19.09.2013 Views

InterConnect 23 - Imec

InterConnect 23 - Imec

InterConnect 23 - Imec

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>InterConnect</strong><br />

Link naar de toekomst<br />

Mis de creatieve<br />

revolutie niet<br />

KMO = TI 2<br />

Biosensoren in<br />

de voeding<br />

n°<strong>23</strong> | viermaandelijks | februari 2007


Voorwoord<br />

Beste lezer,<br />

“Opa, opa, ik wil spelletjes spelen op de compu-terrr.”<br />

“Hmmm, spelletjes…”<br />

Met de hulp van een steeds meer vertrouwde zoekrobot, zitten die driejarige peuter en ik<br />

even later geconcentreerd voor het scherm. We helpen een over-een-bruggetje-heen-enweer-rijdende<br />

kabouter om kleurrijke, zwevende feetjes uit een ravijn op te vissen. Kleine<br />

vingertjes manipuleren zenuwachtig de muis en klikken verwoed tot de ingebouwde LED op<br />

het juiste moment reageert. Wat later slepen we een virtueel penseel over een reeks verfpotjes<br />

en droppen vrolijk blauw, rood of goud op de onderdelen van de helpers van een bekende<br />

klussenman.<br />

Onbewust van de opgeroepen wonderbaarlijke processen in allerlei servers en netwerken, en<br />

onbekommerd om de bliksemsnel gemanipuleerde bytes of elektronenstromen in - bijna zeker<br />

nog niet loodvrij gemonteerde - geheugens, processoren of schermen genieten we van de leuke<br />

toepassingen, gecreëerd door creatievelingen ergens op deze aardbol.<br />

Een paar dagen later lees ik in de krant dat de creatieve industrie het ook behoorlijk goed doet<br />

in Vlaanderen. Volgens een studie van Flanders District of Creativity en de Vlerick Hogeschool<br />

zijn het aantal jobs en het aantal bedrijven in de sector tussen 1995 en 2003 met 26% gegroeid,<br />

dat is anderhalve maal sneller dan in de rest van de economie. En in Nederland ligt het<br />

groeiritme van de creatieve industrie nog tweemaal hoger dan in Vlaanderen.<br />

‘Ergens op de aardbol’, kon dus wel eens net om de hoek zijn.<br />

Paul Six<br />

Business Program Manager<br />

Paul Six


Inhoud<br />

Colofon<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden<br />

verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,<br />

of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,<br />

hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of<br />

enig andere manier, zonder schriftelijke toestemming van de<br />

uitgever.<br />

Verantwoordelijke uitgever: Prof. Gilbert Declerck, Algemeen<br />

directeur IMEC<br />

Redactie: Els Parton, Koen Snoeckx, Mieke Van Bavel<br />

Concept en vormgeving: Kunstmaan.be<br />

Voor meer informatie: Katrien Marent, Corporate<br />

Communications, 016/28 18 80, Katrien.Marent@imec.be<br />

Voor gratis abonnement:<br />

registreer op www.imec.be<br />

Grensverleggend<br />

Eindeloos doorgaan<br />

Mis de creatieve revolutie niet<br />

KMO = TI 2 : met Christina Aguilera op stap<br />

Europese startups in de kijker<br />

Mobiel<br />

Flash verovert de geheugenmarkt<br />

Voertuigelektronica<br />

De snuffelende gsm<br />

Op uw gezondheid<br />

Het ziekenhuis van de toekomst<br />

Biosensoren in de voeding<br />

....................................................8<br />

.................................................10<br />

..................................................14<br />

...............................................30<br />

....................................................4<br />

...............................................20<br />

................................................24<br />

..................................................16<br />

...............................................28<br />

3


4<br />

Mobiel<br />

Flash verovert<br />

de geheugenmarkt<br />

De markt van Flashgeheugens neemt een nooit geziene spurt. 80% van<br />

de mp3-spelers die vandaag op de markt zijn, slaan hun bestanden op<br />

in een Flashgeheugen. Maar is Flash ook klaar om de harde schijf uit de<br />

pc te verjagen? We vroegen het aan Jan Van Houdt, die op IMEC het<br />

onderzoek leidt naar (nieuwe generaties) Flash en andere geheugens.<br />

Flash en harde schijf onder de loep<br />

De harde schijf is een niet-vluchtig magnetisch opslagmedium. Haar gegevens blijven dus<br />

bewaard ook als ze niet van stroom wordt voorzien. Ze bestaat uit een of meerdere nietflexibele<br />

schijven waarop een magnetisch materiaal zit. De digitale informatie (‘0’ en ‘1’)<br />

wordt geschreven door de oriëntatie van de magnetische polen in het magnetische materiaal<br />

in een bepaalde richting te dwingen. De schrijf- en leeskoppen bevinden zich op een<br />

beweegbare arm. Om informatie uit te lezen moet de leeskop worden verplaatst en moet<br />

worden gewacht tot het juiste gedeelte van de schijf onder de kop doordraait. Daardoor is<br />

de harde schijf relatief traag.<br />

Flash is een niet-vluchtig geheugen gebouwd op halfgeleidertechnologie. Zijn geheugencel<br />

bestaat uit een transistor, waaraan een vlottende poort werd toegevoegd die volledig<br />

geïsoleerd wordt van de controlepoort. De cel wordt geprogrammeerd door elektronen<br />

(al of niet) over een barrière heen te injecteren op de vlottende poort. De aanwezigheid<br />

van elektronen op deze poort verandert de drempelspanning van de transistor. Deze<br />

drempelspanning kan worden gemeten en vertaald in digitale informatie. De lading kan op<br />

twee verschillende manieren op de vlottende poort geïnjecteerd worden, wat aanleiding<br />

geeft tot twee verschillende Flashconfiguraties: NOR, vooral gebruikt voor het opslaan van<br />

code en programma’s, en NAND, interessant voor het opslaan van data.


Flash, een nooit geziene groeimarkt<br />

De Flashmarkt is vandaag reeds de snelst<br />

groeiende halfgeleidermarkt ooit. We hebben<br />

het over Flashgeheugens, een vorm van nietvluchtige<br />

geheugens waar je veel data op kwijt<br />

kan die je snel kan uitlezen, en die elektrisch<br />

uitwisbaar zijn. Jan Van Houdt: “In 2000 was er<br />

al een eerste korte maar spectaculaire marktgroei<br />

toen NOR-type Flashgeheugens massaal<br />

werden geproduceerd voor gsm’s (voor<br />

de opslag van code en<br />

programma’s). Nu beleven<br />

we een tweede Flashboom,<br />

die van het NANDtype<br />

dat nog meer data<br />

kan opslaan – tot enkele<br />

gigabit (Gbit) per chip.<br />

Bovendien zijn NAND-<br />

Flashgeheugencellen zeer<br />

geschikt voor miniaturisatie. NAND-Flash<br />

heeft dan ook snel zijn weg gevonden naar<br />

de mobiele toestellen zoals de mp3-speler,<br />

USB-drive en digitale camera waar ze gebruikt<br />

worden voor het opslaan van data. Neem nu<br />

de mp3-speler. In 2002 had 60% daarvan nog<br />

een harde schijf, 40% had Flash. Tegenwoordig<br />

is die verhouding 20%-80%. Het zal niet lang<br />

duren of we zitten aan 100% Flash.”<br />

Volgende stap: de pc<br />

Nochtans kende Flash tijdens het eerste<br />

kwartaal dit jaar een wereldwijde prijsval<br />

van 50%. Door het succes van Flash komen<br />

er immers altijd maar producenten van<br />

Flashgeheugens bij,<br />

waardoor het aanbod<br />

groter wordt. Jan Van<br />

Houdt: “Maar die prijsdaling<br />

heeft niet geleid<br />

tot grote verliezen<br />

bij de bedrijven.<br />

Integendeel, het is<br />

net die prijsdaling die<br />

ervoor zorgt dat er nieuwe toepassingen<br />

kunnen bijkomen die voordien niet betaalbaar<br />

waren. We noemen dat prijselasticiteit.<br />

En daardoor blijft de koek groot genoeg voor<br />

iedereen.” Een van die nieuwe markten is<br />

“ Flash is vandaag reeds<br />

de snelst groeiende<br />

halfgeleidermarkt ooit. ”<br />

die van de pc. En deze markt is gigantisch.<br />

Jan Van Houdt: “Beeld je eens in dat Flash<br />

de pc kan verlossen van zijn harde schijf.<br />

Dat zou enorme voordelen hebben. Ten<br />

eerste zou het vermogenverbruik aanzienlijk<br />

dalen. Een harde schijf, hoe klein ze ook is,<br />

zal altijd relatief veel vermogen verbruiken<br />

omdat ze bewegende delen heeft en berust<br />

op magnetisme. Daarom opent Flash meteen<br />

ook mogelijkheden voor laptops die gevoed<br />

worden door een batterij. Een tweede<br />

belangrijk voordeel is een toename van de<br />

performantie. Met de huidige pc’s duurt het<br />

lang om data van en naar een harde schijf te<br />

brengen. Op dit moment is het nog niet haalbaar<br />

om de harde schijf van een pc volledig<br />

te vervangen door een Flashgeheugen. Dat<br />

zou te duur zijn. Een pc vraagt een opslagcapaciteit<br />

van de orde van Terrabit (Tbit).<br />

Gerekend in prijs per Gbit, is de harde schijf<br />

nog steeds de goedkoopste oplossing.”<br />

5


Windows Vista<br />

De harde schijf vervangen door Flash mag dan<br />

(nog) niet aan de orde zijn, toch werd de eerste<br />

stap in die richting al gezet. Geheugenexperts<br />

hebben een tussenoplossing bedacht waarbij<br />

ze tussen de DRAM (dynamic random access<br />

memory, het vluchtige werkgeheugen van de<br />

pc dat programma’s en data opslaat) en de<br />

harde schijf een Flashgeheugen plaatsen. Men<br />

noemt dat een hybride harde schijf, eigenlijk<br />

is het een extra geheugenniveau. Wat is nu<br />

het voordeel? Jan Van Houdt: “Om dat uit<br />

te leggen moet je naar de computerarchitectuur<br />

kijken. De computer heeft verschillende<br />

bouwblokken, waaronder de microprocessor<br />

en een aantal geheugens: conventioneel het<br />

vluchtige SRAM (static RAM), het vluchtige<br />

DRAM en de niet-vluchtige harde schijf. In<br />

deze architectuur is SRAM de snelste: het<br />

duurt typisch 1 nanoseconde om een bit uit<br />

zijn geheugen te halen (men noemt dat de<br />

vertraging). SRAM is ook de grootste geheugencel<br />

(6 transistoren per bit). Het staat in<br />

voor de directe communicatie met de microprocessor.<br />

SRAM haalt zijn programma’s uit<br />

de DRAM (1 transistor per bit, 10 ns vertraging,<br />

Gbit opslagcapaciteit). DRAM op zijn<br />

6<br />

Jan Van Houdt<br />

Smart cards<br />

beurt haalt zijn informatie uit de harde schijf<br />

(magnetisch, 1 milliseconde (ms) vertraging,<br />

Tbit opslagcapaciteit). En het is in die laatste<br />

link dat er een enorme performantiekloof<br />

zit. Het duurt 1 ms om een bit uit de harde<br />

schijf te halen. En dat is de reden waarom je<br />

pc zo traag opstart. Wanneer<br />

je nu tussen die DRAM en de<br />

harde schijf een Flashgeheugen<br />

steekt, waarin je grote blokken<br />

van informatie kan plaatsen die<br />

door de gebruiker heel vaak<br />

aangesproken worden, dan<br />

ben je weer een stap verder. Het is dus een<br />

systeemoplossing die de snelheid van DRAM<br />

combineert met de niet-vluchtigheid van<br />

Flash.” En die oplossing zal voor de eerste<br />

keer ook toegepast worden in het nieuwe<br />

besturingssysteem van Microsoft, Windows<br />

Vista, dat binnenkort op de markt komt.<br />

Andere markten<br />

Door deze extra markt zijn de vooruitzichten<br />

voor NAND-Flash bijzonder gunstig. Minder<br />

voor NOR-Flash, want ook die wordt stilaan<br />

verdrongen door zijn ‘grote broer’ NAND.<br />

Ook gsm-producenten zien heil in het<br />

Mobiel<br />

De Flash drive of Flashkaart mag niet verward worden met de smart card. Flashkaarten zijn<br />

alleenstaande geheugens die enkel gebruikt worden voor de opslag van data. Smart card is<br />

een systeem-op-chip, dat, naast een Flashgeheugen, ook nog bijvoorbeeld een SRAM en<br />

een microprocessor bevat. Men spreekt van embedded geheugen. Aan de smart cards wordt<br />

een security service toegevoegd die alleen bepaalde personen toegang geeft tot de kaart.<br />

Voorbeelden zijn de protonkaart en de elektronische identiteitskaart.<br />

vervangen van NOR door een gecombineerd<br />

Flash/DRAM-geheugen. DRAM om de snelheid<br />

van NOR (typisch 30 nanoseconde (ns) vertraging)<br />

te behouden, Flash (typische vertraging<br />

rond de microseconde) om de opslagcapaciteit<br />

te vergroten. Jan Van Houdt: “Een gsm<br />

wordt tegenwoordig niet<br />

alleen meer gebruikt<br />

“ Er zal nooit genoeg om te telefoneren, de<br />

gebruiker wil ermee<br />

geheugen zijn. ” fotograferen, filmpjes<br />

opnemen, mp3’s beluisteren...<br />

Maar dat vraagt<br />

natuurlijk veel opslagruimte. Niet onbelangrijk<br />

daarbij is de kostprijs van NAND, die een stuk<br />

lager ligt dan die van NOR. Maar er zijn nog<br />

andere, nieuwe markten te ontginnen. Denk<br />

maar aan de wereld van archivering (kranten,<br />

films, muziek…), die traditioneel gebruik<br />

maakt van optische schijven, microfiches of<br />

tapes. Die opslagmedia garanderen soms maar<br />

10 jaar opslagtijd. Als men de levensduur van<br />

Flash, een inherent betrouwbaardere technologie,<br />

zou kunnen verhogen naar bijvoorbeeld<br />

50 jaar, zou ook dat enorme perspectieven<br />

kunnen bieden.”


