19.09.2013 Views

Interview Micha de Winter

Interview Micha de Winter

Interview Micha de Winter

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Verantwoor<strong>de</strong>lijkheid nemen en geven<br />

<strong>Micha</strong> <strong>de</strong> <strong>Winter</strong> over jeugdparticipatie<br />

Liesbeth Schnei<strong>de</strong>rs en Ati Smit-Krui<strong>de</strong>nberg<br />

Jeugdparticipatie, kin<strong>de</strong>ren leren mee<strong>de</strong>nken en beslissen over hun omgeving, verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

leren dragen voor hun keuzes en inbreng, kortom actief betrekken bij hun omgeving en hier<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n voor scheppen, staat het afgelopen <strong>de</strong>cennium erg in <strong>de</strong> belangstelling. MM sprak met<br />

<strong>Micha</strong> <strong>de</strong> <strong>Winter</strong>, hoogleraar pedagogiek aan <strong>de</strong> Universiteit van Utrecht. Hij schreef in 1995<br />

‘Kin<strong>de</strong>ren als me<strong>de</strong>burgers’, een sterk en goed on<strong>de</strong>rbouwd pleidooi voor jeugdparticipatie. Volgens<br />

<strong>de</strong> <strong>Winter</strong> zou het een opvoedingsdoel moeten zijn om kin<strong>de</strong>ren te laten uitgroeien tot burgers die als<br />

betrokken mensen in onze samenleving staan.<br />

U pleit in uw boek ‘Kin<strong>de</strong>ren als me<strong>de</strong>burgers’ voor jeugdparticipatie. Wat houdt jeugdparticipatie<br />

precies in?<br />

‘Bij mij gaat jeugdparticipatie om een leerproces waarin kin<strong>de</strong>ren leren om zich actief met hun<br />

omgeving bezig te hou<strong>de</strong>n en betrokken te wor<strong>de</strong>n. Een <strong>de</strong>mocratische samenleving kan alleen maar<br />

bestaan als <strong>de</strong> burgers in staat zijn en bereid zijn om die samenleving met elkaar te dragen. Daarvoor<br />

dienen ze over voldoen<strong>de</strong> capaciteiten te beschikken, goe<strong>de</strong> houdingen te hebben en ook kennis. Er is<br />

een politicoloog die gezegd heeft: "Een burger van een <strong>de</strong>mocratische samenleving is iemand die<br />

bereid is om geregeerd te wor<strong>de</strong>n, zich te schikken in een systeem, maar hij moet ook bereid zijn om te<br />

regeren". Het klinkt een beetje plechtig maar het gaat er natuurlijk om in je eigen dagelijkse omgeving,<br />

in je school of buurt, verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te nemen, want als niemand verantwoor<strong>de</strong>lijkheid neemt<br />

dan krijg je een almachtige staat of een dictator. Dus burgerschap heeft twee kanten, je moet bereid<br />

zijn om verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te geven én te nemen.’<br />

Hoe kan participatie bijvoorbeeld op een basisschool vorm krijgen?<br />

‘Burgerschap moet je leren en je leert het door het te doen. Mijn adagium is “learning by doing”, dat<br />

heb ik on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re van John Dewey, een pedagoog uit <strong>de</strong> vorige eeuw, geleerd. Jeugdparticipatie is<br />

een heel belangrijk instrument waarmee kin<strong>de</strong>ren op hun eigen niveau en on<strong>de</strong>r begeleiding<br />

<strong>de</strong>mocratisch burgerschap leren. Volwassenen, opvoe<strong>de</strong>rs en leerkrachten moeten situaties scheppen<br />

waarin participatief gedrag als het ware wordt uitgelokt. Het werkt onvoldoen<strong>de</strong> als een school in zijn<br />

schoolwerkplan schrijft dat men wil dat <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren actief betrokken zijn. Kin<strong>de</strong>ren kunnen pas echt<br />

actief participeren als ze daartoe in <strong>de</strong> gelegenheid wor<strong>de</strong>n gesteld. Als iemand zegt: “In <strong>de</strong> klas<br />

hebben we regels nodig, omgangsregels, hoe gaan we dat doen?” Dan wordt een open situatie<br />

gecreëerd, waarbij van <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren als het ware verantwoor<strong>de</strong>lijkheid uitgelokt wordt. Dan ben je<br />

bezig met het bevor<strong>de</strong>ren van participatie.’<br />

Hoe voorkom je dat jeugdparticipatie, net als zoveel vernieuwingen, <strong>de</strong> zoveelste hype wordt?<br />

