2013-236 Begroting PAUWbedrijven 2014 - Gemeente Nieuwegein

Nieuwegein
Gemeenteraad
2 0 13-23 6
Onderwerp Begroting PAUW Bedrijven 2014
Datum 5 juni 2013
Raadsvoorstel Afdeling Strategie Maatschappelijke
Ontwikkeling
1 Onderwerp
Begroting PAUW Bedrijven 2014
2 Gevraagd besluit
Portefeuillehouder mr. J.A.N. Gadella
1. Kennis te nemen van de conceptbegroting 2014 PAUW Bedrijven en de zienswijze
van de raad kenbaar te maken aan PAUW Bedrijven conform bijgevoegde brief.
3 Aanleiding en probleembeschrijving
Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven heeft de begroting
2014 aan de gemeente toegezonden. De in de GR participerende gemeentes worden in
de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven over deze begroting. Nadat de
gemeentes de zienswijze hebben gegeven stelt het Algemeen Bestuur van PAUW
Bedrijven uiterlijk 15 juli 2013 de begroting vast en wordt deze ter goedkeurig aan de
provincie aangeboden.
4 Gewenst maatschappelijk effect
Onze opdracht aan PAUW Bedrijven dient budgetneutraal te worden uitgevoerd, binnen
de daartoe beschikbaar gestelde middelen. Onze opdracht en onze middelen zijn in de
komende periode aan verandering onderhevig als gevolg van de invoering van de
Participatiewet en bezuinigingen die door het Rijk worden doorgevoerd. Bovendien
moeten wij als gemeenten beleidskeuzes maken ter invulling van de Participatiewet, die
ook van invloed zullen zijn op de opdracht. We streven naar een opdracht en een
uitvoering die past bij die nieuwe kaders. Dit geeft duidelijkheid en zekerheid aan de
doelgroep en het geeft bestuur en directie van PAUW een helder kader waar de
bedrijfsvoering op kan worden aangepast.
5 Bestaand beleidskader
Gemeenschappelijke Regeling PAUW bedrijven (besluit Raad maart 2012)
Scenario onderzoek toekomst Sociale Werkvoorziening bij PAUW Bedrijven
(besluit college maart 2012)
Kennisname door uw college van het toezicht op de Gemeenschappelijke

Bladnummer 3/3
Raadsvoorstel 5 juni 2013
wettelijke verplichting om bij te dragen in het exploitatietekort van de
Gemeenschappelijke Regelingen. Dit is vastgelegd in artikel 193 van de Gemeentewet.
11 Risico's
Indien de PAUW Bedrijven de uitvoering niet aanpast, zal het begrotingstekort in de
periode 2014-2017 verder oplopen. De gemeente zal dan een forse extra bijdrage
moeten bijleggen. Door herformulering van beleid en de opdracht moet dit risico
worden teruggedrongen. Daarnaast wordt ook op korte termijn gezocht naar
kostenverlaging binnen de bestaande bedrijfsvoering.
12 Bijlagen
- conceptbrief aan PAUW Bedrijven
- concept begroting 2014 PAUW Bedrijven
burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M, van Elteren F.T.J.M. Backhuijs
secretaris burgemeester

Nieuwegein
Raadsbesluit
De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 juni 2013;
gelet op de Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven 2012;
besluit:
2 013-23 6
1. Kennis te nemen van de conceptbegroting 2014 PAUW Bedrijven en de zienswijze van de raad
kenbaar te maken aan het bestuur van PAUW Bedrijven conform bijgevoegde brief.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 juni 2013.
de griffier, de voorzitter,

PAUW Bedrijven
De Corridor 8
3621 ZB Breukelen
Tel. 0346-2626
www.pauwbed ijven.nl
2 013-23 6
Programmabegroting
2014
• * ' < •
Al/€;
7 PAUW BEDRIJVEN
ÖKqwoöïvqotd; Uv werk

Programmabegroting 2014
Inhoudsopgave
Inleiding 5
1. Leerwerkbedrijf 5
2. Onze doelgroep 5
3. Terugblik 6
4. Wet Werken naar Vermogen 6
5. Begroting 2014 7
6. Gemeentelijke Bijdrage 7
7. Omzet bij gemeenten 7
Verplichte paragrafen 9
Financiering 10
Verbonden partijen • ■ 11
Bedrijfsvoering: financieel 11
Programmabegroting 12
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 13
Toelichting op de programmabegroting 15
Meerjarenbegroting 2014 - 2017 24
Toelichting op de meerjarenbegroting 2014 - 2017 25
Versie 11042013

Inleiding
"het stormt buiten"
Er komt nogal wat af op gemeenten: een aantal decentralisaties die gepaard gaan met forse
bezuinigingen, die vragen om (hernieuwde) visievorming op verschillende domeinen.
Het sociale domein is bij uitstek een werkveld wat inwoners direct raakt.
Die verantwoordelijkheid voor het zoeken van verbindingen, het formuleren van heldere vertrekpunten
en het vertalen van beleid in de gevolgen voor inwoners, is een enorme opgave. Een uitdaging ook
omdat het onmogelijk is eraan te ontkomen: we moeten, we zullen en we kunnen deze toekomst
opnieuw vorm geven. De beleidsvrijheid voor gemeentes geeft nieuwe mogelijkheden binnen de
beperkingen van het beschikbare budi
Niet te ontkennen valt dat we terugkijken op jaren waarin de bomen de hemel in groeiden.
Die jaren liggen achter ons. De tering naar de nering zetten is nu noodzakelijk en wordt geregisseerd
door onze regering door middel van ingrepen in de financiering omen.
Ook de Sociale Werkvoorziening zal grondig worden herzien e sconfronteerd worden met een forse
korting op het budget. Hoe dat precies eruit gaat zien is in grote lijnen wel helder, echter een aantal
belangrijke onderdelen zijn nog niet duidelijk.
1. Leerwerkbedrij
PAUWBedrijven is het leerwerkbedriif voor een 6-tal gemeenten: Nieuwegein, IJsselstein, Lopik,
Vianen, Stichtse Vecht en De Ronde Venen, in de vorm van een Gemeenschappelijke Regeling,
PAUWBedrijven organiseert werkgelegenheid voor naar verwachting zo'n 500 FTE's in 2014.
Werkgelegenheid die zo regulier mogelijk is, dus als het even kan buiten bij werkgevers gedetacheerd
danwei in de groenvoorziening of schoonmaak aan het werk.
Die groep die geen ontwikkelmogelijkheid meer heeft, of nog niet toe is aan de stap naar buiten, die
bieden we intern (metaal-/productie-werk) op onze productieafdelingen.
2. Onze doelgroep
In deze begroting is uitgegaan van een taakstelling van 485 AJ. Hierover krijgen wij naar verwachting
pas in oktober 2013 definitieve informatie en dit g al moet dan ook als een raming worden
beschouwd. De verbreding van de doelgroep met ook WWB/WIJ/WAJONG, heeft meer en meer
gestalte gekregen. In de eerste maanden van 2012 werden er via PAUW Werk al enkele tientallen
personen tewerkgesteld bij PAUW Bedrijven voor kortere of langere trajecten.
Versie 11042013