Einde van de harde schijf?<br />

Maar is dat dan meteen de doodsteek voor de<br />

harde schijf? Jan Van Houdt meent dat het zo’n<br />

vaart niet zal lopen. “Producenten van harde<br />

schijven slaagden er tot nog toe in om jaarlijks<br />

een capaciteitstoename van 40% te realiseren.<br />

Zolang de vraag naar nog grotere geheugencapaciteit<br />

blijft, zullen ze hun producten blijven<br />

verbeteren. Ik verwacht dat dit zeker nog<br />

enkele tientallen jaren zal duren. Denk maar<br />

aan digitale televisie waarmee je bijvoorbeeld<br />

zelf een pauze in je film kan inlassen, net zoals<br />

bij video. Dit kan omdat de tv-signalen die<br />

binnenkomen ook worden gebufferd. En dat<br />

vraagt gigantisch veel geheugen, teveel om<br />

met Flash te realiseren.” En hoewel de hardeschijfmensen<br />

minder R&D-budget ter beschikking<br />

hebben dan Flashproducenten, hebben<br />

ze de laatste jaren hard gewerkt om die capaciteitstoename<br />

te blijven garanderen. En dat<br />

was nodig, aangezien fysieke grenzen in zicht<br />

kwamen waardoor de huidige harde schijf<br />

amper nog in capaciteit kon toenemen (tot<br />

130 Gbit per vierkante inch). Nieuw op de<br />

markt zijn de harde schijven die gebaseerd zijn<br />

op perpendicular recording. Deze technologie is<br />

sterk verwant aan de huidige, maar nu worden<br />

“ Ik ben er zeker van dat<br />

Flash de harde schijf nooit<br />

volledig zal vervangen. ”<br />

de magnetisch geladen deeltjes rechtop op het<br />

schijfoppervlak geplaatst in plaats van naast<br />

elkaar. Daarmee worden de schijven fysiek<br />

kleiner en qua capaciteit groter (mogelijk tot 1<br />

Tbit per vierkante inch). En er wordt al volop<br />

aan zijn opvolger gewerkt. Een interessante<br />

piste is de herschrijfbare Millipede van IBM,<br />

letterlijk de ‘duizendpoot’, waarmee men heel<br />

kleine afdrukjes maakt in een polymeermateriaal.<br />

Jan Van Houdt: “In principe heb je een<br />

matrix van puntjes die je via kleine hefboompjes<br />

over het polymeer beweegt. Door een<br />

stroompje door die puntjes te sturen, kan<br />

je kleine gaatjes in het polymeer maken. De<br />

data uitlezen gebeurt opnieuw via een bewegende<br />

matrix van puntjes, nu gebaseerd op<br />

het principe van tunneling. Afhankelijk van het<br />

feit of je een puntje of een putje hebt in het<br />

materiaal, zal er een grotere of een kleinere<br />

tunnelstroom kunnen gemeten worden”. Een<br />

veelbelovende technologie die nog meer in<br />

zijn mars heeft dan perpendicular recording.<br />

Nooit genoeg geheugen<br />

Nog in het voordeel van de harde schijf spreekt<br />

het gedrag van de verbruiker. Jan Van Houdt:<br />

“Er zullen altijd goedkopere technologieën<br />

dan Flash bestaan die minder betrouwbaar<br />

zijn of minder snel werken. Een IT-manager is<br />

niet zo snel bereid om 100 euro meer uit te<br />

geven aan een computer, die dan wel sneller<br />

opstart omdat er Flash in zit. Om deze reden<br />

ben ik er zeker van dat Flash de harde schijf<br />

nooit volledig zal vervangen. Maar reken toch<br />

ook maar eens uit wat het zijn bedrijf kost om<br />

elke werknemer ’s morgens 10 minuten te<br />

laten wachten tot zijn pc-met-harde-schijf is<br />

opgestart…<br />

Laat ik zo besluiten: ooit zal wellicht de vraag<br />

naar nog meer rekencapaciteit stoppen, maar<br />

er zal zeker nooit genoeg geheugen zijn. En<br />

dat geeft een grote toekomst, aan de hardeschijfproducenten,<br />

maar zeker aan de ontwikkelaars<br />

van Flashgeheugen.”<br />

7


Grensverleggend<br />

“Het kan niet eindeloos doorgaan. De eigenheid van iets<br />

dat je met toenemende kracht vooruit stuwt, is dat er<br />

uiteindelijk een ramp gebeurt.”* Deze cryptische omschrijving<br />

betekent voor IMEC de start van een belangrijke nieuwe<br />

periode waarbij het zijn uiteenlopende disciplines ook meer<br />

toepassingsgericht zal laten werken.<br />

Eindeloos<br />

doorgaan<br />

“Aan de wet van Moore zal weldra een einde<br />

komen,” je hoort het wel vaker, maar nu de<br />

‘ontdekker’ het zelf al bijna een jaar toegeeft,<br />

blijven er weinig argumenten over om er nog<br />

aan te twijfelen. Gordon Moore, medeoprichter<br />

van Intel, observeerde in de jaren ‘60<br />

dat het aantal transistors in een geïntegreerde<br />

schakeling elke twee jaar verdubbelt. Nu,<br />

veertig jaar later, houdt het algemene principe<br />

van transistorverkleining de halfgeleiderindustrie<br />

nog steeds op een strakke koers. En,<br />

vergis je niet, het zal dit de komende jaren nog<br />

blijven volhouden.<br />

Maar de fysische grenzen zijn in zicht. Het<br />

meest geavanceerde onderzoek naar chipprocessen<br />

speelt zich af op dimensies kleiner<br />

dan 22 nanometer. Dat het afdalen naar deze<br />

atomaire schaal onvermijdelijk grenzen heeft,<br />

speelt de halfgeleiderindustrie al enkele jaren<br />

parten. The years of happy scaling, waarbij transistorverkleining<br />

gebeurde door het bijsturen<br />

van relatief bekende processen en materialen<br />

zijn voorbij. Wie zich afvraagt waar de<br />

elementen uit de onderste twee rijen van het<br />

periodiek systeem voor dienen, mag een kijkje<br />

komen nemen in de cleanroom van IMEC.<br />

8<br />

Sommigen zien het als ‘kommer en kwel’,<br />

anderen als ‘een nooit geziene uitdaging’ om<br />

toch nog op zijn minst een tiental jaar de overgang<br />

te verzekeren naar volgende generaties<br />

(kleinere) transistors.<br />

Maar ‘het einde van de wet van Moore’ brengt<br />

ook ongekende mogelijkheden met zich mee.<br />

Niet het minst doordat de elektronica het<br />

punt heeft bereikt waarop het in dialoog kan<br />

treden met de fundamentele bouwstenen<br />

van de biologie. Biochips die een snelle diagnose<br />

toelaten in de nabijheid van de patiënt,<br />

zenuwcellen die communiceren met chips en<br />

het onderzoek naar ziektes als Alzheimer en<br />

Parkinson vooruit helpen: ze zijn niet langer<br />

fictie. Maar ook voor toepassingen ‘dichter bij<br />

huis’ biedt het samenwerken tussen uiteenlopende<br />

disciplines – zogenaamde heterogene<br />

integratie – enorme kansen. De losstaande<br />

passieve componenten die de bulk uitmaken<br />

van de printplaat in je pc of gsm zullen sterker<br />

geïntegreerd worden in het productieproces<br />

van de chip zelf. Ook display- en antennetechnologie<br />

gaan dezelfde richting uit. Alles<br />

om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat je gsm<br />

* Vrij vertaald naar een uitspraak van Gordon Moore in Techworld.com<br />

en andere toestellen in zakformaat steeds<br />

meer zullen kunnen aan dezelfde prijs en met<br />

hetzelfde energieverbruik.<br />

Dat IMEC een leidinggevende rol speelt in het<br />

domein van transistorverkleining, is door heel<br />

wat mensen geweten. Iets minder mensen<br />

weten misschien dat ook op het domein van<br />

heterogene integratie heel wat expertise in<br />

Leuven aanwezig is. Om het unieke feit dat al<br />

deze kennis onder een dak huist optimaal te<br />

benutten, voert IMEC vanaf 2007 een belangrijke<br />

reorganisatie door. Naast het werk op<br />

chipprocessen (waar generische technologieën<br />

uit voortvloeien) zal IMEC zijn activiteiten<br />

op heterogene integratie verder uitbouwen.<br />

Daarbij ligt de focus eerder op het bouwen<br />

van meer toepassingsgerichte demonstratoren.<br />

Door de gelederen te herschikken,<br />

zal de dialoog tussen de verschillende disciplines<br />

nog meer dan vroeger aangemoedigd<br />

worden. Want wie wil samenwerken, moet<br />

eerst elkaars taal leren spreken. En, in tegenstelling<br />

tot de wet van Moore, wil IMEC wel<br />

graag eindeloos doorgaan. Wordt ongetwijfeld<br />

vervolgd…


Draadloos<br />

regenwoud<br />

In de Braziliaanse stad Parintins slaken ze een zucht van verlichting:<br />

eindelijk staan ze in contact met ‘de wereld’ sinds Intel 5<br />

WiMax-antennes installeerde en een schotelantenne voor de<br />

satellietverbinding naar Internet. De stad met 114.000 inwoners<br />

ligt geïsoleerd op een eiland in de Amazonerivier en is enkel<br />

bereikbaar via vliegtuig of – de meest gebruikte optie – via een<br />

boottocht van 27 uur. Naast het ‘gewone’ gebruik van Internet,<br />

zal het draadloze netwerk ook gebruikt worden voor telemedicine<br />

(zie ook het artikel op pg 16), een grote hulp voor de 32<br />

artsen van Parintins.<br />

Koele serre<br />

IMEC werkt samen met de Universiteit van Wageningen<br />

die een serreprototype ontwikkelt op basis van<br />

zonnecellen. De serre wordt bedekt met<br />

filters die het nabije infrarood (NIR)-licht<br />

tegenhouden waardoor de serre minder<br />

opwarmt. Bovendien wordt dit NIR-licht<br />

gebruikt om via zonnecellen elektrische<br />

energie op te wekken die op zijn beurt kan<br />

gebruikt worden om bv. de ventilatiesystemen<br />

aan te sturen.<br />

Nieuwtjes<br />

Hightech<br />

zwembad<br />

In Canberra, Australië werd een van de<br />

meest geavanceerde zwembaden ter wereld<br />

geopend. Coaches kunnen de atleten in al<br />

hun facetten en met al hun fouten bewonderen<br />

dankzij ingebouwde camera’s boven en<br />

onder water, ondersteund door 3D-modelling<br />

software. De startblokken en wanden<br />

zijn uitgerust met sensoren waardoor de<br />

zwemmers alles te weten komen over hun<br />

prestatie bij de start en bij het keren (bv.<br />

kracht, snelheid, hoek en het exacte tijdstip).<br />

Op ingebouwde beeldschermen kunnen de<br />

zwemmers alles dadelijk raadplegen om nog<br />

gemotiveerder aan hun volgend baantje te<br />

beginnen. Dit hightech zwembad moet de<br />

Australische topzwemmers klaarstomen<br />

voor de Olympische Spelen in Beijing in<br />

2008.<br />

9


Grensverleggend<br />

Mis de creatieve<br />

revolutie niet<br />

Hoe kan je tien cent plastic verkopen aan<br />

veertien euro? Het antwoord zit in je rechter<br />

hersenhelft… en misschien ook in dit artikel.<br />

Voor wie in november 2006 aanwezig was<br />

op het Creativity World Forum in Gent,<br />

zal onderstaand artikel de feiten wat<br />

achterna hollen. Maar de ‘vibe’ van het tweedaagse<br />

