgelegenheid van <strong>ervaringsdeskundigen</strong>.<br />
In het Regeerakkoord 2004 22 formuleert de Vlaamse regering enkele speerpunten in<br />
verband met haar armoedebestrijding:<br />
• “We schakelen mensen die in armoede leven en hun organisaties tijdig en<br />
structureel in bij de voorbereiding van het beleid;”<br />
20 Ministerie van de Vlaamse gemeenschap (2003), Decreet 21 maart 2003 betreffende de<br />
armoedebestrijding. Belgisch Staatsblad, 11/06/03.<br />
21 Vlaamse regering (2003), Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 21<br />
maart 2003 betreffende de armoedebestrijding. Brussel.<br />
22 Vlaamse regering (2004), Het Vlaams regeerakkoord 2004, Vertrouwen geven<br />
verantwoordelijkheid nemen. Brussel.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 23
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
• “Elk beleidsdomein heeft aandacht voor armoedebestrijding en risicoverlaging.<br />
Daartoe doen de Vlaamse administratie en de diverse organisaties beroep op<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting.”<br />
Vormen van de <strong>tewerkstelling</strong>.<br />
Vanuit de bevraging van het werkveld wordt duidelijk dat het inschakelen van<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> nodig is op twee manieren.<br />
Enerzijds via een team voor advies en ondersteuning (TAO) dat voor kortere of<br />
langere termijn, of zelfs permanent kan geconsulteerd worden, maar dat daarnaast<br />
ook ondersteuning biedt aan <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in het werkveld en de organisaties<br />
die hen tewerkstellen. Hier willen we op termijn komen tot een financiering en<br />
subsidiëring door lokale besturen (provincies, gemeenten).<br />
Anderzijds via het inschakelen van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> als vaste schakel in een<br />
dienst, als constante tolk en belangenbehartiger voor de doelgroep, als partner van<br />
de hulpverlener.<br />
Beroepsprofiel.<br />
Om tegemoet te komen aan de vraag van de werkgevers, maar ook van de<br />
stageplaatsen en praktijkbegeleiders, heeft De Link de aanzet gegeven om een<br />
beroepsprofiel te creëren voor <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale<br />
uitsluiting. Het HIVA heeft deze opdracht gekregen van de Coördinerende Minister<br />
armoede (Min. Vogels, nu Min. Byttebier) en inmiddels uitgevoerd en gepubliceerd.<br />
Ondertussen heeft de SERV de opdracht gekregen een beroepsprofiel op te stellen,<br />
wat van belang is in het licht van de erkenning van een nieuwe <strong>opleiding</strong> en van de<br />
<strong>tewerkstelling</strong>. Aan de hand van dit beroepsprofiel willen wij komen tot een aparte<br />
functie voor <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting en aansluitend<br />
tot een apart baremasysteem, toe te passen binnen de verschillende paritaire<br />
comités en overheidsinstellingen. Dit geheel kadert overigens in de visie van vzw<br />
De Link op de verloning van <strong>ervaringsdeskundigen</strong>.<br />
Mogelijke functies en taken voor <strong>ervaringsdeskundigen</strong>.<br />
In het “Beroepsprofiel <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting” 23<br />
wordt een sterk onderscheid gemaakt tussen de taken die <strong>ervaringsdeskundigen</strong><br />
doen en de functie die ze daarin opnemen. De taken waarvoor de<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> ingezet worden zijn: individuele ondersteuning en<br />
begeleiding, groepswerk, beleidswerk, vorming, supervisie, advies en tot slot<br />
onderzoek. In feite verschilt dit niet van de taken van opgeleide deskundigen. Het<br />
essentiële verschil is dat de ervaringsdeskundige deze taken uitvoert vanuit een<br />
eigen specifieke invalshoek en werkwijze, hij heeft hierin een andere functie. De<br />
ervaringsdeskundige brengt het ‘onbekende’ perspectief van de arme binnen in<br />
organisaties en beleid vanuit zijn verruimde en verwerkte armoede-ervaring en zijn<br />
doorleefde kennis van armoede.<br />
In het beroepsprofiel worden vijf groepen van functies weerhouden: tolken en<br />
verduidelijken van de leefwereld, brug- en bemiddelingsfunctie, ondersteuning,<br />
kritische en signaalfunctie en drempelverlagend werken 24 .<br />
23 Vandenbempt, K. Demeyer, B. (2003), Beroepsprofiel ervaringsdeskundige in armoede en sociale<br />
uitsluiting. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Hoger instituut voor de arbeid.<br />
24 ibidem.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 24
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Loonprincipes.<br />
De functie van een ervaringsdeskundige en die van zijn tandempartner of<br />
teamcollega zijn complementair. Dit wil zeggen dat beide elkaar aanvullen en<br />
elkaar nodig hebben. In de praktijk zijn ze met dezelfde opdrachten en taken<br />
bezig, waarin de invalshoek van de twee partijen nodig is om tot de meest zinvolle<br />
