Samenvatting HC ZL1.pdf - VETserieus.nl
Samenvatting HC ZL1.pdf - VETserieus.nl
Samenvatting HC ZL1.pdf - VETserieus.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
www.<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />
Beste Student,<br />
De documenten op <strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong> zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij<br />
het studeren. De samenvattingen worden nagekeken door studenten tijdens<br />
het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel<br />
foutloze samenvattingen te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit<br />
streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je<br />
tijdens het lezen van de samenvatting fouten vinden kun je dat doorgeven<br />
via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar<br />
vetserieus@gmail.com<br />
De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het<br />
uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!!<br />
Hartelijke groet,<br />
<strong>VETserieus</strong>.<strong>nl</strong><br />
1
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Hoorcollege 1 Introductie tot het vak<br />
Het voorkomen van een ziekte:<br />
- epidemiologie<br />
o incidentie / prevalentie: de getallen<br />
- etiologie<br />
o de veroorzaker<br />
- pathogenese<br />
o het ontwikkelingsproces van de ziekte<br />
De verschijnselen bij een ziekte<br />
- verschijnselen (is niet symptomen!!)<br />
o subjectieve uitingen van ziekte; dat wat de eigenaar waarneemt (strikt<br />
genomen: wat de patiënt zelf voelt)<br />
- bevindingen<br />
o objectieve uitingen van ziekte; dat wat de dokter waarneemt<br />
De diagnose<br />
- essentiële gegevens<br />
- essentieel onderzoek<br />
o de diagnose wordt gesteld op de verschijnselen. In twijfelgevallen kan<br />
men microscopisch onderzoek laten verrichten van materiaal uit de rand<br />
van jonge leasies. Bewijzend zijn insluitlichaampjes of virusdeeltjes.<br />
Hoorcollege 2 reactiepatronen van mondholte tot maag<br />
De algemene reactiepatronen beschrijven het spectrum van morfologische veranderingen<br />
waarmee een weefsel of orgaan(systeem) reageert op (pathogene) prikkels.<br />
Algemene pathologische veranderingen:<br />
- weefsel/orgaan kleiner dan normaal<br />
o atrofie<br />
o hypoplasie<br />
o aplasie<br />
- weefsel/orgaan groter dan normaal<br />
o hypertrofie<br />
o hyperplasie<br />
o neoplasie (tumor)<br />
- metaplasie<br />
- apoptose; degeneratie/necrose (met of zonder erosies/ulcera)<br />
- ontsteking<br />
- ontwikkelingsstoornissen<br />
- liggingsveranderingen en dilatatie<br />
1
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Belangrijk:<br />
- er is een beperkt scala van reacties van weefsels en organen op prikkels<br />
- verschillende aandoeningen kunnen tot uitdrukking komen in eenzelfde<br />
reactiepatroon van weefsel/orgaan<br />
- veranderingen binnen het algemeen reactiepatroon zijn terug te voeren op<br />
mechanismen uit algemene pathologie<br />
- kennis van algemene reactiepatronen is van belang voor begrip van morfologische<br />
en functionele gevolgen van een aandoening.<br />
Wanneer je het macroscopisch beeld omschrijft, zijn de volgende aspecten van belang:<br />
1. korte beschrijving van de laesies<br />
- grootte<br />
- vorm<br />
- kleur<br />
- distributie<br />
- aantal<br />
2. morfologische diagnose: een interpretatie van de belangrijkste laesies<br />
gebruikmakend van pathologische terminologie zonder een uitspraak te doen over<br />
de oorzaak.<br />
Bij een inflammatoire laesie denk je aan de volgende componenten: graad,<br />
verloop, verspreiding, type exsudaat en andere kenmerken. Bijvoorbeeld een<br />
matige diffuse sereuse gastritis.<br />
3. etiologie (oorzaak)<br />
4. pathogenese: hoe zijn de laesies ontstaan?<br />
5. naam van de aandoening<br />
6. mogelijke Ddx op basis van anamnese en pathologie<br />
Reactiepatroon van bovenste deel van digestiestelsel:<br />
- Mondholte en keel<br />
Stomatitis/gingivitis/cheilitis (cheilitis = ontsteking lippen) kunnen als volgt ingedeeld<br />
worden:<br />
- op basis van macroscopie<br />
o vesiculair<br />
o erosief en ulceratief<br />
o papulair (moet dat niet papillair zijn…?)<br />
o necrotizerend<br />
- op basis van histologie<br />
o eosinofiel<br />
o lymfoplasmacytair<br />
2
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- Gebit (inclusief kaak: zie ook skelet)<br />
Bij knaagdieren: verhoogde slijtage/verlies gebitselementen en malocclusie<br />
Malocclusie wordt onderverdeeld in:<br />
- afwijkende stand van gebitselementen: dentale malocclusie;<br />
- afwijkende ontwikkeling van de kaken: skeletale malocclusie;<br />
- combinatie van beide<br />
Onderkaakresectie van de hond<br />
Beschrijf de laesies: meerdere witte haarden in de onderkaak,<br />
ondertanden staan te ver uit elkaar, waarschij<strong>nl</strong>ijk door een<br />
ruimte innemend proces.<br />
De morfologische diagnose:<br />
Onderkaak van een volwassen koe. Duidelijk is een ernstige<br />
zwelling van de kaak.<br />
Hierom is een doorsnede van de aangetaste kaak<br />
meegezonden met ter vergelijking een doorsnede van de<br />
normale kaak van hetzelfde dier.<br />
Laesies: mutipele witte haarden, sterke<br />
verdikking van de kaak.<br />
De morfologische diagnose:<br />
De route van besmetting: wondjes in de mond<br />
door corpora aliena of scherpe voedseldelen.<br />
Wat is de etiologie:<br />
Wat is de naam van deze aandoening:<br />
3
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- Tong<br />
Locaal: ontsteking, necrose of neoplasie<br />
bijv. bij kat<br />
- eosinofiel granuloom<br />
- trauma<br />
- plaveiselcelcarcinoom<br />
Systemische aandoening: virale infectie, uremie (zoek op hoe uremie kan leiden tot<br />
ulceraties op de tong!)<br />
- Tonsillen<br />
o Hyperplasie<br />
o Ontsteking<br />
o Neoplasie plaveiselcelcarcinoom<br />
- Speekselklieren<br />
- Slokdarm en krop<br />
o Obstructie<br />
o Verwijding<br />
o Vernauwing<br />
o degeneratie/necrose<br />
o ontsteking<br />
o neoplasie<br />
Slokdarm van een schaap<br />
Laesies: goed omschreven witte haarden op de<br />
buitenzijde van de oesophagus.<br />
De etiologie:<br />
Slokdarm en maag van een paard. Duidelijk te zien is een toename<br />
van het musculaire weefsel van de distale oesophagus.<br />
Zie ook de doorsnede van de aangetaste oesophagus.<br />
Morfologische diagnose:<br />
Klinische betekenis van deze laesie: toevalsbevinding<br />
4
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- Voormagen en maag/lebmaag<br />
Reactiepatroon voormagen:<br />
- tympanie<br />
- ontsteking<br />
- neoplasie<br />
Reactiepatroon van de maag/lebmaag:<br />
- liggingsveranderingenen en dilatatie/overlading<br />
- veranderingen in lumen van maag / lebmaag<br />
bijvoorbeeld vreemde voorwerpen<br />
- veranderingen in wand van maag/lebmaag<br />
o slijmproductie toe- of afgenomen met of<br />
zonder metaplasie<br />
o regressieve veranderingen:<br />
atrofie<br />
degeneratie en necrose met of zonder<br />
erosies en ulcera<br />
proliferatie klierweefsel: toe- of<br />
afgenomen<br />
ontsteking<br />
neoplasie<br />
- circulatiestoornissen zoals bijvoorbeeld oedeem<br />
Sectiebeeld van een hond<br />
Laesies: een sterk vergrootte maag met een verplaatsing van de<br />
milt.<br />
Naam van de aandoening:<br />
De honden waarbij deze aandoening zich vaak voordoet: Duitse<br />
herder..?<br />
Sectiebeeld van een paard met een sterke overlading<br />
en ruptuur van de maag.<br />
Hoe kan met sectie onderscheid gemaakt worden<br />
tussen een anti- en postmortale scheur van de<br />
maagwand ?<br />
‘Grass sickness’ (= equine dysautonomie) als oorzaak van voortdurend recidiverende<br />
maagoverlading. Degeneratie en necrose gevonden van neuronen in de autonome ganglia<br />
(zoals in het ganglion coelicum) en in verschillende nuclei van de hersenstam en het<br />
