19.09.2013 Views

Onderzoek naar de invloed van cultuur op de waardering ... - Crbd.eu

Onderzoek naar de invloed van cultuur op de waardering ... - Crbd.eu

Onderzoek naar de invloed van cultuur op de waardering ... - Crbd.eu

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Navorsing in Strokiesprentjies<br />

<strong>On<strong>de</strong>rzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> tekst in combinatie met<br />

beeld in HIV/Aids-voorlichtingsbrochures in Zuid-Afrika<br />

Katholieke Universiteit Nijmegen<br />

Begelei<strong>de</strong>rs: prof. dr. C.J.M. Jansen en prof. dr. L.G. <strong>de</strong> Stadler<br />

Andrea Hagen<br />

Juli 2003


SAMENVATTING<br />

De HIV/Aids-problematiek in Zuid-Afrika neemt catastrofale pr<strong>op</strong>orties aan. Voorlichting over<br />

HIV en Aids behoort een belangrijke rol te spelen in <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze epi<strong>de</strong>mie. Het is<br />

gebleken dat in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> voorlichting, met name het tekst- en beeldmateriaal, over HIV/Aids<br />

te weinig rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met het begrip <strong>cultuur</strong>.<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt getracht om een bijdrage te leveren aan het verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsbrochures. Deze doelstelling kan <strong>op</strong> twee<br />

manieren wor<strong>de</strong>n bereikt. Ten eerste door te on<strong>de</strong>rzoeken wat een bruikbare aanvulling en<br />

uitbreiding is <strong>op</strong> het reeds bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument met betrekking tot tekst en beeld. Ten<br />

twee<strong>de</strong> door te on<strong>de</strong>rzoeken in hoeverre Zuid-Afrikaanse jongeren uit verschillen<strong>de</strong> culturele<br />

achtergron<strong>de</strong>n verschillend reageren <strong>op</strong> een stripverhaal dat tot doel heeft persuasieve<br />

voorlichting <strong>van</strong> HIV/Aids te realiseren.<br />

In het eerste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek wordt door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> rele<strong>van</strong>te literatuur<br />

on<strong>de</strong>rzocht <strong>naar</strong> een mogelijke aanvulling <strong>op</strong> het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument. Voor het twee<strong>de</strong><br />

ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek is een experiment <strong>op</strong>gezet. 75 proefpersonen uit Zuid-Afrika <strong>van</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n (blank, zwart en kl<strong>eu</strong>rling) hebben <strong>naar</strong> aanleiding <strong>van</strong> een<br />

stripverhaal dat als doel heeft persuasieve voorlichting <strong>van</strong> HIV/Aids te realiseren een vragenlijst<br />

ingevuld.<br />

Naar aanleiding <strong>van</strong> het eerste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek, zijn een aantal vragen toegevoegd<br />

aan het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument. Deze vragen vallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len kenmerken <strong>van</strong><br />

afbeeldingen, tekstinhoud, gebruik <strong>van</strong> afbeeldingen in combinatie met tekst en culturele<br />

gedragingen. Met name <strong>de</strong>ze laatste is belangrijk bij <strong>de</strong> aanvulling, omdat er in het bestaan<strong>de</strong><br />

analyse-instrument niets wordt vermeld over het begrip <strong>cultuur</strong> in het ge<strong>de</strong>elte tekst en beeld.<br />

Uit het experiment is gebleken dat <strong>de</strong> reacties <strong>op</strong> het stripverhaal <strong>van</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

jongeren het stripverhaal nagenoeg <strong>op</strong> één lijn zitten. De reacties <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte jongeren wijken<br />

af <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re jongeren. Alle jongeren zijn <strong>van</strong> mening dat het gebruik <strong>van</strong> tekst én<br />

afbeeldingen meer zegt over het verhaal dan wanneer er alleen gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> tekst.<br />

Conclu<strong>de</strong>rend kan wor<strong>de</strong>n gezegd dat culturele gedragingen niet uit het oog moeten<br />

wor<strong>de</strong>n verloren, zowel bij <strong>de</strong> analyse als bij het experiment.<br />

1


VOORWOORD<br />

In <strong>de</strong>cember 2001 bel<strong>de</strong> Carla mij <strong>op</strong> met <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling dat er een afstu<strong>de</strong>erplaats vrij was<br />

gekomen voor Zuid-Afrika. Ik heb contact <strong>op</strong>genomen met Carel Jansen en na een gesprek met<br />

hem was het officieel; in juli 2002 vertrok ik <strong>naar</strong> Stellenbosch, Zuid-Afrika!<br />

Met mijn vertrek begon ook meteen <strong>de</strong> laatste fase <strong>van</strong> mijn studie Bedrijfscommunicatie.<br />

Ik kan zeggen dat ik <strong>de</strong> studie met veel plezier heb gevolgd en dat ik erg blij ben dat ik <strong>de</strong><br />

mogelijkheid heb gehad om twee keer <strong>naar</strong> het buitenland te gaan. Eerst stu<strong>de</strong>ren in Barcelona en<br />

vervolgens een afstu<strong>de</strong>eron<strong>de</strong>rzoek in Zuid-Afrika.<br />

Tij<strong>de</strong>ns mijn afstu<strong>de</strong>ren heb ik pas echt goed geleerd wat het is om een on<strong>de</strong>rzoek <strong>op</strong> te<br />

zetten, uit te voeren en het uitein<strong>de</strong>lijk wetenschappelijk verantwoord <strong>op</strong> papier te krijgen. Ik kan<br />

zeggen dat ik met plezier aan dit on<strong>de</strong>rzoek heb gewerkt en nu ook trots ben dat het af is en voor<br />

u ligt.<br />

In mijn on<strong>de</strong>rzoek <strong>naar</strong> <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> HIV/Aids-voorlichtingsmateriaal in Zuid-<br />

Afrika, ligt <strong>de</strong> nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong> combinatie tekst en beeld. Ik ben blij dat ik (zij het <strong>op</strong> zeer<br />

beschei<strong>de</strong>n schaal) een bijdrage kan leveren aan <strong>de</strong> verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> HIV/Aidsvoorlichtingsmaterialen,<br />

omdat <strong>de</strong>ze ziekte momenteel catastrofale pr<strong>op</strong>orties aanneemt.<br />

Natuurlijk verdienen sommige mensen <strong>van</strong>af <strong>de</strong>ze plek een woord <strong>van</strong> dank; allereerst<br />

mijn begelei<strong>de</strong>r in Ne<strong>de</strong>rland, Carel Jansen. Dankzij zijn inzet is het gelukt om dit on<strong>de</strong>rzoek<br />

binnen afzienbare tijd wetenschappelijk verantwoord <strong>op</strong> papier te krijgen. Baie dankie aan mijn<br />

begelei<strong>de</strong>r in Zuid-Afrika, Leon <strong>de</strong> Stadler, die naast zijn adviezen voor <strong>de</strong> <strong>op</strong>zet <strong>van</strong> mijn<br />

on<strong>de</strong>rzoek ook nog tijd had om te braaien met zijn stu<strong>de</strong>nten. Frans <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Slik, die me<br />

meer<strong>de</strong>re malen uit <strong>de</strong> brand heeft geholpen met mijn statistische problemen. Petro Faassen voor<br />

haar inzit bij het regelen <strong>van</strong> mijn blanke en kl<strong>eu</strong>rling proefpersonen.<br />

Ook wil ik Carla bedanken voor <strong>de</strong> nodige motivatie in Stellenbosch en Olaf voor <strong>de</strong><br />

altijd welkome SOG-momenten. Alle vrien<strong>de</strong>n en vriendinnen die altijd <strong>naar</strong> me luister<strong>de</strong>n <strong>op</strong><br />

goe<strong>de</strong> momenten, maar ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> min<strong>de</strong>r goe<strong>de</strong> momenten.<br />

Tot slot wil ik Arnout en mijn ou<strong>de</strong>rs bedanken. Arnout; voor het redigeren <strong>van</strong> mijn<br />

tekst, voor <strong>de</strong> morele st<strong>eu</strong>n en voor het telkens weer <strong>op</strong>ni<strong>eu</strong>w motiveren om aan mijn scriptie te<br />

gaan werken. En mijn ou<strong>de</strong>rs, omdat ze me altijd (financieel) hebben gest<strong>eu</strong>nd tij<strong>de</strong>ns heel mijn<br />

studie.<br />

Andrea Hagen<br />

Juli 2003<br />

2


Inhouds<strong>op</strong>gave<br />

Hoofdstuk 1 inleiding ________________________________________________________6<br />

1.1 Zuid-Afrika en HIV/Aids ____________________________________________6<br />

1.2 Voorlichting en HIV/Aids ____________________________________________7<br />

1.3 Cultuur en HIV/Aids________________________________________________7<br />

1.3.1 Cultuur _______________________________________________________7<br />

1.3.2 Subculturen____________________________________________________9<br />

1.3.2.1 Afrikaners __________________________________________________10<br />

1.3.2.2 Xhosa’s ____________________________________________________10<br />

1.3.2.3 Kl<strong>eu</strong>rlingen _________________________________________________11<br />

1.4 Tekst en beeld en HIV/Aids _________________________________________12<br />

1.4.1 Dual Coding Theory ____________________________________________12<br />

1.4.2 The Cue Summation Theory ______________________________________13<br />

1.4.3 Stro<strong>op</strong> Effect Theory ____________________________________________14<br />

1.5 Doelen <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek ___________________________________________16<br />

Hoofdstuk 2 Opzet analyse en experiment_______________________________________17<br />

2.1 Opzet Analyse ____________________________________________________17<br />

2.1.1 Kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen _____________________________________17<br />

2.1.1.1 Beeldvorming _________________________________________________17<br />

2.1.1.2 Rele<strong>van</strong>tie ____________________________________________________18<br />

2.1.1.3 Realiteit ______________________________________________________19<br />

2.1.1.4 Bij- en on<strong>de</strong>rschriften ___________________________________________19<br />

2.1.1.5 Kl<strong>eu</strong>r ________________________________________________________19<br />

2.1.1.6 Plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding _________________________________________19<br />

2.1.2 Tekstinhoud ___________________________________________________20<br />

2.1.3 Beoogd effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen _________________________________20<br />

2.1.4 Het gebruik <strong>van</strong> afbeeldingen in combinatie met <strong>de</strong> tekst________________21<br />

2.1.5 Culturele gedragingen ___________________________________________21<br />

2.2 Opzet experiment__________________________________________________22<br />

2.2.1 Culturele i<strong>de</strong>ntiteit ______________________________________________23<br />

2.2.1.1 Individualisme en collectivisme ___________________________________23<br />

3


2.2.2 Aanvaarding <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst ________________________________________23<br />

2.2.3 Percepties <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> <strong>de</strong> tekst___________________________23<br />

2.2.3.1 Karakters _____________________________________________________23<br />

2.2.3.2 Woor<strong>de</strong>n en effecten ____________________________________________24<br />

2.2.3.3 Tekstballonnen_________________________________________________24<br />

2.3 Doelstelling en on<strong>de</strong>rzoeksvragen ____________________________________25<br />

2.3.1 Operationele <strong>de</strong>finities___________________________________________25<br />

Hoofdstuk 3 Metho<strong>de</strong>n <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> analyse-instrument______________________26<br />

3.1 Inleiding _________________________________________________________26<br />

3.2 Analyse-instrument ________________________________________________26<br />

3.3 Materiaal ________________________________________________________28<br />

Hoofdstuk 4 Metho<strong>de</strong>n <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> het experiment _________________________29<br />

4.1 Inleiding _________________________________________________________29<br />

4.2 Materiaal ________________________________________________________29<br />

4.3 Proefpersonen ____________________________________________________29<br />

4.4 Ontwerp _________________________________________________________30<br />

4.5 Instrumentatie ____________________________________________________30<br />

4.5.1 Inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vragen ______________________________________________30<br />

4.5.2 Profielvragen __________________________________________________30<br />

4.5.3 Vragen over stripverhaal _________________________________________31<br />

4.6 Procedure ________________________________________________________32<br />

4.7 Verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens ________________________________________32<br />

Hoofdstuk 5 Resultaten experiment____________________________________________35<br />

5.1 Inleiding _________________________________________________________35<br />

5.2 Factoranalyse _____________________________________________________35<br />

5.3 Interne consistentie ________________________________________________37<br />

5.4 Individualisme/collectivisme_________________________________________38<br />

5.5 Resultaten algemene vragen _________________________________________40<br />

4


5.6 Resultaten overige vragen___________________________________________44<br />

5.6.1 Culturele groep versus <strong>op</strong>en vragen ________________________________44<br />

5.6.2 Individualisme/collectivisme versus <strong>op</strong>en vragen______________________53<br />

5.6.3 Sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit versus <strong>op</strong>en vragen _____________________54<br />

Hoofdstuk 6 Conclusies _____________________________________________________55<br />

6.1 Inleiding _________________________________________________________55<br />

6.2 Conclusie analyse__________________________________________________55<br />

6.3 Conclusies experiment______________________________________________55<br />

6.4 Algemene conclusie ________________________________________________58<br />

Hoofdstuk 7 Discussie ______________________________________________________59<br />

7.1 Inleiding _________________________________________________________59<br />

7.2 Voorbereiding ____________________________________________________59<br />

7.3 Steekproef________________________________________________________59<br />

7.4 Validiteit instrument _______________________________________________60<br />

7.5 Verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens ________________________________________60<br />

Literatuurlijst _____________________________________________________________61<br />

Bijlagen __________________________________________________________________64<br />

Bijlage 1 Analyeschema___________________________________________________64<br />

Bijlage 2 Analyse-instrument Roo<strong>de</strong>nburg (2002) _____________________________66<br />

Bijlage 3 Analyse <strong>van</strong> hoofdstuk 1 George’s Story_____________________________71<br />

Bijlage 4 Stripverhaal gebruikt voor het experiment __________________________78<br />

Bijlage 5 Vragenlijst experiment ___________________________________________84<br />

Bijlage 6 Verantwoording categorieën ______________________________________92<br />

Bijlage 7 Categorieën <strong>op</strong>en vragen experiment _______________________________93<br />

Bijlage 8 Tabellen culturele groep en <strong>op</strong>en vragen ____________________________97<br />

Bijlage 9 Uitvoertabel individualisme/collectivisme___________________________106<br />

Bijlage 10 Uitvoer sterkte culturele i<strong>de</strong>ntiteit ________________________________108<br />

5


HOOFDSTUK 1 INLEIDING<br />

1.1 Zuid-Afrika en HIV/Aids<br />

Wereldwijd leven al 42 miljoen mensen met het HIV of Aids, waar<strong>van</strong> 95 procent in<br />

ontwikkelingslan<strong>de</strong>n. Inmid<strong>de</strong>ls zijn 25 miljoen mensen overle<strong>de</strong>n aan Aids en elke dag komen er<br />

ongeveer 13.700 mensen bij met HIV of Aids. Uit gegevens <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse Ministerie <strong>van</strong><br />

Buitenlandse zaken blijkt dat <strong>op</strong> dit moment <strong>naar</strong> schatting 4,2 miljoen Zuid-Afrikanen besmet<br />

zijn met het HIV-virus. Dagelijks komen er ongeveer 1600 ser<strong>op</strong>ositieven bij. Een kwart <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

volwassenen in Zuid-Afrika is besmet met het HIV-virus. Per jaar overlij<strong>de</strong>n nu al enkele<br />

hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n in Zuid-Afrika mensen ten gevolge <strong>van</strong> Aids (www.minbuza.nl, laatst<br />

bijgewerkt maart 2003).<br />

Volgens <strong>de</strong> prognoses zal Zuid-Afrika in 2015 ongeveer 49,4 miljoen inwoners tellen.<br />

Zon<strong>de</strong>r Aids zou<strong>de</strong>n dit er <strong>naar</strong> schatting 60,9 miljoen zijn geweest (zie figuur 1). De epi<strong>de</strong>mie zal<br />

weliswaar niet lei<strong>de</strong>n tot een negatieve bevolkingsgroei, maar <strong>de</strong> gevolgen voor <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g en<br />

groei <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking zullen aanzienlijk zijn. De levensverwachting is in Zuid-Afrika al gedaald<br />

<strong>van</strong> rond <strong>de</strong> 63 jaar in 1996 tot ongeveer 55 jaar in 1999 en zal <strong>naar</strong> verwachting ver<strong>de</strong>r dalen tot<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> 45 jaar in 2008 (Van Aardt, 2002).<br />

Bevolkingsom<strong>van</strong>g<br />

Figuur 1 Gevolgen <strong>van</strong> HIV/Aids <strong>op</strong> <strong>de</strong> toekomstige Zuid-Afrikaanse bevolking (Van Aardt, 2002)<br />

6<br />

Verwachte bevolkingsom<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

Zuid-Afrika als er geen Aids zou<br />

zijn<br />

Verwachte bevolkingsom<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

Zuid-Afrika rekening hou<strong>de</strong>nd met<br />

<strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong> Aids


1.2 Voorlichting en HIV/Aids<br />

Voorlichting over HIV en Aids behoort een belangrijke rol te spelen in <strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze epi<strong>de</strong>mie. Risicogroepen moeten niet alleen juist geïnformeerd wor<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> oorzaken en<br />

gevolgen <strong>van</strong> HIV en Aids, ze moeten ook wor<strong>de</strong>n overtuigd om bepaald gedrag wel of niet te<br />

vertonen. Men zal bovendien geïnstrueerd moeten wor<strong>de</strong>n hoe dat gedrag uit te voeren. Het<br />

blijkt echter dat HIV/Aids-voorlichting vaak tekort schiet (Perloff, 2001) en is het dus<br />

noodzakelijk om <strong>de</strong>ze voorlichting, waar nodig, te verbeteren. Het aspect beeld en tekst wordt<br />

benadrukt, omdat in veel voorlichtingsteksten over HIV/Aids <strong>de</strong>ze combinatie vaak voorkomt<br />

én omdat er relatief weinig aandacht aan dit belangrijke aspect wordt besteed (De Lange, 1999).<br />

1.3 Cultuur en HIV/Aids<br />

In <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> voorlichting over HIV/Aids wordt te weinig rekening gehou<strong>de</strong>n met het<br />

begrip <strong>cultuur</strong> (Witte, 1992). Het vermoe<strong>de</strong>n bestaat dat HIV/Aids-voorlichting pas effectief is<br />

als <strong>de</strong>ze <strong>cultuur</strong>specifiek is. Witte (1992) stelt in haar on<strong>de</strong>rzoek over Aids-preventie dat<br />

preventieprogramma’s min<strong>de</strong>r succesvol zijn, omdat er te weinig rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met<br />

<strong>de</strong> specifieke kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelgroep.<br />

1.3.1 Cultuur<br />

Op dit moment zijn veel HIV/Aids-voorlichtingsbrochures gericht <strong>op</strong> één <strong>cultuur</strong>. In <strong>de</strong><br />

literatuur zijn vele verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>finities te vin<strong>de</strong>n die het begrip <strong>cultuur</strong> omschrijven. Pinto<br />

(1994) schrijft dat Koebler en Kluckhohn in 1954 al meer dan tweehon<strong>de</strong>rd verschillen<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>finities verzamel<strong>de</strong>n omtrent het begrip <strong>cultuur</strong>. Het is dus niet eenvoudig om een eenduidige<br />

<strong>de</strong>finitie te geven. Daarom wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r drie <strong>de</strong>finities behan<strong>de</strong>ld die bruikbaar zijn in dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek. Allereerst wordt De Lange (1999) behan<strong>de</strong>ld, vervolgens Keesing (1976) en tot slot<br />

Hofste<strong>de</strong> (1991).<br />

De Lange (1999) omschrijft <strong>cultuur</strong> “the non-verbal visual elements of an i<strong>de</strong>ntified<br />

p<strong>op</strong>ulation, for example food, clothing, buildings, physical features and gestures, music, graphic<br />

images and symbols. Culture could, inter alia, be <strong>de</strong>scribed as a way of life with corresponding<br />

values, convictions, habits, language, behaviour patterns and products emanating from creative<br />

activities” (p. 26).<br />

Volgens Keesing (1976) is <strong>cultuur</strong> <strong>de</strong> theorie <strong>van</strong> <strong>de</strong> “game being played” in een<br />

maatschappij. Men is zich niet bewust <strong>van</strong> <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> het spel, maar gedraagt zich alsof er een<br />

algemene overeenstemming over bestaat. Dit maakt het ook moeilijk om <strong>de</strong> regels <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong><br />

aan iemand <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re <strong>cultuur</strong> te vertellen, omdat men zich niet bewust is <strong>van</strong> <strong>de</strong> regels. In<br />

7


zijn <strong>de</strong>finitie stelt hij dat <strong>cultuur</strong> niet alleen maar bestaat uit symbolen, maar ook uit een<br />

kennisstelsel, gevormd door <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> <strong>de</strong> hersenen informatie verkrijgen, or<strong>de</strong>nen en<br />

verwerken.<br />

Hofste<strong>de</strong> (1991) omschrijft <strong>cultuur</strong> als een vorm <strong>van</strong> collectieve mentale programmering.<br />

Hij verbindt daaraan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie: “<strong>de</strong> collectieve mentale programmering die <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> één groep of categorie mensen on<strong>de</strong>rscheidt <strong>van</strong> die <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re” (p.16, Hofste<strong>de</strong>, 1991). Met<br />

mentale programmering wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> patronen <strong>van</strong> <strong>de</strong>nken, voelen en potentieel han<strong>de</strong>len bedoeld<br />

die in <strong>de</strong> lo<strong>op</strong> <strong>van</strong> iemands leven zijn aangeleerd. Zijn <strong>de</strong>finitie wordt visueel weergegeven in het<br />

Ui-diagram. In dit diagram wor<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> begrippen genoemd, te weten symbolen, hel<strong>de</strong>n,<br />

rituelen en waar<strong>de</strong>n. Symbolen zijn waar<strong>de</strong>n, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een<br />

betekenis die alleen wordt begrepen door <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong>. Hel<strong>de</strong>n zijn personen, dood of<br />

levend, echt of fictief met eigenschappen die in een <strong>cultuur</strong> hoog in aanzien staan. Rituelen zijn<br />

collectieve activiteiten die binnen een <strong>cultuur</strong> als sociaal essentieel wor<strong>de</strong>n beschouwd. Deze<br />

begrippen vormen ie<strong>de</strong>r een laag, waardoor het i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> een ui ontstaat, waar<strong>van</strong> alle lagen één<br />

voor één afgepeld kunnen wor<strong>de</strong>n. Tot slot zijn er binnen het Ui-diagram zogenaam<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n.<br />

Waar<strong>de</strong>n zijn een collectieve neiging om een bepaald gedrag <strong>van</strong> zaken te verkiezen boven an<strong>de</strong>re<br />

(Hofste<strong>de</strong>, 1991).<br />

Figuur 2 Het ‘Ui-diagram’: <strong>cultuur</strong>uitingen <strong>van</strong> <strong>op</strong>pervlakkig <strong>naar</strong> diep (Hofste<strong>de</strong>, 1991)<br />

8<br />

symbolen<br />

hel<strong>de</strong>n<br />

rituelen<br />

waar<strong>de</strong>n<br />

praktijken


Zoals Hofste<strong>de</strong> (1991) het begrip <strong>cultuur</strong> visueel weergeeft aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> het Uidiagram,<br />

waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> buitenste lagen <strong>de</strong> meest <strong>op</strong>pervlakkige en <strong>de</strong> binnenste <strong>de</strong> diepste lagen <strong>van</strong><br />

een <strong>cultuur</strong> vertegenwoordigen, is het ook mogelijk om <strong>de</strong> omschrijving die De Lange (1999) en<br />

Keesing (1976) geven, on<strong>de</strong>r te ver<strong>de</strong>len in die lagen.<br />

Bij De Lange (1999) bestaat <strong>de</strong> <strong>op</strong>pervlaktelaag uit <strong>de</strong> non-verbale visuele elementen. Het<br />

zijn elementen die gemakkelijk ontstaan en gemakkelijk kunnen verdwijnen. De dieptelaag bestaat<br />

uit waar<strong>de</strong>n en overtuigingen. De an<strong>de</strong>re elementen uit <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie <strong>van</strong> De Lange (1999), te<br />

weten gewoonten, taal en gedragspatronen, horen tussen <strong>de</strong> <strong>op</strong>pervlakte- en dieptelaag.<br />

In <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie die door Keesing (1976) wordt gegeven is <strong>de</strong> <strong>op</strong>pervlaktelaag <strong>de</strong> symbolen<br />

en <strong>de</strong> dieptelaag bestaat uit het kennisstelsel.<br />

In het vervolg <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze studie zal het gemeenschappelijke in <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>finities als<br />

uitgangspunt wor<strong>de</strong>n genomen voor het <strong>cultuur</strong>begrip. Uitgangspunt is dat <strong>cultuur</strong> ten diepste <strong>de</strong><br />

normen en waar<strong>de</strong>n en verzwegen spelregels betreft die sturing geven aan het <strong>de</strong>nken en<br />

han<strong>de</strong>len <strong>van</strong> mensen in <strong>de</strong> maatschappelijke context waarin hun groep verkeert. Hoewel <strong>cultuur</strong><br />

dus primair diepgewortel<strong>de</strong> en niet direct zichtbare verschijnselen betreft, manifesteert <strong>cultuur</strong><br />

zich het meest hel<strong>de</strong>r in uiterlijkhe<strong>de</strong>n, zoals kleding, gebouwen, afbeeldingen, enz.<br />

1.3.2 Subculturen<br />

De term <strong>cultuur</strong> wordt meestal gebruikt voor grote groepen mensen. De grenzen <strong>van</strong> een<br />

<strong>cultuur</strong> komen in <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> sommige aut<strong>eu</strong>rs, vooral in wat ou<strong>de</strong>re publicaties, meestal overeen<br />

met <strong>de</strong> politieke afbakening <strong>van</strong> een land. Men spreekt bijvoorbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Verenig<strong>de</strong> Staten, <strong>de</strong> Mexicaanse <strong>cultuur</strong> en <strong>de</strong> Japanse <strong>cultuur</strong> (Gudykunst, 1991). Evi<strong>de</strong>nt is<br />

echter dat anno 2003 in grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld meer culturen dan slechts één, binnen <strong>de</strong><br />

grenzen <strong>van</strong> een land aangetroffen kunnen wor<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>rsom dat veel culturen zich over meer<br />

dan één land kunnen uitstrekken. Zuid-Afrika is een heel dui<strong>de</strong>lijk land met meer<strong>de</strong>re culturen<br />

(Gudykunst, 1991). In dit on<strong>de</strong>rzoek, dat zich in Zuid-Afrika afspeelt, spelen drie <strong>van</strong> die<br />

culturen een rol; <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke Afrikaners, <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Xhosa’s in <strong>de</strong> Kaap en <strong>de</strong><br />

<strong>cultuur</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> kl<strong>eu</strong>rlingen in <strong>de</strong> Kaap. In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> subparagrafen zal wor<strong>de</strong>n uitgelegd wat<br />

<strong>de</strong> blanke, zwarte en kl<strong>eu</strong>rling <strong>cultuur</strong> is.<br />

9


1.3.2.1 Afrikaners 1<br />

De groep Afrikaners is ontstaan uit een geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> geografische isolatie,<br />

gecombineerd met vaak <strong>op</strong>zettelijke culturele uitsluiting. De i<strong>de</strong>alistische levensstijl en <strong>cultuur</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ook wel als ‘Boers‘ aangedui<strong>de</strong> groep zijn volgens Richmond et all. (2002) <strong>de</strong> oorzaak<br />

<strong>van</strong> hun kijk <strong>op</strong> zichzelf en <strong>de</strong> kijk <strong>op</strong> hun (unieke) plaats in Afrika. De etnische herkomst is<br />

moeilijk weer te geven. Het is een combinatie <strong>van</strong> voornamelijk Ne<strong>de</strong>rlandse en Duitse<br />

invloe<strong>de</strong>n, enige Franse, Portugese, Britse en overige invloe<strong>de</strong>n. Historici beweren dat <strong>de</strong>ze overige<br />

categorie voornamelijk bestaat uit kl<strong>eu</strong>rlingen en zwarte bevolkingsgroepen. De Afrikaanse taal<br />

staat centraal voor <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Afrikaner en heeft er voor gezorgd dat, in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> apartheid, <strong>de</strong> isolatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> buitenwereld bekrachtigd werd. Afrikaners staan bekend als een<br />

religi<strong>eu</strong>s volk en het christelijk fundamentalisme, gebaseerd <strong>op</strong> het calvinisme uit <strong>de</strong> 17 e e<strong>eu</strong>w,<br />

heeft, aldus weer Richmond et all. (2002), een sterke <strong>invloed</strong> <strong>op</strong> hun wereldbeeld. Hoe groter <strong>de</strong><br />

afstand tussen <strong>de</strong> apartheidperio<strong>de</strong> en het ni<strong>eu</strong>we Zuid-Afrika wordt, hoe meer ruimte er voor<br />

Afrikaners (ver<strong>de</strong>r: blanken) lijkt te komen om trots te zijn <strong>op</strong> hun afkomst. Een uiting hier<strong>van</strong><br />

lijkt het groeien<strong>de</strong> succes <strong>van</strong> <strong>de</strong> Klein Karoo Nasionale KunsteFees. (Richmond et all, 2002)<br />