congres over ‘de creatieve economie’<br />

was zo groot dat we de afwezigen alsnog van<br />

de naschok willen laten meegenieten.<br />

“Als je een kaars neemt om een andere kaars<br />

aan te steken, zal die eerste kaars niet minder<br />

hard schijnen, maar er zal wel meer licht zijn<br />

in de kamer.” Met deze quote had Minister<br />

Moerman het doel de districts of creativity niet<br />

beter kunnen omschrijven. Met tien zijn ze<br />

wereldwijd: van Maryland in de Verenigde<br />

Staten over ons eigen Vlaanderen tot Qingdao<br />

in China. Tien groeipolen in de globaliserende<br />

economie die elkaar willen inspireren<br />

en versterken. Want voor wie het nog niet<br />

moest weten: na de industriële revolutie en de<br />

opkomst van de dienstensector is de wereld<br />

in volle verwachting van een nieuwe boreling,<br />

de creatieve economie. Gedaan met routine-<br />

werk, gedaan met lineair denken. De macht is<br />

aan de mensen die ‘het kind in ons’ nog niet te<br />

slapen hebben gelegd.<br />

Wat die creatieve economie juist inhoudt en<br />

waar we bewijzen kunnen vinden van haar<br />

nakende komst, hoef je niet meer uit te leggen<br />

aan Dan Pink, businessauteur en voormalig<br />

stafmedewerker in het<br />

Witte Huis. Op iets meer<br />

dan een uur tijd doet hij<br />

de hele wereldeconomie<br />

uit de doeken. Daarbij<br />

legt hij op het eerste zicht<br />

vreemde relaties tussen<br />

creativiteit aan de ene<br />

kant en overvloed, Azië<br />

en automatisering aan de andere. Zoals met<br />

de meeste briljante visies en ideeën, is het allemaal<br />

eigenlijk vrij eenvoudig. Je moet er enkel<br />

opkomen. Neem een doordeweekse vliegenmepper<br />

die je voor tien cent kan maken uit<br />

plastic. Met een gemiddelde verkoopprijs in<br />

“Advies voor managers:<br />

‘Ga uit de weg en laat je<br />

mensen werken.’”<br />

de orde van een halve tot een euro, is op prijs<br />

concurreren geen optie. Nochtans slaagt een<br />

creatieveling erin om in de verzadigde markt<br />

vliegenmeppers te verkopen aan veertien euro<br />

per stuk. De man die dit voor elkaar krijgt<br />

is designgoeroe Alessi met een ontwerp van<br />

het Franse wonderkind Philippe Starck. De<br />

vliegenmepper op pootjes kan zijn nutteloze<br />

tijd invullen als decoratief<br />

element. Volgens<br />

Dan Pink meteen de<br />

beste illustratie dat je<br />

de meerwaarde niet<br />

langer moet zoeken in<br />

de functionaliteit van<br />

een product, maar wel<br />

in de betekenis ervan.<br />

Of in zijn eigen woorden: “In abundant economies,<br />

significance is what determines the margins.<br />

Utility is something you just need to have.” Zij<br />

die afwezig waren in Gent zullen ons op ons<br />

11


woord - en dat van Dan Pink - moeten geloven<br />

dat dit alles ook iets met Azië en automatisering<br />

te maken heeft.<br />

Laat ons eerder even ingaan op het relaas<br />

van Henry Chesbrough, gereputeerd economist<br />

en auteur van verschillende boeken over<br />

‘open innovatie’. Ook hij heeft een interessante<br />

visie op overvloed en de gevolgen ervan<br />

voor de economie. Zo zegt hij dat in een<br />

wereld waar kennis in overvloed aanwezig is,<br />

geen enkel bedrijf het zich nog kan veroorloven<br />

om externe expertise te negeren. Het<br />

intern oppotten van kennis en technologie, is<br />

volgens Chesbrough negatief voor de ontwikkeling<br />

van je bedrijf. Chesbrough predikt dan<br />

ook het model van ‘open innovatie’ waarin<br />

bedrijven samenwerken om talent, kosten en<br />

intellectuele eigendom te delen. Het feit dat<br />

hij IMEC daarbij opmerkt als case study in zijn<br />

derde boek, doet ons na meer dan twintig jaar<br />

open innovatie enorm plezier.<br />

Voor bedrijven die geen geschiedenis hebben<br />

in innovatie of geen bedrijfscultuur hebben die<br />

creativiteit hoog in het vaandel draagt, is er<br />

geen man overboord. Een algemene consensus<br />

bij veel van de sprekers in Gent was namelijk<br />

dat je creativiteit kan leren, waarbij alles<br />

vertrekt van het individu. Zo startte Herman<br />

12<br />

“98% van de kleuters is geniaal<br />

in divergent denken, tegenover<br />

2% van de 25-plussers.”<br />

Nauwelaerts, Vice-President van 3M voor<br />

Europa, Afrika en het Midden-Oosten, de<br />

openingsdag meteen met een sterke uitspraak:<br />

“Mijn belangrijkste advies voor managers is<br />

uit de weg gaan en mensen laten doen.” 3M is<br />

het bedrijf achter Post-It notes en Scotch tape,<br />

maar maakt evenzeer reflecterende verkeersborden,<br />

stethoscopen en atletiekpistes. In de<br />

statistieken van Business Week scoort 3M<br />

na Apple en Google als het meest innoverende<br />

bedrijf ter wereld. Elke werknemer mag<br />

er vijftien procent van zijn tijd als ‘vrije tijd’<br />

besteden aan een project naar keuze. Een idee<br />

dat ook Sir Ken Robinson aanhaalde tijdens<br />

zijn discours. Al had Robinson, uitgeroepen tot<br />

beste businessspreker ter wereld, het daarbij<br />

niet over 3M, maar over animatiestudio Pixar<br />

in de Verenigde Staten. Daar mogen werknemers<br />

vier uur per week doorbrengen in de<br />

centrale ‘universiteit’ om allerhande kennis en<br />

ervaringen uit te wisselen.<br />

Gelijkenissen waren er meermaals tussen wat<br />

de sprekers in Gent wisten te vertellen. Maar,<br />

zoals Dan Pink, geloven ook wij in de kracht<br />

van de herhaling. Zo had ook Robinson het<br />

uitvoerig over de creativiteit die in elke mens<br />

aanwezig is. Of beter, over de manier waarop<br />

ons klassiek onderwijssysteem die vakkundig<br />

onderdrukt. Zoals het voorbeeld van Dan Pink<br />

en Alessi illustreert, zullen mensen met een<br />

actieve rechter hersenhelft in de toekomst<br />

aan belang toenemen. Want die hersenhelft is<br />

verantwoordelijk voor het creatief en divergent<br />

denken. Het lineair denken, in de linker<br />

hersenhelft, is noodzakelijk, maar zal niet<br />

langer het verschil uitmaken. De omschakeling<br />

is geen eenvoudige opdracht als je bedenkt<br />

hoe het ingebakken zit in onze cultuur. Denk<br />

maar aan de IQ-testen waarop veel mensen<br />

hun definitie van intelligentie baseren. Die zijn,<br />

aldus Robinson, grotendeels gebaseerd op het<br />

testen van left-brain activity.<br />

Voor wie angstvallig begint te denken dat er<br />

in de creatieve economie enkel werkzekerheid<br />

is voor kunstenaars, topmuzikanten en<br />

andere ‘actieve rechterhersenhelften’, heeft<br />

Robinson goed nieuws. Bijna honderd procent<br />

van de kleuters behaalt een geniale score in<br />

objectieve testen voor de rechter hersenhelft,<br />

zoals de IQ-test voor de linker hersenhelft.<br />

Er is dus potentieel in overvloed om<br />

de creatieve economie tot volle ontplooiing<br />

te laten komen. Minder goed nieuws: bij vijfentwintig-plussers<br />

komt amper twee procent<br />

nog als geniaal uit de testen. De oorzaak van<br />

deze dramatische daling, volgens Robinson:<br />

“Twenty years of education in between.” Hij zal<br />

in Gent niet de enige, maar misschien wel


Grensverleggend<br />

IMEC organiseerde tijdens het Creativity<br />

World Forum een exclusieve lunch voor<br />

zestig genodigden in aanwezigheid van<br />

Henry Chesbrough, auteur van het boek<br />

‘Open Innovation’.<br />

de meest prominente, zijn die erop wijst dat<br />

ons onderwijs teveel gericht is op het zoeken<br />

naar dat ene juiste antwoord. Een systeem<br />

waarbij fouten zoveel mogelijk vermeden en<br />

uitgeroeid worden. En laat dat nu net het<br />

grootste gemeenschappelijk advies zijn van alle<br />

‘creatieve leiders’: “Let people make mistakes<br />

and allow failure.” Het klinkt misschien nog<br />

het geloofwaardigst in de woorden van een<br />

van de meest geniale uitvinders ooit, Thomas<br />

Edison: “Ik heb niet gefaald, ik heb tienduizend<br />

manieren gevonden die niet werken.<br />

Veel managers denken dat het mogelijk is om<br />

goede ideeën te hebben zonder slechte. Om<br />

een goed idee te hebben moet je gewoon veel<br />

ideeën hebben en de slechte evenzeer koesteren<br />

als de goede.”<br />

De basisideeën van het World Creativity<br />

Forum zouden verplichte kost moeten zijn<br />

voor iedere manager – en werknemer – in<br />

een bedrijf dat zich innovatief durft noemen.<br />

Blokkeer alvast uw agenda voor het tweede<br />

Creativity Forum volgend jaar in Qingdao, of<br />

in 2008 terug in Vlaanderen.<br />

De flessenboom:<br />

tegen malaria,<br />

tegen woestijnvorming<br />

en voor draadloze<br />

communicatie<br />

Nieuwtjes<br />

De Zweedse telecomgroep Ericsson en de Zuid-Afrikaanse telefoonprovider<br />

MTN startten in Nigeria een pilootproject om biodiesel te gebruiken voor het<br />

GSM-netwerk. De groene brandstof zal gewonnen worden uit plaatselijk geteelde<br />

pindanoten, pompoenen, palmen en de tropische plant Jatropha of flessenboom.<br />

Jatropha is een superplant: hij groeit gemakkelijk op arme gronden die voor de<br />

landbouw niet geschikt zijn en wordt zo ook ingezet tegen woestijnvorming, en<br />

de plant heeft bovendien geneeskrachtige eigenschappen, o.a. tegen malaria.<br />

3D-tv: niet lang meer<br />

wachten op de ultieme<br />

kijkervaring<br />

Het Europees onderzoeksconsortium<br />

rond 3D-tv<br />

meldt dat de technologie<br />

voor 3D-tv en film zo ver<br />

gevorderd is, dat we het<br />

binnen 3 jaar in de huiskamer<br />

mogen verwachten. Philips demonstreerde<br />

alvast een eerste<br />

prototype dat zonder speciale<br />

bril of andere hulpmiddelen kan<br />

bekeken worden. Door voor<br />

elk subpixel speciale lenzen te<br />

gebruiken, krijgen beide ogen<br />

van de kijker een aangepast<br />

beeld te verwerken, waardoor<br />

een 3D-illusie ontstaat.<br />

13


Met Christina Aguilera op stap<br />

14<br />

De succesformule voor de toekomst, volgens VOKA-voorzitter<br />

Urbain Vandeurzen, is talentontwikkeling, innovatie en<br />

internationaal ondernemen, of - zoals hij het zelf formuleert<br />

- E=TI 2 . <strong>InterConnect</strong> toetste de theorie aan de praktijk en<br />

