Een nieuwe start voor het Laarder Wasmeer - Goois Natuurreservaat
Een nieuwe start voor het Laarder Wasmeer - Goois Natuurreservaat
Een nieuwe start voor het Laarder Wasmeer - Goois Natuurreservaat
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Een</strong> <strong>nieuwe</strong> <strong>start</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>Laarder</strong> <strong>Wasmeer</strong><br />
Ooit wasten de schapen zich erin schoon. Later werd <strong>het</strong> de afvoerput van<br />
Hilversum. Zo gleed <strong>het</strong> <strong>Laarder</strong> <strong>Wasmeer</strong> af van heideven naar gifbelt.<br />
Totdat in 2003 <strong>het</strong> wonder geschiedde: een bodemsanering die binnen tien<br />
jaar schoon schip maakte. Het <strong>nieuwe</strong> uitzicht vanaf <strong>het</strong> eveneens <strong>nieuwe</strong><br />
fietspad behoort nu al tot de mooiste van <strong>het</strong> Gooi.<br />
Tekst en fotografie: Bart Siebelink in opdracht van <strong>het</strong> <strong>Goois</strong> <strong>Natuurreservaat</strong><br />
Om de <strong>voor</strong>geschiedenis even in grove streken te sc<strong>het</strong>sen: de bodems van <strong>het</strong> <strong>Laarder</strong><br />
<strong>Wasmeer</strong>, de Vuilwaterplas, <strong>het</strong> Lange Water en de Leeuwenkuil zaten vol zware metalen en<br />
andere rommel vanwege driekwart eeuw lozingen. Dat was bekend, maar zolang <strong>het</strong> zaakje<br />
onder water bleef, dreigde er geen acuut gevaar.<br />
En dan breekt de extreem droge en <strong>het</strong>e zomer van 2003 aan. De waterspiegel zakt, de<br />
giftige sliblaag op de bodem van de Leeuwenkuil valt droog en vertoont zelfs al<br />
krimpscheuren. Het grootste gevaar: verstoffing van <strong>het</strong> slib dat onder invloed van de wind<br />
zelfs een gifwolk boven Hilversum kan veroorzaken. Onmiddellijk ingrijpen is geboden. De<br />
saneringsplannen worden versneld ten uitvoer gebracht.<br />
Dubbele sanering<br />
Het gaat om een dubbele sanering. Allereerst was daar de milieuhygiënische sanering.<br />
Daarnaast was er ook een ecologische sanering nodig. De eerste dient om aan wettelijke
milieunormen te voldoen. De tweede dient om de natuur van <strong>het</strong> gebied weer een optimale<br />
uitgangspositie te geven. Want omstreeks <strong>het</strong> jaar 1850, <strong>voor</strong>dat Hilversum begon met <strong>het</strong><br />
lozen van afvalwater, waren hier zandige stuifduinen met plaatselijk een stagnerende (slecht<br />
doorlatende) bodem. Hierdoor ontstonden vochtige plekken of zelfs vennen, zoals <strong>het</strong> Groot<br />
<strong>Wasmeer</strong> dat zo werd genoemd, omdat de schapen erin werden gewassen.<br />
Deze kaart laat zien hoe de ecologische sanering (alles binnen de blauwe stippellijn) is<br />
gesitueerd ten opzichte van de milieuhygiënische sanering (alles binnen de rode stippellijn).<br />
Het gebied rondom de Leeuwenkuil was in gebruik als vloeiveld. De gebieden boven en<br />
rechts naast <strong>het</strong> Lange Water waren in gebruik als vloeivelden en tevens als akkers.<br />
Bron: GNR
Schrale bodem<br />
<strong>Een</strong> wezenlijk kenmerk van dit bijzondere landschap is een zure en bovenal arme bodem.<br />
Dat wil zeggen: zonder toegevoegde meststoffen zoals fosfaten en nitraten. Zulke bodems<br />
raken slechts langzaam begroeid, maar wel met veel verschillende soorten planten die elk op<br />
hun eigen manier zijn aangepast aan de arme en zure omstandigheden. Dit zijn vegetaties<br />
die <strong>het</strong> in Nederland erg moeilijk hebben, vandaar dat natuurorganisaties proberen deze<br />
