GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dit laatste hebben gereformeerde uitleggers altijd ontoelaatbaar<br />
gevonden, tenminste in het geval van historische<br />
boeken. Alleen als er in een historisch boek sprake is van<br />
een duidelijke aanwijzing dat een bepaald gedeelte niet<br />
letterlijk moet worden genomen, zoals bijvoorbeeld bij de<br />
fabel van Jotam in het boek Richteren, mogen we dit figuurlijk<br />
opvatten. 194 Maar in Genesis 1 ontbreken dergelijke<br />
aanwijzingen. We willen in dit verband nog eenmaal wijzen<br />
op wat Bavinck opmerkt in zijn Gereformeerde Dogmatiek.<br />
“Het eerste ho<strong>of</strong>dstuk van Genesis bevat echter hoegenaamd<br />
geen grond voor de meening, dat wij daarin met een<br />
visioen <strong>of</strong> eene mythe te doen zouden hebben; het draagt<br />
blijkbaar een historisch karakter, en vormt de inleiding van<br />
een boek, dat zich van het begin tot het einde voor historie<br />
uitgeeft. Ook scheiding tusschen de feiten zelve (den religieuzen<br />
inhoud) en de wijze, waarop zij ingekleed zijn, is<br />
niet mogelijk; want als (…) de schepping zelve voor een feit,<br />
maar de scheppingsdagen voor vorm en inkleeding worden<br />
gehouden, valt daarmede tegelijk de geheele orde, waarin<br />
de schepping tot stand is gekomen, en wordt het fundament<br />
weggenomen voor de instelling der week en van den sabbat,<br />
die volgens Exod.20:11 zeer beslist in de zesdaagsche<br />
schepping en de daarna volgende ruste Gods is gegrond”. 195<br />
Er staat dus volgens Bavinck heel wat op het spel. Wie de<br />
dagen van Genesis tot inkleding verklaart, die ondermijnt de<br />
scheppingsorde en haalt het fundament van de sabbat weg.<br />
6.6 Willekeur<br />
Maar er is meer. Wie zo de Bijbel leest geeft een element<br />
van willekeur een wettige plaats in zijn hermeneutiek. Want<br />
waarom zouden wel de dagen als niet-werkelijk mogen<br />
worden opgevat, en de rest niet? Wanneer, aldus Young,<br />
“we het grootste deel van het ho<strong>of</strong>dstuk interpreteren als<br />
niet overeenkomend met hetgeen werkelijk gebeurd is (en<br />
hoe kan de niet-chronologische zienswijze daaraan ont-<br />
194 Richteren 9:7-15.<br />
195 H. Bavinck, a.w., p.462.<br />
127