1.3.2.2 Xhosa’s<br />

Bantoevolken verspreid<strong>de</strong>n zich zo'n 2000 jaar gele<strong>de</strong>n <strong>van</strong>uit Centraal-Afrika <strong>naar</strong> het<br />

zui<strong>de</strong>n. De nakomelingen daar<strong>van</strong> vormen <strong>de</strong> zwarte bevolking <strong>van</strong> het huidige Zuid-Afrika. Het<br />

is echter een zeer heterogene groep met eigen talen en gebruiken. De zwarte bevolking bestaat uit<br />

negen etnische groepen. De blanke regering gebruikte <strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>ling bij het geografisch<br />

versprei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> etnische groepen over <strong>de</strong> thuislan<strong>de</strong>n. De grootste groep zijn <strong>de</strong> Zulu's (ca. 5<br />

miljoen) en daarna volgen <strong>de</strong> Xhosa's (2 miljoen), <strong>de</strong> Noord-Sotho's (2,2 miljoen), <strong>de</strong> Zuid-<br />

Sotho's (2 miljoen), <strong>de</strong> Tswana's (1,1 miljoen), Sjangaan-Tsonga's (1 miljoen), Swazi's (800.000),<br />

Zuid-N<strong>de</strong>bele (375.000), Noord-N<strong>de</strong>bele (260.000), Venda's (125.000) en ca. 100.000 an<strong>de</strong>ren<br />

(www.lan<strong>de</strong>nweb.com)<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek zijn alleen mensen betrokken geweest uit <strong>de</strong> zwarte Xhosa <strong>cultuur</strong>. Om<br />

die re<strong>de</strong>n zal ook alleen <strong>de</strong>ze culturele groep na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n toegelicht.<br />

De geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Xhosa’s stammen gaat terug tot <strong>de</strong> 17 e e<strong>eu</strong>w, toen kleine<br />

leefgroepen en Nguni predikanten zich samenvoeg<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Oostkaap <strong>van</strong> Zuid-Afrika. De<br />

Xhosa’s kwamen voor het eerst in contact met <strong>de</strong> Boers in 1760. Bei<strong>de</strong> groepen waren<br />

1 Met dank aan C. Verwer (Uitdaging <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regenboognatie, Over <strong>de</strong> Begrijpelijkheid, Aantrekkelijkheid en<br />

Overtuigingskracht <strong>van</strong> Rationeel versus Affectief Gekl<strong>eu</strong>r<strong>de</strong> HIV/AIDS-teksten voor Afrikaner en kl<strong>eu</strong>rling tieners<br />

in Zuid-Afrika)<br />

10


afhankelijk <strong>van</strong> het vee en wil<strong>de</strong>n het land dat ook wel bekend is als het Zuurveld (<strong>de</strong> kustlijn <strong>van</strong><br />

Algoa Bay tot aan <strong>de</strong> Grote Kei Rivier) bezetten. Conflicten waren onvermij<strong>de</strong>lijk en <strong>de</strong> eerste<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> negen grote oorlogen brak uit in 1779.<br />

Het geloof in heksen speelt een grote rol en heksenverbranding is niet ongewoon binnen<br />

<strong>de</strong> Xhosa <strong>cultuur</strong>. Bij <strong>de</strong> meeste tovenarij wordt gedacht dat heksen slecht of duivels zijn en <strong>de</strong><br />

grootste angst <strong>van</strong> <strong>de</strong> Xhosa’s is dat kwa<strong>de</strong> geesten bezit <strong>van</strong> hen zullen nemen. De voornaamste<br />

bron <strong>van</strong> kwaad en onheil is <strong>de</strong> tokoloshe; een mannelijk persoon die leeft in het water. Veel<br />

Xhosa’s hebben hun bed dan ook hoog boven <strong>de</strong> grond staan om niet gepakt te wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

tokoloshe.<br />

De Igqira (spirituele genezer) heeft een belangrijke plaats in <strong>de</strong> Xhosa samenleving. Hij is<br />

in staat om krachten veroorzaakt door heksen of door <strong>de</strong> natuur te behan<strong>de</strong>len. De Ixhwele houdt<br />

zich voornamelijk bezig met <strong>de</strong> gezondheid <strong>van</strong> mensen (Richmond et all, 2002). Het blijkt uit<br />

het voorafgaan<strong>de</strong> dat het geloof in spirituele genezers en bijgeloof een belangrijke plaats inneemt<br />

in <strong>de</strong> zwarte Xhosa (ver<strong>de</strong>r: zwarten) <strong>cultuur</strong>. In voorlichting over HIV/Aids is het dus <strong>van</strong><br />

belang dat daar rekening mee wordt gehou<strong>de</strong>n.<br />

1.3.2.3 Kl<strong>eu</strong>rlingen 2<br />

Kl<strong>eu</strong>rlingen zijn <strong>van</strong> oudsher gevestigd in Zuid-Afrika. Velen zijn als slaven <strong>naar</strong> Zuid-<br />

Afrika gehaald, en enkelen als politiek ge<strong>van</strong>gene of als balling uit Ne<strong>de</strong>rlands-Indië. Mensen<br />

kwamen uit lan<strong>de</strong>n als India, Indonesië en uit het oosten <strong>van</strong> Afrika. De voertaal was Maleis, in<br />

die tijd een belangrijke han<strong>de</strong>lstaal, maar Afrikaans is nu <strong>de</strong> meest gesproken taal on<strong>de</strong>r<br />

kl<strong>eu</strong>rlingen (Richmond et all, 2002). De term kl<strong>eu</strong>rlingen heeft in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>op</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> bevolkingsgroepen betrekking gehad, maar <strong>van</strong>af 1904 kreeg <strong>de</strong> term <strong>de</strong> betekenis<br />

die he<strong>de</strong>n ten dage nog gebruikt wordt. In <strong>de</strong> Kaapregio wer<strong>de</strong>n toentertijd drie groepen<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: blank, Bantu en kl<strong>eu</strong>rling, waarbij kl<strong>eu</strong>rling verwijst <strong>naar</strong> ‘alle kl<strong>eu</strong>rschakeringen<br />

tussen <strong>de</strong> eerste twee’ (Golding, 1989). De i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> kl<strong>eu</strong>rlingen is <strong>de</strong> uitkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

‘ver<strong>de</strong>el en heers’-politiek die al tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> koloniale bezetting begin 1800 begon en die ook<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> apartheid nog aangehangen werd (Golding, 1989). Kl<strong>eu</strong>rlingen kregen om politieke<br />

re<strong>de</strong>nen een bevoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ling (Golding, 1989), wat later ook tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> apartheid<br />

zichtbaar werd. Een eensgezindheid tussen kl<strong>eu</strong>rlingen ontwikkel<strong>de</strong> zich door <strong>de</strong> weigering <strong>van</strong><br />

blanken om hen als gelijken te accepteren én doordat kl<strong>eu</strong>rlingen zelf niet gelijkgeschakeld wil<strong>de</strong>n<br />

2 Met dank aan C. Verwer (Uitdaging <strong>van</strong> <strong>de</strong> Regenboognatie, Over <strong>de</strong> Begrijpelijkheid, Aantrekkelijkheid en<br />

Overtuigingskracht <strong>van</strong> Rationeel versus Affectief Gekl<strong>eu</strong>r<strong>de</strong> HIV/AIDS-teksten voor Afrikaner en kl<strong>eu</strong>rling tieners<br />

in Zuid-Afrika)<br />

11


wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> zwarte bevolking die meer beperkingen <strong>op</strong>gelegd kreeg (Richmond et all, 2002).<br />

Deze ambigue positie, die in <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie al <strong>naar</strong> voren komt, heeft he<strong>de</strong>n ten dage nog steeds<br />

effecten <strong>op</strong> <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> kl<strong>eu</strong>rlingen (Golding, 1989).<br />

1.4 Tekst en beeld en HIV/Aids<br />

In veel HIV/Aids-voorlichtingsteksten wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> tekst en afbeeldingen.<br />

Het is interessant om <strong>de</strong>ze combinatie te on<strong>de</strong>rzoeken omdat <strong>de</strong> combinatie tekst en beeld vaak<br />

voorkomt in HIV/Aids-voorlichtingsbrochures. Tevens kan het zijn dat een onhandige<br />

combinatie <strong>van</strong> tekst en beeld één <strong>van</strong> <strong>de</strong> oorzaken vormt dat voorlichting niet altijd goed<br />

verlo<strong>op</strong>t. Tot slot is het niet dui<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>r welke condities en combinaties tekst en beeld leidt<br />

tot betere onthoudbaarheid of begrijpelijkheid <strong>van</strong> informatie.<br />

Op basis <strong>van</strong> theorieën over <strong>de</strong> verwerking <strong>van</strong> informatie via tekst en beeld is het tot <strong>op</strong><br />

zekere hoogte mogelijk om te voorspellen of tekst en beeld leidt tot betere verwerking <strong>van</strong><br />

informatie. Hieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n drie theorieën behan<strong>de</strong>ld. Allereerst <strong>de</strong> Dual Coding Theory <strong>van</strong><br />

Paivio (1971), vervolgens <strong>de</strong> Cue Summation Theory (De Lange, 1999) en tot slot <strong>de</strong> Stro<strong>op</strong><br />

Effect Theory (Stro<strong>op</strong>, 1935).<br />

1.4.1 Dual Coding Theory<br />

De Dual Coding Theory <strong>van</strong> Paivio (1971) stelt dat er twee dui<strong>de</strong>lijk te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n<br />

geh<strong>eu</strong>gensystemen zijn, een voor woor<strong>de</strong>n en een voor afbeeldingen. Deze geh<strong>eu</strong>gensystemen<br />

bestaan onafhankelijk <strong>van</strong> elkaar en er vindt een wisselwerking plaats tussen <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> systemen.<br />

Het verbale materiaal wordt sequentieel geco<strong>de</strong>erd terwijl het visuele materiaal als een inwendig<br />

afbeelding wordt <strong>op</strong>geslagen.<br />

Ook geldt volgens <strong>de</strong> Dual Coding Theory dat een ervaring die door twee verschillen<strong>de</strong><br />

soorten co<strong>de</strong>ring wordt <strong>op</strong>geslagen, later gemakkelijker zal wor<strong>de</strong>n herinnerd. Veel experimenten<br />

hebben <strong>de</strong>ze stelling on<strong>de</strong>rst<strong>eu</strong>nd. Een voorbeeld betreft woor<strong>de</strong>n die door proefpersonen<br />

beoor<strong>de</strong>eld wer<strong>de</strong>n <strong>op</strong> hun voorstelbaarheid (het vormen <strong>van</strong> een beeld dat correspon<strong>de</strong>ert met<br />

het woord). Woor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> concrete objecten (naald, bloed etc.) blijken een hogere graad <strong>van</strong><br />

voorspelbaarheid te hebben dan bijvoorbeeld begrippen als <strong>de</strong>mocratie of <strong>de</strong>ugd. Woor<strong>de</strong>n met<br />

een hoge graad <strong>van</strong> voorspelbaarheid wor<strong>de</strong>n gemakkelijker onthou<strong>de</strong>n. De verklaring hiervoor<br />

wordt gezocht in <strong>de</strong> hypothese dat woor<strong>de</strong>n automatisch een verbale co<strong>de</strong> activeren.<br />

Woor<strong>de</strong>n met een hoge graad <strong>van</strong> voorspelbaarheid activeren ook gemakkelijk een<br />

beeldco<strong>de</strong> waardoor ze <strong>op</strong>geslagen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r twee co<strong>de</strong>s. Deze combinatie leidt volgens <strong>de</strong><br />

12


Dual Coding Theory tot betere verwerking en het onthou<strong>de</strong>n is beter dan <strong>de</strong> <strong>op</strong>slag on<strong>de</strong>r één<br />

co<strong>de</strong>.<br />

On<strong>de</strong>rstaand mo<strong>de</strong>l verklaart het proces <strong>van</strong> <strong>de</strong> Dual Coding Theory.<br />

Zen<strong>de</strong>r Boodschap<br />

Tekst Afbeelding<br />

Figuur 3 Een mo<strong>de</strong>l voor <strong>de</strong> Dual Coding Theory<br />

1.4.2 The Cue Summation Theory<br />

Een an<strong>de</strong>re theorie die over <strong>de</strong> verwerking <strong>van</strong> informatie via tekst en beeld han<strong>de</strong>lt is <strong>de</strong><br />

Cue Summation Theory. Deze theorie voorspelt dat <strong>de</strong> begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst toeneemt,<br />

wanneer het aantal tekens (cues) en prikkelingen in <strong>de</strong> tekst toeneemt. Afbeeldingen wor<strong>de</strong>n ook<br />

wel tekens genoemd en daarom dragen ze bij in begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst (Hartman, 1961,<br />

geciteerd in <strong>de</strong> Lange (1999). Afbeeldingen die geschreven tekst herhalen of een voorbeeld <strong>van</strong><br />

een genoemd item in <strong>de</strong> tekst afbeel<strong>de</strong>n versterken, het materiaal dat moet wor<strong>de</strong>n onthou<strong>de</strong>n en<br />

begrepen.<br />

Afbeeldingen die <strong>de</strong> tekst herhalen, die datgene dat wordt gezegd of wat er wordt gelezen<br />

versterken, en die wor<strong>de</strong>n gecombineerd met verschillen<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong> verbale, tekstuele en<br />

grafische tekens, dragen allemaal bij <strong>op</strong>dat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt <strong>de</strong> informatie beter zal verwerken (De<br />

Lange, 1999).<br />

In figuur 4 wordt <strong>de</strong> Cue Summation Theory geïllustreerd.<br />

Afbeeldingen vergroten <strong>de</strong><br />

begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

boodschap<br />

Zen<strong>de</strong>r Boodschap<br />

Tekst Afbeelding<br />

Figuur 4 Een mo<strong>de</strong>l voor <strong>de</strong> Cue Summation Theory<br />

13<br />

Ont<strong>van</strong>ger verwerkt <strong>de</strong> afbeeldingen<br />

als verbale en visuele co<strong>de</strong>s<br />

Ont<strong>van</strong>ger Toename<br />

begrijpelijkheid<br />

Ont<strong>van</strong>ger Toename<br />

begrijpelijkheid


De nadruk in <strong>de</strong> Cue Summation Theory ligt <strong>op</strong> <strong>de</strong> boodschap en <strong>op</strong> het effect die afbeeldingen<br />

hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> boodschap.<br />

1.4.3 Stro<strong>op</strong> Effect Theory<br />

De nadruk in <strong>de</strong> Stro<strong>op</strong> Effect Theory ligt <strong>op</strong> <strong>de</strong> incongruentie tussen tekst en beeld. Er<br />

wordt bijvoorbeeld een verkeer<strong>de</strong> afbeelding getoond bij een tekst, waardoor <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt niet<br />

in staat is om <strong>de</strong> informatie goed te verwerken (Stro<strong>op</strong>, 1935). In het experiment <strong>van</strong> Stro<strong>op</strong> in<br />

1935 (Stro<strong>op</strong>, 1935) moesten <strong>de</strong> proefpersonen <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> een kl<strong>eu</strong>r <strong>op</strong>lezen, terwijl het woord<br />

in een an<strong>de</strong>re kl<strong>eu</strong>r was geprint. Het woord geel was bijvoorbeeld in rood geprint. De<br />

respon<strong>de</strong>nten maakten meer fouten en het duur<strong>de</strong> langer voordat ze antwoord gaven, wanneer ze<br />

<strong>de</strong> kl<strong>eu</strong>r moesten zeggen dan wanneer ze het woord moesten voorlezen. Een voorbeeld volgt<br />

hieron<strong>de</strong>r:<br />

Geel Blauw<br />

Oranje Rood<br />

Groen Paars<br />

De verklaring voor dit feit is dat <strong>de</strong> relatie tekst en beeld incongruent aan elkaar zijn.<br />

Respon<strong>de</strong>nten had<strong>de</strong>n meer tijd nodig om een afbeelding <strong>op</strong> te noemen, wanneer een totaal<br />

an<strong>de</strong>r woord bij <strong>de</strong> afbeelding is geplaatst. An<strong>de</strong>rsom ging dat niet <strong>op</strong>, het was wel mogelijk om<br />

het woord <strong>op</strong> te lezen, wanneer er een an<strong>de</strong>re afbeelding bij werd afgebeeld.<br />

Figuur 5 Een mo<strong>de</strong>l voor Stro<strong>op</strong> Effect<br />

Incongruente afbeeldingen bij<br />

een tekst<br />

Zen<strong>de</strong>r Boodschap<br />

Tekst Afbeelding<br />

De nadruk in <strong>de</strong>ze theorie ligt <strong>op</strong> <strong>de</strong> incongruentie <strong>van</strong> tekst en beeld. De gestippel<strong>de</strong> lijn in het<br />

figuur wijst er<strong>op</strong> dat er geen toename <strong>van</strong> begrijpelijkheid <strong>van</strong> informatie plaatsvindt, wanneer <strong>de</strong><br />

afbeelding incongruent is met <strong>de</strong> tekst. Het Stro<strong>op</strong> Effect <strong>de</strong>monstreert dat het belangrijk is dat<br />

een afbeelding bij <strong>de</strong> tekst moet horen, rele<strong>van</strong>t voor <strong>de</strong> tekst moet zijn en dat <strong>de</strong>ze niet in<br />

conflict moet zijn met <strong>de</strong> tekst (Levin e.a., 1987: 73-77, geciteerd in De Lange, 1999).<br />

14<br />

Ont<strong>van</strong>ger Toename<br />

begrijpelijkheid


De kern <strong>van</strong> bovenstaan<strong>de</strong> theorieën is dat ze alle drie beweren dat informatie beter of<br />

sneller wordt verwerkt, wanneer tekst en beeld in een goe<strong>de</strong> combinatie wordt gebruikt. In <strong>de</strong><br />

Dual Coding Theory gaat het er om dat <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>de</strong> gegeven informatie on<strong>de</strong>r twee<br />

geh<strong>eu</strong>gensystemen <strong>op</strong>slaat. De Cue Summation Theory en <strong>de</strong> Stro<strong>op</strong> Effect Theory leggen <strong>de</strong><br />

nadruk juist <strong>op</strong> <strong>de</strong> boodschap. Wanneer er gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> juiste afbeeldingen (cues),<br />

kan dit <strong>de</strong> begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst vergroten. Het verschil tussen <strong>de</strong>ze twee theorieën is te<br />

zien in figuur 2, 3 en 4. In figuur 2 is te zien dat <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>de</strong> informatie verwerkt als een<br />

verbale en visuele co<strong>de</strong>s. In figuur 3 en 4 is te zien dat <strong>de</strong> nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong> boodschap ligt<br />

(afbeeldingen vergroten <strong>de</strong> begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> boodschap als <strong>de</strong>ze congruent zijn met <strong>de</strong><br />

tekst).<br />

Wanneer tekst en beeld goed <strong>op</strong> elkaar aansluiten, wordt informatie beter verwerkt dan<br />

wanneer er alleen tekst of alleen afbeeldingen zijn gebruikt. Dit wordt on<strong>de</strong>r meer aangetoond in<br />

<strong>de</strong> Dual Coding Theory, <strong>de</strong> Cue Summation Theory en <strong>de</strong> Stro<strong>op</strong> Effect Theory. Vooralsnog is<br />

het onbekend wat het effect is <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze theorieën <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> culturen, omdat er in <strong>de</strong><br />

bovenstaan<strong>de</strong> theorieën niets wordt gezegd over het begrip <strong>cultuur</strong>.<br />

Als blijkt dat het vermoe<strong>de</strong>n correct is dat voorlichting pas effectief is als <strong>de</strong>ze<br />

<strong>cultuur</strong>specifiek is én als blijkt dat veel brochures gericht zijn <strong>op</strong> één <strong>cultuur</strong>, dan is het <strong>de</strong> moeite<br />

waard om te on<strong>de</strong>rzoeken hoe bestaan<strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsmaterialen herschreven dienen<br />

te wor<strong>de</strong>n als ze in een an<strong>de</strong>re <strong>cultuur</strong> moeten wor<strong>de</strong>n ingezet. Dit kan wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht door<br />

<strong>de</strong>ze bestaan<strong>de</strong> teksten te analyseren en te on<strong>de</strong>rzoeken hoe verschillen<strong>de</strong> culturele groepen<br />

reageren <strong>op</strong> het gebruikte tekst- en beeldmateriaal in <strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsteksten.<br />

15


1.5 Doelen <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek<br />

Voordat er on<strong>de</strong>rzoek kan wor<strong>de</strong>n gedaan <strong>naar</strong> <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> het tekst- en<br />

beeldmateriaal in HIV/Aids-voorlichtingsbrochures, is het raadzaam te on<strong>de</strong>rzoeken in welke<br />

<strong>op</strong>zicht zulke brochures kunnen verschillen. Met behulp <strong>van</strong> een gebruikt analyse-instrument kan<br />

dit wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht. Er bestaat reeds een analyse-instrument dat is ontwikkeld door<br />

Roo<strong>de</strong>nburg (2002), waarin ook een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is gewijd aan het gebruik <strong>van</strong> tekst en beeld. Er<br />

zal, <strong>op</strong> basis <strong>van</strong> rele<strong>van</strong>te literatuur, wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht in hoeverre dit analyse-instrument <strong>op</strong><br />

het gebied <strong>van</strong> tekst en beeld al a<strong>de</strong>quaat is en waar het aangepast dient te wor<strong>de</strong>n. Daarna kan<br />

empirisch wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht hoe verschillen<strong>de</strong> culturele groepen reageren <strong>op</strong> het gebruikte<br />

tekst- en beeldmateriaal.<br />

Kort samengevat is het doel <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek tweeledig; eerst wordt een bijdrage<br />

geleverd aan het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument dat is ontwikkeld om HIV/Aidsvoorlichtingteksten<br />

te analyseren <strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong> tekst en beeld en vervolgens wordt een<br />

experiment uitgevoerd om te on<strong>de</strong>rzoeken hoe verschillen<strong>de</strong> culturele groepen reageren <strong>op</strong> teksten<br />

beeldmateriaal in een HIV/Aids-voorlichtingstekst. Bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek<br />

hebben aldus als uitein<strong>de</strong>lijke doel om <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> HIV/Aidsvoorlichtingsbrochures<br />

te verbeteren.<br />

Om te beginnen zal in hoofdstuk 2, paragraaf 2.1 wor<strong>de</strong>n uitgelegd <strong>op</strong> welke punten het<br />

tekst- en beeldmateriaal in <strong>de</strong> brochures kan wor<strong>de</strong>n geanalyseerd. Het eerste ge<strong>de</strong>elte uit <strong>de</strong>ze<br />

paragraaf gaat over kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen, tekstinhoud, beoogd effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen<br />

en het gebruik <strong>van</strong> afbeeldingen in combinatie met tekst. Vervolgens wor<strong>de</strong>n culturele<br />

gedragingen behan<strong>de</strong>ld die rele<strong>van</strong>t zijn voor <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsteksten<br />

die in dit on<strong>de</strong>rzoek zijn betrokken. Daarbij wordt <strong>de</strong> aandacht met name gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> zwarte<br />

Afrikaanse <strong>cultuur</strong> zoals die bij veel Xhosa’s nog actueel lijkt te zijn. Dat is namelijk <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong><br />

waar <strong>de</strong> voorlichtingsteksten <strong>van</strong> dit moment het verst <strong>van</strong> verwij<strong>de</strong>rd lijken te zijn, en waarmee<br />

wellicht meer dan nu het geval is, in een brochure rekening mee gehou<strong>de</strong>n dient te wor<strong>de</strong>n.<br />

In paragraaf 2.2 zal <strong>de</strong> theoretische achtergrond voor het experiment wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.<br />

En zal <strong>de</strong> onafhankelijke variabele culturele i<strong>de</strong>ntiteit on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep wor<strong>de</strong>n genomen, en daarna<br />

wordt <strong>de</strong> aandacht gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> afhankelijke variabelen; aanvaarding en percepties over<br />

kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst aan bod.<br />

Tot slot zullen in 2.3 <strong>de</strong> doelstelling en on<strong>de</strong>rzoeksvragen aan bod komen.<br />

16


HOOFDSTUK 2 OPZET ANALYSE EN EXPERIMENT<br />

2.1 Opzet Analyse<br />

2.1.1 Kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen<br />

Wanneer een analyse wordt gedaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsteksten is<br />

het <strong>van</strong> belang dat er wordt gekeken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen (Smelik, 1999). Deze<br />

kenmerken bepalen hoe het beeld er uit ziet. Achtereenvolgens zullen eerst beeldvorming,<br />

rele<strong>van</strong>tie, hel<strong>de</strong>rheid, realiteit, bij- en on<strong>de</strong>rschriften, kl<strong>eu</strong>r en plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding wor<strong>de</strong>n<br />

behan<strong>de</strong>ld (Smelik, 1999).<br />

2.1.1.1 Beeldvorming<br />

Een beeld wordt gezien in één oog<strong>op</strong>slag. In die ene oog<strong>op</strong>slag vindt een heel proces plaats:<br />

het beeld wordt herkend, er wordt gereageerd met een bepaal<strong>de</strong> emotie en tot slot wordt er een<br />

betekenis en waar<strong>de</strong>ring aan gegeven (Smelik, 1999). Smelik (1999) geeft aan dat in <strong>de</strong> meeste<br />

gevallen <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> lezer in eerste instantie uitgaat <strong>naar</strong> <strong>de</strong> afbeelding in plaats <strong>van</strong> <strong>naar</strong><br />

<strong>de</strong> tekst. Daartoe behoort ook <strong>de</strong> eventuele tekst binnen <strong>de</strong> afbeelding. Bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />

stripwolkjes in een stripverhaal. Ook <strong>de</strong> k<strong>op</strong> of on<strong>de</strong>rtitel wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> eerste oog<strong>op</strong>slag<br />

meegenomen. Hierdoor wordt <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>kelijke indruk <strong>van</strong> het totaalbeeld getoetst en wordt <strong>de</strong><br />

eerste betekenis aangevuld met an<strong>de</strong>re betekenissen (Smelik, 1999).<br />

Om betekenis te geven aan datgene dat wordt afgebeeld, is het <strong>van</strong> belang dat een aantal<br />

aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding dui<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n gemaakt. Om een dui<strong>de</strong>lijk beeld te vormen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze aspecten, is het noodzakelijk om te kijken hoe <strong>de</strong> voorstelling in <strong>de</strong> afbeelding is afgebeeld.<br />

Wanneer goed <strong>naar</strong> een afbeelding wordt gekeken, dan blijkt het beeld <strong>op</strong>gebouwd te zijn uit<br />

verschillen<strong>de</strong> elementen (Smelik, 1999);<br />

1 Mise-en-scène<br />

2 (Foto)grafische aspecten<br />

3 Beelduitsne<strong>de</strong><br />

4 Perspectief<br />

Ad 1. Mise-en-scène<br />

Mise-en-scène is alles wat zich binnen <strong>de</strong> afbeelding bevindt. Het is <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> het beeld<br />

is ingevuld, dat wil zeggen <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> gebruik is gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimte binnen het beeld.<br />

Mise-en-scène bestaat uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />

• Decor en setting.<br />

17


• Costumering en grime/make-up.<br />

• Gezichtsuitdrukking <strong>van</strong> <strong>de</strong> act<strong>eu</strong>rs.<br />

• Tekst: in stripwolkjes, <strong>de</strong> k<strong>op</strong> en <strong>de</strong> flankeren<strong>de</strong> tekst rechts en links naast <strong>de</strong> tekening.<br />

Ad 2. Fotografische aspecten<br />

Hoewel er in <strong>de</strong> in dit on<strong>de</strong>rzoek gebruikte HIV/Aids-voorlichtingsbrochures geen foto’s zijn,<br />

gaan sommige fotografische aspecten ook <strong>op</strong> voor tekeningen. Een aantal rele<strong>van</strong>te aspecten die<br />

tot fotografie behoren:<br />

• Kl<strong>eu</strong>r of zwart/wit<br />

• Belichting<br />

• Grafisch element<br />

Ad 3. Beelduitsne<strong>de</strong><br />

Met beelduitsne<strong>de</strong> wordt <strong>de</strong> grootte en <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding bedoeld. Het kan zijn dat <strong>de</strong><br />

afbeelding dominant is aan <strong>de</strong> tekst of juist niet. Ver<strong>de</strong>r wordt met beelduitsne<strong>de</strong> ook het ka<strong>de</strong>r<br />

bedoeld waarin <strong>de</strong> afbeelding zich bevindt. Een ka<strong>de</strong>r maakt een beeld eindig; het bepaalt wat er<br />

in het beeld te zien is en wat er buiten valt. Het kan interessant zijn om na te gaan wat buiten<br />

beeld is gebleven.<br />

Ad 4. Perspectief<br />

Het perspectief leidt <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kijker langs bepaal<strong>de</strong> lijnen <strong>naar</strong> bepaal<strong>de</strong> punten in <strong>de</strong><br />

afbeelding. In feite bepaalt het perspectief <strong>de</strong> relatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> toeschouwer tot <strong>de</strong> afbeelding.<br />

Beeldvorming staat niet los <strong>van</strong> waar<strong>de</strong>n en normen (Smelik, 1999). Zulke waar<strong>de</strong>n en<br />

normen zijn cultureel en historisch bepaald en wor<strong>de</strong>n in beeldvorming vaak bevestigd. Het valt<br />

bijvoorbeeld <strong>op</strong> dat in <strong>de</strong> brochure die is gebruikt voor dit on<strong>de</strong>rzoek, <strong>de</strong> doktoren blank zijn en<br />

<strong>de</strong> patiënten zwart. Dit valt in het heersen<strong>de</strong> cliché, dat HIV/Aids in Zuid-Afrika een ziekte <strong>van</strong><br />

zwarte mensen is. Om te on<strong>de</strong>rzoeken hoe <strong>de</strong> beeldvorming wordt weerspiegeld in <strong>de</strong> brochures,<br />

zal er daarom ook gekeken moeten wor<strong>de</strong>n <strong>naar</strong> datgene dat niet wordt afgebeeld of beschreven.<br />

