GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gelijk. Er komen echt mensvormige uitdrukkingen voor in<br />
het boek Genesis en de verdere Bijbel.<br />
We moeten echter wel oppassen met het spreken over<br />
antropomorfe uitdrukkingen. De gedachte kan namelijk<br />
gemakkelijk postvatten, dat als er bijvoorbeeld sprake is van<br />
Gods spreken, dat we dan denken dat dit een spreken in<br />
oneigenlijke zin is. Maar dit is niet het geval. Ons spreken is<br />
juist afgeleid van het spreken van God. Niet God is het beeld<br />
van de mens, maar de mens is geschapen naar het beeld<br />
van God. Als er dus gezegd wordt dat God spreekt, dan<br />
moeten wij bedenken dat dit een werkelijk effectief spreken<br />
is. Als God spreekt dan gebeurt er iets. Als Hij spreekt, staat<br />
het er (Ps.33:9). Als Hij gebiedt, is het er! Zó spreken,<br />
kunnen mensen niet. Maar er is in het spreken van mensen<br />
wel iets dat hieraan doet denken. Niet voor niets wordt er in<br />
de hedendaagse taalfilos<strong>of</strong>ie gesproken van ‘taaldaden’, om<br />
te benadrukken dat het spreken van de mens niet alleen<br />
maar het voortbrengen is van akoestische signalen, maar<br />
ook invloed uitoefent. Er zit sturing in. Op volmaakte wijze is<br />
dit het geval bij God. Als Hij iets voorzegt, gebeurt het ook.<br />
Daarom lezen we in de pr<strong>of</strong>eten ook regelmatig dat de mond<br />
des Heren het gesproken heeft. M.a.w. de zaak staat vast,<br />
het zal geschieden. De reeds meerdere keren door ons<br />
aangehaalde schrijver Young concludeert in dit verband:<br />
“Vandaar dat wij erbij moeten blijven, welke term we ook<br />
gebruiken om een uitdrukking als ‘en God zeide’ te<br />
karakteriseren, dat deze uitdrukking een krachtdadige<br />
Goddelijke werkzaamheid weergeeft, welke zeer terecht met<br />
‘spreken’ kan worden aangeduid”. 125<br />
Het probleem is dus niet zozeer dát er sprake is van<br />
antropomorfe uitdrukkingen in de Bijbel. Het probleem is de<br />
mate waarin dit het geval is. Welke uitdrukkingen moeten<br />
nu wel en welke niet als antropomorf beschouwd worden?<br />
Als er staat dat God de mens formeerde uit het st<strong>of</strong> der<br />
aarde, betekent dit dan dat God als een soort ‘pottenbakker’<br />
een soort lemen pop heeft gemaakt die Hij daarna de<br />
levensadem heeft ingeblazen? En moeten wij ons hierbij dan<br />
de voorstelling maken, dat God een soort mond-op-mond<br />
beademing heeft toegepast? En als er gesproken wordt, dat<br />
125 Edward J. Young, Genesis Een, Groningen, 1971, p.91<br />
69