kwam terecht bij de Vlaamse KMO ‘R&D International’.<br />

De MTV Awards, Vangelis en Sting,<br />

allemaal deden ze beroep op de<br />

expertise van R&D International.<br />

Het twaalfkoppige bedrijf doet onderzoek<br />

en ontwikkeling naar besturingssystemen<br />

voor licht en videoprojectie.<br />

Speeltuin<br />

De zes trappen en videovloer gebruikt<br />

voor het Eurovisie Songfestival in Athene<br />

waren bedekt met duizend tegels voorzien<br />

van kleine lampjes (LEDs) die<br />

videobeelden op reusachtig formaat<br />

kunnen weergeven. De aansturing van<br />

deze beeldinformatie gebeurde met<br />

systemen van R&D International.<br />

Marc Colemont, R&D Manager:<br />

“Het project was zo gigantisch dat<br />

we twintig videoservers parallel<br />

moesten laten werken om alle<br />

beeldinformatie door te sturen.<br />

Er is een maand iemand van ons<br />

ter plaatse geweest. We hebben<br />

ook een specifiek netwerkprotocol<br />

geschreven om alles synchroon<br />

te laten verlopen.” Oprichter<br />

en Managing Director Ferdinand<br />

Philipsen vult geamuseerd aan: “Is het<br />

niet geweldig dat je zo een internationale<br />

show kan gebruiken als speeltuin<br />

en testcase voor je nieuwe snufjes?”<br />

Maar niet alleen voor projecten<br />

steekt R&D International de grenzen<br />

over. De prototypes die ze in hun<br />

thuisbasis in Landen ontwikkelen,<br />

worden door<br />

hun Deense partner Martin Professional in<br />

grote hoeveelheden geproduceerd en gecommercialiseerd<br />

onder de merknamen Maxxyz<br />

en Maxedia. Van over heel de wereld komen<br />

licht- en videojockeys in de demoruimte van<br />

R&D International een opleiding volgen om<br />

met de Maxxyz/Maxedia producten te leren<br />

werken.<br />

Carnavalbal<br />

Ferdinand Philipsen: “Voor een KMO als de<br />

onze is het belangrijk om goed personeel te<br />

vinden en te kunnen houden. Er is veel talent<br />

in Vlaanderen, dus we moeten ons personeel<br />

zeker niet in het buitenland gaan zoeken. Maar<br />

ze moeten willen werken (lacht). Als je dan<br />

eens iemand vijf dagen op stap kan sturen met<br />

Christina Aguilera en haar crew, is dat natuurlijk<br />

een mooie bonus.”<br />

Als het over talent gaat bij R&D International,<br />

is de belangrijkste factor misschien wel de<br />

‘neus’ van Ferdinand Philipsen om kansen in<br />

de markt te ontdekken en te grijpen. In 1984<br />

startte hij een IT-bedrijf dat computeroplossingen<br />

leverde aan gemeentebesturen. Eerder<br />

toevallig belandde hij in de markt waarop zijn<br />

bedrijf nu wereldleider is. Ferdinand Philipsen:<br />

“Ergens eind jaren tachtig vroeg de toenmalige<br />

burgemeester van Sint-Truiden of we<br />

onze computersystemen niet voor andere<br />

doelen konden inzetten dan enkel administratieve<br />

modules. Hij was namelijk op zoek naar<br />

iemand die de lichteffecten kon bedienen op<br />

de plaatselijke carnavalviering. Ik zag wel wat<br />

in die uitdaging en dat was onze eerste stap in<br />

de richting van waar we nu staan. Op diezelfde


Grensverleggend<br />

viering was iemand aanwezig van VTM, toen<br />

in volle oprichtingsfase, en zo is de bal aan<br />

het rollen gegaan. We werkten mee aan Tien<br />

om Te Zien, het Diamond Awards Festival en<br />

noem maar op. De mond-tot-mondreclame<br />

deed zijn werk. In 1989 was dan het moment<br />

gekomen waarop de beslissing viel om R&D<br />

International op te richten als een aparte<br />

firma.”<br />

Verlanglijstje<br />

Het succes van de producten van R&D international<br />

is eenvoudig te verklaren. Ferdinand<br />

Philipsen: “We zijn altijd net iets vooruit op de<br />

concurrentie. Zelfs bij ons eerste project, het<br />

carnavalbal, bleek al dat we meer deden dan<br />

wat op dat moment verkrijgbaar was op de<br />

markt. Ook toen we in 1995 met<br />

videobewerking gestart zijn, lagen<br />

we meteen voor op de concurrentie.”<br />

R&D International kwam na<br />

wat eigen experimenten in contact<br />

met twee Japanse creatievelingen<br />

die videoshows programmeerden<br />

voor discotheken. In amper twee maanden<br />

kwamen ze tot een akkoord om een videosturing<br />

te ontwikkelen en ondertussen is ook<br />

de Japanse partner met twaalf mensen uitgegroeid<br />

tot een leidinggevende firma. Ferdinand<br />

Philipsen beschouwt het videoverhaal als het<br />

mooiste succesverhaal van R&D International:<br />

“Grote fabrikanten van beeldschermen en<br />

projectoren vielen achterover toen ze zagen<br />

wat onze eerste videoproducten deden.”<br />

Zoals in elk innoverend bedrijf, schuilen er<br />

ook bij R&D International een aantal belang-<br />

rijke principes achter het succes. Een eerste<br />

is het verzekeren van vernieuwing op lange<br />

termijn. Ferdinand Philipsen: “We hebben<br />

altijd stageplaatsen open. Zo zijn er een aantal<br />

studenten van Groep-T in Leuven die hun<br />

eindwerk hier maken over kleurherkenning.<br />

Dat kan bijvoorbeeld helpen om lampen van<br />

verschillende fabrikanten hetzelfde licht te<br />

laten uitsturen.” Om in te schatten wat nuttig<br />

kan zijn en wat niet, maakt R&D International<br />

handig gebruik van de ervaring in het veld.<br />

Ferdinand Philipsen: “We organiseren regelmatig<br />

workshops en privéseminaries voor<br />

lichtdesigners van de grootste artiesten. Zij<br />

bezorgen ons hun verlanglijstje en wensen die<br />

meermaals terugkomen, analyseren we dan<br />

om in ons volgend product op te nemen.”<br />

Maar ook ideeën die op<br />

het eerste zicht econo-<br />

“Al onze softwaremisch niet winstgevend<br />

lijken, dragen bij tot<br />

updates zijn gratis.” doordacht succes. Zo<br />

geeft R&D International<br />

al zijn klanten levenslang<br />

gratis software-updates. Marc Colemont<br />

verklaart: “We verplichten onze klanten om de<br />

nieuwste versie te installeren. Op die manier<br />

hoeven we ook geen ondersteuning meer te<br />

bieden voor de oudere versies. Het maakt het<br />

werken veel gemakkelijker, omdat je steeds<br />

perfect weet op welke software het systeem<br />

draait.” Ferdinand Philipsen: “Maar vooraleer<br />

iemand ook maar een letter software code<br />

mag schrijven in ons centraal systeem, moet<br />

die minstens anderhalf jaar ingewerkt zijn.” U<br />

bent gewaarschuwd.<br />

Bokrijk, de modernste stad van het land<br />

Ferdinand Philipsen<br />

Marc Colemont<br />

U leest het goed en we lachen er niet mee, Bokrijk is misschien wel de meest technologische stad van het land. De lichtshow tijdens ‘Bokrijk<br />

by night’ is daar het mooiste bewijs van. Dankzij onder andere zeven kilometer glasvezelkabel en zesenveertig verdeelkasten, heeft R&D<br />

International ervoor gezorgd dat elk lampje in heel het domein van op een centraal punt kan gecontroleerd worden. Marc Colemont, R&D<br />

Manager: “Er is ook een terugschakelmechanisme voorzien. Als een deur niet goed sluit of een lampje niet werkt, krijgt de centrale automatisch<br />

een signaal en kunnen we het probleem perfect lokaliseren.” Ferdinand Philipsen, Managing Director: “Dat soort projecten zijn enorm<br />

leuk om te doen, omdat ze heel specifiek zijn. Je leert er dingen uit die je kan overnemen in je grote shows en omgekeerd. We hebben de<br />

automatisering gedaan voor verschillende musea en wie interesse heeft, mag altijd bellen (lacht).”<br />

Meer info: www.bokrijkbynight.be<br />

R&D International gaf op IMEC een demonstratie tijdens de zesde werkvergadering van de multimedia-community (www.mume-community.com).<br />