3. Terugblik
In de afgelopen jaren heeft PAUWBedrijven een forse ontwikkeling doorgemaakt die af te lezen valt
aan de hoeveelheid mensen die we op< jeleid en toegeleid hebben naar werk buiten onze muren, bij
Groen/Schoonmaak, bij groepsdetacheringen of individueel gedetacheerd bij werkgevers in de regio.
Dit ging gepaard met een meer zakelijk arbeidsklimaat naast rechten zijn er ook plichten, we
verwachten dat een medewerker meewerkt aan zijn/haar ontwikkeling enz...
Grofweg is de verdeling nu 1/3 binnen, 1/3 groen/schoonmaak/groepsdetacheringen, 1/3 individueel
gedetacheerd/Begeleid Werken. Een mooie prestatie.
Daarnaast hebben we met name de afgelopen 4 jaren ons professioneel voorbereid op het leveren
van re-integratiewerkzaamheden voor onze gemeenten: inwoners die een uitkering krijgen en
arbeidscapaciteit hebben, toegeleid naar en voorbereid op betaalde arbeid.
Deze professionaliseringsslag was het gevolg van ons laatste visiedocument "Onderweg".
Met ons bestuur hebben we onze horizon verkend en besloten ons voor te bereiden op een meer
brede doelgroep dan alleen de V\ V. Naast het ondersteunen van de arbeidsonl ing van
mensen met een WSW-indicatie en deze toeleiden naar werk, zo regulier mogelijk, kwam de
zogenaamde brede doelgroep :icht demensen die vanwege de WBB een uitkering krijgen van de
gemeente maar nog wel arbeidscapaciteit hebben.
Het ontwikkelen van een product-portfolio voor deze doelgroep, ontwikkelen van expertise inzake de
begeleiding, aanschaf van instrumenten als: assessment/bepalen loonwaarde enz. werd in korte tijd
gerealiseerd.
Onze gemeenten hebben de laatste jaren veelal gekozen voor andere re-integratie oplossingen,
bijvoorbeeld door het zelf ontwikkelen van die expertise of het commercieel inkopen ervan via
aanbestedingen.
4. Wet Werken naar Vermogen
De ontwikkeling van de Wet Werken naar Vermogen heefteen paar jaar in beslag genomen.
Langzame ind veranderden de opvattingen over hoe mensen met een handicap zouden moeten
participeren in onze samenleving. Het zo regulier mogelijk werken werd gemeengoed als < sdachte,
daarmee werd een halt toegeroepen aan het voornamelijk zelf organiseren van Werk door SW
bedrijven.
Meedoen op de reguliere arbeidsmarkt, bij gewone bedrijven, buiten de muren van een SW bedrijf
werd het adagium.
Uiteraard is deze gedachte ook gevoed door de constatering dat het WSW budget een fors (marcro)
budget is wat mogelijk verlaagd kan worden door mensen op de reguliere arbeidsmarkt aan werk te
helpen. Meedoen naar vermogen, meten van de arbeidscapaciteiten uitgedrukt in LoonWaarde.
Met het einde van 't kabinet Rutte 1, werd de Wet Werken naar Vermogen, op de valreep,
controversieel verklaard.
De vorming van Rutte 2 bracht energie voor de Participatiewet, in grote lijnen vergelijkbaar met de
Wet Werken naar Vermogen, maar op een aantal onderdelen wordt deze veranderd.
Meest pregnante verandering is de zgn quotum regeling, een regeling die bedrijven met meer dan 25
medewerkers verplicht om 5% arbeidsgehandicapten in dienst te nemen.
Deze Participatiewet zal naar verwachting nog voor de zomer in de 2 e Kamer worden behandeld en
van kracht worden vanaf 2014.
Er zijn echter ook groeperingen die het nog "geen gelopen race" vinden. Afwachten dus.
5. Begroting 2014
Een begroting maken zonder te weten welke regelgeving er zal zijn is natuurlijk lastig.
Staan I beleid is dat we ons voorbereiden op de brede doelgroep en ons richten op toeleiden naar de
arbeidsmarkt, werken: zo regulier mogelijk.
Vandaar dat hieronder expliciet staat aang> geven welke vertrekpunten we gekozen hebben voor de
calculaties , we gaan ervan uit dat als de P articipatiewet eenmaal is aangenomen we opnieuw zullen
begroten.
Versie 11042013

Er is in 2012 een scenario analyse verricht, een keuze werd gemaakt en een Business Case
doorgerekend.
Met de nieuwe wetgeving zal een herijking plaatsvinden op de mogelijke toekomstscenario's en de
financiële vertaling ervan.
Voor deze begroting zijn onderstaande vertrekpunten de basis:
A. we gaan ervanuit dat er geen nieuwe instroom meer zal zijn vanaf 2014
B. de omvang van het aantal Arbeidsjaren (standaardeenheden) begin 2014 is de taakstelling
van 2013
C. Uitstroom is gebaseerd op de AOW leeftijd van het huidige WSW bestand.
D. Loonkosten van de uitstromers is gebaseerd op de werkelijke huidige kosten.
E. Omzet blijft op hetzelfde niveau als begroting 2013, met minder mensen hetzelfde werk
kunnen doen.
F. De Rijksbijdrage hebben we dalend met € 500 per jaar per Arbeidsjaar vastgesteld.
G. Niet aangepast zijn de posten : personeel( niet WSW), huisvesting, etc.
H. Er is geen omzet ingeboekt door werkzaamheden van re-integratiekandidaten.
6. Gemeentelijke bijdrage
Bij het vaststellen van de gemeentelijke bijdrage is er van uitgegaan dat de deelnemende gemeenten
de begroting sluitend maken.
Overzicht verdeling gemeentelijke bijdragen
In artikel 35 van de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het resultaat verdeeld wordt naar rato
van het aantal medewerkers gemic leid over het jaar. De verdeling in deze begroting is gebaseerd op
het aantal medewerkers in 201
Gemeente
Gemeente Lopik
Gemeente Stichtse Vecht
Gemeente De Ronde Venen
Gemeente Nieuwegein
Gemeente IJsselstein
Gemeente Vlanen
Totaal
7. Omzet bij gemeenten
2014
87.862
381.190
180.071
364.215
281.649
63.011
1.358.000
2015
102.679
445.471
210.437
425.633
329.143
73.636
1.587.000
2016
114.778
497.962
235.233
475.787
367.927
82.313
1.774.000
2017
126.035
546.803
258.305
522.453
404.015
90.387
1.948.000
De omzet bij gemeenten stijgt nog steeds. Ook constateren we dat de gemeenten zoeken naar
mogelijkheden om werkzaamheden van verschillende aard in te kopen bij PAUW Bedrijven. Het beleid
van de gemeenten hierin varieert enigszins.
Versie 11042013