en juiste oplossing te komen. Nochtans werken de meeste methodisch geschoolde<br />
tandempartners en hulpverleners op A1-niveau, terwijl de ervaringsdeskundige<br />
gezien zijn diploma betaald wordt op A2-niveau. Gezien de taakinhoud en opdracht<br />
klopt een dergelijk groot onderscheid in verloning niet.<br />
We opteren voor een functieverloning, onder meer omdat de deskundigheid die de<br />
ervaringsdeskundige binnenbrengt in de organisatie zich niet laat vatten in het<br />
diplomaniveau van “opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale<br />
uitsluiting”.<br />
Om te beginnen vormt de levenservaring van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en<br />
sociale uitsluiting een basis, een voorwaarde zonder dewelke zij –uiteraard- het<br />
beroep van ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting niet kunnen<br />
uitoefenen. Het is wat men in onderwijstermen noemt een “Elders Verworven<br />
Competentie (EVC)”, maar dan één die essentieel is om als ervaringsdeskundige te<br />
kunnen werken en die desondanks niet gevalideerd wordt in het diploma en daarom<br />
blijkbaar ook niet in de wedde. Deze levenservaring vormt trouwens een basis die<br />
oorzaak en gevolg geweest is van uitsluiting en onrecht vanwege de maatschappij.<br />
De samenleving die nu zegt: om op een efficiëntere en humanere manier aan<br />
armoedebestrijding te kunnen doen hebben we <strong>ervaringsdeskundigen</strong> nodig, met<br />
hun ervaringscompetentie, die alleen zij kunnen bieden.<br />
Daarom,<br />
v om erkenning te geven aan de jarenlange pijnlijke ervaring van het leven in<br />
armoede die de basis vormt voor de <strong>tewerkstelling</strong> als ervaringsdeskundige in<br />
armoede en sociale uitsluiting;<br />
v om erkenning te geven aan het complementaire en gelijkwaardige van de<br />
functies;<br />
v om waardering te geven voor het op late leeftijd grijpen van die eerste kans op<br />
onderwijs om dit werk te kunnen doen;<br />
v om aan te geven dat het juiste belang gehecht wordt aan de specifieke kennis<br />
en knowhow die men in huis haalt door een ervaringsdeskundige aan te werven;<br />
dient de samenleving bij de <strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in een<br />
financiële tegemoetkoming te voorzien die verder durft te denken dan de<br />
traditionele diplomacategorieën.<br />
Een voorbeeld van een manier om hier mee op te gaan kan zijn dat de werkgever<br />
uitdrukking geeft aan zijn waardering voor de levenservaring van de<br />
ervaringsdeskundige door per 5 jaar levensanciënniteit, 1 jaar beroepsanciënniteit<br />
toe te kennen.<br />
Creatie van <strong>tewerkstelling</strong>.<br />
De inschakeling van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting<br />
betekent het binnenbrengen van een nieuwe methodiek binnen een organisatie.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 25
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Vzw De Link opteert er voor dat de inschakeling effectief gebeurt in de specifieke<br />
functie van ervaringsdeskundige, in de rol van betekenisverlener en tolk van de<br />
leefwereld van armen ten aanzien hulp- en dienstverleners en omgekeerd. Dit<br />
betekent voor de meeste welzijnsvoorzieningen dat een aanwerving de facto<br />
gebeurt bovenop het bestaande personeelskader. Het merendeel van de<br />
organisaties die al met een ervaringsdeskundige gewerkt hebben als stagiair, is<br />
sterk geïnteresseerd in de aanwerving van een ervaringsdeskundige, maar zij<br />
beschikken momenteel niet over de nodige middelen hiertoe.<br />
Daarom is het belangrijk dat De Link individuele werkgevers sensibiliseert en<br />
informeert rond diverse <strong>tewerkstelling</strong>smaatregelen zoals Sociale Maribel, RSZtegemoetkomingen<br />
voor langdurig werklozen, maatregelen op vlak van Sociale<br />
inschakelingseconomie (SINE), …<br />
Tegelijkertijd is het binnen het <strong>tewerkstelling</strong>sluik belangrijk te zoeken naar<br />
middelen die werkgevers in staat stelt opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> te werk te<br />
stellen. Dat kan gaan van eenmalige projectsubsidies, maar gezien de<br />
systematische uitstroom van opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> vanaf juni 2007 is er<br />
een dringende nood aan een structureel <strong>tewerkstelling</strong>saanbod.<br />
Vorming en ondersteuning.<br />
Uit het onderzoek van het HIVA naar <strong>tewerkstelling</strong>smogelijkheden voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in de armoede 25 blijkt dat de meeste betrokkenen de nood<br />
aangeven tot een blijvende ondersteuning van <strong>ervaringsdeskundigen</strong>, ook na hun<br />
<strong>opleiding</strong>. Ook de cursisten van de <strong>opleiding</strong> en de opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong>,<br />
evenals de <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen zelf, geven het belang aan van verdere<br />
