GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
GENESIS 1 - Schepping of Evolutie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
letterlijke opvatting moet worden vastgehouden. 170 Het<br />
oordeel van Honig is van groot belang omdat zijn handboek<br />
jarenlang gebruikt is voor het onderwijs in de dogmatiek aan<br />
de Theologische Hogeschool te Kampen. Generaties<br />
studenten hebben dit als de gezaghebbende uitleg van<br />
Genesis 1 in hun studietijd meegekregen. De mening van<br />
Honig is dus in hoge mate representatief voor de visie op de<br />
dagen van Genesis in de gereformeerde wereld.<br />
Eenzelfde geluid vernemen wij in de zeer populaire toelichting<br />
van J.G. Feenstra op de Nederlandse Gelo<strong>of</strong>sbelijdenis.<br />
Sprekend over de orde in het scheppingswerk van<br />
God schrijft hij: “Er is in de scheppingsdagen een heilige<br />
orde. God schept niets, <strong>of</strong> Hij heeft eerst de voorwaarde<br />
voor het bestaan en voortbestaan geschapen. De vissen<br />
schept Hij, nadat Hij eerst de zeeën heeft geformeerd. De<br />
mens wordt geschapen, als al het andere is tot stand<br />
gebracht. Het licht, voorwaarde van alle leven, schept God<br />
op de eerste dag”. 171 Feenstra spreekt hier niet over een<br />
ideële orde, zoals Noordtzij, maar over een orde die van dag<br />
tot dag verder tot stand komt. De orde zit niet alleen in de<br />
scheppingswerken, maar ook in de scheppingsdagen!<br />
Ten slotte wijzen wij nog op Het Amen der Kerk. Dit bekende<br />
boek van J. van Bruggen hebben vele belijdeniscatechisanten<br />
gehad ter gelegenheid van hun openbare gelo<strong>of</strong>sbelijdenis.<br />
Op blz. 63-4 schrijft hij: “Thans doet de<br />
‘kadertheorie’ opgeld. Volgens haar biedt Gen.1 geen<br />
beschrijving van werkelijk gebeurde geschiedenis. Het gaat<br />
er slechts om, dat Gód de Schepper is, uit Wie alles zijn<br />
oorsprong heeft. En dit wordt dan verteld in het kader (de<br />
omlijsting) van de Joodse Sabbat-week. Het is in verband<br />
met deze daar steeds meer aanvaarde voorstelling, dat men<br />
in synodale kring thans ijverig doende is, de uitspraken van<br />
de Synode van Assen-1926 (zaak Geelkerken) ongedaan te<br />
maken. Doch de ‘kader-theorie’ stelt de zaak juist omgekeerd<br />
aan wat de Schrift zegt. Deze zegt in het vierde<br />
gebod, dat de Joodse Sabbat-week gevormd is naar het<br />
170<br />
Dr. A.G. Honig, Handboek van de Gereformeerde Dogmatiek,<br />
Kampen, 1938, p.323.<br />
171<br />
J.G. Feenstra, Onze Gelo<strong>of</strong>sbelijdenis, Kampen, 1950 (3), p.128.<br />
100