2005-1 NL - Umicore

2005-1 NL - Umicore 2005-1 NL - Umicore

19.09.2013 Views

(µg/g creatinine) 70 60 50 40 30 20 10 0 (µg/dl) 30 20 10 0 (µg/g creatinine) 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0 Gezondheid op het werk 1 Gemiddelde kobaltwaarde in urine in de Umicore-fabriek van Olen (*) 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 (*) Business units Engineered Metal Powders en Specialty Oxides & Chemicals 2 Gemiddelde loodwaarde in bloed in de Umicore-fabriek van Hoboken 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 3 Gemiddelde cadmiumwaarde in urine in de Umicore-fabrieken van Balen en Overpelt 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Overzicht 2005 Umicore stelt zich tot doel beroepsziekten te elimineren en het welzijn op het werk te bevorderen. De voorbije jaren werden er daarom in verschillende sites acties gevoerd om de blootstelling aan schadelijke stoffen op het werk te verminderen (zie het Milieu-, Gezondheids- en Veiligheidsverslag, 2002 van Umicore). In tegenstelling tot de veiligheidsindicatoren is het moeilijker om voor de Groep betekenisvolle gezondheidsindicatoren te defi niëren, de gegevens te verzamelen en te consolideren op Groepsniveau. In 2005 lanceerde Umicore een project met het doel gezondheidsindicatoren te defi niëren die relevant zijn voor het type activiteiten van de onderneming. Deze indicatoren concentreren zich op drie grote domeinen: specifi eke blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk, resultaten van de biologische monitoring van bepaalde stoffen en het aantal nieuwe beroepsziektes dat wordt vastgesteld. Voor elk domein werd een specifi eke indicator gedefi nieerd samen met de criteria die aan de sites bijkomende ondersteuning moeten bieden voor de manier waarop ze de data moeten verzamelen. In 2005 namen een aantal sites deel aan een proefproject voor het verzamelen van gegevens om deze indicatoren te valideren. De nieuwe indicatoren zullen worden geïntegreerd in een centraal datamanagementsysteem om een meer systematische inzameling van gegevens en rapportering mogelijk te maken. Alle belangrijke sites met een risico voor blootstelling aan metalen,hebben een programma voor biologische monitoring. Hierna volgen enkele voorbeelden. In de site van Olen bedroeg het gemiddelde kobaltgehalte in de urine 10,2 microgram per gram creatinine, tegenover 12,6 microgram per gram creatinine in 2004. De gemiddelde concentratie van lood in bloed voor de medewerkers van de site te Hoboken daalde tot 18.3 microgram per 100 ml bloed in vergelijking met 18,6 in 2004 en 29,7 in 1997. In 2005 lag 5,5% van de gemeten loodwaardes in het bloed hoger dan de doelstelling van 36 microgram lood per 100 milliliter bloed. Voor 2006 werd het streefdoel bepaald op maximaal 36 microgram per 100 milliliter bloed. Een werknemer die meer lood in het bloed heeft, wordt als voorzorgsmaatregel naar een andere werkomgeving overgeplaatst. Umicore wil het streefdoel nog verlagen tot 30 microgram per 100 milliliter bloed, hierbij vooruitlopend op de nieuwe EU-reglementeringen. Het resultaat van de biologische monitoring van het cadmiumgehalte in de urine van de werknemers van de sites te Balen en Overpelt toonde een concentratie van 0,61 microgram per gram creatinine. Het cadmiumgehalte in de urine van de werknemers die vroeger in de cadmiumproductie waren tewerkgesteld, bedroeg 2,83 microgram per gram creatinine (gegevens van 2004). De cadmiumproductie werd stopgezet in 2002. In totaal werden er drie nieuwe gevallen van gevoeligheid voor platinazouten vastgesteld: één in de Umicore-site te Hanau en twee in de vestiging van Ibaraki. In 2006 wordt er voor de hele Groep een gestandaardiseerd systeem voor de rapportering van de gegevens van de biologische opvolging ingevoerd. Bereik De verzamelde gegevens zijn momenteel beperkt tot specifi eke sites, zoals is aangegeven in de tekst.

