20.09.2013 Views

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

scheppingsdagen. Van hem is de uitspraak dat “God de<br />

wereld en zijn bewonderenswaardige werk van de natuur in<br />

de tijdsduur van zes dagen (curs. A.C.) heeft geschapen,<br />

zoals in de geheimen van de Heilige Schrift is vervat”. 152 In<br />

een verhandeling over de schepping door Victorinus († 303)<br />

lezen wij dat hij zich verbaast, dat God in zo’n korte tijd,<br />

namelijk in zes dagen, alle dingen heeft gemaakt. Nadat hij<br />

er eerst op gewezen heeft dat God het licht verdeeld heeft in<br />

dag en nacht als twee exacte helften van twaalf uur, komt<br />

hij aan het eind van zijn tractaat terug op de lengte van de<br />

scheppingsdagen. Hij schrijft dan: “De dag is, zoals ik<br />

hierboven al vermeldde, door het getal twaalf verdeeld in<br />

twee delen– door de twaalf uren van de dag en de nacht; en<br />

volgens deze uren worden ook, maanden, jaren, seizoenen<br />

en eeuwen berekend. Daarom zijn er ongetwijfeld ook twaalf<br />

engelen voor de dag en twaalf voor de nacht aangesteld, in<br />

overeenstemming met de wijsheid en het aantal uren”. 153<br />

Victorinus laat ons dus niet in het ongewisse dat hij de<br />

eerste scheppingsdag beschouwt als een dag van 24-uur.<br />

Deze opvatting treffen we ook aan bij Basilius de Grote<br />

(329-379). Sprekend over de eerste scheppingsdag merkt<br />

hij het volgende op: “En het was avond geweest, en het was<br />

morgen geweest, een dag. Waarom zegt hij ‘een’ en niet ‘de<br />

eerste’?... Hij zegt ‘een’ omdat hij de maat van dag en nacht<br />

bepaalt… aangezien vierentwintig uren samen de tijd van<br />

een dag vormen”. Deze uitspraak laat er geen twijfel over<br />

bestaan dat Basilius de dagen van Genesis opvatte als<br />

gewone dagen in de zin van etmalen. 154<br />

Volgens Ambrosius (339-397) schiep God de dag en de<br />

nacht op hetzelfde moment. “Sinds die dag gaan de<br />

opvolging en de vernieuwing van de dag en de nacht door”.<br />

Hiermee geeft Ambrosius te kennen dat hij uitgaat van<br />

werkelijk bestaande dagen, sinds het moment dat God het<br />

licht heeft geschapen en een scheiding tussen licht en<br />

duisternis heeft aangebracht. In zijn Hexameron vinden wij<br />

152 The Ante-Nicene Fathers, vol.7, ed. Alexander Roberts & James<br />

Donaldson (Peachbody, MA: Hendrickson Publishers, 1995), p.211.<br />

153 The Ante-Nicene Fathers, vol.7, a.w., p.341,343.<br />

154 Geciteerd in: J. Ligon Duncan III & David W. Hall, The 24-hour<br />

view, a.w., p.47.<br />

92

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!