19.09.2013 Views

PDF formaat – 12 pagina's – 113 kB - BeSWIC

PDF formaat – 12 pagina's – 113 kB - BeSWIC

PDF formaat – 12 pagina's – 113 kB - BeSWIC

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

PERSDOSSIER<br />

« Meer veiligheid voor<br />

werknemers op bouwwerven »<br />

Brussel, 28 april 2009<br />

Ter gelegenheid van de Werelddag voor<br />

Veiligheid en Gezondheid op het Werk<br />

Op de Werelddag voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk, vandaag<br />

dinsdag 28 april, wil Vice-Eerste minister en minister van Werk Joëlle<br />

Milquet alle actoren sensibiliseren die betrokken zijn bij de veiligheid van<br />

werknemers op de werkvloer, en dan vooral op bouwwerven. Daarom<br />

heeft ze ervoor gekozen een werf te bezoeken waar arbeiders<br />

geconfronteerd worden met asbestverwijdering en met het gebruik van<br />

mobiele steigers: de werf « Estérel » in Fontaine-l’Evêque.<br />

A/ Inleiding: een « Nationale strategie » voor de vermindering<br />

van het aantal arbeidsongevallen<br />

1. Dit initiatief past in de « Nationale strategie inzake Welzijn<br />

op het Werk 2008-20<strong>12</strong> »<br />

In februari 2007 heeft de Commissie een Mededeling gepubliceerd met de<br />

titel: "Verbetering van de arbeidskwaliteit en -productiviteit: communautaire<br />

strategie 2007-20<strong>12</strong> voor de gezondheid en veiligheid op het werk".<br />

De Commissie heeft de Lidstaten gevraagd om nationale strategieën te<br />

ontwikkelen en aan te nemen die aansluiten bij de communautaire<br />

strategie en om, in dit kader, kwantitatieve streefdoelen vast te leggen.<br />

Samen willen de Commissie en de Raad van de Europese Unie de impact<br />

van arbeidsongevallen in Europa met 25 procent verminderen. Om dit te<br />

bereiken, hebben ze een reeks ambitieuze doelstellingen opgesteld en<br />

gebundeld in de nieuwe Europese strategie.<br />

Een van de streefdoelen van de Commissie is om deze plannen later door<br />

het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats<br />

van Luxemburg (CCSS) te laten evalueren.<br />

De « Nationale strategie inzake Welzijn op het werk 2008-20<strong>12</strong> »<br />

