Jaarvergadering
Jaarvergadering
Jaarvergadering
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
N2 400<br />
Adres voor Redactie en Administratie<br />
Van Slingelandtstraat 70 Den Haag<br />
Int. Instituut<br />
Soc. Geschiedenis<br />
Amsterdam<br />
INHOUD. Officieele Mededeelingen: Verslag <strong>Jaarvergadering</strong>;<br />
Ledenlijst. — Locale en Gewestelijke Vereenigingen: De Arasterdamsche<br />
Pers; Haagsche Journalisten-Vereeniging. —<br />
Algemeene belangen: Voorlichting of misleiding? — Personalia<br />
en berichten.<br />
Officieele Mededeelingen.<br />
<strong>Jaarvergadering</strong><br />
op Zondag 18 Maart v.m. io 1 ^ uur<br />
in Hotel American, Amsterdam.<br />
Aanwezig zijn de gewone leden HANS, VAN DER HOUT,<br />
VOOGD, SCHUTTING, DEKKING, G. POLAK DANIELS, SANTCROOS,<br />
HOLSROER, KOSTER, NOVA, HOTKE, KRAMERS, E. POLAK<br />
DANIELS', ROGGE, SCHOTEL, PAM, ZEYLSTRA, KLEIN, KOUWE-<br />
NAAR, EMMY PELINEANTE, VAN DEN PROEKE, QUAST, VAN<br />
GURTZGEN, FREDERIKS, VAN OOSTEN, DE PY, NIEUWENHUIS,<br />
EVERS, VAN LOON, ALMA, KLOMP, KOOPS, RUGAART, RICARDO,<br />
VAN DEN PROF.K, DE HOOP, VAN WIJK, DE VOOGT, S. DE<br />
VRIES, SAND, VAN DE WEG, LUIKINGA, KNAP, PARENBROEK,<br />
HELENE VAN MEEKREN, VAN POLHUIS, COHEN, DE LANGE,<br />
WESTERBAAN, WILMER, PEAUX, DERJEU, DE ROODE, MECHA<br />
NICUS en de buitengewone leden DA SILVA en DE ZEEUW.<br />
Redacteur:<br />
W. N. VAN DER HOUT<br />
Opening.<br />
De Voorzitter opent de vergadering en wijdt eenige<br />
woorden aan de nagedachtenis der overleden collega's<br />
A. SCHABEEK, M. A. SIPMAN, W. OVERMEER, mevr. W. DRUCKER,<br />
j. W. HELMER, alsmede aan dr. J. ZAAIJER, oud-hoofdredacteur<br />
JV. H. Ct. en oud-bestuurslid van den Kring.<br />
Daarna herinnert hij aan het 25-jarig bestaan der A. P.<br />
en spreekt hij de beste wenschen voor den bloei dezer vereeniging<br />
uit. Vervolgens wijst hij op den toenemenden groei<br />
en bloei van den Kring, waar 't leden-tal de 600 is gepasseerd.<br />
De belangstelling van de leden in het werk van den<br />
Kring kon grooter zijn. Het werk neemt ook gestadig toe<br />
al is het dan niet altijd mogelijk alles wat gedaan wordt<br />
openbaar te maken.<br />
Notulen.<br />
De notulen van de alg. vergadering op 28 Mei te 's-Gravenhage<br />
gehouden, worden goedgekeurd.<br />
Jaarverslag Secretaris.<br />
De heer Derjeu vindt het jaarverslag sober en mist er<br />
mededeelingen in, die hij van belang acht voor de geschiedenis<br />
van den Kring. Er wordt weder in geklaagd over een<br />
te kort aan belangstelling bij de leden, maar hij meent dan<br />
nog eens te moeten wijzen op de organisatie van den Kring,<br />
die vele leden anders wenschen en wel op een wijze die deze<br />
belangstelling ten goede kan komen. De mededeeling omtrent<br />
het werk van de Commissie van Advies acht hij te kort.<br />
De heer Holsboer herinnert aan het standpunt der O. P.<br />
ten aanzien van het gedelegeerde-schap. De O. P. zendt nu<br />
op haar kosten een gedelegeerde zoo dikwijls als mogelijk is.<br />
Gaarne zag hij dit in het jaarverslag vermeld.<br />
De heer Schotel vraagt waarom van het telegram aan de<br />
Pelgische journalisten geen melding is gemaakt in het jaarverslag.<br />
De heer Klomp informeert naar de wijze waarop is uit<br />
13 April 1926<br />
Dit blad verschijnt ten minste<br />
éénmaal per maand<br />
gemaakt welke bladen wel en welke bladen niet uitgenoodigd<br />
waren voor deelneming aan de reis naar Finland. Hij wijst<br />
op een tweetal gevallen van uitnoodiging die hij minder<br />
gelukkig acht. Gaarne had hij daarover eenige inlichtingen.<br />
De heer Kouwenaar wil in het algemeen mededeeling<br />
over het systeem bij dergelijke uitnoodigingen gevolgd. Is er<br />
wel genoeg op gelet dat de samenstelling van het groepje<br />
journalisten representatief is.<br />
De Kringsecretaris betoogt dat niet alle details in het<br />
jaarverslag kunnen worden opgenomen, die bovendien reeds<br />
in den loop van het jaar in het orgaan zijn meegedeeld.<br />
Het jaarverslag geeft een index van de voornaamste gebeurtenissen.<br />
Wie de geschiedenis van het Kringleven wil nagaan<br />
