- Page 1 and 2: De onbekende jonge Tolstoj Herinner
- Page 3 and 4: De onbekende jonge Tolstoj Herinner
- Page 5: universiteit van Waterloo (Ont.) in
- Page 9 and 10: 19. Een goed mens 102 20. Zwemmen 1
- Page 11 and 12: Schilderijdetail van lapti: schoeis
- Page 13 and 14: of niet? De gasten gaan ze natuurli
- Page 15 and 16: 1 De eerste schooldag Maar toen beg
- Page 17 and 18: De Berkenlaan op weg naar het grote
- Page 19 and 20: zij daar al lang?” “Ja, al lang
- Page 21 and 22: jes kunnen komen. Wij willen allema
- Page 23 and 24: leken ze in het gezin te hebben mee
- Page 25 and 26: van de grach, Aleksej Stepanovitsj,
- Page 27 and 28: zeiden ze me het allemaal na. “Da
- Page 29 and 30: en de verre omgeving. Kinderen van
- Page 31 and 32: Dikwijls gebeurde het dat hij, als
- Page 33 and 34: Het dorp in de sneeuw met de slee-h
- Page 35 and 36: er hingen ringen vanaf de zoldering
- Page 37 and 38: het nog eens proberen?”vroeg Lev
- Page 39 and 40: lag niets onder om mij op te vangen
- Page 41 and 42: 5 Worstelwedstrijden Bij tijd en wi
- Page 43 and 44: ging met zijn rechtervoet op de pun
- Page 45 and 46: Ik verloor mijn geduld en als ieman
- Page 47 and 48: Kinderen van het dorp Jasnaja Polja
- Page 49 and 50: Op een keer kreeg ook ik straf. We
- Page 51 and 52: aan dacht: “Zou ik moeten blijven
- Page 53 and 54: verloting. Het tijdstip kwam dichte
- Page 55 and 56: eten!” Maar hij zei: ”Het is ge
- Page 57 and 58:
oekweit. Sommigen plantten peentjes
- Page 59 and 60:
jullie vaders wijs gemaakt. Die heb
- Page 61 and 62:
weg Lev Nikolajevitsj? Waarheen?
- Page 63 and 64:
- alsof door Lev Nikolajevitsj geï
- Page 65 and 66:
delen. Op een avond bleef Lev Nikol
- Page 67 and 68:
legden we wat we moesten doen. Ik z
- Page 69 and 70:
aard: “Zorgen jullie voor het paa
- Page 71 and 72:
hemel. Sergej Nikolajevitsj draaide
- Page 73 and 74:
met zijn hand. Ik begon weer snelle
- Page 75 and 76:
“Maar waar moeten we dan al je sp
- Page 77 and 78:
“Lev Nikolajevitsj, zijn die boek
- Page 79 and 80:
De leerlingen van Jasnaja Poljana D
- Page 81 and 82:
gelukkig. We speelden een balspel m
- Page 83 and 84:
aan de agent verder geen aandacht s
- Page 85 and 86:
15 Verhalen schrijven Op een keer z
- Page 87 and 88:
“Wat loopt het gesmeerd, wat goed
- Page 89 and 90:
lang geworden was en wilde er een e
- Page 91 and 92:
16 Vastenavond Vastenavond kwam era
- Page 93 and 94:
Na de eerste ronde kwam de tweede e
- Page 95 and 96:
Lev Nikolajevitsj. “Die zijn gist
- Page 97 and 98:
meer welke feestdag dat was maar we
- Page 99 and 100:
ene been over het andere geslagen e
- Page 101 and 102:
Lev Nikolajevitsj het wel in ernst?
- Page 103 and 104:
ook zijn hoofd naar de grond en zei
- Page 105 and 106:
21 Een pelgrimstocht Op een keer ve
- Page 107 and 108:
”willen jullie er zoetzuurbrood o
- Page 109 and 110:
22 De grote reis begint Een maand g
- Page 111 and 112:
“Ik weet het, je bent immers in a
- Page 113 and 114:
ik“, zei ik, terwijl ik mijn bund
- Page 115 and 116:
en de mensen daar en ik kwam op het
- Page 117 and 118:
wist van het bestaan van treinen en
- Page 119 and 120:
in terwijl hij wat voor zich uit br
- Page 121 and 122:
De reisroute. Een fluittoon, een tw
- Page 123 and 124:
De Volgaslepers (1870-1873) van Ilj
- Page 125 and 126:
schedel! Die man moet een sterke ko
- Page 127 and 128:
deren.” Maar wij voelden ons die
- Page 129 and 130:
echt niet wat een moellah is?” Ts
- Page 131 and 132:
27 Drieëndertig De volgende morgen
- Page 133 and 134:
ontbijt voor. We liepen langs de ri
- Page 135 and 136:
mijn hart stond stil en ik dacht:
- Page 137 and 138:
ende vooruit, maakte een sprongetje
- Page 139 and 140:
Ik denk dat jij ook zou brullen!”
- Page 141 and 142:
de helft. U moet ook alles uittrekk
- Page 143 and 144:
Naar zulke wedstrijden kwamen alle
- Page 145 and 146:
De hele weg lachten we om Lev Nikol
- Page 147 and 148:
neer en zei: “Deze jas is niet va
- Page 149 and 150:
namen van alle opperbevelhebbers, g
- Page 151 and 152:
Daarna kwamen een oude vrouw en een
- Page 153 and 154:
33 Feestmaal met paardenvlees Op ee
- Page 155 and 156:
acht het naar zijn neus en dacht er
- Page 157 and 158:
34 De huiszoeking Op een keer zaten
- Page 159 and 160:
asjkieren van het dorp, jong en oud
- Page 161 and 162:
lajevitsj ons van alle kanten goed
- Page 163 and 164:
was alsof er een stille staking wer
- Page 165 and 166:
werk. Weet je, we staan op en hebbe
- Page 167 and 168:
[Tolstoj nam Ignat en Morozov in di
- Page 169 and 170:
dat ik me van hem niet kon losscheu
- Page 171 and 172:
Nawoord van de Russische redacteur
- Page 173 and 174:
zo’n sterke indruk op me gemaakt
- Page 175 and 176:
175