Meiskes en jongens - Arne Sierens

tegen de achterkant, kan ik alles horen.
Elke woensdag om tien uur, doen ze het met mekaar.
Ik tel de keren dat ik het bed hoor kraken.
Dertig keren piep piep piep.
Wat gekreun en wat gezucht.
En dan is het weer goed voor een week. Klaar.
Papa zijn fabriek. Zijn fabriek of thuis,
ik denk dat dat hetzelfde is. De manier
waarop hij zijn boterhammen doorsnijdt,
dat heeft iets van vivisectie.
Dat wordt niet opgegeten maar verwerkt.
Lijk ne papierversnipperaar dat doet. Proper.
Dan drinkt hij zijn koffie in exact vijf slokken. Klaar.
DE KOLONEL tegen Philip Ga bij uw gezelschap.
Ge zijt gastheer. Ge zijt nog erger dan ne puber.
GREGORY Het belangrijkste aan mij zijn mijn rapporten.
Die komen van het allerhoogste.
Oordelen door god persoonlijk uitgesproken.
Daar worden grafieken van bijgehouden.
Analyses gekoppeld aan prognoses.
Een buis betekent de ijstijd, terugkeer naar
de prehistorie, naar het niveau van de apen.
Wiskunde vooral wordt gevolgd.
Naarmate mijn cijfers op en neer gaan,
varieert mijn toekomst van rekkenvuller
in de Colruyt tot een gloedvolle carrière
in de Fortisbank, met telkens elke vijf jaar
grotere bureaus en zachtere stoelen
en meer geld verdienen – “Dat wilt ge toch?”
BERTRAND speelt op de mandoline en zingt
M: ‘Mandolineconcerto Vivaldi’
GREGORY Ik heb ooit ergens nekeer gelezen,
dat een mens om te overleven drie keer per dag
moet worden vastgepakt, zes keer om min of meer
gelukkig te zijn, en twaalf keer om te kunnen ontwikkelen.
27
Meiskes en jongens