Oefeningen Argumentatieanalyse
Oefeningen Argumentatieanalyse
Oefeningen Argumentatieanalyse
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong><br />
Oefening 1<br />
Ga na of er in de volgende alinea’s geargumenteerd wordt of niet. Zo ja, wat is het standpunt<br />
dat aannemelijk wordt gemaakt en wat is het argument of zijn de argumenten?<br />
a. Het kamertekort in Nijmegen rijst nu echt de pan uit. Duizenden studenten zitten<br />
immers noodgedwongen dagelijks meer dan 2 uur in de trein. Reistijden van meer dan<br />
drie uur zijn geen uitzondering meer.<br />
b. Kleine gezellige kroegjes dreigen over de kop te gaan door het rookverbod. Volgens mij<br />
kan de minister het rookverbod voor kroegen kleiner dan 60 m2 beter opheffen.<br />
c. Gelukkig beseffen steeds meer mensen dat roken ongezond is, niet alleen voor de<br />
rokers zelf, maar ook voor de omgeving. Het rookverbod in de HORECA zorgt natuurlijk<br />
wel voor veel commotie, maar dat zijn ontwenningsverschijnselen, van zowel rokers als<br />
kroegbazen.<br />
d. Wanneer je het rookverbod voor kleine kroegen ongedaan maakt, zal het aantal kleine<br />
kroegen binnen de kortste keren explosief stijgen. Willen we dat? Ik denk dat op die<br />
manier het mogelijke gezondheidseffect van het rookverbod weer teniet wordt gedaan.<br />
Oefening 2<br />
Maak van de argumentatie in de volgende alinea’s een analyse volgens het model van Toulmin.<br />
Wat is het verdedigde standpunt S? Wat zijn de gegevens G? Is er een rechtvaardiging R of<br />
een ondersteuning O aan te wijzen? Welke zinnen zijn dat?<br />
a. Joris is een student van het mannelijke geslacht. Hij gebruikt dus waarschijnlijk zijn<br />
wasbak voor een daad waarvoor dat ding niet bestemd is. In de Metro stond namelijk<br />
onlangs dat 85 % van de mannelijke studenten in Nederland zijn wasbak regelmatig als<br />
urinoir gebruikt.<br />
b. Volgens gedragspsychologen kun je alleen aan concreet gedrag zien hoe het met<br />
normen en waarden is gesteld. Nu valt het mij de laatste tijd in de bus en de trein op dat<br />
niemand meer opstaat als er een oudere dame of heer instapt. Hoffelijkheid zit kennelijk<br />
niet meer in ons normen- en waardenpakket.<br />
c. Als het aantal files tijdens de ochtendspits nog verder toeneemt, zullen steeds meer<br />
mensen voor het woon-werkverkeer naar de trein overstappen. De NS doet er daarom<br />
verstandig aan de capaciteit op het spoor (het aantal treinen èn het aantal ritten) flink uit<br />
te breiden.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 1
d. Wanneer het wegennet niet fors wordt uitgebreid, zal Nederland zijn positie als<br />
aantrekkelijk distributieland verliezen. Alle reden om voortvarend op te treden en het<br />
aantal knelpunten op de Nederlandse wegen snel aan te pakken met meer asfalt.<br />
Oefening 3<br />
Maak een analyse volgens het Toulmin-model van de volgende passages. Ga na of er sprake is<br />
van afhankelijke, onafhankelijke en/of ketenargumentatie.<br />
a. Volgens de statistieken ergeren Nederlanders zich in de zomermaanden met name aan<br />
de geluidsoverlast afkomstig uit naburige tuinen. Bovendien beginnen de meeste<br />
burenruzies met als directe aanleiding de begroeiing van de erfscheiding. Achtertuinen<br />
kunnen dus het beste zo min mogelijk aan elkaar grenzen. Er moeten daarom veel<br />
meer geschakelde woningen worden gebouwd.<br />
b. Huisdieren voelen zich op het platteland veel plezieriger dan in de stad. Op het<br />
platteland krijgen dieren vaak de ruimte die ze nodig hebben. In de stad hebben ze veel<br />