2.1.1.2 Rele<strong>van</strong>tie<br />

De afbeeldingen moeten tekstrele<strong>van</strong>t zijn. Er moeten geen afbeeldingen bij <strong>de</strong> tekst staan<br />

die niets met het geschrevene te maken hebben (Dwyer, 1978; Levin & Lesgold, 1978; Moore &<br />

18


Dwyer, 1994, geciteerd in De Lange, 1999). Dit blijkt on<strong>de</strong>r meer uit <strong>de</strong> Stro<strong>op</strong> Effect Theory,<br />

die <strong>de</strong> nadruk legt <strong>op</strong> <strong>de</strong> incongruentie tussen tekst en beeld (Stro<strong>op</strong>, 1935).<br />

2.1.1.3 Realiteit<br />

Een hoge mate <strong>van</strong> <strong>de</strong>tail en realiteit <strong>van</strong> afbeeldingen zorgen ervoor dat <strong>de</strong><br />

begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst groter is. Wanneer afbeeldingen dus realistisch wor<strong>de</strong>n weergegeven<br />

kan dit er voor zorgen dat <strong>de</strong> begrijpelijkheid toeneemt (Pettersson, 1983).<br />

De <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> ge<strong>de</strong>tailleerdheid en realiteit hangt af <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd en moeite die <strong>de</strong> lezer<br />

besteed aan het bestu<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding. Lezers hebben <strong>de</strong> neiging om niet <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails te<br />

letten in complexe afbeeldingen (Peeck, 1987; Dwyer, 1978, geciteerd in De Lange, 1999).<br />

2.1.1.4 Bij- en on<strong>de</strong>rschriften<br />

Wanneer er gelabel<strong>de</strong> informatie bij een afbeelding wordt gevoegd, kan dat <strong>de</strong> herinnering<br />

en begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n informatie vergroten (Mayer, 1989, geciteerd in De<br />

Lange, 1999). Afbeeldingen met <strong>de</strong>scriptieve en instructieve labels kunnen <strong>de</strong> begrijpelijkheid en<br />

herinnering <strong>van</strong> tekst- en beeldmateriaal vergroten (Bernard, 1990, geciteerd in De Lange, 1999).<br />

Afbeeldingen zou<strong>de</strong>n bij- en on<strong>de</strong>rschriften moeten bevatten zodat <strong>de</strong> lezer <strong>de</strong> afbeelding beter<br />

kan begrijpen. Lezers kunnen namelijk <strong>de</strong> afbeeldingen <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> manieren interpreteren<br />

(Pettersson, 1983).<br />

2.1.1.5 Kl<strong>eu</strong>r<br />

Selectief gebruik <strong>van</strong> kl<strong>eu</strong>r in afbeeldingen kan helpen om <strong>de</strong> aandacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> lezer <strong>naar</strong><br />

een bepaald aspect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding te trekken. Dit kan <strong>de</strong> herinnering en begrijpelijkheid<br />

vergroten. Kl<strong>eu</strong>r kan ook juist <strong>de</strong> aandacht <strong>naar</strong> het verkeer<strong>de</strong> aspect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding trekken<br />

of het kan <strong>de</strong> afbeelding te complex maken (Dywer, 1968, 1978; Lamberski, 1983; Peeck, 1987;<br />

Dwyer & Moore, 1995, geciteerd in De Lange, 1999). Het is ook gebleken dat realistische kl<strong>eu</strong>ren<br />

meer bijdragen aan het verwerken <strong>van</strong> informatie via tekst en beeld dan onrealistische kl<strong>eu</strong>ren<br />

(De Lange, 1999). Met realistisch wordt bedoeld dat personen, voorwerpen, landschappen,<br />

enzovoort in <strong>de</strong> afbeeldingen waarheidsgetrouw zijn afgebeeld.<br />

2.1.1.6 Plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding<br />

In een on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Brody en Legenza (1980, geciteerd in De Lange, 1999) over <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> afbeeldingen bij een tekst, werd on<strong>de</strong>rzocht of <strong>de</strong> positie <strong>van</strong> afbeeldingen in een tekst<br />

bijdraagt aan <strong>de</strong> begrijpelijkheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst. Ze on<strong>de</strong>rzochten tevens of er een verschil in<br />

19


egrijpelijkheid is wanneer een afbeelding wordt gepresenteerd als een overzicht <strong>van</strong> het verhaal<br />

of juist in een specifiek ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst. De uitkomst was dat een afbeelding die na een tekst<br />

wordt gepresenteerd meer effect heeft dan een afbeelding die voor een tekst wordt gepresenteerd.<br />

Tevens bleek dat <strong>de</strong> overzichtsafbeelding beter wordt onthou<strong>de</strong>n dan een afbeelding die<br />

verwijst <strong>naar</strong> een specifiek ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst.<br />

2.1.2 Tekstinhoud<br />

Naast kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen is tekstinhoud een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> analyse<br />

<strong>van</strong> HIV/Aids-voorlichtingsmateriaal. Het is namelijk gebleken dat materiaal met een hoge graad<br />

<strong>van</strong> interesse meer herinnering en begrijpelijkheid <strong>op</strong>roept dan materiaal met een lage graad <strong>van</strong><br />

interesse (Beck, 1983, geciteerd in De Lange, 1999). Afbeeldingen kunnen behulpzaam zijn bij<br />

moeilijk te begrijpen teksten, zoals een onbeken<strong>de</strong> situatie. Op <strong>de</strong>ze manier heeft <strong>de</strong> afbeelding<br />

een positief effect <strong>op</strong> <strong>de</strong> visualisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> situatie (Peeck, 1993, geciteerd in De Lange, 1999).<br />

2.1.3 Beoogd effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen<br />

In <strong>de</strong> titel <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf staat beoogd effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen, omdat <strong>de</strong> vraag welk effect<br />

(ook wel: functie) een afbeelding daadwerkelijk heeft, pas kan wor<strong>de</strong>n beantwoord als die<br />

afbeelding aan lezers is voorgelegd en die lezers antwoord hebben kunnen geven <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag hoe<br />

ze die afbeeldingen interpreteren. Tot dan kunnen <strong>de</strong> makers en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers niet meer dan<br />

vermoe<strong>de</strong>n wat het effect zal zijn. Levin (1979) heeft een in<strong>de</strong>ling gemaakt <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong><br />

afbeeldingen. Ze wor<strong>de</strong>n als volgt inge<strong>de</strong>eld:<br />

1. Decoratieve afbeeldingen zijn tekstirrele<strong>van</strong>t en zijn alleen gebruikt om het materiaal<br />

aantrekkelijker en mooier te maken. De functie <strong>van</strong> <strong>de</strong>coratieve afbeeldingen is om <strong>de</strong><br />

aandacht <strong>van</strong> <strong>de</strong> lezer te trekken.<br />

2. Representatieve afbeeldingen. Deze afbeeldingen representeren objecten en i<strong>de</strong>eën uit <strong>de</strong> tekst<br />

en vertellen hetzelf<strong>de</strong> verhaal als <strong>de</strong> tekst. Ze herhalen niet alleen <strong>de</strong> informatie uit <strong>de</strong><br />

tekst, maar ze zorgen er ook voor dat <strong>de</strong> tekst beter te begrijpen is. Afbeeldingen met een<br />

representatieve functie on<strong>de</strong>rst<strong>eu</strong>nen het begrijpen en wor<strong>de</strong>n het meest gebruikt in teksten<br />

beeldmateriaal.<br />

3. Organisatieafbeeldingen helpen om een ondui<strong>de</strong>lijke tekst of een tekst met een ondui<strong>de</strong>lijke<br />

structuur hel<strong>de</strong>r<strong>de</strong>r te krijgen. Voorbeeld hier<strong>van</strong> is <strong>de</strong> bouwtekening <strong>van</strong> een<br />

mo<strong>de</strong>lvliegtuigje, die on<strong>de</strong>rst<strong>eu</strong>nt <strong>de</strong> geschreven instructie. Deze afbeeldingen hebben <strong>de</strong><br />

functie om te wor<strong>de</strong>n ingezet om problemen met <strong>de</strong> co<strong>de</strong> <strong>van</strong> boodschappen te<br />

voorkomen of <strong>op</strong> te lossen. Een beeld kan diverse elementen tegelijkertijd representeren<br />

20


als een informatie-element en daardoor <strong>de</strong> informatie niet alleen concreter maken, maar<br />

ook meer coherent, compacter en begrijpelijker (Marcus e.a., 1996).<br />

4. Transformatieve afbeeldingen zorgen voor <strong>de</strong> transformatie <strong>van</strong> tekst in een meer concrete<br />

vorm. Op <strong>de</strong>ze manier wordt het voor <strong>de</strong> lezer gemakkelijker om grote stukken tekst te<br />

begrijpen.<br />

2.1.4 Het gebruik <strong>van</strong> afbeeldingen in combinatie met <strong>de</strong> tekst<br />

Wanneer er in <strong>de</strong> tekst melding wordt gemaakt <strong>van</strong> het feit dat <strong>de</strong> lezer <strong>de</strong> afbeelding<br />

moet gebruiken of wanneer er verwezen wordt <strong>naar</strong> <strong>de</strong> afbeelding, dan wordt <strong>de</strong> tekst beter<br />

begrepen (Pater e.a.., 1990, geciteerd in De Lange, 1999).<br />

Tekst en afbeeldingen kunnen <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> manieren geïnterpreteerd wor<strong>de</strong>n. De<br />

interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding in combinatie met tekst wordt beïnvloed door ervaringen, socioeconomische-culturele<br />

omgeving, <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad en het niveau <strong>van</strong> visuele geletterdheid<br />

(Hugo, 1997).<br />

2.1.5 Culturele gedragingen<br />

Naast kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen, tekstinhoud, beoogd effect <strong>van</strong> afbeeldingen en tekst<br />

in combinatie met beeld, zijn culturele gedragingen ook een belangrijk element <strong>van</strong> een analyseinstrument<br />

voor HIV/Aids-voorlichting. Het is namelijk gebleken dat culturele gedragingen<br />

belangrijk zijn in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> voorlichting (Van Dyk, 2001). Culturele gedragingen zijn rele<strong>van</strong>t<br />

voor <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> tekst en beeld in HIV/Aids-voorlichtingsmaterialen, omdat niet<br />

onwaarschijnlijk is dat culturele gedragingen <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong> beel<strong>de</strong>n en<br />

teksten. Dit zou betekenen dat er in bij <strong>de</strong> k<strong>eu</strong>ze <strong>van</strong> tekst en beeld in voorlichtingsmaterialen<br />

rekening moet wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> culturele achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelgroep. Van Dyk (2001)<br />

introduceert in haar artikel een mo<strong>de</strong>l waarin ze stelt dat veel traditionele Afrikaanse normen en<br />

waar<strong>de</strong>n, <strong>op</strong>vattingen en gewoontes, sterke implicaties zou<strong>de</strong>n moeten hebben voor HIV/Aidsvoorlichting.<br />

Van Dyk (2001) beschrijft een mo<strong>de</strong>l dat kan wor<strong>de</strong>n gebruikt om, met behulp <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze Afrikaanse normen en waar<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voorlichting te kunnen analyseren en vervolgens zo<br />

mogelijk verbeteren. Dit mo<strong>de</strong>l noemt ze het PEN-mo<strong>de</strong>l. In dit mo<strong>de</strong>l staat centraal dat<br />

traditionele en culturele overtuigingen en gedragingen over <strong>de</strong> gezondheid gecategoriseerd<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n als positief (P), exotisch (E) of negatief (N). “Positieve gedragingen” zijn dan<br />

waar<strong>de</strong>n en gedragingen die nuttig of heilzaam kunnen zijn bij pogingen om besmetting te<br />

voorkomen. Deze gedragingen moeten aangemoedigd en versterkt wor<strong>de</strong>n. Het verbie<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

seksueel verkeer voor het huwelijk of met weduwen of vrouwen die ooit een abortus of<br />

21


miskraam hebben gehad, zijn voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke positieve gedragingen. Een <strong>de</strong>rgelijk<br />

verbod, dat volgens Van Dyk (2001) past bij typische Afrikaanse normen en waar<strong>de</strong>n, kan er<br />

immers toe lei<strong>de</strong>n dat HIV/Aids kan wor<strong>de</strong>n voorkomen of vermin<strong>de</strong>rd.<br />

De “exotische gedragingen” in het PEN-mo<strong>de</strong>l zijn te omschrijven als gewoonten die bij<br />

Westerlingen onbekend zijn, maar die in principe niet <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> verspreiding <strong>van</strong><br />

HIV/Aids. Exotische gedragingen hoeven volgens Van Dyk (2001) niet te wor<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>rd; ze<br />

dienen te wor<strong>de</strong>n gerespecteerd. Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke exotische gedragingen zijn<br />

polygamie met steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> partners, culturele rituelen en krui<strong>de</strong>ngenezingen.<br />

Tot slot zijn er <strong>de</strong> “negatieve gedragingen” uit het PEN-mo<strong>de</strong>l. Deze gedragingen zou<strong>de</strong>n<br />

ervoor kunnen zorgen dat HIV/Aids wordt verspreid. Om die re<strong>de</strong>n is het <strong>van</strong> belang dat ze<br />

veran<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n. Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> negatieve culturele gedragingen zijn seks met meer<strong>de</strong>re<br />

wisselen<strong>de</strong> partners, reinigingsrituelen en seks in ruil voor gastvrijheid.<br />

Zoals in <strong>de</strong> inleiding al is gezegd is <strong>de</strong> aandacht in <strong>de</strong>ze paragraaf gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> zwarte<br />

Afrikaanse <strong>cultuur</strong> zoals die bij veel Xhosa’s nog actueel lijkt is.<br />

Nu dui<strong>de</strong>lijk is gewor<strong>de</strong>n wat belangrijke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> een analyse-instrument voor HIV/Aidsvoorlichtingsteksten<br />

zijn, kan het analyse-instrument in elkaar wor<strong>de</strong>n gezet. Voor een compleet<br />

overzicht <strong>van</strong> dit instrument, wordt verwezen <strong>naar</strong> bijlage 1.<br />

2.2 Opzet experiment<br />

Niet alleen het <strong>op</strong>stellen <strong>van</strong> een analyse-instrument is belangrijk om een bijdrage te<br />

leveren aan <strong>de</strong> verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsteksten. Ook moet wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rzocht in hoeverre <strong>de</strong> reacties verschillen <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen <strong>op</strong> het<br />

gebruikte tekst- en beeldmateriaal. Met behulp <strong>van</strong> een experiment kan <strong>de</strong>ze reactie wor<strong>de</strong>n<br />

gemeten. De vragenlijst voor het experiment wordt gebaseerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n literatuur over<br />

tekst en beeld.<br />

Zoals uit <strong>de</strong> beschrijving <strong>van</strong> het experiment dat in paragraaf 4.5 zal zijn, is er voor<br />

gekozen om behalve <strong>de</strong> culturele achtergrond (ver<strong>de</strong>r: gedragingen) <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefpersonen<br />

(Afrikaners, Xhosa’s en kl<strong>eu</strong>rlingen) ook een aantal an<strong>de</strong>re variabelen in <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> data te<br />

betrekken. In paragraaf 2.2.1 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> culturele gedragingen behan<strong>de</strong>ld en <strong>de</strong> daarbij behoren<strong>de</strong><br />

dimensie individualisme en collectivisme. In paragraaf 2.2.2 wordt <strong>de</strong> aanvaarding <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst<br />

behan<strong>de</strong>ld. Tot slot wor<strong>de</strong>n in 2.2.3 <strong>de</strong> percepties <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> <strong>de</strong> kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

tekst behan<strong>de</strong>ld.<br />

22


2.2.1 Culturele i<strong>de</strong>ntiteit<br />

De culturele i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> personen is <strong>de</strong> sociale i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> die personen die zich richt<br />

<strong>op</strong> het lidmaatschap <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>cultuur</strong> (Gudykunst, 1991). Deze i<strong>de</strong>ntiteit heeft een enorme <strong>invloed</strong><br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> communicatie in het dagelijks leven, maar meestal is men zelf niet <strong>op</strong> <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

<strong>invloed</strong>. Men wordt pas bewust <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>invloed</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze culturele i<strong>de</strong>ntiteit <strong>op</strong> <strong>de</strong> communicatie<br />

als men in een an<strong>de</strong>re <strong>cultuur</strong> is of er an<strong>de</strong>rszins interactie plaatsvindt met mensen uit een an<strong>de</strong>re<br />

<strong>cultuur</strong><br />

Er bestaan verschillen<strong>de</strong> culturele dimensies die allemaal bijdragen tot <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

culturele i<strong>de</strong>ntiteit. Dimensies die volgens Gudykunst (1991) het meest <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> is <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

communicatie, is individualisme/collectivisme.<br />

2.2.1.1 Individualisme en collectivisme<br />

Volgens Hofste<strong>de</strong> (1991) is een samenleving individualistisch als <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge ban<strong>de</strong>n<br />

tussen individuen los zijn. Ie<strong>de</strong>reen wordt geacht uitsluitend te zorgen voor zichzelf en voor zijn<br />

of haar naaste familie. Wanneer een samenleving collectivistisch is, zijn <strong>de</strong> individuen <strong>van</strong>af hun<br />

geboorte <strong>op</strong>genomen in sterke, hechte groepen, die hun levenslang bescherming bie<strong>de</strong>n in ruil<br />

voor onvoorwaar<strong>de</strong>lijke loyaliteit.<br />

2.2.2 Aanvaarding <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst<br />

Volgens Ba<strong>de</strong>nhorst (1997) is het <strong>van</strong> belang dat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> hun eigen manier<br />

vragen uit een vragenlijst beantwoor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r dat interpretaties <strong>op</strong> een bepaal<strong>de</strong> manier<br />

wor<strong>de</strong>n beïnvloed. Belangrijk is dat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten aannemen wat in <strong>de</strong> tekst wordt verteld.<br />

Een belangrijk aspect hier<strong>van</strong> is <strong>de</strong> beeldvorming die plaatsvindt bij het lezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst<br />

(Smelik, 1999). Het is <strong>van</strong> belang dat <strong>de</strong> lezer <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst hetzelf<strong>de</strong> beeld heeft gevormd als <strong>de</strong><br />

maker <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst en dat <strong>de</strong> lezer hetzelf<strong>de</strong> doel voor ogen heeft als <strong>de</strong> maker <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst<br />

(Ba<strong>de</strong>nhorst, 1997).<br />

2.2.3 Percepties <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> <strong>de</strong> tekst<br />

2.2.3.1 Karakters<br />

In een on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> Ba<strong>de</strong>nhorst (1997) werd gevraagd wie <strong>de</strong> karakters/personen waren<br />

in een bepaald ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst. Door <strong>de</strong>ze vraag te stellen, kan wor<strong>de</strong>n gekeken wat <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nt over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> personen te zeggen heeft, wat voor omschrijving <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt<br />

geeft over <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> persoon en of <strong>de</strong>ze omschrijving wellicht afwijkt <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re<br />

antwoor<strong>de</strong>n die zijn gegeven door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag.<br />

23


2.2.3.2 Woor<strong>de</strong>n en effecten<br />

Woor<strong>de</strong>n, effecten en klanknabootsingen kunnen <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> manieren wor<strong>de</strong>n<br />

geïnterpreteerd. Respon<strong>de</strong>nten <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n kunnen an<strong>de</strong>rs reageren<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (Ba<strong>de</strong>nhorst, 1997).<br />

Figuur 6 Klanknabootsing<br />

2.2.3.3 Tekstballonnen<br />

Een manier <strong>van</strong> communiceren in een stripverhaal gaat door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> tekstballonnen.<br />

Er bestaan verschillen<strong>de</strong> soorten tekstballonnen. Volgens Ba<strong>de</strong>nhorst (1997) zijn <strong>de</strong>ze<br />

tekstballonnen met een bepaal<strong>de</strong> intentie gemaakt door <strong>de</strong> schrijver. Het kan echter zijn dat niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk is wat er mee bedoeld wordt, of dat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten totaal verschillen<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n<br />

geven. Hieron<strong>de</strong>r zijn een aantal verschillen<strong>de</strong> tekstballonnen afgebeeld (Ba<strong>de</strong>nhorst, 1997).<br />

Wordt meestal gebruikt om het<br />

praten <strong>van</strong> <strong>de</strong> karakters weer te geven.<br />

Figuur 7 Verschillen<strong>de</strong> soorten tekstballonnen<br />

24<br />

Wordt meestal gebruikt om<br />

aan te geven dat <strong>de</strong> karakters


2.3 Doelstelling en on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

Doelstelling:<br />

Bijdragen aan een verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsteksten in Zuid-Afrika.<br />

<strong>On<strong>de</strong>rzoek</strong>svragen:<br />

1. Wat is een bruikbare aanvulling <strong>van</strong> het component beeldmateriaal in het reeds bestaan<strong>de</strong><br />

analyse-instrument voor HIV/Aids-voorlichtingsteksten in een multiculturele context?<br />

2. In hoeverre verschillen <strong>de</strong> reacties <strong>van</strong> Zuid-Afrikaanse jongeren uit verschillen<strong>de</strong><br />

culturele achtergron<strong>de</strong>n <strong>op</strong> een stripverhaal dat tot doel heeft persuasieve voorlichting<br />

<strong>van</strong> HIV/Aids te realiseren?<br />

2.3.1 Operationele <strong>de</strong>finities<br />

Begrip Operationele <strong>de</strong>finitie<br />

Beeldmateriaal algemene term die verwijst <strong>naar</strong> foto’s, realistische<br />

illustraties, symbolen, abstracte illustraties en<br />

grafische elementen (kaarten, grafieken en<br />

<strong>de</strong>coratieve elementen) (De Lange, 1999).<br />

Bruikbaar toepasbaar door <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laar <strong>op</strong> echte<br />

HIV/Aids-voorlichtingsteksten.<br />

Betrouwbaar <strong>de</strong> meting moet zo min mogelijk <strong>van</strong><br />

Stripverhaal<br />

toevalsfactoren afhankelijk zijn.<br />

een verhaal dat wordt verteld in afbeeldingen. De<br />

karakters of mensen in het stripverhaal vertellen<br />

hun verhaal door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n, acties en<br />

gedachten (George’s story, 2001).<br />

Jongeren jongeren in <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 tot en met 21 jaar.<br />

Verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n Afrikaners (blank), kl<strong>eu</strong>rlingen en Xhosa’s (zwart)<br />

uit Zuid-Afrika<br />

25


HOOFDSTUK 3 METHODEN VAN ONDERZOEK VAN ANALYSE-INSTRUMENT<br />

3.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk zal het analyse-instrument voor tekst en beeld wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld. In<br />

paragraaf 3.2 wordt behan<strong>de</strong>ld wat ontbreekt aan het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument <strong>van</strong><br />

Roo<strong>de</strong>nburg (2002), <strong>op</strong> het gebied <strong>van</strong> tekst en beeld. Tot slot zal in paragraaf 3.3 het materiaal<br />

voor <strong>de</strong> analyse wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.<br />

3.2 Analyse-instrument<br />

Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> het analyse-instrument over tekst en beeld zoals dat is ontwikkeld<br />

door Roo<strong>de</strong>nburg (2001) bevat 37 vragen. Voor een compleet overzicht <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

het instrument, wordt verwezen <strong>naar</strong> bijlage 2. Dit analyse-instrument is al behoorlijk volledig en<br />

er is dan ook slechts een klein aantal vragen dat kan wor<strong>de</strong>n toegevoegd. Deze toevoegingen<br />

volgen uit bestu<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>te literatuur. In totaal zullen er vijftien vragen wor<strong>de</strong>n<br />

toegevoegd om een zo volledig mogelijk instrument te maken. Voor een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

aanvulling <strong>van</strong> het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument <strong>van</strong> Roo<strong>de</strong>nburg (2001) wordt verwezen <strong>naar</strong><br />

bijlage 1.<br />

Na het bestu<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> rele<strong>van</strong>te literatuur wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len toegevoegd<br />

aan het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument <strong>van</strong> Roo<strong>de</strong>nburg (2001):<br />

• Kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen<br />

o Beeldvorming<br />

o Realiteit<br />

o Kl<strong>eu</strong>r<br />

o Plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding<br />

• Tekstinhoud<br />

• Gebruik afbeeldingen en tekst<br />

• Culturele gedragingen<br />

Het analyse-instrument <strong>van</strong> Roo<strong>de</strong>nburg bestaat grofweg uit vier on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len; algemene<br />

kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen, combinatie tekst en beeld, functie <strong>van</strong> afbeeldingen en plaats <strong>van</strong><br />

afbeeldingen.<br />

26


Kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen<br />

In het eerste ge<strong>de</strong>elte wor<strong>de</strong>n vragen gesteld over het <strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid, rele<strong>van</strong>tie,<br />

overredingskracht, geschiktheid, implicietheid/explicietheid, on<strong>de</strong>rschriften, afdrukkwaliteit,<br />

plaats, effect <strong>van</strong> en type afbeeldingen.<br />

Er zijn nu drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bijgekomen om <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen zo<br />

compleet mogelijk te maken. Om te beginnen <strong>de</strong> beeldvorming, bestaan<strong>de</strong> uit wat, hoe en wat er<br />

niet wordt afgebeeld. Daarna realiteit en kl<strong>eu</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen. De motivatie voor <strong>de</strong>ze k<strong>eu</strong>ze<br />

is te lezen in paragraaf 3.1. In die paragraaf is nog meer te lezen over kenmerken <strong>van</strong><br />

afbeeldingen. Deze zijn weliswaar niet <strong>op</strong>genomen in het analyse-instrument, maar wel rele<strong>van</strong>t<br />

in dit on<strong>de</strong>rzoek om een zo totaal mogelijk beeld te vormen <strong>van</strong> kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen.<br />

Verhoudingen tekst en beeld<br />

Na het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen, wordt er in het analyse-instrument <strong>van</strong><br />

Roo<strong>de</strong>nburg (2001) overgegaan <strong>op</strong> <strong>de</strong> verhoudingen tekst en beeld. Er wordt hier een tweetal<br />

vragen aan toegevoegd; is <strong>de</strong> tekst te begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afbeeldingen en zijn <strong>de</strong> afbeeldingen te<br />

begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst? In paragraaf 2.1.4 wordt <strong>de</strong>ze k<strong>eu</strong>ze toegelicht.<br />

Functies <strong>van</strong> afbeeldingen<br />

Daarna komen <strong>de</strong> functies <strong>van</strong> afbeeldingen aan bod in het analyse-instrument <strong>van</strong><br />

Roo<strong>de</strong>nburg (2001). Er wor<strong>de</strong>n nog twee functies aan toegevoegd; representatieve en<br />

transformatieve functies. In paragraaf 2.1.3 is te lezen wat <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> gedachte is voor <strong>de</strong><br />

k<strong>eu</strong>ze <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze afbeeldingen. Daar wor<strong>de</strong>n nog twee an<strong>de</strong>re functies genoemd die niet in het<br />

analyse-instrument wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen, omdat ze daar al in staan (<strong>de</strong>coratieve en organisatie<br />

afbeeldingen). Ze staan toch in het paragraaf 2.1.3, omdat het een ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> Levin (1979) is<br />

en <strong>de</strong>ze wel compleet dient te wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen.<br />

Plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding<br />

Tot slot vermeldt Roo<strong>de</strong>nburg (2001) <strong>de</strong> plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

tekst. In dit on<strong>de</strong>rzoek is daar niets over geschreven, omdat <strong>de</strong>ze in<strong>de</strong>ling al zo volledig mogelijk<br />

is.<br />

27


Tekstinhoud en culturele gedragingen<br />

Zoals al vermeld is aan het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf, wor<strong>de</strong>n er tot slot nog twee<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len toegevoegd aan het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument: tekstinhoud en culturele<br />

gedragingen. In het bestaan<strong>de</strong> instrument wordt hier geen melding <strong>van</strong> gemaakt, terwijl <strong>de</strong>ze<br />

noodzakelijk zijn om een zo goed mogelijke analyse uit te kunnen voeren. De motivatie voor <strong>de</strong><br />

k<strong>eu</strong>ze <strong>van</strong> tekstinhoud is terug te lezen in paragraaf 2.1.2. Van culturele gedragingen wordt in dit<br />

ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> het analyse-instrument niets over gezegd, terwijl <strong>de</strong>ze toch een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el<br />

vormen <strong>van</strong> een analyse-instrument (zie paragraaf 2.1.5). Voor een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len aan het bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument <strong>van</strong> Roo<strong>de</strong>nburg, wordt verwezen <strong>naar</strong> bijlage<br />

1.<br />

3.3 Materiaal<br />

Voor <strong>de</strong> analyse is gebruik gemaakt <strong>van</strong> hoofdstuk 1 <strong>van</strong> het stripverhaal George’s story.<br />

Deze brochure is gebaseerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> Soul City televisieserie. In dit programma<br />

wor<strong>de</strong>n verhalen verteld over mensen uit Soul City, wiens leven wordt beheerst door HIV en<br />

Aids. De brochure is on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in vijf hoofdstukken. Na elk hoofdstuk volgt er een<br />

Information Page, waar meer wordt verteld over HIV en Aids. De brochure bestaat uit 36 pagina’s<br />

en is volledig in kl<strong>eu</strong>r uitgegeven. In dit on<strong>de</strong>rzoek wordt alleen gebruik gemaakt <strong>van</strong> hoofdstuk<br />