O
CS
o
8
O
o
M
_ e
n o
o
>
w
w
n
g-w
o
JC
■
J£
£ O
n
c
o uu
en
O)
C r.i
■g w
■o
4-1
T- T- t- (O r-
co
05"
ca
CN
CO
LO
CN
d
CO
,_
CN
O
r-
O)
cd
o
T
CO
CN
o>
CN
CO
in
co
CN
■«f
C0_
£
eb
c
'co
Ol
ï
£
c
CU
V
E
CD
uï CN" T-
o
CO
10"
Tco
in
co
o
LO
CM
CN
CN
CO
x"
O
CO
05
co
c\i
*r
o
co
CN
O
rcd
o
r-
LO"
CO
T—
c
co
ca
jU
c
aj
e
0
c
CU
CO
ca
5
CU
+-I
c
co
CU
E
CU
CD
T-
CN
r*-~
e
cü
c
CU
o
au
e
cu
CU
E cu
CD
co
co
r-"
4_l
£ U
cu
c >
ca co
cu a
»-> •+*
co
^f
m*
co
co
oo
T-
LO
co
co
o
o
CN
co
Oi
CO
CN
co
LO"
co
oi
d
CM_
T"
LD
o'
o
LO
ft
^_
o
-^, T—
19 CD
M-
CO
o"
■
e
(U
CU
E
CD
LO
co
co"
LO
co
co
co ■
TJ C
3 O
o [
u
2 CU
CN
r~
T—
^~
T—
\r
eo'
co
co
CN
^r
CN
O
co
05
LO
O!
CN
CN
aa
•

Verplichte paragrafen
Uiteenzetting financiële positie
De begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2014 - 2017 geven een momentopname van onze
financiële positie. Hieronder ziet u de ontwikkeling van de Rjkssubsidie per AJ:
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Rijkssubsidie (€)
26.955
27.344
25.759
25.939
25.939
25.439
24.939
24.439
23.939
Gemiddelde loonkosten (€)
27.615
28.069
27.866
28.338
27.958
27.911
27.851
27.385
26.546
Tekort per AJ (€)
660
725
2.107
2.399
2.019
2.472
2.912
2.946
2.607
Een snelle daling van de Rijkssubsidie per AJ kan niet in de exploitatie worden opgevangen
aangezien de C/ O verplichtingen voor de SW-medewerkers blijven doorlopen. Dit maakt dat het
subsidieresultaat de laatste jaren fors is verslechterd. Door uitstroom van relatief dure krachten, kan
hier weer een verbetering in optreden, echter een dalende Rijksbijdrage kan dit effect teniet doen. Het
subsidieresultaat is de uitkomst van het verschil tussen Rijksbijdrage en de loonkosten SW.
We blijven vaststellen dat de financiële positie de laatste jaren ook aangetast wordt door het
verdwijnen van laagwaardige arbeid. Überhaupt is er te weinig industriële arbeid in Nederland, in onze
regio in het bijzonder en dat tegen een onacceptabel lage prijs. De aanhoudende economische
recessie maakt dit probleem schrijnender. Het al eerder ingezette beleid om zoveel mogelijk mensen
te begeleiden naar een werkplek "buiten" wordt me feel energie voortgezet
Weerstandsvermogen
Teneinde weerstand te kunnen bieden aan substantiële tegenvallers zonder aantasting van het uit te
voeren beleid is een bepaald weerstandsvermogen onontbeerlijk. Dit vormt een buffer tegen
onverwachte en onvoorziene tegenvallers. Met een risicoanalyse is onderzocht welke omvang ons
weerstandsvermogen minimaal zou moeten hebben. D ze analyse is geaccordeerd en vastgesteld in
de algemene bestuursvergadering van 26 november 2009.
Met verwijzing naar de vorige paragraaf moet geconcludeerd worden dat dit weerstandsvermogen op
korte termijn de ondergrens zal bereiken en er geen ruimte meer is om financiële tegenvallers of
exploitatietekorten op te vangen.
Groot onderhoud gebouwen en installaties
De voorziening onderhoud heeft tot doel om de jaarlijkse kosten van groot onderhoud aan de twee
bedrijfspanden gelijkmatig te spreiden. In 2i ; is voor beide vestingen het onderhoudsplan voor de
komende 10 jaar geactualiseerd. Op basis van deze plannen wordt jaarlijks een dotatie toegevoegd
aan de voorziening onderhc jd.
Risico's
Ons doel, in de wet sociale werkvoorziening vastgelegd, het bieden van (zo regulier mogelijke)
werkgelegenheid aan onze medewerkers, impliceert dat we onze diensten -arbeidscapaciteitaanbieden
aan de reguliere arbeidsmarkt. Bj het aanbieden en uitvoeren van deze diensten lopen we

