20.09.2013 Views

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

GENESIS 1 - Schepping of Evolutie

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

die met vers 3 aanvangt, is niet rechtstreeksch en<br />

onmiddellijk, zij onderstelt de in vers 1 geschapen st<strong>of</strong> en<br />

sluit zich daarbij aan, en zij geschiedt bepaaldelijk in<br />

tempore (in de tijd, A.C.) en wel in zes dagen. 167 Even<br />

verder op verwerpt Bavinck de indeling van de scheppingsdagen<br />

in twee drietallen die in de kaderopvatting zo’n<br />

belangrijke rol speelt. Bavinck erkent dat er sprake is van<br />

een parallellisme tussen het werk van de eerste en de vierde<br />

dag, maar ziet dit parallellisme niet tussen de tweede en de<br />

vijfde, en de derde en de zesde dag. Zelf geeft hij daarom<br />

de voorkeur aan de oude verdeling van het scheppingswerk<br />

in creatio, distinctio en ornatus (schepping, scheiding en<br />

versiering). 168 Bavinck acht het waarschijnlijk dat de eerste<br />

drie dagen ongewone, kosmische dagen zijn geweest. Ook is<br />

hij terughoudend in het bepalen van de lengte van de<br />

scheppingsdagen, die hij typeert als werkdagen Gods, maar<br />

hij ontkent niet dat met deze dagen opeenvolgende<br />

tijdseenheden worden bedoeld, die gekenmerkt werden door<br />

een wisseling van licht en duisternis. Daarom schrijft hij:<br />

“De scheppingsdagen zijn werkdagen Gods. Door een<br />

zesmaal vernieuwden arbeid heeft Hij de gansche aarde<br />

toebereid en den chaos in een kosmos veranderd. Dit wordt<br />

in het sabbatsgebod ons ten voorbeeld gesteld. Gelijk voor<br />

God, treedt ook voor den mensch na zesdaagschen arbeid<br />

de ruste in. Bij Israël was die scheppingstijd ook de grondslag<br />

voor de indeeling van het kerkelijk jaar. En voor heel de<br />

wereld blijft hij type van de aeonen dezer bedeeling, die<br />

eens in den wereldsabbat, in de eeuwige ruste eindigt,<br />

Hebr.4”. 169<br />

Dr. A.G. Honig komt in zijn Handboek van de Gereformeerde<br />

Dogmatiek, eveneens tot een afwijzend oordeel van de<br />

kaderopvatting. Hij beroept zich daarbij op het door ons<br />

herhaaldelijk geciteerde boek van Aalders. Honig is van<br />

mening dat de kaderopvatting moet worden afgewezen als<br />

in strijd met de Heilige Schrift en schrijft dat aan de<br />

167 Dr. H. Bavinck, Gereformeerde Dogmatiek, dl.2, Kampen, 1967<br />

(5), p.440. (Curs. en toevoegingen van mij, A.C.).<br />

168 Dr. H. Bavinck, a.w., p.441.<br />

169 Dr. H. Bavinck, a.w., p.463-4.<br />

99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!