te weinig bewegingsvrijheid.<br />
c. Jongeren die klaar zijn met hun middelbare school zouden verplicht een bijdrage<br />
moeten leveren aan de maatschappij door bijvoorbeeld te helpen in verzorgingshuizen<br />
of in de gezondheidszorg. Hierdoor is de kans groot dat meer mensen daarna de<br />
verzorging ingaan, waardoor het personeelstekort wordt opgelost. Het is ook goed voor<br />
de ontwikkeling van de jongeren. Ze leren meer over de wereld en zichzelf, voordat ze<br />
de keuze voor een vervolgopleiding moeten maken.<br />
d. In elke wetenschappelijke opleiding moet ruimte worden vrijgemaakt voor het goed<br />
leren beheersen van het Engels. In het vwo bereiken de leerlingen tegenwoordig niet<br />
meer het juiste niveau. In het vervolgonderwijs kunnen ze daardoor studieboeken en<br />
artikelen in het Engels niet goed meer aan. Bovendien is er eigenlijk nauwelijks meer<br />
een beroep op academisch niveau denkbaar waarin talenkennis geen rol speelt.<br />
Oefening 4<br />
Maak een Toulmin-analyse van de volgende passages en ga vervolgens na wat daarin de<br />
zwakste schakel is: de gegevens, de rechtvaardiging of de volledigheid van de argumentatie.<br />
a. Natuurlijk is er behoefte aan nieuwe kerncentrales in Nederland. Als we ons niet nog<br />
meer afhankelijk willen maken van olie-import uit het Midden-Oosten en gasimport uit<br />
Rusland, is kernenergie een zeer reële optie.<br />
b. In alle landen om ons heen vinden bevallingen in de regel in een ziekenhuis plaats.<br />
Alleen in Nederland zijn we zo eigenwijs dat we bevallingen bij voorkeur thuis laten<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 2
plaats vinden, met alle risico’s van dien. Het wordt hoog tijd om aan die<br />
levensgevaarlijke praktijk een einde te maken.<br />
c. Het zou goed zijn als Nederland meer ontwikkelingssteun zou verstrekken aan<br />
Indonesië. Per slot van rekening hebben wij eeuwenlang onze welvaart vooral<br />
verkregen door de ‘baten uit de Oost’. Voor wat hoort wat.<br />
d. Canada ligt op dezelfde breedtegraden als de Scandinavische landen. Geen wonder<br />
dat de meeste emigranten uit Zuid- en Midden-Europa een voorkeur hebben voor<br />
Australië of Nieuw-Zeeland.<br />
Oefening 5<br />
Welke van de onderstaande uitspraken is descriptief, welke is normatief van aard?<br />
a. Gelukkig is het dragen van een burka, een sluier die het lichaam van top tot teen<br />
bedekt, in het Nederlandse onderwijs verboden.<br />
b. Het dragen van gezichtsbedekkende kleding, zoals een integraalhelm of een burka, is<br />
in Nederland in het openbaar vervoer bij wet verboden.<br />
c. Het Nederlandse dameshockeyteam is de laatste jaren steeds beter gaan presteren in<br />
internationaal opzicht. De kans dat ze wereldkampioen worden is flink gegroeid.<br />
d. Het Nederlandse dameshockeyteam laat de laatste jaren samenspel zien dat plezierig<br />
is om naar te kijken.<br />
Oefening 6<br />
In 4.5 worden een aantal typen argumentatie aan de hand van argumentatieschema’s<br />
onderscheiden. Ga in de volgende fragmenten na van welk type argumentatie gebruik wordt<br />
gemaakt en herleid de argumentatie tot het bijbehorende schema.<br />
a. Toen mijn vader in de jaren ‘50 op de kleuterschool zat, had hij een ‘juf’ die een lang<br />
alles verhullend zwart gewaad droeg en haar hoofd grotendeels bedekte met een wit<br />
kapje en een lange zwarte lap. Zuster Agnita heette ze. En het was volstrekt<br />
aanvaardbaar. Ik zie niet in waarom we dan nu zo’n drukte moeten maken over<br />
moslima’s voor de klas die zich op religieuze gronden willen onttrekken aan de sexy<br />