ruggenmerg.<br />
5
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Wat is de klinische betekenis van haarballen in de pens van een kalf?<br />
Necrose en ulceratie van penswand in een rund;<br />
Chronische rumenitis veroorzaakt door<br />
Fusobacterium necrophorum.<br />
Ontsteking van de maag (gastritis):<br />
- exsudatief, afhankelijk van aard van het exsudaat onderverdeeld in:<br />
o catarhaal<br />
o (purulent)<br />
o Hemorragisch<br />
o Pseudomembraneus (soort dekentje over het weefsel) (inclusief ulceratie)<br />
- Proliferatief<br />
o Hypertrofisch<br />
o Eosinofiel<br />
o Lymfo(plasma)cellulair<br />
Hond met membraneuze gastritis<br />
Varken met pseudomembraneuze gastritis met ‘boutons’;<br />
Salmonella infectie<br />
Geringe oppervlakkige gastritis voornamelijk<br />
subepitheliaal<br />
Meer ernstige gastritis met plaatselijk verlies<br />
van klierweefsel <br />
6
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Chronische gastritis met proliferatie van bindweefsel en<br />
verlies/destructie van klierweefsel.<br />
Helicobacter bacterieën in slijm op oppervlakte van<br />
Maagepitheel <br />
Paard met Gasterophilus sp en Parascaris<br />
equorum (spoelworm)<br />
Parasitaire infecties met of zonder gastritis;<br />
Gastritis (indien aanwezig) is meestal eosinofiel<br />
en/of granulomateus<br />
Maagcarcinoom: tumorcellen vormen kleine groepjes in<br />
spierlaag (*). Tumorembolus in lymfevat (pijl).<br />
Zegelringaspect (‘signet cell’) in enkele<br />
neoplastische cellen (pijl). <br />
Mogelijke oorzaak van oedeem in de mucosa bij de hond?<br />
Hoorcollege 3 liggingsveranderingen van de maag<br />
Verschillende definities:<br />
- dislocatie: iedere verplaatsing<br />
- torsio: draaiing van orgaan om de eigen lengte-as<br />
- rotatio: draaiing van orgaan om andere as door het orgaan<br />
- volvulus: draaiing van orgaan om een as buiten dit orgaan, ophangbanden<br />
Liggingsveranderingen bij de verschillende diersoorten:<br />
- monogastrische dieren<br />
o varken<br />
MDV<br />
Maagdilatatie<br />
Miltveranderingen<br />
7
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o Hond<br />
MDV-syndroom (maagdilatatie – volvulus)<br />
o Paard<br />
Maagoverlading en<br />
gevolgen. Het paard heeft<br />
als groot nadeel dat het<br />
niet kan braken waardoor<br />
er ‘gemakkelijk’ een<br />
maagoverlading kan<br />
ontstaan met soms een<br />
ruptuur als gevolg.<br />
- Herkauwers<br />
o Lebmaagdislocaties, vooral bij<br />
hoogproducerende melkkoeien in<br />
de eerste dagen/weken post<br />
partum. Dit komt door meerdere<br />
factoren:<br />
Atonie<br />
Hypotonie<br />
vertraagde lediging van de lebmaag<br />
alledrie zorgen voor ophoping gas in de lebmaag <br />
opwaartse dislocatie<br />
Etiologische factoren van de lebmaagdislocatie:<br />
- voeding<br />
o ruwvoer/krachtvoer, eiwitgehalte<br />
- energiebalans<br />
- Ca-stofwisseling<br />
- Zootechnische factoren<br />
- Ruimte/druk in abdomen post partum<br />
- Overige aandoeningen<br />
Lebmaagdislocatie naar links<br />
8
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Diagnose: inspectie, palpatie, auscultatie, steelband<br />
Lebmaagdislocatie naar rechts<br />
Met flexio wordt bedoeld een draaiing rond een horizontale as<br />
in de lengterichting van het dier.<br />
Met een rotatie wordt bedoeld een draaiing<br />
om de as, loodrecht op de curvatura<br />
major van de lebmaag.<br />
Een flexio-rotatio is dan vanzelfsprekend een draaiing<br />
om 2 assen.<br />
9
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Een torsio is een draaiing om de horizontale as, loodrecht<br />
op verticaal vlak in lengterichting van het dier.<br />
Hierdoor krijg je een dilatatie en in ernstige gevallen dan dus een<br />
lebmaagdislocatie naar rechts.<br />
Dus de lebmaagdislocaties bij de herkauwer:<br />
- Lebmaagdislocatie naar links<br />
- Lebmaagdislocatie naar rechts<br />
o Flexio<br />
o Flexio-rotatio = lebmaagvolvulus<br />
o Lebmaagdilatatie<br />
- Lebmaagdislocatie naar craniaal<br />
Hoorcollege 4 parasitaire infecties van de digestietractus<br />
Nematoda - rondwormen \<br />
Trematoda - zuigwormen worminfecties, indeling per diersoort<br />
Cestoda - lintwormen /<br />
Acanthocephala - stekelsnuitwormen<br />
Protozoa - protozoaire infectie, indeling per parasietsoort of groep protozoa<br />
Arthropoda<br />
Problemen van de parasieten kunnen zich om verschillende redenen voordoen:<br />
- aantal parasieten<br />
- excretie- en secretie producten<br />
- levens- en voedingswijze parasiet<br />
- overgevoeligheid gastheer<br />
Ook de lokalisatie is van groot belang plaatje!<br />
Worminfecties<br />
Worminfecties digestietractus rund<br />
Lebmaag<br />
- Ostertagia ostertagi *****<br />
o Bij ostertagiose zorgen met name de larven voor een probleem (komt in<br />
NL niet meer voor!). De larven trekken in de crypten PLAATJE!<br />
Hierdoor stijgt het pepsinogeen in het bloed, en komen er meerdere<br />
bloedeiwitten in de maag, de pH zal daar stijgen tot 6-7.<br />
10
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- O. leptospicularis ** ree, maar ook rund/schaap<br />
- Trichostrongylus axei **<br />
Dunne darm<br />
- Cooperia oncophora ****<br />
- Nematodirus helvetianus ***<br />
- N. battus *<br />
- Strongyloides papillosus *<br />
- Bunostomum phlebotomum *<br />
- Moniezia spp ***<br />
Dikke darm<br />
- Oesophagostomum radiatum *<br />
- Trichuris spp *<br />
Worminfecties digestietractus schaap/geit<br />
Lebmaag<br />
- Haemonchus contortus *****<br />
o Deze worm vormt met name een probleem door de voedingswijze. Deze<br />
larven kruipen in de crypten, maar komen terug naar het lumen om daar<br />
to ontwikkelen tot adult. Deze drinkt bloed.<br />
- Teladorsagia circumcincta **** (O. leptospicularis)<br />
- Trichostrongylus axei ***<br />
Dunne darm<br />
- Trichostrongylus vitrinus ****<br />
- Cooperia curticei **<br />
- Nematodirus battus ****<br />
- N. filicollis ***<br />
- Strongyloides papillosus **<br />
- Bunostomum trigonocephalum *<br />
- Moniezia spp ***<br />
Dikke darm<br />
- Oesophagostomum venulosum *<br />
- Chabertia ovina **<br />
- Trichuris spp *<br />
Worminfecties digestietractus varken<br />
Maag<br />
- Hyostrongylus rubidus * trichostrongyloidea<br />
o ppp 3 weken; direct; L3 infectieus<br />
Beschadiging Mucosa --- zie ostertagiose rund;<br />
Magere zeug syndroom bij varkens met weidegang; niet bij opgestalde<br />
varkens<br />
- Physocephalus sexalatus * spiruroidea<br />
o ppp 6 weken; tussengastheer mestkevers; wild zwijn<br />
- Ascarops strongylina * spiruroidea<br />
o ppp 4 weken; tussengastheer mestkevers; wild zwijn<br />
11
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Dunne darm<br />
- Ascaris suum ***** (Z) ascaroidea<br />
o ppp 6-8 weken; ei+L3<br />
ziekte bij biggen en mestvarkens; lever (white spots) en longletsels;<br />
groeivertraging (zie hieronder)<br />
- Strongyloides ransomi * rhabditoidea<br />
o ppp 4-5 dagen (melk); 6-7 dagen (percutaan); L3<br />
- Trichinella spiralis *** (Z) trichuroidea<br />
o ppp 2-3 dagen; direct?; L1 spier; zeldzame maar gevaarlijke zoonose<br />
- Globocephalus urosubulatus * ancylostomatidae<br />
o ppp 4-5 weken; direct; L3; Wild Zwijn<br />
Dikke darm<br />
- Oesophagostomum spp **** strongyloidea<br />
o ppp 3-8 weken; direct; L3, Knobbeltjesworm --- nodula in slijmvlies<br />
dikke darm + beschadiging mucosa (zie hieronder)<br />
- Trichuris suis *** (z) trichuroidea<br />
o ppp 6 weken; direct; ei + L1, Bloederige diarree<br />
Cyclus en epidemiologie ascaris suum<br />
- ei dikwandig ongeëmbryoneerd<br />
- L3 in ei, ontwikkeling in meer dan 8 weken, buiten vrijwel alleen in<br />
de zomer<br />
- Eiuitscheiding zeug, dus geen infectie biggen<br />
- Overleving ei en L3 tot 5 jaar, droogte en hitte ongunstig<br />
- Regenwormen zijn paratenische gastheer<br />