zoals ieder ander bedrijf risico ten aanzien van betaling, voorraad en garanties/claims. De risico's in
het weer toenemende onzekere economische klimaat kunnen worden aangevuld met de zorg ten
aanzien van de orderportefeuille. Een aanzienlijk deel van de markt waarop wij opereren beweegt
mee op de golven van de economie.
Naast bovengenoemde risico's kunnen nog andere risico's van invloed zijn op de cijfers van 2014:
Sociaal-economische ontwikkelingen en/of bezuinigingen op de rijksbijdrage;
Landelijke ontwikkelingen en regelgeving met betrekking tot de Wet sociale werkvoorziening;
De resultaten van de CAO-onderhandelingen (ambtelijk) en wsw medewerkers
De begroting is gebaseerd op deels recent historische gegevens en deels ramingen daarbij
anticiperend op de toekomst. De verwachting is dan ook dat deze begroting een getrouw beeld geeft
van de verwachte uitkomsten. Gezien echter de grote onzekerheid ten aanzien van de economie is de
prognose van de eigen inkomsten een buitengewoon onzekere factor. Dit geldt eveneens voor
verdergaande mogelijke algemene bezuinigen in welke vorm dan ook door de rijksoverheid.
Financiering
In het kader van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) treft u onderstaand informatie
aan over de liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
Door in eerste instantie een forse bezuiniging op de rijksbijdrage in 2011 en de aangekondigde
kortingen op de rijksbijdrage tn 2014 en volgende jaren is er geen sprake van een sluitende
begroting. De me sgroting 2014 - 2017 laat een stabiel tot iets lopend exploitatietekort zien.
Hierdoor zal de Ik iditeitspositie afnemen wat noodzakelijkerwijs een behoefte aan nieuwe leningen
op ten n inhoudt. Zo nodig zal/kan in het begrotingsjaar kort geld worden aangetrokken. De
kasgeldlimiet biedt liervoor voldoende ruimte.
PAUW Bedrijven beschikt over een doorlopend kort kredietarrangement van maximaal € 680.670,ingevolge
de afgesloten overeenkomst in rekening-courant bij de BNG. Tijdelijke overtollige middelen
worden veelal in daggeld door de BNG opgenomen, dit afhankelijk van de rentevergoeding. De
rekening-courant bij zowel de Rabobank als ABN-Amrobank worden gebruikt voor het overige
betalingsverkeer.
Renterisiconorm
Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schulden.
Het renterisico op de vaste schuld over de jaren 2014 tot en met 2017 is als volgt;
(bedragen x€ 1.000)
1014 2015 2016 2017
Renterisiconorm
Stand van de vaste schuld per 1 januari 2.690 2.442 2.194 1.946
Het bij ministeriele regeling vastgestelde
percentage 20% 20% 20°/ 20%
Renterisiconorm 2.500 2.500 2.500 2.500
Toets Renterisiconorm
Renterisiconorm 2.500 2.500 2.500 2.500
Renterisico op vaste schuld 0 0 0 0
Op grond van de stand van de vaste schuld geldt met betrekking tot de renterisiconorm de wettelijke
minimumnorm van € 2.500.0 i0 en niet h t onder ministeriele verantwoordelijkheid vastgestelde
percentage.
Versie II042013 10

Renterisico op vaste schuld
1a Renteherziening op vaste schuld o/g
1b Renteherziening op vaste schuld u/g
2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)
3a Nieuw aangetrokken vaste schuld
3b Nieuwe verstrekte lange leningen
4 Netto nieuwe aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
5 Betaalde aflossingen
6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
7 Renterisico op vaste schuld (2+6)
2014 2015 2016 2017
De renterisico's voor de periode 2014 - 2017 op de langlopende schulden zijn afgedekt doordat het
langlopende leningen betreft met een vaste looptijc
Ten aanzien van investeringen in voornoemde periode wordt ervan uitgegaan dat deze gefinancierd
kunnen worden uit de vrijgekomen afschrijvingen.
Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn rechtspersonen (derden) waarmee PAUW Bedrijven een bestuurlijk en
financieel belang heeft. Er is sprake van een financieel belang wanneer de gemeenschappelijke
regeling middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de
verbonden partijen.
PAUW Bedrijven heeft een bestuurlijk belang ta.v. de Stichting Maatschappelijk Ondernemen
Westelijk Utrecht Deze Stichting exploiteert het kringloopbedrijf in Mijdrecht. Er bestaat een
bestuurlijke verbinding omdat de voorzitter van het Kringloopbestuur statutair door de algemeen
directeur van PAUW Bedrijven wordt uitgeoefend.
PAUW Bedrijven heeft een bestuurlijk belang ta.v. de Stichting PAUW Werk, een stichting die o.a.
re-integratie activiteiten uitvoert op de regionale markt en daarnaast diensten voor PAUW Bedrijven
verricht met als doel het bevorderen van arbeidsbekwaamheid in de breedste zin van het woord.
Bovendien heeft PAUW Bedrijven een rekening-courant verhouding met de Stichting PAUW Werk
Bedrijfsvoering: financieel
Met de bezuinigingen van de afgelopen jaren blijft onze organisatie gedwongen om steeds kritisch de
eigen bedrijfsvoering te bezien. Een exercitie die we langs 4 lijnen doorlopen:
Hoe kunnen we omzet verhogen
Hoe kunnen we kosten verlagen
Hoe kunnen we zaken slimmer organiseren
Welke nieuwe innovatieve dingen kunnen we oppakken.
In 2012 en 2013 zijn een aantal resultaten hiervan al financieel vertaald. Intussen blijft de
bedrijfsvoering, de zorg voor het primaire proces: de ontwikkeling van de medewerker door het bieden
van werk en begeleiding, alle aandacht vragen.
Versie 11042013 \\
0
0
0
0
0
0
248
0
0
0
0
0
0
0
0
248
0
0
0
0
0
0
0
0
248
0
0
0
0
0
0
0
0
248
0
0

Netto-omzet
Mutatie in voorraden gereed product en
onderhanden werk
Geactiveerde productie voor het eigen
bedrijf
Som der bedrijfsopbrengsten
Kosten van grond- en hulpstoffen
Kosten van uitbesteed werk en andere
externe directe kosten
Toegevoegde waarde
Overige bedrijfsopbrengsten
Dienstverlening aan deelnemende
gemeenten
Bedrijfsopbrengsten
Lonen en sociale lasten Wsw
incl ge personeel kosten
Salarissen rteljjk personeel
Lonen derd
Afs chrijvingen op immateriële en
m£ Ie vaste activa
Ov ge bi fskosten
Som der bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat
Rijksvergoeding
Gemeentelijke bi drage
Gemeentelijke bijdrage compensatie
buitengemeenten
Saldo van de gerealiseerde algemene
dekkingsmidi elen
Resultaat uit gewone
bedrijfsuitoefening voor bestemming
Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan reserves
Resultaat na bestemmin
Begroting
Lasten
0
0
650
350
.
12.813
2.54
980
420
2009
18.763
13.563
200
000
2014
Baten
5.650
5.650
4.650
300
250
5.200
12.405
1.280
78
13.763
0
39
39
Herziene
Begroting 2 13 Realisatie 2012
Lasten Baten Lasten Baten
5.574
5.265
0
0
639
340
13.099
2.588
1.010
434
1.968
19.099
14.198
205
000
5,574
4.595
306
4.60S
12.710
1.007
78
13.795
- 608
39
- 569
110
0
637
348
12.424
2.537
376
404
2.334
18.575
14.071
179
000
5.155
4.170
334
4.504
12.136
947
80
13.163
-1.088
237
-851
Versie 11042013 12

