Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening<br />
De geconsolideerde jaarrekening voor de periode eindigend op 31 december <strong>2005</strong> en het<br />
jaarverslag, opgesteld in overeenstemming met artikel 119 van het Belgisch Wetboek van<br />
Vennootschappen en opgenomen op de pagina’s 1 tot 73 en 110 tot 127, werd voor publicatie<br />
goedgekeurd door de Raad van bestuur van 15 februari 2006.<br />
De jaarrekening werd voorbereid overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen<br />
voor het opmaken van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat<br />
de rekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belang in<br />
ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode.<br />
1 Voorstellingsbasis<br />
Sinds 1 januari <strong>2005</strong> presenteert de Groep voor de eerste keer de geconsolideerde jaarrekening<br />
volgens alle Internationale Financiële RapporteringsStandaarden (IFRS) zoals voorgeschreven<br />
door de Europese Unie (EU). De Groep heeft voor de voortijdige toepassing gekozen van de<br />
herzieningen van IAS 19 “Personeelsvoordelen”, in het bijzonder de optie om alle actuariële<br />
winsten en verliezen rechtstreeks in eigen vermogen op te nemen.<br />
De Belgische wetgeving stond het gebruik van boekhoudnormen voorgeschreven voor gebruik<br />
in de EU toe, in de plaats van de Belgische boekhoudnormen, voor de voorbereiding van<br />
geconsolideerde jaarrekeningen voor de periodes eindigend op of na december 2003. De Groep<br />
heeft de boekhoudnormen voorgeschreven voor gebruik in de EU gebruikt in de voorbereiding van<br />
zijn jaarrekening per 31 december 2003, met als transitiedatum 1 januari 2002, gebruik makend<br />
van IFRS 1 “Eerste toepassing van IFRS”.<br />
Op dezelfde wijze heeft de Groep gekozen om IFRS 1 “Eerste toepassing van IFRS” opnieuw<br />
te gebruiken, bij het in toepassing brengen van nieuwe of herziene boekhoudnormen<br />
voorgeschreven door de EU voor toepassing van de jaarrekening op 31 december <strong>2005</strong>.<br />
Vergelijkende cijfers voor 2004 werden herrekend, uitgezonderd voor IAS 32 en 39 die enkel vanaf<br />
1 januari <strong>2005</strong> worden toegepast. De impact van de gewijzigde waarderingsregels op het eigen<br />
vermogen van de Groep en het nettoresultaat worden beschreven in toelichting 3.<br />
De geconsolideerde fi nanciële staten worden uitgedrukt in duizenden euro, afgerond op het<br />
dichtste duizendtal, en werden opgemaakt op basis van het principe van de historische kost, met<br />
uitzondering van de onderdelen gewaardeerd aan reële waarde.<br />
2 Waarderingsregels<br />
2.1 CONSOLIDATIE EN SEGMENTERINGSPRINCIPES<br />
<strong>Umicore</strong> past de integrale consolidatie toe voor haar dochterondernemingen, entiteiten die de<br />
onderneming controleert, en waarvoor ze in staat is om het fi nanciële en operationele beleid<br />
te sturen en de voordelen ervan te verwerven. Men vermoedt dat er controle is wanneer<br />
<strong>Umicore</strong> rechtstreeks of onrechtstreeks via andere dochterondernemingen meer dan 50% van de<br />
stemrechten bezit.<br />
Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle overgedragen<br />
wordt aan de Groep en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop deze controle<br />
ophoudt te bestaan.<br />
Toelichting 6 geeft een overzicht van de dochterondernemingen van de Groep op balansdatum.<br />
Een overname wordt geboekt volgens de overnamemethode. De activa, verplichtingen en<br />
voorwaardelijke verplichtingen van het overgenomen bedrijf worden gewaardeerd tegen hun<br />
reële waarde op de overnamedatum. De kost van een overname wordt gewaardeerd tegen de<br />
reële waarde van de afgestane activa, de uitgegeven aandelen of de aangegane verplichtingen<br />
op de overnamedatum, vermeerderd met kosten die direct toerekenbaar zijn aan de overname.<br />
