GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
filos<strong>of</strong>ische aanname: de aanname dat de dagen van<br />
Genesis geen dagen kunnen zijn.<br />
Het verlangen om Bijbel en wetenschap met elkaar te<br />
harmoniëren, zonder de resultaten van de wetenschap in<br />
twijfel te hoeven trekken, speelt wel bij de aanhangers van<br />
de kaderopvatting een heel verschillende rol. Bij sommigen,<br />
zoals Ridderbos, is dit motief prominenter aanwezig dan bij<br />
anderen, zoals Douma en Doedens. De laatste twee peinzen<br />
er niet over de schepping van de mens in twijfel te trekken.<br />
Zij trekken hier dus nadrukkelijk een streep. Daarmee laten<br />
zij zien dat zij geworteld zijn in de gereformeerde confessie.<br />
Maar bij alle voorstanders van de kaderopvatting leeft het<br />
verlangen de klo<strong>of</strong> tussen Bijbel en wetenschap te dichten.<br />
Dat verlangen op zichzelf kan gebillijkt worden, omdat het<br />
voortkomt uit het besef, dat ook de natuur een<br />
openbaringsbron is waaruit wij God kunnen leren kennen,<br />
zodat deze openbaring niet strijdig kan zijn met wat we<br />
lezen in de Bijbel. Maar door het aanvaarden van de<br />
kaderopvatting laat men, wat men aanziet voor de<br />
resultaten van de algemene openbaring, heersen over de<br />
bijzondere openbaring.<br />
Deze conclusie zal door hen zeker worden bestreden. De<br />
weg die hen tot aanvaarding van de kaderopvatting heeft<br />
geleid loopt immers niet in de eerste plaats via de<br />
natuurwetenschappen, maar via de literaire analyse van de<br />
Bijbeltekst. Zoals we gezien hebben voeren zij immers<br />
exegetische argumenten aan voor hun keuze voor de<br />
kaderopvatting. In het voorgaande hebben wij aangetoond<br />
dat deze argumenten geen stand kunnen houden. Dat zij<br />
toch aan deze opvatting vasthouden, wijst er op dat, wat als<br />
een ondergeschikt motief wordt voorgesteld, bij nader inzien<br />
een belangrijker rol speelt dan zij zelf willen toegeven.<br />
115