19.09.2013 Views

Reader Nederlands Intro - Drenthe College

Reader Nederlands Intro - Drenthe College

Reader Nederlands Intro - Drenthe College

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Reader</strong> <strong>Nederlands</strong><br />

<strong>Intro</strong><br />

NAAM…………………………………………………………………………………….<br />

SLB GROEP…………………………………………………………………………….<br />

STUDENTNUMMER……………………………………………………………………<br />

COHORT………………………………………………………………………………..<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 1


INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 2


Inhoud<br />

1. Presenteren ...........................................................................................................................3<br />

Presenteren - Inleiding ..............................................................................................................5<br />

De voorbereiding van je presentatie ...........................................................................................6<br />

De inhoud van je presentatie .....................................................................................................8<br />

De techniek van het presenteren ............................................................................................. 10<br />

De opening van je presentatie ................................................................................................. 11<br />

De afsluiting van je presentatie ................................................................................................ 12<br />

Het gebruik van hulpmiddelen.................................................................................................. 13<br />

BEOORDELINGSFORMULIER - Verslag STAP 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ............................................. 17<br />

EXTRA - Relevante websites ................................................................................................... 21<br />

Presentatie-opdracht: .............................................................................................................. 22<br />

2. Correspondentie - Sollicitatiebrief ......................................................................................... 23<br />

Briefconventies ....................................................................................................................... 23<br />

Hoe schrijf je een sollicitatiebrief? ............................................................................................ 25<br />

Wat zet je in je brief? ............................................................................................................... 25<br />

Voorbeeld sollicitatiebrief 1 ...................................................................................................... 28<br />

Voorbeeld sollicitatiebrief 2 ...................................................................................................... 29<br />

Opdracht 1 - sollicitatiebrief schrijven ...................................................................................... 30<br />

Opdracht 2 - sollicitatiebrief schrijven ...................................................................................... 30<br />

3. Vergaderen ......................................................................................................................... 31<br />

Tips voor de voorzitter ............................................................................................................. 40<br />

Notulen-schema ...................................................................................................................... 44<br />

Beoordelingslijst deelnemer ..................................................................................................... 45<br />

Beoordelingslijst notulist .......................................................................................................... 47<br />

4. Het verslag .......................................................................................................................... 49<br />

Opdracht “ Een verslag schrijven” ............................................................................................ 50<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 3


1. Presenteren<br />

Opdracht 1 Eigen ervaring<br />

a) Heb je al eens een presentie moeten geven? Zo ja: Waarvoor? + Hoe ging dat?<br />

b) In welke situaties geven mensen presentaties? (geef voorbeelden)<br />

c) Welke doelen kan een presentatie hebben? (geef voorbeelden)<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 4


Presenteren - Inleiding<br />

In dit schooljaar gaan jullie een individuele presentatie verzorgen tijdens de lessen<br />

<strong>Nederlands</strong> en SLB. Deze handleiding geeft je een stappenplan om de presentatie voor te<br />

bereiden:<br />

STAP 1 De voorbereiding van je presentatie<br />

STAP 2 De inhoud van je presentatie<br />

STAP 3 De techniek van het presenteren<br />

STAP 4 De opening van je presentatie<br />

STAP 5 Het slot van je presentatie<br />

STAP 6 Het gebruik van hulpmiddelen<br />

Elke stap bestaat uit een aantal opdrachten die je helpen bij het vinden van het onderwerp,<br />

het zoeken naar informatie, het schrijven van een opening etc. Het is de bedoeling dat alle<br />

opdrachten in een verslag komen.<br />

Voor het verslag krijg je een cijfer (het beoordelingsformulier vind je verderop in deze<br />

handleiding). Vervolgens ga je jouw presentatie houden. Ook daar krijg je een cijfer voor<br />

(het beoordelingsformulier vind je verderop in deze handleiding).<br />

Het gemiddelde van het cijfer voor het verslag en de presentatie levert het cijfer op voor het<br />

onderdeel presenteren.<br />

Succes!<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 5


STAP 1<br />

De voorbereiding van je presentatie<br />

Maak onderstaande opdrachten en neem ze op in het verslag dat bij je presentatie hoort.<br />

Opdracht 1.1<br />

Het is niet verstandig om je meteen te focussen op één onderwerp. Misschien blijkt later dat<br />

er niet genoeg informatie over dat onderwerp te vinden is of dat je geen goede presentatie<br />

kunt geven over dit onderwerp. Daarom noteer je eerst drie onderwerpen waarover je denkt<br />

te kunnen presenteren. De keuze van het onderwerp is vrij. Je docent zal je op weg helpen<br />

met ideeën en mogelijkheden.<br />

Opdracht 1.2<br />

Bedenk van tevoren wat je wilt bereiken met je presentatie. Er zijn drie doelen die geschikt<br />

zijn voor het houden van een mondelinge presentatie:<br />

Informeren<br />

Je draagt kennis over die bij het publiek niet aanwezig is.<br />

Overtuigen<br />

Je probeert ervoor te zorgen dat het publiek aan het einde van je presentatie jouw mening<br />

deelt over een onderwerp. Dit doe je door goede argumenten te geven.<br />

Activeren<br />

Je probeert je publiek ertoe aan te zetten om iets te gaan doen: een actie te ondernemen.<br />

Noteer voor elk onderwerp dat je bij Opdracht 1.1 gekozen hebt welk doel erbij hoort en<br />

licht dat kort toe.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 6


Opdracht 1.3<br />

Zoek bij elk onderwerp dat je bij Opdracht 1.1 gekozen hebt minimaal twee websites<br />

waarop je genoeg informatie kunt vinden over het onderwerp. Noteer de link naar de<br />

website en schrijf kort op welke informatie er op de website staat vermeld.<br />

Opdracht 1.4<br />

Je hebt nu van drie mogelijke onderwerpen het doel bepaald en je hebt gezocht naar<br />

informatie. Kies nu één van de drie onderwerpen uit waarvan jij vindt dat het geschikt is<br />

voor het houden van een presentatie. Wanneer er geen geschikt onderwerp is<br />

overgebleven, herhaal je Opdracht 1.1, 1.2 en 1.3 totdat je een onderwerp hebt waarmee je<br />

uit de voeten kunt en waarover je enthousiast bent. Noteer je definitieve onderwerp.<br />

Opdracht 1.5<br />

Je zoekt over dat onderwerp minimaal vijf websites met informatie. Noteer opnieuw de link<br />

naar de website en schrijf kort op welke informatie er op de website staat vermeld.<br />

