Wettelijk kaders particulier onderzoek - SVPB

OPGAVE 1 

Particulier Onderzoeker 

Wettelijk kaders particulier onderzoek 

Proeftoets website 


De Grondwet kent een aantal bepalingen omtrent de bescherming en de rechten van burgers. 

Hoe heten deze bepalingen? 

A universele rechten van de mens 

B kaderwetten 

C raamwetten 

D grondrechten 

OPGAVE 2 

Welk recht wordt besproken in het Burgerlijk Wetboek? 

A het gewoonterecht 

B het privaatrecht 

C het burgerrecht 

D het publiekrecht 

OPGAVE 3 

Om te kunnen spreken van een onrechtmatige daad moet aan een aantal elementen zijn voldaan. 

Eén van deze elementen is 

A causaal verband. 

B cautie. 

C strafuitsluitingsgrond. 

D ontoerekeningsvatbaarheid. 

1 van 10 © Exameninstelling SVPB

OPGAVE 4 

Welke hoofdonderwerpen moeten in elk geval deel uitmaken van een arbeidsovereenkomst? 

A de werk- en rusttijden en het bedongen loon 

B de afgesproken beloning en bevorderingsmogelijkheden 

C de arbeidstijd en het bedongen loon 

D de arbeidsplaats en de arbeidstijd 

OPGAVE 5 

De eigenaar van een niet afgesloten erf kan alleen mensen van zijn erf weren als 

A er geen hypotheek op zijn erf rust. 

B hij daar toestemming voor heeft van de gemeente. 

C hij dat op duidelijke wijze kenbaar heeft gemaakt. 

D hij het erf op duidelijke wijze in eigen gebruik heeft. 

OPGAVE 6 

Welke gegevens, die van belang zijn, dient een verzekeringsnemer mee te delen aan de 

verzekeraar voor het aangaan van de verzekering? 

A alleen die relevante gegevens die hij nodig acht 

B alleen die relevante gegevens die hij wil verstrekken 

C alle persoonlijke gegevens die de verzekeraar oplegt 

D alle relevante gegevens die hij kent of behoort te kennen 

OPGAVE 7 

Hoe heet de uitspraak van respectievelijk de rechtbank en het gerechtshof? 

A De uitspraak van de rechtbank heet arrest, de uitspraak van het gerechtshof heet vonnis. 

B De uitspraak van de rechtbank heet vonnis, de uitspraak van het gerechtshof heet arrest. 

C De uitspraak van zowel de rechtbank als het gerechtshof heet vonnis. 

D De uitspraak van zowel de rechtbank als het gerechtshof heet arrest. 





OPGAVE 8 

Wat wordt bedoeld met een civiele procedure? 

A een privaatrechtelijke procedure tussen private rechtspersonen 

B een strafrechtelijk procedure tussen een privaat rechtspersoon en de overheid 

C een strafrechtelijke procedure tussen het Openbaar Ministerie en een private rechtspersoon 

D een strafrechtelijke procedure tussen de overheid en het Openbaar Ministerie 

OPGAVE 9 

Welke verplichting heeft een particulier onderzoeker met betrekking tot persoonsgegevens? 

A Hij moet zorg dragen dat die gegevens niet in handen van onbevoegden komen. 

B Hij moet deze gegevens alleen overhandigen of meedelen aan een rechercheur van de 

Regiopolitie. 

C Hij moet zorg dragen voor het verifiëren van de gegevens die hij in het onderzoek heeft verkregen. 

OPGAVE 10 

Wat is een verschil tussen een misdrijf en een overtreding? 

A Een misdrijf is een wetsdelict, een overtreding is een rechtsdelict. 

B Samenspanning tot een misdrijf is strafbaar, samenspanning tot een overtreding niet. 

C Medeplichtigheid aan een misdrijf is strafbaar, medeplichtigheid aan een overtreding niet. 

OPGAVE 11 

Tijdens een gesprek geeft een werknemer vertrouwelijke bedrijfsinformatie door aan een buiten- 

staander. 

Pleegt de werknemer hierdoor een strafbaar feit? 

