GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dat Genesis 1 Gods scheppen wil beschrijven in de vorm van<br />
een Israëlitische zevendaagse week. 21<br />
Een opvallend verschil met Noordtzij en Ridderbos is dat<br />
Doedens de kaderopvatting meer ziet als een hypothese. 22<br />
Als kritiek op de kaderopvatting brengt hij naar voren dat<br />
deze opvatting het gevaar loopt verkeerde vragen aan<br />
Genesis 1 te willen stellen. Door al te zeer gepreoccupeerd<br />
te zijn met de zeven dagen lopen wij het risico aan Genesis<br />
1 een antwoord te willen afpersen op een vraag waarop dit<br />
ho<strong>of</strong>dstuk helemaal geen antwoord wil geven. Om heel het<br />
probleem van de dagen van Genesis zou de Bijbelschrijver<br />
zich niet hebben drukgemaakt. 23 Om die reden vergelijkt<br />
Doedens onze vragen met het tegendraads draaien van een<br />
schroef. Zo’n schroef komt nooit vast te zitten, omdat<br />
daarvoor de goede draairichting noodzakelijk is. 24 Hij pleit er<br />
daarom voor “dat er bij de uitleg van Genesis 1 op<br />
exegetische gronden ruimte opengelaten kan worden om<br />
deze ouverture van de bijbel te lezen als een vertelling<br />
vanuit het aspect van de in Israël bekende sabbatsweek”. 25<br />
Als we zo Genesis 1 gaan lezen, betekent dit niet dat alle<br />
vragen rond schepping en ontwikkeling <strong>of</strong> rond de ouderdom<br />
van de aarde zijn opgelost, maar is er wel ruimte om met<br />
die vragen rustig wetenschappelijk bezig te zijn. Genesis 1<br />
hoeft dan niet steeds in overeenstemming te worden<br />
gebracht met het laatste creationistische <strong>of</strong> evolutionistische<br />
model. 26 Het is niet helemaal duidelijk <strong>of</strong> Doedens hiermee<br />
21<br />
J.J.T. Doedens, a.w., p.97.<br />
22<br />
J.J.T. Doedens, a.w., p.75. Doedens noemt Noordtzij en<br />
Ridderbos als verdedigers van de kaderhypothese, maar zij zelf<br />
gebruiken deze term niet. De reden daarvoor is dat zij van mening<br />
zijn dat alleen de kaderopvatting berust op een juiste exegese van<br />
de tekst. Doedens gaat zover niet, al is ook hij er van overtuigd dat<br />
er goede exegetische gronden voor deze opvatting zijn aan te<br />
voeren. Tegen deze achtergrond moet ook de volgende zin gelezen<br />
worden: “De beschrijving in zes plus één scheppingsdagen is<br />
mogelijk gekozen vanuit het aspect van een door Gód gegeven<br />
Israëlitische sabbatsweek”. a.w, p.105.<br />
23<br />
J.J.T. Doedens, a.w., p.102.<br />
24<br />
J.J.T. Doedens, a.w., p.104.<br />
25<br />
J.J.T. Doedens, a.w., p.102. (Cursivering van mij).<br />
26<br />
J.J.T. Doedens, a.w., p.105.<br />
12