Opdracht 1.6<br />

Naast websites zoek je nog meer informatie: vraag een informatiepakket aan, ga naar de<br />

bibliotheek, etc. Voeg het originele of gekopieerde materiaal toe aan je verslag en noteer<br />

waar de informatie vandaan komt.<br />

Opdracht 1.9<br />

Voordat je gaat beginnen met het ontwerpen van je presentatie, moet je op de hoogte zijn<br />

van een aantal randvoorwaarden. Beantwoord daarom de volgende vragen:<br />

In welke ruimte ga ik presenteren?<br />

Word ik ingeleid of moet ik mezelf inleiden?<br />

Hoeveel tijd krijg ik voor mijn presentatie?<br />

Is de apparatuur die ik nodig heb aanwezig?<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 7


Een deel van deze vragen kunnen nu al beantwoord worden.<br />

o Je presenteert in een leslokaal met digibord of beamer (zelf regelen)<br />

o Je wordt ingeleid door je docent.<br />

o Je presentatie duurt acht tot tien minuten.…<br />

o (zelf beantwoorden)<br />

STAP 2<br />

De inhoud van je presentatie<br />

Maak onderstaande opdrachten en neem ze op in het verslag dat bij je presentatie hoort.<br />

Opdracht 2.1<br />

Bij STAP 1 (De voorbereiding van je presentatie) heb je informatie gezocht over het<br />

onderwerp waarover je wilt presenteren. Niet alle informatie is even geschikt voor je<br />

presentatie en bovendien heb je te maken met een tijdslimiet waarbinnen je moet<br />

presenteren. Noteer alle deelonderwerpen die je in je presentatie wilt verwerken.<br />

Opdracht 2.2<br />

Je moet ervoor zorgen dat je presentatie een logisch en doorlopend verhaal is voor de<br />

luisteraars. Breng daarom een duidelijke structuur aan in je presentatie: noteer de<br />

deelonderwerpen die je bij Opdracht 2.1 hebt gekozen nogmaals, maar zet ze nu in een<br />

logische volgorde die je gaat hanteren tijdens je presentatie.<br />

Opdracht 2.3<br />

Er zijn belangrijke verschillen tussen lezers en luisteraars. Als lezer kies je zelf wat je wél<br />

leest, wat je overslaat en wat je nog een keer leest. Als luisteraar ben je afhankelijk van<br />

hetgeen er gepresenteerd wordt. Dat betekent dat jij als presentator bepaalt wat die<br />

luisteraar hoort en je moet ervoor zorgen dat de luisteraar alles in een keer begrijpt. Om dit<br />

makkelijker te maken, maak je gebruik van herhalingen: je bepaalt wat het belangrijkste is<br />

van je presentatie en komt daar verschillende keren op terug, zodat je zeker weet dat de<br />

kern van je presentatie overkomt en blijft hangen bij je publiek. Noteer in enkele regels wat<br />

de belangrijkste boodschap van jouw presentatie is en waar je dus verschillende keren op<br />

terug moet komen.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 8


Opdracht 2.4<br />

Bij Opdracht 2.2 is al een klein spreekschema ontstaan: een globaal overzicht van je<br />

presentatie dat als spiekbriefje gebruikt mag worden. Breid de volgorde die je bij Opdracht<br />

2.2 hebt genoteerd nu uit: bepaal welke informatie je op welke dia wilt zetten, noteer of je<br />

geluidsfragmenten laat horen of videofragmenten laat zien, etc.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 9


STAP 3<br />

De techniek van het presenteren<br />

Maak onderstaande opdracht en neem de opdracht op in het verslag dat bij je presentatie<br />

hoort.<br />

Opdracht 3.1<br />

Ook al is de inhoud van je presentatie perfect, je kunt jouw presentatie toch verpesten als je<br />

het slecht brengt. Het is belangrijk dat jij je bewust bent van het gebruik van je stem, je<br />

lichaamshouding, je verzorging, je uistraling, etc. Lees de onderstaande tips door.<br />

o Spreek niet te zacht, maar ook niet te hard; zorg dat iedereen je kan verstaan.<br />

o Praat langzaam, maar wissel je tempo wel af.<br />

o Spreek de woorden duidelijk uit (articuleer goed).<br />

o Praat niet op een vlakke toon. Zorg voor verandering in toonhoogte, klemtoon en<br />

melodie.<br />

o Gebruik pauzes. Je geeft het publiek de gelegenheid informatie te verwerken.<br />

o Ga bij voorkeur staan en niet zitten.<br />

o Ga ontspannen, rechtop en zelfverzekerd voor je publiek staan.<br />

o Zorg voor oogcontact met je publiek. Kijk niet voortdurend dezelfde mensen aan,<br />

maar kijk rond en geef iedereen de indruk dat hij persoonlijk wordt aangesproken<br />

(kijk niet over het publiek heen)..<br />

o Leun niet doorlopend op een tafel. Het geeft de indruk of je steun zoekt.<br />

o Ga niet met je armen over elkaar staan. Je sluit je daarmee af voor je publiek en het<br />

kan arrogant overkomen.<br />

o Sta niet met je handen in je zaken, dat komt onverschillig over.<br />

o Kijk niet voortdurend naar PowerPoint-dia‟s of overheadsheets..<br />

o Toon interesse in zowel je eigen presentatie als het publiek.<br />

Noteer minimaal drie tips waar jij iets aan hebt in de voorbereiding van je<br />

presentatie. Noteer ook per tip waarom die tip voor jou belangrijk is.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 10


STAP 4<br />

De opening van je presentatie<br />

Maak onderstaande opdrachten en neem ze op in het verslag dat bij je presentatie hoort.<br />

Opdracht 4.1<br />

Met een goede opening heb je meteen de aandacht van het publiek op je gevestigd. Het is<br />

dus belangrijk om veel aandacht te besteden aan de opening van je presentatie. Je mag<br />

kiezen uit drie verschillende soorten openingen:<br />

Actuele opening<br />

Je sluit aan bij een recente gebeurtenis waarvan je bijna zeker weet dat je publiek er ook<br />

van op de hoogte is. Dit kan een krantenbericht zijn, een gebeurtenis die aan bod is<br />

gekomen op het nieuws op televisie, etc.<br />

Anekdotische opening<br />

Je begint met een illustratief verhaal. Dat verhaal kan gebaseerd zijn op iets wat jij zelf of<br />

iemand anders hebt meegemaakt, maar het mag ook verzonnen zijn.<br />

Geciteerde opening<br />

Waarom zelf een geweldige openingszin bedenken als er in het verleden al genoeg wijze<br />

uitspraken zijn gedaan? Zoek een citaat van een bekend persoon en leg een link naar het<br />

onderwerp van je presentatie.<br />

Noteer nu bij elke opening een voorbeeld dat je zou kunnen gebruiken voor het onderwerp<br />

waar jij jouw presentatie over houdt.<br />

Opdracht 4.2<br />

Kies uit de openingen die je bij Opdracht 4.1 hebt genoteerd de beste opening: welke<br />

opening trekt het beste de aandacht van het publiek? Schrijf die opening uit. Noteer dus<br />

hoe jij je presentatie wilt starten. Het is belangrijk dat je dit onderdeel uitgebreid en goed<br />

uitvoert: je opening moet knallen! Als je een ander idee hebt voor de opening van je<br />

presentatie dan een actuele, anekdotische of geciteerde opening, dan mag dat alleen in<br />

overleg met je docent.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 11


STAP 5<br />

De afsluiting van je presentatie<br />

Maak onderstaande opdrachten en neem ze op in het verslag dat bij je presentatie hoort.<br />