Itaatbepaling
Inleiding
Onderstaande grondslagen, waarop de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling is
gebaseerd, zijn bedoeld als leidraad voor een juiste interpretatie van de financiële overzichten. De
begroting voldoet aan het Besluit Begroting en Verantwoording 2004.
Bedrijfsopbrengsten
Netto-omzet
Netto-omzet is de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de
omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen.
Grond- en hulpstoffenverbruik en kosten van derden en uitbesteed werk. -
De kosten van grond- en hulpstoffen worden berekend op basis van de inkoopprijzen. De folies, dozen
en inkopen voor één specifieke klant worden berekend tegen vaste venrekenprijzen. Resultaten op
deze post worden in het jaar verantwoord.
Overige bedrijfsopbrengsten
De overige bedrijfsopbrengsten omvatten naast de gemeentelijke bijdragen in de bestuurs- en
beheerkosten de resultaten uit verhuur van onroerend goed, dienstverlening aan derden en overige
opbrengsten.
Rijksvergoeding
Dit betreft de subsidie van het Rijk zoals bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van de Wet sociale
werkvoorziening.
Gemeentelijke bijdrage
De gemeentelijke bijdrage omvat de in de gemeenschappelijke regeling of anderszins overeengekomen
bijdrage in het exploitatieresultaat.
Gemeentelijke bijdrage compensatie buitengemeenten
De gemeentelijke bijdrage compensatie buitengemeenten betreft de niet gederfde inkomsten van de
niet deelnemende gemeenten, de zogenaamde "buitengemeenten' in de exploitatielasten.
Afschrijvingen
Dit betreft de afschrijvingskosten van de vaste en immateriële activa. Voor de afschrijvingen op
investeringen die samenhangen met de aanwending van de bestemmingsreserve vim t een
onttrekking aan die reserve plaats.
Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs verminderd met de
afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De afschrijving vindt
plaats in maximaal 5 jaar of de resterende looptijd van de lening waar het actief betrekking op heeft.
Versie 11042013

Materiele vaste activa
Op grond wordt niet afgeschreven. Voor het overige vindt afschrijving plaats op basis van de
historische aanschafprijs volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige
gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het
moment van ingebruikname van het actief.
De afschrijvingstermijn bedraagt maximaal de economische levensduur.
De afschrijvingstermijnen volgens de lineaire methode bedragen in jaren:
Gronden n.v.L
Gebouwen en voorzieningen terreinen 10-40
Machines en installaties 3 - 2C
Inventarissen 5-K
Vervoermiddelen 3-8
Financiële vaste activa
Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame
waardeverminderingen en aflossingen. Afschrijving vindt niet plaats.
Lonen en salarissen Wsw en ambtelijk
Hierop worden de loon- en salariskosten van de WSW-mede 'erkers respectievelijk de salariskosten
van het ambt ilijk personeel verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan he bruto
bedrag i/an de aan het boekjaar toe te rekenen lonen c.q. salarissen, vermeerderd met de uitbetaalde
vakantiegeldrechten.
Sociale lasten
De sociale lasten betreffen de ter zake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten,
alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening.
Dit betreft tevens de aan het boekjaar toe te rekenen ziekengelden. Daarnaast worden aan het
boekjaar toe te rekenen WAO-gelden verantwoord en ontvangen gelden ten gevolge van loonschade.
Lonen derden
Hierop worden de loonkosten inclusief sociale lasten en overige personeelskosten van ingeleend
personeel verantwoord.
Overige bedrijfskosten
Hierin zijn onder meer begrepen de kosten voor bedrijfsgeneeskundige zorg, ople dingen van WSWwerknemers,
werkkleding, vervoerkosten en onderhoudskosten.
De overige bedrijfskosten worden berekend op basis van historische kosten.
Algemene dekkingsmiddelen
De algemene dekki ïgsmiddelen bestaan in hoofdzaak uit het saldo van financiële baten en lasten.
De rer sbate \ betreffen onder meer de opbrengsten uit deposito's en andere uitzettingen.
De rentelasten bestaan in elke geval uit de rentelast van de vaste schulden en de rekeningcourantrente
bij debetsaldi.
Versie 11042013 14
• %

Toegevoegde waarde
Netto toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde is per
bedr fsonderdeel als volgt
samengesteld:
Industrieel Breukelen
Bedrijfsopbrengsten
Kosten grond- en hulpstoffen en
andere externe kosten
Toegevoegde waarde
Industrieel IJsselstein
Bedrijfsopbrengsten
Kosten grond- en hulpstoffen en
andere externe kosten
Toegevoegde waarde
Detacheringen
Bedrijfsopbrengsten
Kosten grond- en hulpstoffen en
andere externe kosten
Toegevoegde waarde
Groenvoorziening Breukelen
Bedrijfsopbrengsten
Kosten grond- en hulpstoffen en
andere externe kosten
Toegevoegde waarde
Schoonmaak IJsselstein
Bedrijfsopbrengsten
Kosten grond- en hulpstoffen en
andere externe kosten
Toegevoegde waarde
Èipdèprbgrafrimabeg
egroting
4.650
Begroting
14
, 750
400
350
825
175
675
1.425
0
1.425
1.500
200
1.300
4.635
Herziene
Begroting
2013
742
391
351
814
144
670
1.415
0
1.415
1.806
348
1.458
4.170
Realisatie
2012
De stijging van de netto toegevoegde waarde ten opzichte van de begroting 2013 is het gevolg van
een stijging van de productieve uren en een iets hogere uuropbrengst per productief uur.
1200
N.B. Het verschil netto toegevoegde waarde ten opzichte van de programmarekening betreft
onderlinge transacties (intercompany omzet).
275
925
837
96
741
650
393
257
781
157
624
1.382
0
1.382
1.286
187
1.099
Versie 11042013 15
1.075
267
808