Het bedrag waarmee de kost van een overname het belang van de Groep in de reële waarde van<br />
de nettoactiva van de dochteronderneming overschrijdt, wordt geboekt als goodwill (zie punt 2.6,<br />
Immateriële vaste activa). Indien het belang van de Groep in de reële waarde van de nettoactiva<br />
hoger is dan de kost van de overname, wordt dit verschil onmiddellijk in resultaat genomen.<br />
Alle intragroepsverrichtingen, intragroepssaldi en niet gerealiseerde winsten op<br />
intragroepsverrichtingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens<br />
geëlimineerd, behalve als een verlies een indicatie is tot een bijzondere waardevermindering.<br />
Indien noodzakelijk werden de waarderingsregels van de dochterondernemingen aangepast om<br />
de samenhang te garanderen met de principes aangenomen door de <strong>Umicore</strong> Groep.<br />
In een geassocieerde onderneming heeft de Groep een betekenisvolle invloed op het fi nanciële<br />
en operationele beleid, maar geen controle. Dit wordt in het algemeen aangetoond door het<br />
bezit van 20 tot 50% van de stemgerechtigde aandelen. Een joint venture is een contractuele<br />
overeenkomst waarbij de onderneming en andere partijen rechtstreeks of onrechtstreeks een<br />
economische activiteit opzetten die zij gezamenlijk controleren.<br />
Zowel geassocieerde ondernemingen als joint ventures worden in de consolidatie opgenomen<br />
volgens de vermogensmutatiemethode. Volgens deze methode wordt het aandeel van de Groep<br />
in de winsten of verliezen na de overname opgenomen in de resultatenrekening en wordt het<br />
aandeel in de bewegingen van de reserves na de overname opgenomen in de reserves.<br />
Niet-gerealiseerde winsten uit transacties tussen de onderneming en haar geassocieerde<br />
deelnemingen of joint ventures worden geëlimineerd ten belope van het belang van de<br />
onderneming in de geassocieerde deelnemingen en joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen<br />
worden eveneens geëlimineerd, tenzij de transactie een indicatie levert voor een bijzondere<br />
waardevermindering.<br />
De participaties van de onderneming in geassocieerde ondernemingen en joint ventures omvatten<br />
ook de goodwill op hun overnames, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen.<br />
Toelichting 18 geeft een lijst van de belangrijkste geassocieerde ondernemingen en joint ventures<br />
van de Groep op balansdatum.<br />
Toelichting 8 toont de segmentinformatie van de Groep. Een activiteitssegment is een groep van<br />
activa en operaties die producten en diensten voortbrengen of verlenen met een rendements- en<br />
risicoprofi el verschillend van andere activiteitssegmenten.<br />
Een geografi sch segment levert goederen en diensten binnen een bepaalde economische<br />
omgeving waarvan het rendements- en risicoprofi el verschillend is van segmenten die in andere<br />
geografi sche omgevingen actief zijn.<br />
De primaire segmenten van de Groep zijn de activiteitssegmenten. De geografi sche segmenten<br />
zijn de secundaire segmenten van de onderneming.<br />
2.2 INFLATIEBOEKHOUDING<br />
Per 31 december <strong>2005</strong> is er binnen de <strong>Umicore</strong> Groep geen enkele dochteronderneming die haar<br />
fi nanciële verslaggeving opstelt in de valuta van een economie met hyperinfl atie.<br />
2.3 OMREKENING VAN VREEMDE VALUTA<br />
Functionele munt: De posten in de fi nanciële staten van elke entiteit van de Groep worden<br />
gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de gebeurtenissen<br />
en omstandigheden waarbinnen deze entiteit werkt (functionele munt). De geconsolideerde<br />
fi nanciële staten worden opgesteld in euro, de functionele munt van de moederonderneming.<br />
Voor de consolidatie van de Groep en al haar dochterondernemingen worden de jaarrekeningen<br />
van de individuele ondernemingen als volgt omgerekend:<br />
