GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
worden als een geschikt beeld van de kosmos. Kortom: wat<br />
geschapen wordt op de eerste drie dagen zou in feite een<br />
kopie zijn van de werkelijkheid op het hemelse niveau. 84<br />
Wat op dag vier tot en met zes geschapen wordt, is volgens<br />
Kline echter een kopie van de hemelse Koning. Het bewijs<br />
daarvoor ziet Kline in de koninklijke terminologie m.b.t. de<br />
lichten van dag vier. Deze moeten heersen over de dag en<br />
de nacht. Ook in het zegenen van de dieren van dag vijf zien<br />
wij volgens hem iets van die koninklijke taal. De vogels en<br />
de vissen krijgen immers de opdracht vruchtbaar en talrijk<br />
te zijn, waarmee volgens Kline een element van heersen zit.<br />
Bij de mens is dit koninklijke aspect het duidelijkst. Hij krijgt<br />
de opdracht te heersen over de dieren en de aarde te<br />
bebouwen en te bewaren. Daarmee bekleedt de mens de<br />
positie van onderkoning. Daarom staat er ook geschreven<br />
dat hij geschapen is naar het beeld en de gelijkenis van God.<br />
Bij de schepping van de mens bereikt de analogie van de<br />
twee verschillende niveaus zodoende een hoogtepunt. Beide<br />
niveaus zijn op elkaar betrokken. Wat op het lagere niveau<br />
plaats vindt, is daarbij steeds een weerspiegeling van de<br />
werkelijkheid van het hoogste niveau.<br />
Bij de tijdcoördinaat zien we eenzelfde betrokkenheid van de<br />
beide niveaus. De tijdcoördinaat hangt bovendien samen<br />
met de plaatscoördinaat. We zien dit uitgesproken in Gods<br />
rust van de zevende dag. Hiermee wordt een tijdsconcept<br />
verbonden met de ruimtelijke realiteit van Gods troonzaal.<br />
Kline acht het daarom voor de hand liggend dat ook de<br />
tijdcoördinaat eenzelfde patroon vertoont, zodat het bovenste<br />
niveau getekend wordt in beelden, die ontleend zijn<br />
aan het lagere niveau. Dit betekent dat de tijd uit het lagere<br />
niveau, als metafoor dient voor het hogere niveau: dat van<br />
de hemelse werkelijkheid. 85 Het bewijs hiervoor ziet Kline in<br />
het terugkerend refrein ‘toen was het avond geweest en het<br />
was morgen geweest’, en het gebruik van temporele recapitulatie<br />
en dischronologisatie. Met name uit de manier<br />
waarop eerst van de schepping van het licht wordt<br />
gesproken en pas drie dagen later over de schepping van<br />
zon, maan en sterren, blijkt dat het scheppingsverhaal niet<br />
84 Meredith G. Kline, Space and Time, p.7.<br />
85 Meredith G. Kline, Space and Time, p.9.<br />
35