15


16<br />

Op uw gezondheid<br />

ICT verovert<br />

het ziekenhuis<br />

Heeft u ook zo’n moderne huisdokter?<br />

Tijdens elke consultatie wordt alles<br />

wat je zegt nauwgezet ingegeven in de<br />

computer en hij kan perfect nagaan wanneer<br />

je in het verleden dezelfde symptomen<br />

vertoonde van een nakende ‘winterblues’. De<br />

groeicurven van de kinderen worden moeiteloos<br />

opgeroepen. Ter verduidelijking worden<br />

foto’s uit medische databanken getoond om<br />

uit te leggen wat er scheelt. Longfoto’s die het<br />

ziekenhuis doorstuurde, werden ingescand en<br />

toegevoegd aan je elektronisch dossier.<br />

Eenzelfde ICT-wind waait ook door het<br />

ziekenhuis. Onlangs was IMEC te gast op een<br />

event van Agoria’s eHealth platform* waar<br />

enkele leden hun projecten in ziekenhuizen<br />

voorstelden. Een van de sprekers was Luc<br />

Meert, Key Account Manager Healthcare bij<br />

Siemens. <strong>InterConnect</strong> sprak met hem over de<br />

belangrijkste technologieën en toepassingen in<br />

het ‘ziekenhuis van de toekomst’.<br />

Alles centraal<br />

Luc Meert: “De core business van een ziekenhuis<br />

is vanzelfsprekend diagnose en therapie.<br />

Wat betreft de diagnose door bv. CT-scans,<br />

MR-scans, echografie enz. zien we al jaren<br />

een evolutie naar een verbeterde beeldkwaliteit<br />

en digitalisering van al het beeldmateriaal.<br />

De meeste ziekenhuizen beschikken over een<br />

systeem dat al deze beelden alsook metingen<br />

van bv. ECG-apparatuur centraliseert.”<br />

Het centraliseren van patiëntgegevens zal<br />

in de toekomst duidelijk een van de belangrijkste<br />

trends blijven. Alle metingen, foto’s<br />

en consultaties die binnen één ziekenhuis<br />

worden uitgevoerd, zullen centraal opgeslagen<br />

worden en zal de dokter overal in het ziekenhuis<br />

kunnen oproepen, bv. op een zakagenda<br />

die hij bij zich draagt tijdens zijn ronde. Luc<br />

Meert: “Technologisch is het perfect mogelijk<br />

om deze patiëntinformatie in elk willekeurig<br />

ziekenhuis beschikbaar te stellen. Als<br />

een patiënt voor dezelfde aandoening twee<br />

verschillende ziekenhuizen bezoekt, moet<br />

dan niet noodzakelijk tweemaal dezelfde foto<br />

genomen worden. Het ‘ultieme’ elektronische<br />

patiëntendossier zal, naast info opgenomen<br />

in verschillende ziekenhuizen, ook informatie<br />

van huisartsconsultaties bevatten en metingen<br />

die thuis bij de patient gedaan werden, zoals<br />

hartslag, bloeddruk of suikerspiegels (Engelse<br />

term telemedicine).”<br />

Momenteel heeft Siemens een pilootproject<br />

lopen in Schotland waarbij 300.000 diabetici<br />

gescreend worden voor diabetes retinopathie,<br />

een aandoening die - indien niet tijdig<br />

opgespoord - kan leiden tot blindheid. Op<br />

73 locaties in het land worden metingen<br />

gedaan, die vervolgens worden doorgestuurd<br />

naar vijf regionale centra waar de evaluatie


©Siemens<br />

en diagnose gebeurt. Luc Meert: “Hoe ver<br />

deze evolutie van uitwisseling van info zich<br />

zal doorzetten, is sterk landafhankelijk. In een<br />

land waar de afstanden zeer groot zijn, zoals<br />

in de Scandinavische landen, is bv. telemedicine<br />

zeer belangrijk aan het worden.”<br />

Aangenaam maken<br />

ICT kan niet alleen het werk van de artsen<br />

aangenamer maken (zie hierboven), maar<br />

ook het verblijf van de patiënt in het ziekenhuis.<br />

Onlangs werd de kraamafdeling van een<br />

ziekenhuis in Tienen uitgerust met multimediaterminals<br />

van Siemens. Luc Meert: “Patiënten<br />

kunnen het touchscreen gebruiken voor<br />

internet, televisie, radio, telefoon en voor het<br />

bekijken van de informatiepagina’s van het<br />

ziekenhuis. Artsen en verpleging kunnen de<br />

terminal gebruiken voor het opvragen van het<br />

patiëntendossier. Ook de sturing van verlichting,<br />

verduistering of airco in de kamer kan<br />

aangesloten worden op deze terminal. Alles<br />

draait om integratie en gebruiksvriendelijkheid.”<br />

In Nederland installeerde Ascom gelijkaardige<br />

terminals in een Amsterdams ziekenhuis<br />

waarop de patiënten hun maaltijd voor<br />

dezelfde avond kunnen samenstellen. De<br />

patiënt kan zijn menukeuze rechtstreeks doorgeven<br />

aan de keuken die op deze manier niet<br />

langer nodeloos tijd moet besteden aan het<br />

verwerken van papieren menulijsten.<br />

Ook buiten de ziekenhuiskamer zet de ambient<br />

intelligence trend zich voort. In een Eindhovens<br />

ziekenhuis rustte Philips een cardiologieruimte<br />

uit met multimedia ‘sfeermakers’ om voor de<br />

patiënt een rustgevende omgeving te creëren.<br />

Beelden op LCD-schermen aan het plafond<br />

leiden de patiënt af en gekleurd licht, geluid en<br />

geur moeten hem helemaal tot rust brengen.<br />

Nooit meer iets kwijt<br />

RFID-technologie (radio frequency identification)<br />

is niet weg te denken uit het ziekenhuis<br />

van de toekomst. Luc Meert: “Er zijn verschillende<br />

RFID-toepassingen voor het ziekenhuis<br />

in ontwikkeling. Het kan gebruikt worden<br />

voor identificatie of locatiebepaling van<br />

Dokters kunnen altijd en overal<br />

in het ziekenhuis de gewenste<br />

patiëntinformatie opvragen.<br />

patiënten, evenals voor materiaalbeheer. Zo<br />

kan men perfect bepalen waar in het ziekenhuis<br />

rolstoelen of infuuspompen aanwezig zijn<br />

zodat er minder reserve moet aangekocht<br />

worden.”<br />

In een ziekenhuis in Bielefeld (Duitsland) wordt<br />

momenteel een RFID-toepassing voor bedbeheer<br />

door Siemens getest. De bedoeling is om<br />

de workflow voor het reinigen van de bedden<br />

beter te kunnen opvolgen. RFID-lezers aan de<br />

kamerdeur en in de centrale reinigingseenheid<br />

zorgen voor locatiebepaling van het bed. Elk<br />

bed kan ook perfect geïdentificeerd worden,<br />

bv. hoe lang heeft een bepaalde patiënt erin<br />

gelegen en met welke aandoening. Afhankelijk<br />

hiervan kan de reinigingsmethode aangepast<br />

worden. Als er iemand met een gebroken<br />

been één dag heeft in gelegen, hoeft het bed<br />

niet de strengste desinfectieprocedure te<br />

ondergaan.<br />

17


De toekomst<br />

Veel van de vernoemde toepassingen zijn<br />

vandaag al technologisch mogelijk. Dat<br />

garandeert echter nog niet dat ze ook alledaagse<br />

realiteit zullen worden. Luc Meert:<br />

“Telemedicine is zeker op korte termijn technologisch<br />

haalbaar. Zowel voor het ziekenhuis<br />

als voor de patiënt zou het een goede zaak<br />

zijn als de patiënt thuis zelf bepaalde metingen<br />

kan uitvoeren, die kunnen doorgestuurd<br />

worden naar de dokter. Het ziekenhuis kan<br />

het aantal ligdagen per patiënt verminderen<br />

en de patiënt is sneller in zijn vertrouwde<br />

thuisomgeving. Of het realiteit wordt, zal<br />

sterk afhangen van de regelgeving rond de<br />

financiering van de gezondheidszorg. Nu zijn<br />

nog veel zaken honorariumgebonden. Als ze<br />

niet in het ziekenhuis gebeuren, betekent dit<br />

minder inkomsten voor het ziekenhuis. Het<br />

zal dus een kwestie zijn van iedereen tevreden<br />

te kunnen stellen.”<br />

Geert Willems<br />

18<br />

Op uw gezondheid<br />

Loodvrij nieuws<br />

©Siemens<br />

In het Jacobi ziekenhuis in New York en het Saarbruecken ziekenhuis in Duitsland dragen de patiënten<br />

RFID-armbanden. Dokters kunnen zo de patiënt gemakkelijk identificeren en op hun zakcomputer het<br />

juiste patiëntendossier opvragen.<br />

* Het eHealth platform werd opgericht door Agoria, de federatie van de technologische<br />

industrie. Het doel van het platform is om innovatiesamenwerking tussen geïnteresseerde<br />

technologiebedrijven, actief op het vlak van eHealth, te stimuleren.<br />

Voor meer info, zie www.ehealthplatform.be<br />

Moeten braadpannen voldoen aan RoHS?<br />

IMEC en het WTCM lanceren een website voor iedereen met vragen over de RoHSwetgeving*<br />

en aanverwante onderwerpen: www.rohsservice.be<br />

Binnen het kader van deze dienstverlening is ook een brochure beschikbaar met veelgestelde<br />

vragen (FAQ) gebaseerd op de ervaring van Geert Willems, RoHS-adviseur voor Vlaanderen.<br />

Je vindt er antwoorden op vragen zoals:<br />

- Valt ons product binnen het RoHS-toepassingsgebied?<br />

- Is RoHS van toepassing op de onderdelen of op het gehele product?<br />

- Hoe kan ik een uitzondering verkrijgen?<br />

- Is loodvrij hetzelfde als RoHS-conform?<br />

- Hoe moeten we RoHS-conformiteit aantonen?<br />

- Hoe zal RoHS-conformiteit gecontroleerd worden?<br />

- Welke zijn de sancties?<br />

Terloops – voordat iedereen de RoHS-service overspoelt met culinaire vragen – braadpannen<br />

moeten niet voldoen aan RoHS. Smakelijk.<br />

* RoHS = Directive 2002/95/EC on the Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in EEE.


©Trace It<br />

Winnaar <strong>InterConnect</strong>-enquête<br />

ontvangt iPod nano<br />

Geert Van Hecke van het bedrijf Trace It wint de iPod nano die<br />

<strong>InterConnect</strong> aan zijn enquête had verbonden. Benieuwd naar de firma<br />

achter de man, lieten we hem aan het woord over Trace It.<br />

Op maat gemaakte telemetriecontroller.<br />

De brochure aanvragen<br />

kan via rohs@imec.be<br />

of downloaden op<br />

www.rohsservice.be<br />

Trace It is een Belgisch bedrijf in Herne, opgericht in 1999. Het is een kleine KMO waar 2<br />

ingenieurs werken aan de ontwikkeling van industriële elektronica en communicatiesoftware,<br />

op maat van de klant. Geert Van Hecke: “De klant komt bij ons omdat hij geen kant en klare<br />

oplossing vindt voor zijn probleem. Wij ontwikkelen de elektronische systemen op basis van<br />

microcontrollers. Daarnaast zorgen we voor de communicatie met een netwerk of pc. Tot<br />

onze klanten mogen we een aantal grote bedrijven rekenen die in heel diverse domeinen<br />

actief zijn: farmaceutische bedrijven, grote engineeringbureaus, ziekenhuizen, verdelers van<br />

elektronische producten… Voor het ogenblik zijn we zuiver dienstverlenend (ontwikkeling<br />

van oplossingen op maat en onderhoud). In de toekomst willen we ook commerciële<br />

producten aanbieden.”<br />

“IMEC ken ik vooral van mijn studententijd.<br />

<strong>InterConnect</strong> blijf ik graag ontvangen. Ik<br />

herinner mij een aantal interessante artikels<br />

rond loodvrije elektronica. Dat is een thema<br />

waar ook Trace It rechtstreeks mee te maken<br />

heeft.” Geert Van Hecke, Trace It.<br />

Momenteel heeft Trace It<br />

twee producten in de pijplijn.<br />

Geert Van Hecke: “Een eerste<br />

product, Trace View, omvat<br />

een telemetriepakket. Dit<br />

stelt ons in staat om geografisch<br />

verspreide technische<br />

installaties te monitoren en<br />

beheren. Daarnaast werken<br />

we aan een tweede product,<br />

Trace Remote, een remote telemetry unit (RTU). Hiervoor klopten we onlangs aan bij het IWT.<br />

Zij kunnen onder bepaalde voorwaarden KMO’s ondersteunen, bijvoorbeeld om een prototype<br />

te maken. Deze 2 producten moeten ons in staat stellen om een klant te kunnen voorzien van<br />

een volledig telemetriesysteem. We denken bijvoorbeeld aan het uitbaten van windmolenparken,<br />

waterzuiveringsstations, pijpleidingen, elektronische verkeersborden…”<br />

Meer info: www.traceit.be<br />

Nieuwtje<br />

Geert Van Hecke<br />

De redactie bedankt de lezers die tijdens de zomermaanden<br />

van 2006 de enquête over <strong>InterConnect</strong> invulden. Andere<br />

opmerkingen over <strong>InterConnect</strong> blijven we graag ontvangen,<br />

via e-mail op vlaamseindustrie@imec.be<br />

19


Mobiel<br />

Voertuigelektronica:<br />

Flanders’ DRIVE<br />

In 2001 wilde een aantal toeleveranciers<br />

de Vlaamse voertuigindustrie op<br />

Europees- en wereldvlak verstevigen.<br />

Flanders’ DRIVE, een platform gericht op<br />

de innovatie van producten en processen,<br />

zag het levenslicht, hierbij ondersteund<br />

door Agoria Vlaanderen en WTCM.<br />

Flanders’ DRIVE was na zijn oprichting<br />

vooral gericht op mechanica, maar spitste<br />

zich nadien ook toe op voertuigelektronica.<br />

Vandaag beschikt het over een<br />

uitgebreid netwerk. Haar instrumenten:<br />

het opzetten van kennistransferprojecten,<br />

clusterprojecten, seminaries… In oktober<br />

2006, precies 5 jaar na zijn oprichting,<br />

verwelkomde Flanders’ DRIVE zijn 150 ste<br />

lid.<br />

Momenteel neemt Flanders’ DRIVE een<br />

aanloop naar een nieuwe overeenkomst<br />

met de Vlaamse overheid. In voorbereiding<br />

hiervan lopen twee studies: ‘voertuig<br />

van de toekomst’ en ‘industrieel bedrijf<br />

van de toekomst’. De eerste studie focust<br />

op twee hoofdgebieden: nieuwe materialen<br />

en actieve veiligheid. In deze laatste<br />

zal voertuig-elektronica een aanzienlijke<br />

rol spelen. De resultaten van deze<br />

toekomstverkennende studies zullen ook<br />

het actieplan voor de voertuigindustrie<br />

in Vlaanderen ondersteunen, dat door<br />

minister Fientje Moerman wordt gecoördineerd.<br />

20<br />

Vlaanderen mee<br />

op de kar<br />

Knight Rider, jaren ’80… KITT wordt opgevoerd als de<br />

intelligente superauto die zijn omgeving perfect aanvoelt<br />

en spreekt met zijn held. KITT is vandaag niet zo science<br />

fiction meer als toen. Herm Lux, Adviseur bij Flanders’<br />

DRIVE, praat over de toename van voertuig-elektronica,<br />

zoomt in op voertuigcommunicatienet-werken, en<br />

vooral, op hoe Flanders’ DRIVE de Vlaamse bedrijven<br />

hierbij ondersteunt.


on: www.prevent-ip.org<br />

Van benzinemeter tot datanetwerk<br />

Met de oliecrisis van de jaren ’70 kwam de<br />

eerste elektronica in de wagen. Ze werd<br />

ingezet om het verbruik van brandstof te<br />

verminderen en de uitstoot te verbeteren.<br />

De moderne wagen van toen had typisch<br />

een drietal elektronische controle-eenheden<br />

(ECU). Sindsdien kent dit aantal een gestage<br />

groei. Topklassewagens vandaag bevatten al<br />

gauw 70 of 80 ECU’s, voor motorcontrole,<br />

stabiliteitscontrole, navigatie, veiligheid…<br />

Maar er duiken ook problemen op. Wagens<br />

worden teruggeroepen vanwege de elektronica,<br />

er ontstaan fouten. Voertuigproducenten<br />

worden gedwongen om de architecturen,<br />

de manier waarop elektronica in de wagen<br />

(niet) gekoppeld wordt, te herbekijken. En<br />

hieruit ontstaan in-vehicle datanetwerken<br />

die de verschillende functionele onderdelen<br />

met elkaar laten praten. Je hebt misschien al<br />

gehoord van CAN, het basisnetwerk voor<br />

aandrijving en comfort, of van MOST, het<br />

netwerk voor multimediatoepassingen.<br />

Herm Lux: “Eind 2005 hebben Flanders’<br />

DRIVE, Agoria Vlaanderen en IMEC een bevraging<br />

gedaan bij 80 bedrijven en 20 kennisinstituten<br />

over technologische innovatie in de<br />

voertuigelektronica*. Uit de enquête bleek<br />

dat de bedrijven in Vlaanderen doorgaans wel<br />

weten dat datanetwerken in opmars zijn. Maar<br />

in specifieke kennis ervan schieten ze tekort.<br />

Nochtans is het voor een KMO heel belangrijk<br />

om goed geïnformeerd te zijn, aangezien zijn<br />

product later verbonden zal worden met een<br />

van deze netwerken. Om bedrijven beter te<br />

ondersteunen bij hun product- of procesontwikkeling<br />

in dit domein, heeft Flanders’ DRIVE<br />

daarom een TIS (Thematische Innovatie-<br />

Stimuleringsinitiatief)-project** gedefinieerd.<br />

Binnen dit project ‘Voertuigcommunicatienetwerken’<br />

trachten we de bestaande informatie<br />

te verspreiden naar de bedrijven. We<br />

doen dit via workshops en informatiedagen<br />

(zie www.flandersdrive.be). Daarnaast kijken<br />

we naar wat we in de toekomst mogen<br />

verwachten.”<br />

Opkomende trends<br />

Een van die trends is bijvoorbeeld Flex Ray,<br />

een datacommunicatieprotocol ingevoerd<br />

door BMW en Mercedes. Flex Ray wordt dé<br />

toekomst voor datacommunicatie. Herm Lux:<br />

“Aangezien hierover in Vlaanderen aanvankelijk<br />

geen kennis aanwezig was, hebben wij een<br />

* De enquête over de Vlaamse voertuigelektronicasector en de resultaten ervan werden meer uitvoerig beschreven in <strong>InterConnect</strong><br />

20, in het artikel ‘Vlaamse voertuigelektronicasector in kaart gebracht’, zie www.imec.be/wwwinter/mediacenter/nl/ICarchief.shtml.<br />