is het Belgische plan in het kader van deze communautaire<br />

strategie, die de minister van Werk, Joëlle Milquet, in november<br />

2008 heeft voorgesteld. De hoofddoelstelling wordt hierin<br />

1


overgenomen: komen tot een continue, blijvende en homogene<br />

daling van de arbeidsongevallen en beroepsziekten.<br />

2. De doelstellingen van de de « Nationale strategie »: 25<br />

procent minder arbeidsongevallen<br />

De globale doelstelling van de communautaire strategie is een continue en<br />

homogene daling van het aantal arbeidsongevallen en beroepsziektes. Dit<br />

is een globale benadering van het welzijn op het werk die ook een invloed<br />

heeft op andere domeinen, zoals volksgezondheid en duurzame<br />

ontwikkeling.<br />

Naast de statistische kennis over het aantal ongevallen om de impact van<br />

de toegepaste maatregelen objectief te kunnen meten, biedt kennis over<br />

de algemene welzijnssituatie van de werknemers ook de mogelijkheid om<br />

de strategieën bij te sturen en nog efficiënter in te grijpen.<br />

Ons doel? De frequentie van het aantal arbeidsongevallen<br />

verminderen om zo snel mogelijk te komen tot een vermindering<br />

van 25 procent, met prioriteit voor de sectoren die het meest aan<br />

risico’s zijn blootgesteld.<br />

De redenen voor deze ambitieuze doelstelling zijn veelvuldig:<br />

• Welzijn, gezondheid en veiligheid op het werk zijn prioritair voor de<br />

bescherming van de werknemer. Dit objectief reikt verder dan alle<br />

andere en verklaart op zichzelf al de noodzaak tot mobilisatie.<br />

• Het leven en de gezondheid van de werknemers en hun welzijn op het<br />

werk bieden een meerwaarde aan de hele maatschappij en aan elke<br />

onderneming in het bijzonder. Op secundair vlak gaat op het niveau<br />

van de economie om een kwestie van economische rechtvaardigheid,<br />

gelijkheid en gezonde loyale concurrentie. Een goede gezondheid op<br />

het werk verbetert de algemene openbare gezondheidstoestand en de<br />

productiviteit en competitiviteit van de ondernemingen.<br />

• Tot slot vormen de problemen inzake gezondheid en veiligheid op het<br />

werk een hoge kost voor de sociale beschermingssystemen.<br />

Welzijn op het werk, dat belangt ons allemaal aan. Gezondheid en<br />

veiligheid op het werk mogen niet overgelaten worden aan enkele<br />

bedrijven die zich willen inzetten voor maatschappelijke vooruitgang of<br />

waarvan de bedrijfsleiders zich sterk bewust zijn van de problematiek.<br />

Gezamenlijk moeten de overheid en de acteurs op het terrein dagelijks<br />

inspanningen leveren om te informeren en risicopreventiemaatregelen uit<br />

te leggen. Deze inspanningen kunnen enkel een gunstig effect opleveren<br />

als iedereen er intens en continu bij betrokken wordt. De waakzaamheid<br />

ter zake laten varen, staat meteen voor het lopen van een risico.<br />

De oorzaken van de arbeidsongevallen hangen vaak samen met:<br />

2


• een gebrek aan ervaring;<br />

• de grote doorstroming van werknemers op de werkplek;<br />

• kortstondige arbeidsbetrekkingen;<br />

• een complexe situatie op de werkplek en een gebrekkige communicatie;<br />

• onvoldoende beveiliging van een machine;<br />

• een zekere onvoorzichtigheid;<br />

• en een hoog werktempo.<br />

In dit opzicht is het absoluut noodzakelijk om een grondiger onderzoek in<br />

te stellen naar de omstandigheden waarin de arbeidsongevallen zich<br />

voordoen.<br />

3. De cijfers inzake arbeidsongevallen<br />

De statistische gegevens van het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO)<br />

geven aan dat het aantal arbeidsongevallen sinds 1985 met 30 procent is<br />

gedaald, terwijl het aantal arbeidsplaatsen de jongste twintig jaar met<br />

700.000 eenheden is toegenomen. Deze daling van het aantal<br />

arbeidsongevallen valt grotendeels te verklaren vanuit transformaties op<br />

de arbeidsmarkt; de mijnindustrie is sinds 1985 bijna volledig verdwenen<br />

en de tewerkstelling in fabrieksindustrieën zoals de textiel- of de<br />

metaalindustrie, is merkelijk verminderd.<br />

Tussen 1985 en 2007 heeft de arbeidsmarkt diepe verschuivingen<br />

meegemaakt. Het aantal werknemers mag dan wel constant gebleven<br />

zijn, het aantal bedienden is merkelijk toegenomen. Deze worden minder<br />

blootgesteld aan de klassieke risico’s op arbeidsongevallen. Deze nieuwe<br />

jobs zijn vooral ontstaan dankzij de voortdurende ontwikkeling van de<br />

diensten- en non profit-sectoren.<br />

Het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) heeft in 2006 185.039<br />

arbeidsongevallen geregistreerd in de privésector. In 2006 zijn er 4.502<br />

meer arbeidsongevallen gebeurd (een stijging van 2,5 % ten opzichte van<br />

2005). Deze stijging komt er na een periode van vijf jaar waarin het<br />

aantal ongevallen continu gedaald is.<br />

In 2007 werden er 184.717 arbeidsongevallen geteld. De constante<br />

vermindering van het aantal ongevallen sinds 2000 lijkt inderdaad gestopt<br />

te zijn. De situatie loopt echter niet gelijk in alle sectoren. Het aantal<br />

arbeidsongevallen vermindert nog altijd in het merendeel van de sectoren,<br />

maar deze vermindering wordt deels ongedaan gemaakt door een stijging<br />

van het aantal arbeidsongevallen in de sectoren van de diensten aan<br />

ondernemingen, +11%, in de gezondheids- en welzijnssector, +4%, twee<br />

sectoren die de voorbije twee decennia een hoge vlucht hebben genomen.<br />

Het grootste aantal arbeidsongevallen is dus geconcentreerd in de<br />

volgende sectoren: dienstverlening aan bedrijven,<br />

gezondheidszorg en maatschappelijke diensten, en de bouwsector.<br />

3


Jaar<br />

De bouwsector is een van de sectoren waar werkongevallen het vaakst<br />

voorkomen. Dat is begrijpelijk als je bedenkt dat elke werf voortdurend<br />

evolueert en zo worden te veel gevaarlijke situaties gecreëerd. Bovendien<br />

is een bouwwerf per definitie een tijdelijke werksituatie, of wordt de werf<br />

