GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Aalders erkent dat het wel mogelijk is dat de laatste drie<br />
dagen gelijk zijn aan de dagen die wij kennen. Deze kunnen<br />
immers wel bepaald zijn door de stand van de aarde t.o.v.<br />
de zon. Maar ook dan is het voor hem nog de vraag <strong>of</strong> dit<br />
betekent dat de precieze duur van die dagen (in de zin van<br />
dag-zonder-nacht) kan worden vastgesteld. Ook vandaag de<br />
dag duren de dagen niet overal op aarde even lang. Aan de<br />
pool kan een dag zelfs zes maanden duren. Aalders acht het<br />
overigens niet erg waarschijnlijk dat de laatste drie<br />
scheppingsdagen bepaald werden door de stand van de<br />
aarde ten opzichte van de zon. Hij vindt het veel meer voor<br />
de hand liggen dat alle zes scheppingsdagen op dezelfde<br />
manier en naar dezelfde maatstaf beoordeeld moeten<br />
worden. Omdat het in Genesis gaat om werkdagen van God,<br />
acht Aalders het overmoedig om te beweren, dat God dus<br />
afhankelijk is geweest van de tijd zoals die bepaald wordt<br />
door de rotatie van de aardas. Zijn conclusie luidt dan ook<br />
dat de scheppingsdagen wel werkelijke dagen zijn, maar<br />
tegelijk van een andere werkelijkheid dan onze dagen, zodat<br />
de duur ervan door ons niet te bepalen is. Aalders houdt<br />
daarmee geen pleidooi voor het idee dat de dagen op te<br />
vatten zijn als tijdperken. Nadrukkelijk stelt hij dat de dagen<br />
van Genesis net zo goed korter, ja zelfs veel korter kunnen<br />
hebben geduurd dan onze kortste winterdag. Voor Gods<br />
almacht was het voldoende om op één enkel ogenblik het<br />
werk van de schepping tot stand te brengen. 189<br />
Ook Young bestrijdt de kaderopvatting zonder daarmee te<br />
kiezen voor scheppingsdagen van 24-uur. Het gaat Young<br />
helemaal niet om de lengte van de scheppingsdagen, maar<br />
189 Dr. G. CH. Aalders, a.w., p.246, 253. Dezelfde opvatting treffen<br />
we aan bij H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek II, Kampen, 1967,<br />
p.462-4. Ook K. Schilder houdt de mogelijkheid open dat de dagen<br />
van Genesis een afwijkende duur hebben gehad. Wel houdt hij vast<br />
dat onze week een afspiegeling is van de scheppingsweek, en niet<br />
andersom, zoals de aanhangers van de kaderopvatting beweren.<br />
Eveneens wil Schilder niet tornen aan de werkelijkheid van de<br />
scheppingsdagen, die hij blijft zien als dagen in eigenlijke en<br />
letterlijke zin. Zie hiervoor: K. Schilder, Een hoornstoot tegen<br />
Assen?, Kampen, 1928, p.42-5. Zie verder over deze zaak mijn<br />
artikel, Sprak de slang <strong>of</strong> sprak zij niet? Een proeve van correcte<br />
argumentatie, op de site Een in waarheid.<br />
119