ondersteuning, niet alleen van de <strong>ervaringsdeskundigen</strong> maar ook van de<br />
organisaties. Dit laatste blijkt ook uit het onderzoek dat Frans Spiesschaert in<br />
opdracht van De Link gedaan heeft naar de eerste ervaringen op het werkveld 26 . Hij<br />
stelt hierin dat er nood is aan:<br />
• Vorming op maat ten dienste van organisaties, zowel met betrekking tot<br />
de missing link en armoede als in functie van de inschakeling van<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong>;<br />
• Overlegforum voor stage- en <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong>;<br />
• Intervisie van opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong>;<br />
• Intervisie van opgeleide deskundige tandempartners;<br />
• Coaching van de tandems.<br />
Om deze vorming en ondersteuning te bieden ziet De Link een belangrijke taak<br />
weggelegd voor de nog op te richten provinciale teams. In afwachting daarvan en<br />
zolang het aantal opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> niet nog veel groter is, voorziet<br />
De Link hier zelf in. Voor een aantal aspecten rond deze vorming en organisatieontwikkeling<br />
wil De Link een beroep doen op andere vormingsinstellingen.<br />
25 Van Regenmortel, T., de Veirman, B., Vercaeren, M. (2000), Tewerkstellingsmogelijkheden voor<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in de armoede. Een kwestie van visie en voorwaarden. Leuven, Katholieke<br />
Universiteit Leuven, Hoger instituut voor de arbeid, p. 36.<br />
26 Spiesschaert, F., (2004) Ervaringsdeskundigen in het werkveld – waarden en knelpunten.<br />
Antwerpen, De Link.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 26
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Onderzoek.<br />
De <strong>tewerkstelling</strong> van opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong> is een heel nieuw gegeven in<br />
onze samenleving. Het gaat om een nieuwe en vernieuwende methodiek, wat een<br />
boel vragen oproept bij zowel de betrokkenen als bij het beleid. Omdat het een<br />
nieuw concept is, is er tot op heden relatief weinig kennis verzameld over de<br />
effecten van deze inschakeling, zowel naar de cliënten van de dienst als naar de<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> zelf, hun directe collegae en de organisatie als geheel.<br />
Daarom wil De Link via een uitgebreid actieonderzoek de impact nagaan van de<br />
<strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> op hun persoonlijk leven en deze op<br />
maatschappelijk vlak. Dit laatste gaat dan over de effecten voor de het perspectief<br />
van de cliënten, de collegae en de organisatie. Dit moet ons toelaten<br />
aanbevelingen te formuleren zowel ten aanzien van het beleid als naar de<br />
tewerstellingssettings, maar ook naar de <strong>opleiding</strong> tot ervaringsdeskundige. Dit is<br />
een onderzoek dat we verspreid willen zien over een aantal jaren en indien<br />
mogelijk willen uitvoeren in samenwerking met een externe onderzoeksinstelling.<br />
6.1. Een uitgebreide vraag.<br />
6. SENSIBILISATIE<br />
Aangezien het werken met <strong>ervaringsdeskundigen</strong> als antwoord op de missing link<br />
een vernieuwende methodiek is binnen de armoedebestrijding, kreeg De Link van<br />
bij de start veel vragen. Het aantal aanvragen voor vorming en voordrachten in<br />
verband met ervaringsdeskundigheid, maar ook over de armoedeproblematiek in<br />
het algemeen, benaderd vanuit een emancipatorisch perspectief, is gestaag blijven<br />
toenemen. We merken dat de noodzaak van de functie onmogelijk kan aangetoond<br />
worden als men geen duidelijke kijk heeft op armoede en de missing link. Ingaan<br />
op deze vormingsvragen draagt bij tot het scheppen van een bevorderende context<br />
voor de verspreiding van het gedachtegoed inzake ervaringsdeskundigheid.<br />
Sensibilisatieactiviteiten werken daarenboven stimulerend als het er voor<br />
organisaties op aan komt om uiteindelijk ook zelf de stap te zetten en<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in de eigen organisatie een plaats te geven.<br />
Om al deze redenen is sensibilisatie ingeschreven als een volwaardige en<br />
noodzakelijke doelstelling van De Link. Daarenboven is deze opdracht mee<br />
opgenomen in de uitvoeringsbesluiten van het Vlaams Armoedecreet.<br />
De sensibilisatieactiviteit van De Link spitst zich toe op de ‘missing link’, de vijf<br />
grote kloven tussen armen en niet armen, de functie ervaringsdeskundige in<br />
armoede en sociale uitsluiting, de <strong>opleiding</strong>, de <strong>tewerkstelling</strong> en het<br />
maatschappelijke kader van de methodiek.<br />
Het sensibilisatie- en vormingswerk van De Link kan erg diverse concrete<br />
invullingen krijgen en verloopt onder meer via deelname aan stuurgroepen en<br />
studiedagen, via het geven van voordrachten, via het verlenen van medewerking<br />
