GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
epaalde relatie bestaat tussen het licht van de eerste dag<br />
en de lichtdragers van de vierde dag. Maar wat er over het<br />
licht en de lichtdragers wordt meegedeeld is totaal verschillend.<br />
Zo wordt er bijvoorbeeld bij de schepping van het<br />
licht helemaal niet gesproken over de functie van het licht,<br />
terwijl van de zon en de maan gezegd wordt dat zij moeten<br />
heersen over de dag en de nacht. Zij moeten dienst doen in<br />
een wereld waarin land en zee van elkaar gescheiden zijn en<br />
waarop plantaardig en dierlijk leven kan bestaan. 87 Van een<br />
echte parallel tussen de eerste en de vierde dag kan ook<br />
geen sprake zijn, omdat op de vierde dag de lichten aan het<br />
firmament worden geplaatst, terwijl het firmament op de<br />
eerste dag nog niet aanwezig was. 88 Dit betekent dat de beweerde<br />
parallellie alleen volgehouden kan worden als<br />
beweerd wordt dat het uitspansel al voor de eerste dag<br />
bestond. Maar daarmee worden dan wel alle grammaticale<br />
overwegingen prijsgegeven. 89<br />
Met betrekking tot de tweede en de vijfde dag moet worden<br />
opgemerkt dat ook hier het parallellisme niet zuiver is,<br />
omdat er op de vijfde dag, na het scheppen van de grote<br />
walvissen en allerlei gevleugeld gevogelte, sprake is van<br />
twee aanvullende handelingen van God, namelijk (‘God zag’<br />
en ‘God zegende’) terwijl dit in de beschrijving van de<br />
tweede dag ontbreekt. Men heeft wel getracht zich van dit<br />
argument af te maken door er op te wijzen dat juist de<br />
variatie in het gebruik van deze parallellie nu juist bewijst<br />
87 Edward J. Young, Genesis Een, Groningen, 1971, p.97<br />
88 Edward J. Young, a.w., p.95. Andrew S. Kulilovsky, A critique <strong>of</strong><br />
the litterary framework view <strong>of</strong> the days <strong>of</strong> creation,<br />
www.kulikovskyonline.net/hermeneutics/Framework.pdf , p.9, wijst er op<br />
dat het uitspansel niet gelijk mag worden gesteld aan de atmosfeer<br />
omdat de zon, de maan en de sterren in het uitspansel worden<br />
geplaatst. Het beschouwt het uitspansel dan ook als de interstellaire<br />
ruimte. Daarmee komt overeen dat de schrijver van Genesis niet<br />
zegt dat de vogels in het uitspansel vliegel, maar er langs, <strong>of</strong> er<br />
over. Volgens Kulikovsky is hier sprake van fenomenologisch<br />
taalgebruik. De afstand tussen de hemel en de vogels zijn namelijk<br />
nog wel ongeveer te bepalen. De afstand tussen de sterren en het<br />
begin van de interstellaire ruimte niet.<br />
89 Edward J. Young, a.w., p.95.<br />
38