‘In <strong>de</strong> jaren negentig was jeugdparticipatie iets nieuws. Het meepraten van kin<strong>de</strong>ren bij allerlei<br />

instanties en projecten was nieuw. Het was een reactie op een tijd waarop nooit iets aan kin<strong>de</strong>ren werd<br />

gevraagd. Er kwamen jeugdra<strong>de</strong>n, jongerenpanels en allerlei bureaus voor jongeren. Kin<strong>de</strong>ren kon<strong>de</strong>n<br />

bijvoorbeeld in het parlement meepraten over allerlei zaken. Maar die kin<strong>de</strong>ren dachten dat ze alles<br />

kon<strong>de</strong>n zeggen en had<strong>de</strong>n zelfs een grote mond naar <strong>de</strong> minister toe. Volwassenen wil<strong>de</strong>n vooral<br />

jeugdvrien<strong>de</strong>lijk zijn en <strong>de</strong><strong>de</strong>n alles om het <strong>de</strong> jeugd naar <strong>de</strong> zin te maken. Alles hing van <strong>de</strong> vraag van<br />

het kind af. Het kind werd zo’n beetje als een heilige gezien en <strong>de</strong> jeugd werd een geloofsartikel. In <strong>de</strong><br />

jaren '90 werd jeugdparticipatie dus een hype. Maar jeugdparticipatie is te belangrijk om aan <strong>de</strong> waan<br />

van <strong>de</strong> dag over te laten. Het was teveel “<strong>de</strong> leerling centraal” en dan schiet je je doel voorbij. Je moet<br />

jeugdparticipatie verbin<strong>de</strong>n met goed burgerschap èn verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, dat is heel belangrijk.<br />

Jeugdparticipatie heeft te maken met een bepaal<strong>de</strong> houding, met bewust dingen doen.’<br />

Wat vindt u van vraaggestuurd on<strong>de</strong>rwijs?<br />

‘Ik ben geen fan van vraaggestuurd leren. Vraaggestuurd suggereert namelijk dat <strong>de</strong> vraag heilig is.<br />

Mijn pleidooi in het boek is dat <strong>de</strong> vraag en <strong>de</strong> opmerkingsgave van <strong>de</strong> leerling heel belangrijk zijn.<br />

Dat zou je dus vraagsturing kunnen noemen. Maar in het opvoedingsproces van kin<strong>de</strong>ren gaat het niet


alleen om <strong>de</strong> vraag van het kind, het gaat ook om het antwoord van <strong>de</strong> volwassene. Dan gaat het om <strong>de</strong><br />

dialoog. Op een gegeven moment ben ik het woord dialoogsturing gaan gebruiken. Participatie is naar<br />

mijn gevoel teveel in het kielzog van het hele markt<strong>de</strong>nken terecht gekomen: het kind, <strong>de</strong> vragensteller<br />

als consument.<br />

Onze maatschappij is <strong>de</strong> afgelopen tien jaar veran<strong>de</strong>rd in een consumentenmaatschappij. We moeten<br />

bijvoorbeeld voor onze elektriciteit kiezen en voor onze telefoon. We zijn als burgers steeds meer <strong>de</strong><br />

individuele consument gewor<strong>de</strong>n. De omgeving en <strong>de</strong> instituties moeten vooral klantvrien<strong>de</strong>lijk zijn.<br />

Maar die hele vraagsturing, die hele markti<strong>de</strong>ologie, heeft ook zijn eigen monster gebaard. De burger<br />

krijgt het i<strong>de</strong>e dat hij zo hard mogelijk moet roepen omdat hij als enige voor zijn eigen<br />

consumentenbelangen kan opkomen. Dus dat woord vraagsturing dat suggereert 'u vraagt; wij draaien'.<br />