mode van de 21 e eeuw.<br />
b. Ik vind dat men echt monumentale panden niet mag uitbreiden met eigentijdse<br />
bouwsels. Ik ben er daarom tegen dat er aan het achttiende-eeuwse stadhuis een<br />
moderne kantoorflat wordt vastgeplakt.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 3
c. Er worden tegenwoordig alleen nog maar maatregelen genomen om automobilisten het<br />
leven zuur te maken: verkeersdrempels, parkeerverboden, of torenhoge<br />
parkeertarieven, binnensteden die je niet meer in of uit kunt, steeds meer accijns op<br />
benzine, toltunnels en als klap op de vuurpeil komt er ook nog het rekeningrijden aan.<br />
d. De minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) heeft in een<br />
interview verklaard dat de Eemshaven naar haar mening niet in aanmerking komt als<br />
vestigingsplaats voor een kerncentrale. Men kan in Groningen dus opgelucht<br />
ademhalen.<br />
Oefening 7<br />
Ga in de volgende fragmenten na van welk type argumentatie gebruik wordt gemaakt en herleid<br />
de argumentatie tot het bijbehorende schema.<br />
a. De populariteit van Obama zal na zijn inauguratie snel dalen. Wie zo veel belooft aan<br />
zijn kiezers, stelt na zijn aantreden heel snel heel veel mensen teleur.<br />
b. Bij een flinke brand in het centrum van de grotere steden, is de brandweer vaak veel te<br />
laat ter plekke. Daarom is het verstandig om tenminste één brandweerkazerne in het<br />
centrum van elke stad te situeren.<br />
c. In Amersfoort werd bij de brand in het Armandomuseum veel te laat met serieus<br />
bluswerk begonnen. Kennelijk kon de brandweer die van een industrieterrein buiten de<br />
stad moest komen, de smalle gracht in de binnenstad niet snel genoeg bereiken.<br />
d. Pierre Bokma is echt een fantastische acteur. Of het nu om serieuze rollen gaat, zoals<br />
in De gravin van Parma of om oppervlakkig TV-amusement, zoals in Het vrije schaep,<br />
hij weet zijn rollen altijd overtuigend neer te zetten.<br />
Oefening 8<br />
In de volgende fragmenten is steeds sprake van een argumentatie en twee tegenwerpingen.<br />
Van welk argumentatieschema wordt gebruik gemaakt door de eerste spreker? Met welke<br />
evaluatievragen kun je de tegenwerpingen in verband brengen?<br />
a. Etienne Perrier is de meest gesnapte tasjesdief in Rotterdam. Als je de meest gesnapte<br />
tasjesdief bent, zul je wel een allochtoon zijn.<br />
Tegenwerping 1: Wie zegt dat tasjesdiefstal vooral door allochtonen wordt<br />
gepraktiseerd?<br />
Tegenwerping 2: Ik weet toevallig dat de moeder van Etienne Perrier geboren en<br />
getogen is in Delfshaven!<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 4
. Je kunt maar het beste met vakantie gaan in West-Europa. Er is daar veel te zien, het<br />
eten is er meestal voortreffelijk en je hoeft niet allerlei enge inentingen te ondergaan.<br />
Als je naar andere gebieden gaat, ligt dat heel anders: voor de tropen moet je je laten<br />
inenten en de andere gebieden buiten Europa zijn niet zo interessant.<br />
Tegenwerping 1: Blijf jij maar lekker in dat duffe oude Europa. Ik voel meer voor<br />
avontuur: een safaritocht door Kenia bijvoorbeeld.<br />
Tegenwerping 2: Hoezo de rest minder interessant? New York, Sint-Petersburg, de<br />
Grand Canyon, Australië, allemaal oninteressant?<br />
c. We moeten ervoor zorgen dat vrouwen hun kind zonder problemen op het werk de<br />
borst kunnen geven. Dat zou er waarschijnlijk toe leiden dat meer jonge moeders aan<br />
het werk blijven. En dat is dringend gewenst.<br />