één. In dit hoofdstuk komen on<strong>de</strong>rwerpen <strong>naar</strong> voren als <strong>de</strong> eerste kennismaking met HIV/Aids,<br />

<strong>de</strong> problemen die zich voordoen wanneer iemand besmet is met het virus en <strong>op</strong> wat voor manier<br />

je <strong>de</strong> ziekte kunt <strong>op</strong>l<strong>op</strong>en. Het hoofdstuk bestaat uit vijf pagina’s met gekl<strong>eu</strong>r<strong>de</strong> afbeeldingen en<br />

tekst die samen een stripverhaal vormen.<br />

De uitgevoer<strong>de</strong> analyse <strong>op</strong> <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het analyse-instrument is te<br />

lezen in bijlage 3.<br />

28


HOOFDSTUK 4 METHODEN VAN ONDERZOEK VAN HET EXPERIMENT<br />

4.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt <strong>de</strong> methodologie <strong>van</strong> het experiment behan<strong>de</strong>ld. In paragraaf 4.2<br />

zal het materiaal dat is gebruikt voor het experiment wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld, in paragraaf 4.3 wordt<br />

een omschrijving gegeven <strong>van</strong> <strong>de</strong> proefpersonen, in 4.4 wordt het <strong>de</strong>sign <strong>van</strong> het experiment<br />

uitgelegd. In paragraaf 4.5 <strong>de</strong> instrumentatie, in 4.6 <strong>de</strong> procedure en tot slot in 4.7 <strong>de</strong> verwerking<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens.<br />

4.2 Materiaal<br />

Voor het experiment, is net als voor <strong>de</strong> analyse (zie vorige hoofdstuk), hoofdstuk één <strong>van</strong><br />

het stripverhaal George’s Story gebruikt. De argumentatie voor <strong>de</strong> k<strong>eu</strong>ze <strong>van</strong> hoofdstuk één zijn<br />

geformuleerd in paragraaf 3.3.<br />

4.3 Proefpersonen<br />

Aan dit experiment hebben drie groepen stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>elgenomen <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

culturele achtergron<strong>de</strong>n; blanke Afrikaners, kl<strong>eu</strong>rlingen en zwarte Xhosa’s. Allen variërend in <strong>de</strong><br />

leeftijd <strong>van</strong> 18 tot en met 21 jaar. De groepen beston<strong>de</strong>n ie<strong>de</strong>r uit 25 personen om zo een<br />

a<strong>de</strong>quaat on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd vermogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> te hanteren toetsen te bereiken (Maes e.a., 1996).<br />

Xholiswa M<strong>de</strong>mka, docente Xhosa aan <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch en tevens<br />

assistente <strong>van</strong> professor Visser, was contactpersoon voor <strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten. Via haar zijn 25<br />

stu<strong>de</strong>nten bereid gevon<strong>de</strong>n om mee te werken aan het on<strong>de</strong>rzoek. De blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

stu<strong>de</strong>nten zijn bena<strong>de</strong>rd via Petro Faassen, on<strong>de</strong>rzoeksassistent <strong>van</strong> professor De Stadler.<br />

De blanke en kl<strong>eu</strong>rling proefpersonen stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n allen aan <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong><br />

Stellenbosch. De zwarte proefpersonen stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> Highschool Kayamandi, te Kayamandi,<br />

een township <strong>van</strong> Stellenbosch. De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> leeftijd is 20,3 jaar. De jongste respon<strong>de</strong>nt was 18<br />

jaar en <strong>de</strong> oudste was 21 jaar. Totaal zijn er 38 vrouwen en 37 mannen geënquêteerd.<br />

29


4.4 Ontwerp<br />

Alle respon<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tekst en vragenlijst gekregen. Het ontwerp <strong>van</strong> het<br />

experiment ziet er als volgt uit:<br />

Eén tekst; hoofdstuk<br />

één <strong>van</strong> <strong>van</strong> het<br />

stripverhaal George’s<br />

Story<br />

Tabel 1 Ontwerp <strong>van</strong> het experiment<br />

4.5 Instrumentatie<br />

Blanke respon<strong>de</strong>nten Zwarte respon<strong>de</strong>nten Kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten<br />

De vragenlijst bestond uit drie on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len (voor een compleet overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst<br />

wordt verwezen <strong>naar</strong> bijlage 4):<br />

1. Inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vragen<br />

2. Profielvragen (onafhankelijke variabelen)<br />

3. Vragen over het stripverhaal (afhankelijke variabelen)<br />

In totaal zijn er 9 inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vragen gesteld, 30 profielvragen en 18 vragen over het stripverhaal.<br />

4.5.1 Inlei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vragen<br />

In vragen 1 tot en met 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst zijn eerst <strong>de</strong>mografische variabelen gemeten,<br />

waaron<strong>de</strong>r wordt verstaan; geboorteplaats, leeftijd, woonplaats en afkomst. Daarna zijn er nog<br />

vier vragen gesteld die vragen <strong>naar</strong> <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt, of ze ook an<strong>de</strong>re talen<br />

spreken, welke taal ze thuis spreken, aan welke taal ze <strong>de</strong> voork<strong>eu</strong>r geven en welke taal ze het best<br />

beheersen. Deze vragen zijn gesteld om een zo compleet mogelijk beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt te<br />

kunnen vormen.<br />

4.5.2 Profielvragen<br />

In het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst zijn profielvragen gesteld over <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nt zich verbon<strong>de</strong>n voelt met zijn of haar <strong>cultuur</strong> en in hoeverre <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt<br />

individualistisch of collectivistisch is (Gudykunst, 1991). De respon<strong>de</strong>nt dien<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze vragen te<br />

30


eantwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> een vijfpuntsschaal. Voor <strong>de</strong> twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> profielvragen (mate <strong>van</strong><br />

verbon<strong>de</strong>nheid met <strong>cultuur</strong> en individualistisch/collectivistisch) zijn twee verschillen<strong>de</strong><br />

vijfpuntsschalen gebruikt. Voor <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> verbon<strong>de</strong>nheid met <strong>cultuur</strong> (vraag 1 tot en met 10)<br />

is gebruik gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> schaal:<br />

Always false > answer 1<br />

Mostly false > answer 2<br />

Sometimes true and sometimes false > answer 3<br />

Mostly true > answer 4<br />

Always true > answer 5<br />

Voor <strong>de</strong> profielvragen over individualisme/collectivisme (vraag 11 tot en met 30) is <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

schaal gebruikt:<br />

Opposed to my values > answer 1<br />

Not important to me > answer 2<br />

Somewhat important to me > answer 3<br />

Important to me > answer 4<br />

Very important to me > answer 5<br />

4.5.3 Vragen over stripverhaal<br />

Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst bestond uit vragen over het stripverhaal Al <strong>de</strong>ze vragen<br />

waren <strong>op</strong>en. Dit ge<strong>de</strong>elte bestond uit vier on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />

• Aanvaarding <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst. Volgens Ba<strong>de</strong>nhorst (1997) zijn <strong>de</strong>ze vragen <strong>van</strong> belang omdat <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> hun eigen manier <strong>de</strong> vraag moeten beantwoor<strong>de</strong>n, zon<strong>de</strong>r dat hun<br />

interpretaties <strong>op</strong> een bepaal<strong>de</strong> manier wor<strong>de</strong>n beïnvloed (vraag 1 tot en met 4).<br />

• Perceptie <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> karakters in <strong>de</strong> strip. Door <strong>de</strong>ze vragen te stellen,<br />

kan wor<strong>de</strong>n gekeken wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> personen te zeggen heeft<br />

en wat voor omschrijving <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt geeft over <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> persoon (vraag 5,<br />

6, 10, 11, 12, 13).<br />

• Interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> in <strong>de</strong> strip gebruikte woor<strong>de</strong>n en effecten. Alle klanknabootsingen, beel<strong>de</strong>n en<br />

effecten kunnen <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>re manier wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd. Het is <strong>de</strong> vraag of alle<br />

respon<strong>de</strong>nten een eenduidig antwoord geven <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag wat <strong>de</strong>ze betekenen (vraag 7 tot<br />

en met 9).<br />

• Algemene vragen. Deze zijn gesteld om er achter te komen wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong><br />

aspecten uit <strong>de</strong> brochure vond. De beproef<strong>de</strong> aspecten zijn:<br />

31


4.6 Procedure<br />

o Wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt vindt <strong>van</strong> het feit dat er alleen zwarte of kl<strong>eu</strong>rling mensen<br />

in <strong>de</strong> strip zijn.<br />

o Wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt vindt <strong>van</strong> het feit dat <strong>de</strong> brochure in het Engels is.<br />

o Wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt vindt <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhouding tussen <strong>de</strong> hoeveelheid tekst en<br />

beeld.<br />

o Of <strong>de</strong> afbeeldingen genoeg vertellen over HIV en Aids.<br />

o Wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt over HIV en Aids te vertellen heeft.<br />

De vragenlijsten zijn afgenomen <strong>op</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch en <strong>op</strong> <strong>de</strong> Highschool<br />

Kayamandi in Kayamandi. Op <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch was een lokaal beschikbaar waar<br />

<strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> vragenlijst in kon<strong>de</strong>n vullen. Voor <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten die niet <strong>op</strong><br />

dat tijdstip <strong>naar</strong> <strong>de</strong> universiteit kon<strong>de</strong>n komen, werd <strong>de</strong> mogelijkheid gebo<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> enquête <strong>op</strong><br />

het Schrijfcentrum in Stellenbosch in te vullen.<br />

De afname <strong>van</strong> <strong>de</strong> enquêtes bij <strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten vond plaats <strong>op</strong> <strong>de</strong> highschool in<br />

Kayamandi. Ook hier was een lokaal gereserveerd waar <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> enquêtes kon<strong>de</strong>n<br />

invullen. Alle stu<strong>de</strong>nten werd gevraagd om <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen te motiveren. Mochten er<br />

ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n zijn, dan kon<strong>de</strong>n <strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nten zich richten tot <strong>de</strong> proeflei<strong>de</strong>r.<br />

Wanneer <strong>de</strong> vragenlijst was ingevuld, kreeg <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt een bedrag <strong>van</strong> tien rand<br />

(ongeveer één <strong>eu</strong>ro) en werd hij of zij vrien<strong>de</strong>lijk bedankt voor het <strong>de</strong>elnemen aan het<br />

experiment. Het bedrag <strong>van</strong> tien rand is relatief veel in Zuid-Afrika. Zowel <strong>op</strong> <strong>de</strong> universiteit als<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> highschool werd <strong>de</strong>ze procedure uitgevoerd.<br />

De afname per vragenlijst duur<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>ld <strong>de</strong>rtig minuten. De zwarte stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong><strong>de</strong>n<br />

er iets langer over dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee groepen, dit kan te maken hebben met het feit dat zij het<br />

Engels min<strong>de</strong>r goed beheersen dan <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten.<br />

4.7 Verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens<br />

Om een antwoord te vin<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> geformuleer<strong>de</strong> vraagstelling en <strong>de</strong>elvragen zijn <strong>de</strong><br />

antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie verschillen<strong>de</strong> culturele groepen met elkaar vergeleken. Alle antwoor<strong>de</strong>n<br />

zijn ingevoerd in <strong>de</strong> computer met behulp <strong>van</strong> het statistische programma SPSS versie 11.0.1.<br />

Om het verwerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen zo a<strong>de</strong>quaat mogelijk te laten verl<strong>op</strong>en zijn <strong>de</strong><br />

antwoor<strong>de</strong>n inge<strong>de</strong>eld in categorieën. Deze categorieën zijn getoetst <strong>op</strong> <strong>de</strong> mate waarin<br />

betrouwbare scores mogelijk zijn. Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een schema (zie bijlage 5) heeft een<br />

32


onafhankelijk persoon <strong>van</strong> tien enquêtes <strong>de</strong> vragen on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> categorieën,<br />

om te beoor<strong>de</strong>len of <strong>de</strong> gemaakte categorieën in voldoen<strong>de</strong> mate objectief zijn. Het bleek dat er<br />

slechts enkele categorieën moesten wor<strong>de</strong>n herzien. In bijlage 6 zijn <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> of gewijzig<strong>de</strong><br />

categorieën gemarkeerd weergegeven.<br />

Voordat antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> proefpersonen kon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vergeleken, moest<br />

wor<strong>de</strong>n gekeken in welke mate <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke proefpersonen <strong>op</strong> vragen die<br />

gedacht wer<strong>de</strong>n hetzelf<strong>de</strong> concept te meten met elkaar samenhangen. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, of <strong>de</strong><br />

profielvragen intern consistent zijn (Van Wijk, 2000). Dit is te berekenen via een factoranalyse en<br />

het berekenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Cronbach’s Alpha. Een factoranalyse kan inzicht geven in <strong>de</strong> mate waarin<br />

bestaan<strong>de</strong> variabelen onafhankelijk <strong>van</strong> elkaar kunnen zijn. Oftewel, het gaat om <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong><br />

verban<strong>de</strong>n te on<strong>de</strong>rzoeken (te verklaren) tussen verschillen<strong>de</strong>, <strong>op</strong> zich moeilijk te interpreteren,<br />

variabelen die on<strong>de</strong>rling, <strong>op</strong> in min- of meer<strong>de</strong>re mate gecorreleerd kunnen zijn aan een bepaald<br />

gemeten verschijnsel (Van Wijk, 2000). Na <strong>de</strong> factoranalyse kan met behulp <strong>van</strong> Cronbach’s<br />

Alpha wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht wat <strong>de</strong> interne consistentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> profielvragen is. Met behulp <strong>van</strong><br />

Cronbach’s Alpha is het mogelijk om te on<strong>de</strong>rzoeken in hoeverre <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vragen<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> variabele meten. Na het uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze twee han<strong>de</strong>lingen, zijn twee ni<strong>eu</strong>we<br />

variabelen in het bestand <strong>op</strong>genomen, te weten culturele i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

individualisme/collectivisme.<br />

Met <strong>de</strong>ze ni<strong>eu</strong>we waar<strong>de</strong>n is gekeken of het mogelijk was om <strong>de</strong>ze te k<strong>op</strong>pelen aan <strong>de</strong><br />

culturele achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt én <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen over het stripverhaal. Het bleek dat<br />

dat niet mogelijk was, omdat er te weinig celvulling was. Concreet houdt dat in dat er <strong>naar</strong><br />

verban<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n gezocht in een driedimensionale tabel. Bijvoorbeeld culturele<br />

achtergrond (3 groepen) met een <strong>op</strong>en vraag over het stripverhaal (4 antwoordcategorieën), met<br />

collectivisme (ver<strong>de</strong>eld in scores boven en scores on<strong>de</strong>r het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>). Dit houdt in dat er 24<br />

cellen (3x4x2) cellen gevuld moeten wor<strong>de</strong>n. In totaal zijn er echter maar 75 proefpersonen.<br />

Indien <strong>de</strong>ze evenredig ver<strong>de</strong>eld zou<strong>de</strong>n zijn, zitten er zo’n drie proefpersonen per cel. Dat is voor<br />

<strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten te weinig en om die re<strong>de</strong>n kunnen die analyses niet wor<strong>de</strong>n<br />

uitgevoerd.<br />

Nadat is gebleken dat het niet mogelijk was om <strong>de</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten te k<strong>op</strong>pelen aan <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten én <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen uit <strong>de</strong> vragenlijst, zijn er<br />

kruistabellen gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> culturele achtergrond <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt en <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen. In <strong>de</strong>ze<br />

kruistabellen is af te lezen welke antwoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> drie culturele groepen antwoor<strong>de</strong>n hebben<br />

gegeven <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen. De eerste tabel is gemaakt (zie tabel 13) om te kijken of er een<br />

verband is tussen <strong>de</strong> culturele groepen en <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n gegeven <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen.<br />

33


Dit is gedaan met behulp <strong>van</strong> een Chi-kwadraat (X²) toets. Vervolgens zijn <strong>de</strong> tabellen weergeven<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vragen die een voldoen<strong>de</strong> significantieniveau had<strong>de</strong>n.<br />

Tot slot is gekeken of het mogelijk was om <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n te toetsen <strong>op</strong> individualisme<br />

en collectivisme. Daarvoor zijn er ni<strong>eu</strong>we variabelen gemaakt, te weten individualisme en<br />

collectivisme. Deze zijn gebaseerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>rtig vragen over individualisme en collectivisme die<br />

overbleven na het berekenen <strong>van</strong> Cronbach’s Alpha. Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een variantieanalyse met<br />

meer<strong>de</strong>re onafhankelijke variabelen is gekeken of er een significant verband is tussen <strong>de</strong> mate <strong>van</strong><br />

individualisme dan wel collectivisme en <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen. Voor <strong>de</strong> vragen die<br />

een <strong>de</strong>rgelijk verband aantoon<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> volledige tabel weergegeven.<br />

34


HOOFDSTUK 5 RESULTATEN EXPERIMENT<br />

5.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk zullen <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> het experiment wor<strong>de</strong>n weergegeven. Eerst zal<br />

in paragraaf 5.2 en 5.3 <strong>de</strong> interne consistentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> onafhankelijke variabelen wor<strong>de</strong>n<br />

behan<strong>de</strong>ld. Vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> profielvragen uit <strong>de</strong> vragenlijst in paragraaf<br />

5.4 behan<strong>de</strong>ld. De antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen tot slot, zullen in paragraaf 5.5 wor<strong>de</strong>n<br />

behan<strong>de</strong>ld.<br />

5.2 Factoranalyse<br />

Een factoranalyse kan inzicht geven in <strong>de</strong> mate waarin bestaan<strong>de</strong> variabelen onafhankelijk<br />

<strong>van</strong> elkaar kunnen zijn. Oftewel, het gaat om <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> verban<strong>de</strong>n te on<strong>de</strong>rzoeken tussen<br />

verschillen<strong>de</strong> <strong>op</strong> zich moeilijk te interpreteren, maar reeds beken<strong>de</strong>, variabelen die on<strong>de</strong>rling <strong>op</strong><br />

een of an<strong>de</strong>re manier, in min<strong>de</strong>re of meer<strong>de</strong>re mate gecorreleerd kunnen zijn aan een bepaald<br />

gemeten verschijnsel (Van Wijk, 2000). Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> factoranalyse kan datareductie<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n.<br />

De vragenlijst begint met tien vragen over <strong>de</strong> sterkte <strong>van</strong> <strong>de</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit. Er is een<br />

factoranalyse uitgevoerd <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze tien vragen.<br />

Factor Matrix a<br />

I enjoy being a member of<br />

my culture<br />

I have a positive view of<br />

my culture<br />

Being a member of my<br />

culture is important to me<br />

I like the things that make<br />

me a member of my<br />

culture and different from<br />

pe<strong>op</strong>le in other cultures<br />

Being a member of my<br />

culture plays a large role<br />

in my life<br />

If I were born again, I<br />

would want to be born as<br />

a member of a different<br />

culture<br />

Factor<br />

1<br />

,814<br />

,758<br />

,639<br />

,516<br />

,493<br />

,448<br />

Extraction Method: Principal Axis Factoring.<br />

a. 1 factors extracted. 6 iterations required.<br />

Tabel 2 Factoranalyse sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit<br />

35


Uit tabel 2 is af te lezen dat er 4 <strong>van</strong> <strong>de</strong> 10 vragen uit zijn gehaald. Dit is gedaan om <strong>de</strong> sterkte<br />

<strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit tot één variabele te maken.<br />

Ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> 20 daar<strong>op</strong>volgen<strong>de</strong> vragen is een factoranalyse uitgevoerd. Deze vragen waren<br />

bedoeld om individualisme en collectivisme te meten.<br />

Factor Matrix a<br />

17 Being ambitious<br />

2 Preserving the welfare<br />

of others<br />

16 Being polite to others<br />

8 Having harmony in my<br />

relations with others<br />

15 Being logical in my<br />

approach to work<br />

3 Being successful by<br />

<strong>de</strong>monstrating my<br />

individual competency<br />

14 Living in a stable<br />

society<br />

20 Enhancing to welfare<br />

of others<br />

9 Having an exciting and<br />

challenging life<br />

5 Being in<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt in<br />

thought and action<br />

1 Obtaining pleasure or<br />

sensuous gratification<br />

12 Avoiding the violation<br />

of social norms<br />

7 Obtaining status and<br />

prestige<br />

19 Being able to<br />

choose what I do<br />

11 Being recognised for<br />

my individual work<br />

Factor<br />

1<br />

,829<br />

,606<br />

,558<br />

,542<br />

,512<br />

,469<br />

,458<br />

,451<br />

,404<br />

,393<br />

,385<br />

,383<br />

,378<br />

,367<br />

,362<br />

Extraction Method: Principal Axis Factoring.<br />

a. 1 factors extracted. 5 iterations required.<br />

Tabel 3 Factoranalyse individualisme/collectivisme<br />

Ook hier blijkt dat er datareductie heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n, vijf vragen zijn er uitgehaald om ervoor<br />

te zorgen dat <strong>de</strong> vragen over individualisme en collectivisme tot één variabele kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gevormd. Dit is in tabel 3 te zien.<br />

36


5.3 Interne consistentie<br />

De interne consistentie bepaalt in hoeverre <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vragen <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> variabele<br />

meten. Dit kan wor<strong>de</strong>n bepaald door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> Cronbach’s Alpha. De on<strong>de</strong>rgrens <strong>van</strong><br />

Cronbach’s Alpha, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n welke waar<strong>de</strong> <strong>de</strong> alfa minimaal moet hebben om een<br />

variabele intern consistent te mogen noemen is .70 (Van Wijk, 2000). In figuur 8 wordt een<br />

evaluatie <strong>van</strong> Cronbach’s Alpha weergegeven.<br />

Waar<strong>de</strong> Kwalificatie Beslissing<br />

>.80 goed schaalscores analyseren en rapporteren<br />

.70 - .80 a<strong>de</strong>quaat schaalscores analyseren en rapporteren<br />

.60 - .70 matig schaalscores analyseren, mits apart gemotiveerd<br />

< .60 onvoldoen<strong>de</strong> itemscores analyseren en rapporten<br />

Figuur 8 Evaluatie <strong>van</strong> Cronbach’s Alpha (Van Wijk, 2000)<br />

Bij <strong>de</strong> eerste tien items in <strong>de</strong> vragenlijst over <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt zich i<strong>de</strong>ntificeert met<br />

zijn of haar <strong>cultuur</strong>, bleek dat bij het weglaten <strong>van</strong> vier items, <strong>de</strong> Cronbach’s Alpha pas <strong>op</strong> een<br />

waar<strong>de</strong> kwam die voldoen<strong>de</strong> was om <strong>de</strong> variabele intern consistent mogen te noemen.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk kwam <strong>de</strong> Cronbach’s Alpha <strong>op</strong> een waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> .77.<br />

De vier weggelaten vragen uit <strong>de</strong> vragenlijst zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen:<br />

• Thinking about myself as a member of my culture is not central to how I <strong>de</strong>fine myself.<br />

• I rarely think about being a member of my culture.<br />

• It does not bother me if others do nog recognise me as a member of my culture.<br />

• I rarely choose to express my culture in a way I communicate.<br />

Tussen <strong>de</strong>ze vragen bestaat een samenhang; ze gaan allemaal over <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt<br />

zich niet echt verbon<strong>de</strong>n voelt met zijn of haar <strong>cultuur</strong> (<strong>de</strong>ze vragen zijn <strong>op</strong> een negatieve manier<br />

gesteld; om tot een positief antwoord te komen moet <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt een negatief antwoord<br />

geven). De overgebleven vragen uit <strong>de</strong>ze profielvragen zijn <strong>op</strong> een positieve manier gesteld.<br />

De waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> Cronbach’s Alpha voor <strong>de</strong> laatste twintig items uit <strong>de</strong> vragenlijst (bedoelt<br />

om te meten in hoeverre <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt individualistisch of collectivistisch is) is .81.<br />

37


Om <strong>de</strong>ze score te bereiken moesten vijf items wor<strong>de</strong>n weggelaten:<br />

• Restraining my behaviour if it is going to harm others.<br />

• Accepting cultural and religious traditions.<br />

• Leading a comfortable life.<br />

• Being logical in my approach to work.<br />

• Being self-controlled.<br />

Het is <strong>op</strong>vallend dat juist <strong>de</strong> oneven vragen uit <strong>de</strong> vragenlijst moesten wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd om tot<br />

een a<strong>de</strong>quate alfa te komen. Dit kan liggen aan het feit dat <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> oneven vragen<br />

negatief waren geformuleerd. Om <strong>de</strong> vragen te verwerken, moesten <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> oneven<br />

vragen wor<strong>de</strong>n omgedraaid (Gudykunst, 1991). Dat wil zeggen, wanneer <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt ‘5’<br />

invul<strong>de</strong> (Always true), moest <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong> ingevoerd wor<strong>de</strong>n als ‘1’ (Always False).<br />

5.4 Individualisme/collectivisme<br />

Om <strong>de</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit te bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt zijn in totaal <strong>de</strong>rtig vragen<br />

gesteld. Deze zijn on<strong>de</strong>r te ver<strong>de</strong>len in twee groepen; mate <strong>van</strong> verbon<strong>de</strong>nheid met <strong>cultuur</strong> en<br />

individualisme/collectivisme. Bij het berekenen <strong>van</strong> Cronbach’s Alpha bleek dat bij <strong>de</strong> eerst tien<br />

vragen, zes vragen overbleven. Bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> set vragen bleven er nog vijftien over. Voor een<br />

overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> overgebleven vragen wordt verwezen <strong>naar</strong> tabel 2 en 3.<br />

Bij het analyseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens, bleek al snel dat het niet mogelijk was om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

individualistisch of collectivistisch te k<strong>op</strong>pelen aan <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt. De antwoor<strong>de</strong>n waren door<br />

alle respon<strong>de</strong>nten zo ingevuld dat het niet mogelijk was om aan te tonen of <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt<br />

individualistisch of collectivistisch is. In tabel 3 zijn <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> vragen over individualisme<br />

en collectivisme weergegeven. De vragen die <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> individualisme meten zijn <strong>de</strong> oneven<br />

nummers en <strong>de</strong> vragen die <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> collectivisme meten zijn <strong>de</strong> even nummers. Zoals te zien<br />

is in tabel 3, is er geen verband tussen individualisme en collectivisme en is het niet mogelijk om<br />

uitspraken te doen over <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> individualisme en collectivisme.<br />

In tabel 4 is te zien wat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n waren <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten per<br />

culturele groep over culturele i<strong>de</strong>ntiteit en individualisme/collectivisme .<br />

38


Culturele i<strong>de</strong>ntiteit Individualisme/collectivisme<br />

N Mean SD N Mean SD<br />

Blank 25 3.76 0.27 25 4.12 0.65<br />

Zwart 25 4.03 0.54 25 3.29 0.66<br />

Kl<strong>eu</strong>rling 25 3.99 0.42 25 4.18 0.87<br />

Tabel 4 Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n <strong>van</strong> blanke, zwarte en kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten<br />

De respon<strong>de</strong>nten hebben <strong>de</strong> vragen over <strong>de</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

individualisme/collectivisme ingevuld met behulp <strong>van</strong> een vijfpuntsschaal. In tabel 4 is te zien<br />

wat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> scores waren <strong>op</strong> <strong>de</strong> vragen. Deze liggen erg dicht bij elkaar; allemaal rond <strong>de</strong><br />

vier (variërend <strong>van</strong> 3.29 tot 4.18). In het geval <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit wil dat zeggen dat <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> vragen met ‘mostly true’ hebben beantwoord. Bij individualisme/collectivisme<br />

wil dat zeggen dat <strong>de</strong> vragen meestal met ‘important to me’ zijn beantwoord.<br />

Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een enkelvoudige ANOVA-toets is gekeken hoe <strong>de</strong> drie verschillen<strong>de</strong><br />

culturele groepen ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> elkaar verschillen met betrekking tot culturele i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

individualisme/collectivisme.<br />

In tabel 5 is te zien wat <strong>de</strong> uitkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong> ANOVA-toets zijn.<br />

Depen<strong>de</strong>nt Variable<br />

WAARDE<br />

Ind./coll<br />

.<br />

CULT<br />

Dunnett T3<br />

Dunnett T3<br />

(I) To which cultural<br />

group do you belong?<br />

white<br />

black<br />

coloured<br />

white<br />

black<br />

coloured<br />

*. The mean difference is significant at the .05 level.<br />

Tabel 5 ANOVA<br />

Multiple Comparisons<br />

(J) To which cultural<br />

group do you belong?<br />

black<br />

coloured<br />

white<br />

coloured<br />

white<br />

black<br />

black<br />

coloured<br />

white<br />

coloured<br />

white<br />

black<br />

39<br />

Mean<br />

Difference<br />

95% Confi<strong>de</strong>nce Interval<br />

(I-J) Std. Error Sig. Lower Bound Upper Bound<br />

,8347* ,12098 ,000 ,5322 1,1372<br />

-,0613 ,09997 ,902 -,3097 ,1870<br />

-,8347* ,12098 ,000 -1,1372 -,5322<br />

-,8960* ,13655 ,000 -1,2341 -,5579<br />

,0613 ,09997 ,902 -,1870 ,3097<br />

,8960* ,13655 ,000 ,5579 1,2341<br />

-,2720 ,18536 ,379 -,7299 ,1859<br />

-,2320 ,21617 ,635 -,7675 ,3035<br />

,2720 ,18536 ,379 -,1859 ,7299<br />

,0400 ,21792 ,997 -,4996 ,5796<br />

,2320 ,21617 ,635 -,3035 ,7675<br />

-,0400 ,21792 ,997 -,5796 ,4996<br />

Er is gebruik gemaakt <strong>van</strong> een Dunnett T3-toets, omdat <strong>de</strong> varianties niet homogeen zijn (er<br />

wor<strong>de</strong>n drie verschillen<strong>de</strong> groepen gebruikt).