Overige bedrijfsopbrengsten
Bijdrage gemeenten in de
bestuurs- en beheerskosten
Huuropbrengsten
Dienstverlening t.b.v. derden
Overige baten
Totaal
Begroting
2014
7
95
198
0
Herziene
Begroting
2013
7
82
195
0
300 284
Realisatie
2012
Onder huuropbrengsten worden de opbrengsten verantwoord van het verhuur van palletplaatsen
magazijn Breukelen en hét laden en lossen, kantoorruimte, en de verhuur van een gedeelte van het
bedrijfspand IJsselstein.
De dienstverlening ten behoeve aan derden betreft o.a. de ambtelijke detachering en ondersteuning
aan het Kringkc ip bedrijf te Mijdrecht en voor de Stichting PAUWWERK.
Versie 11042013 16
7
110
234
101
1

Lonen,
salarissen en sociale lasten
Loonkosten Wsw-werknemers
Overige loonkosten
Totaal loonkosten Wsw
Sociale lasten
Pensioenpremies
Ziekengelden/WAO-gelden
Totaal sociale lasten Wsw
Bedrijfsgeneeskundige zorg
Vervoerskosten Wsw
Eigen bijdrage vervoer
Totaal overige personeelskosten
Loonkosten ambtelijk personeel
Overige loonkosten
Totaal loonkosten ambtelijk
Sociale lasten
Pensioenpremies
Totaal sociale lasten ambtelijk
Totaal loonkosten derden
Totale loonkosten Wsw per AJ
Totale loonkosten per fte ambt lijk
Totale loonkosten derden per fte
Loonkosten Wsw per productief uur
Aantal Wsw-ers
Aantal Wsw-AJ
Aantal Wsw-FTE
Aantal ambtenaren in FTE's
Aantal derden in FTE's
Verhouding regulier/ Wsw
Begroting
2014
10.013
40
10.053
1.440
1.060
2.500
0
2.500
40
226
- 6
260
1.858
165
2.023
271
247
518
980
27.854
64.987
52.406
28,40
563
485
475
39,1
18,7
8,0
Herziene
Begroting
2013
10.091
35
10.126
1.516
1.189
2.705
0
2.705
39
235
-6
263
1.892
162
2.054
296
238
534
1.010
27.893
64.539
51.269
28,58'
568
490
480
40,1
19,7
8,0
De raming van de lonen en sociale lasten Wsw is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
Realisatie
2012
9.653
65
9.718
1,349
1.120
2.469
-10
2.459
40
214
-6
248
1.905
164
2.068
242
226
468
876
27,886
63.417
46.845
- Bij de vaststelling van de gemiddelde loonkosten per Wsw-medewerker is als basis uitgegaan van
het gemiddelde brutoloonniveau maart lopend boekjaar. Gezien de economische omstandigheden is
er vanuit gegaan dat voor het begrotingsjaar de financiële ruimte ontbreekt om de lonen aan te
passen. Wel is er rekening gehouden met een lichte stijging als gevolg van individuele verhogingen.
- De sociale lasten zijn berekend op basis van de percentages in 2013.
29,94
526
458
446
40,0
18,7
8,0
Versie 11042013 17

De ramingen van de lonen en sociale lasten ambtelijk personeel zijn gebaseerd op de volgende
uitgangspunten:
Bij de vaststelling van de loonkosten ambtelijk personeel is eveneens rekening gehouden met de
nullijn voor de jaren 2013 en verder. De sociale lasten zijn berekend op basis van de percentages
2013.
Afschrijvingen
Afschrijvingen op immateriële
vaste activa
Afschrijvingen op materiele vaste
activa met een economisch nut
Totaal afschrijvingen
Overige bedrijfskosten
Huurkosten
Onderhoudskosten
Energie
Verzekeringen en belastingen
Kosten dienstverlening derden
Verkoop en commerciële kosten
Indirecte productiekosten
Kosten Begeleid Werken
Dotatie aan voorziening groot
onderhoud
Diverse overige bedrijfslasten
Totaal overige bedrijfskosten
Begroting
2014
0
420
Begroting
2014
Herziene
ing
2013
0
434
Realisatie
2012
0
404
420 43 404
75
390
160
170
165
46
70
350
83
500
Herziene
Begroting
2013
74
392
172
150
162
46
77
377
50
508
Realisatie
2012
72
341
131
66
392
28
62
484
83
575
2.00! 2.008 2.334
De diverse overige bedrijfskosten betreffen ondermeer kantoorkosten, kantinekosten, opleidingen
wsw, werkkleding, accountantskosten, vergader- en representatiekosten etc.
N.B. Het verschil overige bedrijfskosten ten opzichte van de programmarekening betreft onderlinge
intercompany transacties.
Versie 11042013 18
^

Rijksvergoeding Wsw
Omvang rijksvergoeding Wsw
Subsidieresultaat in €(x1C 10)
Verhouding loonkosten Wsw in %
Aantal gerealiseerde AJ's
ijksvergoeding per AJ
Begroting
2014
12.649
- 1.037
109,2
485,0
25.939
Herziene
Begr ing
2013
12.710
- 1.193
110,
490,
25.939
Realisatie
2012
De rijksvergoeding Wsw betreft het rijksbudget dat rechtstreeks door het ministerie SZW aan de
individuele deelnemende gemeenten beschikbaar is gesteld. De deelnemende gemeenten dragen
deze rijksbijdrage over aan PAUW Bedrijven.
Het opgenomen aantal AJ's als'taakstelling voor 2014 is een raming gebaseerd op het verwachte
aantal AJ's ultimo 2013, verminderd met de verwachte uitstroom in 2014.
Uitgangspunt voor de raming van het normbedrag per AJ voor 2014 is de verwachte
budgettoekenning van € 25.439, hetgeen € 500 lager is dan het lopende begrotingsjaar.
12.136
- 1.088
109,6
467,9
25.939
Het subsidieresultaat, als verschil tussen de loonkosten Wsw en de rijksvergoeding (exclusief
begeleid werken), is ten opzichte van de lopende begroting enigszins verbeterd. Dit wordt veroorzaakt
door de lagere taaks ïlling en daling van de gemiddelde loonkosten a.g.v. uitstroom.
Gemeentelijke bijdrage
Omvang gemeentelijke bijdrage
aantal werknemers
Gemeentelijke bijdrage per
werknemer
Begroting
2014
1.358
522
2.412
Herziene
Begroting
2013
1.007
527
1.911
Realisatie
2012
947
Versie 11042013 19
496
1.911