Want het gaat niet om vragen stellen, dat is iets an<strong>de</strong>rs, maar het gaat om vraagstúring. Dat geldt niet<br />

alleen voor het on<strong>de</strong>rwijs maar ook voor <strong>de</strong> jeugdzorg bijvoorbeeld. De consument is <strong>de</strong> baas en dat is<br />

mijn kritiek.<br />

Kin<strong>de</strong>ren weten vaak niet eens wat een vraag is, je moet ze leren vragen stellen. Het is heel moeilijk<br />

om <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> vraag te stellen. On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het leren van participatie en <strong>de</strong>mocratisch burgerschap is<br />

dat je soms heel verkeer<strong>de</strong> vragen kan stellen en dat er volwassenen nodig zijn om je <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> vraag te<br />

leren stellen.<br />

Wij hebben heel veel on<strong>de</strong>rzoekjes gedaan zoals: ‘wat wil jij nou in jouw buurt of op jouw<br />

schoolplein’. Dan zijn ze <strong>de</strong> vorige dag naar <strong>de</strong> Efteling geweest en dan willen ze ook een<br />

wildwaterbaan. Zo zijn kin<strong>de</strong>ren. Net als met die skatebanen. De wethou<strong>de</strong>r wil ook aan participatie<br />

doen, want die heeft gelezen dat het van die mijnheer De <strong>Winter</strong> moet. We moeten jeugdvrien<strong>de</strong>lijk<br />

zijn in <strong>de</strong>ze gemeente. Dan willen <strong>de</strong> jongeren een skatebaan, maar er zijn dan weer allerlei groepen<br />

die geen skatebaan in hun achtertuin willen. Dan duurt <strong>de</strong> procedure twee jaar, die jongeren zijn allang<br />

weg of verhuisd en zijn dan gefrustreerd.’<br />

Hoe moeten leerkrachten met participatie op school omgaan?<br />

‘Je moet natuurlijk niet <strong>de</strong> hele dag aan kin<strong>de</strong>ren gaan vragen wat ze willen. Ik vind het wel heel<br />

belangrijk dat kin<strong>de</strong>ren op school allerlei kennis, vaardighe<strong>de</strong>n en ook burgerschap moeten leren, dat<br />

staat tegenwoordig ook in <strong>de</strong> wet. Maar dat betekent niet dat je <strong>de</strong> hele dag alleen maar met<br />

participatie bezig moet zijn. Je moet met zijn allen na<strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> vraag wat burgerschap eigenlijk<br />

is en welke rol jeugdparticipatie daarbij speelt: hoe creëren wij op onze school situaties waarin<br />

kin<strong>de</strong>ren die betrokkenheid en verantwoor<strong>de</strong>lijkheid waar het bij burgerschap over gaat al doen<strong>de</strong><br />

kunnen leren.<br />

Ik ben bijvoorbeeld bezig met een on<strong>de</strong>rzoek bij een aantal basisscholen waar we een soort <strong>de</strong>mocratie<br />

curriculum aan het uitproberen zijn. We verga<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren en we beginnen met <strong>de</strong> kleuters.<br />

Die verga<strong>de</strong>ringen hebben verschillen<strong>de</strong> doelen. Kin<strong>de</strong>ren leren als het ware spelen<strong>de</strong>rwijs allerlei<br />

dingen die bij participatie en <strong>de</strong>mocratie belangrijk zijn, zoals je mening te uiten. Maar het gaat niet<br />

alleen maar om je mening uiten, in een <strong>de</strong>mocratie is het minstens zo belangrijk om naar <strong>de</strong> mening<br />

van een an<strong>de</strong>r te luisteren en dat vin<strong>de</strong>n die mondige kin<strong>de</strong>rtjes van tegenwoordig héél moeilijk. Die<br />

twee doelen zijn even belangrijk.<br />

Vraagsturing raakt aan het punt van assertiviteit en mondigheid, <strong>de</strong> heiligverklaring van <strong>de</strong> vraag.<br />

Daartegenover staat het leren luisteren naar <strong>de</strong> mening en <strong>de</strong> vragen van an<strong>de</strong>ren. Het is dus je mening<br />

uiten, naar <strong>de</strong> mening luisteren van an<strong>de</strong>ren en afwegen, belangen afwegen. Een an<strong>de</strong>r in z’n waar<strong>de</strong><br />

proberen te laten ook al is hij in <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rheid. Dat zijn allemaal dingen die in een <strong>de</strong>mocratie<br />

ongelooflijk belangrijk zijn, participatie is als het ware het mid<strong>de</strong>l daartoe. Zo'n verga<strong>de</strong>ring is een<br />

vorm van participatie.<br />

Wij leren kin<strong>de</strong>ren verga<strong>de</strong>ren want kunnen verga<strong>de</strong>ren is niet iets genetisch, iets dat aangeboren is.<br />