terug te krijgen. De ecologische sanering is hier<strong>voor</strong> een vereiste. Daar komt bij dat lager<br />
gelegen, vochtige plekken zeldzaam zijn in <strong>het</strong> stuwwallandschap van <strong>het</strong> Gooi en de<br />
Utrechtse Heuvelrug.<br />
Vloeivelden<br />
Vrijwel alle lagere delen van <strong>het</strong> gebied hebben sterk aangetaste bodems, omdat ze werden<br />
gebruikt als zogenoemde vloeivelden. <strong>Een</strong> stelsel van gegraven kanaaltjes zorgde er<strong>voor</strong> dat<br />
water vanuit de plassen uitstroomde over deze laaggelegen velden. Het graven van deze<br />
kanaaltjes en <strong>het</strong> verlagen en egaliseren van de velden om de infiltratie van <strong>het</strong> water te<br />
bevorderen, heeft tot gevolg gehad dat <strong>het</strong> oorspronkelijke podzolprofiel verloren is gegaan.<br />
Met uitzondering van een dieper gelegen kuil (<strong>het</strong> Veen ge<strong>het</strong>en) die destijds is geëgaliseerd<br />
door opvulling in plaats van vergraving.<br />
De vloeivelden, die ten oosten en ten noorden van de plassen lagen, dienden daarnaast ook<br />
als akkers en werden actief bemest om de grond te ontzuren. Dus naast <strong>het</strong> fosfaatrijke<br />
vloeiwater uit de plassen, werd er mest en mogelijk ook riool- en stadsafval verspreid over de<br />
akkers en de volkstuinen die hier lagen. Zo ontstond een laag bemeste grond, een<br />
zogenoemde bouw<strong>voor</strong>, van plaatselijk wel een meter dik. De fosfaten zijn in <strong>het</strong> hele gebied<br />
inmiddels tot metersdiep de grond ingedrongen.<br />
Om de oorspronkelijke situatie zo goed mogelijk te herstellen, was de ecologische sanering<br />
noodzakelijk. Dat betekende volledige verwijdering van de bouw<strong>voor</strong> uit de lage delen van<br />
<strong>het</strong> gebied. Wat achterbleef was schoon geel zand, maar niet meer zuur en nog verzadigd<br />
met fosfaten. In de rest van <strong>het</strong> gebied is <strong>voor</strong>malige afvalstort en gedumpte rommel<br />
verwijderd en zijn ongewenste plantensoorten, zoals Amerikaanse vogelkers, weggehaald.<br />
Groene Schakel<br />
<strong>Een</strong> andere belangrijke reden <strong>voor</strong> de ecologische sanering is dat <strong>het</strong> gebied een essentiële<br />
schakel vormt tussen <strong>het</strong> Gooi en de rest van de Utrechtse Heuvelrug. Het is onderdeel van<br />
<strong>het</strong> project De Groene Schakel, dat een uitvloeisel is van <strong>het</strong> programma Heel de Heuvelrug.<br />
De karakteristieke bossen en heidevelden op de Utrechtse Heuvelrug zijn namelijk sterk<br />
versnipperd geraakt door de aanleg van (snel)wegen, spoorlijnen, bedrijventerreinen en<br />
nieuwbouwwijken. Wie de documentaire Bedevaart <strong>voor</strong> de natuur heeft gezien, over een<br />
herder die anno 2007 met zijn kudde schapen de volledige Heuvelrug overtrok, begrijpt hoe<br />
beklemmend al die barrières zijn <strong>voor</strong> de bewegingsvrijheid van veel diersoorten. De<br />
boodschap: als een kudde schapen zich al niet meer vrij door <strong>het</strong> gebied kan bewegen, zitten<br />
talloze andere dieren ingesloten tussen barrières. Ter hoogte van De Groene Schakel zijn<br />
dat de rijksweg A27, de provinciale weg N415, de spoorlijn Hilversum Baarn en de drukke<br />
Weg over Anna’s Hoeve. De Groene Schakel beoogt de ecologische verbinding te herstellen.<br />
Dan praten we onder meer over <strong>het</strong> gedeeltelijk herinrichten en verbeteren van de twee<br />
natuurgebieden in deze overgangszone: Anna’s Hoeve en <strong>het</strong> <strong>Laarder</strong> <strong>Wasmeer</strong>.