althans zo ervaren.<br />

Tabel: Evolutie van het absolute aantal arbeidsongevallen in de bouwsector en<br />

vergelijking met alle sectoren samen<br />

Aantal<br />

werknemers VTE<br />

op 30 juni<br />

N<br />

Index<br />

100<br />

Bouwsector Alle activiteitssectoren<br />

Aantal<br />

arbeidsongeva<br />

N<br />

Index<br />

100<br />

Aantal ernstige<br />

arbeidsongevall<br />

en<br />

N<br />

Index<br />

100<br />

Jaar<br />

Aantal<br />

werknemers VTE<br />

op 30 juni<br />

N<br />

Index<br />

100<br />

Aantal<br />

arbeidsongeva<br />

N<br />

Index<br />

100<br />

4<br />

Aantal ernstige<br />

arbeidsongevall<br />

en<br />

1997 143.943 100 28.770 100 2.503 100 1997 1.809.186 100 197.520 100 <strong>12</strong>.842 100<br />

1998 144.788 101 27.281 95 2.281 91 1998 1.860.806 103 202.274 102 <strong>12</strong>.396 97<br />

1999 150.856 105 28.440 99 2.656 106 1999 1.889.829 104 199.715 101 <strong>12</strong>.597 98<br />

2000 157.333 109 27.546 96 2.735 109 2000 1.970.387 109 209.508 106 13.267 103<br />

2001 156.751 109 28.290 98 2.981 119 2001 2.009.735 111 203.171 103 13.869 108<br />

2002 154.963 108 25.533 89 2.527 101 2002 1.990.967 110 184.252 93 11.831 92<br />

2003 161.020 1<strong>12</strong> 23.176 81 2.545 102 2003 1.990.190 110 170.853 86 <strong>12</strong>.729 99<br />

2004 158.847 110 22.573 78 2.383 95 2004 2.008.826 111 165.472 84 11.873 92<br />

2005 160.608 1<strong>12</strong> 21.142 73 2.588 103 2005 2.038.938 <strong>113</strong> 160.662 81 14.208 111<br />

2006 168.032 117 22.382 78 2.666 107 2006 2.082.770 115 164.591 83 13.259 103<br />

2007 174.298 <strong>12</strong>1 22.061 77 2.664 106 2007 2.147.259 119 163.928 83 13.158 102<br />