Kin<strong>de</strong>ren vin<strong>de</strong>n het ontzettend leuk om te verga<strong>de</strong>ren als het om dingen gaat die op hun niveau<br />

spelen. Welk boek zal <strong>de</strong> juf nu gaan voorlezen? Een heel belangrijke vraag als je een kleuter bent.<br />

Dan kun je zeggen: <strong>de</strong> juf gaat nu dit boekje voorlezen. Dat is weinig participatief. Dat is ook<br />

helemaal niet erg, want je hoeft niet <strong>de</strong> hele dag met participatie bezig te zijn. Maar als je be<strong>de</strong>nkt hoe<br />

ga ik kin<strong>de</strong>ren nou al dit soort vaardighe<strong>de</strong>n aanleren, dan kun je het ook op een participatieve manier<br />

aanpakken. Vandaag willen <strong>de</strong> meeste kin<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> juf dit boekje voorleest, maar dat is een beetje<br />

zielig voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren die dat an<strong>de</strong>re boekje willen. Dan kun je zeggen: “Weet je wat, zullen we dan<br />

afspreken dat <strong>de</strong> juf <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> week het boekje voorleest dat die an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren leuk vin<strong>de</strong>n?”


Dat spelen<strong>de</strong>rwijs leren en daar dan ook over reflecteren: hoe hebben we het opgelost en wat vin<strong>de</strong>n<br />

we ervan? Dat zijn vormen van participatie met als doel om allerlei <strong>de</strong>mocratische<br />

burgerschapsvaardighe<strong>de</strong>n bij kin<strong>de</strong>ren teweeg te brengen, die lok je als het ware uit. Dat is een<br />

opvoedingsdoel zou je kunnen zeggen.<br />

Dat i<strong>de</strong>e kun je natuurlijk doorzetten<br />

naar het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Ik ken<br />

ontzettend veel scholen die jongeren<br />

betrekken bij allerlei problemen of<br />

vragen. Als een school onveilig is kun<br />

je twee dingen doen. Je kunt een<br />

beveiligingsdienst inhuren,<br />

veiligheidspoortjes installeren of een<br />

beveiligingscoördinator aanstellen.<br />

Maar je kunt ook na<strong>de</strong>nken over hoe<br />

je leerlingen daarbij kunt betrekken,<br />

want die onveiligheid betreft hen als<br />

slachtoffer of soms als da<strong>de</strong>r. Dan ga<br />

je met <strong>de</strong> leerlingen praten over het<br />

probleem van <strong>de</strong> onveiligheid of laat<br />

ze on<strong>de</strong>rzoek doen met vi<strong>de</strong>ocamera’s<br />

om <strong>de</strong> onveilige plekken in en rondom<br />

<strong>de</strong> school in kaart te brengen. Dat is<br />

een vorm van jeugdparticipatie.’<br />

Scholen zitten met het dilemma dat ze<br />

aan <strong>de</strong> ene kant <strong>de</strong> leerlingen meer<br />

ruimte willen geven en meer willen<br />

laten participeren, terwijl aan <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kant er eisen aan <strong>de</strong> school<br />

wor<strong>de</strong>n gesteld, zoals exameneisen of<br />

eisen vanuit <strong>de</strong> overheid en het<br />

bedrijfsleven. Hoe kunnen scholen<br />

daarmee omgaan?<br />

‘Maar die twee kanten zijn niet zo<br />

tegengesteld aan elkaar. Natuurlijk<br />

zijn er exameneisen en heeft een<br />

school zijn standaardtaken en moet<br />

daaraan voldoen. Maar <strong>de</strong> school is<br />

ook een leefgemeenschap en die kun<br />

je op verschillen<strong>de</strong> manieren<br />

inrichten.<br />

Als <strong>de</strong> leerlingen als consumenten<br />

beschouwd wor<strong>de</strong>n en zij roepen om<br />

veiligheid is het “u vraagt en wij<br />

draaien”. Bovendien zijn <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong><br />