Zoals in tabel 5 is te zien, scoren <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten significant lager <strong>op</strong><br />

individualisme en collectivisme dan <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten (dit is te zien aan <strong>de</strong><br />

sterretjes in <strong>de</strong> tabel). De sterkte <strong>van</strong> <strong>de</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit is nagenoeg hetzelf<strong>de</strong>. Hier zijn geen<br />

significante verschillen te vin<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen<br />

hebben gegeven.<br />

5.5 Resultaten algemene vragen<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgt een uiteenzetting <strong>van</strong> <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> algemene vragen uit <strong>de</strong><br />

vragenlijst. Alle antwoor<strong>de</strong>n zijn in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> tabellen weergegeven.<br />

Valid<br />

man<br />

vrouw<br />

Total<br />

Tabel 6 Geslacht<br />

Geslacht<br />

Frequency Percent Valid Percent<br />

Cumulative<br />

Percent<br />

37 49,3 49,3 49,3<br />

38 50,7 50,7 100,0<br />

75 100,0 100,0<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgen <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie groepen respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen:<br />

• Welke taal ze als kind hebben geleerd<br />

• Welke talen ze nog meer spreken<br />

• Hoe goed ze <strong>de</strong>ze talen beheersen<br />

• Waar ze <strong>de</strong> talen hebben geleerd<br />

• Welke taal ze thuis spreken<br />

• Welke taal ze prefereren te spreken<br />

• Welke taal ze het best beheersen<br />

40


Count<br />

Which<br />

language<br />

did you<br />

learn as a<br />

child<br />

Total<br />

afrikaans<br />

afrikaans en engels<br />

duits<br />

engels<br />

Xhosa<br />

Welke taal heb je als kind geleerd?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

21 23 44<br />

3 3<br />

1 1<br />

41<br />

2 2 4<br />

23 23<br />

25 25 25 75<br />

Tabel 7 Moe<strong>de</strong>rtaal<br />

In bovenstaan<strong>de</strong> tabel is te lezen wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten voor taal hebben geleerd als kind. Van<br />

zowel <strong>de</strong> blanken als <strong>de</strong> kl<strong>eu</strong>rlingen heeft het grootste ge<strong>de</strong>elte Afrikaans als moe<strong>de</strong>rtaal. Het<br />

grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte proefpersonen heeft Xhosa als moe<strong>de</strong>rtaal.<br />

Count<br />

If so,<br />

which?<br />

Total<br />

Tabel 8 Overige talen<br />

Wat voor taal spreek je nog meer, naast je moe<strong>de</strong>rtaal?<br />

engels<br />

duits<br />

engels en afrikaans<br />

chinees<br />

engels en duits<br />

Xhosa<br />

afrikaans<br />

xhosa en engels<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

20 21 21 62<br />

1 1 2<br />

1 1 1 3<br />

1 1<br />

1 1<br />

1 1 2<br />

1 1 2<br />

1 1 2<br />

25 25 25 75<br />

In tabel 8 is te zien welke proefpersonen nog meer spreken naast hun moe<strong>de</strong>rtaal. De meeste<br />

proefpersonen spreken Engels naast hun moe<strong>de</strong>rtaal.


Count<br />

How well do you<br />

speak or un<strong>de</strong>rstand<br />

them?<br />

Total<br />

Hoe goed spreek je <strong>de</strong>ze talen?<br />

re<strong>de</strong>lijk<br />

goed<br />

Tabel 9 Niveau <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re taal<br />

vloeiend<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

4 7 3 14<br />

5 16 10 31<br />

16 2 12 30<br />

25 25 25 75<br />

De meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en <strong>de</strong> kl<strong>eu</strong>rling proefpersonen spreekt <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re taal vloeiend. De<br />

zwarte proefpersonen spreken <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal goed.<br />

Count<br />

How did you<br />

learn<br />

that/those<br />

languages?<br />

Total<br />

school<br />

friends<br />

parents<br />

reading papers<br />

and books<br />

Hoe heb je die taal geleerd?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

22 17 23 62<br />

1 1<br />

2 2 4<br />

42<br />

8 8<br />

25 25 25 75<br />

Tabel 10 Hoe heb je die an<strong>de</strong>re taal geleerd?<br />

In tabel 10 is te zien waar <strong>de</strong> proefpersonen <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal hebben geleerd. De meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> proefpersonen heeft <strong>de</strong>ze taal <strong>op</strong> school geleerd. Ongeveer een<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte<br />

proefpersonen heeft <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> taal met behulp <strong>van</strong> het lezen <strong>van</strong> boeken en kranten geleerd.


Count<br />

Which language<br />

do you speak at<br />

home?<br />

Total<br />

afrikaans<br />

engels<br />

duits<br />

xhosa<br />

sotho<br />

Welke taal spreek je thuis?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

24 23 47<br />

43<br />

2 2<br />

1 1<br />

24 24<br />

1 1<br />

25 25 25 75<br />

Tabel 11 Welke taal spreek je thuis?<br />

Bij ongeveer alle respon<strong>de</strong>nten wordt <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rtaal (zie tabel 7) ook thuis gesproken.<br />

Count<br />

Which language<br />

do you prefer<br />

speaking?<br />

Total<br />

Aan welke taal geef je <strong>de</strong> voork<strong>eu</strong>r?<br />

afrikaans<br />

engels<br />

duits<br />

afrikaans en engels<br />

xhosa<br />

sotho<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

21 22 43<br />

2 20 3 25<br />

1 1<br />

1 1<br />

4 4<br />

1 1<br />

25 25 25 75<br />

Tabel 12 Taal <strong>van</strong> voork<strong>eu</strong>r<br />

In tabel 12 is te lezen aan welke taal <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> voork<strong>eu</strong>r geven. De blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

proefpersonen spreken het liefst Afrikaans en <strong>de</strong> zwarte proefpersonen prefereren het Engels.


5.6 Resultaten overige vragen<br />

5.6.1 Culturele groep versus <strong>op</strong>en vragen<br />

Om antwoord te kunnen geven <strong>op</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vraagstelling; “In hoeverre verschillen <strong>de</strong><br />

reacties <strong>van</strong> Zuid-Afrikaanse lezers uit verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n <strong>op</strong> een stripverhaal<br />

dat het doel heeft persuasieve voorlichting <strong>van</strong> HIV/Aids te realiseren?” is het nodig dat <strong>de</strong><br />

resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> overige <strong>op</strong>en vragen (vraag 1 tot en met 18) wor<strong>de</strong>n vergeleken. In eerste<br />

instantie (zie paragraaf 4.7 Verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens) was het <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong> mate <strong>van</strong><br />

culturele i<strong>de</strong>ntiteit (die gemeten wordt door <strong>de</strong> vragen over <strong>de</strong> sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

individualisme/collectivisme) verbon<strong>de</strong>n zou wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> culturele groep (blank, zwart en<br />

kl<strong>eu</strong>rling) én met <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> <strong>de</strong> overige <strong>op</strong>en vragen uit <strong>de</strong> vragenlijst. Het bleek alleen dat het<br />

onmogelijk was om dat te doen, simpelweg omdat er te weinig celvulling was. Dit zorgt voor<br />

geen significante verban<strong>de</strong>n tussen individualisme/collectivisme, culturele groep en <strong>de</strong> <strong>op</strong>en<br />

vragen.<br />

Er is daarom gekozen voor een alternatieve <strong>op</strong>lossing. In tabel 13 wordt weergeven wat<br />

het significantieniveau is tussen <strong>de</strong> culturele groep en <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vragen. In <strong>de</strong> tabel zijn <strong>de</strong> <strong>op</strong>en<br />

vragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst te lezen, waar<strong>van</strong> enkele on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld zijn in ‘a’ en ‘b’ ge<strong>de</strong>elte. Het<br />

‘b’ ge<strong>de</strong>elte is <strong>de</strong> motivatie voor het antwoord. Er is hier geen rekening gehou<strong>de</strong>n met het begrip<br />

culturele i<strong>de</strong>ntiteit. Wanneer bleek dat er een voldoen<strong>de</strong> significantieniveau was, is <strong>de</strong>ze tabel<br />

vervolgens volledig weergeven. Die tabel geeft aan wat <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie<br />

verschillen<strong>de</strong> culturele groep (waar geen voldoen<strong>de</strong> significantieniveau is, zijn weergegeven in<br />

bijlage 8).<br />

In tabel 13 zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>op</strong>genomen; welke vraag, X², df en Exact sig.<br />

44


Vraag X² df Exact sig.<br />

1 25,83 8 < .0005<br />

2a 1,75 2 .471<br />

2b 7,57 6 .276<br />

3a 22,32 2


Met Chi-kwadraat (X²) kan wor<strong>de</strong>n getoetst of er een statistisch significant verband<br />

bestaat tussen twee categoriale (nominale of geclassificeer<strong>de</strong>) variabelen. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> een<br />

overschrijdingskans (Exact. Sig. 2-si<strong>de</strong>d) is het mogelijk om het significantieniveau in tabel 13 te<br />

interpreteren (De Vocht, 2002). Wanneer <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> min<strong>de</strong>r dan 0.05 is dit voldoen<strong>de</strong> en is er een<br />

significant verband tussen <strong>de</strong> culturele groep en het antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> vraag. Er is<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> een Exact. Sig. 2-si<strong>de</strong>d, omdat veel cellen een verwachte frequentie <strong>van</strong><br />

min<strong>de</strong>r dan vijf hebben. De waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> Chi-kwadraat wordt beïnvloed door het aantal rijen en<br />

kolommen in <strong>de</strong> kruistabel. Hiermee wordt bij het berekenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> overschrijdingskans<br />

rekening gehou<strong>de</strong>n, door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> het aantal vrijheidsgra<strong>de</strong>n (df = <strong>de</strong>grees of freedom). Het<br />

aantal vrijheidsgra<strong>de</strong>n kan gezien wor<strong>de</strong>n als het aantal cellen in <strong>de</strong> tabel dat willek<strong>eu</strong>rig kan<br />

wor<strong>de</strong>n ingevuld, wanneer <strong>de</strong> marginale waar<strong>de</strong>n bekend zijn. Hierdoor wordt <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

overige cellen vastgelegd.<br />

Uit tabel 13 blijkt dat <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> negen vragen voldoen<strong>de</strong> significant zijn.<br />

Hieron<strong>de</strong>r volgen <strong>de</strong> tabellen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vragen.<br />

46


What<br />

does<br />

chapter<br />

one tell<br />

you?<br />

Total<br />

What does chapter one tell you? * To which cultural group do you belong? Crosstabulation<br />

Niet <strong>op</strong> <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong><br />

gevaren <strong>van</strong> HIV/AIDS<br />

Veel wisselen<strong>de</strong><br />

contacten kan tot HIV<br />

lei<strong>de</strong>n<br />

je kunt aids krijgen <strong>van</strong><br />

iemand die er gezond<br />

uitziet<br />

veel mensen<br />

beschuldigen an<strong>de</strong>ren<br />

voor hun eigen fouten<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

47<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

7 0 7 14<br />

4,7 4,7 4,7 14,0<br />

28,0% ,0% 28,0% 18,7%<br />

7 4 3 14<br />

4,7 4,7 4,7 14,0<br />

28,0% 16,0% 12,0% 18,7%<br />

5 2 9 16<br />

5,3 5,3 5,3 16,0<br />

20,0% 8,0% 36,0% 21,3%<br />

6 17 6 29<br />

9,7 9,7 9,7 29,0<br />

24,0% 68,0% 24,0% 38,7%<br />

0 2 0 2<br />

,7 ,7 ,7 2,0<br />

,0% 8,0% ,0% 2,7%<br />

25 25 25 75<br />

25,0 25,0 25,0 75,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 14 Now that you have read the first chapter of the strip George’s Story, what does it tell you?<br />

In tabel 14 is te zien wat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag wat <strong>de</strong><br />

boodschap <strong>van</strong> hoofdstuk één is. De blanke groep respon<strong>de</strong>nten is <strong>van</strong> mening dat ‘veel<br />

wisselen<strong>de</strong> contacten kan lei<strong>de</strong>n tot HIV’ <strong>de</strong> boodschap is <strong>van</strong> hoofdstuk één. De zwarte<br />

bevolking vindt dat ‘veel mensen beschuldigen an<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> hun eigen fouten’ <strong>de</strong> boodschap <strong>van</strong><br />

het eerste hoofdstuk is. De kl<strong>eu</strong>rling bevolking vindt dat ‘ je kunt Aids krijgen <strong>van</strong> iemand die er<br />

gezond uitziet’ <strong>de</strong> boodschap is.


It's all right that Lizzie talks about George? * To which cultural group do you belong? Crosstabulation<br />

It's all right that Lizzie<br />

talks about George?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

48<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

24 11 23 58<br />

19,6 18,8 19,6 58,0<br />

96,0% 45,8% 92,0% 78,4%<br />

1 13 2 16<br />

5,4 5,2 5,4 16,0<br />

4,0% 54,2% 8,0% 21,6%<br />

25 24 25 74<br />

25,0 24,0 25,0 74,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 15 Do you think that it is all right if Lizzie talks to other pe<strong>op</strong>le about George?<br />

In bovenstaan<strong>de</strong> tabel is af te lezen of <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen het goed vin<strong>de</strong>n dat<br />

Lizzie met an<strong>de</strong>re mensen praat over George en zijn ziekte (vraag 3 uit <strong>de</strong> vragenlijst). Het<br />

grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> mening dat het goed is (78,4%). De percentages <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

proefpersonen is zelfs heel hoog (respectievelijk 96 en 92%). Iets meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte<br />

proefpersonen vindt dat Lizzie niet met an<strong>de</strong>ren over George moet praten.


Why?<br />

Total<br />

ze probeert hem te<br />

helpen<br />

het is een probleem<br />

<strong>van</strong> George en Lizzie<br />

Why? * To which cultural group do you belong? Crosstabulation<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

49<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

24 11 23 58<br />

20,1 17,7 20,1 58,0<br />

96,0% 50,0% 92,0% 80,6%<br />

1 11 2 14<br />

4,9 4,3 4,9 14,0<br />

4,0% 50,0% 8,0% 19,4%<br />

25 22 25 72<br />

25,0 22,0 25,0 72,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 16 Why do you think it is all right that Lizzie talks to other pe<strong>op</strong>le about George?<br />

In tabel 16 is te lezen welke antwoor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> drie verschillen<strong>de</strong> culturele groepen hebben gegeven<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag waarom Lizzie met an<strong>de</strong>re mensen over George praat. Deze tabel hoort bij tabel<br />

vijftien, omdat in <strong>de</strong>ze vraag eerst een ja/nee antwoord wordt gevraagd en vervolgens een<br />

motivatie. In tabel 16 is <strong>de</strong> motivatie te lezen. Daaruit blijkt dat <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten <strong>van</strong> mening waren dat het goed was en <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten von<strong>de</strong>n juist dat<br />

het niet goed was dat Lizzie met an<strong>de</strong>ren over George praatte. Wanneer nee was geantwoord <strong>op</strong><br />

vraag 3 (of het goed was dat Lizzie met an<strong>de</strong>re mensen over George praat), lijkt het logisch dat<br />

het antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag om het te motiveren ‘het is een probleem <strong>van</strong> George en Lizzie’. De<br />

zwarte respon<strong>de</strong>nten die over het algemeen nee hebben geantwoord <strong>op</strong> vraag 3, gaven twee<br />

verschillen<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> motivatie waarom ze nee hebben geantwoord. De helft zei dat<br />

het een probleem <strong>van</strong> Lizzie en George is en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re helft zei dat Lizzie George probeert te<br />

helpen. De motivatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanken en kl<strong>eu</strong>rlingen komt wel overeen met het antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

vorige vraag. Het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze respon<strong>de</strong>nten was <strong>van</strong> mening dat Lizzie George<br />

probeert te helpen.


What kind of meaning does the sound imitation SLAM have? * To which cultural group do you belong?<br />

Crosstabulation<br />

What kind of meaning<br />

does the sound imitation<br />

SLAM have?<br />

Total<br />

Frustratie en woe<strong>de</strong><br />

George slaat <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ur hard dicht<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To<br />

which cultural<br />

group do you<br />

belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To<br />

which cultural<br />

group do you<br />

belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To<br />

which cultural<br />

group do you<br />

belong?<br />

50<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

20 5 17 42<br />

14,8 12,4 14,8 42,0<br />

80,0% 23,8% 68,0% 59,2%<br />

5 16 8 29<br />

10,2 8,6 10,2 29,0<br />

20,0% 76,2% 32,0% 40,8%<br />

25 21 25 71<br />

25,0 21,0 25,0 71,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 17 What kind of meaning does the sound imitation ‘SLAM’ have?<br />

In tabel 16 is te zien wat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen voor antwoord geven <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag wat<br />

´SLAM´ betekent. Het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten geeft het antwoord<br />

‘frustratie en woe<strong>de</strong>’. Het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten geven het antwoord ‘George<br />

slaat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur hard dicht’.<br />

Why are the words in picture 38 printed in bold? * To which cultural group do you belong? Crosstabulation<br />

Why are the<br />

words in picture<br />

38 printed in<br />

bold?<br />

Total<br />

George is boos en<br />

praat hard<br />

<strong>de</strong> tekst <strong>van</strong> George<br />

is belangrijk<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

22 9 21 52<br />

18,3 15,4 18,3 52,0<br />

88,0% 42,9% 84,0% 73,2%<br />

3 12 4 19<br />

6,7 5,6 6,7 19,0<br />

12,0% 57,1% 16,0% 26,8%<br />

25 21 25 71<br />

25,0 21,0 25,0 71,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 18 Why are the words in picture 38 printed in bold?<br />

In bovenstaan<strong>de</strong> tabel is te lezen wat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten voor antwoord hebben gegeven <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

vraag waarom bepaal<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n vetgedrukt zijn. Ook hier blijkt dat <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten <strong>op</strong> één lijn zitten; ze zijn <strong>van</strong> mening dat het antwoord ‘George is boos en praat<br />

hard’ is. De zwarte stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong> tekst <strong>van</strong> George belangrijk is.


Lizzie's facial expression in picture 10 goes well with the text? * To which cultural group do you belong?<br />

Crosstabulation<br />

Lizzie's facial<br />

expression in picture 10<br />

goes well with the text?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

51<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

25 11 23 59<br />

21,4 16,2 21,4 59,0<br />

100,0% 57,9% 92,0% 85,5%<br />

0 8 2 10<br />

3,6 2,8 3,6 10,0<br />

,0% 42,1% 8,0% 14,5%<br />

25 19 25 69<br />

25,0 19,0 25,0 69,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 19 Do you think Lizzie’s facial expression in picture 10 goes well with the text?<br />

Op <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> gezichtsuitdrukking <strong>van</strong> Lizzie bij <strong>de</strong> tekst past, is te zien in tabel 19 dat <strong>de</strong><br />

blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten over het algemeen vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> gezichtsuitdrukking in<strong>de</strong>rdaad bij<br />

<strong>de</strong> tekst past. Iets meer dan <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten vindt dat ook, al vindt ook<br />

42 procent dat <strong>de</strong> gezichtsuitdrukking niet bij <strong>de</strong> tekst past.<br />

Why?<br />

Total<br />

ie<strong>de</strong>reen moet <strong>de</strong><br />

brochure in zijn eigen<br />

taal kunnen lezen<br />

Engels representeert<br />

het grootste ge<strong>de</strong>elte<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking<br />

Why? * To which cultural group do you belong? Crosstabulation<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

16 14 20 50<br />

19,5 10,9 19,5 50,0<br />

64,0% 100,0% 80,0% 78,1%<br />

9 0 5 14<br />

5,5 3,1 5,5 14,0<br />

36,0% ,0% 20,0% 21,9%<br />

25 14 25 64<br />

25,0 14,0 25,0 64,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 20 Why do you think it will be better if the brochure is also available in other languages?<br />

In tabel 20 zijn <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie culturele groepen te lezen <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag of ze vin<strong>de</strong>n<br />

dat <strong>de</strong> brochure ook in an<strong>de</strong>re talen moet wor<strong>de</strong>n uitgegeven. De zwarte en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten<br />

scoren erg hoog <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze vraag, respectievelijk 100 en 80 procent. De blanke stu<strong>de</strong>nten zijn voor<br />

een groot ge<strong>de</strong>elte ook <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> brochure in zijn of haar moe<strong>de</strong>rtaal moet kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n gelezen, al zegt 36 procent dat het niet per sé nodig is, omdat <strong>de</strong> engelse taal het grootste<br />

ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking representeert.


Would you rather have no pictures and just writing? * To which cultural group do you belong? Crosstabulation<br />

Would you rather have no<br />

pictures and just writing?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

52<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

0 4 2 6<br />

2,2 1,5 2,2 6,0<br />

,0% 23,5% 8,0% 9,0%<br />

25 13 23 61<br />

22,8 15,5 22,8 61,0<br />

100,0% 76,5% 92,0% 91,0%<br />

25 17 25 67<br />

25,0 17,0 25,0 67,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 21 Would you rather have no pictures and just writing?<br />

Op <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten liever alleen tekst willen in een brochure, zijn alle culturele<br />

groepen <strong>van</strong> mening dat ze dat niet willen. De blanke stu<strong>de</strong>nten scoren zelfs 100 procent <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />

vraag. Ook hier blijkt dat <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten heel dicht bij<br />

elkaar liggen.<br />

Do the pictures tell you enough about HIV and AIDS? * To which cultural group do you belong?<br />

Crosstabulation<br />

Do the pictures tell<br />

you enough about<br />

HIV and AIDS?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

4 12 6 22<br />

8,0 6,1 8,0 22,0<br />

16,0% 63,2% 24,0% 31,9%<br />

21 7 19 47<br />

17,0 12,9 17,0 47,0<br />

84,0% 36,8% 76,0% 68,1%<br />

25 19 25 69<br />

25,0 19,0 25,0 69,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Tabel 22 Do the pictures tell you enough about HIV and Aids?<br />

In tabel 22 zijn <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n weergegeven <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> afbeeldingen genoeg vertellen over<br />

HIV en Aids. De blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten zijn <strong>van</strong> mening dat dat niet het geval is. Iets<br />

meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten is juist wel <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> afbeeldingen genoeg<br />

vertellen over HIV en Aids.


5.6.2 Individualisme/collectivisme versus <strong>op</strong>en vragen<br />

In <strong>de</strong> vorige paragraaf is gekeken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> eventuele verban<strong>de</strong>n tussen culturele groep (blank,<br />

zwart of kl<strong>eu</strong>rling) en <strong>de</strong> afhankelijke variabelen uit <strong>de</strong> vragenlijst. In <strong>de</strong>ze paragraaf zal wor<strong>de</strong>n<br />

gekeken <strong>naar</strong> een eventueel verband tussen individualisme/collectivisme en <strong>de</strong> afhankelijke<br />

variabelen. De gehele p<strong>op</strong>ulatie (75 proefpersonen) is geselecteerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> individualisme<br />

en <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> collectivisme. Er zijn twee ni<strong>eu</strong>we waar<strong>de</strong>n gemaakt, te weten individualisme en<br />

collectivisme en met behulp <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ni<strong>eu</strong>we waar<strong>de</strong>n is gekeken of er een significant verband zit<br />

tussen <strong>de</strong> mate <strong>van</strong> individualisme/collectivisme en <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> afhankelijke variabelen.<br />

Er is een meervoudige variantieanalyse uitgevoerd, om te kijken of er significante<br />

verschillen zijn. Na het uitvoeren <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze variantieanalyse bleek dat er maar bij één vraag een<br />

voldoen<strong>de</strong> significantieniveau is. Dit was bij vraag 17; Do the pictures tell you enough about HIV and<br />

Aids so that you do not have to look at the text to know what it’s about? Bij zowel individualisme als<br />

collectivisme was hier een voldoen<strong>de</strong> significantieniveau om een verband aan te tonen tussen <strong>de</strong><br />

individualisme/collectivisme en vraag 17. In tabel 23 en 24 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volledige tabellen<br />

weergegeven. In bijlage 7 wordt <strong>de</strong> uitvoertabel weergegeven <strong>van</strong> individualisme en collectivisme.<br />

Daarin zijn achtereenvolgens <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len af te lezen: <strong>de</strong> toetsingsgrootheid F, het<br />

aantal vrijheidsgra<strong>de</strong>n (df1 en df2) en <strong>de</strong> significantie (Sig.). Wanneer een X wordt weergeven,<br />

betekent dit dat er geen significantie niveau te meten was, omdat alle antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> die vraag<br />

hetzelf<strong>de</strong> waren. In bijlage 7 is te zien dat alleen vraag 17 een voldoen<strong>de</strong> significantieniveau heeft.<br />

Descriptive Statistics<br />

Depen<strong>de</strong>nt Variable: IND<br />

Do the pictures tell Mean Std. Deviation N<br />

ja<br />

3,7929 ,7468 22<br />

nee<br />

4,0402 ,4933 47<br />

Total<br />

3,9614 ,5919 69<br />

Tabel 23 Individualisme<br />

Descriptive Statistics<br />

Depen<strong>de</strong>nt Variable: COL<br />

Do the pictures tell Mean Std. Deviation N<br />

ja<br />

3,5530 ,8411 22<br />

nee<br />

4,0071 ,6009 47<br />

Total<br />

3,8623 ,7128 69<br />

Tabel 24 Collectivisme<br />

In bovenstaan<strong>de</strong> tabellen is te zien wat <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten zijn <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag of<br />

<strong>de</strong> afbeeldingen in het stripverhaal genoeg vertellen over HIV/Aids. Tabel 23 laat <strong>de</strong> relatie<br />

53


tussen individualisme en <strong>de</strong> vraag zien en tabel 24 laat het verband zien tussen collectivisme en <strong>de</strong><br />

vraag.<br />

5.6.3 Sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit versus <strong>op</strong>en vragen<br />

In paragraaf 5.6.2 is gekeken of er significante verban<strong>de</strong>n zijn ontstaan tussen <strong>de</strong> sterkte <strong>van</strong><br />

culturele i<strong>de</strong>ntiteit en <strong>de</strong> afhankelijke variabelen uit <strong>de</strong> vragenlijst. De sterkte <strong>van</strong> culturele<br />

i<strong>de</strong>ntiteit wordt bepaald door <strong>de</strong> eerste tien vragen uit <strong>de</strong> vragenlijst. Na data-reductie zijn er nog<br />

zes vragen overgebleven. Ook bij <strong>de</strong>ze vragen is een meervoudige variantie-analsye uitgevoerd en<br />

<strong>de</strong> uitvoertabel is te zien in bijlage 10. Helaas is er geen enkel significant verband aangetoond en<br />

zullen er ook geen volledige tabellen in <strong>de</strong>ze paragraaf wor<strong>de</strong>n weergeven.<br />

54


HOOFDSTUK 6 CONCLUSIES<br />

6.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> conclusies <strong>van</strong> <strong>de</strong> analyse en het experiment behan<strong>de</strong>ld. De<br />

conclusie <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanvulling <strong>van</strong> het analyse-instrument zal wor<strong>de</strong>n besproken in paragraaf 6.2 en<br />

<strong>de</strong> conclusie <strong>van</strong> het experiment in paragraaf 6.3.<br />

6.2 Conclusie analyse<br />

In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt antwoord gegeven <strong>op</strong> <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag: Wat is een<br />

bruikbare aanvulling <strong>op</strong> het component tekst- en beeldmateriaal in het reeds bestaan<strong>de</strong> analyse-instrument voor<br />

HIV/Aids-voorlichtingsteksten in een multiculturele context?<br />

Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el tekst en beeld in het analyse-instrument zoals dit is ontwikkeld door<br />

Roo<strong>de</strong>nburg (2001), is niet volledig. Op een aantal punten (algemene kenmerken <strong>van</strong><br />

afbeeldingen, combinatie tekst en beeld, functie <strong>van</strong> afbeeldingen en plaats <strong>van</strong> afbeeldingen) zijn<br />

er vragen toegevoegd en er zijn twee ni<strong>eu</strong>we on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len toegevoegd: tekstinhoud en culturele<br />

gedragingen. Met name het laatste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is <strong>van</strong> belang, omdat het analyse-instrument on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re wordt toegepast <strong>op</strong> voorlichtingsmateriaal in Zuid-Afrika. Het is een land is met meer<strong>de</strong>re<br />

culturen (zie paragraaf 1.3) en in <strong>de</strong> voorlichting zal rekening moeten wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n (zie paragraaf 2.1.5 over culturele gedragingen).<br />

6.3 Conclusies experiment<br />

In <strong>de</strong>ze paragraaf wordt antwoord gegeven <strong>op</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag: In hoeverre<br />

verschillen <strong>de</strong> reacties <strong>van</strong> Zuid-Afrikaanse stu<strong>de</strong>nten uit verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n <strong>op</strong> een stripverhaal<br />

dat tot doel heeft persuasieve voorlichting <strong>van</strong> HIV/Aids te realiseren?<br />

Voorafgaand aan het experiment, was het <strong>de</strong> bedoeling dat <strong>de</strong> sterkte <strong>van</strong> culturele<br />

i<strong>de</strong>ntiteit (die wordt gemeten met behulp <strong>van</strong> <strong>de</strong> variabelen culturele i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

individualisme/collectivisme) gek<strong>op</strong>peld zou wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen. Het<br />

bleek echter niet mogelijk om een verband aan te tonen tussen sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit en<br />

culturele groep, omdat <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> vragenlijst zo hebben ingevuld dat dit niet te meten is.<br />