Daarom maakt Joëlle Milquet van deze gelegenheid gebruik om een aantal<br />

nieuwe maatregelen voor te stellen inzake veiligheid van werknemers op<br />

de werf alsook enkele maatregelen die onlangs van kracht zijn gegaan.<br />

Het gaat met name om<br />

• de sensibiliseringscampagnes (punt 1);<br />

• de versterking van de controles op het welzijn op het werk<br />

(punt 2);<br />

• de projecten voor meer veiligheid voor oudere werknemers<br />

via het Ervaringsfonds (punt 3);<br />

• de verlenging van de overgangsperiode voor de erkenning<br />

van asbestverwijderaars (punt 4);<br />

• eventuele wijzinging aan de reglementering op de tijdelijke<br />

en mobiele werkplaatsen (punt 5);<br />

N<br />

Index<br />

100


• de mogelijkheid om partnershipsovereenkomsten met de<br />

bouwsector af te sluiten voor meer veiligheid voor de<br />

arbeiders (punt 6).<br />

B/ Nieuwe voorstellen<br />

1. Lancering van sensibiliseringscampagnes voor meer<br />

veiligheid in de bouwsector<br />

In het kader van haar « Nationale strategie voor de vermindering van<br />

werkongevallen » die minister van Werk Joëlle Milquet in november<br />

2008heeft gelanceerd, heeft de dienst die belast is met de inspectie van<br />

veiligheids- en gezondheidsvoorwaarden in de ondernemingen, buiten<br />

haar normale inspecties, een reeks campagnes in de bouwsector<br />

opgestart.<br />

a) Sensibiliseringsacties die onlangs zijn afgelopen<br />

• Campagne « dakwerken »: van april 2007 tot eind december 2007.<br />

• Campagne « wegenwerken »: van augustus 2007 tot december 2008.<br />

• Campagne « manueel hanteren van lasten »: een campagne die in 25<br />

Europese landen werd gevoerd. De bouwsector was een doelsector in<br />

2008.<br />

• Campagne « trillingen »: van begin januari 2009 tot eind maart 2009.<br />

b) Sensibiliseringsacties voorzien voor 2009<br />

• Campagne « afwerking »: het gaat om de opvolgingsfase van een<br />

derde gezamenlijke campagne met de NAVB (het Nationaal Actiecomité<br />

voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf, wat een paritaire<br />

organisatie van werkgevers en werknemers is) voorzien voor augustus<br />

2009 tot eind december 2009. De adviseurs van de NAVB voeren<br />

momenteel een sensibiliseringactie. Het hoofdthema daavan: vallen<br />

vanop grote hoogte.<br />

• Campagne « projectontwikkelaars en onderaannemers »: deze<br />

campagne is voorzien van september tot december 2009. De<br />

belangrijkste thema’s die aangepakt zullen worden: de verplichtingen<br />

van de opdrachtgever (met name wat de coördinatie gezondheidveiligheid<br />

betreft) en de collectieve bescherming tegen het vallen.<br />

Onder de andere campagnes van de dienst Toezicht op het Welzijn in<br />

risicosectoren, vermelden we voor 2009:<br />

• Een campagne in de interimsector (april tot juni 2009) geconcentreerd<br />

op het gebruik van de werkpostfiche.<br />

• Een campagne in de garagesector geconcentreerd op het gebruik van<br />

chemische producten (november en december 2009).<br />

• Een campagne over het vallen vanop hoogte tijdens het vullen van<br />

tankwagens (juni-december 2009).<br />

5


Al deze acties vormen het voorwerp van voorafgaandelijke informatie naar<br />

de betrokken sectoren en preventiediensten, om meer positieve gevolgen<br />

op de daling van werkongevallen te kunnen bereiken.<br />

2. De controles op het welzijn in de bouwsector versterken<br />

De sensibiliseringsacties worden telkens opgevolgd via gerichte controles<br />

door de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk.<br />

• De opvolgingsfase van de campagne « dakwerken » (van april 2007 tot<br />

eind december 2007): na een sensibiliseringsactie door de adviseurs<br />

van de NAVB werden 1.511 werven bezocht waarvan er voor <strong>12</strong>9 Pro<br />