Tegenwerping 1: Ik denk niet dat vrouwen afhaken in het arbeidsproces omdat<br />
borstvoeding op het werk lastig is. Als we dat makkelijker maken, haken ze wel om<br />
andere redenen af.<br />
Tegenwerping 2: Dat is wel een leuk idee, maar dan moeten die jonge moeders hun<br />
kind ook meebrengen naar het werk. Dat lijkt me op de meeste werkplekken nogal<br />
problematisch.<br />
d. Aboutaleb kon burgemeester worden van Rotterdam, Albayrak staatssecretaris. De<br />
kansen van goed geïntegreerde allochtonen op de arbeidsmarkt zijn niet kleiner meer<br />
dan die van autochtonen.<br />
Tegenwerping 1: Dat zijn inderdaad twee succesverhalen. Maar ik denk toch niet dat je<br />
daaruit kunt opmaken dat hetzelfde voor allochtonen in het algemeen opgaat.<br />
Tegenwerping 2: Als je kijkt naar wie er tegenwoordig bij schoonmaakbedrijven en<br />
plantsoenendiensten het vuile werk doen, weet je dat het met die kansen nog niet erg<br />
goed gesteld is.<br />
Oefening 9<br />
Ga na van welk type argumentatie in de volgende fragmenten gebruik wordt gemaakt en<br />
bedenk aan de hand van de bijbehorende evaluatievragen twee relevante tegenwerpingen.<br />
a. In de komende jaren zal het aantal vrouwen in leidinggevende functies flink groeien. Uit<br />
recente arbeidsmarktanalyses blijkt dat er een tekort aan leidinggevenden zal ontstaan<br />
en van een achterstand in het onderwijs is inmiddels geen sprake meer.<br />
b. Men moet niet te veel resultaten verwachten van de beveiligingsmaatregelen die in het<br />
betaald voetbal kunnen worden getroffen. Of het nu gaat om verscherpt politietoezicht<br />
of om een pasjesregeling, het stadion valt niet af te sluiten voor kwaadwillende<br />
supporters. Banken hebben ook de laatste tien jaar honderden miljoenen in hun<br />
kantoren geïnvesteerd om overvallen te voorkomen. Desondanks stijgt het aantal<br />
bankovervallen de laatste jaren weer snel.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 5
c. De problemen met kernenergie zijn zo goed als opgelost. Dat is het standpunt van<br />
prof.dr.ir. W.A.M. de Moor, directeur van het reactorcentrum in Petten. Hij kreeg bijval<br />
van emeritus-hoogleraar prof.dr. P.A.M. Seuren, die de studie kernenergie in Delft zo<br />
ongeveer eigenhandig heeft opgezet. Die heren zullen toch wel weten waar ze het over<br />
hebben.<br />
d. De gemeente Almere wil het gebruik van cash geld in winkels helemaal afschaffen. Dat<br />
lijkt me een prima idee. Op die manier kun je het aantal overvallen op winkels drastisch<br />
terugbrengen.<br />
Oefening 10<br />
In 4.4 en 4.5 worden bij elkaar een tiental drogredenen onderscheiden. Ga in de volgende<br />
argumentaties na van welke drogreden gebruik wordt gemaakt en leg uit waarom de<br />
argumentatie volgens jou niet door de beugel kan.<br />
a. God moet wel bestaan. Want anders zou het leven zinloos zijn.<br />
b. Sinds twintig jaar zijn rekenapparaten algemeen verkrijgbaar en ze kosten nog maar<br />
een habbekrats. De laatste tijd neemt volgens de onderwijsinspectie de<br />
rekenvaardigheid af, zowel bij de leerlingen van de basisschool als bij hun leerkrachten<br />
en zelfs bij studenten wiskunde. Je hoeft geen genie te zijn om te begrijpen hoe dat<br />
komt.<br />
c. Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, laat er geen<br />
misverstand over bestaan: vegetariërs hebben een lager sterftecijfer dan mensen die<br />
veel rood vlees, hotdogs en hamburgers eten.<br />
d. Je kunt het beste in Utrecht gaan studeren. Die stad is zo gunstig centraal gelegen.<br />
Oefening 11<br />