55


Daarvoor gaven <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> individualistische en collectivistische vragen te weinig<br />

verschil (zie tabel 2 en 3). Het is <strong>de</strong>rhalve niet mogelijk om conclusies te trekken over <strong>de</strong> mate<br />

<strong>van</strong> individualisme of collectivisme <strong>van</strong> <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten.<br />

Ondanks dat het niet mogelijk was om <strong>de</strong> sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit te meten, is er<br />

gekeken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele groepen <strong>op</strong> <strong>de</strong> achttien <strong>op</strong>en vragen.<br />

Er waren slechts negen antwoor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> vragenlijst waar een significant verband werd<br />

aangetoond tussen het behoren tot een culturele groep en <strong>de</strong> <strong>op</strong>en vraag. Uit acht vragen bleek<br />

dat <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten meer <strong>op</strong> één lijn zitten dan met <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten.<br />

Dit is te zien in tabel 15 t/m 22.<br />

Er kunnen hier een tweetal mogelijke oorzaken voor wor<strong>de</strong>n gegeven:<br />

• Het kan zijn dat <strong>de</strong> zwarte proefpersonen zich eer<strong>de</strong>r aangesproken voelen, omdat <strong>de</strong><br />

belangrijkste hoofdpersonen zwart zijn en dat ze eer<strong>de</strong>r, dan <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

proefpersonen, aannemen wat er in <strong>de</strong> tekst wordt verteld.<br />

• De blanke en kl<strong>eu</strong>rling proefpersonen komen allen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch,<br />

terwijl <strong>de</strong> zwarte proefpersonen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Highschool Kayamandi komen. Er kan dus <strong>van</strong>uit<br />

wor<strong>de</strong>n gegaan <strong>de</strong> het <strong>op</strong>leidingsniveau verschillend is, waardoor er an<strong>de</strong>re antwoor<strong>de</strong>n<br />

zijn gegeven.<br />

• Het begrip <strong>van</strong> het Engels is wellicht ook een mogelijke oorzaak, omdat <strong>de</strong> kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

engelse taal <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten min<strong>de</strong>r goed is dan die <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en<br />

kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten.<br />

Een an<strong>de</strong>re conclusie die kan wor<strong>de</strong>n getrokken, is aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

klanken en symbolen in het stripverhaal. In tabel 23 is te zien wat <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> culturele<br />

groepen voor antwoord geven <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag wat ‘SLAM’ betekent. Het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten geeft het antwoord ‘frustratie en woe<strong>de</strong>’. Het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten daarentegen geven het antwoord ‘George slaat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur hard dicht’.<br />

Wanneer letterlijk <strong>naar</strong> het woord ‘SLAM’ wordt gekeken, dan is het in<strong>de</strong>rdaad dat <strong>de</strong>ze<br />

klank wordt gebruikt om aan te geven dat George <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur hard dicht slaat. Wanneer <strong>naar</strong> <strong>de</strong><br />

context <strong>van</strong> het verhaal wordt gekeken, betekent het woord ‘SLAM’ frustratie en woe<strong>de</strong>. Omdat<br />

hier een verschil in interpretatie blijft, kan er wellicht rekening mee wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong><br />

verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> HIV/Aids-voorlichtingsteksten, dat <strong>de</strong> zwarte stu<strong>de</strong>nten <strong>de</strong> klank letterlijk<br />

interpreteren, terwijl het bedoeld is om aan te geven dat George boos is.<br />

Hetzelf<strong>de</strong> valt <strong>op</strong> bij <strong>de</strong> vraag waarom bepaal<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> tekst vet gedrukt zijn. De<br />

antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten zitten <strong>op</strong> één lijn, ze geven hier als antwoord<br />

56


<strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag, dat George boos is en daarom hard praat. De zwarte stu<strong>de</strong>nten vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> tekst<br />

<strong>van</strong> George belangrijk is.<br />

We<strong>de</strong>rom blijkt hier een verschil in interpretatie. Zwarte proefpersonen nemen <strong>de</strong> functie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vetgedrukte woor<strong>de</strong>n letterlijk (het is belangrijk), terwijl <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten veel meer <strong>naar</strong> <strong>de</strong> context kijken. Een mogelijke verklaring kan ook hier weer<br />

wor<strong>de</strong>n gezocht in het verschil in <strong>op</strong>leidingsniveau tussen <strong>de</strong> groep blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten en zwarte respon<strong>de</strong>nten.<br />

Een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst is <strong>de</strong> relatie tussen tekst en beeld. Dit wordt<br />

on<strong>de</strong>r meer door vraag 12 beproefd (‘Do you think Lizzie’s facial expression goes well with the<br />

text?’). Ook hier is <strong>de</strong> dui<strong>de</strong>lijke scheiding te zien tussen <strong>de</strong> groep blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten en <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten. Bijna <strong>de</strong> totale p<strong>op</strong>ulatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten is <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> gezichtsuitdrukking goed bij <strong>de</strong> tekst past. De mening <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zwarte respon<strong>de</strong>nten is ver<strong>de</strong>eld; iets meer dan <strong>de</strong> helft vindt dat <strong>de</strong> gezichtsuitdrukking bij <strong>de</strong><br />

tekst past en iets min<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft vindt dat niet.<br />

In tabel 20 is te lezen waarom <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten vin<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> brochure ook in an<strong>de</strong>re<br />

talen moet wor<strong>de</strong>n uitgegeven. De blanke respon<strong>de</strong>nten vormen hier een uitzon<strong>de</strong>ring <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

zwarte en kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten. Iets meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke respon<strong>de</strong>nten vindt dat <strong>de</strong><br />

brochure in verschillen<strong>de</strong> talen moet wor<strong>de</strong>n uitgegeven en iets min<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> helft vindt het<br />

prima als <strong>de</strong> brochure alleen in het Engels wordt uitgegeven, omdat dit <strong>de</strong> taal is die het meest<br />

wordt gesproken. De zwarte en kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten zijn <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> brochure in<br />

meer<strong>de</strong>re talen moet wor<strong>de</strong>n uitgegeven. Wanneer in tabel 12 wordt gekeken (aan welke taal geef<br />

je <strong>de</strong> voork<strong>eu</strong>r) is te zien dat <strong>de</strong> blanken en kl<strong>eu</strong>rlingen <strong>de</strong> voork<strong>eu</strong>r geven aan Afrikaans en <strong>de</strong><br />

zwarte proefpersonen aan Engels. Het is <strong>op</strong>merkelijk dat <strong>de</strong> blanken toch liever <strong>de</strong> brochure in<br />

het Engels hebben, terwijl hun taal <strong>van</strong> voork<strong>eu</strong>r Afrikaans is. Het tegenovergestel<strong>de</strong> vindt plaats<br />

bij <strong>de</strong> zwarte proefpersonen; zij hebben als taal <strong>van</strong> voork<strong>eu</strong>r Engels en zijn <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong><br />

brochure in meer<strong>de</strong>re talen moet wor<strong>de</strong>n uitgegeven. Dit kan te maken hebben met <strong>de</strong><br />

moe<strong>de</strong>rtaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten, dit is namelijk Xhosa.<br />

Een punt waar alle respon<strong>de</strong>nten <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mening <strong>de</strong>len; liever tekst mét afbeeldingen<br />

(zie tabel 21).<br />

Uit <strong>de</strong> gegevens die zijn voortgekomen uit dit experiment is het helaas niet mogelijk om<br />

conclusies te verbin<strong>de</strong>n aan een mogelijk verband tussen individualisme/collectivisme en <strong>de</strong><br />

afhankelijke variabelen. Er was hier slechts bij één vraag een significant verband en dat is te<br />

weinig om conclusies aan te verbin<strong>de</strong>n. Dit geldt ook voor <strong>de</strong> sterkte <strong>van</strong> culturele i<strong>de</strong>ntiteit;<br />

57


hierbij werd geen enkel significant verband aangetoond en kunnen er ook geen conclusies aan<br />

wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>n.<br />

Samenvattend kan wor<strong>de</strong>n gezegd dat <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag in hoeverre <strong>de</strong> reacties verschillen <strong>van</strong><br />

Zuid-Afrikaanse jongeren met verschillen<strong>de</strong> culturele achtergron<strong>de</strong>n <strong>op</strong> een stripverhaal dat tot<br />

doel heeft persuasieve voorlichting <strong>van</strong> HIV/Aids te realiseren geen eenduidig antwoord kan<br />

wor<strong>de</strong>n gegeven. Het is gebleken dat <strong>de</strong> reacties <strong>op</strong> <strong>de</strong> vragen <strong>van</strong> <strong>de</strong> blanke en kl<strong>eu</strong>rling<br />

respon<strong>de</strong>nten weinig verschillen en dat <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten meestal een an<strong>de</strong>r antwoord<br />

geven.<br />

Verstandig zou dan ook zijn om <strong>de</strong> brochures te differentiëren voor verschillen<strong>de</strong><br />

culturele groepen, waarbij eventueel voor kl<strong>eu</strong>rlingen en blanken één brochures kan wor<strong>de</strong>n<br />

uitgegeven.<br />

6.4 Algemene conclusie<br />

Wanneer <strong>de</strong> conclusies <strong>van</strong> <strong>de</strong> analyse en het experiment samen wor<strong>de</strong>n samengevoegd,<br />

kan wor<strong>de</strong>n gezegd dat het <strong>van</strong> belang is dat er rekening wordt gehou<strong>de</strong>n met culturele<br />

achtergron<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> doelgroep. Bij het analyse-instrument betekent dit dat er in <strong>de</strong> HIV/Aidsvoorlichtingsbrochures<br />

kan wor<strong>de</strong>n geanalyseerd of er daadwerkelijke gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong><br />

culturele gedragingen in <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> brochure. Voor het experiment geldt dat culturele<br />

gedragingen niet uit het oog moeten wor<strong>de</strong>n verloren. Er zal, om <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

HIV/Aids-voorlichtingsbrochures te vergroten, rekening moeten wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

culturele gedragingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> lezers. Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een analyse kan <strong>op</strong> een correcte manier<br />

wor<strong>de</strong>n bepaald of in een brochure gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> culturele gedragingen.<br />

58


HOOFDSTUK 7 DISCUSSIE<br />

7.1 Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> discussiepunten genoemd die tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rzoek <strong>naar</strong><br />

voren zijn gekomen. De discussiepunten zullen in verschillen<strong>de</strong> paragrafen wor<strong>de</strong>n toegelicht.<br />

Eerst zal <strong>de</strong> voorbereiding aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen in paragraaf 7.2, vervolgens <strong>de</strong> steekproef in<br />

paragraaf 7.3. Daarna wordt <strong>de</strong> validiteit <strong>van</strong> het instrument besproken in paragraaf 7.4 en tot slot<br />

<strong>de</strong> verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens in paragraaf 7.5.<br />

7.2 Voorbereiding<br />

Om goed on<strong>de</strong>rzoek te doen, is een goe<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet nodig. In dit on<strong>de</strong>rzoek was<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet nog niet volledig af voor het vertrek <strong>naar</strong> Zuid-Afrika. Na aflo<strong>op</strong> <strong>van</strong> dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek kan wor<strong>de</strong>n gesteld, dat het ten goe<strong>de</strong> <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoek zou zijn geweest als <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet helemaal af was voor het vertrek <strong>naar</strong> Zuid-Afrika. Het is namelijk gebleken dat<br />

zo’n on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet schrijven meer tijd kost dan verwacht. Ook al staat het thema <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek vast, zorg er voor dat in <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeks<strong>op</strong>zet alles voldoen<strong>de</strong> is uitgewerkt en het ook<br />

precies dui<strong>de</strong>lijk is wat het on<strong>de</strong>rzoek inhoudt.<br />

7.3 Steekproef<br />

De steekproef die is gebruikt voor het experiment bestond uit 75 respon<strong>de</strong>nten. Deze<br />

groep was on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in drie categorieën; 25 blanke, 25 zwarte en 25 kl<strong>eu</strong>rling stu<strong>de</strong>nten.<br />

Volgens Maes e.a. (1996) is het voldoen<strong>de</strong> om een steekproef <strong>van</strong> 75 respon<strong>de</strong>nten te hebben bij<br />

een kwantitatief on<strong>de</strong>rzoek. De betrouwbaarheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens zou kunnen wor<strong>de</strong>n verhoogd<br />

door <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g te vergroten. Er zou bijvoorbeeld gebruik kunnen wor<strong>de</strong>n gemaakt <strong>van</strong> drie<br />

groepen respon<strong>de</strong>nten <strong>van</strong> 75 personen.<br />

De respon<strong>de</strong>nten zijn geselecteerd <strong>op</strong> leeftijd. Er is gekozen voor respon<strong>de</strong>nten in <strong>de</strong><br />

leeftijd <strong>van</strong> 18 tot en met 21 jaar. De blanke en kl<strong>eu</strong>rling respon<strong>de</strong>nten zijn geselecteerd <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch en <strong>de</strong> zwarte respon<strong>de</strong>nten zijn geselecteerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> Highschool<br />

Kayamandi. In het on<strong>de</strong>rzoek is gewerkt met drie culturele groepen, voor <strong>de</strong> zwarte<br />

respon<strong>de</strong>nten is gebruik gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> highschool. Deze highschool werd ook gebruikt om <strong>de</strong><br />

samenwerkingsovereenkomst tussen <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch en <strong>de</strong> highschool te<br />

verbeteren. Doordat het <strong>op</strong>leidingsniveau <strong>naar</strong> alle waarschijnlijkheid niet gelijk was tussen <strong>de</strong><br />

59


verschillen<strong>de</strong> culturele groepen, kan dit <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> zijn geweest <strong>op</strong> <strong>de</strong> resultaten. Het is dus<br />

raadzaam om bij vervolgon<strong>de</strong>rzoek het <strong>op</strong>leidingsniveau zo gelijk mogelijk te hou<strong>de</strong>n, omdat dit<br />

wellicht voor meer betrouwbaarheid in <strong>de</strong> resultaten kan lei<strong>de</strong>n.<br />

7.4 Validiteit instrument<br />

De validiteit <strong>van</strong> het on<strong>de</strong>rzoeksinstrument <strong>van</strong> het experiment kan in twijfel wor<strong>de</strong>n<br />

getrokken. Dit geldt met namen voor <strong>de</strong> vragen over individualisme en collectivisme. De vragen<br />

over dit on<strong>de</strong>rwerp zijn letterlijk overgenomen uit een artikel <strong>van</strong> Gudykunst (1991), waarbij <strong>de</strong><br />

even vragen <strong>de</strong> score <strong>op</strong> collectivisme meten en <strong>de</strong> oneven <strong>de</strong> score <strong>op</strong> individualisme. Door het<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong>ze manier te vragen, is het voor <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt niet mogelijk om on<strong>de</strong>rscheid te maken<br />

tussen <strong>de</strong>ze twee waar<strong>de</strong>n. Het is wellicht een mogelijkheid, wanneer er weer gebruik wordt<br />

gemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vragenlijst, om <strong>de</strong> vragenlijst in twee <strong>de</strong>len te splitsen of alleen <strong>de</strong><br />

individualistische of collectivistische vragen te stellen. Hierdoor is het voor <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt<br />

dui<strong>de</strong>lijker wat er wordt gevraagd en is er min<strong>de</strong>r verwarring.<br />

7.5 Verwerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> gegevens<br />

De rest <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst, na <strong>de</strong> vragen over culturele i<strong>de</strong>ntiteit, <strong>van</strong> het experiment,<br />

bestond uit allemaal <strong>op</strong>en vragen. Het heeft behoorlijk wat tijd gekost om <strong>de</strong>ze <strong>op</strong>en vragen te<br />

verwerken. De antwoor<strong>de</strong>n moesten wor<strong>de</strong>n inge<strong>de</strong>eld in categorieën, die vervolgens weer<br />

moesten wor<strong>de</strong>n getest <strong>op</strong> hun objectiviteit. Wanneer meteen gebruik was gemaakt <strong>van</strong><br />

bijvoorbeeld een Likert-schaal of vaste categorieën, is het gemakkelijker invoeren en ook<br />

gemakkelijker resultaten te verkrijgen. Dan is er namelijk sprake <strong>van</strong> een ratio of interval<br />

meetniveau, terwijl er nu sprake was <strong>van</strong> een nominaal meetniveau. Wanneer gebruik was<br />

gemaakt <strong>van</strong> bijvoorbeeld Likert-schalen, zou<strong>de</strong>n er wellicht meer significante resultaten uit het<br />

on<strong>de</strong>rzoek <strong>naar</strong> voren zijn gekomen.<br />

60


LITERATUURLIJST<br />

Baarda, D.B. & Goe<strong>de</strong>, M.P.M. <strong>de</strong> (1990). Basisboek metho<strong>de</strong>n en technieken. Praktische handleiding voor<br />

het <strong>op</strong>zetten en uitvoeren <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek. Lei<strong>de</strong>n/Antwerpen: Stenfert Kroese uitgevers.<br />

Ba<strong>de</strong>nhorst, A. (1997). Die benutting <strong>van</strong> die strokiesprent in die on<strong>de</strong>rrig <strong>van</strong> Afrikaanse stelwerk en<br />

letterkun<strong>de</strong> <strong>op</strong> sekon<strong>de</strong>re skoolvlak. Stellenbosch, Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch.<br />

Clark, J.M. & Paivio, A. (1991). Dual coding theory and education. Educational Psychology Review, 3,<br />

pp. 149-210.<br />

Dyk, A.C. <strong>van</strong> (2001). Traditional African beliefs and customs: Implications for AIDS education<br />

and prevention in Afrika. South African Journal of psychology 31 (2), pp. 60-66.<br />

Gellevij, M. (2002). Visuals in instruction: Functions of Screen Captures in Software Manuals. Diss.<br />

Universiteit Twente. Ensche<strong>de</strong>: Twente University Press.<br />

Golding, I. (z.j.). Coloured I<strong>de</strong>ntity and coloured politics in the Western Cape region of South-<br />

Africa. In L. Vail (red.) titel<br />

Gudykunst, W.B. (1991) Bridging Differences: Effective intergroup communication. Newbury Park,<br />

Californie: Sage Publications.<br />

Hart ‘t, H. et al (1996). <strong>On<strong>de</strong>rzoek</strong>smetho<strong>de</strong>n. Amsterdam: Boom<br />

Hoeken, H. (1998). Het ontwerp <strong>van</strong> overtuigen<strong>de</strong> teksten. Wat on<strong>de</strong>rzoek leert over <strong>de</strong> <strong>op</strong>zet <strong>van</strong> effectieve<br />

reclame en voorlichting. Bussum: Couthino.<br />

Hugo, J. (1997). Boodskaptoepaslikheid in mediagebruik vir gesondheids<strong>op</strong>voeding binne 'n multikulturele<br />

ontwikkelen<strong>de</strong> gemeenskap. Stellenbosch: Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch.<br />

Keesing, R.M. (1976). Cultural anthr<strong>op</strong>ology: a contemporary perspective. New York: Holt, Rinehart and<br />

Winston.<br />

61


Lange, R. W. <strong>de</strong> (1999). Culturally modified pictures in printed media as an adju<strong>van</strong>t to education in<br />

<strong>de</strong>vel<strong>op</strong>ing communities. Stellenbosch: Universiteit <strong>van</strong> Stellenbosch.<br />

Levin, J.R. (1979) On functions of pictures in prose (Theoretical Paper No. 80). Madison: The<br />

University of Wisconsin, Wisconsin R & D Center for Individualized Schooling.<br />

Maes, A., Ummelen, N., Hoeken, H. (1996). Instructieve teksten, analyse, ontwerp en evaluatie. Bussem:<br />

Coutinho.<br />

Marcus, N., Co<strong>op</strong>er, M. & Sweller, J. (1996). Un<strong>de</strong>rstanding instructions. Journal of Educational<br />

Psychology, 88 (1), 49-63.<br />

Perlof, R. (2001). Persuading pe<strong>op</strong>le to have safer sex: Applications of Social Sience to the AIDS Crisis.<br />

London: Lawrence Erlbaum Associates, publishers.<br />

Pettersson, R. (1983). Visuals for information: research and practice. Englewood. Cliffs, N.J.:<br />

Educational Technology Publications.<br />

Pinto, D. (1993). Interculturele communicatie : driestappenmetho<strong>de</strong> voor het doeltreffend overbruggen en managen<br />

<strong>van</strong> <strong>cultuur</strong>verschillen. Houten: Bohn Stafl<strong>eu</strong> Van Loghum.<br />

Richmond et all. (2002). Southern Africa, Lesotho and Swaziland. Open spaces, hapening places.<br />

Melbourne: Lonely Planet<br />

Smelik, A. (1999). Effectief beeldvormen. Theorie, analyse en praktijk <strong>van</strong> beeldvormingsprocessen. Assen:<br />

Van Gorcum & Comp. B.V.<br />

Stro<strong>op</strong>, J.R. (1935). Studies of interference in serial verbal reactions. Journal of Experimental<br />

Psychology, 18 (6), 643-662.<br />

Vail, L. (1989). The creation of tribalism in Southern Africa. Lon<strong>de</strong>n: James Currey.<br />

Vocht, A. <strong>de</strong> (2002). Basishandboek SPSS 11 voor windows 98/ME/2002/XP. Utrecht: Bijleveld<br />

Press.<br />

62


Witte, K. (1992b). Preventing AIDS through persuasive communications: A framework for<br />

constructing effective, culturally specific, preventive health messages. International and Intercultural<br />

Communication Annual, 16: 67-86.<br />

Wijk, C. <strong>van</strong> (2000). Toetsen<strong>de</strong> statistiek: een praktijkgerichte inleiding voor on<strong>de</strong>rzoekers <strong>van</strong> taal, gedrag en<br />

communicatie. Bussem: Coutinho<br />

Internetpublicaties<br />

Aardt, C. <strong>van</strong>. (2002). HIV/Aids in Zuid-Afrika. De <strong>de</strong>mografische en economische gevolgen. Laatst<br />

bijgewerkt in april 2002. http://www.nidi.nl/public/<strong>de</strong>mos/dm02042.html<br />

Ministerie <strong>van</strong> Buitenlandse zaken (2003). De HIV/Aids-epi<strong>de</strong>mie in Zuid-Afrika. Laatst bijgewerkt<br />

in maart 2003.http://www.minbuza.nl/<strong>de</strong>fault.asp?CMS_ITEM=64DCCB88E9A644A3BF5E<br />

45238BBA5554X1X61741X58<br />

Materiaal gebruikt voor analyse en experiment<br />

Soul City. George’s Story.<br />

63


BIJLAGEN<br />

Bijlage 1 Analyeschema<br />

A Kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen<br />

Beeldvorming<br />

1. Wat wordt er afgebeeld?<br />

2. Hoe wordt het afgebeeld?<br />

Mise-en-scène<br />

(foto)grafische aspecten<br />

beelduitsne<strong>de</strong><br />

perspectief<br />

3. Wat wordt er niet afgebeeld?<br />

4. Welke beeldvorming komt uit <strong>de</strong> afbeeldingen <strong>naar</strong> voren?<br />

Rele<strong>van</strong>tie<br />

5. Zijn <strong>de</strong> afbeeldingen tekstrele<strong>van</strong>t?<br />

Realiteit<br />

6. Zijn <strong>de</strong> afbeeldingen realistisch en geloofwaardig afgebeeld?<br />

Bij- en on<strong>de</strong>rschriften<br />

7. Is er sprake <strong>van</strong> bijschriften/on<strong>de</strong>rschriften bij <strong>de</strong> afbeelding?<br />

8. Zo ja, geeft het bijschrift/on<strong>de</strong>rschrift weer wat er wordt afgebeeld of wordt uitgedrukt?<br />

Kl<strong>eu</strong>r<br />

9. Wordt er gebruik gemaakt <strong>van</strong> kl<strong>eu</strong>r in <strong>de</strong> afbeeldingen om <strong>de</strong> aandacht te trekken en wordt<br />

er gebruik gemaakt <strong>van</strong> realistische kl<strong>eu</strong>ren in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

64


Plaats <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding<br />

10. Op welke plaats wordt <strong>de</strong> afbeelding gepresenteerd?<br />

Naast <strong>de</strong> tekst<br />

Boven <strong>de</strong> tekst<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst<br />

An<strong>de</strong>rs, namelijk……..<br />

B Tekstinhoud<br />

11. Is <strong>de</strong> tekst te begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

12. Zijn <strong>de</strong> afbeeldingen te begrijpen zon<strong>de</strong>r tekst?<br />

C Beoogd effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen<br />

13. Wat is het effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding?<br />

Decoratief<br />

Representatief<br />

Organisatief<br />

Transformatief<br />

D Het gebruik <strong>van</strong> afbeeldingen in combinatie met tekst<br />

14. Instrueert <strong>de</strong> tekst dat <strong>de</strong> lezer <strong>de</strong> afbeeldingen moet gebruiken?<br />

15. Verdui<strong>de</strong>lijken <strong>de</strong> afbeeldingen <strong>de</strong> tekst?<br />

16. Welke betekenissen roepen tekst en beeld <strong>op</strong>?<br />

17. Vullen tekst en beeld elkaar goed aan?<br />

E Culturele gedragingen<br />

18. Wordt er gesproken over positieve gedragingen in <strong>de</strong> tekst?<br />

19. Wor<strong>de</strong>n er positieve gedragingen afgebeeld in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

20. Wordt er gesproken over exotische gedragingen in <strong>de</strong> tekst?<br />

21. Wor<strong>de</strong>n er exotische gedragingen afgebeeld in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

22. Wordt er gesproken over negatieve gedragingen in <strong>de</strong> tekst?<br />

23. Wor<strong>de</strong>n er negatieve gedragingen afgebeeld in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

65


Bijlage 2 Analyse-instrument Roo<strong>de</strong>nburg (2002)<br />

I Tekst en beeld<br />

I1C Vindt u <strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk? Waarom wel/niet?<br />

I2C Vindt u dat <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n rele<strong>van</strong>t zijn ten <strong>op</strong>zichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst? Zo nee, vindt<br />

u dit een gemis? Waarom wel/niet?<br />

I3C Vindt u dat <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n bijdragen aan <strong>de</strong> overredingskracht <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst? Zo nee, vindt u dit<br />

een gemis? Zo ja, geb<strong>eu</strong>rt dit <strong>op</strong> een juiste manier? Waarom wel/niet?<br />

I4C Vindt u dat <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n geschikt zijn voor <strong>de</strong> doelgroep? Vindt u dat er rekening is gehou<strong>de</strong>n<br />

met hun waar<strong>de</strong>n en overtuigingen? Waarom wel/niet? (kijk <strong>naar</strong> wat u bij af<strong>de</strong>ling B en E heeft<br />

ingevuld)<br />

I5C Vindt u <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n te impliciet/vaag, goed, of juist te expliciet? Waarom?<br />

I6C Indien <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n een on<strong>de</strong>rschrift hebben: vindt u <strong>de</strong>ze dui<strong>de</strong>lijk? Waarom wel/niet?<br />

I7C Vindt u <strong>de</strong> afdrukkwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n voldoen<strong>de</strong>?<br />

I8C Hoever staat het beeld af <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst waar<strong>op</strong> het betrekking heeft? Vindt u <strong>de</strong>ze afstand<br />

goed of te ver? Waarom?<br />

I9C Vindt u <strong>de</strong> plaatsing <strong>van</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n goed? Waarom wel/niet? (afgezien of beel<strong>de</strong>n dichtbij<br />

of ver staan <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst waar<strong>op</strong> ze betrekking hebben (vraag I8), kunnen ze <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

plekken geplaatst wor<strong>de</strong>n. De ene plek kan meer <strong>op</strong>vallend of strategisch zijn dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re.)<br />

I10C Zijn er beel<strong>de</strong>n aanwezig die een humoristisch effect hebben? Vindt u dit goed? Waarom<br />

wel/niet?<br />

I11C Vindt u <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n vrolijk of meer seri<strong>eu</strong>s? Waarom? Is dit in overeenkomst met <strong>de</strong> tekst<br />

of juist in contrast daarmee? Vindt u dit goed?<br />

66


I12C Vindt u dat <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n vrij zakelijk zijn, of juist meer inspelen <strong>op</strong> emoties? Waarom? Is dit<br />

in overeenkomst met <strong>de</strong> tekst of juist in contrast daarmee? Vindt u dit goed?<br />

I13A Wat voor type beel<strong>de</strong>n komen voor? (type beel<strong>de</strong>n zijn bijvoorbeeld: foto, getekend<br />

plaatje, schets, icon, diagram, logo, tabel)<br />

I13C Indien er verschillen<strong>de</strong> types voorkomen: vindt u dit goed? Waarom wel/niet?<br />

Indien <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> types voorkomen: vindt u dit goed? Waarom wel/niet?<br />

Vindt u dat <strong>de</strong> types beel<strong>de</strong>n passen bij <strong>de</strong> tekst? Waarom wel/niet?<br />

Ligt <strong>de</strong> nadruk <strong>op</strong> tekst of <strong>op</strong> beeld? (één kiezen uit I14 t/m I18)<br />

Tekst I14 I15 I16 I17 I18 Beeld<br />

I14A = tekst bestaat bijna volledig uit tekst<br />

I14C Vindt u <strong>de</strong>ze verhouding tekst-beeld goed? Waarom wel/niet?<br />

I15A = tekst bevat beeld, maar tekst overheerst<br />

I15C Vindt u dit toepasselijk? Waarom wel/niet?<br />

I16A = tekst en beeld zijn in evenwicht<br />

I16C Vindt u <strong>de</strong>ze verhouding tekst-beeld goed? Waarom wel/niet?<br />