** met financiele steun van het IWT<br />

hogeschool gesteund bij de aanvraag van een<br />

project om ze in huis te halen. Nadien zorgen<br />

we er samen voor dat die kennis zijn weg<br />

vindt naar bedrijven, via bijvoorbeeld kennisoverdrachtsprojecten.”<br />

Plug & Play<br />

Een andere belangrijke trend in de voertuigindustrie<br />

is de opkomst van standaarden:<br />

communicatiestandaarden, en standaarden<br />

voor de ontwikkeling van software en hardware.<br />

Herm Lux: “Om ons inzicht daarin te<br />

vergroten, organiseerden we op 16 november<br />

2006 een workshop over standaardisatie en<br />

methodes om embedded software voor voertuigen<br />

te ontwikkelen. Noodzakelijke kennis,<br />

omdat meer en meer functies in de wagen<br />

softwaregestuurd worden. Gelukkig hebben<br />

we ook vastgesteld dat veel Vlaamse bedrijven<br />

die stap hebben gezet. En dit opent interessante<br />

mogelijkheden. Een bedrijf kan dan een<br />

systeem ontwikkelen en aan de original equipment<br />

manufacturer (OEM) overlaten op welk<br />

datanetwerk hij het aansluit. Maar zover zijn<br />

we nog niet. Probeer maar eens een mp3-<br />

21


Mobiel<br />

speler aan te sluiten op het audiosysteem van je wagen…<br />

De ontwikkeling van voertuig-elektronica en de razendsnelle<br />

ontwikkeling van de consumentenelektronica (gsm, mp3speler,<br />

USB-drives…) verlopen volgens twee heel verschillende<br />

snelheden die tegen elkaar in gaan. De elektronica<br />

in een auto die je vandaag koopt, werd vijf jaar geleden al<br />

ontwikkeld. Die twee snelheden moeten we met elkaar<br />

verzoenen.“<br />

Centenmarkt<br />

In het project Voertuig-communicatienetwerken is een apart<br />

werkpakket gedefinieerd om de KMO beter te wapenen<br />

als potentiële productleverancier voor de OEM en Tier1.<br />

Herm Lux: “Lokale KMO’s ondervinden veel moeilijkheden<br />

om toeleverancier te worden. OEM’s en Tier1’s willen<br />

met alsmaar minder toeleveranciers sa-menwerken. En ze<br />

werken op wereldschaal, waardoor de KMO zich op de<br />

wereldmarkt moet kunnen richten. Komt daarbij dat de<br />

voertuigsector een centenmarkt is: de consument wil steeds<br />

meer in zijn wagen zonder er extra voor te betalen. Als een<br />

KMO een systeem ontwikkelt, dan wil de OEM inzicht in de<br />

kleinste component ervan, incl. een kostenbesparingsplan<br />

voor de komende jaren. Daarom tracht Flanders’ DRIVE<br />

netwerken uit te bouwen met toeleveranciers. Daarnaast<br />

werken we aan een basisset van vereisten, zodat de KMO<br />

weet waaraan zijn product zeker moet beantwoorden om in<br />

aanmerking te komen.”<br />

KITTs auto cruise mode<br />

De voertuigelektronica staat nog een hele evolutie te<br />

wachten… de wagen speelt meer en meer in op zijn omgeving;<br />

de bureau- en privé-omgeving verplaatsen zich stilaan<br />

naar de wagen… Herm Lux: “Ik ben er zeker van dat er een<br />

moment komt waarbij de wagen volledig geleid zal worden<br />

van vertrekpunt naar eindpunt. Dat zal de enige manier zijn<br />

om de verkeersproblematiek te kunnen beheersen. En het<br />

is onze taak om de Vlaamse bedrijven over deze evolutie<br />

voldoende te informeren, zodat zij tijdig hun karretje met de<br />

nodige bagage kunnen aanhaken.”<br />

22<br />

Flitspalen<br />

overbodig?<br />

Siemens ontwikkelt een systeem dat het<br />

mogelijk maakt je rijsnelheid automatisch af<br />

te stemmen op de aangeduide maximumsnelheid.<br />

Via een ingebouwde camera worden<br />

de verkeersborden ‘gelezen’ en gecheckt met<br />

behulp van het navigatiesysteem (‘kan het<br />

kloppen dat je 50km/u mag rijden in deze<br />

bebouwde kom?’). Vervolgens wordt op de<br />

voorruit aangegeven wanneer de bestuurder te<br />

snel rijdt, samen met de toegelaten maximumsnelheid.<br />

Voorbeeldige autobestuurders<br />

kunnen zelfs hun cruisecontrole koppelen met<br />

het systeem, waardoor de auto automatisch<br />

trager gaat rijden. Dergelijke ‘intelligente’ auto’s<br />

zullen in 2008 in productie gaan.


Nieuwtjes<br />

Pratende auto’s<br />

Onlangs testte DaimlerChrysler het ‘car2car’-waarschuwingssysteem waarbij auto’s in een<br />

straal van 500m met elkaar communiceren. Sensorinformatie van bijvoorbeeld rem- en<br />

antislipsystemen, buitenthermometer en navigatiesysteem worden naar nabijgelegen auto’s<br />

gestuurd op basis van een ad-hoc opgezet WLAN-netwerk. Ijzel, mist, of wegobstakels<br />

kunnen zo tijdig aangekondigd worden. Rond 2010 hoopt DaimlerChrysler het systeem<br />

productieklaar te hebben.<br />

Feest als BOB rijdt<br />

Toyota werkt aan een systeem dat de auto<br />

uitschakelt wanneer de bestuurder te diep in<br />

het glas heeft gekeken. Het systeem maakt<br />

gebruik van zweetgevoelige sensoren die op<br />

het stuur worden aangebracht en die een te<br />

hoog alcoholpromillage in het bloed van de<br />

bestuurder kunnen verraden. Het automerk<br />

gaat nog verder: de<br />

auto van de toekomst<br />

zal ook in staat zijn<br />

om abnormaal<br />

stuurgedrag waar<br />

te nemen, uit<br />

zichzelf vaart te<br />

verminderen en<br />

uiteindelijk tot stilstand<br />

te komen. Je<br />

kan dus maar beter<br />

je krant thuis lezen<br />

en je blik goed op de<br />

weg houden…<br />

Auto tegen Whiplash<br />

©2006 Disney/Pixar<br />

Toyota lanceerde in Japan een Lexus met een ingebouwd ‘precrash’ systeem dat botsingen<br />

langs achter moet voorkomen. Als de radar detecteert dat een auto langs achter te snel<br />

nadert, springen de waarschuwingsknipperlichten aan om de onvoorzichtige bestuurder<br />

alsnog op betere gedachten te brengen. Vertraagt de achterligger niet, dan probeert<br />

de auto er toch het beste van te maken en past de hoofdsteun zo aan dat hij tegen<br />

het hoofd van de bestuurder komt. Zo krijgt de bestuurder extra steun vooraleer<br />

de botsing plaatsvindt en wordt de kans op een whiplash veel kleiner.<br />

©2006 Disney/Pixar<br />

<strong>23</strong>


Mobiel<br />

De<br />

snuffelende<br />

gsm<br />

Elke week lees je wel iets over weer een nieuw gsmtoestel<br />

met de gekste snufjes. De nieuwste Samsung-gsm<br />

‘voor vrouwen’ waarschuwt de eigenares wanneer haar<br />

vruchtbare periode eraan komt. Het vrouwenmobieltje van de<br />

Japanse operator NTT DoCoMo bevat daarnaast ook nog een<br />

receptendatabank en nepgesprekken om vervelende mannen<br />

op afstand te houden. Over deze evolutie in de gsm-wereld<br />

gaat dit artikel (gelukkig) niet.<br />

24<br />

‘Mobiel’<br />

draadloos<br />

1995 2000 2005 2012<br />

‘Stationair’<br />

draadloos<br />

Gsm-fabrikanten hebben grotere zorgen.<br />

De hoofdbekommernis van de (normale)<br />

gebruiker is immers om altijd en overal te<br />

kunnen communiceren tegen de best mogelijke<br />

voorwaarden (datasnelheid, energieverbruik).<br />

Bijvoorbeeld via een cellulaire technologie<br />

(GSM, EDGE, UMTS) als je tegen<br />

hoge snelheid met de wagen rijdt, en via een<br />

goedkopere WLAN-technologie met hogere<br />

datasnelheid als je thuis rustig in de zetel zit.<br />

Dit betekent echter dat je gsm elk type radiosignaal<br />

moet kunnen ontvangen, onafhankelijk<br />

van de gebruikte standaard. En daar komen de<br />

gsm-fabrikanten in de problemen. Ons gsmtoestel<br />

zit immers al behoorlijk vol.<br />

Eerst bevatte onze gsm alleen een radiocomponent<br />

die de GSM-standaard ondersteunde<br />

in de 900MHz-frequentieband, daarna ook<br />

een voor de 1800MHz-frequentieband. Voor<br />

mensen die vaak naar de Verenigde Staten<br />

reizen werden ook ‘triband’ gsm’s ontwikkeld<br />

met een ‘1950MHz’ radiocomponent. Maar de<br />

cellulaire evolutie staat niet stil. De nieuwste<br />

toestellen ondersteunen naast GPRS ook al<br />

de EDGE- en UMTS-standaard en ook HSDPA<br />

zal niet lang meer op zich laten wachten. Zoals<br />

hierboven al vermeld, willen we ook WLANsignalen<br />

(WiFi) kunnen ontvangen, evenals<br />

digitale radio (DAB)- en video (DVB en DMB)-


signalen. Dit betekent allemaal extra hardware<br />

in dat kleine draagbare en relatief goedkope<br />

toestel, want elke standaard vereist een eigen<br />

radiocomponent (specifieke front-end en/of<br />

baseband), een evolutie die niet lang meer<br />

houdbaar is.<br />

Om deze reden werken gsm-fabrikanten en<br />

onderzoekscentra aan het zogenaamde software-defined-radio<br />

(SDR) concept waarbij één<br />

flexibele radiocomponent (front-end en baseband)<br />

alle standaarden kan ondersteunen. De<br />

SDR-front-end bestaat uit regelbare filters,<br />

oscillators en versterkers. Met een ‘regelknop’<br />

kunnen filters werken bij verschillende<br />

frequenties en kunnen versterkers smalbandig<br />

of breedbandig gemaakt worden. En dit alles<br />

on the spot, in het toestel zelf. De SDR digitale<br />

baseband is processorgebaseerd en gebruikt<br />

software voor de modulatie en demodulatie<br />

van de signalen.<br />

Deze SDR-technologie zal een ware revolutie<br />

zijn voor de gsm-fabrikanten. De gebruiker<br />

zal zeker ook kunnen profiteren van deze<br />

ontwikkeling door altijd en overal volgens de<br />

beste voorwaarden te kunnen communiceren,<br />

maar hij zal nog zelf moeten beslissen welke<br />

standaard hij wil gebruiken op welk moment.<br />

Een tweede stap in de evolutie zal zijn dat de<br />

De gsm van de toekomst – een blik achter de schermen<br />

Leuven.Inc, DSP Valley en IMEC nodigen u uit om aan de hand van demo-opstellingen kennis te maken met IMEC’s<br />

doorbraken in het onderzoek naar technologieën voor de slimme mobiele telefoon. De demo’s worden ingeleid<br />

door een presentatie die de toepassingen en knelpunten bespreekt. De behaalde resultaten worden vergeleken met<br />

de huidige stand van de techniek. De realisaties van IMEC hebben internationaal veel belangstelling gewekt.<br />

Bij de demo’s kan u met een hapje en een tapje uitgebreid van gedachten wisselen met onderzoekers en collega’s uit<br />

andere Vlaamse en Nederlandse bedrijven. Deelname is gratis, maar inschrijven noodzakelijk.<br />