A Ja, wanneer hij vertrouwelijke informatie doorgeeft, is hij altijd strafbaar. 

B Ja, mits hij de informatie opzettelijk verschaft. 

C Nee, er moet eerst schade worden aangetoond wil hij strafbaar zijn. 

D Nee, er moet eerst gebruik worden gemaakt van de informatie door die andere persoon. 





OPGAVE 12 

Artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat een feit alleen strafbaar is indien vooraf een 

wettelijke strafbepaling is vastgesteld. 

Waarop is deze bepaling van toepassing? 

A op alle misdrijven en overtredingen uit het Wetboek van Strafrecht 

B op alle misdrijven en overtredingen uit de Bijzondere Wetten 

C op alle strafbare feiten genoemd in Wetboeken, Wetten, AmvB’s en Verordeningen 

D op alle strafbare feiten die zijn vastgelegd in Wetboeken 

OPGAVE 13 

Wanneer is iemand niet strafbaar voor een strafbaar feit? 

Indien hij 

A handelt ter uitvoering van een wettelijk voorschrift. 

B uitsluitend voorbereidende handelingen verricht. 

C zich kan beroepen op onwetendheid. 

OPGAVE 14 

Iemand wordt verdacht van het plegen van een misdrijf waarop een levenslange gevangenisstraf 

is gesteld. 

Kan het recht tot strafvordering vervallen door verjaring? 

A Nee, een dergelijk misdrijf verjaart nooit. 

B Ja, na 20 jaar verjaart dit misdrijf. 

C Nee, verjaring bestaat alleen voor overtredingen. 

D Ja, alleen als de verdachte naar het buitenland gaat. 





OPGAVE 15 

Een particulier onderzoeker maakt met een draagbare fotocamera een foto van een persoon. 

Deze persoon is aanwezig op een voor het publiek toegankelijke plaats. 

Is dit strafbaar? 

A Nee, dit is niet strafbaar. 

B Ja, dit is altijd strafbaar. 

C Dit is onder omstandigheden strafbaar. 

OPGAVE 16 

Indien iemand zich onrechtmatig ophoudt in een provinciehuis, dan 

A kan sprake zijn van huisvredebreuk. 

B kan sprake zijn van lokaalvredebreuk. 

C kan sprake zijn van overheidsvredebreuk. 

D is er nooit sprake van enige inbreuk, het is immers een overheidsgebouw. 

OPGAVE 17 

Gerard koopt van een als inbreker bekend staande man een gouden horloge van een duur merk. 

Gerard weet dat de prijs die hij voor het horloge betaalt slechts 10% van de winkelwaarde is. 

Aan welk strafbaar feit maakt Gerard zich schuldig? 

A aan medeplichtigheid aan diefstal 

B aan opzetheling 

C aan schuldheling 





OPGAVE 18 

Aan welk strafbaar feit maakt men zich schuldig als men wederrechterlijk gegevens uit een 

computer van een ander wist of vervangt? 

A vernieling 

B vernieling van computergegevens 

C computervredebreuk 

D diefstal van gegevens 

OPGAVE 19 

Een particulier onderzoeker pleegt een observatie op een persoon die hiervan niet gediend is en 

uitdrukkelijk verzoekt om daarmee op te houden. 

Kan de particulier onderzoeker zich schuldig maken aan een strafbaar feit? 

A Nee, als de observatie maar op de openbare weg plaatsvindt. De openbare weg is namelijk voor 

iedereen. 

B Ja, als de particulier onderzoeker tegen de uitdrukkelijke verklaarde wil van een ander zich blijft 

opdringen op de openbare weg. 

C Nee, er bestaat geen strafbaar feit voor observeren op de openbare weg. 

D Ja, observatie mag alleen plaatsvinden door opsporingsinstanties zoals de politie. 

OPGAVE 20 

Paul heeft al een tijdje het plan om Kees te straffen voor een eerdere ruzie. Op een avond geeft 

Paul met een tennisracket Kees een klap tegen zijn arm. Kees houdt hier een flinke blauwe plek 

aan over, maar achteraf vallen de verwondingen mee. 

Waaraan maakt Paul zich schuldig? 