dient het orgaan in zijn geheel te lezen en kennis te nemen<br />
van het Archief. Er zijn bovendien vele onderwerpen die<br />
niet uitvoerig gepubliceerd kunnen worden.<br />
De Voorzitter behandelt de punten van algemeen bestuursbeleid.<br />
Of een andere organisatievorm meer belangstelling<br />
zou wekken, is niet te zeggen. Het voorstel inzake<br />
den Pond met Afdeelingen is verworpen. Wat Zuid-Afrika<br />
betreft, zet hij uitéén dat alleen getracht is inlichtingen te<br />
verkrijgen. Meer niet. Vóór er iets definitiefs zou gebeuren<br />
zouden natuurlijk de organen van den Kring gehoord worden.<br />
Voor de activiteit der O. P. heeft spr. gaarne een woord<br />
van hulde. Het telegram naar Pelgië overschat men: het was<br />
slechts een uiting voor onze collega's ginds en had gansch<br />
geen politieke beteekenis. Een regeling als voor de Finsche<br />
reis is zeer moeilijk en ondankbaar. Het aantal plaatsen is<br />
klein, het aantal bladen groot en dus moet er ontevredenheid<br />
komen. Wat het geval-Hulsteijn betreft, geeft spr. nadere<br />
inlichtingen. Aan de bladen wordt een uitnoodiging gezonden<br />
en dan wordt aan den hoofdredacteur overgelaten de persoon<br />
aan te wijzen. Gewenscht is, voor het blad zelf niet in de<br />
laatste plaats, dat de aan te wijzen persoon representatief is<br />
en dat deze niet om bizondere redenen minder gewenscht is.<br />
HULSTEYN was vertegenwoordiger van Philips en de combinatie<br />
van die functie met die van representatief journalist was<br />
ongewenscht. Het Kringbestuur kon daarvoor geen verantwoordelijkheid<br />
op zich nemen, maar toen heeft de heer NIJGH,<br />
de directeur van de N. R. Crt., den heer HULSTEYN aangewezen<br />
als vertegenwoordiger van de Nieuwe Courant en<br />
na een uitvoerige correspondentie heeft het Pestuur in dit<br />
geval moeten berusten ook omdat de heer H. nog onder de<br />
gewone leden van den Kring stond opgenomen.<br />
De heer Derjeu vraagt nog eenige inlichtingen over Zuid-<br />
Afrika. Hij vreest dat na Z.-A. Vlaanderen aan de beurt zal<br />
komen, hetgeen hij gevaarlijk acht.<br />
De heer Kouwenaar meent dat het Kringbestuur meer<br />
invloed moet doen gelden op de samenstelling der groep<br />
journalisten die de Nederlandsche pers vertegenwoordigen en<br />
dat niet aan het toeval kan worden overgelaten wie er al<br />
dan niet meegaan. Een kern van die groep moet in elk geval<br />
representatief zijn.<br />
De heer Van Bolhuis bespreekt ook de Finsche reis.<br />
Ook hij wil dat gezorgd zal worden dat de groep representatief<br />
zoo goed mogelijk is. In toenadering treden met stamverwante<br />
taalgenooten acht hij niet geheel ongewenscht.<br />
De heer Klomp is niet tevreden. Hij had gewild dat<br />
geprotesteerd was tegen het meegaan van HULSTEYN.<br />
De heer Douwens steunt de heer DERJEU ten aanzien<br />
van het samengaan van stamverwante collega's.<br />
De Voorzitter zet nogmaals uitéén dat geen andere bedoeling<br />
in Zuid-Afrika voorzit dan contact zoeken. De kwestie
16 D E J OÜRNALIST<br />
van de organisatie der reizen is moeilijk. Hij heeft „dat ook<br />
bij de Belgische ondervonden. Veel hangt ook af van de<br />
houding der journalisten die meegaan en die niet bij iedere<br />
gelegenheid, terwijl zij gasten zijn, met hun notitieboekje<br />
moeten klaar staan om tot hen gerichte speeches te noteeren.<br />
De heer Nova wijst op de vele Hollandsche bladen die<br />
in Amerika verschijnen. De heer DERJEU is overgevoelig en<br />
ziet misschien in contact zoeken met die bladen wel het gevaar<br />
dat wij in conflict komen met de Monroe-leer.<br />
De heer Van den Broeke wil even constateeren dat de<br />
heer HULSTEYN in Finland op geen enkel punt misbruik<br />
heeft gemaakt van zijn positie. Men moet de persoonlijke<br />
elementen niet te veel op den voorgrond stellen. Het Kringbestuur<br />
heeft bij de uitnoodigingen voor Finland zelf reeds<br />
gewezen op het representatief karakter. Overigens kan men<br />
over het representatief optreden in Finland, dank zij de uitstekende<br />
leiding van onzen Kringsecretaris alleszins tevreden<br />
zijn.<br />
Het verslag wordt onder dankzegging aan den secretaris<br />
goedgekeurd.<br />
