Tolstoj - Kohnstamm, Dolph en Rita
Tolstoj - Kohnstamm, Dolph en Rita
Tolstoj - Kohnstamm, Dolph en Rita
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De hele weg lacht<strong>en</strong> we om Lev Nikolajevitsj, trokk<strong>en</strong> aan de<br />
jas aan de <strong>en</strong>e kant <strong>en</strong> aan de andere <strong>en</strong> vroeg<strong>en</strong>: “Oompje,<br />
waar kom jij vandaan <strong>en</strong> waar ga je he<strong>en</strong>?” “Ik ? Ik b<strong>en</strong> van<br />
P<strong>en</strong>za.” 28<br />
Gekscher<strong>en</strong>d war<strong>en</strong> we ongemerkt bij e<strong>en</strong> dorp gekom<strong>en</strong>. We<br />
ging<strong>en</strong> het eerste huis op de hoek binn<strong>en</strong>, maar er bleek niemand<br />
te zijn. Er zat alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> oud vrouwtje met uitgestrekte<br />
b<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> brits. Ze was zo wit als e<strong>en</strong> kiek<strong>en</strong>dief <strong>en</strong> zo<br />
schraal dat ze misschi<strong>en</strong> wel al sinds de zondvloed geleefd<br />
had. Lev Nikolajevitsj zei: “Goed<strong>en</strong>dag, grootmoedertje. Is er<br />
nog iemand bij u in huis ?” Het vrouwtje antwoordde niet. “Is<br />
ze misschi<strong>en</strong> doofstom? God mag het wet<strong>en</strong>,” zei Lev Nikolajevitsj.<br />
Het vrouwtje keek ons slaapdronk<strong>en</strong> aan.<br />
“Lat<strong>en</strong> we gaan, uit haar krijg<strong>en</strong> we toch niets te wet<strong>en</strong>; ze is<br />
waarschijnlijk door ouderdom doof. Maar hoe kunn<strong>en</strong> ze haar<br />
alle<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>?” zei Lev Nikolajevitsj. “Als er brand komt kan ze<br />
verbrand<strong>en</strong>. Ik zou will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wie hier de eig<strong>en</strong>aar is. Het<br />
is duidelijk dat ze erg ziek is. Merk<strong>en</strong> jullie hoe b<strong>en</strong>auwd het<br />
hier is ? Ze kan gewoon niet tot zichzelf kom<strong>en</strong>.”<br />
We verliet<strong>en</strong> de hut. Op de weg was niemand te zi<strong>en</strong>. We<br />
ging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de hut binn<strong>en</strong>. Daar bleek e<strong>en</strong> man van<br />
ongeveer veertig te zijn, roodharig die één arm tot aan de<br />
schouder miste. Hij was iets aan het lez<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> gescheurd,<br />
vergeeld boekje zonder kaft <strong>en</strong> zonder de eerste bladzijd<strong>en</strong>.<br />
“Goed<strong>en</strong>dag!”zei Lev Nikolajevitsj.<br />
28. Stad aan de rivier Sura.<br />
145