GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
fabel. De vraag naar het genre van een bepaald Bijbelgedeelte<br />
is daarom van groot belang voor de juiste uitleg<br />
ervan. De Bijbel kan alleen op de juiste manier worden<br />
uitgelegd wanneer deze verstaan wordt naar haar eigen<br />
aard.<br />
Dit betekent dat een Schriftgedeelte dat zich aandient als<br />
historie, ook als historie gelezen moet worden. Alleen als er<br />
in de tekst zelf duidelijke aanwijzingen staan dat bepaalde<br />
zaken niet-letterlijk genomen hoeven te worden, is een<br />
symbolische uitleg toegestaan. Als zulke aanwijzingen ontbreken,<br />
<strong>of</strong> als er juist aanwijzingen zijn die het tegenovergestelde<br />
aannemelijk maken, is een figuurlijke uitleg in<br />
strijd met de Schrift. Nu staat Genesis 1 in nauw verband<br />
met Gen.2 en 3. Zo wordt in Gen.1 verteld hoe God de<br />
hemel en de aarde gemaakt heeft en de aarde heeft<br />
toebereid voor de mens, terwijl Gen.2 dan vertelt hoe God<br />
voor de mens een prachtige Tuin heeft aangelegd en hem en<br />
zijn vrouw daarin heeft geplaatst. Genesis 3 vermeldt ons<br />
verder hoe de HERE aan de mens het proefgebod heeft<br />
opgelegd, en hoe de mens in moedwillige ongehoorzaamheid<br />
tegen zijn Schepper in opstand is gekomen, zijn oor geleend<br />
heeft aan de leugens van de duivel, en in zonde gevallen is.<br />
Al deze dingen worden ons meegedeeld als historische<br />
feiten; feiten waarop de rest van het boek Genesis voortborduurt.<br />
Het is volstrekt willekeurig een aantal feiten in dit<br />
relaas figuurlijk op te vatten, zonder daarmee aan de<br />
gelo<strong>of</strong>waardigheid van de andere feiten afbreuk te doen.<br />
Uit het feit dat de Bijbelschrijvers over de aarde en het<br />
heelal gesproken hebben in de taal van de dagelijkse<br />
ervaring, mag niet geconcludeerd worden dat zij dus ook op<br />
het gebied van de geschiedschrijving de dingen hebben<br />
beschreven zoals deze zich aan hen voordeden. Zij<br />
beschreven de geschiedenis niet naar de subjectieve schijn,<br />
secundum apparentiam. Wij citeerden in het voorgaande al<br />
Bavinck. Wij halen hem ook nu instemmend aan als hij<br />
schrijft: “Maar deze voorstelling kan hier, bij de geschiedbeschrijving<br />
niet worden toegelaten. Want als pr<strong>of</strong>eten en<br />
apostelen op het gebied der natuur spreken van het opgaan<br />
der zon, het naderen van het land enz., dan kunnen zij geen<br />
verkeerde voorstelling bij ons wekken, wijl zij handelen over<br />
81