Controle van microstofdeeltjes Umicore groeide uit tot wereldleider voor de productie van zeer fi jne kobaltpoeders voor verschillende toepassingen. Bij de productie van deze micropoeders ontstaat er vaak stof in de werkplaats dat gevaarlijk kan zijn voor de gezondheid. Dit probleem, dat vroeger geval per geval werd aangepakt, vereiste een gecoördineerde aanpak en daarom ontwikkelde het bedrijf een “Kobaltstof Beheersingsprogramma” voor alle kobaltfabrieken. Het programma heeft vooral tot doel de blootstelling zo miniem mogelijk te houden. In februari 2005 werd een manager aangesteld die de leiding nam over een werkgroep, samengesteld uit de fabrieks-, gezondheids- en veiligheidsmanagers van de verschillende fabrieken. Omdat het moeilijk is microdeeltjes te meten, werd een methodologie voor het beoordelen van de blootstelling aan stof ontwikkeld en toegepast. Deze methodologie houdt rekening met de volgende parameters: distributie van de deeltjesgrootte, productiecapaciteit, aantal werknemers die zijn blootgesteld en historiek van biologische monitoring. Op basis van de resultaten van deze evaluatie werden prioriteiten gesteld en werd een plan opgesteld om de risico’s te controleren. De evaluaties werden al voltooid in de volgende vestigingen: Cheonan, Korea; Shanghai, China en Arab, VS. De evaluaties identifi ceerden de belangrijkste bronnen van blootstelling aan kobaltstof en er werden plannen voor onmiddellijke actie ontwikkeld, inclusief specifi eke termijnen en budgetten, met het doel maatregelen te nemen om de blootstelling aan kobaltstof tot een minimum te beperken. De doeltreffendheid van deze maatregelen zal worden beoordeeld aan de hand van de biologische monitoring van kobalt en metingen op de werkplaats. Het is de bedoeling de evaluaties in alle kobaltfabrieken te beëindigen en belangrijke verbeteringen te bereiken tegen het einde van 2007. Sociaal Profi el Ju-Yeon Oh, scheikundige in het laboratorium van Cheonan, Zuid-Korea, past titrering toe om de chemische eigenschappen van lithiumkobaltiet te bepalen. 62-63

(µg/g creatinine)<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

(µg/dl)<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

(µg/g creatinine)<br />

1,2<br />

1,0<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

0,2<br />

0<br />

Gezondheid op het werk<br />

1<br />

Gemiddelde kobaltwaarde in urine in de<br />

<strong>Umicore</strong>-fabriek van Olen (*)<br />

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 <strong>2005</strong><br />

(*) Business units Engineered Metal Powders en Specialty Oxides & Chemicals<br />

2<br />

Gemiddelde loodwaarde in bloed in de<br />

<strong>Umicore</strong>-fabriek van Hoboken<br />

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 <strong>2005</strong><br />

3<br />

Gemiddelde cadmiumwaarde in urine in de<br />

<strong>Umicore</strong>-fabrieken van Balen en Overpelt<br />

2000 2001 2002 2003 2004 <strong>2005</strong><br />

Overzicht <strong>2005</strong><br />

<strong>Umicore</strong> stelt zich tot doel beroepsziekten<br />

te elimineren en het welzijn op het werk<br />

te bevorderen. De voorbije jaren werden er<br />

daarom in verschillende sites acties gevoerd<br />

om de blootstelling aan schadelijke stoffen<br />

op het werk te verminderen (zie het Milieu-,<br />

Gezondheids- en Veiligheidsverslag, 2002 van<br />

<strong>Umicore</strong>).<br />

In tegenstelling tot de veiligheidsindicatoren is<br />

het moeilijker om voor de Groep betekenisvolle<br />

gezondheidsindicatoren te defi niëren, de<br />

gegevens te verzamelen en te consolideren op<br />

Groepsniveau. In <strong>2005</strong> lanceerde <strong>Umicore</strong> een<br />