Wijziging Reglement Weerstandskas.<br />
De voorgestelde wijziging in het Reglement van de Weerstandskas,<br />
gelijk die in de agenda was opgenomen, wordt<br />
zonder discussie goedgekeurd.<br />
Bestuursverkiezingen.<br />
Aan de orde is de verkiezing van twee bestuursleden.<br />
Aftredend maar herkiesbaar zijn de heeren G. POLAK DANIELS<br />
en Is. SANTCROOS.<br />
De heer Kouwenaar herinnert aan hetgeen verleden jaar<br />
te Rotterdam is voorgevallen toen in één vacature, ontstaan<br />
door het bedanken der Amsterdamsche leden, een Rotterdammer<br />
is gekozen. De traditie dat Amsterdam drie leden<br />
in het bestuur heeft is daardoor gebroken. Hij betreurt het<br />
dat vóór die Rotterdamsche vergadering geen overleg is gepleegd<br />
en dat nu op gewelddadige wijze verandering in den<br />
toestand werd gebracht. De A. P. hield zich toen haar vrijheid<br />
ten volle voor. Thans acht de A. P. zich verplicht een<br />
tegencandidaat tegenover den heer POLAK DANIELS te stellen<br />
niet om zijn persoon maar om het principe. De gelegenheid<br />
om de fout van Rotterdam te herstellen wil men met laten<br />
passeeren.<br />
De heer Van Bolhuis acht het uitgangspunt van collega<br />
KOUWENAAR onjuist. Uit het Jaarboekje toont hij aan dat<br />
het geen traditie, geen gentleman-agreement is geweest dat<br />
Amsterdam drie zetels bezette. Vroeger had het er slechts<br />
twee en het lijkt spr. een onbillijke behandeling dat Rotterdam<br />
er i en Amsterdam dat in zijn plaatselijke vereeniging<br />
slechts een goede 70 van de 120 Kringleden omvat er drie<br />
heeft. Men moet hier overigens geen rekensommetje van<br />
maken. Uit andere organisaties blijkt dat njen met dergelijke<br />
plaatselijke vertegenwoordiging ook geen rekening houdt.<br />
De Voorzitter heet collega JAN DE ROODE (die juist<br />
binnengekomen was) hartelijk welkom en achtte het een<br />
groote vreugde dat hij in de Nederlandsche journalistiek<br />
terugkeert. {Groot applaus)<br />
DeheerSchotting, sprekend ook namens collega SANTCROOS,<br />
zegt dat hij het alternatief stelt Kringbelang of Plaatselijk<br />
belang. Ook hij betreurt wat in Rotterdam is gebeurd en<br />
was daarover evenzeer verontwaardigd. Plet was goede smaak<br />
en kameraadschap geweest als daarvan vóór die vergadering<br />
was gesproken. De tijd echter heelt veel en bovendien dient<br />
een Kringbestuurslid verder te zien en de belangen van den<br />
Kring in het oog te vatten. Het brengt hem en collega<br />
SANTCROOS er toe niet op den candidaat der A. P. te stemmen.<br />
De heer Kouwenaar ontkent dat Amsterdam traditioneel<br />
geen recht heeft op drie plaatsen. De A. P. stelt voorts<br />
allerminst het locaal belang tegenover liet algemeen Kringbelang<br />
maar acht het uit overweging van evenredige vertegenwoordiging<br />
billijk dat Amsterdam drie plaatsen bezet.<br />
De heer Westerbaan zou toch wel willen dat men eens<br />
met dat gezeur ophield. Het doet er niets toe waar de bestuursleden<br />
wonen als het maar goede bestuursleden zijn.<br />
Hij wijst eens op de provincie. Als die ook eens ging ageeren<br />
om meer plaatsen, zou dat ook te verdedigen zijn. Fen goed<br />
bestuurslid te laten vallen enkel en alleen om er een Amsterdamsen<br />
bestuurslid voor in de plaats te stellen, lijkt hem<br />
onredelijk.<br />
De heer Klomp wil in een motie uitspreken dat er in<br />
Rotterdam iets is gebeurd dat grievend was voor de A. P.<br />
Deze motie wordt echter niet voldoende ondersteund.<br />
Uitslag der bestuursverkiezingen.<br />
G. POLAK DANIELS 32 stemmen, A. DE Hooi' 15 stemmen,<br />
2 blanco.<br />
Is. SANTCROOS 42 stemmen, D. KOUWENAAR I stem,<br />
1 blanco.<br />
Zoodat de heeren G. POLAK DANIELS en Is. SANTCROOS<br />
beide zijn herkozen. Zij verklaren zich bereid de herbenoeming<br />
te aanvaarden.<br />
Financieel verslag.<br />
De Voorzitter doet voorlezing van onderstaand door hem<br />
ontvangen schrijven:<br />
Aan den Heer Voorzitter van den<br />
Nederlandschen Journalisten-Kring<br />
Den Haag.<br />
De ondergeteekenden in de algemeene ledenvergaderingvan<br />
29 Maart 1925 benoemd in de commissie tot het nazien<br />