Ga in de volgende argumentaties na van welke drogreden gebruik wordt gemaakt en leg uit<br />
waarom de argumentatie volgens jou niet door de beugel kan.<br />
a. In Amsterdam is men bezig een hoop bordelen op de Wallen te sluiten. Yab Yum is al<br />
dicht. Ook de meeste koffieshops zullen eraan moeten geloven. De paddowinkels zijn al<br />
eerder dicht gegaan. Het is duidelijk dat onze hoofdstad over een paar jaar meer op<br />
een klooster zal lijken dan op een echte metropool.<br />
b. Van Alkemade is een bank voor vermogende particulieren. Die zal dus niet zo gauw<br />
omvallen.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 6
c. Pierre Bokma is een van de populairste acteurs bij het Nederlandse toneel. Alle<br />
toneelliefhebbers zijn immers gek op hem.<br />
d. Laatst moest ik met de trein van Zwolle naar Den Haag. Het station viel me, zeker<br />
vergeleken bij dat van Zwolle, erg tegen: een lelijk jaren-60-gebouw waar men ook nog<br />
druk in de weer was met drilboren. Horen en zien verging je. Het plein voor het station<br />
was een winderige vlakte, waar de regen vrij spel had. Nee, mooi kun je Den Haag<br />
bepaald niet noemen.<br />
Oefening 12 (zie Bijlage 1: ‘Huub Schellekens: genoeg gezeurd over veiligheid’)<br />
In het artikel in Bijlage 1 (de Volkskrant, 1 juli 2006) wordt een biotechnoloog, Huub<br />
Schellekens, aan het woord gelaten. Hij bepleit het standpunt dat genetisch gemodificeerde<br />
organismen veilig zijn. Geef zijn argumentatie weer in een logische redeneervorm, zoals<br />
behandeld in 4.2. Is zijn redenering geldig of niet?<br />
Oefening 13 (zie Bijlage 2: ‘Lokfiets geoorloofd om dief te vangen’)<br />
In de teksten in Bijlage 2 (NRC Handelsblad, 2 november 2008) is de vraag aan de orde of de<br />
politie een lokfiets (die niet op slot staat) mag gebruiken om fietsendieven in de kraag te grijpen.<br />
a. Wat is het belangrijkste argument van advocaat Maarsingh? Maak van zijn<br />
argumentatie een Toulmin-analyse.<br />
b. Van welke type argumentatie maakt Maarsingh gebruik?<br />
c. Wat is het belangrijkste argument van hoogleraar Tak voor de wenselijkheid van de<br />
lokfiets? Maak van zijn argumentatie een Toulminanalyse.<br />
d. Van welk type argumentatie maakt Tak gebruik?<br />
e. Tak beargumenteert ook waarom naar zijn mening het inzetten van een lokfiets die niet<br />
op slot staat, geoorloofd is. Maak van zijn argumentatie een Toulminanalyse.<br />
f. Van welk type argumentatie maakt Tak hier gebruik?<br />
g. Evalueer de gevonden argumenten met behulp van de bijbehorende evaluatievragen.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 7
Oefening 14 (zie Bijlage 3: ‘Taskforce’)<br />
Rob Hoogland reageert in het commentaar in Bijlage 3 (De Telegraaf, 3 september 2008) op<br />
een advies van de Taskforce Antilliaanse Nederlanders aan de toenmalige minister Vogelaar.<br />
a. Wat is zijn standpunt over het advies? Wat zijn zijn argumenten?<br />
b. Ga na van welke soorten drogredenen in het artikel gebruik wordt gemaakt.<br />
c. Hoe beoordeel je de niet-drogredelijke argumentatie?<br />
Oefening 15 (zie Bijlage 4: ‘De pinpasgebruiker blijft toch de pineut’)<br />
In de gemeente Almere werd in januari 2009 een ballonnetje opgelaten: maak alle winkels<br />
cashloos, dan maak je een eind aan de winkelovervallen. In het artikel in Bijlage 4 (de Stentor,<br />
21 januari 2009) reageert De Graaff op dat voorstel. In het artikel maakt hij gebruik van<br />
argumentatie op basis van voor- en nadelen (pragmatische argumentatie).<br />
a. Welk eindstandpunt neemt de Graaf in over het voorstel?<br />