Opdracht 5.1<br />

Wat je het laatste vertelt, blijft het langst hangen bij het publiek. Daarom is het van belang<br />

om ook over de afsluiting van je presentatie goed na te denken. Je mag kiezen uit drie<br />

verschillende soorten afsluitingen:<br />

Vragenronde<br />

Het publiek krijgt de mogelijkheid om vragen te stellen. Als je voor deze afsluiting kiest, is<br />

het belangrijk dat je veel van het onderwerp afweet, want als je met een mond vol tanden<br />

komt te staan omdat je het antwoord niet weet, heb je een probleem.<br />

Discussie<br />

Leg het publiek een stelling voor naar aanleiding van je presentatie. Zorg dat de stelling<br />

prikkelend is, want als er niemand is die wil discussiëren, loopt je presentatie met een<br />

sisser af.<br />

Uitsmijter<br />

Zorg voor een verrassende afsluiting van je presentatie: een afsluiting die je publiek zich<br />

nog lang zal herinneren.<br />

Noteer nu bij elke afsluiting een voorbeeld dat je zou kunnen gebruiken voor het onderwerp<br />

waar jij jouw presentatie over houdt.<br />

Opdracht 5.2<br />

Kies uit de afsluitingen die je bij Opdracht 5.1 hebt genoteerd de beste afsluiting: welke<br />

opening past het beste bij je presentatie en blijft het langst hangen bij het publiek? Schrijf<br />

die afsluiting uit en besteed er veel aandacht aan. Noteer dus hoe jij je presentatie wilt<br />

beëindigen. Als je een ander idee hebt voor de afsluiting van je presentatie dan<br />

vragenronde, een discussie of een uitsmijter, dan mag dat alleen in overleg met je docent.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 12


STAP 6<br />

Het gebruik van hulpmiddelen<br />

Maak onderstaande opdrachten en neem ze op in het verslag dat bij je presentatie hoort.<br />

Opdracht 6.1<br />

Noteer welke hulpmiddelen jij nodig hebt: beamer, overheadprojector, sheets, flip-over,<br />

bord, dia‟s, video, etc. Noteer ook per hulpmiddel of je er zelf over beschikt. Zo niet, waar<br />

ga je de hulpmiddelen reserveren?<br />

Opdracht 6.2<br />

Je gaat presenteren met behulp van een PowerPoint-presentatie. Voor het houden van een<br />

PowerPoint-presentatie gelden een aantal regels:<br />

Zorg voor een duidelijk leesbare lettergrootte. Een puntgrootte van 24 voor gewone tekst is<br />

het minimum. Titels en koppen kunnen in punt 28 of groter gezet worden; houd daarbij<br />

rekening met de grootte van het scherm.<br />

Gebruik geen sierletters.<br />

Vetgedrukte, onderstreepte en cursieve woorden zoveel mogelijk vermijden.<br />

Schrijf woorden niet helemaal in hoofdletters.<br />

Gebruik geen verschillende lettertypes.<br />

Lijn een tekst zoveel mogelijk links uit.<br />

Zorg voor voldoende witregels.<br />

Denk bij PowerPoint-dia‟s aan de kleur van de achtergrond: een lichte achtergrond met<br />

donkere letters of een donkere achtergrond met lichte letters.<br />

Gebruik geen schreeuwerige kleuren.<br />

Gebruik overgangsdia‟s om nieuwe deelonderwerpen aan te kondigen.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 13


Gebruik bij PowerPoint een structuurlijn. Dat wil zeggen dat je op elke dia aan de onder- of<br />

bovenkant de algemene opbouw van de presentatie toont. Het onderdeel dat op dat<br />

moment besproken wordt, licht op, de andere onderdelen blijven onbelicht.<br />

Wees voorzichtig met “toeters en bellen” in PowerPoint. Een enkel geluid kan een<br />

verrassend effect hebben, maar teveel geluiden leiden af en gaan irriteren. Voor<br />

binnenschietende woorden en plaatjes geldt hetzelfde.<br />

Zet niet teveel tekst op een PowerPoint-dia. Een goede stelregel is de “7x7-regel”:<br />

maximaal zeven regels van maximaal zeven woorden op een dia.<br />

Wissel tekst af met foto‟s, grafieken en video‟s.<br />

Noteer de drie tips waaraan je het meeste denk te hebben bij het voorbereiden van je<br />

PowerPoint-presentatie. Noteer ook waarom je denkt dat die drie tips zo nuttig zijn.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 14


Opdracht 6.3<br />

Ontwerp je PowerPoint-presentatie en maak een hand-out. Een hand-out is een overzicht<br />

van de alle dia‟s uit jouw PowerPoint-presentatie. Het publiek kan op die manier de<br />

belangrijkste informatie nog een teruglezen. Het afdrukken van een hand-out in PowerPoint<br />

gaat als volgt:<br />

Zorg ervoor dat er maximaal 6 dia‟s op een pagina worden afgedrukt. Als je meer dia‟s per<br />

pagina af zou drukken, is de informatie op de dia‟s niet meer te lezen.<br />

Voeg de hand-out toe aan je verslag.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 15


INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 16


BEOORDELINGSFORMULIER - Verslag STAP 1, 2, 3, 4, 5 en 6<br />

Naam leerling / presentator<br />

Klas Docent<br />

Datum Onderwerp<br />

STAP 1 – De voorbereiding van je presentatie<br />

Opdracht 1.1 3<br />

Opdracht 1.2 6<br />

Opdracht 1.3 3<br />

Opdracht 1.4 1<br />

Opdracht 1.5 6<br />

Opdracht 1.6 6<br />

Opdracht 1.7<br />

(ontbreekt)<br />

Opdracht 1.8<br />

(ontbreekt)<br />

Opdracht 1.9 3<br />

3<br />

3<br />

STAP 2 – De inhoud van je presentatie<br />

Opdracht 2.1 6<br />

Opdracht 2.2 3<br />

Opdracht 2.3 3<br />

Opdracht 2.4 6<br />

STAP 3 – De techniek van het presenteren<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 17