Gemeentelijke bijdrage compensatie buitengemeenten
Omvang gemeentelijke bijdrage
aantal werknemers
Begroting
2014
78
41
Herziene
Begroting
2013
78
41
Realisatie
2012
86
De gemeentelijke bijdrage compensatie buitengemeenten betreft de niet gederfde inkomsten van de
buitengemeenten in de exploitatielasten. Deze compensatie wordt bij de deelnemende gemeenten in
ikenin^ gebracht. Daar staat tegenover dat de deelnemende gemeenten geen betalingsverplichting
meer hebben naar andere gemeenten of SW-organisaties.
Gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen
Financiële baten
Financiële lasten
Saldo financieringsfunctie
Mutaties in reserves
Resultaat voor bestemming
Onttrekking algemene reserve
Onttrekking bestemming reserve
Totaal onttrekkingen
Resultaat na bestemming
0
200
39
Begroting
2014
200
Begroting
2014
- 0
39
0
205
39
rziene
Beg oting
2013
205
üene
Be oting
113
- 608
39
0
179
237
45
Realisatie
2012
179
Realisatie
2012
- 1.088
237
39 569 151
Versie 11042013 20
^

Staat van materiële vaste activa
Het betreft uitsluitend activa meteen economisch nut.
Bedragen x € 1000
Boekwaarde per 31 december
2013
Aanschaffingen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december
2013
Aanschafwaarde
Cumulatieve afschrijvingen
Toelichting op investeringen
Gronden en
erreinen
2.478
0
2.478
0
12
2.466
2.680
214
De begrote investeringen in 2014 belopen € 280.000
Bedrijfsgebouwen
2.427
0
2.427
■ °
133
2.427
4.635
2.341
Ma lines,
irate n
en
installaties
896
120
1.016
0
150
896
3.978
3.112­
Overige Vervoermateriële
Middelen
ste
activa
188
30
218
0
31
188
1.512
1.325
Van de investeringen kan, per werkverband, het volgende overzicht worden gegeven:
PAUW Breukelen
Grond
Gebouwen, terreinen, installaties
Machines
Inventarissen
Vervoersmiddelen
Totaal
0
0
90
10
80
De investeringen machines is inclusief € 70.000 automatisering.
PAUW IJsselstein
Grond
Gebouwen, terreinen, installaties
Machines
Inventarissen
Vervoersmiddelen
Totaal
639
130
769
0
94
639
1.415
740
Versie 11042013 21
0
0
30
20
50
00
Totaal
6.628
280
6.908
0
420
6.628
14.220
7.732

Weerstandsvermogen
Bedragen x€ 1.000
Algemene reserve
Boekwaarde
per 1-1-2014
1.156
toevoeging
0
Onttrekking
569
Boekwaarde
per 31-12-2014
In de begroting is rekening gehouden met een onttrekking in 2014 ad € 569.000 verwachte resultaat
2013
Overzicht bestemmingsreserve
Bedragen x€ 1.000
Besteed:
Gebouwen, terreinen, installaties ,
Productie (machines)
Inventarissen
Subtotaal
Nog te besteden:
Gebouwen, terreinen, installaties
Productie (machines)
Inventarissen
Bedrijfsplan
Externe dienstverlening/claims
Totaal
Boekwaarde
01-01-2014
509
0
0
509
298
413
106
110
88
1.524
toevoeging
0
0
0
o
0
0
0
0
0
0
Onttrekking
39
0
0
39
0
0
0
0
0
39
587
Boekwaarde
31-12-2014
470
0
0
470
298
413
106
110
88
1.485
Versie 11042013 22

i
Staat van voorzieningen
Bedragen x€ 1.000
Onderhoud gebouwen
Boekwaarde
per 1-1-2014
179
Toevoeging
83
onttrekking
104'
Boekwaarde
per 31-12-2014
De voorziening is bedoeld ter dekking van de kosten voor groot onderhoud zoals schilderwerk gebouw
en vernieuwing dakbedekking e.d. De toevoeging is vastgesteld op basis van het geactualiseerde
meerjaren onderhoudsplan 2012 - 2021. De omvang van de onttrekking is vastgesteld op basis van
het meerjaren onderhoudsplan.
Staat van leningen
Het verloop van de onderhandse geldleningen is als volgt:
ABN-Amro (2001)
BNG (2005)
Totaal
Saldo per Nieuwe Aflossingen Saldo per Rentelast
01-01-2014 leningen 31-12-2014 begrotingsjaar
2.224
467
2.938
181
67
2.043
400
158
134
17
248 2.690 151
Alle geldleningen zijn verstrekt door binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het in
2014 af te lossen bedrag is € 248.179.
Versie IJ042013 23

Meerjarenbegroting 2014-2017 (dalende Rijksbijdrage)
Omschrijving
Netto-omzet
Grond- hulpstoffen en uitbesteed werk
Toegevoegde waarde
Overige bedrijfsopbrengsten
Dienstverlening aan deelnemende gemeenten
.Bedrijfsopbrengsten
Lonen en sociale lasten Wsw incl. overige
personeelskosten
Salarissen ambtelijk personeel
Loonkosten derden
Afschrijv igen op immateriële en materiele
vaste ac va
Overige bedrijfskosten
Som der bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat
Rijksvergoeding
Gemeentelijke bijdrage inclusief compensatie
buitengemeenten
Saldo van de algemene dekkingsmiddelen
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
voorbestemming
Toevoegingen aan reserves
Onttrekkingen aan bestemmingsresen/e
Onttrekkingen aan algemene reserve
Resultaat na bestemming
Aantal Wsw medewerkers
Aantal FTE's PAUW werkverbanden
Aantal FTE's Begeleid Werken
Gemeentelijke bijdrage per Wsw medewerker
2014
5.650
1.000
4.650
300
250
5.2Q0
12.813
2.541
980
420
2.009
18.763
-13.563
12.405
1.358
200
0
0
39
39
563
475
30
2.412
2015
5.650
1.000
4.650
300
253
5.203
12.557
2.566
990
420
2.025
18.558
• 13.355
11.973
1.637
205
0
0
39
39
551
463
30
2.880
2016
5.65D
1.000
4.650
300
256
5.206
12.160
2.592
1.000
420
2.050
18.222
•13.016
11.447
1.774
205
0
0
39
39
535
447
30
3.316
2017
5.650
1.000
4.650
300
260
5.210
11.761
2.618
1.010
420
2.075
17.884
-12.674
10.931
Versie 11042013 24
1.948
205
0
0
39
39
522
434
30
3.732
I