Justitia werd opgesteld; 138 werven werden stilgelegd wegens<br />

onvoldoende beveiliging tegen het naar beneden vallen.<br />

• Opvolgingsfase van de campagne « wegenwerken » (van augustus<br />

2007 tot december 2008): 238 werven werden bezocht.<br />

Aandachtspunten van de dienst Toezicht op het welzijn: de signalisatie<br />

voor het wegverkeer, de sociale voorzieningen (sanitair, refters),<br />

kwartsstof (wat veelvuldig voorkomt bij het slijpen van cement) en de<br />

graafwerkzaamheden.<br />

• Opvolgingsfase van de campagne « manueel hanteren van lasten »: 78<br />

werkgevers uit de sector werden bezocht met volgende<br />

aandachtpunten: hulp voor het hanteren en maximaal gewicht van<br />

cement- en zandzakken.<br />

• Verschillende nieuwe inspectiefases zijn voorzien.<br />

3. Meer veiligheid voor oudere werknemers in de bouwsector<br />

via het Ervaringsfonds<br />

a) Het samenwerkingsprotocol tussen de bouwsector en het<br />

Ervaringsfonds<br />

In de nabije toekomst zal het aantal vertrekkers in de bouwsector hoger<br />

liggen dan het aantal gekwalificeerde personeelsleden dat op de<br />

arbeidsmarkt beschikbaar is. Bovendien verlaten, in vergelijking met<br />

andere sectoren, meer arbeiders in de bouw hun job op de leeftijd van 50<br />

jaar.<br />

Daarom heeft de bouwsector, vertegenwoordigd door werkgever- en<br />

werknemersorganisaties en fondsen voor bestaanszekerheid (het<br />

Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf, het<br />

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid en het Fonds voor<br />

Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf) een<br />

samenwerkingsprotocol ondertekend met het Ervaringsfonds. Dat protocol<br />

is gegaan op 1 maart 2009 van kracht gegaan.<br />

6


Het Ervaringsfonds is erop gericht oudere werknemers langer op de<br />

arbeidsmarkt te houden onder goede voorwaarden, zowel voor hen als<br />

voor hun werkgevers, en de veiligheidsomstandigheden en hun welzijn op<br />

de werkvloer te versterken. Daartoe spoort het Fonds de werkgevers en<br />

de sectoren aan om de arbeidsvoorwaarden voor 45-plussers aan te<br />

passen en te verbeteren. Goede projecten, van ergonomische,<br />

organisatorische aard en/of op het vlak van veiligheid of<br />

competentiemanagement kunnen in het kader van het Ervaringsfonds<br />

worden gesubsidieerd. Deze verbeteringen moeten zich inschrijven in het<br />

kader van het Europese en Belgische beleid op het welzijn op het werk en<br />

alle generaties moeten ervan kunnen genieten.<br />

Het Ervaringsfonds draagt op die manier positief bij tot het welzijn<br />

van de werknemer en de globale tewerkstellingsgraad van de<br />

bevolking.<br />

De bouwsector zal een sensibiliseringscampagne voeren om<br />

ondernemingen van het paritair comité <strong>12</strong>4 ertoe aan te zetten projecten<br />