der rekening van den Penningmeester over het jaar 1925,<br />
hebben de eer u mede te deelen, dat zij zich ten huize van<br />
dien dignitaris op Zaterdagmiddag 2r Maart 1926 van die<br />
taak hebben gekweten.<br />
Niet wetende of zij de a.s. algemeene ledenvergadering te<br />
Amsterdam zullen kunuen bijwonen, meenen zij schriftelijk<br />
van hun bevindingen te moeten kennis geven.<br />
De Penningmeester heeft hen alle bescheiden op de rekening<br />
betrekking hebbende voorgelegd en toegelicht. Zij hebben<br />
voorts het saldo dat op 31 December 1925 in kas moest zijn,<br />
vergeleken met de daaromtrent getoonde cijfers in de boeken<br />
betreffende de reeds in het nieuwe laar gedane uitgaven<br />
zoowel voor den Kring als voor de Weerstandskas, met het<br />
nadeelig saldo rekening 1925 en met het voordeelig saldo<br />
dat bij bankiers aanwezig was en zijn tot de slotsom gekomen<br />
dat een en ander in overeenstemming was met de gedane<br />
opgaven.<br />
Zij hebben op grond van hun onderzoek de eer de algemeene<br />
vergadering voor te stellen om, onder dankzegging<br />
aan den Penningmeester voor zijn beheer die rekening goed<br />
te keuren en tot decharge over te gaan.<br />
De commissie,<br />
(w. g.) P. J. BLOK.<br />
„ Dr. J. M. C. VAN OVERBEEK.<br />
De heer Derjeu verdedigt namens Den Haag de indiening<br />
van een jaarlijksche begrooting, ook om de Kringvergadering<br />
meer zeggenschap te geven inzake de uitgaven. Spr. zal echter,<br />
nu de heer VOOGD als Penningmeester wil heengaan, hem<br />
geen begrooting meer opdringen. Voorts vindt hij den post<br />
eere- en huldeblijken vrij hoog en hij waarschuwt tegen 7 °/0<br />
Duitsche effecten, nu de penningmeester zulk een stuk voor<br />
de Weerstandskas heeft aangekocht.<br />
De heer Schotel sluit zich bij den heer DERJEU inzake<br />
een begrooting aan. Bij de begrooting kan men dan nagaan<br />
wat er te bezuinigen is. De kosten voor de bestuursvergaderingen<br />
(± f 150 per vergadering) wijzen er op, dat vroegere<br />
aanmerkingen op deze kosten niet geholpen hebben. Inzake<br />
de contributie-inning keurt spr. goed, dat de Amsterdamsche<br />
penningmeester niet langer bereid was de Kring-kwitanties<br />
te innen, nu de Kringpenningmeester meende de kwade<br />
posten te moeten achterhouden.<br />
De Penningmeester zegt dat hij er gelukkig nogal goed<br />
af is gekomen. Waarschijnlijk is dit een gevolg van het<br />
feit, dat de rekening er nogal goed uitziet. Hij acht het,<br />
zoolang de Kringfmanciën in een labiel evenwicht zijn,<br />
moeilijk zich aan een begrooting te houden. Er zijn altijd<br />
onvoorziene omstandigheden, doch hij hoopt, dat zijn opvolger<br />
aan de wenschen van de heeren DERJEU en SCHOTEL zal<br />
tegemoet komen. In den post eereblijken zitten zoowel sympathiebetuigingen<br />
bij vroolijke als bij treurige gelegenheden.<br />
De kosten van de bestuursvergaderingen houden verband met<br />
de opkomst van de bestuursleden, waardoor ook de reiskosten<br />
zeer uiteenloopen. Het risico van conversie bij het Duitsche<br />
fonds loopt men ook bij Nederlandsche stukken.<br />
De heer Kramers brengt hulde aan den Penningmeester,<br />
nu het tekort + f 1000 is ingeloopen. Hij meent, dat de<br />
kosten van de bestuursvergaderingen verminderd kunnen<br />
worden en geeft nog een enkele andere bezuiniging, zoo<br />
mogelijk, in overweging.<br />
De heer Rogge wijst er op, dat er leden zijn, wien geen<br />
contributie-kwitantie werd aangeboden, hoewel zij. reeds geruimen<br />
tijd lid van den Kring zijn.<br />
De Penningmeester: Als de heer ROGGE, mij namen wil<br />
noemen, zal ik daar veel prijs op stellen.<br />
De heer Derjeu: Komt er nu een begrooting?<br />
De Voorzitter: Neen, voorloopig niet, want de Penningmeester<br />
blijft er tegen. Maar we zullen spoedig de zaak<br />
nader kunnen overwegen.<br />
De Penningmeester merkt nog op, dat hij voornemens<br />
is in een volgende bestuursvergadering officieel zijn voornemen<br />
tot aftreden als Penningmeester mee te deelen. Het<br />
lijkt hem gewenscht, dan een 2 C " penningmeester te benoemen,<br />
die dan misschien voor het volgende jaar een begrooting zou<br />
kunnen indienen.