Financiën<br />
Deze kaart laat zien<br />
dat <strong>het</strong> <strong>Laarder</strong><br />
<strong>Wasmeer</strong> en Anna’s<br />
Hoeve een belangrijke<br />
groene schakel<br />
vormen op de<br />
Heuvelrug. Ze zijn<br />
echter nog van de rest<br />
van de Heuvelrug<br />
afgesneden door de<br />
rijksweg A27, maar<br />
ook door de spoorlijn,<br />
de provinciale weg<br />
N415 en de locale<br />
Weg over Anna’s<br />
Hoeve. Daarom is<br />
volgende stap <strong>het</strong><br />
realiseren van<br />
ecologische<br />
verbindingen.<br />
Bron: GNR<br />
De ecologische sanering had betrekking bodems die zijn aangetast (maar niet verontreinigd<br />
in de zin van de wet) en kostte 2,4 miljoen euro en is <strong>voor</strong> de helft betaald door de Nationale<br />
Postcode Loterij en <strong>voor</strong> de andere helt door de provincie.<br />
De milieu-hygiënische sanering kostte aanzienlijk meer geld en betrof de met gifstoffen<br />
verontreinigde bodems in de natuurgebieden <strong>Laarder</strong> <strong>Wasmeer</strong>, Anna’s Hoeve en ’t Ven op<br />
de Laapersheide. Daarbij zijn meteen ook een aantal stadswateren gesaneerd waaronder de<br />
Laapersvijver en de Riebeeckvijver. Voor een gezonde Heuvelrug op lange termijn was <strong>het</strong><br />
immers van belang om ook deze ernstig vervuilde wateren hun ecologische potentie weer<br />
terug te geven.
Het graafwerk<br />
Bij de ecologische sanering gaat <strong>het</strong> grotendeels om <strong>het</strong> verwijderen van de voedselrijke<br />
bovenste grondlaag van de <strong>voor</strong>malige vloeivelden. Deze bouw<strong>voor</strong> vormde zich in de loop<br />
der jaren door landbouw, <strong>het</strong> opbrengen van grond, vergraving en door <strong>het</strong> bevloeien met<br />
slibhoudend afvalwater. Het graafwerk ging meestal niet dieper dan enkele decimeters tot<br />
een halve meter, maar soms veel meer, tot wel 1 meter. Zoveel als nodig was om de – niet<br />
door de mens geroerde – ondergrond bloot te leggen. Meestal was dat ‘geel zand’, maar<br />
soms kwamen nog de kleurige restanten van een podzolbodem te<strong>voor</strong>schijn of zelfs een<br />
veenlaag. <strong>Een</strong> bodemkundige liep naast de graafmachines mee om aanwijzingen te geven<br />
en om de veronderstelde grens tussen wel en niet verontreinigde grond in de gaten te<br />
houden.<br />
Fosfaat<br />
Na afloop van de ecologische sanering bleek in <strong>het</strong> hele gebied de fosfaat te diep te zitten<br />
om weg te graven. Daarom zal op de meeste plekken op korte termijn ter type vegetatie dat<br />
er oorspronkelijk <strong>voor</strong>kwam niet terugkeren omdat de bodem te rijk is. Er zal een ruige<br />
vegetatie ontstaan die geregeld moet worden gemaaid en afgevoerd, zodat via <strong>het</strong> maaisel<br />