te lanceren om de werkomgeving aan te passen, gezien de belangrijkste<br />

factoren van verhoogd risico binnen de bouw zich op niveau van de<br />

fysieke last situeert: manueel verplaatsen van lasten; de romp buigen en<br />

draaien; zwaar en afmattend fysiek werk; blootstelling aan trillingen in<br />

het lichaam; vaak gewichten van meer dan 10 kilo opheffen, herhaalde<br />

bewegingen; lang in dezelfde positie werken; enzovoort. Verschillende<br />

oplossingen inzake ergonomie, werkorganisatie en opleidingen kunnen<br />

worden voorgesteld: werktuigen die weinig trillingen veroorzaken;<br />

mechanische werktuigen om te hijsen en op te tillen; graafwerken<br />

mechanisch uitvoeren; mechanisch oprollen van kabels; mortelpomp,<br />

slijp- en zaagmachines op basis van water; oogbescherming op maat<br />

(eventueel met gezichtscorrectie); het aanleren van ergonomische<br />

technieken; doorschuifsystemen in het takenpakket; aanpassingen van de<br />

jobinhoud; enzovoort.<br />

De doelstellingen van de sensibiliseringscampagnes zijn ambitieus. De<br />

partijen van het protocolakkoord overwegen bij de werkgevers via het<br />

Ervaringsfonds meer dan duizend (1.297) projecten op te zetten. Die<br />

projecten moeten de werkomgeving verbeteren voor bijna vijfduizend<br />

(4.763) oudere werknemers.<br />

b) Uitbreiding van het toepassingsgebied van het<br />

Ervaringsfonds<br />

Overigens heeft Joëlle Milquet, om op een proactieve manier te reageren<br />

op de economische crisis, aan de regering voorgesteld om, onder andere,<br />

het toepassingsgebied van het Ervaringsfonds uit te breiden naar<br />

subsidies die gericht zijn op meer kansen op werk van oudere werknemers<br />

die werden ontslagen in het kader van een herstructurering. De ontslagen<br />

werknemers in het kader van een herstructurering die zijn ingeschreven in<br />

reconversiecellen, worden zo gelijkgesteld met andere werknemers.<br />

7


Daartoe heeft ze ervoor gezorgd dat een bepaling wordt opgenomen in de<br />

wet houdende diverse bepalingen, die al werd goedgekeurd in de Kamer<br />

en deze week in de Senaat zou moeten worden gestemd. Die bepaling<br />

past artikel 27 aan van de wet van 5 september 2001, gericht op de<br />

verbetering van de tewerkstellingsgraad van werknemers. De<br />

tussenkomst van het Ervaringsfonds kan draaien rond opleidingen of<br />

begeleidingsprogramma’s met het oog op terug aan de slag te gaan.<br />

3. Twee voorbeelden van projecten van het Ervaringsfonds in<br />

de bouwsector<br />

Voorbeeld een:<br />

Een KMO produceert uitgeruste keuekens op maat. Ze bestaat al meer<br />

dan dertig jaar. Ze werd overgenomen in 2001 en wordt momenteel door<br />

drie bestuurders geleid. In de personeelslijst komen nog twee arbeiders<br />

voor van 53 en 58 jaar die arbeidongeschikt zijn. Zij hebben meer dan<br />

twintig jaar voor het bedrijf gewerkt. Door ernstige<br />

gezondheidsproblemen komen ze nooit meer werken. Het verlies van<br />

know-how na het vertrek van die twee arbeiders was kritiek voor de<br />

onderneming. De onderneming stelt momenteel vijf arbeiders (tussen 18<br />

en 50 jaar) te werk en één bediende.<br />

De bedoeling van het Ervaringsfonds is om de 50-jarige werknemer <strong>–</strong> die<br />

al van zijn 18de in de KMO werkt <strong>–</strong> zo lang mogelijk aan het werk te<br />

houden. Hij heeft zijn werk perfect onder de knie en zijn technische<br />

capaciteiten zorgen voor een monopolie aan kennis en een toename van<br />

werk. Want telkens er moeilijkheden opduiken gelinkt aan schrijnwerkerij,<br />

neemt hij die bovenop zijn dagelijkse taken voor zijn rekening, aangezien<br />

de jongeren die niet op zich mogen nemen. Voor het werk van een<br />

keukenschrijnwerker moet je heel veelzijdig zijn: buiten het lezen van het<br />

plan, moeten er tegels worden gelegd, elektriciteit, leidingbuizen,<br />

gasaansluiting, enzovoort.<br />

De bedoeling van het project is het werk en de taken te reorganiseren<br />

zodat de oudere werknemer kan blijven werken onder lichtere<br />

werkomstandigheden en lastige verplaatsingen voor hem af te schaffen. De<br />

oudere werknemer zal geen verplaatsingen meer moeten maken om<br />

keuken te installeren. Hij zal voltijds in het atelier blijven. Hij zal zich alleen<br />

bezighouden met de vervaardiging van keukenmeubles, wandkasten en<br />

badkamermeubles. Hij zal worden geholpen door een jongere die de zware<br />

lasten zal dragen in zijn plaats of met zijn hulp.<br />

Voorbeeld twee:<br />

Een KMO van 19 werknemers heeft werven vooral in haar eigen streek. Ze<br />

voert grote werken uit en doet de dakwerken van nieuwe gebouwen<br />

(privé-woningen of industriële gebouwen) maar voert ook renovaties van<br />

gebouwen uit. Vier ploegen metsers werken buiten samen met een ploeg<br />

8


dakpannenleggers. Af en toe moet het werk worden stilgelegd in functie<br />

van de weersomstandigheden.<br />

Onder de 18 arbeiders, zijn er 5 ouder dan 45, waarvan 2 arbeiders net<br />

geopereerd werden. Het werk is fysiek altijd zwaar omdat er lasten<br />

moeten worden getild: de stellingen installeren op de werf, het materiaal<br />

lossen, het materiaal naar de werkposten brengen, de stellingen<br />

demonteren, de werf opruimen, de werktuigen en materialen elke avond<br />

stockeren om diefstallen te vermijden die meer en meer voorkomen op de<br />

werf.<br />

De onderneming heeft al geïnvesteerd in een camion met loskraan om te<br />

vermijden dat de arbeiders de materialen zelf op de werf hanteren en<br />

hierdoor kunnen de materialen naar elke werkpost gebracht worden. Het<br />

opstellen en afbreken van stellingen op de werf brengt echter wel nog<br />

problemen met zich mee voor de arbeiders, vooral voor de oudere. De<br />

stalen construcite is zwaar en de zware houten planken die dienen als<br />

loopbrug, zijn ook zeer moeilijk te hanteren. In de eerste plaats, wil men<br />

de zware handelingen lichter maken, in moeilijke posities op de werf<br />

(vooral omdat de werf zich midden in het stad bevindt en moeilijk te<br />

bereiken is) door te investeren in drie nieuwe stellingen. Die drie<br />

stellingen zullen 250 à 300 m² groot zijn, in gegalvaniseerd staal met<br />

aluminium loopbruggen met console. Er zullen groepen worden gevormd<br />

en de aandacht zal gevestigd worden op het juiste gebruik van nieuwe<br />

werktuigen (goede positie van de rug, te vermijden bewegingen,<br />

vereenvoudiging van de taken, …) en op respecter voor de<br />

veiligheidsvoorschriften.<br />

Daarnaast wordt de functie van een metser van 59 jaar die al heel zijn<br />

carrière in de bouwsector heeft doorgebracht, herbekeken. Opdat hij zou<br />

kunnen blijven werken tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd, zal hij<br />