aan de media en via het verzorgen van publicaties in vaktijdschriften.<br />
Verder mag geenszins het sensibiliserend effect onderschat worden dat bereikt<br />
wordt via contacten met beleidsmakers, via diverse vormen van extern overleg, via<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 27
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
samenwerking met sociale hogescholen en tenslotte uiteraard via de inschakeling<br />
van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in het werkveld. Daarenboven is het opvallend dat zich<br />
ook op het internationale forum een sensibilisatiebehoefte op het vlak van de<br />
missing link en ervaringsdeskundigheid manifesteert. Wegens tijdsgebrek kunnen<br />
we hier maar heel sporadisch aan tegemoetkomen.<br />
Om tegen de achtergrond van een massa aanvragen toch kwaliteit te kunnen<br />
blijven garanderen gaat De Link selectief om met binnenkomende aanvragen en<br />
hanteert ze een aantal uitgangspunten en principes bij het beantwoorden ervan.<br />
6.2. Geldende Principes.<br />
Procedure van besluitvorming<br />
Een eerste principe is dat alle vragen die cursisten, docenten of medewerkers van<br />
De Link krijgen om vorming te geven over armoede en ervaringsdeskundigheid<br />
worden doorgegeven aan De Link. Dit heeft een praktische reden. Op die manier<br />
blijft een betrouwbare registratie mogelijk. Maar het heeft ook een inhoudelijke<br />
reden. De Link wil een coherente beleidslijn kunnen blijven aanhouden, wat<br />
betreft het filteren van de aanvragen, het nemen van een beslissing om al dan niet<br />
op de aanvraag in te gaan en het bepalen wie het best geplaatst is om die concrete<br />
vormingsaanvraag te beantwoorden.<br />
Prioriteiten<br />
Bij de selectie van vormingsaanvragen houdt men rekening met een aantal<br />
prioriteiten:<br />
organisaties die investeren in De Link moeten hiervoor een return kunnen krijgen<br />
en genieten daarom voorrang. Het gaat dan bijvoorbeeld concreet om scholen die<br />
deel uitmaken van de stuurgroep, om praktijkplaatsen van cursisten, enzovoort.<br />
Verder wordt voorrang gegeven aan aanvragen die betrekking hebben op het thema<br />
armoede, de missing link en ervaringsdeskundigheid.<br />
Uitvoering<br />
Bij voorkeur gebeurt het geven van vorming en sensibilisatie in tandemverband.<br />
Ook cursisten, <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in <strong>opleiding</strong> dus, spelen een actieve rol bij de<br />
vormings- en sensibilisatieactiviteiten van De Link onder de vorm van het brengen<br />
van het eigen verhaal en het duiden van armoede. Een deelname van een cursist<br />
kadert in diens <strong>opleiding</strong> en kan eventueel gelden als beroepspraktijk. De inhoud<br />
van wat cursisten te vertellen hebben is hun eigen verhaal. Het is belangrijk dat ze<br />
hier voldoende klaar mee zijn voor ze het naar buiten brengen, maar ze moeten<br />
zich er ook van bewust zijn dat het brengen van hun verhaal gevolgen kan hebben.<br />
Ze moeten niet zomaar eender waar om het even welk stuk van hun leven gaan<br />
vertellen.<br />
Aan cursisten wordt nog niet de opdracht gegeven om het ideeëngoed van<br />
ervaringsdeskundigheid en de missing link uit te diepen en toe te lichten. Dit soort<br />
opdrachten wordt toevertrouwd aan een van de medewerkers van De Link.<br />
Deontologie<br />
De inhouden die in de vormings- en sensibilisatieactiviteiten worden aangebracht,<br />
zijn levensecht en ontleend aan concrete en bestaande situaties. Dit stelt<br />
specifieke deontologische vereisten inzake respect voor de betrokkenen.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 28
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Indien de inhouden ontleend worden aan het materiaal, afkomstig uit de<br />
cursistengroepen, dan is het evident dat met absolute zekerheid moet kunnen<br />
gewaarborgd worden dat niemand van de betrokkenen hierdoor enige vorm van<br />
schade kan leiden. Geheimhouding van de identiteit van alle betrokkenen is een<br />
vanzelfsprekende verplichting, maar er dient ook over te worden gewaakt dat die<br />
identiteit op geen enkele manier kan worden afgeleid uit de context van het<br />
verhaal.<br />
Ook ten aanzien van werkgevers en stageplaatsen gelden strikte eisen inzake<br />
respect en geheimhouding. Organisaties die <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in dienst nemen<br />
stellen zich kwetsbaar op. Ze kiezen ervoor dat deze <strong>ervaringsdeskundigen</strong> binnen<br />
de organisatie onder meer de taak hebben om elk facet van de werking kritisch te<br />
benaderen vanuit het perspectief van de arme. Vanuit dit perspectief zullen<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> niet enkel zicht krijgen op kwaliteiten, die in de organisatie<br />
aanwezig zijn, maar ook op zwakke plekken tot zelfs misschien flagrante fouten.<br />