- Opname ei + L3 uitkomen penetratie darm circulatie lever (white<br />
spots) longen (hoesten) trachea inslikken volwassen.<br />
- Ppp is 6-8 weken<br />
- Snelle ontwikkeling immuniteit<br />
Mestvarkens: EPG belangrijk<br />
- EPG < 1000 ca 4 wormen<br />
- EPG tussen 1000 – 10.000 ca 8 wormen<br />
- EPG > 10.000 ca 14 wormen<br />
Oudere varkens niet meer betrouwbaar. Wanneer je white spots aantreft, dan is er een<br />
infectie gedurende de laatste 6 weken geweest, bij zware vroege infecties geen white<br />
12
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
spots (varkens zijn dan immuun). Dus: hoge prevalentie white spots zwaar besmet<br />
bedrijf. Lage prevalentie white spots bedrijf niet per se licht besmet!<br />
Bestrijding<br />
- mechanische reiniging kraamhok (stoom)<br />
- zeug schrobben voor ze naar kraamhok gaat<br />
- zeug behandelen met wormmiddel voor ze naar kraamhok gaat<br />
- mesthok mechanisch reinigen voor biggen komen<br />
- biggen behandelen voor ze naar mesthok gaan<br />
- eventueel 2 maanden later opnieuw behandelen<br />
- biggen betrekken van spoelwormvrije vermeerderaar<br />
Cyclus en epidemiologie Oesophagostomum (hyostrongylus)<br />
- dynamiek op de wei vergelijkbaar met Strongylidae paard en maagdarmwormen<br />
bij herkauwers<br />
- oesophagostomum nog wel op stal, hyostrongylus dus<br />
niet<br />
- simpele directe cycli; ppp 3-8 weken respectievelijk 3<br />
weken, tijdens larvale ontwikkeling oesophagostomum<br />
nodula veroorzaakt, daarom ook wel knobbeltjesworm<br />
genoemd<br />
Bestrijding<br />
- hygiëne<br />
- behandeling zeug voor kraamhok<br />
- vroeg spenen<br />
- geen weidegang<br />
- geen stro bedding<br />
- roostervloeren<br />
- biggen behandelen voor ze naar mesthok gaan<br />
- zie ook preventie A. suum<br />
Worminfecties digestietractus kip<br />
Oesophagus en krop<br />
- Capillaria contorta *** trichuroidea<br />
o Direct, ei+L1<br />
- C. annulata * trichuroidea<br />
o tussengastheer regenworm; L1<br />
- Gongylonema ingluvicola * spiruroidea<br />
o tussengastheer: kevers/kakkerlakken; L3<br />
Kliermaag<br />
- Tetrameres fissipina * spiruroidea<br />
o tussengastheer: kevers/kakkerlakken; L3<br />
- Dispharynx nasuta * spiruroidea<br />
o tussengastheer: pissebedden; L3<br />
Spiermaag<br />
- Acuaria hamulosa * spiruroidea<br />
13
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o tussengastheer: sprinkhanen/kevers/wantsen/etc; L3<br />
Dunne darm<br />
- Ascaridia galli **** ascaroidea<br />
o direct; ei+L3, bij zware infecties catarrale, soms hemorragische, enteritis;<br />
obstructie; leeftijdsresistentie<br />
- Capillaria obsignata **** trichuroidea<br />
o direct; ei+L1<br />
- C. caudinflata/C. bursata ***<br />
o tussengastheer: regenworm; L1, dunne darm Capillaria is soms belangrijk;<br />
vooral C. obsignata bij scharrelkippen (geen tussengastheer)<br />
- Raillietina spp *** (cestoda)<br />
o tussengastheer oa tempex kever; cysticercoid, komt algemeen voor bij<br />
scharrelkippen<br />
- Davainea proglottina ** (cestoda)<br />
o tussengastheer: slakken; cysticercoid; pathogene soort<br />
- Hymenolepis spp ** (cestoda)<br />
o tussengastheer kevers (soorten kip); cysticercoid<br />
Caeca<br />
- Heterakis gallinarum **** ascaroidea<br />
o direct + transport; ei+L3, algemeen bij scharrelkippen<br />
Worminfecties digestietractus paard<br />
Maag<br />
- Gasterophilus intestinalis *** (arthropode)<br />
- Habronema muscae *<br />
- Trichostrongylus axei *<br />
Dunne darm<br />
- Parascaris equorum ****<br />
- Strongyloides westeri ***<br />
- Anoplocephala perfoliata ****<br />
- A. magna; Anoplocephaloides mamillana *<br />
Dikke darm<br />
- Cyathostominae (> 25 spp) *****<br />
- Strongylus vulgaris ***<br />
- S. edentatus **<br />
- Triodontophorus spp **<br />
14
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- Oxyuris equi ***<br />
o aarsmade<br />
Worminfecties digestietractus kat<br />
Maag<br />
- Ollulanus tricuspis *<br />
Dunne darm<br />
- Toxocara cati ***** (Z)<br />
- Toxascaris leonina ***<br />
- Ancylostoma tubaeforme *<br />
- Dipylidium caninum *** (z)<br />
- Taenia taeniaeformis ***<br />
- Echinococcus spp * (Z)<br />
Worminfecties digestietractus hond<br />
Dunne darm<br />
- Toxocara canis ***** (Z)<br />
- Toxascaris leonina ***<br />
- Uncinaria stenocephala ***<br />
- Ancylostoma caninum * (import)<br />
- Dipylidium caninum *** (z)<br />
- Taenia spp ***<br />
- Echinococcus granulosus *** (Z)<br />
- E. multilocularis * (Z)<br />
Dikke darm (caecum)<br />
- Trichuris vulpis *** (z)<br />
Protozoaire infecties<br />
Giardia duodenalis (Z) verschillende genotypen<br />
- Vooral belangrijk bij hond, kat en mens, maar komt voor bij vrijwel alle dieren<br />
- infectie via cysten - ppp 5-16 dagen (hond)<br />
- lumen bewoner van dunne darm<br />
- vermeerdering door tweedeling<br />
- malabsorbtie en Maldigestie<br />
- chronische diarree (slijm), steathorrhea, braken, gewichtsverlies, vaak<br />
intermitterend<br />
- diagnose door vinden trophozoieten (verse diarree) of cysten; antigeen capture<br />
ELISA van feces. Bij kat PCR veel gevoeliger (niet beschikbaar in Nederland)<br />
- therapie benzimidazolen of metronidazol (3-5 dagen 1 of 2 x per dag)<br />
Cryptosporidium parvum<br />
- bij vrijwel alle zoogdieren<br />
- verschillende genotypen (Zoönose)<br />
- vooral ziekte bij kalveren, lammeren, veulens kort na de geboorte (na 1-2<br />
weken); AIDS patiënten<br />
15
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- intracellulaire parasiet in borstelzoom van enterocyten van dunne en soms dikke<br />
darm<br />
- Oöcysten al gesporuleerd bij naar buiten komen (4 sporozoieten)<br />
- Dunwandige en dikwandige oöcysten<br />
- Dunwandige dringen darm gelijk binnen<br />
Coccidiose als gevolg van Eimeria (vogels, herkauwers, konijn, varken),<br />
Isospora (I. suis bij jonge biggen) en Cystoisospora infecties (Hond, Kat)<br />
- Vooral belangrijk bij pluimvee, andere vogels, konijnen, jonge herkauwers en<br />
jonge biggen (alleen I. suis). Bij hond en kat soms diarree bij jonge dieren<br />
- zeer gastheerspecifiek<br />
- cystoisospora spp kunnen ook asexuele cysten vormen bij transportgastheren<br />
(knaagdieren, herkauwers)<br />
- oöcysten moeten nog sporuleren bij naar buiten komen<br />
- infecties zelflimiterend<br />
- intracellulaire parasieten<br />
- pathogeniteit soorten afhankelijk van cyclus en locatie<br />
- meestal diarree vaak met bloed en slijm, bij herkauwers hoort persen tot de<br />
kenmerken<br />
- meestal geen duidelijke correlatie tussen OPG en ernst ziekte (semi-kwantitatief).<br />
Meestal wel relatie infectiedosis—ernst verschijnselen<br />
Toxoplasma gondii, Hammondia hammondi, Besnoitia spp (kat), Neospora caninum,<br />
Hammondia heydorni (hond); Sarcocystis spp (vleeseters)<br />
- Heteroxene coccidian<br />
- Gesporuleerde oöcysten met 2 sporocysten met elk 4 sporozoieten; Bij<br />
Sarcocystis al gesporuleerd in verse feces en bovendien sporocysten meestal al<br />
vrij<br />
- Zelden ziekte in eindgastheer<br />
- Zeer gastheerspecifiek voor eindgastheer<br />
- Meeste Sarcocystis spp en de Besnoitia spp ook gastheerspecifiek voor<br />
tussengastheer<br />
- Uitscheiding oöcysten Toxoplasma kort maar hevig, bij Neospora nog<br />
onduidelijk, bij sommige Sarcocystis spp lang<br />
- Toxoplasma, Neospora en sommige Sarcocystis spp pathogeen voor<br />
tussengastheer<br />
Histomonas meleagridis; veroorzaker ‘blackhead’ bij vogels, vooral kalkoenen<br />
- Flagellaat die gebruik maakt van Heterakis; de parasiet verschuilt zich in de<br />
wormeieren. Als deze opgenomen worden door<br />
regenwormen kunnen ze (de eieren en Histomonas) lang<br />
overleven<br />
- Necrotiserende enteritis in caeca; daarnaast karakteristieke<br />
dofgrauwe ronde of ovale necrosehaarden in de lever met<br />
een geelwitte randzone<br />
16
