Jaarvergadering

18
Voor het lidmaatschap der vereeniging heeft zich aangemeld
collega A. P. BONGEBS, (red. chr. dagblad De Amsterdammer). De
leden kunnen op art. 5 der statuten gegronde bezwaren binnen 8
dagen bij het bestuur indienen.
Haagsche Journalisten Vereeniging.
DE J O U R N A L I S T
secretaris.
De Haagsche Journalisten Vereeniging hield 13 Maart haar jaarvergadering
in restaurant Riche onder leiding van den Voorzitter
Mr. VAN BOLHUIS.
Het jaarverslag van de secretaresse en het financieel verslag van
den penningmeester, dat wees op een batig saldo van 1' 287.92"
werden goedgekeurd en de penningmeester werd gemachtigd in het
vervolg de contributie te winnen op de laatste jaren aangewezen
basis met handhaving van het recht der vergadering, desgewenscht
tot verhooging of verlaging over te gaan. In de commissie tot het
nazien van de boeken over 1926 wei-den benoemd de heeren DEBJEU,
FB.EDEB.IKS en VAN WEBMESKEBKEN. Herkozen werden de Voorzitter
Mr VAN BOLHUIS en de bestuursleden LUIKINGA en VAN T VEEB.
Tot gedelegeerde en plaatsvervangend gedelegeerde bij het Kringbestuur
weiden opnieuw benoemd de heeren VAN BEBKUM en BRUISTEN.
Bij de bespreking van de agenda voor de jaarvergadering van den
Ned Journalisten-Kring was de meerderheid der vergadering voor een
door den Penningmeester in te dienen begrooting, met dien verstande,
dat daardoor de bewegingsvrijheid van het bestuur met te zeer aan
banden zou werden gelegd. Besloten werd, dat de gedelegeerden van
de Vereeniging in dezen zin voor de Kringvergadering liet woord
zouden voeren. '
De heer FBEDEBIKS bepleitte de wenschelykheid van het storten
van een hooger percentage in de Weerstandskas. Nadat was gewezen
op de technische bezwaren tegen dit in beginsel algemeen toegejuichte
voorstel, pleitte de heer HAAXMAN voor de vermeerdering van de
Kringinkomsten door persfeesten, zooals deze ook in het buitenland
wel plaats hebben. Dit denkbeeld vond van sommige zijden steun,
terwijl van andere zijden bezwaren werden geopperd, o.a. met het
oog op de moeilijkheid, dat in Nederland hoofdstad en residentie
niet in één plaats zijn vereenigd. Voor het overige kon de meerderheid
der vergadering zich met de verschillende voorstellen vereenigen.
Hoewel men meende, dat het vanzelf sprak dat de altredende
bestuursleden zouden worden herkozen, wenschte men nog eens
warm de candidatuur van den heer POLAK DANIELS te steunen.
Tot gedelegeerden naar de Kringvergadering werden benoemd üe
Voorzitter, de Secretaresse en de heer DEBJEU en tot plaatsvervangende
gedelegeerden, de heeren LUIKINGA, KOOPS en FBEDEBIKS.
Als gewoon lid heeft zich aangemeld de heer A. LIEVEGOED
(N. R. Ct.J .
Bezwaren kunnen binnen acht dagen worden ingeleverd.
De secretaresse
EMMY J. BELINFANTE.
Algemeene belangen.
Voorlichting of misleiding?
Het is niet voor de eerste maal en het zal ook wel niet
voor de laatste maal zijn, dat een woord van cntiek en van
protest moet worden uitgesproken tegen de uiterst lichtvaardige
wijze, waarop van officieele zijde, meestal door bemiddeling
van het Ned. Corr. Bureau voor Dagbladen, tegenspraken
in de Ned. pers worden gepubliceerd.
Wij hebben hier toch te doen met een euvel, waaraan van
de zijde van de pers, wel eens alle aandacht mag worden
geschonken, want het is een systeem om het publiek, m casu
dus onze lezers, al of niet opzettelijk te misleiden.
Wie wel eens zijn schreden heeft gewaagd op het moeilijke
en doornige pad der reportage zal met mij wel eens verbluft
hebben gestaan, welk een vrijheid op het gebied van voorlichting
sommige officieele bureaux er op na houden en met
welk een gemak zij voor deze misleiding de kolommen der
Nederlandsche pers ter hunner beschikking hebben.
Nog niet zoo heel lang geleden heeft de heer ELOUT in
een scherp artikel in het Algemeen Handelsblad geprotesteerd
ten-en dit optreden van het departement van Bmtenlandsche
Zaken, dat door middel van het Ned. Corr. Bureau een bericht
liet tegenspreken, terwijl eenige weken later uit de
officieele stukken bleek, dat het bericht volkomen juist was
geweest. .
Niet altijd slaagt men er echter m op een dergelijke overtuigende
wijze de leugen te achterhalen, waarmede natuurlijk
allerminst bewezen is, dat in andere gevallen, de officieele
tegenspraak meer waarheidlievend was.