Het is de taak van de ervaringsdeskundige om binnen de organisatie kwaliteiten<br />
verder aan te moedigen en te wijzen op de zwakheden. Naar buiten uit blijft een<br />
respectvolle opstelling ten aanzien van de organisatie een absolute vereiste. Ook<br />
bij het gebruik van concrete voorbeelden, afkomstig uit de werksfeer, zal men er<br />
bij vormings- en sensibilisatieactiviteiten dus minutieus over waken dat<br />
geheimhouding van de identiteit van de betrokken organisatie en van<br />
personeelsleden in alle omstandigheden gewaarborgd blijft.<br />
Mits toestemming van de betrokken organisatie kan hierop eventueel een<br />
uitzondering worden gemaakt, waar het zogenaamde voorbeeldige praktijken<br />
betreft, die ook voor anderen inspirerend kunnen werken. Contacten tussen<br />
organisaties en uitwisseling van ervaringen kunnen immers bevorderlijk zijn voor de<br />
methodiek van het werken met <strong>ervaringsdeskundigen</strong>. Maar organisaties moeten de<br />
kans blijven hebben om zich af te schermen tegen het mogelijk gevaar dat ze op<br />
dit vlak overvraagd zouden worden, waardoor misschien de kwaliteit van de eigen<br />
werking gehypothekeerd zou kunnen worden.<br />
Financiering<br />
De Link rekent zijn prestaties aan de organisaties in principe aan op basis van een<br />
vaste prijs. Hierin worden ook de gemaakte onkosten integraal doorgerekend. Voor<br />
returnopdrachten wordt er gewerkt aan een gunsttarief, of eventueel zelfs volledig<br />
gratis. In uitzonderlijke gevallen kan zelfs de onkostenvergoeding vervallen. De<br />
Link bepaalt uiteindelijk wat, hoeveel en hoe er aangerekend wordt aan de<br />
vragende organisaties.<br />
De inhoud van wat De Link te vertellen heeft, is in feite een teruggeven van<br />
materiaal dat komt van de mensen die leven in armoede. Docenten en opgeleide<br />
deskundigen putten voor de inhoud van hun speeches uit de ervaring en het leven<br />
van deze mensen, meer specifiek de cursisten en de <strong>ervaringsdeskundigen</strong>. Daarom<br />
zou het niet correct zijn dat ze hiervoor een persoonlijke verdienste zouden<br />
opstrijken en dus aan vorming en sensibilisatie zouden doen als een vorm van<br />
persoonlijke bijverdienste.<br />
6.3. Werkwijze.<br />
In de levensgeschiedenis van <strong>ervaringsdeskundigen</strong>, maar ook in hun functioneren<br />
op de werkvloer hebben gevoelens een belangrijke plaats. Ervaringsdeskundigen<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 29
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
zijn sterk in het aanvoelen. Onder meer dank zij deze kwaliteit kunnen zij hun rol<br />
van betekenisverlener gestalte geven.<br />
Gevoelens behoren dus tot de kerncompetentie van <strong>ervaringsdeskundigen</strong>. In een<br />
professionele omgeving, waarin de ratio zo een dominante rol speelt, geeft dit wel<br />
eens aanleiding tot onwennigheid bij de collega van de ervaringsdeskundige. Het is<br />
een benaderingswijze, waarmee ze niet vertrouwd zijn, en het wijst hen op een<br />
kant van zichzelf, die ze weinig hebben geëxploreerd.<br />
In overeenstemming met deze kwaliteit van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> en omdat dit een<br />
beter begrip van ervaringsdeskundigheid kan bevorderen, wordt ook in de<br />
sensibilisatie- en vormingsactiviteiten een volwaardige plaats toegekend aan<br />
gevoelens en ervaringen. Door dit te doen, wordt een omgeving geschapen die de<br />
toegang tot concepten als missing link en ervaringsdeskundigheid bevordert voor<br />
het publiek. Indien gevoelens in het gebeuren een natuurlijke plaats hebben zal<br />
het ook gemakkelijker zijn om in het kader van het thema missing link te<br />
verduidelijken dat de gekwetste binnenkant van personen die in armoede leven de<br />
allerbelangrijkste reden is voor het hardnekkig voortbestaan van de<br />
armoedeproblematiek.<br />
Een ander wezenlijk gegeven van ervaringsdeskundigheid is het feit dat ervaringen<br />
erkend worden als een belangrijke bron van kennis, en als een belangrijk<br />
aanknopingspunt voor inzichtelijke verdieping. Ook dit kan als een inherente<br />
boodschap meegegeven worden door de wijze waarop een sensibilisatie- of<br />
vormingsactiviteit wordt aangepakt. Daarom wordt er door de medewerkers van De<br />
Link naar gestreefd om de rode draad van de uiteenzetting op een erg persoonlijke<br />
manier te brengen, sterk geïllustreerd met voorbeelden uit het eigen leven, zowel<br />
op professioneel als op persoonlijk vlak. Deze persoonlijke kleuring maakt het<br />
verhaal doorleefd. Het biedt het publiek ook meer kansen om verbanden te leggen<br />
met eigen ervaringen, zodat de kans verhoogt dat ze de aangeboden kennis en<br />
inzichten kunnen integreren.<br />
7. FINANCIERING.<br />
De erkenning door de samenleving dat “armoede een structureel gecreëerd fenomeen<br />
is, geen individueel schuldgegeven” en dat “armen noodzakelijk zijn om aan<br />