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- Bij jonge kalkoenen vaak sterfte; bij oudere dieren chronische ziekte<br />
- Probleem door verbod preventieve medicatie<br />
Hoorcollege 5 reactiepatronen van darm en pancreas<br />
Algemeen reactiepatroon van darmen<br />
- congenitaal bijv atresia ani<br />
- liggingsveranderingen<br />
o torsio<br />
o invaginatie<br />
o dilatatie / volvulus<br />
- veranderingen in lumen van darm bijv constipatie<br />
o diverticulum<br />
o dilatatie<br />
o stenose<br />
- veranderingen in wand van darm (toegespitst op darmslijmvlies)<br />
o vlok/crypte veranderingen<br />
slijmproductie: toe- of afgenomen<br />
regressieve veranderingen: (vlok)atrofie, degeneratie en necrose<br />
met of zonder erosies en ulcera<br />
proliferatie crypten: toe- of afgenomen<br />
o ontsteking (in de lamina propia)<br />
o neoplasie<br />
- circulatiestoornissen bijv oedeem<br />
17
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Vlokatrofie<br />
- Hyperregeneratieve vlokatrofie: agens tast de vlok aan; verhoogde mitoseactiviteit<br />
crypte. Lange crypten, korte vlokken.<br />
Voorbeeld: rotavirus<br />
18
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- Hyporegeneratieve vlokatrofie: agens tast de crypten aan, geen mitose activiteit,<br />
geen aanvulling vlokepitheel. Korte crypten en korte vlokken.<br />
Voorbeeld: parvovirus<br />
Ontsteking<br />
Een ontsteking kan exsudatief en proliferatief zijn. Om het gemakkelijker te maken kun<br />
je ook zeggen dat bij een exsudatieve ontsteking het exsudaat macroscopisch zichtbaar is<br />
en bij een proliferatieve ontsteking eventueel alleen histologisch.<br />
Exsudatief<br />
- Catarrhaal<br />
- hemorrhagisch<br />
- pseudomembraneus<br />
o diffuus (dysenterie<br />
varken)<br />
o lokaal<br />
Proliferatief<br />
- granulomateus: paratuberculose<br />
(diffuus), mycobacterium avium<br />
spp paratuberculosis (zuurvaste<br />
staafjes met ziehl neelsen<br />
kleuring)<br />
- tuberculose (haarden)<br />
- histiocytaire ulceratieve colitis<br />
Enteritis niet altijd diffuus, bijvoorbeeld de segmentale acute enteritis bij de kat met<br />
pa<strong>nl</strong>eukopenie. Hierbij zie je duidelijk aangedane stukken darm en ook gezonde delen.<br />
Bij sectie is het heel belangrijk ook naar de andere organen te kijken, en dan met name<br />
naar de regionale lymfeknopen.<br />
De laesie: omschreven rode peyerse plaat. Witte<br />
randjes.<br />
Pathogenese, oorzaak, naam<br />
19
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Omschrijving van laesies, pathogenese, oorzaak,<br />
naam<br />
acuut stadium: necrose van crypten (pijl)<br />
Later stadium: verlies van <br />
crypten en collapse van mucosa<br />
chronisch stadium, verlies<br />
van alle crypten.<br />
Necrose en verlies van <br />
lymfocyten in peyerse platen<br />
De derde casus: boxer, 2,5 jaar, chronische diarree (7 maanden)<br />
Vers bloed in faeces, gedeeltelijke blindheid met loslating retina<br />
Sectie: vergroting mesenteriale lymfeknopen (links); verdikte wand colon (rechts)<br />
20
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Laesies: mucosa is sterk gezwollen<br />
Morfologische diagnose, mogelijke oorzaken, nadere diagnostische<br />
technieken<br />
Wanneer een uitstrijkje wordt gemaakt van de faeces blijkt dat er veel gistcellen<br />
aanwezig zijn.<br />
Histopathologie van colon: chronische granulomateuze transmurale colitis<br />
met veel gistcellen.<br />
Ook onder de retina zijn veel gistcellen aanwezig.<br />
Deze giscellen zijn qua morfologie passend bij Prototheca<br />
Definitieve diagnose: colitis en uveitis veroorzaakt door Prototheca sp.<br />
Nu zijn de afwijkingen in de darmen niet altijd het gevolg van infectieuze agentia. Zo kan<br />
er bijvoorbeeld ook een satéprikker of een stuk ijzerdraad vastlopen in het MDK. Ook<br />
post-operatief kunnen de nodige problemen ontstaan.<br />
Algemeen reactiepatroon van de pancreas<br />
- Congenitaal<br />
- Regressieve veranderingen<br />
o Pancreas atrofie: exocriene pancreas insufficiëntie (EPI).<br />
o Necrose bij acute hemorragische (necrotiserende) pancreatitis of trauma<br />
Lekkage pancreas-enzymen<br />
Vaak goed zichtbaar in vetweefsel rond pancreas<br />
Lymfe vervoert pancreas-enzymen<br />
Necrose van vet op andere plekken<br />
o Chronische pancreatitis: hypertrofische; atrofische afhankelijk van<br />
bindweefsel toename. Uiteindelijk pancreascirrose<br />
- Progressieve veranderingen<br />
o Hyperplasiehaarden: ouderdom<br />
o Hyperplasie bij chronische pancreatitis, cirrose<br />
- Ontsteking<br />
o Acute pancreatitis<br />
o Chronische pancreatitis: vaak met fibrose en atrofie<br />
o Pancreascirrose<br />
- Neoplasie<br />
Hoorcollege 6 Ileus<br />
Ileus betekent letterlijk darmkronkel.<br />
Veterinair gezien is het een situatie<br />
waarbij passage van darminhoud<br />
belemmerd is door mechanische of<br />
dysmotorische oorzaak.<br />
21
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Een eenvoudige mechanische ileus kan dus door drie oorzaken ontstaan:<br />
- Intraluminaal (obstipatie)<br />
o Vreemd voorwerp (hond, kat)<br />
o “fout eten”: stro, zand, haar (vaak<br />
managementprobleem)<br />
o Darmconcrement (vooral paard)<br />
- Intramuraal<br />
o Hematoom<br />
o Abces<br />
o tumor<br />
- extramuraal<br />
o hematoom<br />
o abces<br />
o tumor<br />
o aandoening ander orgaan<br />
Oorzaken paralytische ileus:<br />
- postoperatief<br />
o blootstelling aan koude, droge lucht<br />
o afgekneld geweest<br />
o zenuwen beschadigd<br />
- intoxicaties<br />
o plant: digitalis purpurea (vingerhoedskruid)<br />
o medicamenteus: amitraz-intoxicatie paard<br />
- ziekte<br />
o darmwand-infarcten<br />
o dysautonomie / grass-sickness<br />
o (proximale) enteritis<br />
Gevolgen ileus:<br />
- pooling (ophoping) darminhoud craniaal van afsluiting<br />
- uitzetting darm craniaal van de afsluiting<br />
- verminderde absorptie uit darm (want de lymfevaten zijn dichgeduwd, als het<br />
erger is, worden ook de venen dichtgeduwd en krijg je stuwing. Pas in het ergste<br />
geval knellen ook de arteria af)<br />
- doorgaan secretie<br />
- verstoring vocht- en elektrolietenbalans<br />
Verschijnselen bij Ileus:<br />
- afhankelijk van plaats afsluiting<br />
- hond en kat: pooling in craniale deel darm en/of maag braken!<br />
- Paard kan niet braken maagovervulling koliek<br />
- Rund: sequestratie vocht in lebmaag en/of pens koe “doet het niet”, koliek<br />
treedt pas op bij strangulerend probleem<br />
22
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
In geval van strangulatie krijg je extra<br />
gevolgen, dan is er immers strake van<br />
Ileus met belemmering van de veneuze<br />
afvoer.<br />
Gevolgen veneuze afsluiting:<br />
- stuwing darmwand (art druk > ven<br />
druk)<br />
- hypoxie / ischemie<br />
- lactaatvorming / sublethale schade<br />
- afname darmwand integriteit<br />
o transsudatie naar buikholte<br />
o exsudatie naar buikholte<br />
o endotoxinaemie<br />
- gevaar voor “ischemia and reperfusion” daarom na oplossen probleem het<br />
immuunsysteem proberen te onderdrukken.<br />
Verschijnselen strangulatie:<br />
- meestal heftiger dan bij andere vorm van ileus<br />
- meestal korter verloop van “niet goed” naar “erg ziek”<br />
- Alle dieren: koliek! bij hond en kat eventueel ook braken<br />
Koliek:<br />
- uitingen van pijn die voortkomt uit een aandoening in of in de buurt van de buik<br />
- echte koliek: darmprobleem<br />
- valse koliek: geen darmprobleem, maar een probleem in een ander buikorgaan<br />
o lever<br />
o uterus<br />
o testikel<br />
- schijnbare koliek: geen buikprobleem<br />
o pleuritis<br />
o zonnebrand<br />
o spierpijn<br />
o aujeszki<br />
Verschijnselen koliek (hoeven niet allemaal aanwezig te zijn en ook niet in een bepaalde<br />
volgorde):<br />
- onrust (Vocaliseren (hond en kat))<br />