Opdracht 3.1 9<br />

STAP 4 – De opening van je presentatie<br />

Opdracht 4.1 3<br />

Opdracht 4.2 6<br />

STAP 5 – Het slot van je presentatie<br />

Opdracht 5.1 3<br />

Opdracht 5.2 6<br />

STAP 6 – Het gebruik van hulpmiddelen<br />

Opdracht 6.1 6<br />

Opdracht 6.2 15<br />

TOTAAL 100 Cijfer = aantal punten : 10 =<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 18


BEOORDELINGSFORMULIER Presentatie<br />

Naam leerling / presentator<br />

Klas Docent<br />

Datum Onderwerp<br />

Randvoorwaarden<br />

Ruimte/apparatuur 3<br />

Hand-outs 1<br />

Structuur<br />

Opening 9<br />

Kern 6<br />

Afsluiting 9<br />

Inhoudelijk<br />

Inhoudelijk 12<br />

Presentatievaardigheden<br />

Spreekschema 3<br />

Interactie 3<br />

Mimiek/oogcontact 3<br />

Stemgebruik 6<br />

Lichaamshouding 6<br />

Gebaren 3<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 19


Uitstraling 6<br />

PowerPoint-presentatie<br />

Ondersteunend 3<br />

Aantrekkelijk 6<br />

Beeldmateriaal 3<br />

Overige<br />

Duur 8 tot 10 min. 6<br />

Mondelinge taal 6<br />

Schriftelijke taal 6<br />

TOTAAL 100 Cijfer = aantal punten : 10 =<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 20


EXTRA - Relevante websites<br />

www.kranten.com<br />

Een website waarop dagelijks alle krantenkoppen van <strong>Nederlands</strong>e dagbladen staan. Ideaal om je<br />

actuele opening voor te bereiden.<br />

www.citaten.net<br />

Een website met ruim tienduizend citaten. Makkelijker kun je jouw geciteerde opening niet<br />

voorbereiden.<br />

http://www.leren.nl/cursus/professionele-vaardigheden/presentatie/<br />

Op deze website vind je tientallen tips voor het houden van een geslaagde presentatie.<br />

http://www.lichaamstaal.nl/lichaamstaal.html?presentatie.html<br />

Op deze website ligt het accent op non-verbale communicatie: op welke manier is lichaamstaal van<br />

invloed op presenteren?<br />

http://office.microsoft.com<br />

Onder Help en ondersteuning op de site van Microsoft Office vind je diverse trainingen voor<br />

PowerPoint zodat je een flitsende presentatie kunt samenstellen.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 21


Presentatie-opdracht:<br />

a) Kies een zakelijk artikel (uit een krant) over actueel onderwerp.<br />

b) Bedenk een stelling bij het onderwerp en bepaal je eigen mening.<br />

c) Ga op zoek naar argumenten vóór en tegen die stelling. Die kun je uit het artikel halen,<br />

zelf bedenken en opzoeken: lees andere artikelen over het onderwerp, volg het nieuws<br />

op tv en radio, zoek achtergrondinformatie op over het onderwerp. Ook heel belangrijk:<br />

praat er met anderen over (met je ouders, vrienden, docenten, enz.)<br />

d) Verwerk a t/m c in een presentatie van 10 minuten. Maak duidelijk waarom je het artikel<br />

hebt gekozen en hoe je er aan bent gekomen. Bespreek je stelling, mening en<br />

argumenten. Denk aan een goede opbouw: inleiding, kern + slot.<br />

Het kan zijn dat je van mening verandert naarmate je meer over het onderwerp te weten<br />

komt. Dit is juist goed! Maak in je presentatie duidelijk hoe je er eerst over dacht en hoe je<br />

je mening hebt bijgesteld en waarom. (Het uitleggen waarom valt samen met het bespreken<br />

van de argumenten. )<br />

Je houdt een betoog: je probeert je publiek te overtuigen van jouw mening. Pas op: ook de<br />

tegenargumenten moeten aan bod komen. Die ga je proberen te weerleggen.<br />

Je mag wel discussie aangaan met je publiek, maar pas als laatste onderdeel (je<br />

presentatie is dan eigenlijk al afgelopen).<br />

De presentatie houd je tijdens een les <strong>Nederlands</strong>. Je docent maakt daar een planning<br />

voor.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 22


2. Correspondentie - Sollicitatiebrief<br />

Een sollicitatiebrief schrijf je volgens de conventies voor het schrijven van een zakelijke<br />

brief.<br />

Briefconventies<br />

Briefconventies zijn regels die gelden voor alle zakelijke brieven. Het zijn geen „wetten‟,<br />

maar het zijn gewoontes waaraan iedereen zich houdt. Als je dat niet doet, komt het heel<br />

slordig over.<br />

Het gaat om regels voor:<br />

het briefhoofd;<br />

de adressering;<br />

de plaats en de datum;<br />

de betreft-regel;<br />

de aanspreekvorm of aanhef;<br />

de eigenlijke brief;<br />

de ondertekening en de afzender.<br />

Een sollicitatiebrief moet voldoen aan de volgende eisen.<br />

De brief moet begrijpelijk zijn.<br />

De brief mag niet te lang zijn, maar alle informatie moet er wel in staan.<br />

De informatie in de brief mag niet afschrikken, dus je moet zorgen dat je de goede<br />

toon gebruikt.<br />

De brief moet foutloos zijn. (Laat zonodig je brief controleren op fouten.)<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 23


De indeling van de brief is als volgt.<br />

Naam en adresgegevens van de afzender<br />

Naam en adresgegevens van de ontvanger<br />

Plaats en datum<br />

Betreft: vacature ...<br />

Aanhef: Geachte ...,<br />

Inhoud van de brief<br />

Afsluiting<br />

Bijlage: curriculum vitae<br />

In een sollicitatiebrief moeten de volgende vragen beantwoord worden.<br />

Naar welke functie solliciteer je?<br />

Waar heb je de informatie over deze vacature gevonden?<br />

Waarom solliciteer je juist naar deze functie?<br />

Waarom solliciteer je juist bij dit bedrijf?<br />

Waarom vind je jezelf geschikt voor deze functie?<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 24


Hoe schrijf je een sollicitatiebrief?<br />

Je sollicitatiebrief dient als aanvulling op je CV.<br />

De brief beschrijft jezelf (verkooppunten) en bestaat maximaal uit één A4'tje.<br />

Behalve de inhoud - kort en bondig - is de stijl belangrijk.<br />

Je brief moet enthousiasme uitstralen.<br />

Je motivatie leid je af aan de vacaturetekst.<br />

Je brief bestaat uit drie onderdelen, die je onderling kunt verwisselen.<br />

Aanhef:<br />

Staat er geen naam vermeld in de advertentie? Bel dan op en vraag aan wie u de brief<br />

moet richten.<br />

Schrijf anders Geachte mevrouw/heer,<br />

Opening:<br />

- hier leg je uit naar welke functie je solliciteert<br />

- waar je de vacature bent tegengekomen<br />

- verwijs je naar een eventueel telefoongesprek dat je hebt gehad met de recruiter<br />