de fosfaat uit <strong>het</strong> systeem verdwijnt. Deze beheers-strategie wordt ook wel ‘uitmijnen’<br />
genoemd en kan zeer lang <strong>voor</strong>tduren.<br />
De vervuiling, <strong>voor</strong>namelijk met meststoffen, bleek op sommige plekken dieper te zitten en<br />
plaatselijk te zijn verspreid tot in de beboste delen van <strong>het</strong> gebied. Dit betekende weliswaar<br />
een uitbreiding van de werkzaamheden, maar noodzakelijk gezien <strong>het</strong> uitgangspunt een<br />
geschikt milieu te creëren <strong>voor</strong> de ontwikkeling van natuur en vegetatie. Daarom zijn ook de<br />
beboste delen aangepakt. Hierbij zijn eerst de Amerikaanse Vogelkers en Drentse<br />
krenteboompjes weggehaald, om vervolgens tussen de verstoorde bodemlagen tussen de<br />
resterende oude eiken en dennen verwijderd.<br />
De meren<br />
Tijdens een regenperiode in december 2005 zijn de meren zo vol geraakt dat er risico<br />
bestond van verspreiding van vervuild slib en water vanuit de Wasmeren naar <strong>het</strong> reeds<br />
gesaneerde droge deel van <strong>het</strong> gebied. Om dit te <strong>voor</strong>komen is langs de oevers tijdelijk een<br />
calamiteitenkade aangelegd.<br />
<strong>Een</strong> ander belangrijk aspect is dat in <strong>het</strong> verleden de oorspronkelijke podzolbodem onder <strong>het</strong><br />
‘Groot Waschmeer’ <strong>voor</strong> een deel is weggegraven om <strong>het</strong> meer uit te diepen en om zand te<br />
winnen <strong>voor</strong> de aanleg van sportvelden. Voor <strong>het</strong> herstel van een ven is <strong>het</strong> echter van<br />
wezenlijk belang dat de onderliggende bodem geen water doorlaat. Daarom is <strong>het</strong> ‘gat’ in de<br />
podzolbodem onder <strong>het</strong> <strong>Wasmeer</strong> opgevuld met zand en afgedicht met kalkarme klei uit<br />
Tegelen. Ook gaten in de podzolbodem onder andere diepe delen, waaronder de<br />
Vuilwaterplas, zijn gedicht met klei, zodat hier opnieuw drasse plekke kunnen ontstaan.<br />
Podzol<br />
Nederlandse zandgronden worden op de lange duur vanzelf steeds zuurder en armer. Het<br />
strooisel (bestaande uitafgestorven plantenresten) breekt hierdoor steeds slechter af. <strong>Een</strong><br />
deel van deze organische stof bestaat uit organische zuren. Deze sijpelen met <strong>het</strong><br />
regenwater door naar diepere bodemlagen en nemen op hun weg opgeloste ijzer en<br />
aluminium uit de bovenste bodemlaag mee naar beneden, waar <strong>het</strong> uiteindelijk tot stlstand<br />
komt en een donkere inspoelingslaag vormt. Podzolbodems kenmerken zich door duidelijk<br />
van elkaar te onderscheiden lagen: een dikke trooisellaag aan de oppervlakte, daaronder<br />
een gebleekte grauwige uitspoelingslaag en daaronder een donkere inspoelingslaag of<br />
oerbank.