Ue heer Schotel zegt nog, dat hij niet overtuigd is inzake<br />
de wenschelijkheid van een begrootmg en verlaging van de<br />
kosten voor bestuursvergaderingen.<br />
Tot leden van de commissie voor het nazien van de<br />
rekening over 1926 worden benoemd de heeren J. LOURENS,<br />
S. BRUYSTEN en j. SCHRAVER.<br />
Wederom wordt besloten 10 °/0 van de contributie-ontvangst<br />
te storten in de Weerstandskas.<br />
Commissie van Advies.<br />
Bij de verkiezing van een voorzitter en een lid der Commissie<br />
van Advies werden de periodiek aftredende heeren<br />
N. D. KUIPER (Den Haag, voorzitter) en j. SCHRAVER<br />
(Rotterdam, lid) bij acclamatie herkozen.<br />
DE JOURNALIST 17<br />
Het Kringorgaan.<br />
Nadat de vergadering zich zonder discussie en zonder<br />
stemming had vereenigd met het voorstel van het bestuur<br />
om over 1926 een maximum crediet van f 1400 toe te staan<br />
voor het orgaan, kwam aan de orde de bespreking van<br />
het beleid van den redacteur<br />
van de Journalist.<br />
De heer Schotel merkte op, dat het in de Amsterdamsche<br />
Pers verwondering had gewekt, dat de overleden journalist<br />
HELMER, die wel is waar geen Kringlid meer was, maar toch<br />
eenige jaren Kringbestuurder is geweest, met slechts enkele<br />
regels in het orgaan is herdacht. Dit acht spr. wel wat al te<br />
sober.<br />
De Redacteur antwoordde, dat hij zich als stelregel heeft<br />
gesteld, dat personen die lid van den Kring hadden kunnen<br />
zijn, maar daar buiten zijn gebleven bij bepaalde gelegenheden<br />
gememoreerd worden, maar ook niet meer dan dat.<br />
De Voorzitter had aan het overlijden van den journalist<br />
HELMER in het Kringorgaan inderdaad meer aandacht willen<br />
schenken.<br />
Het beleid van den redacteur werd hierna goedgekeurd.<br />
Tot redacteur van het Kringorgaan en tot plv. redacteur<br />
werden vervolgens bij acclamatie herkozen de aftredende<br />
heeren VAN DER HOUT en POLAK DANIELS.<br />
Statutenherziening.<br />
Aan de orde zou nu zijn het bestuursvoorstel tot herziening<br />
van de art. 5 en 6 der Statuten.<br />
De Voorzitter doet voorlezing van de volgende ingekomen<br />
motie van de Amsterdamsche Pers:<br />
De vergadering van den Nederlandschen Journalisten-Kring,<br />
gehouden op Zondag 28 Maart 1926 in American Hotel te<br />
Amsterdam;<br />
overwegend, dat de voorbereiding van de behandeling van<br />
het voor den Kring hoogst belangrijke voorstel van het<br />
Bestuur tot wijziging van de Statuten, in dien zin, dat voortaan<br />
directeuren-hoofdredacteuren weder gewone leden kunnen<br />
worden, onvoldoende is geweest, evenals de schriftelijke toelichting<br />
in De Journalist;<br />
besluit dit voorstel thans niet in behandeling te nemen.<br />
maar aan het Bestuur te verzoeken het eerst in den Kringraad<br />
te keliandelen, en<br />
gaat over tot de orde van den dag.<br />
De Voorzitter merkte op, dat het bestuur zich niet<br />
willende verzetten tegen een vooi bereidende behandeling van<br />
deze zaak in den Kringraad, in zijn voor de algemeene<br />
vergadering gehouden bestuursvergadering besloten heeft, zijn<br />
voorstel van deze agenda terug te nemen.<br />
Voorts is bij het Kringbestuur ingekomen een motie-<br />
TERSÏEEG, luidende:<br />
De algemeene vergadering van den Nederlandschen Journalisten-Kring,<br />
gehouden op 28 Maart 1926, te Amsterdam;<br />
overwegende, dat de thans voorgestelde wijziging van art.<br />
^ en 6 der Statuten betreft een mcidenteele afwijking van<br />
den regel, gesteld bij de algemeene principieele wijziging der<br />
Statuten, die werd goedgekeurd in de vergaderingen van<br />
9 Mei 1918 te Amsterdam en van 27 October 1918 te<br />
's-Gravenhage;<br />
overwegende, dat een principieele wijziging van de Statuten<br />
van den N. J. K. aanhangig is gemaakt;<br />
overwegende, dat voor de voorgestelde incidenteele wijzigingvan<br />
de Statuten in de toelichting geen enkele dringende<br />
noodzaak wordt aangevoerd;<br />
besluit:<br />
punt 12 der agenda aan te houden, totdat een beslissing<br />
in beginsel over het voorstel-ÏERSTEEG tot wijziging van de<br />
Statuten van den N. J. K. zal zijp genomen;<br />
en gaat over tot de orde van den dag.<br />
De Voorzitter merkte op, dat ook dat wat de heer<br />
TERSTEEG in zijn motie vraagt ter beoordeeling aan den<br />
Kringraad zal worden voorgelegd.<br />
De heer Derjeu vond dezen gang van zaken eenigszins<br />
zonderling. Het Kringbestuur brengt een voorstel tot Statutenwijziging<br />
op de agenda en nog voordat het Kringbestuur zijn<br />
voorstel duidelijk heeft gemotiveerd, krabbelt het Kringbestuur<br />
terug voor de motie van de A. P. Spr. is er niet tegen dat<br />