b. Maak een overzicht van alle voordelige en nadelige gevolgen die De Graaff in stelling<br />
brengt.<br />
c. Hoe beoordeel je de aannemelijkheid van de geschetste gevolgen?<br />
d. Hoe weeg je de voor- en nadelen? Kom je tot dezelfde slotsom als De Graaf?<br />
Oefening 16 (zie Bijlage 5: ‘Zo krijg je academici nooit voor de klas’)<br />
Het tekort aan eerstegraads leraren in het VWO dreigt steeds groter te worden. Om die reden<br />
wordt er regelmatig voor gepleit het lerarenberoep en de eerstegraads lerarenopleiding<br />
aantrekkelijker te maken voor pas afgestudeerde academici. Het betoog van Rob Kuppens in<br />
Bijlage 5, op de opiniepagina Forum van de Volkskrant (1 december 2008), reageert daarop.<br />
a. Ga ervan uit dat de kop boven de tekst, hoewel hij niet in de tekst voorkomt, toch het<br />
centrale standpunt weergeeft. Waarom is het zinvol dat te doen?<br />
b. Welke uitspraak is op te vatten als het directe argument voor dat centrale standpunt?<br />
Welke basisgegevens (die betrekking hebben op de criteria voor toelating, op de taken<br />
tijdens de opleiding zelf en op aspecten van de latere praktijk) kun je in de tekst<br />
aanwijzen? Zijn er nog meer argumenten aanwezig?<br />
c. Hoe verhouden de basisgegevens zich tot het tussenstandpunt, waarnaar gevraagd<br />
werd in vraag 2? Expliciteer de impliciet gebleven noodzakelijke argumenten.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 8
d. Kun je de basisgegevens beoordelen? Welke overwegingen spelen daarbij een rol?<br />
e. Beoordeel de argumentatieve stappen die leiden van de basisgegevens naar het<br />
centrale standpunt.<br />
f. Moeten we het centrale standpunt op basis van deze redenering aanvaarden? Motiveer<br />
je antwoord.<br />
Oefening 17 (zie Bijlage 6: ‘Niet 5 keer Romeo & Julia’)<br />
In het pleidooi in Bijlage 6 uit de cultuurbijlage van NRC-Handelsblad (31 oktober 2008) pleit<br />
Wilfred Takken voor wat meer overleg in de toneelwereld. De toneelgezelschappen moeten<br />
minder langs elkaar heen werken.<br />
a. Deze tekst heeft de probleem-oplossingsstructuur. Welke oplossing stelt de auteur<br />
voor? Welke twee problemen worden er genoemd?<br />
b. De oorzaken van de problemen worden uitvoerig geschetst. Die uiteenzettingen vormen<br />
echter geen onderdeel van de argumentatie. Waarom niet?<br />
c. Worden de problemen of een van beide problemen wel met argumenten ondersteund?<br />
Zo ja, welke?<br />
d. Zijn tegen de genoemde oplossing bezwaren aan te voeren? Met welke<br />
evaluatievragen corresponderen die eventuele bezwaren?<br />
Oefening 18 (zie Bijlage 7: ‘Honderd jaar Springfield, Illinois’)<br />
Columniste Heleen Mees reageert in de column in Bijlage 7 op de verkiezing van Barack<br />
Obama tot president van de Verenigde Staten (NRC Handelsblad, 14 november 2008).<br />
a. Het centrale standpunt van deze tekst is niet letterlijk verwoord, maar wel af te leiden uit<br />
de tekst van een van de drie prominente plaatsen (de kop, het begin en het slot). Welk<br />
van drie geeft een aanknopingspunt voor het standpunt. Formuleer dat standpunt,<br />
ervan uitgaande dat dat een vergelijking bevat.<br />
b. De auteur geeft een groot aantal basisargumenten die vooral betrekking hebben op de<br />
ene vertakking van de vergelijking. Noem ze. Zijn er ook nog tussenstandpunten aan te<br />
wijzen?<br />
c. Is het centrale standpunt door de gegeven argumentatie voldoende ondersteund?<br />
Motiveer je antwoord.<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 9
d. Het eerste deel van de tekst valt min of meer buiten de eigenlijke redenering. Welke<br />