Overzichtsfoto van de gesaneerde bodem van de Vuilwaterplas, waar de podzolbodem – in<br />
tegenstelling tot onder de vloeivelden – nog wel grotendeels intact bleek. De podzol is<br />
duidelijk te herkennen aan de grijze en zwarte plekken.<br />
<strong>Een</strong> nieuw begin<br />
“Het was één groot stuifzandgebied en daar zwommen we in <strong>het</strong> <strong>Wasmeer</strong>. Was <strong>het</strong> ’s<br />
zomers erg heet en droog, dan kon je er niet zwemmen omdat er te weinig water in stond. Ik<br />
heb <strong>het</strong> zelfs tweemaal geheel droog zien staan.”<br />
(Freek Stegehuis in <strong>het</strong> boekje ‘Anna’s Hoeve, klein gebied groot verhaal’)<br />
Dit historische citaat geeft aardig weer hoe <strong>het</strong> gebied er straks opnieuw uit zal zien. <strong>Een</strong><br />
nieuw begin dus, alsof er nooit afvalwater is geloosd. En met <strong>nieuwe</strong> kansen <strong>voor</strong> natuur én<br />
recreatie. Want dat is <strong>het</strong> doel van <strong>het</strong> <strong>Goois</strong> <strong>Natuurreservaat</strong>: <strong>het</strong> behouden en beschermen<br />
van de <strong>Goois</strong>e natuur en zorgen dat mensen daarvan kunnen genieten.<br />
Zo komt er een aantrekkelijk nieuw fietspad langs de rand van Hilversum met fraaie<br />
uitzichten over <strong>het</strong> <strong>nieuwe</strong> gebied. Dit fietspad brengt <strong>het</strong> befaamde ‘rondje Hilversum’ weer<br />
een stap dichterbij voltooiing. Tussen <strong>het</strong> Kamrad en de Anton Philipsweg komt bovendien<br />
een vrij toegankelijk gebied waar honden niet aan de lijn hoeven. Het rustgebied (een<br />
beschermd natuurmonument) blijft in zijn volle omvang behouden en kan onder begeleiding<br />
worden bezocht. Deskundige vrijwilligers van <strong>het</strong> <strong>Goois</strong> <strong>Natuurreservaat</strong> zullen hier gaan<br />
volgen hoe de natuur zich ontwikkelt.
Luchtfoto van <strong>het</strong> gebied vòòr (links) en (rechts) direct na de sanering. Meest opvallende<br />
verschillen: minder permanente waterpartijen en meer open, zandig gebied (geel).<br />
Bron: GNR<br />
Het <strong>Wasmeer</strong> van de toekomst<br />
De <strong>Laarder</strong> Wasmeren komen er anders uit te zien dan de meeste mensen gewend zijn. Niet<br />
de bekende grote waterplassen met dichte oevers van hoog opgaand riet en wilgen. Maar<br />
één wat groter heideven (<strong>het</strong> Groot <strong>Wasmeer</strong>), een aantal kleinere vennen en daaromheen<br />
een laagblijvende begroeiing. De waterstand zal sterk wisselen met de hoeveelheid neerslag.<br />
Regent <strong>het</strong> veel, dan is <strong>het</strong> wateroppervlak groot. Regent <strong>het</strong> lang niet, dan kunnen de<br />
vennen dus droogvallen.<br />
Opmerkelijk is dat <strong>het</strong> Groot <strong>Wasmeer</strong> bestond bij de gratie van een podzolbodem die<br />
nauwelijks water doorlaat. De grondwaterspiegel ligt een stuk dieper. We spreken daarom<br />
van een hangwaterven. Deze situatie is als <strong>het</strong> ware gereconstrueerd door de gaten in de<br />
podzolbodem af te dichten met klei. Ook de Leeuwenkuil zal nat blijven omdat hier<br />
gesaneerd moest worden tot onder de grondwaterspiegel.<br />
De Leeuwenkuil na<br />
afloop van de sanering.<br />
Op de achtergrond een<br />
deel van <strong>het</strong> hernieuwde<br />
stuifzand
Brede oeverzone<br />
Gezien de dynamiek van de regen, zal er rondom <strong>het</strong> ven meestal een brede oevervlakte zijn<br />
die regelmatig blank staat. Deze zone biedt kansen <strong>voor</strong> plaatselijk verdwenen<br />
plantensoorten. Of deze ook daadwerkelijk weer opduiken, zal de tijd leren. Al weten we uit<br />
beschrijvingen van de befaamde <strong>Goois</strong>e historicus Dr. A.C.J. de Vrankrijker dat hier<br />
Beenbreek, Veenpluis, Valkruid, drie soorten Zonnedauw, Gagel en Oeverkruid groeiden.<br />
Sinds de jaren vijftig is geen van deze soorten in dit gebied meer gesignaleerd. Toch kunnen<br />
er nog altijd kiemkrachtige zaadjes van in de bodem zitten. Gezien de nog aanwezige<br />
fosfaten in de bodem, zal <strong>het</strong> lang duren eer de bodem weer zuur genoeg is <strong>voor</strong> deze<br />
plantensoorten.<br />
Wat dieren betreft biedt <strong>het</strong> ven goede kansen <strong>voor</strong> vele soorten amfibieën, waaronder ook<br />
meer kritische soorten zoals de Heikikker en de Rugstreeppad. Zolang de oevers de eerste<br />
jaren nog kaal zijn is de kans groot dat er Kleine Plevieren gaan broeden.<br />
Kleine zonnedauw is een vleesetend plantje dat op schrale bodems kan overleven<br />
omdat hij zijn voedsel haalt uit kleine insecten die aan de kleverige druppels op de<br />
blaadjes blijven plakken.