- Kijken naar buik<br />
- Meer liggen dan normaal<br />
- Flehmen en/of overspronggedrag<br />
- Krabben / “pawing”<br />
- Bijten of slaan naar buik<br />
- Buikpers<br />
- Veel loze plaspogingen<br />
- Rollen<br />
23
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Diagnostiek ileus:<br />
- ziektegeschiedenis<br />
- anamnese<br />
- AI<br />
- AO<br />
- Digestie-onderzoek<br />
o Gezelschapsdieren<br />
Buikpalpatie<br />
Beeldvormende technieken<br />
Echo<br />
Röntgen<br />
MRI<br />
Chirurgie (diagnostisch / therapeutisch)<br />
o LH en Paard<br />
Maag sonderen<br />
Rectaal onderzoek<br />
Eventueel echo (transcutaan / per rectum)<br />
Buikpunctie<br />
Chirurgie (diagnostisch / therapeutisch)<br />
Prognose ileus:<br />
- zonder ingrijpen: slecht<br />
- afhankelijk van<br />
o oorzaak<br />
o tijdsduur probleem<br />
o therapie<br />
o eigenaar<br />
kosten<br />
ervaringen<br />
Therapie:<br />
- keuze afhankelijk van oorzaak en ernst<br />
- peristaltiek of ligging darm beïnvloeden<br />
o wandelingetje / rondhollen evenwicht para- en sympaticus herstellen<br />
o medicamenteus (remmen/stimuleren)<br />
- laxeren<br />
- pijnstilling (niet te veel, pijn hoort bij ileus en anders haal je je verschijnselen<br />
weg)<br />
- hypovolemie bestrijden<br />
- elektrolietendysbalans bestrijden<br />
- clysma<br />
o honden, katten, veulens<br />
o opereren<br />
o euthanaseren / slachten<br />
24
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Conclusies:<br />
- onbehandelde ileus heeft meestal een slechte prognose<br />
- verschijnselen zijn sterk variërend afhankelijk van plaats en aard van de<br />
aandoening en ook diersoortafhankelijk<br />
- snelle diagnose is belangrijk<br />
- snel (laten) ingrijpen is belangrijk<br />
- vergeet infuusbeleid niet<br />
- houdt rekening met ischemia / reperfusion.<br />
Hoorcollege 7 virale darminfecties<br />
Virale enteritis kan voorkomen door een lokale infectie van de darm (het virus passeert<br />
de maag, zoals het rotavirus en het coronavirus)<br />
Maar het kan ook voorkomen in verloop van een systemische infectie (Parvovirus bij de<br />
hond, BVDV rund)<br />
Transmissie:<br />
- faeco-oraal<br />
o direct<br />
o indirect<br />
omgeving, materialen, handen, voedsel, water, mens<br />
rotavirus coronavirus Overige<br />
Rund + + BVDV (astro, calici, torovirus)<br />
Schaap/geit + (+) Astro, adeno<br />
Paard +++ (+/-) (torovirus)<br />
Varken +++ + (PEDV, TGE) Adeno<br />
Hond (+/-) + Parvovirus ++ (calici, astro, reovirus)<br />
Kat (+/-) + Parvovirus ++, calici, astro, reovirus<br />
konijn ++ +++<br />
25
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Het Rotavirus:<br />
- diarree bij jonge dieren: 1-8 weken oud<br />
- incubatietijd 1-3 dagen<br />
- verloop:<br />
o meestal herstel binnen 3-4 dagen<br />
o sterfte als gevolg van dehydratie of secundaire bacteriële infecties (o.a.<br />
E.coli)<br />
- predisponerende factoren<br />
o verminderde colostrum opname<br />
o opname grote hoeveelheden melk (verminderde lactase activiteit)<br />
o slechte hygiëne/ klimaatomstandigheden (kou)<br />
o overcrowding<br />
o Co-infectie met pathogene E.coli<br />
Het (canine) Parvovirus:<br />
- 25 nm in diameter,<br />
icosahedraal<br />
- Genoom: negatief<br />
enkelstrengs DNA, 5.2 kb<br />
- Vermeerdering in de kern van<br />
delende cellen (S-fase of<br />
vroege G2 fase)<br />
- Zeer stabiel in milieu.<br />
Resistent tegen de algemeen<br />
gebruikte detergentia en<br />
desinfectantia<br />
- Meeste virussen<br />
hemagglutineren rode<br />
bloedcellen<br />
26
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Links is (denk ik…) de pathogenese van<br />
FPV, dus het felineparvovirus. Dit virus kan<br />
namelijk ook in utero overgebracht worden<br />
(CPV niet!) Dit kan bij de kat zorgen voor<br />
cerebrale hypoplasie, wat aan de kat te zien is<br />
door ataxie en soms foetale sterfte.<br />
Bij een hond zie je bloederige, waterige<br />
inhoud in de dunne darm. Dit zie je ook bij<br />
de kat, maar bij de kat ook nog<br />
pseudomembranen (het epitheel laat in zn<br />
geheel, dus met hele flarden, los)<br />
- verschijnselen<br />
o incubatietijd 4-7 dagen<br />
o acuut braken<br />
o anorexie en lethargie (sloom)<br />
o waterige, meestal hemorrhagische<br />
diarree<br />
o dehydratie<br />
o leukopenie<br />
o koorts<br />
o volwassen honden sterven zelden<br />
(
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o antibiotica (normaal bij diarree niet, maar bij parvo grote kans op<br />
secundaire infectie, dus dan wel)<br />
- dieet maatregelen (blijven eten, belangrijk voor darmcellen)<br />
Bestrijding, preventie:<br />
- hygiënische maatregelen<br />
- management<br />
o vaccinatie<br />
o huidvesting e.d.<br />
De Flaviviridae:<br />
- genus flavivirus, voornamelijk arbo-virussen<br />
- genus pestivirus<br />
o BVDV: bovine virus diarree<br />
o <strong>HC</strong>V (hog cholera): varkenspest<br />
o BDV: border disease virus<br />
- Genus hepacivirus: hepatitis C virus<br />
Infecties met Bovine Virus Diarree (BVDV):<br />
- virus diarree (acute infectie)<br />
- mucosal disease<br />
o in immuuntolerante, persistend geïnfecteerde kalveren<br />
o ernstige vorm van virusdiarree<br />
o lage morbiditeit, hoge mortaliteit<br />
o hoge koorts, anorexie, profuse waterige diarree<br />
o ulceratieve stomatitis, neusuitvloeiing<br />
o sterfte binnen enkele dagen tot maanden<br />
o als gevolg van superinfectie met homologe cytopathogene stam (mutatie<br />
van ncp naar cp stam in het dier zelf of infectie van buitenaf)<br />
- infectie van drachtige koeien<br />
infectie van niet-immune, niet-drachtige dieren:<br />
- infectie per os of per inhalatie<br />
- directe en indirecte overdracht van dier naar dier of kudde naar kudde<br />
- persisterend geïnfecteerde immuuntolerante dragers belangrijkste infectiebron<br />
- dieren van alle leeftijden gevoelig<br />
- meeste infecties 6-24 maanden leeftijd<br />
- incubatietijd 5-7 dagen (systemische infectie)<br />
- verschijnselen:<br />
o veelal subklinisch/mild verloop<br />
o koorts, leukopenie<br />
o bij sommige dieren: diarree, oog- en neusuitvloeiing, stomatitis (rode<br />
plekken, erosies in de bek), daling melkgift<br />
o door immunosuppressie opportunistische respiratoire en intestinale<br />
infecties bij kalveren<br />
28
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o sporadisch zeer virulente stammen (vaak typell): haemorrhagisch<br />
syndroom met trombocytopenie, bloedingen, leukopenie, koorts, diarree<br />
en sterfte, trombocytopenie<br />
Infectie van niet-immune, drachtige dieren<br />
- gevolgen afhankelijk van leeftijd<br />
foetus en eigenschappen virusstam<br />
- vroege dracht: resorptie,<br />
embryonale sterfte<br />
- 80-160 dagen dracht:<br />
o Aantasting<br />
cellen/organogenese<br />
o Foetale sterfte<br />
o Laag geboortegewicht<br />
o Congenitale defecten oog<br />
(retina dysplasie),<br />
huiddefecten, cerebellum<br />
(cerebellaire hypoplasie,<br />
hydrocephalus): ataxie, tremoren<br />
o Persisterende infectie (infectie voor dag 125, tolerantie)<br />
- Tweede trimester (>125 dagen dracht)<br />
o Ontwikkeling immuunrespons in utero en eliminatie van het virus<br />
o Al dan niet met congenitale afwijkingen<br />
Preventie en bestrijding is gebaseerd op het opsporen en elimineren van de persisterend<br />
geïnfecteerde dragers, quarantaine nieuwe dieren etc.<br />
Hoorcollege 8 Salmonellose<br />
Het genus Salmonella kent 2 species:<br />
- S. enterica spp.<br />
o Enterica<br />
o Salamae<br />
o Arizonae<br />
o Diarizonae<br />
o Houtenae<br />
o Indica<br />
- S. bongori<br />
Hiernaast zijn er 46 serogroepen A,B,C,D en 2200 serotypen bv typhymurium, Dublin.<br />
De bacterie Salmonella:<br />
- Gramnegatief<br />
- Staafkernig<br />
- Fimbriae<br />
- Flagellen<br />
- Habitat: grond, water, darm<br />