Meer informatie en volledig programma: www.imec.be/nieuws<br />

gsm dit zelf zal beslissen op basis van het ingevoerde<br />

gebruikersprofiel (bv. nadruk op hoge<br />

datasnelheid, op laag energieverbruik).<br />

Maar wetenschappers zouden geen wetenschappers<br />

zijn als ze niet nog een stapje verder<br />

dachten. Zou de SDR-technologie geen oplossing<br />

kunnen bieden voor de overbevolking<br />

van het frequentiespectrum? De zogenaamde<br />

‘cognitieve’ radiocomponent zal het frequentiespectrum<br />

‘afsnuffelen’ op zoek naar beschikbare<br />

frequenties. Bovendien zal de radio ook<br />

intelligent beslissen welke modulatietechniek<br />

best gebruikt wordt, op basis van de beweging<br />

van de gebruiker, de benodigde datasnelheid,<br />

de afstand tot de basisstations en het beschikbaar<br />

vermogen. Deze radio zal uiteindelijk één<br />

flexibele standaard ondersteunen die alle nu<br />

bestaande standaarden kan vervangen en zijn<br />

modulatieschema aanpast volgens de omstandigheden.<br />

Wie dacht dat de gsm’s van de toekomst het<br />

ons alleen maar moeilijker gaan maken met<br />

overbodige functies en gadgets, heeft het mis.<br />

Het wordt een slim en zuinig toestel dat ons<br />

helpt altijd en overal in contact te staan met<br />

onze collega’s, zakenpartners, vrienden en<br />

familie.<br />

Donderdag<br />

1 maart 2007<br />

18u., IMEC<br />

Een voorbode op<br />

de markt<br />

In enkele Europese landen (Nederland,<br />

Verenigd Koninkrijk, Frankrijk) en in de<br />

Verenigde Staten brachten gsm-fabrikanten<br />

in samenwerking met lokale service<br />

providers een gsm op de markt die kan<br />

switchen tussen het GSM- en het WiFinetwerk.<br />

De gebruiker kan overschakelen<br />

naar WiFi in de buurt van hotspots (thuis,<br />

luchthaven…) om zo goedkoper te bellen<br />

via een VoIP-verbinding of omdat er een<br />

slechte ontvangst is van het GSM-signaal<br />

(bv. in kelders of ruimten zonder ramen).<br />

Deze gsm’s gebruiken nog voor elke<br />

standaard een specifieke front-end en/of<br />

baseband en steunen dus nog niet op het<br />

principe van software-defined-radio, maar<br />

illustreren duidelijk de trend naar ‘altijd<br />

en overal communiceren tegen de beste<br />

voorwaarden’.<br />

In Belgie zijn dergelijke gebruiksvriendelijke<br />

dualmode toestellen die kunnen switchen<br />

tussen het GSM- en WiFi-netwerk,<br />

nog niet op de markt. Belgacom en<br />

Telenet lieten ons weten dat zij momenteel<br />

dergelijke handsets bestuderen.<br />

Ze bekijken ook de impact die dergelijke<br />

diensten/toestellen op het netwerk<br />

zouden hebben.<br />

25


Mobiel<br />

Vlaamse<br />

topspeler<br />

Het Hasseltse bedrijf AsicAhead bracht dit jaar de eerste SDR-gebaseerde<br />

chip voor WiMax op de markt. Het probleem is dat de WiMax-frequentieband<br />

en de bandbreedte variëren per regio. Dankzij de flexibele radio frontend<br />

van AsicAhead, moeten fabrikanten geen verschillende versies van hun<br />

WiMax-apparaten meer uitbrengen. De WiMax-radiochip kan on the fly zijn<br />

frequentieband (van 700MHz tot 6GHz) en radiobandbreedte aanpassen.<br />

Niet alleen aan flexibilteit wordt gewonnen, ook de BOM (bill of material)<br />

van een WiMax front-end wordt hierdoor gereduceerd.<br />

Ook IMEC<br />

‘snuffelt’<br />

IMEC ontwikkelt de generische technologieën voor de software-defined radio<br />

van morgen. Momenteel werkt IMEC aan een prototype van een flexibele<br />

SDR-chip die verschillende standaarden aankan. Er werd gekozen voor<br />

standaarden die zeer verschillend zijn wat betreft datasnelheid en mobiliteit<br />

en dus een uitstekende testcase zijn. De chip ondersteunt 3GPP-LTE (4G)<br />

evenals 802.11n (WLAN) en 802.16e (WiMAX). Mits enkele kleine aanpassingen<br />

kan ook DVB-H en UMTS ondersteund worden.<br />

Onlangs stelde IMEC zijn resultaten op het vlak van de SDR digitale baseband<br />

voor op een congres van 4G-experten, met positieve reacties. Het unieke<br />

aan IMEC’s SDR-concept is dat het zowel flexibiliteit als laag vermogenverbruik<br />

nastreeft, terwijl andere onderzoeksgroepen vaak voornamelijk de<br />

nadruk leggen op flexibiliteit.<br />

De SDR-baseband bestaat uit een of meerdere speciale processoren die het<br />

voordeel hebben dat draadloze communicatie- en multimedia-algoritmes<br />

sneller, efficiënter en energiezuiniger kunnen verwerkt worden. Omdat de<br />

processor minder geschikt is voor specifieke taken als MAC-protocol (Media<br />

Access Control, zorgt ervoor dat apparaten in een ethernet-netwerk met<br />

elkaar kunnen communiceren), negotiatie, errorcorectie e.a. worden hiervoor<br />

specifieke cores gebruikt in het platform. Een ideale combinatie tussen<br />

flexibiliteit en specifieke hardware.<br />

26<br />

Racen met RFID<br />

Nieuwtjes<br />

Goodyear liet weten de eerste ‘RFID-banden’ op de<br />

markt te brengen. Ze zijn bestemd voor NASCAR, een<br />

grote Amerikaanse raceorganisatie. Via de<br />

chips kunnen de racebanden gevolgd<br />

worden van de fabriek, tot op het<br />

circuit, inclusief de distributie naar<br />

de teams en de inlevering na de<br />

wedstrijd. Deze racetoepassing<br />

is alvast een goede test voor de<br />

robuustheid van de ingebedde<br />

RFID-chips.<br />

5 kaarsjes voor<br />

Photovoltech<br />

De Belgische zonnecelfabriek Photovoltech bestaat<br />

vijf jaar. Het bedrijf, opgericht door Total, Electrabel-<br />

Soltech en IMEC, telt vandaag 100 werknemers.<br />

Onlangs kwam Photovoltech in het nieuws omdat het<br />

meewerkte aan de eerste gebouwgeïntegreerde PVgevel<br />

van België (Westerlo). Hun paradepaardje, de<br />

‘achtercontact’-zonnecellen, zorgden ervoor dat de PVpanelen<br />

zonder visuele onderbreking overlopen in de<br />

gevel. Het gaat hier om een nieuw type kristallijnsiliciumzonnecellen<br />

met een nauwelijks zichtbaar raster van<br />

zeer dunne metalen lijncontacten in plaats van de opvallende<br />

zilveren banden op klassieke zonecellen.<br />

Gebouwgeïntegreerde PV-gevel<br />

2006 © Kamp C<br />

2006 © Kamp C


25<br />

LUSTRUM<br />

editie<br />

Events<br />

25 ste Visionair seminarie<br />

over de uitdagingen van<br />

de 21 ste eeuw<br />

Op 22 maart 2007 organiseren Leuven.Inc en IMEC hun 25 ste visionair seminarie. Deze eendaagse<br />

lustrumeditie reflecteert over de vraag of technologie wel opgewassen is tegen de uitdagingen<br />

van de 21 ste eeuw, zoals de eindigheid van onze voorraad grondstoffen of de fysische grenzen<br />

van de rekenkracht. Deze uitdagingen volgen op de wetenschappelijke en technische vooruitgang<br />

die kenmerkend was voor de 20 ste eeuw.<br />

Tijdens het seminarie zullen een aantal sprekers deze moeilijke topics onder de loep nemen.<br />

Focus is op de toenemende gezondheidszorg, de eindigheid van fossiele brandstoffen en de<br />

nood aan duurzame energie, en het mobiliteitsprobleem. De centrale vraag is dan of en hoe de<br />

(convergentie van) technologieën de verwachtingen van de 21 ste eeuw kunnen inlossen en onze<br />

wereld mee kunnen verbeteren.<br />

Meer info: www.leuveninc.com of e-mail naar info@leuveninc.com<br />

KUNST@IMEC<br />

Naar aanleiding van het initiatief ‘creativiteit uit kunst<br />

en wetenschap ontmoeten elkaar’, zal kunstenares Yoni<br />

Kiggen vanaf 7 februari haar werken tentoonstellen op<br />

IMEC. Het is meteen de vijfde tentoonstelling die kadert<br />

in het initiatief om kunst en wetenschap met elkaar<br />

in contact te brengen. De twee op het eerste zicht<br />

verschillende werelden hebben immers een heel aantal<br />

raakvlakken, wat ongetwijfeld interessante dialogen op<br />

gang kan brengen.<br />

De tentoonstelling loopt nog tot 24 april 2007<br />

en is enkel toegankelijk op afspraak.<br />

Locatie: IMEC.<br />

Voor afspraak, contacteer Olfa Marzouk,<br />

olfa.marzouk@imec.be of 016/281 552<br />

www.arteyoni.be<br />

Nanotech<br />

Outreach<br />

Workshop<br />

Op 7 en 8 mei 2007 gaat in het Provinciehuis<br />

in Leuven een internationale workshop<br />

door die inzoomt op de uitdagingen<br />

rond het communiceren van nanotechnologie.<br />

De bijeenkomst is bedoeld voor<br />

iedereen die deze materie wil uitdragen,<br />

in bijvoorbeeld onderwijs, media, musea,<br />

onderzoeksinstellingen en bedrijven. De<br />

organisatie is in handen van IMEC, RVO-<br />

Society, U.S. Department of State, U.S.<br />

National Science & Technology Council,<br />

The National Nanotechnology Initiative<br />

and the Flanders NanoBusiness Alliance.<br />

Meer info: www.imecexpo.be/now<br />

Launch Event<br />

Vlaams ICT<br />

platform<br />

Op 22 februari lanceren IWT, IMEC, Agoria<br />

en IBBT het Vlaams Technologieplatform<br />

voor ICT, een bundeling naar Vlaanderen<br />

toe van de grote Europese ICT technologieplatformen.<br />

Op dit event zullen ook<br />

KMO’s getuigen over hun deelname aan<br />

Europese onderzoeksprogramma’s, in het<br />

kader van de Europese InnovatieStimulering<br />

(EIS-IWT).<br />

Meer info: vlaamseindustrie@imec.be<br />

27


Op uw gezondheid<br />

Biosensor:<br />

op uw gezondheid!<br />

Biosensoren hebben meestal een medische bijklank. Maar stilaan maken ze hun opmars in andere<br />

sectoren – één daarvan is de voedingsindustrie. Wim Laureyn, die het thema al aankaartte<br />

tijdens de Flanders’ FOOD Technology Day op 8 november 2006, en Kristien Bonroy, beide<br />

Senior Scientists bij IMEC, geven een voorsmaakje van wat we kunnen verwachten.<br />

28<br />

Biosensoren voor een veilige voeding<br />

Er is de laatste jaren heel wat te doen geweest<br />

rond veiligheid en voedsel. De problematiek<br />

rond PCB’s, dioxines, gekkekoeienziekte,<br />

mond- en klauwzeer, varkenspest of antibioticaresistentie<br />

is daar zeker niet vreemd aan.<br />

Hierdoor stijgt de vraag naar systemen die<br />

bepaalde biologische stoffen in voeding ter<br />

plaatse, snel, gevoelig en kwantitatief kunnen<br />

detecteren. Wim Laureyn: “Biosensoren<br />

kunnen hier zeker een antwoord bieden. Ze<br />

kunnen een handig, gemakkelijk en goedkoop<br />

alternatief zijn voor één van de meest gebruikte<br />

testen, de ELISA (enzyme-linked immunosorbent<br />

assay)-test. Waar ELISA gebruik maakt van een<br />

passief substraat in combinatie met externe<br />

uitleesapparatuur, werkt een biosensor met<br />

een actief substraat. Met een biosensor meet<br />

je dus rechtstreeks de binding tussen de biologische<br />

stof en de receptor. Na typisch een half<br />

uur heb je het resultaat, terwijl ELISA-testen<br />

vaak een halve dag in beslag nemen. Je kan<br />

de metingen in real time uitvoeren, en je hebt<br />

geen gespecialiseerd personeel nodig.”<br />

Een betaalbaar systeem<br />

Biosensoren hebben hun nut al bewezen in<br />

de medische wereld, maar de voedingsindustrie<br />

stelt andere eisen. Kristien Bonroy: “De<br />

moleculen die we in voeding willen detecteren,<br />

zoals dioxinemoleculen, zijn vrij klein.<br />

Dit vraagt een specifieke optimalisatie van het<br />

systeem. Daarbij mag het allemaal niet te veel<br />

kosten, wat voor het elektronische onderdeel<br />

van de biosensor niet evident is.” IMEC<br />

werkte de voorbije jaren aan een oplossing: de<br />

transmission plasmon biosensor of TPB. De TPB<br />

is een door IMEC gepatenteerd, goedkoop<br />

en optisch vertaalsysteem dat bestaat uit een<br />

transparant substraat waarop nanodeeltjes<br />

(meestal goud of zilver) worden geïmmobiliseerd.<br />

Kristien Bonroy: “Met een lichtbron<br />

kijk je naar de absorptie van het licht door<br />

die nanodeeltjes. Op die deeltjes komen de<br />

receptoren die een bepaalde biologische stof<br />

kunnen binden. De binding zal de optische<br />

eigenschappen van de nanodeeltjes veranderen,<br />

waardoor je een andere lichtabsorptie<br />

meet. Dit geeft je informatie over de concentratie<br />

van de biologische stof in het staal. Je<br />

kan ook meerdere parameters meten door


Biologische herkenningslaag<br />

Verbindingslagen<br />

De biosensor<br />

in een notendop<br />

Een biosensor is een toestel dat een biologische stof gebruikt om een andere stof te<br />

detecteren. Hij is opgebouwd uit<br />

• een biologisch herkenningssysteem of receptor: een laag biomoleculen (antilichamen,<br />

bouwstenen van DNA of enzymen) die de doelmoleculen specifiek<br />

binden of ermee reageren;<br />

• een elektronisch vertaalsysteem dat deze reactie omzet in een meetbaar elektrisch<br />

signaal en<br />

• een verbindingslaag die de interface vormt tussen de biologische en elektronische<br />