Voorbeeld openingszin:<br />

Naar aanleiding van uw advertentie in de ...krant van .. november jongstleden solliciteer ik<br />

naar de functie van systeembeheerder. Mijn belangstelling voor de functie is nog groter<br />

geworden door de informatie die de heer Jansen mij op .. november telefonisch verstrekt<br />

heeft.<br />

Kern en motivatie:<br />

-omschrijf waarom je naar deze functie solliciteert<br />

-leg uit waarom je bij dit bedrijf solliciteert<br />

Slot:<br />

- beargumenteer waarom jij de geschikte kandidaat bent voor de functie<br />

- verwijs naar je opleidingen, je werkervaring, marktkennis of persoonlijke vaardigheden<br />

Voorbeeld slotzin:<br />

Hiermee meen ik u te hebben overtuigd van mijn ervaring, capaciteiten en persoonlijke<br />

eigenschappen voor de functie. Graag kom ik dit in een persoonlijk gesprek nader<br />

toelichten.<br />

Vergeet de bijlagen niet te vermelden onder aan de sollicitatiebrief !! Bijlagen: Curriculum<br />

Vitae<br />

Wat zet je in je brief?<br />

Probeer je in te leven in het bedrijf of instelling. Dat vereist kennis van functie,<br />

onderneming, cultuur en visie.<br />

Kijk naar woordkeus, toon en stijl in de advertentie.<br />

Bestudeer ook de website van het bedrijf<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 25


Probeer een zo volledig mogelijk beeld van jezelf te geven: waar ligt je motivatie, welke<br />

uitdaging zie je en hoe verwacht je in het bedrijf te functioneren?<br />

Het belangrijkste: wat is jouw unieke bijdrage aan het bedrijf?<br />

Met andere woorden: waarom ben jij geknipt voor die functie?<br />

Ken jezelf: breng je kwaliteiten naar voren. Wees daarbij positief en laat geen twijfels<br />

blijken.<br />

Ben je ergens goed in, waarmee je je van anderen onderscheidt?<br />

Schrijf glashard op, maar schets geen vals beeld van jezelf.<br />

Informatie uit je CV herhaal je niet in je brief en pas op dat je geen standaard brief schrijft,<br />

zoals Naar aanleiding van enzo.<br />

Probeer uniek te zijn, maar overdrijf niet.<br />

Tips<br />

Vermijd dat je je in je sollicitatiebrief zo goed en uitvoerig mogelijk verkoopt.<br />

Zo'n ego-reclamefolder roept namelijk weerstand op.<br />

Hoe geschikt je ook bent, een uitnodiging kun je waarschijnlijk wel vergeten.<br />

Een korte en zakelijke toelichting als bijsluiter van je CV, waarbij je jezelf als het<br />

ware uitnodigt voor een gesprek, is voldoende.<br />

Eindig je brief niet dat je hoopt dat men reageert op je brief.<br />

Dat is bedelen !!<br />

Schrijf dat je vertrouwen hebt dat je kwaliteiten aansluiten bij de gestelde eisen.<br />

Tot slot merk je op dat je een mondelinge toelichting wilt geven op je achtergrond en<br />

motivatie.<br />

Het allerbelangrijkste is dat je brief zelfvertrouwen uitstraalt.<br />

Schrijftips<br />

Deel je brief in alinea's in van drie of vier zinnen.<br />

Schrijf in de ik vorm en spreek de lezer rechtstreeks met u aan.<br />

Gebruik alleen je als je daar zeker van bent dat je dat kunt gebruiken.<br />

Vermijd het begrip 'men', dit is onpersoonlijk en abstract.<br />

Val met de deur in huis en begin nooit met een open deur, zoals "internet groeit<br />

stormachtig"<br />

Stijl- en spellingsfouten zijn uit den boze.<br />

Lees je tekst woord voor woord van achteren naar voren, de manier om tikfouten te<br />

achterhalen.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 26


Zinnen<br />

Tot slot<br />

Vermijd zinsconstructies met veel werkwoorden, zoals ik zou hebben gedaan oid.<br />

Een zin heeft in principe één werkwoord, de persoonsvorm "ik doe"<br />

Gebruik zo min mogelijk de lijdende vorm (worden door voltooid deelwoord)<br />

Zinnen zijn hooguit twee regels lang en hebben hoogstens één bijzin.<br />

Wissel zo veel mogelijk lange en korte zinnen af.<br />

Laat voegwoorden als: nog, dus, ook, eens, toch, nu, al, zelfs, natuurlijk, namelijk,<br />

weer etc. achterwege.<br />

Net als bijvoegelijke naamwoorden maken ze een tekst wollig.<br />

Heb je alles over jezelf vertelt, wat je kwijt wilt?<br />

Behandel je alle punten die in de advertentie worden genoemd?<br />

Heeft de brief een logische volgorde?<br />

Verzin dan een goede uitsmuiter - de laatste zin van je brief moet pakkend zijn!<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 27


Voorbeeld sollicitatiebrief 1<br />

Linda Verhoeck<br />

Geveringenstraat 89<br />

2534 BL Den Bracht<br />

Basisschool „de Meerpaal‟<br />

Bredelaan 2<br />

2677 AG Maasdam<br />

Betreft: vacature onderwijsassistent groep 4<br />

Den Bracht, 12 augustus 2008<br />

Geachte meneer ter Horst,<br />

In het Streekblad van 10 augustus jl. las ik dat u een vacature heeft voor een onderwijsassistent<br />

voor groep 4. Hier wil ik graag op solliciteren.<br />

Tijdens mijn opleiding tot onderwijsassistent heb ik stage gelopen bij twee basisscholen.<br />

Hier heb ik geleerd om goed naar de kinderen te luisteren. Ik geniet ervan als ik de kinderen iets<br />

kan leren.<br />

Dat ik verantwoordelijkheidsgevoel heb, blijkt uit het feit dat ik de klas tijdelijk over kan nemen. Ik wil<br />

kinderen de ruimte geven om te leren, maar ik maak ook duidelijk welke regels er gelden.<br />

Het lijkt mij een prettige uitdaging om de leerkracht van groep 4 te ondersteunen. De leeftijd van de<br />

kinderen en de combinatie tussen „spelen en leren‟ spreken mij erg aan.<br />

Ik wil mijn sollicitatiebrief graag toelichten tijdens een persoonlijk gesprek.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Linda Verhoeck<br />

Bijlage: curriculum vitae<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 28