I17A = tekst bevat tekst, maar beeld overheerst<br />

I17C Vindt u <strong>de</strong>ze verhouding tekst-beeld goed? Waarom wel/niet?<br />

I18A = tekst bestaat bijna volledig uit beeld<br />

I18C Vindt u <strong>de</strong>ze verhouding tekst-beeld goed? Waarom wel/niet?<br />

Welke functies hebben <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n? (geen, één of meer<strong>de</strong>re kiezen uit I19 t/m I26)<br />

I19A = Aandacht trekken (elk beeld heeft in weze <strong>de</strong> functie om aandacht te trekken, maar hier<br />

gaat het erom of dat <strong>de</strong> enige functie is)<br />

I19B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I19C Vindt u dit effectief? Vindt u dat <strong>de</strong> aandacht <strong>op</strong> een goe<strong>de</strong> manier getrokken wordt of<br />

leidt het te veel af? Waarom wel/niet?<br />

67


I20A = Instruerend: het beeld geeft antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag hoe iets gedaan moet wor<strong>de</strong>n.<br />

Voorbeeld: één of meer<strong>de</strong>re plaatjes waarin getoond wordt hoe een condoom omgedaan moet<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

I20B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I20C Vindt u dit effectief? Vindt u dit voldoen<strong>de</strong> instructief, geeft het genoeg inlichting?<br />

Waarom wel/niet?<br />

I21A = Motiverend: het beeld roept <strong>de</strong> lezer <strong>op</strong> om iets te doen.<br />

I21B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I21C Vindt u dit effectief? Vindt u dat het beeld voldoen<strong>de</strong> motiveert? Vindt u dat het beeld <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>ling waar het over gaat voldoen<strong>de</strong> motiveert of motiveert het iets an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> bedoeling<br />

is? Waarom wel/niet?<br />

I22A = Persuasief: het beeld probeert <strong>de</strong> lezer <strong>van</strong> iets te overtuigen.<br />

I22B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I22C Vindt u dit effectief? Vindt u dit persuasief genoeg? Waarom wel/niet?<br />

I23A = Affectief: het beeld speelt in <strong>op</strong> <strong>de</strong> gevoelens <strong>van</strong> <strong>de</strong> lezer.<br />

I23B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I23C Vindt u dit effectief? Vindt u dat het beeld voldoen<strong>de</strong> inspeelt <strong>op</strong> <strong>de</strong> gevoelens? Waarom<br />

wel/niet?<br />

I24A = Verklarend: het beeld legt uit dat iets zo is, of waarom iets zo is. Het moet<br />

verdui<strong>de</strong>lijking scheppen.<br />

I24B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I24C Vindt u dit effectief? Vindt u dat het beeld voldoen<strong>de</strong> uitlegt? Vindt u dat het beeld <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>ling/situatie waar het om gaat voldoen<strong>de</strong> uitlegt of legt het eigenlijk iets an<strong>de</strong>rs uit?<br />

Waarom wel/niet?<br />

I25A = Symbolisch: het beeld is een niet-letterlijke, metaforische weergave <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst.<br />

Voorbeeld: een plaatje <strong>van</strong> vier voetjes om aan te geven dat seks het on<strong>de</strong>rwerp is.<br />

I25B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I25C Vindt u dit effectief? Vindt u <strong>de</strong> symbolische betekenis dui<strong>de</strong>lijk? Waarom wel/niet?<br />

I26A = Decoratief: het beeld heeft niets of niet zoveel met <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> <strong>de</strong> tekst te maken.<br />

Voorbeeld: een fol<strong>de</strong>r die gaat over condoomgebruik met plaatjes <strong>van</strong> gezichten <strong>van</strong> mensen.<br />

I26B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I26C Vindt u dit een goe<strong>de</strong> aanvulling bij <strong>de</strong> tekst of vindt u het overbodig en aflei<strong>de</strong>nd?<br />

Waarom?<br />

68


Welke interacties tussen tekst en beeld komen voor? (geen, één of meer<strong>de</strong>re kiezen uit I27 t/m<br />

I31)<br />

I27A = Redundant: het beeld herhaalt min of meer <strong>de</strong> tekst of vice versa.<br />

"Research shows that pe<strong>op</strong>le's comprehension may be improved if key points are presented in<br />

words and pictures, allowing rea<strong>de</strong>rs to acquire new information both visually and verbally [...]"<br />

Schriver, 1997<br />

I27B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I27C Vindt u dat <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> zowel tekst als beeld een verrijking is, of vindt u één <strong>van</strong><br />

bei<strong>de</strong> overbodig? Waarom?<br />

I28A = Complementair: beeld en tekst vullen elkaar aan. Samen laten beeld en tekst meer zien<br />

dan tekst alleen of beeld alleen.<br />

"Words and pictures that complement one another employ different visual and verbal content,<br />

and both mo<strong>de</strong>s are <strong>de</strong>signed to work together in or<strong>de</strong>r to help the rea<strong>de</strong>r un<strong>de</strong>rstand the main<br />

i<strong>de</strong>a." Schriver, 1997<br />

I28B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I28C Vindt u <strong>de</strong>ze aanvulling effectief? Vindt u <strong>de</strong> aansluiting tussen tekst en beeld dui<strong>de</strong>lijk?<br />

Waarom wel/niet?<br />

I29A = Supplementair: of <strong>de</strong> tekst, of het beeld is dominant. De een levert <strong>de</strong> belangrijkste<br />

i<strong>de</strong>eën en het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud, terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r meer on<strong>de</strong>rst<strong>eu</strong>nt. Vaak gaat het<br />

hier om voorbeel<strong>de</strong>n.<br />

"When the rea<strong>de</strong>r may have trouble imagining what is inten<strong>de</strong>d, supplementary prose or pictures<br />

often help to clarify and expand how the rea<strong>de</strong>r construes the main i<strong>de</strong>as." Schriver, 1997<br />

I29B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I29C Vindt u <strong>de</strong>ze supplementaire verhouding effectief? Vindt u het voldoen<strong>de</strong> supplementair?<br />

Of is het juist nietszeggend? Waarom wel/niet?<br />

I30A = Juxtapositional: "[...] the main i<strong>de</strong>a is created by a clash, an unexpected synthesis, or a<br />

tension between what is represented in each mo<strong>de</strong>. With juxtapositional relationships, the rea<strong>de</strong>r<br />

cannot infer the inten<strong>de</strong>d i<strong>de</strong>a unless both prose and graphics are present simultaneously. [...]<br />

When they are done well, juxtapositional relationships have a way of surprising the rea<strong>de</strong>r."<br />

Schriver, 1997<br />

I30B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I30C Vindt u <strong>de</strong>ze onverwachte "clash" effectief? Vindt u het dui<strong>de</strong>lijk, begrijpt u <strong>de</strong> betekenis?<br />

Waarom wel/niet?<br />

69


I31A = Stage-setting: of <strong>de</strong> tekst, of het beeld voorspelt als het ware wat er komen gaat.<br />

"[...] one mo<strong>de</strong> provi<strong>de</strong>s a context for the other mo<strong>de</strong> by forecasting its content or soon-to-be<br />

presented themes. A stage-setting text or graphic may enhance what follows it by providing a<br />

contextual framework in which the verbal context can be un<strong>de</strong>rstood." Schriver, 1997<br />

Stage-setting komt wel eens voor aan het begin <strong>van</strong> een hoofdstuk. De titel wordt vergezeld met<br />

een illustratie die <strong>de</strong> lezer alvast een i<strong>de</strong>e geeft <strong>van</strong> <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het hoofdstuk.<br />

I31B Op basis waar<strong>van</strong> geconclu<strong>de</strong>erd?<br />

I31C Vindt u <strong>de</strong>ze voorspelling effectief? Vindt u het dui<strong>de</strong>lijk, begrijpt u waar het over gaat?<br />

Waarom wel/niet?<br />

Welke combinaties <strong>van</strong> beel<strong>de</strong>n komen voor? (<strong>de</strong> vragen I32 t/m I37 alleen beantwoor<strong>de</strong>n indien<br />

er meer dan één beeld aanwezig is)<br />

I32C Vindt u <strong>de</strong> combinaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n goed? Waarom wel/niet?<br />

I33A Zijn <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n verschillend <strong>van</strong> betekenis?<br />

I33C Zo ja, vindt u dit problematisch? Zo nee, vindt u dit goed? Waarom wel niet?<br />

I34A Hebben <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> functies?<br />

I34C Zo ja, vindt u dit problematisch? Zo nee, vindt u dit goed? Waarom wel niet?<br />

I35A Zijn <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n verschillend in stijl?<br />

I35C Zo ja, vindt u dit problematisch? Zo nee, vindt u dit goed? Waarom wel niet?<br />

I36A Zijn <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> types?<br />

I36C Zo ja, vindt u dit problematisch? Zo nee, vindt u dit goed? Waarom wel niet?<br />

I37A Zijn beel<strong>de</strong>n òf in zwart/wit, òf in kl<strong>eu</strong>r of wisselt zich dat af?<br />

I37C Indien het een combinatie is: vindt u dit problematisch? Waarom wel/niet?<br />

Indien <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n òf in zwart/wit, òf in kl<strong>eu</strong>r zijn: vindt u dit goed? Waarom wel/niet?<br />

70


Bijlage 3 Analyse <strong>van</strong> hoofdstuk 1 George’s Story<br />

A Kenmerken <strong>van</strong> afbeeldingen<br />

1. Wat wordt er afgebeeld?<br />

In hoofdstuk 1 wordt een verhaal verteld over 5 mensen. Het verhaal is in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een strip.<br />

De figuren zijn groten<strong>de</strong>els zwarte mensen. De tekst die verteld wordt, staat in stripwolkjes en er<br />

zijn een paar bijschriften in het verhaal, 6 om precies te zijn.<br />

2. Hoe wordt het afgebeeld?<br />

Mise-en-scène, hiermee wordt alles bedoeld wat zich binnen <strong>de</strong> afbeelding bevindt. Het bestaat<br />

uit <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:<br />

Decor en setting; het verhaal begint in een café waar <strong>de</strong> verjaardag <strong>van</strong> Lizzie wordt gevierd.<br />

Vervolgens speelt er ook wat buiten af, wanneer Lizzie Mandla bedankt voor het overhalen <strong>van</strong><br />

George om <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kliniek te gaan. Daarna is het <strong>de</strong>cor het huis <strong>van</strong> George en Lizzie. Na het<br />

huis <strong>van</strong> George en Lizzie, speelt het verhaal zich af in <strong>de</strong> kliniek waar Lizzie <strong>naar</strong> toe gaat om<br />

een HIV-test te doen. De laatste scène speelt zich weer af in het huis <strong>van</strong> George en Lizzie.<br />

Costumering en grime/make-up; <strong>de</strong> personen uit het verhaal wor<strong>de</strong>n afgebeeld als mensen uit<br />

het dagelijks leven. Ze dragen geen traditionele kledij, maar westerse kleding. Khosi is <strong>de</strong> enige<br />

die een hoofddoek draagt, het is niet dui<strong>de</strong>lijk of dit voor bijvoorbeeld voor haar geloof is of dat<br />

het een kenmerk is <strong>van</strong> haar <strong>cultuur</strong>. De vrouwen dragen geen make-up, althans het is niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar.<br />

Gezichtsuitdrukkingen; <strong>de</strong> gezichtsuitdrukkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdpersonen kunnen groten<strong>de</strong>els<br />

gecategoriseerd wor<strong>de</strong>n per hoofdpersoon. Lizzie heeft in het begin <strong>van</strong> het verhaal nog een<br />

vrolijke gezichtsuitdrukking omdat ze haar verjaardag viert, maar dit veran<strong>de</strong>rt snel. Ze maakt<br />

zich zorgen over George, waardoor ze een bezorg<strong>de</strong> uitdrukking <strong>op</strong> haar gezicht heeft. Wanneer<br />

George haar beschuldigt <strong>van</strong> het feit dat Lizzie het HIV-virus aan George heeft overgebracht,<br />

heeft ze vooral een angstige gezichtsuitdrukking. Wanneer ze in <strong>de</strong> kliniek is, is haar<br />

gezichtsuitdrukking be<strong>de</strong>nkelijk, omdat ze aan het na<strong>de</strong>nken is of ze een HIV-test wil doen.<br />

Daarna is ze weer thuis met George en kijkt ze verdrietig, omdat ze niet begrijpt waarom George<br />

haar beschuldigt. Heel snel veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> gezichtsuitdrukking omdat ze boos wordt <strong>op</strong> George. Ze<br />

twijfelt aan zijn trouwheid. De laatste afbeelding <strong>van</strong> Lizzie is dat ze huilend aan het afwassen is.<br />

Ze is verdrietig en weet niet wat ze met <strong>de</strong> situatie aan moet. George heeft eigenlijk het hele<br />

verhaal door een verbitter<strong>de</strong> uitdrukking <strong>op</strong> zijn gezicht. In <strong>de</strong> confrontatie met Lizzie, waar hij<br />

haar beschuldigt <strong>van</strong> het overdragen <strong>van</strong> het HIV-virus, is hij boos, wat ook dui<strong>de</strong>lijk aan zijn<br />

gezicht is te zien. In <strong>de</strong> laatste afbeeldingen <strong>van</strong> George, kijkt hij vragend. Hij vraagt zich af of hij<br />

71


het HIV-virus misschien <strong>van</strong> Than<strong>de</strong>ka heeft gekregen. Khosi heeft in het begin een bezorg<strong>de</strong><br />

uitdrukking <strong>op</strong> haar gezicht, omdat ze zich zorgen maakt om George. Ver<strong>de</strong>r komt ze niet meer<br />

in het verhaal voor. Mandla heeft ook een bezorg<strong>de</strong> gezichtsuitdrukking <strong>op</strong> zijn gezicht, omdat<br />

hij zich ook zorgen maakt om George. Daarna kijkt hij nog een keer vragend, omdat hij zegt dat<br />

hij niet zeker weet of het helpt als hij met George gaat praten om hem over te halen om <strong>naar</strong> <strong>de</strong><br />

kliniek te gaan. De zuster in het verhaal heeft vooral een verklaren<strong>de</strong> of uitleggen<strong>de</strong><br />

gezichtsuitdrukking <strong>op</strong> haar gezicht. Ze legt Lizzie uit hoe een HIV-test in zijn werking gaat en<br />

wat <strong>de</strong> gevolgen zijn.<br />

Tekst; <strong>de</strong> tekst wordt afgebeeld in stripwolkjes. Ver<strong>de</strong>r zijn er nog een paar teksten die aangeven<br />

waar het verhaal zich afspeelt of wanneer het plaatsvindt. Deze teksten zijn links in <strong>de</strong> hoek <strong>van</strong><br />

een afbeelding weergegeven.<br />

(Foto)grafische aspecten, ook al zijn er geen foto’s in <strong>de</strong> brochure afgebeeld, gaan sommige<br />

fotografische aspecten ook <strong>op</strong> voor tekeningen. De brochure is zo ontworpen dat <strong>de</strong><br />

hoofdpersonen levensecht overkomen, ook al is dui<strong>de</strong>lijk te zien dat alles getekend is.<br />

Beelduitsne<strong>de</strong>, <strong>de</strong> uitsne<strong>de</strong> <strong>van</strong> het beeld bepaalt welk fragment <strong>van</strong> een afbeelding vertoond<br />

wordt. Dit fragment wordt bepaald door:<br />

Grootte en vorm; in <strong>de</strong> brochure wor<strong>de</strong>n alle afbeeldingen in een raam of ka<strong>de</strong>r (een vlak waar<br />

<strong>de</strong> afbeelding en tekst is afgebeeld) weergegeven. Deze zijn min of meer allemaal even groot. De<br />

tekst neemt een re<strong>de</strong>lijk grote plaats in in het raam, toch is <strong>de</strong> afbeelding dominant aan <strong>de</strong> tekst.<br />

Binnen en buiten beeld; elke afbeelding en elke tekst is in een raam of ka<strong>de</strong>r weergeven. Door dit<br />

ka<strong>de</strong>r wordt het beeld begrensd en is niet te zien wat er zou wor<strong>de</strong>n afgebeeld buiten het ka<strong>de</strong>r.<br />

Perspectief, dit leidt <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> kijker langs bepaal<strong>de</strong> lijnen <strong>naar</strong> bepaal<strong>de</strong> punten in <strong>de</strong><br />

afbeelding. In dit geval is er niet echt sprake <strong>van</strong> een dui<strong>de</strong>lijk perspectief. De aandacht wordt wel<br />

gericht <strong>op</strong> <strong>de</strong> hoofdpersonen, dus je zou kunnen zeggen dat men als lezer daar <strong>naar</strong> toe wordt<br />

geleid.<br />

3. Wat wordt er niet afgebeeld?<br />

Het eerste wat <strong>op</strong>valt als <strong>naar</strong> hoofdstuk 1 wordt gekeken, is dat er bijna geen blanke mensen<br />

wor<strong>de</strong>n afgebeeld. Sowieso zijn alle hoofdpersonen zwarte of kl<strong>eu</strong>rling mensen en er zijn een<br />

paar blanke mensen in het restaurant. Deze blanke mensen spelen eigenlijk geen rol in het geheel,<br />

ze zijn afgebeeld bij <strong>de</strong> verjaardag <strong>van</strong> Lizzie en komen ver<strong>de</strong>r niet meer in het verhaal voor.<br />

72


4. Welke beeldvorming komt er uit <strong>de</strong> afbeeldingen <strong>naar</strong> voren?<br />

Omdat er in het stripverhaal alleen maar zwarte of kl<strong>eu</strong>rling hoofdpersonen voorkomen en het<br />

een voorlichtingstekst over HIV en AIDS is, wordt <strong>de</strong> indruk gewekt dat <strong>de</strong> problemen rondom<br />

HIV/AIDS alleen een probleem is <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte en kl<strong>eu</strong>rling bevolking.<br />

Ver<strong>de</strong>r wordt er ook nog een beeld gevormd over <strong>de</strong> verhoudingen tussen mannen en vrouwen.<br />

In hoofdstuk 1 wordt <strong>de</strong> vrouw meer<strong>de</strong>re malen beschuldigd voor het overdragen <strong>van</strong> HIV door<br />

<strong>de</strong> man.<br />

Rele<strong>van</strong>tie<br />

5. Zijn <strong>de</strong> afbeeldingen tekstrele<strong>van</strong>t?<br />

Als wordt gekeken <strong>naar</strong> hoofdstuk 1 <strong>van</strong> George’s Story kan wor<strong>de</strong>n gezegd dat <strong>de</strong> afbeeldingen<br />

over het algemeen tekst rele<strong>van</strong>t zijn. De schrijver heeft geprobeerd om <strong>de</strong> personages zo af te<br />

beel<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> tekst bij <strong>de</strong> emoties/gezichtsuitdrukkingen pas. Dit is bijvoorbeeld te zien in<br />

afbeelding 44, als George zich afvraagt of hij het HIV-virus <strong>van</strong> Than<strong>de</strong>ka heeft gekregen.<br />

Realiteit<br />

6. Zijn <strong>de</strong> afbeeldingen realistisch en geloofwaardig afgebeeld?<br />

De personages uit het verhaal zijn realistisch afgebeeld. Ze zijn zo getekend dat het lijkt alsof het<br />

echte mensen zijn. Wanneer <strong>naar</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen wordt gekeken, kunnen <strong>de</strong> personages in het<br />

dagelijks leven voorkomen.<br />

Bij- en on<strong>de</strong>rschriften<br />

7. Is er sprake <strong>van</strong> bijschriften/on<strong>de</strong>rschriften bij <strong>de</strong> afbeelding?<br />

In hoofdstuk een wor<strong>de</strong>n zeven on<strong>de</strong>rschriften gebruikt;<br />

One evening in a Soul City restaurant,<br />

A week later<br />

That evening<br />

Early next morning<br />

Two hours later at the AIDS centre in town<br />

That night en George thinks to himself.<br />

Deze on<strong>de</strong>rschriften wor<strong>de</strong>n gebruikt om dui<strong>de</strong>lijk te maken waar het verhaal zich afspeelt en <strong>op</strong><br />

wat voor moment.<br />

Er wor<strong>de</strong>n ook een paar bijschriften gebruikt, namelijk:<br />

Happy happy Lizzie<br />

73


Muzieknoten<br />

Bang<br />

Slam<br />

De bijschriften zijn klankaandui<strong>de</strong>n<strong>de</strong> of klanknabootsen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n en tekens.<br />

8. Zo ja, geeft het bijschrift/on<strong>de</strong>rschrift weer wat er wordt afgebeeld of wordt uitgedrukt?<br />

Er wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> bij- en on<strong>de</strong>rschriften en bij <strong>de</strong> meeste wordt dui<strong>de</strong>lijk weer<br />

gegeven wat er wordt afgebeeld of wat wordt uitgedrukt. Toch zou er verwarring kunnen<br />

ontstaan over het woord ‘SLAM’ (<strong>op</strong> pagina 3), wat <strong>de</strong> betekenis is <strong>van</strong> het woord.<br />

Kl<strong>eu</strong>r<br />

9. Wordt er gebruik gemaakt <strong>van</strong> kl<strong>eu</strong>r in <strong>de</strong> afbeeldingen om <strong>de</strong> aandacht te trekken en<br />

wordt er gebruik gemaakt <strong>van</strong> realistische kl<strong>eu</strong>ren?<br />

De kl<strong>eu</strong>ren in <strong>de</strong> afbeeldingen zijn allemaal natuurlijk, dat wil zeggen dat ze geen felle kl<strong>eu</strong>ren<br />

gebruiken of aparte kl<strong>eu</strong>ren die niet <strong>de</strong> werkelijkheid afbeel<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld mensen met blauwe<br />

gezichten).<br />

In het hele stripverhaal wordt gebruikt gemaakt <strong>van</strong> realistische kl<strong>eu</strong>ren. De schrijver heeft<br />

geprobeerd om <strong>de</strong> personages zo natuurlijk mogelijk af te beel<strong>de</strong>n en alle an<strong>de</strong>re kenmerken in <strong>de</strong><br />

afbeeldingen zijn zo waarheidsgetrouw mogelijk afgebeeld.<br />

Plaats<br />

10. Op welke plaats wordt <strong>de</strong> afbeelding gepresenteerd?<br />

Naast <strong>de</strong> tekst<br />

Boven <strong>de</strong> tekst<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst<br />

An<strong>de</strong>rs, namelijk……..<br />

In dit stripverhaal is er sprake <strong>van</strong> zogenaam<strong>de</strong> praatwolkjes, die in <strong>de</strong> afbeelding staan. Er is dus<br />

geen sprake <strong>van</strong> naast, boven of on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst. De praatwolkjes zijn dui<strong>de</strong>lijk afgebeeld in het<br />

ka<strong>de</strong>r waar ook <strong>de</strong> afbeelding zich bevindt.<br />

Tekstinhoud<br />

11. Is <strong>de</strong> tekst te begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

Omdat <strong>de</strong>ze voorlichtingstekst in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een stripverhaal wordt gepresenteerd is het<br />

moeilijk om <strong>de</strong> tekst te begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afbeeldingen. Een stripverhaal is zo gemaakt dat tekst<br />

74


en beeld niet goed zon<strong>de</strong>r elkaar te begrijpen zijn. De afbeeldingen in dit verhaal spelen zo’n<br />

grote rol dat het moeilijk is om het verhaal te begrijpen als alleen maar <strong>naar</strong> <strong>de</strong> tekst in <strong>de</strong><br />

praatballonnen wordt gekeken.<br />

12. Zijn <strong>de</strong> afbeeldingen te begrijpen zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tekst?<br />

In het stripverhaal zijn <strong>de</strong> afbeeldingen dominant aan <strong>de</strong> tekst. In het ka<strong>de</strong>r is er meer ruimte<br />

gevuld met afbeeldingen dan met tekst. In <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> vraag is uitgelegd dat een stripverhaal<br />

zo ontwikkeld is dat beeld en tekst niet zon<strong>de</strong>r elkaar te begrijpen zijn. Om die re<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong><br />

afbeeldingen ook zon<strong>de</strong>r tekst niet goed te begrijpen en is het moeilijk om het verhaal te<br />

begrijpen als er geen tekst bij staat.<br />

Beoogd effect <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen<br />

13. Wat is <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> afbeelding?<br />

Decoratief<br />

Representatief<br />

Organisatief<br />

Transformatief<br />

De afbeeldingen hebben een representatieve functie. De afbeeldingen representeren objecten en<br />

i<strong>de</strong>eën uit <strong>de</strong> tekst en vertellen hetzelf<strong>de</strong> verhaal als <strong>de</strong> tekst. Ver<strong>de</strong>r herhalen <strong>de</strong> afbeeldingen niet<br />

alleen <strong>de</strong> informatie in <strong>de</strong> tekst, maar ze zorgen er ook voor dat <strong>de</strong> tekst beter te begrijpen is.<br />

Omdat het een stripverhaal is, wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld <strong>de</strong> emoties <strong>op</strong> <strong>de</strong> gezichten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

personages zo afgebeeld dat ze bij <strong>de</strong> tekst horen. Op <strong>de</strong>ze manier kan <strong>de</strong> tekst beter begrepen<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Heb gebruik <strong>van</strong> afbeeldingen in combinatie met <strong>de</strong> tekst<br />

14. Instrueert <strong>de</strong> tekst dat <strong>de</strong> lezer <strong>de</strong> afbeeldingen moet gebruiken?<br />

In hoofdstuk een wordt niet expliciet gezegd dat <strong>de</strong> lezer <strong>de</strong> afbeeldingen moet gebruiken, maar<br />

omdat het in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een stripverhaal is, is het voor <strong>de</strong> lezer nagenoeg onmogelijk om niet<br />

<strong>naar</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen te kijken. En wordt er min of meer toch verwezen <strong>naar</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen,<br />

omdat <strong>de</strong> tekst mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> afbeelding staat en daardoor is het voor <strong>de</strong> lezer bijna onmogelijk<br />

om niet <strong>naar</strong> <strong>de</strong> afbeeldingen te kijken.<br />

75


15. Verdui<strong>de</strong>lijken <strong>de</strong> afbeeldingen <strong>de</strong> tekst?<br />

De afbeeldingen verdui<strong>de</strong>lijken <strong>de</strong> tekst die is weergeven. De personages uit het verhaal beel<strong>de</strong>n<br />

bepaal<strong>de</strong> emoties of gezichtsuitdrukkingen uit, die ook in <strong>de</strong> tekst wor<strong>de</strong>n weergeven. Doordat<br />

<strong>de</strong> personages iets uit beel<strong>de</strong>n, verdui<strong>de</strong>lijken zij <strong>de</strong> tekst.<br />

16. Welke betekenissen roepen tekst en beeld <strong>op</strong>?<br />

De afbeeldingen en tekst in hoofdstuk een roepen verschillen<strong>de</strong> betekenissen <strong>op</strong>. Ten eerste gaat<br />

het er om dat je niet ie<strong>de</strong>reen moet beschuldigen als je HIV-besmet bent, zoals George Lizzie<br />

beschuldigt. Ten twee<strong>de</strong> is het belangrijk dat je je laat testen als je <strong>de</strong>nkt dat je misschien besmet<br />

bent (Lizzie die een test doet) en <strong>de</strong> laatste betekenis is dat je eerlijk tegenover elkaar moet zijn<br />

(George die niet vertelt dat hij het virus misschien heeft <strong>op</strong>gel<strong>op</strong>en <strong>van</strong> Than<strong>de</strong>ka).<br />

17. Vullen tekst en beeld elkaar goed aan?<br />

Tekst en beeld vullen elkaar goed aan in hoofdstuk 1. In het stripverhaal vullen <strong>de</strong><br />

praatballonnetjes <strong>de</strong> afbeeldingen goed aan.<br />

Culturele gedragingen<br />

18. Wordt er gesproken over positieve gedragingen in <strong>de</strong> tekst?<br />

Er wordt niet expliciet gesproken over positieve gedragingen in het stripverhaal, maar er zijn een<br />

paar punten die impliceren dat het over positieve gedragingen uit het PEN-mo<strong>de</strong>l gaat. Allereerst<br />

in ka<strong>de</strong>r 11, als Khosi aan Lizzie vraagt wat <strong>de</strong> doktoren zeggen over George. Dit impliceert dat<br />

het raadzaam is om een dokter te bezoeken, wanneer iemand ziek is, in dit geval George. Ver<strong>de</strong>r<br />

is het nog een positieve gedraging als Lizzie <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kliniek gaat om informatie over HIV in te<br />

winnen en om een HIV-test te gaan doen. Dit wordt dui<strong>de</strong>lijk in ka<strong>de</strong>r 30. Tot slot zegt <strong>de</strong> zuster<br />

in ka<strong>de</strong>r 33, dat je altijd een condoom moet gebruiken wanneer je seks met iemand hebt. Dit<br />

duidt ook <strong>op</strong> een positieve gedraging. De bovengenoem<strong>de</strong> punten laten zien dat <strong>de</strong>ze<br />

gedragingen gestimuleerd moeten wor<strong>de</strong>n, omdat het <strong>op</strong> die manieren mogelijk is om HIV of<br />

AIDS eventueel te voorkomen.<br />

19. Wor<strong>de</strong>n er positieve gedragingen afgebeeld in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

Aan <strong>de</strong> afbeeldingen is niet goed te zien of er sprake is <strong>van</strong> positieve gedragingen. Deze komen<br />

vooral tot uiting in <strong>de</strong> tekst. In ka<strong>de</strong>r 33 zegt <strong>de</strong> zuster dat je altijd een condoom moet gebruiken<br />

wanneer je seks hebt, maar aan <strong>de</strong> afbeelding is dit niet te zien. Ze heeft geen condoom in haar<br />

hand om het te visualiseren.<br />

76


20. Wordt er gesproken over exotische gedragingen in <strong>de</strong> tekst?<br />

In <strong>de</strong> tekst wordt niet gesproken over exotische gedragingen.<br />