A mishandeling 

B mishandeling met voorbedachten rade 

C opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengen 

D mishandeling met een slagwapen 





OPGAVE 21 

Drie mannen plaatsen een kastje op een pinautomaat. Met behulp van dit kastje kunnen de 

mannen de pincodes achterhalen van mensen die geld komen opnemen. De mannen willen geld 

van de bijbehorende bankrekeningen halen. 

Waaraan maken de mannen zich schuldig? 

A oplichting 

B diefstal 

C diefstal onder verzwarende omstandigheden 

D verduistering 

OPGAVE 22 

Karel kan de handtekening van zijn leidinggevende namaken. Hij schrijft voor zichzelf een 

passeerbewijs uit voor een groot aantal kantoorartikelen en ondertekent dit bewijs zelf. Bij de 

poort wordt Karel door een beveiliger gevisiteerd. De beveiliger ontdekt dat het passeerbewijs 

vals is omdat de nummervolgorde van de bon niet klopt. 

Welk misdrijf pleegt Karel? 

A valsheid in geschrifte 

B diefstal in dienstbetrekking 

C verduistering 

D verduistering in dienstbetrekking 

OPGAVE 23 

Mag een particulier onderzoeker iemand die op heterdaad is aangehouden onderzoeken aan zijn 

kleding? 

A Nee, dit mag nooit. 

B Nee, dit mag alleen als er nog een persoon aanwezig is in verband met getuigen. 

C Nee, dit mag alleen als er ernstige bezwaren bestaan tegen de aangehouden persoon. 

D Ja, dit mag in alle gevallen als de persoon op heterdaad is aangehouden. 





OPGAVE 24 

Wat wordt verstaan onder inbeslagneming? 

A het onder zich nemen van een voorwerp om verdere misdrijven te voorkomen 

B het onder zich nemen van een voorwerp om dit over te dragen aan een opsporingsambtenaar 

C het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van strafvordering 

D het voorwerp onder de invloedssfeer van de dader wegnemen 

OPGAVE 25 

Wanneer is men NIET verplicht om aangifte te doen? 

A wanneer door aangifte de politie het particulier onderzoek kan frustreren 

B wanneer door aangifte gevaar zou ontstaan voor een vervolging van zichzelven 

C wanneer door aangifte de afspraak met opdrachtgever vervalt 

D wanneer door aangifte de integriteit van de opdracht onduidelijk wordt 

OPGAVE 26 

Welke bewijsmiddelen behoeven geen feitelijk bewijs? 

A feiten of omstandigheden van algemene bekendheid 

B eigen waarneming van de rechter 

C verklaringen van getuigen 

D schriftelijke bescheiden 





OPGAVE 27 

Een particulier recherchebureau geeft, ingevolge het bepaalde in de Regeling particuliere 

beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, GEEN vertrouwelijke gegevens uit rechercheon- 

derzoeken aan 

A de regiopolitie buiten het gebied van onderzoek. 

B de directie van het bedrijf dat de opdracht heeft verstrekt. 

C onbevoegden. 

D de verdachte inzake het onderzoek. 

OPGAVE 28 

In de privacygedragscode wordt gesproken over subsidiariteit. 

Wat wordt hiermee bedoeld? 

A het in te zetten middel dient het minst zware middel te zijn 

B het in te zetten middel dient in verhouding te staan tot het doel 

C het in te zetten middel moet doelmatig zijn 

D het in te zetten middel mag alleen worden ingezet als andere onderzoeksmethoden niet hebben 

voldaan 

OPGAVE 29 

Politiegegevens worden niet aan derden verstrekt. De Wet politiegegevens noemt een aantal 

gevallen waarin dit wel kan. 

Deze wet kent 

A een open verstrekkingregime. 

B een voorwaardelijk verstrekkingregime. 

C een gesloten verstrekkingregime. 

D geen verstrekkingregime. 





OPGAVE 30 

Wat betekent de afkorting APV? 

A algemene politie vereniging 

B algemeen politiek verbond 

C algemene plaatselijke verordening 

D algemene plaatselijke vervoersverbond

Wettelijk kaders particulier onderzoek - SVPB

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?