Voorbeeld sollicitatiebrief 2<br />

G. van Haalen<br />

Esdoornstraat 5<br />

1234 AB Maastricht<br />

tel. 067 8910234<br />

e-mail: haal@yahoo.com<br />

Maastricht, 2 april 2006<br />

Metaalbedrijf “De Harde”<br />

Mevrouw A. de Jager<br />

Rozenstraat 5<br />

4567 CD Meerssen<br />

Betreft: sollicitatie verkoper<br />

Geachte mevrouw De Jager,<br />

In “De Limburger” van 25 maart 2006 las ik dat u een verkoper zoekt. Naar deze functie zou ik graag willen<br />

solliciteren.<br />

Uw bedrijf is een snel groeiende onderneming, die elk jaar opnieuw de omzet weet te verhogen. In zo‟n<br />

dynamische omgeving zou ik graag willen werken.<br />

Ik meen aan de functie-eisen te voldoen. Ik ben namelijk in staat zelfstandig te werken. In mijn huidige<br />

werkkring bijvoorbeeld verzorg ik geheel in mijn eentje de volledige administratie. Verder ben ik flexibel. Zo<br />

heb ik in mijn loopbaan al drie keer zonder moeite een grote reorganisatie doorstaan. Ook is mijn taalvaardig<br />

goed. Dit blijkt wel hieruit dat het al jaren een van mijn taken is de uitgaande post op spelling, taal en stijl te<br />

controleren.<br />

Voor de overige eisen verwijs ik naar mijn CV.<br />

Hoogachtend,<br />

(handtekening)<br />

G. van Haalen<br />

Bijlage: CV<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 29


Opdracht 1 - sollicitatiebrief schrijven<br />

Bedenk in welke instelling / bij welke organisatie je graag zou willen werken als je je<br />

diploma hebt.<br />

Schrijf een open sollicitatie waarin je motivatie en je persoonlijke eigenschappen duidelijk<br />

weergeeft.<br />

Voeg een curriculum vitae toe, met daarin voor deze sollicitatie belangrijke info.<br />

Lever je sollicitatiebrief in bij je docent.<br />

Opdracht 2 - sollicitatiebrief schrijven<br />

Zoek in een krant, weekblad of op internet een sollicitatieadvertentie met minstens drie<br />

capaciteitseisen en een volledig adres. Onderstreep drie capaciteitseisen en nummer ze in<br />

de advertentie. Knip de advertentie uit en zet rechtsboven je naam en klas. Denk eraan dat<br />

opleiding en werkervaring niet tot de capaciteitseisen behoren. Laat je advertentie<br />

goedkeuren door je docent, voordat je de brief schrijft.<br />

Schrijf een sollicitatiebrief volgens de opbouw en de eisen van de gegeven informatie over<br />

de brief. Volg nauwkeurig de opbouw van de voorbeeldbrief. Beschrijf daarbij een envelop<br />

met adressering en afzender. Maak als laatste een CV.<br />

Lever je sollicitatiebrief in bij je docent.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 30


3. Vergaderen<br />

Vergaderen is voor veel mensen niet iets nieuws. Laten we eerst eens nagaan wat je al<br />

weet en hebt meegemaakt.<br />

Opdracht 1 Eigen ervaring<br />

a) Heb je al eens vergaderd? Ja / Nee<br />

b) Zo ja: in welke situatie was dat? (Waar ging die vergadering over?)<br />

c) Had je zelf ook inbreng in de vergadering? Zo ja: welke?<br />

d) Vond je de vergadering prettig om mee te maken of juist niet? + Waarom<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 31


e) Tijdens welke situaties ga jij nog te maken krijgen met vergaderen?<br />

Doelen<br />

Opdracht 2<br />

a) Een vergadering kan verschillende doelen hebben. Bedenk er een aantal.<br />

b) Kunnen tijdens één vergadering meerdere doelen voorkomen? Leg uit<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 32


Opbouw<br />

Een vergadering verloopt vaak op dezelfde manier. Een vergadering kan<br />

bijvoorbeeld de volgende opbouw hebben:<br />

1 Opening<br />

2 Agendapunten:<br />

- onderwerpen die besproken moeten worden<br />

- evt.: probleemstelling + probleemanalyse<br />

- evt: brainstormronde / oplossingen bedenken / „meningronde‟ / overleg / discussie /<br />

- beslissingen<br />

- actiepuntenlijst + taakverdeling<br />

3 Slotronde<br />

Rondes<br />

Tijdens een vergadering kunnen rondes gehouden worden. Bij een ronde komt iedereen<br />

om de beurt aan het woord.<br />

3.3 Rollen<br />

Niet iedereen doet hetzelfde (voor en) tijdens een vergadering. De deelnemers hebben<br />

verschillende rollen. De rollen zijn: deelnemer, voorzitter en notulist.<br />

Jij moet dus al deze rollen kunnen spelen in een vergadering. Ze hebben allemaal hun<br />

eigen verantwoordelijkheden (wat diegene moet en mag doen) en taken.<br />

Opdracht 3<br />

Bedenk zelf eerst wat de rollen in zullen houden.<br />

a) Wat wordt er verwacht van een deelnemer:<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 33


) Wat wordt er verwacht van een notulist:<br />

c) Wat wordt er verwacht van een voorzitter:<br />

Lees nu de uitleg en kijk hoeveel je zelf al wist.<br />

1 Deelnemer<br />

Iedereen is deelnemer, maar sommigen hebben daarnaast nog een andere rol te vervullen.<br />

Iedereen vervult dus altijd de rol van deelnemer en soms daarnaast nog een andere.<br />

Verantwoordelijkheden:<br />

- agendapunten inbrengen (vóór de vergadering)<br />

- eigen mening geven<br />

- bezwaar maken tegen besluiten (alleen met argumenten!)<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 34


Taken:<br />

- het verslag van de vorige vergadering doornemen (vóór de vergadering)<br />

- eigen inbreng voor de vergadering voorbereiden (mening vormen)<br />

- probleem analyseren<br />

- eigen mening inbrengen<br />

- deelnemen aan discussie<br />

- oplossingen bedenken<br />

- actiepunten bedenken (dat wat er gebeuren moet)<br />

- actiepuntenlijst (planning en taakverdeling) helpen opstellen<br />

- na de vergadering de afgesproken taken (op tijd!) uitvoeren<br />

2 Notulist<br />

Verantwoordelijkheden:<br />

- juist weergeven van wat besproken en besloten is tijdens de vergadering<br />

- kopiëren van het verslag (de notulen)<br />

Taken:<br />

- aantekeningen maken van de (belangrijke) zaken die besproken worden<br />

noteert de besluiten<br />

noteert de argumenten voor de besluiten<br />

noteert de actiepunten (wat moet er gedaan worden + hoe)<br />

noteert de taakverdeling + de datum waarop zaken af moeten zijn<br />

(dit kan allemaal m.b.v. het notulen-schema op blz. 16)<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 35