deze zaak eerst in de vergadering van den Kringraad komt,<br />
maar achtte toch de houding van het Kringbestuur vreemd.<br />
De Voorzitter meende te moeten vaststellen dat van<br />
eenige terugkrabbeling van het Kringbestuur geen sprake is.<br />
Nog vóór de motie was ingediend, had het Bestuur, op<br />
grond van verschillende opmerkingen, zijn houding behaald.<br />
Het Kringbestuur meent goed te doen, nu het verlangen<br />
daartoe kenbaar is gemaakt deze zaak eerst in den Kringraad<br />
te brengen. Vooraf kunnen dan de verschillende plaatselijke<br />
vereenigingen het voorstel behandelen.<br />
De heer Kouwenaar achtte het beter als een andere<br />
volgorde wordt gevolgd, n.1. eerst behandeling in den Kringraad,<br />
waar dan het Kringbestuur in de gelegenheid is uitvoeriger<br />
dan nu gebeurd is, zijn motieven mede te deelen,<br />
waarom het met dit voorstel meende te moeten komen.<br />
Daarna kan behandeling plaats hebben in de plaatselijke<br />
vereenigingen.<br />
De Voorzitter zegt dat de aangesloten vereenigingen het<br />
zeif in de hand hebben deze volgorde van behandeling toe<br />
te passen.<br />
Hierna werd de vergadering gesloten.<br />
Ledenlijst.<br />
Adresveranderingen:<br />
A. M. D. VAN DEN BERG van Delft naar Hotel Centrum, Markt,<br />
Goes.<br />
JOH. MEIJER van Assen naar Kromme Mijdrechtstraat i\<br />
Amsterdam.<br />
Dr. M. VAJDA. Amstelkade 93. Amsterdam.<br />
Locale en Gewestelijke Vereenigingen.<br />
De Amsterdamsche Pers.<br />
De vereeniging „De Amsterdamsche Pers" hield op Donderdag<br />
18 Maart een ledenvergadering in het „American Hotel" onder<br />
voorzitterschap van collega D. KOUWENAAR ter behandeling der<br />
agenda voor de jaarlijksche algemeene vergadering van den Nederlandschen<br />
Journalislen-Kring op Zondag 28 Maart te Amsterdam.<br />
Naar aanleiding van de verslagen van den penningmeester werd besloten<br />
ter Kringvergadering wederom aan te dringen op een begrooting en<br />
de vraag te stellen hoe te verklaren is, dat bij vergelijking met 1924<br />
de kosten der bestuursvergaderingen gestegen zijn van pi. m. 100<br />
tot pi. m. 150 gulden per vergadering. Tevens werd besloten te<br />
wijzen op de naar het oordeel der vergadering averechtsche opvatting<br />
van den Kringpenningmeester ten aanzien van de decentralisatie der<br />
contributie-inning, doordat hij de plaatselijke penningmeesters alleen<br />
de gemakkelijke posten ter inning gaf. Voorts werd nog besloten<br />
de aandacht te vestigen op enkele onnauwkeurigheden bij de inning<br />
o.a. door naamsverwarring.<br />
Bij het punt: verkiezing van bestuursleden werd besloten in de plaats<br />
van collega POLAK DANIELS een Amsterdammer candidaat te stellen,<br />
dit op grond van het gebeurde der vorige jaarvergadering toen de<br />
door de Amsterdamsche Pers in een Amsterdamsche vacature gestelde<br />
candidaat onverhoeds ten val werd gebracht en een Rotterdammer<br />
werd gekozen. Herinnerd werd hierbij aan de naar aanleiding<br />
daarvan door de ledenvergadering der A. P. aangenomen motie<br />
waarbij deze, gezien het niet meer eerbiedigen der traditie, zich<br />
voor de toekomst volledige vrijheid van handelen voorbehield. Tot<br />
candidaat werd verkozen collega A. DE Hoop. Collega SANTCROOS<br />
werd wederom candidaat gesteld.<br />
Bij het jaarverslag van den Kringsecretaris zou er de aandacht<br />
op worden gevestigd, dat in dit verslag de mededeeling ontbreekt,<br />
dat het Kringbestuur naar aanleiding van het sluiten van het<br />
Nederlandsch-Belgisch verdrag een telegram heeft gezonden aan de<br />
Belgische collega's.<br />
Bij de bespreking van het beleid van den redacteur zou er leedwezen<br />
over worden uitgesproken dat het overlijden van het oudbestuurslid<br />
van den Kring HELMER slechts met enkele woorden in<br />
het orgaan is herdacht.<br />
Naar aanleiding van het voorstel tot toelating der directeurenhoofdredacteuren<br />
als gewoon lid zou ter Kringvergadering een motie<br />
van orde worden ingediend waarbij verzocht wordt om gezien de<br />
onvoldoende voorbereiding en de onvoldoende toelichting over dit<br />
voorstel alsnog den Kringraad te raadplegen.<br />
De delegatie naar de Kringvergadering werd samengesteld uit de<br />
collega's KOUWENAAR, SCHOTEL en TERSTEEG.<br />
Bij den aanvang der vergadering had de Voorzitter mededeeling<br />
gedaan van de met bevredigend resultaat bekroonde bemoeiingen<br />
van het bestuur inzake de persplaatsen bij de behandeling der zaak-<br />
Muijlwijk voor het gerechtshof en bij de zittingen van den politierechter.<br />
Verder werd meegedeeld, dat het bestuur zich officieel had<br />
doen vertegenwoordigen ter receptie van mr. H, VERKOUTEREN,<br />
buitengewoon lid der Amsterdamsche Pers.