efficiënte armoedebestrijding te doen” heeft twee belangrijke financiële<br />
consequenties voor de maatschappij.<br />
v De kost voor de <strong>opleiding</strong> en <strong>tewerkstelling</strong> van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> alsook de<br />
decretale verankering ervan moet door de samenleving in al zijn niveaus<br />
opgenomen worden.<br />
v De armen, die door hun deelname aan de <strong>opleiding</strong> een onmisbare schakel worden<br />
in de armoedebestrijding, moeten financieel gehonoreerd worden. Enerzijds moet<br />
tijdens de <strong>opleiding</strong> een maandelijkse “ondersteuningsbeurs” voorzien worden,<br />
anderzijds moet elke meerkost (bv. vervoer, voeding, verzekering,<br />
kinderopvang,...) vergoed worden.<br />
Essentieel in dit opzet is de betrokkenheid van alle politieke beleidsniveaus om<br />
vanuit hun specifieke invalshoek verantwoordelijkheid op te nemen in dit project.<br />
7.1. OP FEDERAAL NIVEAU.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 30
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Ministerie van Maatschappelijke Integratie: internationalisering.<br />
De Vlaamse en federale overheid hebben in het verleden internationaal steeds een<br />
voortrekkersrol gespeeld met hun visie van participatie en emancipatie bij het<br />
bestrijden van de armoede. Ook op het vlak van de inschakeling van<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale uitsluiting speelt België een<br />
pioniersrol.<br />
In de context van de uitwisseling van “good practices” rond de verschillende<br />
Nationale Actieplannen van de lidstaten binnen de Europese Unie is het belangrijk<br />
dat de ruimte gecreëerd wordt om het ideeëngoed achter de missing link en de<br />
inschakeling van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> internationaal uit te dragen en gelijkaardige<br />
initiatieven in het buitenland (binnen Europa, maar ook daarbuiten) te<br />
ondersteunen en mee uit te bouwen.<br />
Daarnaast zal dit ministerie in navolging van het NAPincl, de reële <strong>tewerkstelling</strong><br />
van de <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in de OCMW's moeten realiseren.<br />
Parallel aan dit alles organiseert de POD Maatschappelijke integratie een<br />
Franstalige <strong>opleiding</strong> van twee jaar. Voor de <strong>opleiding</strong> gebruiken ze het materiaal<br />
dat door De Link is ontwikkeld. Het is de bedoeling dat deze cursisten van bij de<br />
aanvang tewerkgesteld worden in verschillende federale overheidsdiensten. Langs<br />
Nederlandstalige kant krijgen 8 cursisten die de <strong>opleiding</strong> van De Link volgen de<br />
mogelijkheid om tijdens hun derde en vierde jaar van de <strong>opleiding</strong> die De Link<br />
organiseert in gelijkaardige Nederlandstalige diensten tewerkgesteld te worden.<br />
7.2. OP VLAAMS NIVEAU.<br />
In opvolging van het door de regering goedgekeurde uitvoeringsbesluit op het<br />
Vlaams decreet betreffende armoedebestrijding (oktober 2003), zullen alle<br />
Vlaamse Ministers binnen hun beleidsdomein initiatieven moeten ontwikkelen<br />
inzake de <strong>tewerkstelling</strong> van de opgeleide <strong>ervaringsdeskundigen</strong>.<br />
Vlaamse Regering.<br />
Omdat de missing link ook speelt bij de docenten verbonden aan de <strong>opleiding</strong> is het<br />
nodig dat heel het traject in een tandem van een opgeleide ervaringsdeskundige en<br />
een opgeleide deskundige gegeven wordt.<br />
Tevens vereist de functie van ervaringsdeskundige dat cursisten hun pijnlijke<br />
levensgeschiedenis verwerken waarvoor extra tijd en ondersteuning nodig is van de<br />
procesbegeleiders. Ook de prospectie en ondersteuning van stageplaatsen, die<br />
meestal niet vertrouwd zijn met deze methodiek, vraagt een grotere<br />
tijdsinvestering van de procesbegeleiders.<br />
Daarnaast is er het feit dat deze cursisten nog dagdagelijks in armoede leven, wat<br />
specifieke problemen met zich meebrengt, waardoor de locale<br />
<strong>opleiding</strong>scoördinatoren meer beschikbaar moeten zijn.<br />
Dit alles maakt dat de kosten verbonden aan deze <strong>opleiding</strong> veel hoger liggen dan<br />
het gemiddelde binnen het volwassenenonderwijs.<br />
Vrijdag 21 oktober 2005 werd in de schoot van de Vlaamse Regering een Besluit<br />
gemaakt waardoor vzw De Link structureel en financieel in staat gesteld wordt om:<br />
• de <strong>opleiding</strong> te verzekeren voor minstens 5 cursistengroepen in<br />
verschillende Vlaamse Provincies;<br />
• de verschillende <strong>opleiding</strong>sgroepen te coördineren;<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 31
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
• de noodzakelijke ondersteuning te bieden aan alle betrokken docenten,<br />
locale <strong>opleiding</strong>scoördinatoren en procesbegeleiders;<br />
• in dit Besluit werd ook de volledige meerkost van deze <strong>opleiding</strong>en<br />