- na de vergadering de aantekeningen uitwerken tot een verslag (kort maar volledig!)<br />

- verslag kopiëren en uitdelen aan alle deelnemers<br />

3 Voorzitter<br />

Verantwoordelijkheden:<br />

- het goed verlopen van de vergadering (dat er gebeurt wat er moet gebeuren)<br />

- de besluiten formuleren (de notulist duidelijk maken wat er precies in het verslag moet<br />

komen, wat betreft besluiten)<br />

- de tijd in de gaten houden<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 36


De voorzitter mag als enige:<br />

- een pauze inlassen of de vergadering schorsen<br />

- bepalen wie er aan het woord mag zijn<br />

- rondes houden: openingsronde, besluitvormingsronde, enz.<br />

Taken:<br />

- vergadering voorbereiden (doornemen notulen vorige vergadering) agenda opstellen<br />

- vergadering openen, agenda bespreken (mensen die een agendapunt hebben ingebracht<br />

dat zelf uit laten leggen)<br />

- agendapunten afwerken mogelijkheden:<br />

besluit<br />

probleem/agendapunt duidelijk maken<br />

meningen inventariseren (meningsronde)<br />

zorgen dat er tijdens deze ronde geen discussie ontstaat<br />

discussie openen en leiden<br />

brainstorm(ronde) leiden<br />

uiteindelijk besluit formuleren<br />

besluitvormingsronde houden: nagaan of iedereen het eens kan zijn met het<br />

- actiepuntenlijst opstellen (bespreken wat er gedaan moet worden)<br />

- taakverdeling maken, zo veel mogelijk in overleg (wie doet wat en wanneer)<br />

- in de gaten houden dat de secretaris/notulist aantekeningen maakt van de vergadering en<br />

de actiepuntenlijst en taakverdeling noteert<br />

- slotronde houden (iedereen mag inbrengen wat hij/zij nog belangrijk vindt, wat hier verder<br />

mee gebeurt bepaalt de voorzitter)<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 37


Huiswerk:<br />

De groep zal in tweeën verdeeld worden, zodat je elkaar goed kunt beoordelen (zie de<br />

beoordelingslijsten) Van tevoren wordt bepaald wie welke rol speelt.<br />

Situatie 1:<br />

Jullie gaan een feest organiseren voor de vierdeklassers, in een café/dancing of op school.<br />

Er is voldoende budget om een dj in te huren of een café (of zaal) af te huren. Er mag<br />

alcohol geschonken worden (voor t gemak doen we net alsof iedereen al 16 is) maar er<br />

mag niet onbeperkt gedronken kunnen worden.<br />

Besloten moet worden (agendapunten):<br />

- vindt het feest plaats op school of ergens anders?<br />

op school: hoe wordt ‘de aankleding’ geregeld? = zorgen dat het minder op school lijkt,<br />

meer op een uitgaansgelegenheid<br />

ergens anders: waar dan? (nog iets te regelen wat betreft aankleding?)<br />

- hoe wordt de muziek geregeld en bepaald (wie wordt dj?)<br />

- hoe wordt het drinken geregeld?<br />

- hoe voorkom je dat mensen toch te veel drinken?<br />

- taakverdeling: wie gaat wat doen?<br />

Bereid allemaal de vergadering voor: zorg dat je ideeën hebt!<br />

Situatie 2:<br />

Er gaat alleen een examenstunt gehouden worden wanneer jullie dit zelf organiseren. Jullie<br />

groepje vormt de examencommissie. (‘In het echt’ zal die moeten bestaan uit leerlingen uit<br />

alle klassen)<br />

Agendapunten:<br />

- welke ideeën zijn er voor de stunt (activiteiten)?<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 38


- wat wordt de bijdrage voor alle examenleerlingen?<br />

- hoe zorg je dat alle examenleerlingen betrokken worden en weten wat ze moeten doen?<br />

- wordt er iets te eten en/of drinken uitgedeeld (+ hoe geregeld)?<br />

- komt er muziek bij en hoe wordt dat dan geregeld?<br />

- taakverdeling: wie gaat wat regelen?<br />

Situatie 3:<br />

Een door de groep gekozen thema of de docent komt met een ander voorstel.<br />

Bereid allemaal de vergadering voor: zorg dat je ideeën hebt!<br />

De volgende les zal dus besteed worden aan het oefenen van vergaderen en<br />

beoordelen.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 39


Tips voor de voorzitter<br />

probleem aanpak<br />

één of enkele deelnemer(s) zijn<br />

steeds aan het woord / anderen<br />

houden hun mond<br />

-houd een ronde: vraag iedereen op zijn beurt wat hij/zij<br />

vindt (of om antwoord)<br />

laat de „veelpraters‟ het laatst aan het woord komen<br />

onderonsjes tussen deelnemers - vraag of ze tegen de hele groep kunnen zeggen wat ze<br />

bespreken<br />

- vraag of ze zich ook met het groepsgesprek bezig willen<br />

houden<br />

van het onderwerp afdwalen - voorzichtig afkappen (= aangeven dat er afgedwaald<br />

wordt)<br />

en terugkomen op het agendapunt dat besproken werd<br />

- vraag of hier een apart agendapunt van gemaakt moet<br />

worden<br />

niet serieus gedrag - deelnemer(s) aanspreken op zijn/haar gedrag<br />

- strakker/ zakelijker vergaderen<br />

- een korte pauze inlassen (als al lang vergaderd is)<br />

de vergadering verzieken - deelnemer(s) aanspreken op zijn/haar gedrag<br />

het probleem wordt niet goed<br />

geanalyseerd of opgelost<br />

- deelnemer uit de vergadering zetten (melden bij de<br />

docent!)<br />

(de hele groep staat voor het probleem, niet alleen de<br />

voorzitter!)<br />

- vat het probleem (nog eens) samen en stel duidelijk dat<br />

er<br />

samengewerkt moet worden om het op te lossen<br />

- houd een probleemanalyse-ronde, waarin duidelijk moet<br />

worden wat het probleem inhoudt<br />

- houd een „oplossings-ronde‟ om (zo veel mogelijk)<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 40


discussie loopt vast (niemand wil,<br />

of weet iets te zeggen)<br />

verschillende oplossingen op tafel te krijgen<br />

- laat een stilte vallen: wacht even af<br />

- houd een ronde: vraag iedereen op zijn beurt wat hij/zij<br />

vindt en waarom (begin evt. zelf, als voorbeeld)<br />

- kijk of er al een besluit genomen kan worden / ga door<br />

met<br />

de volgende ronde<br />

groep is niet creatief - houd een brainstormronde: laat iedereen zo veel mogelijk<br />