18<br />
Voor het lidmaatschap der vereeniging heeft zich aangemeld<br />
collega A. P. BONGEBS, (red. chr. dagblad De Amsterdammer). De<br />
leden kunnen op art. 5 der statuten gegronde bezwaren binnen 8<br />
dagen bij het bestuur indienen.<br />
Haagsche Journalisten Vereeniging.<br />
DE J O U R N A L I S T<br />
secretaris.<br />
De Haagsche Journalisten Vereeniging hield 13 Maart haar jaarvergadering<br />
in restaurant Riche onder leiding van den Voorzitter<br />
Mr. VAN BOLHUIS.<br />
Het jaarverslag van de secretaresse en het financieel verslag van<br />
den penningmeester, dat wees op een batig saldo van 1' 287.92"<br />
werden goedgekeurd en de penningmeester werd gemachtigd in het<br />
vervolg de contributie te winnen op de laatste jaren aangewezen<br />
basis met handhaving van het recht der vergadering, desgewenscht<br />
tot verhooging of verlaging over te gaan. In de commissie tot het<br />
nazien van de boeken over 1926 wei-den benoemd de heeren DEBJEU,<br />
FB.EDEB.IKS en VAN WEBMESKEBKEN. Herkozen werden de Voorzitter<br />
Mr VAN BOLHUIS en de bestuursleden LUIKINGA en VAN T VEEB.<br />
Tot gedelegeerde en plaatsvervangend gedelegeerde bij het Kringbestuur<br />
weiden opnieuw benoemd de heeren VAN BEBKUM en BRUISTEN.<br />
Bij de bespreking van de agenda voor de jaarvergadering van den<br />
Ned Journalisten-Kring was de meerderheid der vergadering voor een<br />
door den Penningmeester in te dienen begrooting, met dien verstande,<br />
dat daardoor de bewegingsvrijheid van het bestuur met te zeer aan<br />
banden zou werden gelegd. Besloten werd, dat de gedelegeerden van<br />
de Vereeniging in dezen zin voor de Kringvergadering liet woord<br />
zouden voeren. '<br />
De heer FBEDEBIKS bepleitte de wenschelykheid van het storten<br />
van een hooger percentage in de Weerstandskas. Nadat was gewezen<br />
op de technische bezwaren tegen dit in beginsel algemeen toegejuichte<br />
voorstel, pleitte de heer HAAXMAN voor de vermeerdering van de<br />
Kringinkomsten door persfeesten, zooals deze ook in het buitenland<br />
wel plaats hebben. Dit denkbeeld vond van sommige zijden steun,<br />
terwijl van andere zijden bezwaren werden geopperd, o.a. met het<br />
oog op de moeilijkheid, dat in Nederland hoofdstad en residentie<br />
niet in één plaats zijn vereenigd. Voor het overige kon de meerderheid<br />
der vergadering zich met de verschillende voorstellen vereenigen.<br />
Hoewel men meende, dat het vanzelf sprak dat de altredende<br />
bestuursleden zouden worden herkozen, wenschte men nog eens<br />
warm de candidatuur van den heer POLAK DANIELS te steunen.<br />
Tot gedelegeerden naar de Kringvergadering werden benoemd üe<br />
Voorzitter, de Secretaresse en de heer DEBJEU en tot plaatsvervangende<br />
gedelegeerden, de heeren LUIKINGA, KOOPS en FBEDEBIKS.<br />
Als gewoon lid heeft zich aangemeld de heer A. LIEVEGOED<br />
(N. R. Ct.J .<br />
Bezwaren kunnen binnen acht dagen worden ingeleverd.<br />
De secretaresse<br />
EMMY J. BELINFANTE.<br />
Algemeene belangen.<br />
Voorlichting of misleiding?<br />
Het is niet voor de eerste maal en het zal ook wel niet<br />
voor de laatste maal zijn, dat een woord van cntiek en van<br />
protest moet worden uitgesproken tegen de uiterst lichtvaardige<br />
wijze, waarop van officieele zijde, meestal door bemiddeling<br />
van het Ned. Corr. Bureau voor Dagbladen, tegenspraken<br />
in de Ned. pers worden gepubliceerd.<br />
Wij hebben hier toch te doen met een euvel, waaraan van<br />
de zijde van de pers, wel eens alle aandacht mag worden<br />
geschonken, want het is een systeem om het publiek, m casu<br />
dus onze lezers, al of niet opzettelijk te misleiden.<br />
Wie wel eens zijn schreden heeft gewaagd op het moeilijke<br />
en doornige pad der reportage zal met mij wel eens verbluft<br />
hebben gestaan, welk een vrijheid op het gebied van voorlichting<br />
sommige officieele bureaux er op na houden en met<br />
welk een gemak zij voor deze misleiding de kolommen der<br />
Nederlandsche pers ter hunner beschikking hebben.<br />
Nog niet zoo heel lang geleden heeft de heer ELOUT in<br />
een scherp artikel in het Algemeen Handelsblad geprotesteerd<br />
ten-en dit optreden van het departement van Bmtenlandsche<br />
Zaken, dat door middel van het Ned. Corr. Bureau een bericht<br />
liet tegenspreken, terwijl eenige weken later uit de<br />
officieele stukken bleek, dat het bericht volkomen juist was<br />
geweest. .<br />
Niet altijd slaagt men er echter m op een dergelijke overtuigende<br />
wijze de leugen te achterhalen, waarmede natuurlijk<br />
allerminst bewezen is, dat in andere gevallen, de officieele<br />
tegenspraak meer waarheidlievend was.<br />