functie vervult het? (Maak daarbij gebruik van paragraaf 3.5.)<br />
Oefening 19 (zie Bijlage 8: ‘Helaas is lang niet iedereen heel speciaal’)<br />
In het hoofdredactionele commentaar in Bijlage 8 (de Volkskrant, 18 november 2008) laat de<br />
commentator zijn licht schijnen op een onderzoek over de jeugd van tegenwoordig.<br />
a. De auteur geeft (in alinea 3 en vooral in alinea 4) het standpunt weer van de hoogleraar<br />
Jan Derksen en gaat dat vervolgens bestrijden. Wordt het standpunt van de hoogleraar<br />
correct weergegeven? Motiveer je antwoord.<br />
b. Via een analogieredenering (alinea 3) probeert de auteur het standpunt van Derksen<br />
discutabel te maken. Welke analogie gebruikt hij? Is dat een goed gebruik van<br />
analogie?<br />
c. Vervolgens suggereert de auteur (alinea 4) dat het oordeel dat ‘de’ Nederlandse jeugd<br />
narcistisch is, is gebaseerd op een ondeugdelijk gegeven. Heeft hij hier een punt of<br />
niet?<br />
d. In alinea 5 geeft de auteur een alternatieve verklaring voor het narcisme. In hoeverre is<br />
het vreemd dat hij dat doet?<br />
e. De hoogleraar Derksen schetst een generatieprobleem. De alternatieve verklaring uit<br />
alinea 5 verandert dat generatieprobleem in een ander soort probleem. Is dat zinvol<br />
voor de discussie?<br />
f. Geeft de titel de kern van het betoog weer? Motiveer je antwoord.<br />
Oefening 20 (zie Bijlage 9: ‘Beter milieu begint bij huwelijk’)<br />
In paragraaf 4.6 worden zes stappen aangegeven die samen leiden tot een grondige analyse<br />
en evaluatie van een betogende tekst. Pas deze stappen toe op het betoog van Diederik<br />
Moomsma en Jonathan Price in Bijlage 9, uit de Volkskrant van 25 maart 2009.<br />
Oefening 21 (zie Bijlage 10: ‘Werk en zorg combineer je anders’)<br />
Pas de zes stappen voor analyse en evaluatie van argumentatie (paragraaf 4.6) toe op de<br />
opiniebijdrage van Yvonne Benschop, Marieke van den Brink en Berber Pasman in Bijlage 10<br />
(van de opiniepagina Forum van de Volkskrant, 25 maart 2009).<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 10
Bijlage 1: ‘Huub Schellekens: genoeg gezeurd over veiligheid’<br />
(bron: de Volkskrant, 1 juli 2006)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 11
Bijlage 2: ‘Lokfiets geoorloofd om dief te vangen’<br />
(bron: de Volkskrant, 2 november 2008)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 12
Bijlage 3: ‘Taskforce’<br />
(bron: De Telegraaf, 3 september 2008)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 13
Bijlage 4: ‘De pinpasgebruiker blijft toch de pineut’<br />
(bron: de Stentor, 21 januari 2009)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 14
Bijlage 5: ‘Zo krijg je academici nooit voor de klas’<br />
(bron: de Volkskrant, 1 december 2008)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 15
Bijlage 6: ‘Niet 5 keer Romeo & Julia’<br />
(bron: NRC Handelsblad, 31 oktober 2008)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 16
Bijlage 7: ‘Honderd jaar Springfield, Illinois’<br />
(bron: NRC Handelsblad, 14 november 2008)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 17
Bijlage 8: ‘Helaas is lang niet iedereen heel speciaal’<br />
(bron: de Volkskrant, 18 november 2008)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 18
Bijlage 9: ‘Beter milieu begint bij huwelijk’<br />
(bron: de Volkskrant, 25 maart 2009)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 19
Bijlage 10: ‘Werk en zorg combineer je anders’<br />
(bron: de Volkskrant, 25 maart 2009)<br />
<strong>Oefeningen</strong> <strong>Argumentatieanalyse</strong> 20