De Klokjesgentiaan hoort thuis in voedselarme, wat<br />
zuurdere milieus. <strong>Een</strong> eeuw geleden was hij algemeen<br />
in heel Nederland. Nu komt hij bijna alleen nog <strong>voor</strong> in<br />
natuurgebieden.<br />
De rugstreeppad houdt van tijdelijke poelen. Zijn larven ontwikkelen zich zeer snel<br />
en verlaten de poel <strong>voor</strong>dat deze is opgedroogd. Hierdoor kan deze paddensoort<br />
snel <strong>nieuwe</strong> gebieden koloniseren. Maar in een meer stabiel milieu legt hij <strong>het</strong> af<br />
tegen de gewone pad.<br />
Levend stuifzand<br />
Het noordelijk gedeelte van <strong>het</strong> gesaneerde <strong>Laarder</strong> Wasmerengebied is nu een<br />
stuifzandvlakte waar de wind vrij spel krijgt. De <strong>voor</strong>malige stuifzanden ten noorden van de<br />
waterplassen, waren in de jaren twintig van de vorige eeuw vastgelegd door de aanplant van<br />
dennenbomen. Dus ook hier was de natuurlijke ontwikkeling kunstmatig stopgezet. Door de<br />
smalle strook dennenbos aan de noordzijde van <strong>het</strong> gebied te verwijderen (zie kaart)<br />
ontstond er weer een open overgang met de Zuiderheide.<br />
Zeldzaam<br />
Stuifzanden zijn in west-Europa erg zeldzaam geworden. Ze herbergen tal van specifieke<br />
soorten planten. Denk hierbij niet allen aan heide, maar ook aan korstmossen die zich vanuit<br />
kleine bestaande overgebleven groeiplekken verder kunnen uitbreiden. De stuifzanden<br />
huisvesten ook dieren die anders zouden verdwijnen. Zoals de Boomleeuwerik, tapuit,<br />
nachtzwaluw en de, in Nederland recentelijk uitgestorven, Duinpieper. Nederland is zo<br />
ongeveer <strong>het</strong> enige Europese land waar nog inlandse stuifduinen <strong>voor</strong>komen. Anders<br />
gezegd: 95% van de Europese stuifduinen ligt in Nederland. Daarmee hebben we een<br />
internationale verplichting om deze in stand te houden.<br />
Strijklengte<br />
Ook zijn er bomen weggehaald om <strong>het</strong> stuifzand voldoende ‘strijklengte’ te geven, zodat de<br />
wind weer genoeg aanloop heeft om de kracht te ontwikkelen die nodig is om <strong>het</strong> zand in<br />
beweging te krijgen. Want elke boom of hobbel remt de wind direct boven de grond af.<br />
Daarom zijn de kale stuifzandplekken in <strong>het</strong> noordelijk deel van <strong>het</strong> gebied weer met elkaar<br />
verbonden door tussenliggende bossen weg te halen (zie kaart). Nu is er dus een<br />
aaneengesloten zandgebied van 1100 meter lengte die parallel loopt aan de overheersende<br />
windrichting: vanuit <strong>het</strong> zuidwesten naar <strong>het</strong> noordoosten.<br />
Harde wind brengt stuifzand tot leven. Er worden letterlijk bergen verzet, maar korrel <strong>voor</strong><br />
korrel. Is de bodem nat, dan blijft <strong>het</strong> zand eraan vastkleven. Maar als <strong>het</strong> droog is, houdt<br />
niets houdt de zandkorrels tegen om met alle winden mee te waaien en meters verderop<br />
weer neer te slaan.
