GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
om het feit dat er sprake is van een opeenvolging van zes<br />
dagen. De kwestie van de lengte van de scheppingsdagen<br />
laat Young bewust open: “Men moet toegeven, welke stelling<br />
men ook verdedigt, dat afgezien van de lengte ervan, de<br />
perioden die in Genesis 1 genoemd worden, met recht<br />
aangeduid kunnen worden door het Hebreeuwse woord jóm<br />
(‘dag’). De fundamentele kwestie is, <strong>of</strong> Genesis 1 al <strong>of</strong> niet<br />
een reeks van zes dagen, gevolgd door een zevende dag,<br />
aandient”. 190<br />
Hoewel wij grote waardering hebben voor het werk van<br />
Aalders, menen wij toch dat zijn opvatting van de lengte van<br />
de scheppingsdagen zijn kritiek op de kaderopvatting verzwakt.<br />
Met hem erkennen wij, dat de kaderopvatting ook<br />
bestreden kan worden, als de mogelijkheid wordt opengelaten<br />
voor langere <strong>of</strong> kortere scheppingsdagen. Wij zien<br />
echter geen doorslaggevende exegetische argumenten om<br />
de tijdsduur van deze dagen te laten afwijken van die van de<br />
dagen zoals wij die kennen. Wij zien niet in waarom het<br />
buitengewone van het scheppingswerk dit zou vereisen.<br />
Genesis 1 maakt integraal onderdeel uit van de rest van het<br />
boek Genesis. Dit boek, en daar zijn alle gereformeerde<br />
uitleggers het over eens, vertelt ons geschiedenis. De<br />
gebeurtenissen die in dit boek beschreven worden hebben<br />
alle plaats in de tijd, ook de gebeurtenissen op de zes<br />
scheppingsdagen. Wij zijn het met Aalders eens dat het niet<br />
aannemelijk is te denken, dat de schrijver van Genesis<br />
onder de eerste drie scheppingsdagen andersoortige dagen<br />
heeft gezien dan de volgende drie, en daarvoor toch hetzelfde<br />
woord ‘dag’ zou hebben gebruikt. Wij delen echter<br />
niet zijn conclusie die hij hieruit trekt, namelijk dat dus alle<br />
zes scheppingsdagen dagen van bijzondere aard zijn<br />
geweest en dus niet op één lijn mogen worden geplaatst met<br />
de dagen die wij kennen. Met hetzelfde recht kan de<br />
conclusie precies tegengesteld worden getrokken. Omdat de<br />
vierde tot en met de zesde dag gewone zonnedagen zijn, en<br />
190 Edward J. Young, Genesis Een, Groningen, 1971, p.105. Zie ook<br />
nog de uitspraak: “De lengte der dagen wordt niet vermeld.<br />
Belangrijk is dat elk van de dagen een tijdsperiode is, die met recht<br />
kan worden genoemd jóm (‘dag’)., a.w., p.131.<br />
120