Toelichting op de meerjarenbegroting 2014 -2017
Toegevoegde waarde
In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een jaarlijkse groei van 0 procent Ondanks de
dalende bezetting is er nog voldoende capaciteit beschikbaar om de omzet en toegevoegde waarde
op hetzelfde niveau te handhaven.
Lonen en Sociale lasten en overige personeelskosten
Voor wijzigingen tengevolge van arbeidsvoorwaarden, individuele loonaanpassingen is voorde lonen
Wsw een gemiddelde loonstijging geraamd van 0,5 procent. Voor de premies sociale verzekeringen
Wsw is eveneens uitgegaan van een gemiddelde stijging van 0,5 procent.
Lonen en Sociale lasten ambtelijk
Voor wijzigingen tengevolge van arbeidsvoorwaarden, individuele loonaanpassingen is voor de lonen
ambtelijk een gemiddelde loonstijging geraamd van 1,0 procent. Voor de premies sociale
verzekeringen ambtelijk geldt een zelfde percentage.
Loonkosten derden
Voor wijzigingen tengevolge van arbeidsvoorwaarden, individuele loonaanpassingen is een
gemiddelde loonstijging geraamd van 1,0 procent.
Overige bedrijfskosten
De stijging van de overige bedrijfskosten wordt, rekening houdend met een
efficiency/kostenbesparing, geraamd op gemiddeld 1,0 procent per jaar.
Rijksbijdrage
Bij het vaststellen van de rijksbijdrage is uitgegaan van het bedrag begroot voor 2014 van € 25.439
per AJ, voor 2015 en verder is di bedrag of ja lijks met € 500,- per AJ verlaagd. Verder is geen
rekening gehouden met een jaarlijkse aanpassing voor loonkostenstijging.
Gemeentelijke bijdrage
Bij het vaststellen van de gemeentelijke bijdrage is er van uitgegaan dat de deelnemende gemeenten
de begroting sluitend maken.
Overzicht verdeling gemeentelijke bijdragen
In artikel 35 van de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het resultaat verdeeld wordt naar rato
van het aantal medewerkers niddeld over het jaar. De verdeling in deze begroting is gebaseerd op
het aantal medewerkers in 201
Gemeente
Gemeente Lopik
Gemeente Stichtse Vecht
Gemeente De Ronde Venen
Gemeente Nieuwegein
Gemeente iJssefstein
Gemeente Vianen
Totaal
2014
87.862
381.190
180.071
364.215
281.649
63.011
1.358.000
2015
102.679
445.471
210.437
425.633
329.143
73.636
1.587.000
2016
114.778
497.962
235.233
475.787
367.927
82.313
1.774.000
2017
126.035
546.803
258.305
522.453
404.015
90.387
1.948.000
Gemeentelijke bijdrage ter compensatie buitengemeenten
Bij het vaststellen van de gemeentelijke compensatie buitengemeenten is uitgegaan van een
gelijkblijvend aantal personen.
Versie 11042013 25

FTE'S
Bij het vaststellen van het aantal fte's is uitgegaan van het lopend begrotingsjaar, waarbij geen
instroom meer plaatsvindt. Uitstroom is gebaseerd op het bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd.
N.B.
Met bovengenoemde parameters is een prognose geschetst voor de komende jaren. De effecten van
het huidige economisch klimaat kunnen deze prognose zowel positief als negatief beïnvloeden,
waardoor de gemeentelijke bijdrage eventueel en afhankelijk van de omvang van het
weerstandsvermogen dienovereenkomstig zal moeten worden bijgesteld.
Versie 11042013 26

Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl
Bank Nederlandse Gemeenten 28 50 04 387
Bestuur van PAUW Bedrijven
secrataris Bestuur PAUW Bedrijven
mw. E. Uijting
Postbus 155
3620 AD BREUKELEN
Geacht bestuur,
2 0 13-236
Strategie Maatschappelijke
Ontwikkeling
persoon Eveline Bal
Telefoon (030) 607 19 73
E-mail e.bal@nieuwegein.nl
Datum 12 juni 2013
Kenmerk
Zaaknummer
Berichtnummer
Onderwerp begroting 201'
De raad van de gemeente Nieuwegein heeft kennis genomen van de begroting
PAUW Bedrijven 2014. Wij willen u hierbij graag in kennis stellen van onze
zienswijze op de inhoud van deze begroting.
Wij staan op het standpunt dat onze opdracht aan PAUW Bedrijven
budgetneutraal uitgevoerd dient te worden binnen de door ons ten behoeve van
die opdracht beschikbaar gestelde middelen. Wij constateren echter dat de
begroting in 2014-2017 sluitend gemaakt moet door middel van een ophoging
van de gemeentelijke bijdrage.
Daarnaast merken wij op dat de eerder door PAUW Bedrijven opgestelde plannen
tot op heden niet hebben geleid tot een daling van het exploitatietekort en dat er
zelfs sprake is van een verder oplopend tekort. Ook constateren wij dat de
Participatiewet op fundamentele punten zal afwijken van het wetsvoorstel van de
Wet werken naar vermogen, waar deze plannen op gebaseerd zijn. Zo zal
bijvoorbeeld sprake zijn van volledige afschaffing van de Wsw per 1 januari 2015
en het stopzetten van de instroom per die datum. Wel blijven de bestaande
rechten en plichten van de zittende groep Sw-werknemers in stand. Deze gaan op
in de Participatiewet.
Om bovengenoemde redenen wensen wij nog dit jaar in regionaal verband en
onder aansturing van de colleges van de deelnemende gemeenten, te komen tot
herformulering van het beleid en de opdracht aan PAUW Bedrijven, inspelend op
de invoering van de Participatiewet en de gevolgen van het Sociaal Akkoord. V
hechten er aan dat deze herformulering op korte termijn niet tot stilstand mag
leiden in de bedrijfsvoering bij het zoeken naar mogelijkheden om kosten te
verlagen en de flexibiliteit te vergroten met het oog op mogelijke bijsturing.
Wij verwachten u hiermee voldoen te hebben geïnformeerd.

Met vriendelijke groet,
De gemeenteraad van Nieuwegein
Bladnummer 2/2
Zaaknummer
Onderwerp begroting 2 114
De griffier, De voorzitter,
Mr. F.E. Contant F.TJ.M. Backhuijs