alle know-how die hij heeft vergaard door zijn professionele ervaring, op<br />

de werf delen met de andere arbeiders. Hij zal tijd besteden aan het<br />

tonen, uitleggen en laten uitvoeren van taken door de jongsten en dat<br />

gedurende een jaar elke morgen twee uur lang. Tijdens zijn « gewoon »<br />

werk, zal hij vermijden zware lasten te dragen en materiaal te versleuren.<br />

4. Erkenning van ondernemingen en werkgevers die<br />

afbraakwerken uitvoeren waarbij grote hoeveelheden asbest<br />

kunnen vrijkomen<br />

a) verlenging van de overgangstermijn voor de erkenning van<br />

asbestverwijderaars<br />

Op 30 juni vervalt de erkenning van ondernemingen en werkgevers die<br />

afbraakwerken uitvoeren of asbest verwijderen, toegekend in het kader<br />

van artikel 148decies van het Algemeen Reglement voor<br />

Arbeidsbescherming (Arab), automatisch op grond van artikel 19 van het<br />

koninklijk besluit van 28 maart 2007. Het verlies van deze erkenning kan<br />

9


alleen verhinderd worden via het indienen van een nieuwe<br />

erkenningsaanvraag bij de FOD Werk voor 30 juni 2009. Zo’n aanvraag<br />

moet tegenwoordig begeleid gaan met een certificaat dat alleen uitgereikt<br />

kan worden door geaccrediteerde instellingen conform de ISO-norm<br />

17021 van de Belgische accreditatie-instelling (Belac).<br />

Om technische redenen kon deze accreditatie tot voor kort nog niet<br />

verkregen worden bij gebrek aan geaccrediteerde instellingen. Inmiddels<br />

werden twee instellingen geaccrediteerd: de accreditaties van Kiwa en<br />

AIB-Vinçotte zijn officieel sinds 30 maart 2009<br />

Rekening houdend met het feit dat asbestverwijderende ondernemingen<br />

over voldoende tijd moeten beschikken om hun erkenning aan te vragen<br />

bij de geaccrediteerde instellingen, is het voor die ondernemingen<br />

onmogelijk gebleken dat te doen en de erkenning aan te vragen voor 1<br />

juli 2009.<br />

Om de asbestverwijderende ondernemingen niet in juridische onzekerheid<br />

te laten leven, heeft minister van Werk Joëlle Milquet beslist dat de<br />

huidige erkenningen met een jaar verlengd moeten worden. Om dat te<br />

doen, heeft ze een koninklijk besluit genomen dat de overgangstermijn in<br />

artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 maart 2007 verlengd met een<br />

jaar, gaande dus van twee naar drie jaar. Joëlle Milquet vermijdt hierdoor<br />

dat asbestverwijderende ondernemingen hun activiteiten moeten staken<br />

door gebrek aan erkenning. Door de verlenging van de<br />

overgangsmaatregel kunnen de kandidaat-asbestverwijderaars hun<br />

dossier trouwens beter voorbereiden.<br />

Dit oninklijk besluit van de minister van Werk zal binnenkort in het<br />

Belgisch Staatsblad verschijnen.<br />

b) evaluatie van het Fonds voor asbestslachtoffers<br />

Sinds 1 april 2007 is het Fonds voor asbestslachtoffers operationeel. Joëlle<br />