baas want an<strong>de</strong>rs kiezen zij voor een<br />

an<strong>de</strong>re school dus wordt er dan een<br />

beveiligingsdienst ingehuurd.<br />

Als je zegt: onze school moet aan<br />

actief burgerschap en aan participatie<br />

doen dan kun er tijd voor inruimen om<br />

met leerlingen per klas of per<br />

mentorgroep een keer in <strong>de</strong> zoveel tijd<br />

om tafel te gaan zitten en met hen te<br />

praten over oplossingen, in dit<br />

Participatielad<strong>de</strong>r van Hart<br />

In zijn boek ‘Kin<strong>de</strong>ren als me<strong>de</strong>burgers’ besteedt De <strong>Winter</strong><br />

aandacht aan <strong>de</strong> participatielad<strong>de</strong>r van Roger Hart. Het is ook<br />

voor het on<strong>de</strong>rwijs een bruikbaar instrument om te kijken<br />

hoever een school nu werkelijk gaat in het laten participeren<br />

van leerlingen: <strong>de</strong> leerling niet als klant maar als <strong>de</strong>elnemer.<br />

Hart heeft gra<strong>de</strong>n van participatie uitgezet op een lad<strong>de</strong>r met<br />

acht sporten:<br />

1. Manipulatie<br />

Kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n gebruikt voor <strong>de</strong> doelein<strong>de</strong>n van<br />

volwassenen.<br />

2. Decoratie<br />

Kin<strong>de</strong>ren vormen het <strong>de</strong>cor als rechtvaardiging van het<br />

han<strong>de</strong>len van volwassenen.<br />

3. Afkopen<br />

Kin<strong>de</strong>ren krijgen wel <strong>de</strong> gelegenheid om mee te praten, maar<br />

hun stem wordt feitelijk niet gehoord.<br />

4. In opdracht maar geïnformeerd<br />

Volwassenen ontwikkelen activiteiten en voeren <strong>de</strong>ze uit.<br />

Kin<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>n zodanig geïnformeerd, dat ze het begrijpen<br />

en weten wie beslist en waarom.<br />

5. Geconsulteerd en geïnformeerd<br />

Kin<strong>de</strong>ren nemen initiatieven en voeren <strong>de</strong>ze activiteiten uit.<br />

Kin<strong>de</strong>ren krijgen inzicht en hun mening krijgt een serieuze<br />

behan<strong>de</strong>ling.<br />

6. Initiatief bij volwassenen, kin<strong>de</strong>ren beslissen mee<br />

Volwassenen nemen initiatieven. Bij <strong>de</strong> voorbereiding en<br />

besluitvorming wor<strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>ren uitgenodigd volledig te<br />

participeren om te komen tot ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> beslissingen.<br />

7. Initiatief en leiding bij kin<strong>de</strong>ren<br />

Kin<strong>de</strong>ren nemen initiatieven en beslissingen zon<strong>de</strong>r<br />

tussenkomst van volwassenen.<br />

8. Initiatief bij kin<strong>de</strong>ren, kin<strong>de</strong>ren en volwassenen<br />

beslissen samen<br />

Kin<strong>de</strong>ren nemen initiatieven, berei<strong>de</strong>n beslissingen voor en<br />

beslissen zelf in goed overleg met volwassenen.<br />

Echte participatie komt pas voor vanaf sport 4 op <strong>de</strong> lad<strong>de</strong>r, bij<br />

<strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> vormen is er sprake van schijnparticipatie<br />

omdat die vormen <strong>de</strong> volwassenen iets opleveren maar <strong>de</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren niet. De ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> invloed van volwassenen en<br />

kin<strong>de</strong>ren gezien wordt als <strong>de</strong> hoogste vorm van participatie (zie<br />

ook het interview met De <strong>Winter</strong>) en staat om die re<strong>de</strong>n op<br />

sport 8.


voorbeeld over veiligheid.<br />

Nou dat is handig, dat is instrumenteel. Kin<strong>de</strong>ren weten soms beter waar het aan ligt dan <strong>de</strong><br />

leerkrachten. Ze zeggen bijvoorbeeld: “In die gang waar we met z’n vijfhon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n doorheen moeten,<br />

gebeuren heel vervelen<strong>de</strong> dingen en dat zou je op <strong>de</strong>ze manier kunnen oplossen.” Dat is heel<br />

belangrijk, maar wat ik eigenlijk nog veel belangrijker vind is dat je er betrokkenheid en<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van leert.<br />