• activa en passiva tegen de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door<br />
de Europese Centrale Bank;<br />
• de resultatenrekening aan de gemiddelde wisselkoers van de periode;<br />
• het eigen vermogen tegen de historische wisselkoers.<br />
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de netto-investering in buitenlandse<br />
dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen tegen de wisselkoers op<br />
het einde van de periode, worden geboekt als deel van het eigen vermogen onder<br />
“Omrekeningsverschillen”.<br />
Goodwill en alle aanpassingen van de boekwaarden van activa en verplichtingen aan de reële<br />
waarde, die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit, worden verwerkt als<br />
activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden bijgevolg omgerekend op basis<br />
van de slotkoers.<br />
2.4 TRANSACTIES IN VREEMDE VALUTA<br />
Transacties in vreemde valuta worden geboekt in de functionele munt van elke entiteit tegen<br />
de wisselkoersen die van kracht zijn op de datum van de afsluiting van de transacties. Bij de<br />
jaarafsluiting worden alle monetaire activa en passiva gebaseerd op deze transacties in vreemde<br />
valuta, omgerekend tegen de slotkoers op de afsluitdatum van de balans. Winsten en verliezen<br />
die voortvloeien uit transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa<br />
en passiva in vreemde valuta, worden in de resultatenrekening opgenomen als een fi nancieel<br />
resultaat.<br />
Om zich tegen bepaalde valutarisico’s in te dekken, heeft de onderneming een aantal<br />
termijncontracten afgesloten (zie verder punt 2.21, Financiële instrumenten).<br />
2.5 MATERIELE VASTE ACTIVA<br />
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kost, verminderd met gecumuleerde<br />
afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs omvat alle directe kosten en<br />
het toewijsbare gedeelte van de indirecte kosten die nodig waren om de activa bedrijfsklaar te<br />
maken.<br />
Intercalaire interesten worden niet geactiveerd. Ze worden ten laste genomen van het resultaat in<br />
de periode waarin ze ontstaan.<br />
Herstellings- en onderhoudskosten worden ten laste genomen in de periode waarin ze werden<br />
uitgevoerd, indien ze niet bijdragen tot een verhoging van het toekomstige economische<br />
rendement van de activa. Zoniet worden ze beschouwd als een afzonderlijke component van<br />
de materiële vaste activa. Componenten van de materiële vaste activa zijn elementen die op<br />
regelmatige basis worden vervangen. Zij worden beschouwd als afzonderlijke activa, omdat hun<br />
economische levensduur verschilt van de materiële vaste activa waartoe zij behoren.<br />
De lineaire afschrijvingsmethode wordt toegepast over de geschatte economische levensduur van<br />
de activa. De economische levensduur is de periode tijdens dewelke men verwacht het activa te<br />
gebruiken in de onderneming.<br />
Als standaardleidraad is de geschatte economische levensduur van de respectievelijke materiële<br />
activa als volgt gedefi nieerd:<br />
Terreinen:<br />
Gebouwen:<br />
Niet afschrijfbaar<br />
- Industriële gebouwen 20 jaar<br />
- Aanpassingen aan gebouwen 10 jaar<br />
- Andere gebouwen, zoals kantoren en laboratoria 40 jaar<br />
- Onroerend goed 40 jaar<br />
Installaties, machines en uitrustingen: 10 jaar<br />
- Ovens 7 jaar<br />
- Kleinere uitrustingen<br />
Meubilair en materieel:<br />
5 jaar<br />
- Rollend materieel 5 jaar<br />
- Mobiel materieel voor intern transport 7 jaar<br />
- Informaticamaterieel 3 tot 5 jaar<br />
- Meubilair en kantoormaterieel 5 tot 10 jaar<br />
Voor belangrijke nieuw aangekochte of gebouwde investeringen wordt de economische<br />
levensduur expliciet ingeschat op het moment van de investeringsaanvraag waarbij deze kan<br />
afwijken van bovenstaande standaarden.