21. Wor<strong>de</strong>n er exotische gedragingen afgebeeld in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

Er wor<strong>de</strong>n geen exotische gedragingen afgebeeld.<br />

22. Wordt er gesproken over negatieve gedragingen in <strong>de</strong> tekst?<br />

De negatieve gedragingen komen vooral tot uiting in <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs waar George boos <strong>op</strong> Lizzie<br />

wordt, omdat zij volgens haar het HIV-virus heeft overgedragen aan George. In <strong>de</strong> tekst is dat te<br />

lezen in ka<strong>de</strong>r 21, 22, 24 en 38. In die ka<strong>de</strong>rs wordt Lizzie beschuldigd door George.<br />

23. Wor<strong>de</strong>n er negatieve gedragingen afgebeeld in <strong>de</strong> afbeeldingen?<br />

De negatieve gedragingen zijn iets dui<strong>de</strong>lijker in <strong>de</strong> afbeeldingen dan <strong>de</strong> positieve gedragingen.<br />

De emotie <strong>op</strong> het gezicht <strong>van</strong> George in ka<strong>de</strong>r 22 impliceert dui<strong>de</strong>lijk dat hij boos is, maar<br />

zon<strong>de</strong>r te tekst blijft het wel moeilijk te weten waarover hij boos is. Eigenlijk blijkt ook hier dat<br />

<strong>de</strong> negatieve gedragingen het dui<strong>de</strong>lijkst zijn in <strong>de</strong> tekst en niet in <strong>de</strong> afbeeldingen.<br />

77


Bijlage 4 Stripverhaal gebruikt voor het experiment<br />

78


Bijlage 5 Vragenlijst experiment<br />

Introduction<br />

Thank you for helping with this experiment. For the purpose of this experiment you will be<br />

asked to complete the following questionnaire. The first part of the questionnaire focuses on<br />

more general information and the second part on a comic strip. All the information that you<br />

provi<strong>de</strong> will be handled with great care and will be treated confi<strong>de</strong>ntially. Please fill in all the<br />

questions and specify every question. It is not about what is right or wrong, it is rather to gather<br />

information about the way in which you can, if at all, relate to the comic strip.<br />

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------<br />

First part general information<br />

1. Where were you<br />

born?……………………………………………………………………………………..<br />

2. What is your date of<br />

birth?……………………………………………………………………….…………….<br />

3. Where do you<br />

live?……………………………………………………………………………….……...<br />

4. To which cultural group do you belong?<br />

White<br />

Black<br />

Coloured<br />

Other,<br />

specify………………………………………………………………………………………<br />

5. Which language did you learn as a<br />

child?…………………………………………………………………………………….<br />

6. Do you speak or un<strong>de</strong>rstand any other<br />

languages?………………………………………………………………………………..<br />

If so, which<br />

one(s)?……………………………………………………………………………….<br />

How well do you speak or un<strong>de</strong>rstand<br />

them?…………………………………………………………………………………<br />

How did you learn that/those<br />

language(s)?…………………………………………………………………………<br />

84


7. Which language do you speak at<br />

home?……………………………………………………………………………………<br />

8. Which language do you prefer<br />

speaking?…………………………………………………………………………………<br />

9. Which language do you speak<br />

best?……………………………………………………………………………………<br />

The purpose of the following part of the questionnaire is to help you think about the extent to<br />

which you i<strong>de</strong>ntify with being a member of your particular culture. Respond to each statement by<br />

indicating the <strong>de</strong>gree to which that specific statement is true regarding the way you typically think<br />

about yourself. In other words, when you think about yourself, is the statement:<br />

Always false > answer 1<br />

Mostly false > answer 2<br />

Sometimes true and sometimes false > answer 3<br />

Mostly true > answer 4<br />

Always true > answer 5<br />

1. Being a member of my culture is important to me ……<br />

2. Thinking about myself as a member of my culture is not central to how I <strong>de</strong>fine myself ……<br />

3. I have a positive view of my culture ……<br />

4. I rarely think about being a member of my culture……<br />

5. Being a member of my culture plays a large role in my life ……<br />

6. It does not bother me if others do not recognise me as a member of my culture ……<br />

7. I enjoy being a member of my culture ……<br />

8. I rarely choose to express my culture in the way I communicate ……<br />

9. I like the things that make me a member of my culture and different from pe<strong>op</strong>le in other<br />

cultures ……<br />

10. If I were born again, I would want to be born as a member of a different culture ……<br />

85


Respond to the following questions by indicating the <strong>de</strong>gree to which the values reflected in each<br />

phrase are important to you:<br />

Opposed to my values > answer 1<br />

Not important to me > answer 2<br />

Somewhat important to me > answer 3<br />

Important to me > answer 4<br />

Very important to me > answer 5<br />

11. Obtaining pleasure or sensuous gratification ……<br />

12. Preserving the welfare of others ……<br />

13. Being successful by <strong>de</strong>monstrating my individual competency ……<br />

14. Restraining my behaviour if it is going to harm others ……<br />

15. Being in<strong>de</strong>pen<strong>de</strong>nt in thought and action ……<br />

16. Having safety and stability for pe<strong>op</strong>le with the same cultural orientation as I have ……<br />

17. Obtaining status and prestige ……<br />

18. Having harmony in my relations with others ……<br />

19. Having an exciting and challenging life ……<br />

20. Accepting cultural and religious traditions ……<br />

21. Being recognised for my individual work ……<br />

22. Avoiding the violation of social norms ……<br />

23. Leading a comfortable life ……<br />

24. Living in a stable society ……<br />

25. being logical in my approach to work ……<br />

26. being polite to others ……<br />

27. being ambitious ……<br />

28. being self-controlled ……<br />

29. being able to choose what I do ……<br />

30. enhancing to welfare of others ……<br />

86


Second part: questions about the brochure<br />

The following part of the questionnaire is about a part of the brochure, entitled George’s Story.<br />

Please read the strip to answer the following questions.<br />

1. Now that you have read the first chapter of the strip, George’s Story, what does it tell you?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

2. Is this a true story? Why do you think so?.<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

3. This question refers to pictures 8 to 13 (page 2). Do you think that it is all right if Lizzie<br />

talks to other pe<strong>op</strong>le about George? Why do you think so?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

4. This question refers to pictures 30 to 36 (p. 4). Do you think that it is a good i<strong>de</strong>a that Lizzie<br />

went to the clinic to ask for more information about an HIV test? Why do you say this?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

87


…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

5. Who are the characters which you see in picture 21?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

6. Can you tell me what kind of pe<strong>op</strong>le they are in picture 21? What do you base your<br />

impression on?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

7. What kind of meaning has the sound imitation SLAM in picture 25?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

8. Can you tell me why George's words in picture 38 are printed in bold but the words spoken<br />

by Lizzie not?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

88


…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

9. Can you explain the difference between the speech bubbles in pictures 27 and 29?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

10. Can you <strong>de</strong>scribe the facial expression of George in pictures 22 and 44?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

11. This question refers to pictures 20 to 24. Why is George angry with Lizzie? From what do<br />

you gather this?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

12. Do you think Lizzie's facial expression in picture 10 goes well with the text? Can you also<br />

explain why you think so?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

89


…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

13. What do you think is the meaning of picture 25?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

14. Do you think it is a good thing that the main characters in the story are black and coloured<br />

pe<strong>op</strong>le? Why do you think so?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

15. Do you think it will be better if the brochure is also available in other languages?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

90


16. Would you rather have no pictures and just writing?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

17. Do the pictures tell you enough about HIV and AIDS so that you do not have to look at the<br />

tekst to know what it is about?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………<br />

18. What do you think about HIV and AIDS in general?<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………..<br />

91


Bijlage 6 Verantwoording categorieën<br />

VRAAG Antwoord 1 Antwoord 2 Antwoord 3 Antwoord 4 Antwoord 5 Antwoord 6 An<strong>de</strong>rs<br />

Vraag 1<br />

Vraag 2<br />

Vraag 3<br />

Vraag 4<br />

Vraag 5<br />

Vraag 6<br />

Vraag 7<br />

Vraag 8<br />

Vraag 9<br />

Vraag 10<br />

Vraag 11<br />

Vraag 12<br />

Vraag 13<br />

Vraag 14<br />

Vraag 15<br />

Vraag 16<br />

Vraag 17<br />

Vraag 18<br />

92


Bijlage 7 Categorieën <strong>op</strong>en vragen experiment<br />

Vraag 1 Now that you have read the first chapter of the strip George’s Story, what does it tell you?<br />

• Men is niet <strong>op</strong> <strong>de</strong> hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevaren <strong>van</strong> Aids.<br />

• Veel wisselen<strong>de</strong> contacten kan lei<strong>de</strong>n tot HIV/Aids.<br />

• Je kunt Aids krijgen <strong>van</strong> iemand die er gezond uitziet.<br />

• Veel mensen beschuldigen an<strong>de</strong>ren voor hun eigen fouten.<br />

• George geeft Lizzie <strong>de</strong> schuld <strong>van</strong> alles.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

Vraag 2 Is this a true story? Why do you think so?<br />

• Veel relaties zijn al kapot gegaan door HIV/Aids.<br />

• Het negeren <strong>van</strong> Aids is een veel voorkomend probleem.<br />

• Aids is een probleem dat niet te overzien is.<br />

• Het is niet echt geb<strong>eu</strong>rd, maar wel erg realistisch.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 3 Do you think it’s all right if Lizzie talks to other pe<strong>op</strong>le about George? Why do you think so?<br />

• Het is een probleem <strong>van</strong> George en Lizzie samen, dus moeten ze het samen <strong>op</strong>lossen.<br />

• Ze probeert hem te helpen.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 4 Do you think it’s a good i<strong>de</strong>a that Lizzie went to the clinic to ask for more information about an HIV<br />

test? Why do you say this?<br />

• Je kunt nooit genoeg weten over HIV/Aids.<br />

• Lizzie moet meer informatie over HIV/Aids verzamelen.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 5 Who are the characters which you see in picture 21?<br />

• George en Lizzie.<br />

93


• Geen motivatie.<br />

Vraag 6 Can you tell me more about picture 21? What are the characters feeling, experience, etc.<br />

at that moment?<br />

• Lizzie is bezorgd om George, George is boos en gefrustreerd.<br />

• Lizzie is zenuwachtig en George is boos.<br />

• Geen motivatie.<br />

What do you base your impression on?<br />

• Door <strong>de</strong> leestekens en gezichtsuitdrukkingen.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 7 What kind of meaning does the sound imitation SLAM have in picture 25?<br />

• Frustratie en woe<strong>de</strong>.<br />

• George slaat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur hard dicht.<br />

• Boosheid.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 8 Can you tell me whe George’s words in picture 38 are printed in bold but the words spoken by Lizzie<br />

not?<br />

• George is boos en praat hard.<br />

• De tekst <strong>van</strong> George is belangrijk<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 9 Can you explain the difference between the speech bubbles in picture 27 and 29?<br />

• Denken en praten.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 10 Can you <strong>de</strong>scribe the facial expression of George in picture 22 and 44?<br />

• Boos en geschokt.<br />

• Boos en onzekerheid en angst.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 11 Why is George angry with Lizzie? From what do you gather this?<br />

94


• George <strong>de</strong>nkt dat Lizzie hem heeft besmet met het HIV-virus.<br />

• George is boos omdat hij niet weet wat er is geb<strong>eu</strong>rd.<br />

• George vindt dat Lizzie <strong>de</strong> schuld is <strong>van</strong> alles.<br />

• An<strong>de</strong>rs<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 12 Do you think Lizzie’s facial expression in picture 10 goes well with the text? Can you also explain<br />

why you think so?<br />

• Gezichtsuitdrukking <strong>van</strong> Lizzie.<br />

• Ze kijkt meer met afschuw dan bezorgd.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 13 What do you think is the meaning of picture 25?<br />

• George wil <strong>de</strong> relatie beëindigen.<br />

• George toont zijn woe<strong>de</strong> aan Lizzie.<br />

• Lizzie is geschrokken en weet niet wat ze moet doen.<br />

• Lizzie is bang dat George <strong>de</strong> relatie wil beeindigen.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 14 Do you think it is a good i<strong>de</strong>a that main characters in the story are black and coloured pe<strong>op</strong>le? Why do<br />

you think so?<br />

• Aids is een groter probleem on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zwarte en kl<strong>eu</strong>rling bevolking.<br />

• Aids heeft geen voork<strong>eu</strong>r voor een bepaal<strong>de</strong> huidskl<strong>eu</strong>r.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 15 Do you think it will be better if the brochure is also available in other languages.<br />

• Ie<strong>de</strong>reen moet <strong>de</strong> brochure in zijn eigen taal kunnen lezen.<br />

• Engels representeert het grootste ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevolking.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 16 Would you rather have no pictures and just writing?<br />

95


• Het is beter te begrijpen.<br />

• Gemakkelijker om je te verplaatsen in <strong>de</strong> personages.<br />

• Het is realistischer en interessanter.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 17 Do the pictures tell you enough about HIV and Aids so that you do not have to look at the text to<br />

know what it is about?<br />

• Afbeeldingen zijn ook zon<strong>de</strong>r tekst te gebruiken.<br />

• Het zegt niets over <strong>de</strong> gevaren <strong>van</strong> HIV en Aids.<br />

• Het kan ook over een an<strong>de</strong>re ziekte gaan.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

Vraag 18 What do you think about HIV and Aids in general?<br />

• Het ruïneert veel levens.<br />

• Goe<strong>de</strong> educatie is belangrijk.<br />

• Survival of the fittest.<br />

• Aids is een groot probleem.<br />

• An<strong>de</strong>rs.<br />

• Geen motivatie.<br />

96


Bijlage 8 Tabellen culturele groep en <strong>op</strong>en vragen<br />

Why?<br />

Total<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

veel relaties zijn al kapot<br />

gegaan door HIV/AIDS<br />

het negeren <strong>van</strong><br />

HIV/AIDS is een veel<br />

voorkomend probleem<br />

het is niet echt geb<strong>eu</strong>rd<br />

maar erg realistisch<br />

Count<br />

Expected Count<br />

Vraag 2 Why do you think it’s a true story?<br />

It's all right that Lizzie<br />

goes to the clinic to<br />

ask more information<br />

about HIV/AIDS?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

97<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

0 1 4 5<br />

1,8 1,4 1,8 5,0<br />

,0% 5,3% 16,7% 7,4%<br />

2 3 2 7<br />

2,6 2,0 2,5 7,0<br />

8,0% 15,8% 8,3% 10,3%<br />

16 13 14 43<br />

15,8 12,0 15,2 43,0<br />

64,0% 68,4% 58,3% 63,2%<br />

7 2 4 13<br />

4,8 3,6 4,6 13,0<br />

28,0% 10,5% 16,7% 19,1%<br />

25 19 24 68<br />

25,0 19,0 24,0 68,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

25 19 25 69<br />

24,3 20,4 24,3 69,0<br />

100,0% 90,5% 100,0% 97,2%<br />

0 2 0 2<br />

,7 ,6 ,7 2,0<br />

,0% 9,5% ,0% 2,8%<br />

25 21 25 71<br />

25,0 21,0 25,0 71,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Vraag 4a Do you think it’s a good i<strong>de</strong>a that Lizzie went to the clinic to ask more information<br />

about HIV and Aids.


Why?<br />

Total<br />

je kunt nooit te veel<br />

weten over HIV/AIDS<br />

2<br />

Vraag 4b Why?<br />

Who are the characters<br />

in picture 21?<br />

Total<br />

Count<br />

Expected Count<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

George en Lizzie<br />

Vraag 5 Who are the characters in picture 21?<br />

98<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

21 17 20 58<br />

20,7 16,6 20,7 58,0<br />

84,0% 85,0% 80,0% 82,9%<br />

4 3 5 12<br />

4,3 3,4 4,3 12,0<br />

16,0% 15,0% 20,0% 17,1%<br />

25 20 25 70<br />

25,0 20,0 25,0 70,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

25 19 25 69<br />

25,0 19,0 25,0 69,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

25 19 25 69<br />

25,0 19,0 25,0 69,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


Can you<br />

tell more<br />

about<br />

picture<br />

21?<br />

Total<br />

Lizzie is bezorgd om<br />

George, George is<br />

boos, gefrustreerd<br />

Lizzie is zenuwachtig en<br />

bang, George is boos<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Count<br />

Expected Count<br />

Vraag 6a Can you tell me more about picture 21?<br />

How?<br />

Total<br />

Vraag 6b How?<br />

Door <strong>de</strong> leestekens en<br />

gezichtsuitdrukkingen<br />

99<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

16 13 21 50<br />

17,4 15,3 17,4 50,0<br />

64,0% 59,1% 84,0% 69,4%<br />

5 5 1 11<br />

3,8 3,4 3,8 11,0<br />

20,0% 22,7% 4,0% 15,3%<br />

4 4 3 11<br />

3,8 3,4 3,8 11,0<br />

16,0% 18,2% 12,0% 15,3%<br />

25 22 25 72<br />

25,0 22,0 25,0 72,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

20 6 9 35<br />

20,0 6,0 9,0 35,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

20 6 9 35<br />

20,0 6,0 9,0 35,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


What is the<br />

difference between<br />

the speech bubbles<br />

in picture 27 and 29?<br />

Total<br />

27=<strong>de</strong>nken en 29=praten<br />

100<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

25 16 25 66<br />

25,0 16,0 25,0 66,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

25 16 25 66<br />

25,0 16,0 25,0 66,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Vraag 9 Can you explain the difference between the speech bubbles in picture 27 and 29?<br />

What's the facial<br />

expression of George<br />

in picture 22 and 44?<br />

Total<br />

22=boos en 44=geschokt<br />

22=boos en<br />

44=onzekerheid en angst<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Vraag 10 Can you <strong>de</strong>scribe the facial expression of George in picture 22 and 44?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

13 6 20 39<br />

14,8 9,5 14,8 39,0<br />

52,0% 37,5% 80,0% 59,1%<br />

7 7 4 18<br />

6,8 4,4 6,8 18,0<br />

28,0% 43,8% 16,0% 27,3%<br />

5 3 1 9<br />

3,4 2,2 3,4 9,0<br />

20,0% 18,8% 4,0% 13,6%<br />

25 16 25 66<br />

25,0 16,0 25,0 66,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


Why is<br />

George<br />

angry with<br />

Lizzie?<br />

Total<br />

George <strong>de</strong>nkt dat Lizzie<br />

hem HIV heeft gegeven<br />

Hij is boos omdat hij niet<br />

weet wat er is geb<strong>eu</strong>rd<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Vraag 11a Why is George angry with Lizzie?<br />

How?<br />

Total<br />

Vraag 11b How?<br />

gezichtsuidrukking<br />

<strong>van</strong> George<br />

door zijn woor<strong>de</strong>n<br />

Count<br />

Expected Count<br />

101<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

22 17 24 63<br />

22,2 18,6 22,2 63,0<br />

88,0% 81,0% 96,0% 88,7%<br />

2 2 1 5<br />

1,8 1,5 1,8 5,0<br />

8,0% 9,5% 4,0% 7,0%<br />

1 2 0 3<br />

1,1 ,9 1,1 3,0<br />

4,0% 9,5% ,0% 4,2%<br />

25 21 25 71<br />

25,0 21,0 25,0 71,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

13 5 8 26<br />

12,4 7,3 6,2 26,0<br />

59,1% 38,5% 72,7% 56,5%<br />

9 8 3 20<br />

9,6 5,7 4,8 20,0<br />

40,9% 61,5% 27,3% 43,5%<br />

22 13 11 46<br />

22,0 13,0 11,0 46,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


How?<br />

Total<br />

gezichtsuitdrukking<br />

<strong>van</strong> Lizzie<br />

ze kijkt meer met<br />

afschuw dan bezorgd<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Vraag 12b How?<br />

What is<br />

the<br />

meaning<br />

of picture<br />

25?<br />

Total<br />

George wil <strong>de</strong> relatie<br />

beindigen<br />

George toont zijn<br />

woe<strong>de</strong> aan Lizzie<br />

Lizzie is geschrokken<br />

en weet niet wat ze<br />

moet doen<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Count<br />

Expected Count<br />

102<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

Vraag 13 What is the meaning of picture 25?<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

19 7 16 42<br />

16,9 10,2 14,9 42,0<br />

76,0% 46,7% 72,7% 67,7%<br />

5 5 3 13<br />

5,2 3,1 4,6 13,0<br />

20,0% 33,3% 13,6% 21,0%<br />

1 3 3 7<br />

2,8 1,7 2,5 7,0<br />

4,0% 20,0% 13,6% 11,3%<br />

25 15 22 62<br />

25,0 15,0 22,0 62,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

1 2 7 10<br />

3,5 3,0 3,5 10,0<br />

4,0% 9,5% 28,0% 14,1%<br />

9 9 10 28<br />

9,9 8,3 9,9 28,0<br />

36,0% 42,9% 40,0% 39,4%<br />

10 8 6 24<br />

8,5 7,1 8,5 24,0<br />

40,0% 38,1% 24,0% 33,8%<br />

5 2 2 9<br />

3,2 2,7 3,2 9,0<br />

20,0% 9,5% 8,0% 12,7%<br />

25 21 25 71<br />

25,0 21,0 25,0 71,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


It's good that all the<br />

characters are black<br />

and coloured?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

Count<br />

Expected Count<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

103<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

12 5 12 29<br />

10,2 8,6 10,2 29,0<br />

48,0% 23,8% 48,0% 40,8%<br />

13 16 13 42<br />

14,8 12,4 14,8 42,0<br />

52,0% 76,2% 52,0% 59,2%<br />

25 21 25 71<br />

25,0 21,0 25,0 71,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Vraag 14a Do you think that it is good, that all the main charachters in the story are black and<br />

coloured pe<strong>op</strong>le?<br />

Why?<br />

Total<br />

Aids is een groter<br />

probleem on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

zwarte en kl<strong>eu</strong>rlingen<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Vraag 14b Why?<br />

Aids heeft geen<br />

voork<strong>eu</strong>r voor een<br />

bepaal<strong>de</strong> huidskl<strong>eu</strong>r<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

8 3 9 20<br />

7,2 5,5 7,2 20,0<br />

32,0% 15,8% 36,0% 29,0%<br />

4 1 4 9<br />

3,3 2,5 3,3 9,0<br />

16,0% 5,3% 16,0% 13,0%<br />

13 15 12 40<br />

14,5 11,0 14,5 40,0<br />

52,0% 78,9% 48,0% 58,0%<br />

25 19 25 69<br />

25,0 19,0 25,0 69,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


Do you think it will be<br />

better if the brochure<br />

is also available in<br />

other languages?<br />

Total<br />

ja<br />

nee<br />

Count<br />

Expected Count<br />

Crosstab<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

104<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

25 19 24 68<br />

24,6 18,7 24,6 68,0<br />

100,0% 100,0% 96,0% 98,6%<br />

0 0 1 1<br />

,4 ,3 ,4 1,0<br />

,0% ,0% 4,0% 1,4%<br />

25 19 25 69<br />

25,0 19,0 25,0 69,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

Vraag 15 Do you think it will be better if the brochure is also available in other languages?<br />

Why?<br />

Total<br />

het is beter te begrijpen<br />

gemakkelijker om je te<br />

verplaatsten in <strong>de</strong><br />

personages<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Vraag 16b Why?<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

7 3 4 14<br />

5,6 3,6 4,8 14,0<br />

31,8% 21,4% 21,1% 25,5%<br />

11 6 13 30<br />

12,0 7,6 10,4 30,0<br />

50,0% 42,9% 68,4% 54,5%<br />

4 5 2 11<br />

4,4 2,8 3,8 11,0<br />

18,2% 35,7% 10,5% 20,0%<br />

22 14 19 55<br />

22,0 14,0 19,0 55,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


Why?<br />

Total<br />

afbeeldingen zijn ook<br />

zon<strong>de</strong>r tekst te begrijpen<br />

het zegt niets over <strong>de</strong><br />

gevaren <strong>van</strong> HIV/AIDS<br />

het kan ook over een<br />

an<strong>de</strong>re ziekte gaan<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

Vraag 17b Why?<br />

What do you think<br />

about HIV and AIDS<br />

in general?<br />

Total<br />

Count<br />

het ruineert veel levens<br />

educatie is erg belangrijk<br />

an<strong>de</strong>rs<br />

105<br />

Crosstab<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Crosstab<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Count<br />

Expected Count<br />

% within To which cultural<br />

group do you belong?<br />

Vraag 18 What do you think about HIV and Aids in general?<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

8 4 7 19<br />

8,7 4,2 6,1 19,0<br />

34,8% 36,4% 43,8% 38,0%<br />

4 0 0 4<br />

1,8 ,9 1,3 4,0<br />

17,4% ,0% ,0% 8,0%<br />

6 4 7 17<br />

7,8 3,7 5,4 17,0<br />

26,1% 36,4% 43,8% 34,0%<br />

5 3 2 10<br />

4,6 2,2 3,2 10,0<br />

21,7% 27,3% 12,5% 20,0%<br />

23 11 16 50<br />

23,0 11,0 16,0 50,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%<br />

To which cultural group do you<br />

belong?<br />

white black coloured Total<br />

5 4 5 14<br />

5,3 3,7 5,0 14,0<br />

21,7% 25,0% 22,7% 23,0%<br />

14 9 15 38<br />

14,3 10,0 13,7 38,0<br />

60,9% 56,3% 68,2% 62,3%<br />

4 3 2 9<br />

3,4 2,4 3,2 9,0<br />

17,4% 18,8% 9,1% 14,8%<br />

23 16 22 61<br />

23,0 16,0 22,0 61,0<br />

100,0% 100,0% 100,0% 100,0%


Bijlage 9 Uitvoertabel individualisme/collectivisme<br />

Individualisme<br />

Vraag F df1 df2 Sig.<br />

1 0.58 3 69 0.63<br />

2a 0.12 1 73 0.72<br />

2b 1.08 3 64 0.361<br />

3a 3.82 1 72 0.08<br />

3b 0.80 1 44 0.74<br />

4a 0.16 1 69 0.70<br />

4b 0.38 1 68 0.54<br />

5 X X X X<br />

6 0.65 2 69 0.52<br />

7 5.86 1 69 0.18<br />

8 1.14 1 69 0.28<br />

9 X X X X<br />

10 0.42 2 63 0.66<br />

11a 2.55 2 68 0.85<br />

11b 0.80 1 44 0.37<br />

12a 0.12 1 67 0.94<br />

13a 0.34 3 67 0.79<br />

14a 0.09 1 69 0.76<br />

14b 0.47 2 66 0.62<br />

15a 1.48 1 67 0.22<br />

15b 1.04 1 62 0.31<br />

16a 2.43 1 65 0.12<br />

16b 0.06 2 52 0.94<br />

17a 4.561 1 67 0.036<br />

17b 1.28 3 46 0.29<br />

18 2.98 2 58 0.58<br />

106


Collectivisme<br />

Vraag F df1 df2 Sig.<br />

1 0.51 3 69 0.67<br />

2a 2.50 1 73 0.11<br />

2b 1.35 3 64 0.26<br />

3a 0.19 1 72 0.65<br />

3b 0.30 1 70 0.58<br />

4a 0.02 1 69 0.87<br />

4b 1.69 1 68 0.19<br />

5 X X X X<br />

6 0.12 2 69 0.883<br />

7 5.33 1 69 0.53<br />

8 0.39 1 69 0.53<br />

9 X X X X<br />

10 0.25 2 63 0.78<br />

11a 1.02 2 68 0.366<br />

11b 0.59 1 44 0.40<br />

12a 3.78 1 67 0.056<br />

13 1.37 3 67 0.26<br />

14a 0.43 1 69 0.51<br />

14b 0.35 2 66 0.70<br />

15a 1.73 1 67 0.19<br />

15b 5.07 1 62 0.28<br />

16a 0.93 1 65 0.33<br />

16b 1.21 2 52 0.30<br />

17a 5.494 1 67 0.02<br />

17b 0.853 3 46 0.47<br />

18 2.64 1 58 0.67<br />

107


Bijlage 10 Uitvoer sterkte culturele i<strong>de</strong>ntiteit<br />

Vraag F df1 df2 Sig.<br />

1 2.25 4 70 0.007<br />

2a 0.01 1 73 0.92<br />

2b 0.49 3 64 0.70<br />

3a 3.77 1 72 0.11<br />

3b 0.30 1 70 0.67<br />

4a 2.32 1 69 0.13<br />

4b 0.023 1 68 0.88<br />

5 X X X X<br />

6a 2.23 2 69 0.16<br />

6b 2.58 1 71 0.58<br />

7 0.01 1 69 0.94<br />

8 1.88 1 69 0.18<br />

9 X X X X<br />

10 0.5 2 63 0.61<br />

11a 1.85 2 68 0.17<br />

11b 10.03 1 44 0.87<br />

12a 0.12 1 67 0.73<br />

12b 0.77 2 59 0.47<br />

13 2.55 3 67 0.63<br />

14a 0.48 1 69 0.49<br />

14b 0.58 2 66 0.56<br />

15a 1.64 1 67 0.21<br />

15b 0.22 1 62 0.64<br />

16a 0.01 1 65 0.96<br />

16b 0.89 2 52 0.42<br />

17a 1.14 1 67 0.29<br />

17b 1.28 1 46 0.29<br />

18 0.27 2 58 0.81<br />

108

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!