Vlagen van zand jagen over <strong>het</strong> glooiende terrein. Fraaie ribbelpatronen ontstaan en<br />
sommige duinen zijn letterlijk aan de wandel. Daarbij wordt niets ontzien. Gras, heide en mos<br />
raakt ondergestoven en struiken maken enkel kans wanneer ze hoog genoeg zijn om met<br />
hun bovenste takken uit <strong>het</strong> stuifduin te blijven steken.<br />
Het zijn verschijnselen die in Nederland <strong>voor</strong>namelijk bekend zijn van <strong>het</strong> strand en de<br />
duinen. Ooit domineerden dit soort zandverstuivingen de Heuvelrug, maar daar is met de<br />
grootschalige bosaanplant van de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw een einde aan<br />
gekomen.<br />
Dichtgroeien<br />
Maar op de lange duur groeien stuifzanden meestal vanzelf dicht. Dat proces begint met <strong>het</strong><br />
verschijnen van de eerste grasjes, gevolgd door korstmossen die op <strong>het</strong> onvruchtbare kale<br />
zand kunnen gedijen, omdat ze hun voedsel toch uit de lucht halen. Na verloop van tijd<br />
komen ook zaadjes van andere plantensoorten letterlijk aanwaaien, zoals die van de grove<br />
den die in dit soort gebieden niet <strong>voor</strong> niets ‘vliegden’ heet. Al die planten bij elkaar vlechten<br />
op den duur een ondergrondse mat van wortels die <strong>het</strong> zand definitief vastlegt en die de wind<br />
buitenspel zet. Zo ontstaat de heide, die zich op den duur vanzelf weer verder ontwikkelt tot<br />
bos. Tenzij af en toe de bodem opnieuw kunstmatig schraal wordt gemaakt, zodat de zodat<br />
de cyclus weer van <strong>voor</strong> af aan kan <strong>start</strong>en. Dat is de reden waarom delen van de heide<br />
regelmatig worden afgeplagd. Pas nadat vrijwel overal in Nederland <strong>het</strong> zand was vastgelegd<br />
met dennenbomen, werd duidelijk hoe belangrijk <strong>het</strong> stuifzand was <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tbestaan van<br />
de heidevelden. Begroeide duinen zijn weer stuivend te maken door deze te plaggen.<br />
Bukken is vragen om zand in je haar en ogen. Zo hard gaat de wind soms tekeer op de<br />
stuifzanden bij de <strong>Laarder</strong> Wasmeren. Alles tot een halve meter boven de grond wordt<br />
stelselmatig gezandstraald. Deze foto is gemaakt terwijl <strong>het</strong> stevig stormde in februari 2011.<br />
De blauwvleugelsprinkhaan, die zich vliegend kan<br />
verspreiden en de warme, droge plekken opzoekt,<br />
is een soort die profijt heeft van stuifduinen en die op<br />
meerdere plekken in Nederland toeneemt dankzij de<br />
aanleg van open zandgebieden.
Windribbels zijn <strong>het</strong> bewijs dat de wind zijn werk doet. Deze foto is gemaakt tijdens een<br />
storm in februari 2011.<br />
Boomleeuwerik. Bleekbruine, ietwat plompe vogel ter grootte van een vink met<br />
witte wenkbrauwstreep en opvallend korte staart. Je hoort zijn kenmer-kende<br />
lululu-klanken vaak al <strong>voor</strong>dat je hem ziet. Houdt van halfopen droge vlaktes,<br />
zoals tussen theehuis ’t Bluk en <strong>het</strong> <strong>Laarder</strong> <strong>Wasmeer</strong>.<br />
Illustratie: Glenn Vermeersch / Bart Siebelink