Participatie is niet zomaar een truc, wat mij betreft is het een leerproces waarbij je leert<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen. Dat leerproces is niet het overdragen aan kin<strong>de</strong>ren van: “Nou zeggen<br />

jullie het maar; we hebben dit probleem, jij bent <strong>de</strong> consument, dus zeg jij het.” Als je dat doet ben je<br />

in pedagogische zin geen knip voor <strong>de</strong> neus waard. Kin<strong>de</strong>ren leren van <strong>de</strong> ervaring van volwassenen.<br />

Die volwassene, die leraar of <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs thuis, <strong>de</strong> mensen in een kerk of in een sportvereniging die<br />

bezig zijn met jongeren en die jongeren <strong>de</strong> ruimte willen geven, die moeten ook hun mannetje of<br />

vrouwtje staan. An<strong>de</strong>rs hebben kin<strong>de</strong>ren geen respect voor je.<br />

Kin<strong>de</strong>ren hebben een broertje dood aan volwassenen die geen standpunten durven in te nemen, die<br />

alsmaar bezig zijn met jeugdvrien<strong>de</strong>lijk te zijn. Het heilig verklaren van wat een kind is onzin.<br />

Ie<strong>de</strong>reen die kin<strong>de</strong>ren heeft weet dat kin<strong>de</strong>ren soms gewoon maar wat roepen en jouw reactie als ou<strong>de</strong>r<br />

of als docent uitlokken. En als jij niet reageert omdat jij van je manager het kind centraal moet stellen<br />

en geen tegenwicht durft te geven, dan wor<strong>de</strong>n die kin<strong>de</strong>ren niet opgevoed. Dan leren ze er niet van en<br />

dan laat je ze maar zwemmen. Die kin<strong>de</strong>ren krijgen geen houvast van die volwassenen. Ze krijgen een<br />

ontzetten<strong>de</strong> hekel aan dat soort slapjanussen. Dan <strong>de</strong>nken ze “nu moeten we het zelf maar doen”. Dan<br />

wordt er geklaagd over <strong>de</strong> jeugd van tegenwoordig, maar ik <strong>de</strong>nk dat we niet moeten klagen over <strong>de</strong><br />

jeugd maar meer naar ons zelf moeten kijken. Welk houvast en welke grenzen bie<strong>de</strong>n wij kin<strong>de</strong>ren?<br />

In <strong>de</strong> opvoeding spelen twee dimensies een rol: je moet kin<strong>de</strong>ren on<strong>de</strong>rsteunen, lief<strong>de</strong>, aandacht en<br />

ruimte geven. Allemaal heel hard nodig want an<strong>de</strong>rs hechten ze zich niet. Maar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant is dat<br />

ze even hard veilige grenzen nodig hebben en als jij die niet durft te stellen, durven kin<strong>de</strong>ren òf niet<br />

meer te experimenteren omdat dat griezelig is, òf ze experimenteren zich een ongeluk omdat niemand<br />

die grenzen stelt. Dat is ook heel onveilig en dan krijg je een 13-jarige breezerverslaaf<strong>de</strong>.<br />

Volwassenen moeten grenzen aangeven, tegengas durven geven, een beetje lef hebben. Ze moeten<br />

kin<strong>de</strong>ren met een grote mond, die geen rekening met an<strong>de</strong>ren hou<strong>de</strong>n en te assertief zijn, bij <strong>de</strong> lurven<br />

durven te grijpen. An<strong>de</strong>rs ben je wat mij betreft geen leraar, want dan leer je ze niets. Dan ben je<br />

eigenlijk meer een soort kindvrien<strong>de</strong>lijkheidsbevestiger.’<br />

Denkt u dat kin<strong>de</strong>ren in het montessorion<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong>mocratisch burgerschap leren?<br />

‘De keuzevrijheid van werken leert een kind keuzes maken en dat is een positief on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

montessorimetho<strong>de</strong>. Ik ben er min<strong>de</strong>r positief over dat het individualistische aspect teveel op <strong>de</strong><br />

voorgrond staat en <strong>de</strong> gemeenschap binnen <strong>de</strong> school een twee<strong>de</strong> plaats inneemt. Ik weet dat veel<br />

he<strong>de</strong>ndaagse montessorischolen daar an<strong>de</strong>rs mee omgaan, maar het zit niet in <strong>de</strong> kern van het systeem.<br />

Er moet ruimte gecreëerd wor<strong>de</strong>n voor learning by doing: oefenen in situaties waar <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

burgerschapszin kunnen ontwikkelen.’

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!