GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
men. Wij ontkennen niet dat dit inderdaad niet met alles<br />
kan. Waar het om gaat is echter dat alleen de tekst dat kan<br />
beslissen. D.w.z. er moet een aanleiding voor zijn, en de<br />
tekst zelf zal daarop ook moeten attenderen. Zo maakt de<br />
Schrift zelf ons op andere plaatsen duidelijk dat we het<br />
hemelgewelf niet letterlijk moeten nemen. Maar zulke<br />
aanwijzingen ontbreken geheel als het gaat over de zes<br />
scheppingsdagen. Op geen enkele manier geeft de Schrift<br />
aan dat het hier om een literair schema gaat. Sterker nog,<br />
bij de motivering van het sabbatsgebod wijst de HERE zelf<br />
uitdrukkelijk terug naar de dagen van de scheppingsweek.<br />
In Exodus 20: 9-11 lezen wij: “Gedenk de sabbatdag, dat gij<br />
die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;<br />
maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God;<br />
dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw<br />
dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch<br />
uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want<br />
in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt,<br />
de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag;<br />
daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die”. Hier<br />
wordt het rusten op de sabbat geplaatst in het kader van de<br />
navolging van God. Omdat de HERE gerust heeft op de<br />
zevende dag, moet ook Zijn volk die dag heiligen en daarop<br />
rusten. De aanhangers van de kaderopvatting draaien deze<br />
volgorde echter om. Zij maken van het navolgen van de<br />
daden van God, een navolgen van een manier van vertellen<br />
over de daden van God. Maar dat is wel iets anders. 112<br />
112 Dr. G. CH. Aalders, a.w., schrijft op p.232 het volgende: “Echter<br />
moet elke poging om aan de “dagen” van Gen.1 alle reëele<br />
beteekenis voor de scheppingswerkzaamheid Gods te ontzeggen<br />
afstuiten op deze twee overwegingen: 1 e . dat de tekst van Gen.1<br />
zelf geen enkele aanwijzing bevat, dat de dagen slechts als een<br />
vorm <strong>of</strong> voorstellingswijze zouden bedoeld zijn en derhalve voor de<br />
wezenlijke kennis van de Goddelijke scheppingswerkzaamheid geen<br />
waarde zouden hebben; en 2 e . dat in Ex.20:11 het doen Gods aan<br />
den mensch tot voorbeeld wordt gesteld; en dit veronderstelt zeer<br />
zeker, dat in dat doen Gods een realiteit is geweest, welke door de<br />
mensch kan worden nagevolgd. Hoe zou den mensch kunnen<br />
worden voorgehouden dat hij na zes dagen arbeiden op den<br />
zevenden dag moet rusten, omdat God in zes dagen alle dingen<br />
geschapen heeft en rustte op den zevenden dag, indien aan die zes<br />
54