project met het doel gezondheidsindicatoren<br />

te defi niëren die relevant zijn voor het type<br />

activiteiten van de onderneming. Deze<br />

indicatoren concentreren zich op drie grote<br />

domeinen: specifi eke blootstelling aan<br />

gevaarlijke stoffen op het werk, resultaten<br />

van de biologische monitoring van bepaalde<br />

stoffen en het aantal nieuwe beroepsziektes<br />

dat wordt vastgesteld. Voor elk domein werd<br />

een specifi eke indicator gedefi nieerd samen<br />

met de criteria die aan de sites bijkomende<br />

ondersteuning moeten bieden voor de manier<br />

waarop ze de data moeten verzamelen.<br />

In <strong>2005</strong> namen een aantal sites deel aan een<br />

proefproject voor het verzamelen van gegevens<br />

om deze indicatoren te valideren. De nieuwe<br />

indicatoren zullen worden geïntegreerd in een<br />

centraal datamanagementsysteem om een<br />

meer systematische inzameling van gegevens<br />

en rapportering mogelijk te maken.<br />

Alle belangrijke sites met een risico voor<br />

blootstelling aan metalen,hebben een<br />

programma voor biologische monitoring. Hierna<br />

volgen enkele voorbeelden.<br />

In de site van Olen bedroeg het gemiddelde<br />

kobaltgehalte in de urine 10,2 microgram per<br />

gram creatinine, tegenover 12,6 microgram per<br />

gram creatinine in 2004.<br />

De gemiddelde concentratie van lood in bloed<br />

voor de medewerkers van de site te Hoboken<br />

daalde tot 18.3 microgram per 100 ml bloed in<br />

vergelijking met 18,6 in 2004 en 29,7 in 1997.<br />

In <strong>2005</strong> lag 5,5% van de gemeten loodwaardes<br />

in het bloed hoger dan de doelstelling van<br />

36 microgram lood per 100 milliliter bloed. Voor<br />

2006 werd het streefdoel bepaald op maximaal<br />

36 microgram per 100 milliliter bloed. Een<br />

werknemer die meer lood in het bloed heeft,<br />

wordt als voorzorgsmaatregel naar een andere<br />

werkomgeving overgeplaatst. <strong>Umicore</strong> wil het<br />

streefdoel nog verlagen tot 30 microgram per<br />

100 milliliter bloed, hierbij vooruitlopend op de<br />

nieuwe EU-reglementeringen.<br />

Het resultaat van de biologische monitoring<br />

van het cadmiumgehalte in de urine van de<br />

werknemers van de sites te Balen en Overpelt<br />

toonde een concentratie van 0,61 microgram<br />

per gram creatinine. Het cadmiumgehalte in<br />

de urine van de werknemers die vroeger in<br />

de cadmiumproductie waren tewerkgesteld,<br />

bedroeg 2,83 microgram per gram creatinine<br />

(gegevens van 2004). De cadmiumproductie<br />

werd stopgezet in 2002.<br />

In totaal werden er drie nieuwe gevallen van<br />

gevoeligheid voor platinazouten vastgesteld:<br />

één in de <strong>Umicore</strong>-site te Hanau en twee in de<br />

vestiging van Ibaraki.<br />

In 2006 wordt er voor de hele Groep<br />

een gestandaardiseerd systeem voor de<br />

rapportering van de gegevens van de<br />

biologische opvolging ingevoerd.<br />

Bereik<br />

De verzamelde gegevens zijn momenteel<br />

beperkt tot specifi eke sites, zoals is aangegeven<br />

in de tekst.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!