opgenomen.<br />
Coördinerend Ministerie Armoede: de algemene coördinatie van het project.<br />
De coördinatiefunctie bestaat uit het scheppen van de voorwaarden voor en de<br />
organisatie van de <strong>opleiding</strong>, de <strong>tewerkstelling</strong>, de sensibilisatie en het bewaken<br />
van de methodiek. Een belangrijk element hierin is het zorg dragen voor een<br />
blijvende samenhang tussen alle betrokkenen.<br />
Ministerie van Werkgelegenheid: de <strong>tewerkstelling</strong>scoördinatie.<br />
Momenteel is er reeds een beperkt aantal <strong>ervaringsdeskundigen</strong> actief in het<br />
arbeidscircuit. Vanuit De Link helpen we organisaties bij het concretiseren van<br />
deze nieuwe functie. In dit kader willen we ook vorming en ondersteuning<br />
aanbieden aan stage- en <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen.<br />
Een belangrijke opdracht op vlak van werkgelegenheid is de creatie van nieuwe<br />
<strong>tewerkstelling</strong>splaatsen.<br />
Ministerie van Onderwijs: de kosten van de <strong>opleiding</strong>.<br />
De <strong>opleiding</strong> tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting is erkend<br />
binnen het volwassenenonderwijs, afdeling personenzorg, waardoor een deel van<br />
de loonkost van docenten op een reguliere manier gegenereerd wordt.<br />
Alle Vlaamse ministers die belast zijn met persoonsgebonden materies:<br />
ondersteuningsbeurzen.<br />
De <strong>opleiding</strong> richt zich op generatiearmen die door hun deelname aan de <strong>opleiding</strong><br />
vaak financieel nog meer in de verdrukking komen. Om de <strong>opleiding</strong> te kunnen<br />
blijven volgen is het voor velen onder hen noodzakelijk dat ze over een beurs<br />
kunnen beschikken. Dit moet hen in staat stellen om een aantal niet terugbetaalde<br />
kosten die het volgen van de <strong>opleiding</strong> met zich meebrengt te betalen.<br />
VDAB: de sociale vergoedingen voor cursisten.<br />
Doordat de VDAB een statuut toekent aan de cursisten die deelnemen aan de<br />
<strong>opleiding</strong> ontvangen zij een premie per <strong>opleiding</strong>suur, een tegemoetkoming in de<br />
kosten van de kinderopvang en vervoer naar de <strong>opleiding</strong> en de stage.<br />
.<br />
7.3. PROVINCIES, STEDEN EN GEMEENTEN.<br />
Provincies, steden en gemeenten: Teams voor Advies en Ondersteuning.<br />
Een mogelijke <strong>tewerkstelling</strong>svorm van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> is het Team voor<br />
Advies en Ondersteuning (TAO). Deze teams zijn ingedeeld per provincie, stad of<br />
gemeente.<br />
Alle organisaties en diensten die werken rond armoede kunnen hierop beroep doen<br />
voor permanent of tijdelijk advies, voor vorming of supervisie, om beleidsnota’s te<br />
screenen, …<br />
Voor ondersteuning zullen de tewerkgestelde <strong>ervaringsdeskundigen</strong> of de<br />
organisaties die werken met <strong>ervaringsdeskundigen</strong> bij deze TAO’s terecht kunnen.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 32
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
Op termijn voorzien we één team per arrondissement, maar momenteel zijn er nog<br />
geen operationeel.<br />
In afwachting hiervan subsidieert de provincie Oost-Vlaanderen wel de vorming en<br />
ondersteuning aan tewerkgestelde <strong>ervaringsdeskundigen</strong> en hun werkgevers.<br />
7.4. PRIVAATRECHTERLIJKE ORGANISATIES.<br />
Privaatrechtelijke organisaties en privé-personen: specifieke kortlopende<br />
opdrachten of projecten.<br />
Binnen de werking van De Link duiken er af en toe specifieke noden op die niet<br />
door de reguliere subsidiekanalen gedekt worden. Hiervoor rekenen we op de steun<br />
van deze organisaties en personen.<br />
Cera-Foundation: schrijven, publiceren en vertalen in het Frans en het Engels<br />
van het boek ‘Ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting. Een in<br />
leiding tot de methodiek.’ 27<br />
Dit boek wordt in oktober 2005 uitgegeven bij uitgeverij Acco. Het dient als<br />
leidraad voor de latere <strong>opleiding</strong>en van <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in armoede en sociale<br />
uitsluiting. Daarnaast is het handig in functie van de <strong>opleiding</strong> van<br />
<strong>ervaringsdeskundigen</strong> in andere scholen of andere landen, maar ook met betrekking<br />
tot andere probleemgebieden.<br />
Door de registratie van de leerprocessen en bijsturingen ervan kunnen we in de<br />
toekomst de valkuilen zo veel mogelijk vermijden.<br />
De vertaalde versies geven ons de mogelijkheid in de komende jaren in te gaan op<br />
de talrijke aanvragen voor implementatie van de methodiek in andere landen.<br />
Geïnteresseerde landen nu reeds zijn: Portugal, Hongarije, Zwitserland, Oostenrijk,<br />
Nederland, Ierland en Schotland.<br />
7.5. EUROPESE GEMEENSCHAP<br />