- Groeit bij 7-48˚ en pH 4-8<br />
- Overleving in omgeving:<br />
o Aarde: 300 dagen<br />
o Mest: 30 maanden<br />
o Water: 9 maanden<br />
29
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Antigenen:<br />
- O-antigeen<br />
- 46 O-groepen, A-Z<br />
- determinante groepen 1,2,3,4....<br />
- H-antigeen<br />
- Fasewisseling H-antigeen a,b,c,1,2,3<br />
- Vi-antigeen S. typhi, S. paratyphi C, S. Dublin<br />
Serogroepbepaling:<br />
- voorwerpglas agglutinatie met<br />
o polyvalente Salmonella antisera<br />
o groepspecifieke<br />
antisera<br />
Serotypering:<br />
- bepaling van O-antigenen<br />
- bepaling van de H-antigenen<br />
in fase 1 en 2<br />
- op zoeken van serogroep in<br />
schema van Kaufmann-White<br />
(tabel hiernaast )<br />
- RIVM<br />
Faagtypering:<br />
groep serotype O-antigeen H-antigeen<br />
Fase 1 Fase 2<br />
A S. paratyphi 1,2,12 a [1,5]<br />
B A. agona 1,4,12 f, g, s [1,2]<br />
B S. typhimurium 1,4,5,12 i 1,2<br />
D S. Dublin 1,9,12 g, p -<br />
C S. Cholerasuis 6,7 c 1,5<br />
E S. anatum 3,10 e, h 1,6<br />
30
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Gastheerspecificiteit:<br />
- gastheerspecifiek<br />
o S. Typhi / S. Paratyphi<br />
o S. Typhisuis<br />
o S. Gallinarium<br />
o S. Abortus-ovis<br />
- Gastheer-geadapteerd<br />
o S. Dublin<br />
o S. Cholerasuis<br />
- Niet-gastheer specifiek<br />
o S. Typhimurium<br />
o Meeste serotypen<br />
Pathogenese:<br />
- orale besmetting<br />
- hechting aan en invasie van enterocyten, ook via M-cellen en tight junctions<br />
- replicatie in vacuolen<br />
- lamina propria macrofagen<br />
- hypersecretie door ontstekingsmediatoren<br />
- lymfe ductus thoracicus<br />
- bloed<br />
31
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Of de infectie aanslaat is afhankelijk van:<br />
- infectiedruk (hygiene, bevolkingsdichtheid)<br />
- virulentie Salmonella<br />
- Stressfactoren (weer, transport, dracht, parasitaire infecties, antibiotica, operaties)<br />
- Afweer gastheer (maagzuur, immuunsupressie, KR, leeftijd)<br />
Klinische problemen doen zich vooral voor bij:<br />
- mens<br />
- rund<br />
- paard<br />
- duif<br />
- soms hond en kat<br />
Daarnaast zijn er ook dragers:<br />
- onder pluimvee, varkens en reptielen is het percentage dragers hoog<br />
- veel andere dieren zijn ook dragers<br />
o actieve dragers: permanente uitscheiding<br />
o passieve dragers: stopt als besmetting stopt<br />
o latente dragers: intermitterend, bijvoorbeeld bij stress<br />
Diagnostiek:<br />
- kweek (klinische zieke dieren + dragers)<br />
- bij rund ook:<br />
o serologie (dragers)<br />
o tankmelkonderzoek (certificering)<br />
Bestrijding:<br />
- hygiene<br />
- zieke dieren isoleren en behandelen<br />
- dragers opsporen en afvoeren<br />
- risicofactoren analyseren<br />
- aangifteplichtige ziekte!<br />
Salmonellose bij de mens<br />
- typhus en paratyphus<br />
o S. typhi en S. paratyphi A, B en C<br />
o Overdracht mens op mens; faecaal-oraal<br />
o Besmet water, voedsel, slechte hygiene<br />
o Septicaemie<br />
o Koorts, algemene malaise, later enteritis, pneumonie, meningitits<br />
o In NL alleen importziekte<br />
- Overige salmonellosen<br />
o 50.000 gevallen per jaar in NL<br />
o zoonose dier - mens<br />
o S. Typhimurium en S. Enteritidis samen 70%<br />
o Via eten besmette voedingsmiddelen<br />
32
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o 60% kip (vlees 20%, eieren 40%)<br />
o 25% varken<br />
o 10% rund<br />
o via direct contact met dieren (5-10%..?)<br />
Salmonellose rund:<br />
- 10% van de melkveebedrijven besmet<br />
- S. Dublin kost 80 gulden (?) per aanwezige koe<br />
- In noord-NL voornamelijk S. Dublin<br />
o Kalf: septicaemie, pneumonie, enteritis, arthirits, osteomyelitis<br />
o Drachtige dieren: abortus<br />
o Oudere koeien: septicaemie, enteritis<br />
o Vaak dragers aanwezig<br />
o Mens: pustuleuze dermatitis<br />
- In zuid- en west-NL voornamelijk S. Typhimurium enteritis<br />
Salmonellose paard:<br />
- in NL 70% S. Typhimurium<br />
- Asymptomatisch tot peracute dood<br />
- Koorts, koliek, later waterdunne diarree<br />
- Typhlitis en colitis<br />
- Diagnostiek BO 75% via ophoping<br />
- Therapie symptomatisch + antibiotica (TMPS)<br />
Hond en kat:<br />
- in 1% van de diarree-gevallen<br />
- meestal gastro-enteritis<br />
- koorts, braken, diarree<br />
- aantasting ileum, caecum, colon<br />
- milde gastro-enteritis symptomatisch, in ernstige gevallen antibiotica<br />
- zoonose<br />
Kip:<br />
- meestal alleen dragers<br />
- in buite<strong>nl</strong>and ook S. gallinarum<br />
- S. enteritidis ook verticale transmissie<br />
- S. Typhimurium<br />
- S. Paratyphi B var. Java<br />
Duif:<br />
- S. typhimurium var. Copenhagen<br />
- Infectie via ei (via ovarium en faecaal), via kropmelk en via mest<br />
- Verspreiding door aankoop, vluchten en tentoonstellingen<br />
- Aantasting gewrichten: kreupel en/of vleugellam<br />
- Torticollis, diarree, vermageren, sterfte jongen<br />
33
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Hoorcollege 9 lever: circulatiestoornissen<br />
De lever heeft een morfologische organisatie en een<br />
functionele.<br />
Functioneel volgens de Acinus van Rappaport (zone I, II,<br />
III) en de morfologische indeling naar het klassiek levelobje<br />
van Kiernan.<br />
links is het portale drietal. De<br />
grootste is de v. porta, de galgang is te<br />
herkennen aan het kubische epitheel<br />
eromheen en de a. hepatica de is<br />
kleinste.<br />
Geheel rechts is de terminale v.<br />
hepatica (centrale vene) te zien. De<br />
ruimte ertussen zijn de 3 zones:<br />
1. periportaal (hoogste O2, eiwitsynthese)<br />
2. midzonal<br />
3. centrilobulair (laagste O2, detoxificatie)<br />
Bloedvoorziening normale lever: V. porta<br />
bloedstroom<br />
70-80%<br />
Aandeel O2 voorziening<br />
50%<br />
Circulatie stoornissen van de lever<br />
A. hepatica 20-30% 50%<br />
- Verminderde bloedvoorziening in het algemeen (systemisch)<br />
o Voedingsstoffen, hepatotrofe factoren (HGf, iL-GF) uit V. porta <br />
atrofie en regeneratie. Bijvoorbeeld een trombose in een tak van de linker<br />
portale vene, links zie je dan atrofie en recht compensatoire hypertrofie<br />
(regeneratie). Of infarcering.<br />
o acute obstructie, plotselinge daling bloeddruk O2-daling hypoxie <br />
necrose. Zone 3 zal dan als eerst in necrose gaan, want hier is de<br />
zuurstofspanning sowieso het laagst.<br />
- V. porta hypoperfusie<br />
bij uitval van de v.porta zal de pO2 gelijk gehouden worden door proliferatie van<br />
de a. hepatica (“arteriële proliferatie”). Wel zijn er minder hepatotrofe factoren<br />
(HGf, iL-GF) waardoor er atrofie ontstaat en slechtere regeneratie is. Tevens<br />
ontstaat er periportale dilatatie van de sinuoïden.<br />
o congenitale shunts<br />
het persisteren van een enkel embryonaal vat, komt met name voor bij<br />
hond en kat. Er zijn intra- of extrahepatische shunts. De diagnose kun je<br />
eventueel stellen na een venoportogram.<br />
34
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
portaal bloed omzeilt levercirculatie<br />
lever groeit niet mee met patiënt<br />
intermitterende symptomen, hepato-encephalopathie<br />
collateraal vorming<br />
hirtologie van het portaalveld:<br />
v. porta onduidelijk/ afwezig<br />
proliferatie arteriolae<br />
gedilateerde lymfevaatjes<br />
o thrombose V. Porta<br />
- uitstroom belemmeringen (stuwing/congestie)<br />
o oorzaken<br />
hartfalen (rechterhart)<br />
cardiomyopathie<br />
thrombo-endocarditis<br />
pericarditis<br />
Thrombose/ compressie v. cava caudalis (v<strong>nl</strong>. rund)<br />
Intrahepatische uitstroom belemmering<br />
o Acute passieve congestie<br />
Groot<br />
Donker (bloedrijk)<br />
Fibrine oppervlak<br />
Bloedrijk op sneevlakte<br />
Hyperaemie zone III/ centrolobulair<br />
“stuwingsstraten”<br />
