GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ho<strong>of</strong>dstuk 3<br />
De argumenten voor de kaderopvatting<br />
gewogen<br />
We zijn nu toegekomen aan de bespreking van de<br />
ingebrachte argumenten. Dwingen ze ons inderdaad tot een<br />
andere lezing van Genesis 1? Of kunnen de argumenten de<br />
toets van de kritiek niet doorstaan, zodat er goede gronden<br />
zijn om aan de letterlijke opvatting van de scheppingsdagen<br />
vast te houden?<br />
Bij de bespreking van de argumenten voor de kaderopvatting<br />
zullen we zoveel mogelijk vasthouden aan de<br />
volgorde waarin deze in het vorige ho<strong>of</strong>dstuk naar voren zijn<br />
gebracht.<br />
3.1. Het scheppingsbericht staat in een literair kader<br />
Is het inderdaad juist dat de schepping van het licht op de<br />
eerste, en de schepping van de zon, de maan en de sterren<br />
op de vierde dag, een overtuigend bewijs is dat de beschrijving<br />
van de schepping gemodelleerd is naar de Israëlitische<br />
sabbatsweek? Moet hieruit inderdaad geconcludeerd worden<br />
dat het op beide dagen feitelijk gaat over hetzelfde scheppingswerk,<br />
waarbij op de eerste dag alle nadruk valt op het<br />
licht zelf, en op de vierde dag op de bron van het licht?<br />
Betekent het spreken over ‘avond en morgen’ na iedere<br />
scheppingsdag niet dat er in Genesis 1 sprake is van gewone<br />
zonnedagen, ook wat de eerste drie dagen betreft, toen de<br />
zon nog niet bestond? En wat te denken van de parallellen<br />
tussen het eerste en het tweede drietal scheppingsdagen?<br />
Wijst dit niet allemaal in de richting van een literaire constructie?<br />
Om met het laatste te beginnen, van een consequent<br />
volgehouden parallellie tussen de dagen is geen sprake.<br />
Edward J. Young wijst er in zijn boek Genesis Een op dat er<br />
wel sprake is van een zeker parallellisme. Maar deze<br />
parallellie houdt volgens hem niet meer in dan dat er een<br />
37