Aan Europa wordt via het Europees Sociaal Fonds een bijpassing gevraagd om ons<br />
toe te laten verder te groeien of nieuwe sporen te kunnen ontwikkelen<br />
27 Spiesschaert, F. (2005), Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting. Een inleiding tot<br />
de methodiek. Leuven; Acco.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 33
Vzw DE LINK schakelt armen zelf in<br />
8. LITERATUUR.<br />
De Cirkel vzw (1996) Uit het huis, uit het hart? Innerlijke wortels van de armoede.<br />
Berchem, vzw De Cirkel. (Verkrijgbaar via vzw De Link.)<br />
Demyttenaere, B. (2003), In vrije val, armoede in België. Antwerpen, Manteau.<br />
Koning Boudewijnstichting (1994), Algemeen verslag over de armoede. Brussel,<br />
Koning Boudewijnstichting.<br />
Spiesschaert, F. (2005), Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting.<br />
Een inleiding tot de methodiek. Leuven; Acco.<br />
Thys, R., De Raedemaecker, W., Vrancken, J. (2003), Bruggen over woelig water.<br />
Een onderzoeksproject in opdracht van de CERA-foundation. Antwerpen,<br />
Universiteit Antwerpen, OASeS.<br />
Vandenbempt, K. Demeyer, B. (2003), Beroepsprofiel ervaringsdeskundige in<br />
armoede en sociale uitsluiting. Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, Hoger<br />
instituut voor de arbeid.<br />
Van Regenmortel, T., Demeyer, B., Vandenbempt, K. (1999), Ervaringsdeskundigen<br />
in de armoede. Meerwaarde en methodiekontwikkeling. Leuven, Katholieke<br />
Universiteit Leuven, Hoger instituut voor de arbeid.<br />
Van Regenmortel, T., de Veirman, B., Vercaeren, M. (2000),<br />
Tewerkstellingsmogelijkheden voor <strong>ervaringsdeskundigen</strong> in de armoede. Een<br />
kwestie van visie en voorwaarden. Leuven, Katholieke Universiteit Leuven,<br />
Hoger instituut voor de arbeid.<br />
Van Regenmortel, T. (2002), Empowerment en Maatzorg: een krachtgerichte<br />
psychologische kijk op armoede. Leuven/Leusden; Acco.<br />
Vrancken, J., Geldof, D. & Van Menxel, G. (1999), Armoede en sociale uitsluiting.<br />
Jaarboek 1999. Leuven; Acco.<br />
Vrancken, J., Geldof, D., Van Menxel, G. & Van Ouytsel, J. (2000), Armoede en<br />
sociale uitsluiting. Jaarboek 2000. Leuven; Acco.<br />
Vranken, J., De Boyser, K., Dierckx, D. (2003), Armoede en sociale uitsluiting.<br />
Jaarboek 2003. Leuven/Leusden; Acco.<br />
Ervaringsdeskundigen in armoede en sociale uitsluiting <strong>Krachtlijnen</strong> p. 34
9. PRAKTISCHE INFORMATIE<br />
VZW DE LINK TEL: 03/218.88.78<br />
Boomgaardstraat 93 E-mail: info@de-link.net<br />
2018 Antwerpen Bankrekening: HBK 880-4800121-26<br />
Algemeen coördinator: Lut Goossens;<br />
E-mail: lut.goossens@de-link.net GSM: 0476/36.88.78.<br />
Opgeleide ervaringsdeskundige stafmedewerker:<br />
E-mail: carry.flamant@de-link.net<br />
Administratieve kracht: Chantal Nonneman;<br />
E-mail: chantal.nonneman@de-link.net<br />
Tewerkstellingscoördinator: Toon Walschap;<br />
E-mail: toon.walschap@de-link.net GSM: 0497/45.78.71<br />
Algemene <strong>opleiding</strong>scoördinator: Marian Van Der Sypt;<br />
E-mail: marian.vandersypt@de-link.net GSM: 0486/53.04.66.<br />
Vliegende supervisietandem: Luc Couvreur en Celine Luyten;<br />
GSM Luc Couvreur: 0497/10.76.06.<br />
E-mail: luc.couvreur@de-link.net<br />
Sensibiliseringsverantwoordelijke: Carolien Cocquyt;<br />
E-mail:caroline.cocquyt@de-link.net GSM: 0497/54.35.23<br />
Financieel verantwoordelijke: Elly De Wilde<br />
E-mail: info@de-link.net
De cursisten en hun gezinnen<br />
Alle medewerkers<br />
10. MET DANK AAN<br />
Alle praktijk en <strong>tewerkstelling</strong>splaatsen<br />
ABVV; ACV; ACW; Arteveldehogeschool Gent; vzw Balans; Bond Zonder Naam; C &<br />
A; CAW De Spar; Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding;<br />
Cera; CVO Brussel; CVO Genk; CVO Noord-Antwerpen; vzw De Cirkel; De<br />
Myttenaere Bart, vzw De Touter; Ehsal Hogeschool Brussel; Erasmus Hogeschool<br />
Brussel; Europees Sociaal Fonds; Hefboom; HIVA; Hogeschool Gent; Ipsoc Kortrijk;<br />
Katholieke Hogeschool Leuven; Kind & Gezin; Koning Boudewijn-Stichting;<br />
Mercatorbank; Ministerie van Maatschappelijke Integratie, Ministerie van<br />
Onderwijs, Ministerie van Werkgelegenheid, Ministerie van Welzijn en<br />
Volksgezondheid en hun respectievelijke administraties; Nationale Loterij; OASeS;<br />
Oever; One Child - One Dream; Projectenfonds Westmalle; Recht Op; RISO Brussel;<br />
Stedelijk Impulsfonds; Stichting Welzijnszorg; Toolbox; VDAB; Verbond Sociale<br />
Ondernemingen; Vereniging Vlaamse Provincies; Vlaamse Gemeenschapscommissie<br />
en Vlaamse Provincies; Vlaamse Vereniging Steden en Gemeenten; Vlaams Netwerk<br />
van verenigingen waar armen het woord nemen; Vlaams WelzijnsVerbond;<br />
Voormalig Ministerie Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en<br />
Huisvesting; VSPW Gent; VSPW Hasselt; VSPW Kortrijk.<br />
En de vele anderen die het project ondersteunen en mogelijk maken.