Atrofie leverbalkjes<br />
o Chronische passieve congestie<br />
Groot<br />
Soms donker; kan ook bleek: fibrose<br />
Stevig<br />
Matig – niet bloedrijk op sneevlakte<br />
Geen collateralen<br />
- Fibrose rond centraal vene/ zone III<br />
- gedilateerde lymfevaten<br />
- portale hypertensie<br />
o oorzaken<br />
Leveraandoeningen<br />
Fibrose/ cirrhose<br />
Neoplasie<br />
Vaatveranderingen:<br />
primaire v. porta hypoplasie<br />
arteriportale fistula (posttraumatisch)<br />
thrombose/ compressie (neoplasie) v. porta<br />
35
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o symptomen<br />
in de lever<br />
Hyperaemie<br />
oedeem (stuwing) portaal vaatbed<br />
Collateraalvorming<br />
evt. hepato-encephalopathie<br />
ascites bij gelijktijdige hypoalbuminemie & hoge druk (albumine<br />
wordt immers in de lever gemaakt, dit zal nu dan verlaagd zijn)<br />
o vaatveranderingen<br />
primaire v. porta hypoplasie<br />
arteriportale fistula (posttraumatisch): verbinding arterie naar vene<br />
gevolg: arteriele druk in parenchym, atrofie hepatocyten (je ziet<br />
op de echo de vene meepulseren)<br />
trombose v. porta<br />
hoorcollege 10 Galweg aandoeningen & reversibele parenchym veranderingen<br />
Gal wordt gemaakt in de hepatocyt en gaat dan achtereenvolgens door de canaliculus,<br />
welke het kleinst is (hoort leeg te zijn), dan door de ductus/ galgang in portale driehoek,<br />
eventueel vindt opslag plaats in de galblaas (het paard heeft immers geen galblaas) en<br />
gaat dan via de ductus choledochus naar de darm.<br />
Ook zijn de galwegen van belang bij de enterohepatische kringloop waarbij galzuren<br />
weer opgenomen worden. En ook het billirubine-metabolisme is afhankelijk van de<br />
galwegen. Billirubine wordt geconjugeerd in de lever en afgevoerd met de gal.<br />
Galweg aandoeningen:<br />
- Congenitaal<br />
o Cysteus<br />
Solitair<br />
Polycystic<br />
Polycystic (kidney) disease (PCKD)<br />
o ductale plaat anomaliën<br />
veterinair niet van belang, humaan wel<br />
- cholestase = bilirubinostasis =<br />
verminderde galafvoer<br />
o Histologie: zichtbare<br />
aanwezigheid van gal in<br />
parenchym hepatocyten -<br />
canaliculi (“galthrombi”) -<br />
Kupffer cellen<br />
Circuleren van: Eventuele symptomen:<br />
galzuren Acholische faeces (bleek,<br />
want de bruine kleur komt<br />
door gal)<br />
Geconjugeerd bilirubine Icterus<br />
cholesterol<br />
o intrahepatisch (cholestase kan de enig histologisch aanwezige laesie zijn)<br />
hepatitis<br />
reactielever<br />
neoplasie<br />
(autoimmune) hemolytische anemie<br />
36
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
steroid geinduceerde hepatopathie (hond)<br />
Leptospirose<br />
steatose (vervetting)<br />
sepsis<br />
idiopatisch<br />
o extrahepatisch<br />
histologie acuut stadium<br />
cholestase<br />
zwelling portale driehoeken<br />
o oedeem (lekkage galzuren)<br />
o polymorfkernige granulocyten<br />
o ductulaire reactie (regeneratie)<br />
galinfarcten periportaal<br />
histologie chronisch stadium<br />
cholestase niet altijd aanwezig<br />
vergrote portale velden<br />
o fibrose<br />
o ductulaire reactie (regeneratie)<br />
o ontstekingsfiltraat (mq, lymfocyten, plasmacellen,<br />
pmk’s)<br />
o evt. billiaire fibrose/cirrhose<br />
oorzaken<br />
obstructie<br />
o intra-luminaal<br />
galstenen<br />
cysteuze mucineuze hyperplasie<br />
o extra luminaal<br />
neoplasie<br />
chronische ontsteking<br />
pancreas<br />
duodenum<br />
ductus choledochus<br />
- cholangitis<br />
o neutrofiel<br />
histologie: polymorfkernige granulocyten in epitheel of lumen<br />
galgangen<br />
acuut: oedeem en pmk’s in portale velden, evt. periportaal<br />
chronisch: gemengd portaal ontstekingsinfiltraat (pmk’s,<br />
lymfocyten, plasmacellen), portale fibrose, ductulaire<br />
reactie<br />
o lymfocytair (moeilijk te onderscheiden van maligne lymfoom)<br />
etiologie: ascenderende bacteriële aandoening<br />
histologie: lymfocyten in portale velden, portale fibrose, variabel<br />
ductulaire reactie, variabel peri- of intraductale lymfo’s niet altijd<br />
aanwezig.<br />
37
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o necrotiserend/destructief<br />
etiologie:<br />
viraal: hondeziekte = Carré = Morbillivirus = canine<br />
distemper virus<br />
toxisch: sulfonamiden (Doberman), idiosyncratische<br />
reactie<br />
histologie: necrose epitheel kleine galwegen, ontstekingsfiltraat<br />
met macrofagen, pmk’s, eosinofiele granulocyten<br />
diagnose dmv biopt<br />
o parasitair: leverbot<br />
etiologie: Fasciola hepatica<br />
pathogenese: penetratie darmwand buikwand leverkapsel <br />
kruipgangen parenchym volwassen botten<br />
in galgangen botten leven van bloed,<br />
veroorzaken dus schade aan de galgangen <br />
chronische cholangitis<br />
macroscopie: perihepatitis, galgangdilatatie<br />
(rund: verkalkte brede buizen), driehoekslever<br />
(zie plaatje ), leverbotjes.<br />
Lever: parenchymateuze veranderingen<br />
Histologische veranderingen zijn essentieel voor het stellen van de diagnose.<br />
- Reversibele hepatocellulaire schade (na point of no return celdood)<br />
o Degeneratie<br />
1 e uiting van celschade membraa<strong>nl</strong>ekkage water vasthouden<br />
bleke grote cellen<br />
Degeneratie: zwelling<br />
Hydropische degeneratie: ernstiger vorm<br />
“feathery degeneratie: bij cholestase<br />
Macroscopie: groot, bol, bleek<br />
o Steroid geïnduceerde hepatopathie<br />
Alleen bij de hond o.i.v. steroïden<br />
Microscopie: licht cytoplasma, strookjes eosinofiel cytoplasma,<br />
kern niet gedisloceerd<br />
o Steatose = lipidose = vervetting<br />
Ophoping triglyceriden/TAG in cytoplasma<br />
Macroscopie: groot, beek, vet, bros ( complicatie: rutuur)<br />
Microvesiculair<br />
DM hond: centrolobulair<br />
Juveniele hypoglycaemie hond: centrolobulair/diffuus<br />
Macrovesiculair<br />
gemengd<br />
- Amyloidose \<br />
- hepatitis - hc 12<br />
- neoplasie /<br />
38
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Hoorcollege 11 leverziekten<br />
Benadering leverziekten:<br />
- Parenchym<br />
- Galwegen / galafvoer<br />
o Intra hepatisch<br />
o Extra hepatisch<br />
- Doorbloeding<br />
o Portaal<br />
o Arterieel<br />
Parenchym en galwegen<br />
- Symptomen<br />
o Misselijkheid:<br />
braken, verminderde eetlust<br />
o Gewichtsverlies<br />
o Verminderd uithoudingsvermogen<br />
o Polydipsie en polyurie (honden)<br />
o Icterus<br />
o Bij chronische gedecompenseerde ziekte<br />
Ascites<br />
Hepatische encephalopathie<br />
Pij<strong>nl</strong>ijk urineren<br />
Verhoogde bloedingsneiging<br />
- Lichamelijk onderzoek<br />
- Laboratorium onderzoek<br />
o Enzymen<br />
integriteit lever en galgangcellen<br />
Enzymen ≠ functie!<br />
AF en ALT<br />
o Galzuren: functie<br />
Cholestase en portosystemische shunting<br />
Postprandriale galzuren niet goed bruikbaar<br />
- Echografie<br />
o Lever grootte<br />
o Lever structuur<br />
Diffuus, focaal, regelmatig/onregelmatig<br />
o Echodensiteit<br />
Hypo, hyperechodense<br />
o Galgangen<br />
Dilatatie, galblaas<br />
39
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
o Bloedvaten<br />
Vena porta<br />
Collateralen<br />
Echografie - Chronische hepatitis met ascites (te klein, diffuus onregelmatig, echodens)<br />
- Histologie<br />
- Definitieve diagnose:<br />
o Lever biopsie<br />
Stolling bepalen<br />
Locale anesthesie vereist<br />
Echogeleid<br />
True cut, 14 Gauge naald<br />
“blind”<br />
Menghini 14 G naald, aspiratie biopsie<br />
Dus de diagnostiek van leverziekten in het kort:<br />
Verschijnselen en/of lichamelijk onderzoek passend bij leverziekte bloed<br />
(leverenzymen en galzuren): een of beide afwijkend echografie leverbiopsie (geleid<br />
of blind) na stolling<br />
Primaire versus secundaire leverziekten:<br />
- niet specifieke reactieve hepatitis<br />