"integendeel, met mijn ervaring durf ik met vrij groote
zekerheid te zeggen, dat een officieele tegenspraak nooit het
bewijs is, dat een gemeld bericht onjuist is, maar alleen dat
Gedrukt bij A. de la Mar Azn., Amsterdam
de publicatie van een of ander bericht voor een autoriteit
minder aangenaam was. Deze behoeft dan maar even het
Correspondentiebureau op te bellen en klakkeloos verspreidt
dit bureau de brutale ontkenning door de Ned. pers, zonder
dat dit bureau maar eenige zekerheid heeft, dat deze tegenspraak
een grond van waarheid bevat. En even klakkeloos
neemt vrijwel de geheele pers, een dergelijke tegenspraak op.
leder moet toch voelen, dat hier een toestand wordt gesignaleerd,
die met eerlijke, zuivere journalistiek in strijd is,
want het gemak waarop deze officieele misleiders den toegang
tot de kolommen van onze bladen hebben, maakt deze heeren
steeds brutaler. Ik heb een geval meegemaakt, dat ik van
een directeur van een onzer gemeentelijke instellingen inzage
kreeg van een brief uitgegaan van het departement van
Arbeid, Handel en Nijverheid n.b. geteekend door den minister.
Ik kreeg inzage om er een bericht van te maken en ik deed
zulks. Maar wie schetst mijn verbazing, toen ik den volgenden
dag op mijn bureau een officieele ontkenning van de juistheid
van mijn bericht onder oogen kreeg van het Ned. Corr.
Bureau. Men had het vervelend gevonden, dat dit bericht
reeds was gepubliceerd en toen maar eenvoudig tegengesproken.
Deze voorbeelden zijn met tientallen anderen aan te vullen
en ieder, die iets doet aan de officieele reportage, heeft
dezelfde ervaring.
Maar waar zoo de toestand is, daar spreekt het toch vanzelf,
dat het hoog tijd wordt, dat aan deze officieele misleiding
in onze eigen bladen een eind wordt gemaakt!
En dit kan heel gemakkelijk.
Wanneer, om eens een naam te noemen, de Noordzeebode
een bericht heeft en mijnheer Jansen vindt dat dit onjuist is,
dan laat de Zuiderzeebode de heer Jansen niet aan het woord,
maar verwijst hem naar het blad, dat het oorspronkelijke
stuk heeft opgenomen. Dit is een journalistieke gewoonte,
die ieder prijzen zal. Maar waarom kunnen we hetzelfde niet
doen, wanneer die mijnheer Jansen een onbekende „bevoegde
zijde" of „meest betrouwbare bron" is? Eerst wanneer dit
blad de tegenspraak zou weigeren zou er voor de andere
bladen aanleiding zijn zich in de zaak te mengen. Maar
wanneer men van officieele zijde de tegenspraak tegenover
het betreffende blad met bewijzen moest staven of althans
duidelijk aannemelijk maken, dan zou men eens zien, hoe
het aantal tegenspraken slonk. Natuurlijk wordt hier niet
bedoeld een tegenspraak, die met feiten en gegevens aannemelijk
wordt gemaakt. Dan zal niemand zich er aan ergeren
dat een officieel bureau zich voor de verspreiding van een
dergelijk communiqué leent. Maar een tegenspraak zonder
eenig argument, waarvan noch het Correspondentiebureau
noch de dagbladen iets afweten of het juist is of niet, moest
in onze pers, die toch eerlijke voorlichting wil geven, geen
toegang hebben.
Nu weet ik wel, dat er sommige bladen zijn, die zich van
deze kwestie afmaken met de opmerking: „Ik noem 'net
correspondentiebureau als bron en draag er dan verder geen
enkele aansprakelijkheid voor."
Maar wie even verder doordenkt zal moeten toegeven, dat
die opmerking niet opgaat, alleen reeds niet, wijl de meeste
lezers dit subtiele onderscheid niet voelen en dus de misleiding
toch plaats heeft. En voor die misleiding draagt elke redactie
de verantwoordelijkheid, wanneer die misleiding in haar
kolommen plaats heeft.
Er is misschien nog wel een andere oplossing en misschien
vinden andere collega's naar aanleiding van hetgeen ik hier
opgemerkt heb reden om op deze kwestie nader terug te
komen.
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat ik dit dan met groote
belangstelling zal volgen.
'S-GRAVENHAGE J. HULSMAN.
Personalia en Berichten.
— Tot redacteur van de Emmer Courant is benoemd de
heer D. VAN DE BOSPOORT te Ede.
— Van mr. F. K. VAN OMMEN KLOEKE'S boekje, Copie en
Correctie (uitg. Gebr. Hoitsema, Groningen) verscheen een
tweeden druk. Dit leerboekje voor de kunst van corrigeeren
van drukproeven heeft dus aftrek genoeg gevonden. Journalisten
mogen er ook wel eens in kijken, want ze kunnen er
misschien nog veel goeds uit oppikken.