Milquet gaat ervan uit dat het nuttig zou zijn moest er een evaluatie van<br />

de werking van het Fonds worden uitgevoerd voor het einde van het jaar.<br />

De resultaten van deze evaluatie zullen ons een algemeen inzicht bieden<br />

in termen van statistieken en begroting, maar zullen ons ook laten zien in<br />

welke mate afwijkende en onjuiste schadevergoedingen zullen moeten<br />

worden bijgestuurd.<br />

5. Eventuele aanpassingen aan de reglementering op tijdelijke<br />

en mobiele werven<br />

a) een Europese richtlijn<br />

De richtlijn 92/57 van de Europese Unie van 24 juni 1992 schrijft, in het<br />

kort, voor dat een coördinator wordt aangeduid inzake veiligheid op de<br />

werf waar verschillende aannemers aan het werk zijn. Die coördinator<br />

begeleidt de samenwerking tussen de verschillende partijen op de werf en<br />

10


helpt bij het respecteren van de preventievoorschriften voor het welzijn op<br />

het werk, tijdens de conceptionele- en uitvoeringsfasen van de<br />

werkzaamheden.<br />

De Europese Commissie, bewust van de moeilijkheden in de praktijk van<br />

deze richtlijn, heeft onlangs een aantal initiatieven genomen:<br />

• Capgemini<strong>–</strong>Deloitte en Ramboll hebben op vraag van de EU een<br />

marktstudie uitgevoerd waaraan een aantal aanbevelingen verbonden<br />

waren (echter niet echt voor een aanpassing van de richtlijn, hoewel<br />

sommige Lidstaten daar vragende partij voor zijn).<br />

• De Commissie heeft bovendien een mededeling verspreid (COM (2008)<br />

689 van het Directorate-General Enterprise) waarin ze niet meer een<br />

aanpassing van de EU-richtlijn 92/57 voor ogen heeft, maar wel de<br />

toepassing van een aantal richtlijnen in een « Gids » die zou moeten<br />

verschijnen in de herfst van 2009.<br />

b) een voorstel om de huidige wetgeving in België te<br />

vereenvoudigen<br />

In afwachting van de vooruitgang van het dossier op Europees niveau, wil<br />

minister van Werk Joëlle Milquet overleg opstarten met de sociale<br />

partners in de bouwsector over een voorstel om de huidige wetgeving in<br />

België te vereenvoudigen.<br />

De huidige regelgeving voorziet een opdeling van de bouwplaatsen in<br />

functie van de totale oppervlakte van het betrokken bouwwerk (minder<br />

dan 500 m²; gelijke of groter dan 500 m²). Dit leidt tot twee reeksen<br />

bijna identieke bepalingen in hetzelfde besluit met talrijke verwijzingen,<br />

waardoor de tekst zeer moeilijk leesbaar wordt.<br />

Een vervanging van die opdeling in functie van de totale oppervlakte van<br />

de bouwplaats door een opdeling afhankelijk van de kwaliteit van de<br />

aannemer, kan de reglementering eenvoudiger maken en de toepassing<br />

ervan vergemakkelijken. Aldus kan een onderscheid gemaakt worden<br />

tussen opdrachtgevers die werkgever zijn en de andere opdrachtgevers.<br />

• Opdrachtgevers die werkgever zijn, moeten de coördinatoren<br />

aanstellen. Zij kunnen zich voor deze verplichting en alle andere die<br />

eruit voortvloeien, laten bijstaan door hun preventiedienst.<br />

• In het geval van opdrachtgevers die geen werkgever zijn, stelt de<br />

bouwdirectie belast met het ontwerp, respectievelijk de<br />

bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering de<br />

coördinator-ontwerp en de coördinator-verwezenlijking aan. Deze<br />

bouwdirecties vullen ook alle eruit voortvloeiende verplichtingen in.<br />

11


6. Partnershipovereenkomsten met de bouwsector afsluiten<br />

om de veiligheid van arbeiders op de werf te<br />

verbeteren<br />

Minister van Werk Joëlle Milquet heeft in aanwezigheid van<br />

verantwoordelijken uit de sector vandaag aangekondigd dat ze binnenkort<br />

met de verantwoordelijken van de bouwfederaties overleggen over de<br />

mogelijkheid partnershipovereenkomsten omtrent de veiligheid op werven<br />

af te sluiten, naar het voorbeeld van de partnershipovereenkomsten die<br />

onlangs werden afgesloten om de strijd tegen zwartwerk en sociale fraude<br />

in de sector beter aan te gaan.<br />

Voor bijkomende inlichtingen:<br />

Benoit Lannoo (0476 76 19 43) (NL)<br />

Emilie Rossion (0473 13 97 58) (FR)<br />

<strong>12</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!