o symptomen passende bij het primaire proces<br />
o diarree is niet het hoofdverschijnsel van een primaire leverziekte; het<br />
suggereert een niet specifieke reactie op een primair maagdarmprobleem<br />
- steroid geïnduceerde hepatopathie<br />
- steatosis (lipidosis)<br />
Er zijn verschillende parenchymale ziekten:<br />
- hepatitis<br />
- steatosis / lipidosis<br />
- niet-specifieke ontstekingsreactie<br />
- tumoren<br />
- hypoxie<br />
Bij de hond zijn er dan ook weer verschillende soorten hepatitis:<br />
- niet-specifieke reactieve hepatitis<br />
- fullminante hepatitis (adenovirus)<br />
- acute hepatitis<br />
- lobular dissecting hepatitis (“juveniel)<br />
- chronische hepatitis (begint in de portale gebieden: apoptose en rondkernige<br />
ontstekingscellen met cholestase. Eindstadium: levercirrhose)<br />
o idiopathisch<br />
o koperstapelingsziekten / koper toxicose<br />
40
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
- eosinofiele hepatitis<br />
- leptospirosis<br />
cholestase<br />
- intrahepatische cholestase<br />
o bij elke leverziekte<br />
- extrahepatische cholestase<br />
o galgang obstructie<br />
o ontsteking van de galwegen<br />
Cholestase veroorzaakt een ontstekingsreactie (toxische galzuren) en uiteindelijk ook<br />
cirrhose (billiaire cirrhose).<br />
Ziekte van de galwegen worden vaak gediagnosticeerd met behulp van echografie, soms<br />
gecombineerd met een leverbiopsie en eventueel een galpunctie (cholangitis).<br />
Shunting van de vena porta<br />
- verschijnselen<br />
o HE<br />
Intermitterend karakter!<br />
o Pu/pd<br />
o Braken<br />
Endotoxines<br />
- Bloedonderzoek<br />
o Ammoniak is de enige specifieke manier om portosystemische shunting<br />
aan te tonen of uit te sluiten<br />
o ATT: ammoniak tolerantie test. NH4Cl diep rectaal, na 20-40 minuten<br />
opnieuw NH3 bepalen.<br />
o Galzuren<br />
o Postprandriale galzuren<br />
- Specifieke diagnose met behulp van echografie<br />
- Histologie (biopsie) zelden nodig, alleen in hele speciale gevallen<br />
Bij levershunts kan de lever overleven dankzij de toegenomen arteriële doorbloeding<br />
Hypoperfusie vena porta:<br />
- kronkeling arteriolen<br />
- hyperplasie arteriolen<br />
- ruimte voor vena porta verkleint<br />
- +/- billiaire hyperplasie<br />
- Dilatatie sinussen (periportaal)<br />
- Atrofie parenchym (+/- lipogranuloma’s)<br />
41
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Hoorcollege 12 parenchymateuze veranderingen<br />
Lever: parenchymateuze<br />
veranderingen<br />
- reversibele hepatocellulaire<br />
schade (hc 10)<br />
- amyloidose<br />
- hepatitis<br />
- neoplasie<br />
Amyloidose lever<br />
- pathogenese: eiwitafzettingen in de ruimte van Disse belemmering contact<br />
hepatocyten met serum atrofie hepatocyten dysfuntie lever<br />
- vormen<br />
o primair (genetisch: siamese kat)<br />
o secundair<br />
chronische ontsteking<br />
neoplasie (plasmacytoom)<br />
- macroscopie: groot, bol, bleek/grijsgeel, bros (grote kans op ruptuur!)<br />
hepatitis<br />
1. celdood hepatocyten<br />
a. apoptose (geprogrammeerde celdood)<br />
b. necrose<br />
i. coagulatie (gebakken ei)<br />
ii. colliquatie (vervloeiing)<br />
1. collaps reticuline skelet lever<br />
2. opvullen defect door erytrocyten<br />
3. ceroid beladen mq<br />
2. ontsteking<br />
a. infiltraat: mononucleair (lymfo, plasma, mq) of gemengd<br />
b. stadium: acuut/chronisch<br />
3. regeneratie<br />
a. ductulaire reactie<br />
i. lokale progenitorcellen; als hepatocellilaire proliferatie is geremd<br />
(hepatitis, tumor); regulatie onder andere door stellaatcellen<br />
4. fibrose – cirrhose<br />
De diagnose van een hepatitis gaat op grond van histologie, deze bevat<br />
- activiteit (ontstekingsinfiltraat, apoptose/necrose)<br />
- stadium (acuut/chronisch: fibrose – cirrhose)<br />
- etiologie (indien mogelijk)<br />
42
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Uiteindelijk zijn de sinusoidale veranderingen de oorzaak van de functiestoornis:<br />
Activering Kupfferse cellen activering stellaatcellen (verantwoordelijk voor de<br />
overmatige productie van littekenweefsel, is HSC in plaatje hieronder) afzetting<br />
collageen (fibrose) verlies microvilli hepatocyten en verlies endotheelvensters <br />
dysfunctie hepatocyten.<br />
De patronen van celdood/necrose:<br />
- multifocaal (viraal/bacterieel)<br />
- confluent (grotere gebieden(<br />
- bridging<br />
o porto-portaal<br />
o porto-centraal<br />
o centro-centraal<br />
- pa<strong>nl</strong>obulair en massief<br />
piece-meal necorse = interface hepatitis<br />
Cirrhose:<br />
- histologie<br />
o fibrose, ombouw door regeneratieve noduli, porto-centrale vasculaire<br />
anastomosen<br />
- macroscopie<br />
o micronodulair: < 3 mm, grootte van 1 lobje<br />
o macronodulair: ≥ 3 mm<br />
Lobular dissecting hepatitis is een bijzondere vorm van micronodulaire fibrose want bij<br />
neonaten of juveniele dieren voorkomt en dan vooral bij de hond. Hierbij vindt men<br />
fibrose rondom individuele hepatocyten of kleine celgroepjes en splitst lobuli.<br />
43
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
Etiologie hepatitis:<br />
oorzaak Zoals Ziekte<br />
Niet infectieus<br />
metabool Koper intoxicatie<br />
Hemochromatose<br />
Voeding Cobalt / vit B12<br />
Vit E/selenium<br />
toxinen Phenobarbital<br />
Koper<br />
pyrolyzidines Senecio<br />
(jacobskruiskruid)<br />
amanitium (groene<br />
knolamaniet)<br />
aflatoxinen Beschimmeld voer<br />
Blauw-groene algen Warme zomers<br />
Auto-immuun<br />
ischemie hartfalen<br />
infectieus<br />
viraal adenovirus <strong>HC</strong>C<br />
herpesvirus EHV1, Aujesky<br />
circovirus Wasting ds<br />
bacterieel Brucella<br />
Clostridium piliformis Tyzzer’s ds<br />
Arcanobacterium necorphorum Primair proces<br />
elders<br />
Listeria, salmonella, yersinia<br />
schimmels Aspergillus<br />
mucor<br />
parasieten helminthen Fasciola, ascaris<br />
protozoa Toxoplasma<br />
Hepatitis: koper<br />
- erfelijk bij de Bedlington-terriër, bij het schaap nutritioneel; overbelasting<br />
koperopslag<br />
- pathogenese: vrij koper in hepatocyt oxidatieve stress apoptose en necrose<br />
hepatitis<br />
- complicatie: hemolyse (schaap). Koperpiek acute hemolyse prehepatische<br />
icterus en anemie centrolobulaire ischemische levernecrose en acute tubulaire<br />
degeneratie nier (bruine urine door hemoglobinurie) samen: plotselinge sterfte<br />
Hemochromatose:<br />
- etiologie: ijzerstapeling. Bij rund erfelijk, bij paard waarschij<strong>nl</strong>ijk nutrioneel<br />
- klinisch: leverfalen inclusief HE<br />
- macroscopie: groot, donkerbruin, micronodulaire fibrose<br />
44
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
hepatitis: pyrrolizidinen<br />
- omzetting tot giftige electrofiele pyrrol esters binden aan eiwit en DNA <br />
remt replicatie<br />
- microscopie: megalocytosis, atrofie, micronodulaire cirrhose<br />
hepatitis: adenovirus<br />
- hond en hondachtigen: canine adenovirus 1 hepatitis contagiosa canis<br />
(entingen!!), in het engels inf. canine hepatitis (ICH)<br />
- klinische vormen: peracuut, acuut, subacuut, chronisch<br />
- symptomen: overlijden, iridocyclitis, DIS, krampen, icterus<br />
- macroscopie: galblaasoedeem en DIS<br />
- histologie lever: eosinofiele intranucleaire insluitlichaampjes<br />
hepatitis: arcanobacterium necrophorum<br />
- metastatisch vanuit primair proces elders:<br />
o mastitis<br />
o enometritis<br />
o navelontsteking<br />
o rumenitis na pensacidose<br />
o traumatische reticulitis (scherp-in)<br />
o tussenklauwontstekingen<br />
o larynxdifterie<br />
levertumoren<br />
- primair<br />
o hepatocellulair<br />
o cholangiocellulair<br />
o haemangiosarcoom (complicatie: ruptuur)<br />
- metastasen<br />
o maligne lymfoom<br />
o insulinoom<br />
o e.v.a.<br />
hoorcollege 13<br />
45
Ziekteleer 1 hoorcolleges<br />
46