"integendeel, met mijn ervaring durf ik met vrij groote<br />
zekerheid te zeggen, dat een officieele tegenspraak nooit het<br />
bewijs is, dat een gemeld bericht onjuist is, maar alleen dat<br />
Gedrukt bij A. de la Mar Azn., Amsterdam<br />
de publicatie van een of ander bericht voor een autoriteit<br />
minder aangenaam was. Deze behoeft dan maar even het<br />
Correspondentiebureau op te bellen en klakkeloos verspreidt<br />
dit bureau de brutale ontkenning door de Ned. pers, zonder<br />
dat dit bureau maar eenige zekerheid heeft, dat deze tegenspraak<br />
een grond van waarheid bevat. En even klakkeloos<br />
neemt vrijwel de geheele pers, een dergelijke tegenspraak op.<br />
leder moet toch voelen, dat hier een toestand wordt gesignaleerd,<br />
die met eerlijke, zuivere journalistiek in strijd is,<br />
want het gemak waarop deze officieele misleiders den toegang<br />
tot de kolommen van onze bladen hebben, maakt deze heeren<br />
steeds brutaler. Ik heb een geval meegemaakt, dat ik van<br />
een directeur van een onzer gemeentelijke instellingen inzage<br />
kreeg van een brief uitgegaan van het departement van<br />
Arbeid, Handel en Nijverheid n.b. geteekend door den minister.<br />
Ik kreeg inzage om er een bericht van te maken en ik deed<br />
zulks. Maar wie schetst mijn verbazing, toen ik den volgenden<br />
dag op mijn bureau een officieele ontkenning van de juistheid<br />
van mijn bericht onder oogen kreeg van het Ned. Corr.<br />
Bureau. Men had het vervelend gevonden, dat dit bericht<br />
reeds was gepubliceerd en toen maar eenvoudig tegengesproken.<br />
Deze voorbeelden zijn met tientallen anderen aan te vullen<br />
en ieder, die iets doet aan de officieele reportage, heeft<br />
dezelfde ervaring.<br />
Maar waar zoo de toestand is, daar spreekt het toch vanzelf,<br />
dat het hoog tijd wordt, dat aan deze officieele misleiding<br />
in onze eigen bladen een eind wordt gemaakt!<br />
En dit kan heel gemakkelijk.<br />
Wanneer, om eens een naam te noemen, de Noordzeebode<br />
een bericht heeft en mijnheer Jansen vindt dat dit onjuist is,<br />
dan laat de Zuiderzeebode de heer Jansen niet aan het woord,<br />
maar verwijst hem naar het blad, dat het oorspronkelijke<br />
stuk heeft opgenomen. Dit is een journalistieke gewoonte,<br />
die ieder prijzen zal. Maar waarom kunnen we hetzelfde niet<br />
doen, wanneer die mijnheer Jansen een onbekende „bevoegde<br />
zijde" of „meest betrouwbare bron" is? Eerst wanneer dit<br />
blad de tegenspraak zou weigeren zou er voor de andere<br />
bladen aanleiding zijn zich in de zaak te mengen. Maar<br />
wanneer men van officieele zijde de tegenspraak tegenover<br />
het betreffende blad met bewijzen moest staven of althans<br />
duidelijk aannemelijk maken, dan zou men eens zien, hoe<br />
het aantal tegenspraken slonk. Natuurlijk wordt hier niet<br />
bedoeld een tegenspraak, die met feiten en gegevens aannemelijk<br />
wordt gemaakt. Dan zal niemand zich er aan ergeren<br />
dat een officieel bureau zich voor de verspreiding van een<br />
dergelijk communiqué leent. Maar een tegenspraak zonder<br />
eenig argument, waarvan noch het Correspondentiebureau<br />
noch de dagbladen iets afweten of het juist is of niet, moest<br />
in onze pers, die toch eerlijke voorlichting wil geven, geen<br />
toegang hebben.<br />
Nu weet ik wel, dat er sommige bladen zijn, die zich van<br />
deze kwestie afmaken met de opmerking: „Ik noem 'net<br />
correspondentiebureau als bron en draag er dan verder geen<br />
enkele aansprakelijkheid voor."<br />
Maar wie even verder doordenkt zal moeten toegeven, dat<br />
die opmerking niet opgaat, alleen reeds niet, wijl de meeste<br />
lezers dit subtiele onderscheid niet voelen en dus de misleiding<br />
toch plaats heeft. En voor die misleiding draagt elke redactie<br />
de verantwoordelijkheid, wanneer die misleiding in haar<br />
kolommen plaats heeft.<br />
Er is misschien nog wel een andere oplossing en misschien<br />
vinden andere collega's naar aanleiding van hetgeen ik hier<br />
opgemerkt heb reden om op deze kwestie nader terug te<br />
komen.<br />
Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat ik dit dan met groote<br />
belangstelling zal volgen.<br />
'S-GRAVENHAGE J. HULSMAN.<br />
Personalia en Berichten.<br />
— Tot redacteur van de Emmer Courant is benoemd de<br />
heer D. VAN DE BOSPOORT te Ede.<br />
— Van mr. F. K. VAN OMMEN KLOEKE'S boekje, Copie en<br />
Correctie (uitg. Gebr. Hoitsema, Groningen) verscheen een<br />
tweeden druk. Dit leerboekje voor de kunst van corrigeeren<br />
van drukproeven heeft dus aftrek genoeg gevonden. Journalisten<br />
mogen er ook wel eens in kijken, want ze kunnen er<br />
misschien nog veel goeds uit oppikken.