20.09.2013 Views

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

God rokken van vellen maakte voor de mens en zijn vrouw,<br />

om hun beider naaktheid te bedekken, betekent dit dan dat<br />

God een soort ‘bontwerker’ is geweest? 126 En wat moeten we<br />

ons voorstellen als er gezegd wordt dat God op de zevende<br />

dag rustte, en adem schepte? Betekent dit dan dat God<br />

126 De term ‘bontwerker’ is van Calvijn. Calvijn is van mening dat<br />

Mozes zich hier bedient van alledaags spraakgebruik, en dat wij zijn<br />

woorden niet moeten opvatten als<strong>of</strong> God een bontwerker <strong>of</strong><br />

kleermaker zou zijn geweest. De bedoeling van Mozes’ woorden is<br />

volgens Calvijn geweest dat God hen toestemming zou hebben<br />

gegeven dieren te doden en daarvan kleren te maken. Daarom zou<br />

hij God als de bewerker van deze vellen hebben voorgesteld. J.<br />

Calvijn, Commentaar op Genesis, The Ages Digital Library, p.110-1.<br />

Het komt mij voor dat Calvijn hier het bekleden van het gevallen<br />

mensenpaar wat te indirect schetst. Het is een daad van genade dat<br />

God de naaktheid van Adam en Eva bedekt, alvorens hen uit de h<strong>of</strong><br />

te verbannen. God zelf vervangt hun geïmproviseerde schorten van<br />

vijgenbladeren als bedekking van hun naaktheid, door blijvende<br />

kleding. Dat hierin een antropomorf element zit lijkt mij<br />

onloochenbaar. Dat God dieren heeft gedood en heeft gevild is<br />

moeilijk voorstelbaar en staat ook niet in de tekst. Wat er wel staat<br />

is dat Hij Zelf kleren van vellen heeft gemaakt voor de mens en zijn<br />

vrouw. Maar hoe dit alles precies in zijn werk is gegaan, blijft voor<br />

ons verborgen.<br />

Over de schepping van de mens uit de aarde en het inblazen van de<br />

levensgeest merkt J.C. Sikkel in zijn verklaring van het boek<br />

Genesis het volgende op: “God schiep in heel zijn scheppend<br />

werken nooit doode dingen, die Hij daarna levend maakte, maar Hij<br />

schiep van al zijn schepselen in zijn scheppen hun wezen, en<br />

daarmee en daarnaar hun gestalte. De Schrift zegt ook niet, dat de<br />

HEERE een lichaam formeerde, maar dat Hij den mensch formeerde<br />

(vgl. vs.22: ‘Hij bouwde de ribbe tot een vrouw’). De slotwoorden<br />

van vs.7 ‘alzoo werd de mensch een levende ziel’ hebben dan ook<br />

betrekking op de geheele handeling des HEEREN in vs.7<br />

beschreven; het woord ‘ziel’ wijst daar niet opzettelijk de ziel van<br />

den mensch aan, maar het wijst aan, dat de mensch ‘een levende<br />

ziel’, een levend bezield wezen werd door de geheele scheppende<br />

handeling des HEEREN. De HEERE schiep den mensch als een<br />

levende ziel, door hem als mensch te formeeren uit het st<strong>of</strong> van den<br />

aardbodem en tegelijk den adem des levens hem in te blazen, een<br />

tweevoudige handeling, die echter één is, en die niet in twee achter<br />

elkaar volgende handelingen vaneen gescheiden moeten worden”.<br />

J.C. Sikkel, Het Boek der Geboorten. Verklaring van het boek<br />

Genesis, Amsterdam 1923 (2), p.143.<br />

70

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!