component.<br />

Biosensoren worden vandaag vooral gebruikt voor klinische en diagnostische testen in<br />

de medische wereld, bij voedselcontrole of voor milieutoepassingen.<br />

de biosensoren in een rooster, een microtiterplaat,<br />

te plaatsen.” Om de werking van<br />

de TPB te verifiëren wordt er op IMEC aan<br />

de ontwikkeling van twee modelsystemen<br />

gewerkt: het detecteren van antibiotica in<br />

melk en het detecteren van ziekteverwekkers<br />

in voedsel.<br />

Antibiotica in melk<br />

Koemelk controleren op de aanwezigheid<br />

van antibiotica is belangrijk voor de algemene<br />

voedselveiligheid. De consument wil zuiver<br />

voedsel, zonder residuen, en zeker zonder<br />

antibiotica. De meest gebruikte testen zijn<br />

microbieel: laboranten bekijken microscopisch<br />

de groei van een bepaald type bacterie<br />

nadat het in cultuur werd gebracht. Als het<br />

staal een bepaalde concentratie aan antibiotica<br />

bevat, zullen de bacteriën zich niet meer of<br />

trager vermenigvuldigen. Maar deze methode<br />

is groepsspecifiek: de test geeft aan dat er<br />

antibioticum in het staal zit, maar zegt niet<br />

welk type. In samenwerking met K.U.Leuven<br />

en Universiteit Gent ontwikkelde IMEC een<br />

modelsysteem dat toelaat om een soort antibioticum,<br />

in dit geval ampicilline, te detec-<br />

Elektronisch vertaalsysteem<br />

teren. Kristien Bonroy: “Ampicilline is een<br />

kleine molecule, en daarom werken we niet<br />

met een klassieke directe detectie, maar via<br />

een indirecte detectie met een ampicillinederivaat<br />

op het sensoroppervlak als herkenningssysteem.<br />

Het systeem toont aan dat we in<br />

staat zijn deze kleine moleculen te meten. Met<br />

een aangepaste receptor is het in principe ook<br />

bruikbaar voor andere soorten antibiotica.”<br />

Wim Laureyn: Het voordeel ervan is vooral<br />

economisch. In plaats van alleen het eindproduct<br />

te meten en bijgevolg grote hoeveelheden<br />

te moeten afkeuren indien de test positief is,<br />

kan je in een vroeger stadium of zelfs tijdens<br />

het melken online screenen. Als er een teveel<br />

aan antibioticum gemeten wordt, kan je tijdig<br />

ingrijpen.”<br />

Ziekteverwekkers in voedsel<br />

Momenteel werkt IMEC samen met<br />

CODA, het Centrum voor Onderzoek in<br />

Diergeneeskunde en Agrochemie, aan een<br />

tweede modelsysteem dat toelaat om EHEC in<br />

voedsel te detecteren. EHEC is een ziekteverwekker<br />

die bijvoorbeeld diarree veroorzaakt.<br />

Een biosensor zou in principe de aanwezig-<br />

Kristien Bonroy<br />

heid van EHEC veel sneller kunnen bevestigen<br />

dan met de huidige microbiële testen mogelijk<br />

is. Wim Laureyn: “Hiervoor gebruiken<br />

we als receptor een EHEC-specifieke DNAsequentie.<br />

Als het DNA uit het voedingsstaal<br />

hieraan bindt, dan wil dat zeggen dat het<br />

voedsel niet veilig is voor consumptie. Deze<br />

toepassing is technisch moeilijk, maar veelbelovend.”<br />

Tim Stakenborg (CODA-werknemer<br />

die resideert bij IMEC): “Om biosensoren te<br />

ontwikkelen is expertise vereist van zowel<br />

microbiologen, medici, chemici als ingenieurs<br />

die samenwerken om de kloof tussen gevoelige<br />

sensoren en biologische toepassingen te<br />

overbruggen.”<br />

Reacties uit het veld<br />

De presentatie over het gebruik van biosensoren<br />

in de voeding kreeg heel wat belangstelling<br />

tijdens de Flanders’ FOOD Technology<br />

Day. Toch relativeert Wim Laureyn: “Wij<br />

hebben in deze onderzoeksfase de werking van<br />

de TPB en zijn voordelen kunnen aantonen.<br />

Maar de voedingsindustrie wil meer, ze wil<br />

29


een volledig gevalideerd systeem dat in een bepaalde omgeving werkt<br />

en aan strenge eisen voldoet. In dat domein is er nog veel werk. Maar<br />

de positieve reacties zijn zeker een duwtje in de rug. Want dat biosensoren<br />

heel wat potentieel hebben, hebben ze al bewezen in de medische<br />

wereld.”<br />

Flanders’ FOOD Technology Day<br />

Technologie als groeimotor voor<br />

de voedingsindustrie<br />

Op 8 november 2006 kwamen vertegenwoordigers uit de hele<br />

voedingsindustrie samen tijdens de Flanders’ FOOD Technology<br />

Day, een initiatief van de competentiepool Flanders’ FOOD en<br />

WTCM-CRIF. Het opzet: de globale waardeketen van de voedingsindustrie<br />

informeren over de technologische stand van zaken in de<br />

voedingssector. De focus: verpakken, produceren en engineeren.<br />

Biosensoren en voeding<br />

Binnen het thema engineering sprak Wim Laureyn van IMEC over<br />

de opwachting van biosensoren in de voedingsindustrie. Kris Van<br />

de Voorde, Business Program Manager Vlaanderen bij IMEC: “Met<br />

deze eerste bijdrage van IMEC aan deze technologiedag binnen de<br />

voedingssector is het startschot gegeven voor toekomstige samenwerking<br />

tussen de voedings- en elektronica-industrie.”<br />

Nanotechnologie als keukenhulpje<br />

Dat (micro-)nanotechnologie bijdraagt tot een meer kwalitatieve<br />

bereiding en bewaring van voeding, toonde Peter Ramaekers van het<br />

WTCM aan tijdens de Flanders’ FOOD Technology Day. Een greep<br />

uit de vele mogelijkheden:<br />

• een microzeef voor de steriele filtratie van water;<br />

• gemetalliseerde plastiekfolie ter vervanging<br />

van het dure aluminiumfolie;<br />

• verpakkingsmaterialen gecoat met<br />

nanometerdikke kleiplaatjes als<br />

gasbarrière (bijvoorbeeld voor de<br />

verpakking van koolzuurhoudende<br />

frisdranken);<br />

• verpakkingsmaterialen met antimicrobiële<br />

nanodeeltjes;<br />

• het gebruik van nanokeramische<br />

bestanddelen in bakolie om hem<br />

vers te houden;<br />

• RFID-labels in verpakking;<br />

• …<br />

Meer info: www.wtcm.be<br />

30<br />

Op uw gezondheid<br />

Grensverleggend<br />

Europese<br />

Na <strong>23</strong> succesvolle regionale Tech Tours,<br />

nam de European Tech Tour (ETT)<br />

Association de beslissing om een<br />

nieuwe serie van zogenaamde verticale<br />

evenementen te starten. Bedoeling was<br />

om de meest beloftevolle Europese<br />

bedrijven uit een welbepaalde industriële<br />

sector in contact te brengen met internationale<br />

investeerders.<br />

Het startschot, de<br />

ETT Semiconductor<br />

Summit, werd<br />

gegeven op 25<br />

oktober 2006<br />

in Leuven, met als<br />

thema microelektronica.


startups in de kijker<br />

TechTour (TT) is een organisatie die startups<br />

uit Europa de kans geeft om zich voor te<br />

stellen aan verstrekkers van durfkapitaal. In<br />

het verleden heeft TT een stevige reputatie<br />

opgebouwd waarin kwaliteit centraal staat,<br />

zowel op het vlak van de voorgestelde startupbedrijven<br />

als op het vlak van de organisatie<br />

van de evenementen. Het nieuwe initiatief<br />

ontsproot uit de idee dat het hoognodig is<br />

om Europese technologiebedrijven, en meer<br />

specifiek, starters, een forum te geven voor<br />

institutionele investeerders. De keuze van<br />

de sector – nano-elektronica en nanotechnologie<br />

– is een belangrijk uitgangspunt<br />

geweest. Het is dan ook<br />

niet verwonderlijk dat TT naar<br />

Leuven afzakte en bij IMEC en<br />

het durfkapitaalfonds Capital-E,<br />

gespecialiseerd in nanotechinvesteringen,<br />

ging aankloppen voor de opzet<br />

van dergelijk evenement. De reputatie van de<br />

regio Leuven als kennishub is daar zeker niet<br />

vreemd aan.<br />

Het aantrekken van dergelijk<br />

evenement naar Vlaanderen is<br />

niet zonder belang. “Vlaanderen<br />

heeft vandaag slechts 2 echte<br />

kennishubs, Gent, met de universiteit<br />

en het VIB (Vlaams Interuniversitair<br />

Instituut voor Biotechnologie), en<br />

Leuven, met de universiteit en IMEC<br />

als kenniscreatoren,” aldus Marc<br />

Wachsmuth, mede-oprichter van<br />

Capital-E. “En dit is niet genoeg. In<br />

het verleden was er geen enkel durfkapitaalfonds<br />

met voornaamste focus op nanotech.<br />

Daarom is het belangrijk dat we Vlaanderen<br />

op de durfkapitaalkaart zetten.”<br />

De situatie is ondertussen wel wat veranderd.<br />

Al heeft de sector toch nog last van haar eigen<br />

populariteit. “Technologie heeft nu eenmaal<br />

tijd nodig om de markt te bereiken, en dat<br />

besef heeft een aantal durfkapitaalfondsen<br />

wat gas doen terugnemen,” zegt Wachsmuth.<br />

“Vandaag is de slinger wat teveel naar<br />

de andere kant gezwaaid. Velen<br />

denken dat nanotech nu nog teveel<br />

in de onderzoeksfase zit, en die<br />

perceptie moeten we wijzigen,<br />

want dat is niet meer zo.”<br />

Belangrijk in dit verhaal zijn<br />

bedrijven die als rolmodel<br />

optreden. Succesvolle spinoffs<br />

van de universiteit en van<br />

IMEC dienen als voorbeeld<br />

voor ondernemers die de<br />

sprong willen wagen. Meer<br />

en meer worden die starters<br />

bestuurd door ervaren<br />

managers – ook wel serial<br />

entrepreneurs genoemd<br />

– die in een vorig leven<br />

al een ander high-tech<br />

bedrijf tot een succesverhaal<br />

gemaakt<br />

hebben.<br />

Dat was de reden dat de kandidaat-starters<br />

die zich wensten te presenteren op<br />

de Semiconductor Summit aan een strenge<br />

selectie werden onderworpen. Van de<br />

honderden kandidaten kregen slechts een 25tal<br />

zeer beloftevolle bedrijven de kans om zich<br />

die dag te presenteren aan een publiek van<br />

institutionele investeerders uit de financiële<br />

wereld en uit de industrie.<br />

Een van die bedrijven was het Vlaamse<br />

Gemidis, een spin-off van de Gentse universiteit<br />

en IMEC, opgericht in 2004. Het bedrijf<br />

commercialiseert hoog-kwalitatieve LCOS*componenten<br />

voor consumentenelektronica<br />

en professionele vlakke beeldschermen.<br />

Vandaag heeft LCOS het stadium van marktintroductie<br />

bereikt. Gemidis is er in de voorbije<br />

2 jaar in geslaagd om de eerste contracten<br />

binnen te halen en zo een leidinggevende rol<br />

in deze beloftevolle technologie op zich te<br />

nemen.<br />

De Summit kan alleszins een succes genoemd<br />

worden. Meer dan 100 investeerders en 40<br />

bedrijfsleiders vonden elkaar op 25 oktober<br />

in Leuven in een uniek netwerking evenement,<br />

dat aansloot op IMEC’s jaarlijkse Research-<br />

Business Forum ARRM.<br />

Meer info:<br />

Gemidis NV: www.gemidis.com<br />

Capital-E: www.capital-e.be<br />

* De LCOS- of liquid-crystal-on-silicon-technologie<br />

integreert vloeibare kristallen op silicium. Het wordt<br />

aanzien als een goedkoop en kwalitatief alternatief voor<br />

de bestaande technologieën voor grote beeldschermen. 31


Bent u een KMO met een idee?<br />

Loopt u als KMO al een tijdje op een idee te broeden? Heeft u een innovatieplan<br />

waarvan u denkt dat het een grote impact zal hebben? Vraagt u zich af of uw innovatie<br />

uitvoerbaar is? Wil u uw dromen graag omzetten in daden?<br />

De KMO-Innovatiecel van IMEC werd speciaal opgericht om KMO’s verder te helpen<br />

met hun innovatieplannen. Onze medewerkers beantwoorden uw vragen, buigen zich<br />

over uw idee en gaan samen met u op zoek naar de juiste aanpak.<br />

Voor meer informatie hierover kan u terecht bij: vlaamseindustrie@imec.be<br />

IMEC vzw RPR Leuven BTW BE 0425.260.668 Kapeldreef 75 B-3001 Leuven België www.imec.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!