(gekke) ideeën geven (eerst op papier, dan in de groep)<br />

besluitvorming loopt niet goed - formuleer duidelijk een besluit<br />

(actiepuntenlijst en)<br />

takenverdeling<br />

komen niet goed tot stand<br />

- vraag aan de notulist een samenvatting van wat er<br />

gezegd is<br />

over het onderwerp<br />

- vraag of iedereen het daar mee eens kan zijn<br />

(besluitvormingsronde of voor/tegen stemmen)<br />

- houd als nodig opnieuw een discussieronde of zoek<br />

samen<br />

verder naar oplossingen/mogelijkheden (bij tijdgebrek<br />

beslissing uitstellen tot de volgende vergadering)<br />

- vraag aan de notulist wat de actiepunten + taken zijn<br />

- geef aan dat alle taken verdeeld moeten worden in de<br />

groep<br />

- laat als nodig de verdeling open regel dit met de<br />

docent<br />

evaluatie loopt niet goed - geef voorbeelden waar de evaluatie over kan gaan<br />

- geef zelf aan wat je goed/niet goed vond gaan<br />

- laat dit over aan de beoordelaars<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 41


INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 42


Notulen-schema<br />

deelnemers:<br />

cluster/klas:<br />

notulist = datum:<br />

voorzitter =<br />

vergadering over:<br />

besproken zaken (maak gebruik van de agenda)<br />

genomen besluiten<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 43


actiepunt uitvoering<br />

door<br />

datum<br />

gereed<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 44


Beoordelingslijst deelnemer<br />

Naam deelnemer:______________________ Beoordelaar: _________________<br />

Cluster/klas:_____ Datum:_____<br />

Vergadering over: ________________________________________________<br />

ordelijk vergaderen<br />

wacht op zijn/haar beurt met spreken<br />

luistert naar anderen (gaat hier op in)<br />

volgt de aanwijzingen van de voorzitter op<br />

houdt zich aan de agenda<br />

eigen inbreng<br />

stelt vragen als het onderwerp nog niet duidelijk<br />

is<br />

helpt mee problemen duidelijk te krijgen<br />

geeft eigen mening<br />

ondersteunt mening met argumenten<br />

doet mee met brainstormen<br />

is creatief, komt met oplossingen<br />

komt op voor eigen belangen<br />

kan eigen idee loslaten als dat van anderen<br />

beter is (of meer steun krijgt)<br />

helpt mee besluiten te nemen<br />

heeft een positieve inbreng in het geheel<br />

activiteiten na de vergadering<br />

o/v/g opmerkingen<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 45


heeft zijn/haar taken op tijd uitgevoerd<br />

heeft zijn/haar taken goed uitgevoerd<br />

andere zaken die je opvielen<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 46


Beoordelingslijst notulist<br />

Naam deelnemer:______________________ Beoordelaar: _________________<br />

Cluster/klas:_____ Datum:_____<br />

Vergadering over: ________________________________________________<br />

ordelijk vergaderen<br />

wacht op zijn/haar beurt met spreken<br />

luistert naar anderen (gaat hier op in)<br />

volgt de aanwijzingen van de voorzitter op<br />

houdt zich aan de agenda<br />

eigen inbreng<br />

stelt vragen als het onderwerp nog niet duidelijk<br />

is<br />

helpt mee problemen duidelijk te krijgen<br />

geeft eigen mening<br />

ondersteunt mening met argumenten<br />

doet mee met brainstormen<br />

is creatief, komt met oplossingen<br />

komt op voor eigen belangen<br />

kan eigen idee loslaten als dat van anderen<br />

beter is (of meer steun krijgt)<br />

helpt mee besluiten te nemen<br />

heeft een positieve inbreng in het geheel<br />

maakt aantekeningen<br />

o/v/g opmerkingen<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 47


vraagt om duidelijkheid als nodig voor het<br />

verslag<br />

noteert de besluiten<br />

noteert de actiepunten en taakverdeling<br />

activiteiten na de vergadering<br />

verslag van de vergadering gemaakt<br />

verslag uitgedeeld aan anderen<br />

verslag geeft alle bespoken zaken goed weer<br />

heeft zijn/haar taken goed uitgevoerd<br />

heeft zijn/haar taken op tijd uitgevoerd<br />

andere zaken die je opvielen<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 48


4. Het verslag<br />

Wat is nu precies een verslag?<br />

Een verslag is een schriftelijke weergave van dingen die je hebt gehoord, gezien,<br />

gelezen of gedacht. Het is gebaseerd op het verzamelen van gegevens. In je verslag kun<br />

je je ervaringen verwerken en vastleggen. Omdat het verslag niet alleen bedoeld is voor<br />

jezelf, maar ook voor bv je praktijkbegeleider, stagedocent en medestudenten, moet je er<br />

voor zorgen dat het goed duidelijk leesbaar is voor anderen. Dit doe je door het verslag<br />

goed in te delen en helder te formuleren. Zorg ook dat het niet langer is dan nodig.<br />

Een verslag en/of een werkstuk moet voldoen aan duidelijke eisen zoals een goede<br />

indeling, een heldere schrijfstijl, een minimale lengte en uit alles moet blijken dat je een<br />

eigen mening over het onderwerp hebt.<br />

Het is een manier om dingen te verwerken en vast te leggen.<br />

Het maken van schriftelijke stukken is niet iets wat alleen op school van je wordt<br />

gevraagd. Overal in bedrijven en instellingen worden problemen onderzocht, presenteren<br />

mensen hun ideeën aan anderen en worden belangrijke beslissingen genomen op basis<br />

van uitgebrachte rapporten.<br />

Wanneer je daarom nu leert om iets op schrift te stellen in de juiste vorm, dan zul je daar<br />

later ongetwijfeld je voordeel mee kunnen doen.<br />

Je kunt dus over veel zaken een verslag moeten schrijven. Hier op school zijn dat vooral<br />

reflectieverslagen over je werkzaamheden en ervaringen op school en stage.<br />

Om te oefenen met het maken van verslagen doen we oa de onderstaande opdracht.<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 49


Opdracht “ Een verslag schrijven”<br />

Maak een verslag volgens onderstaand format<br />

Bekijk een uitzending van het Journaal en beantwoord daarna de volgende vragen:<br />

1. Van welke datum is deze uitzending?<br />

2. Wie is de presentator / presentatrice?<br />

3. Noem de onderwerpen uit deze uitzending in de juiste volgorde en geef kort aan waar<br />

het item ( = onderdeel met een eigen onderwerp) over gaat.<br />

4. Neem het volgende schema over en vul het in met de onderwerpen die jij gezien hebt.<br />

Wereldnieuws „Zomaar even‟ - nieuws<br />

TIP:<br />

Wereldnieuws = nieuws dat heel belangrijk is voor mensen over de hele wereld.<br />

„Zomaar even‟ – nieuws = nieuw dat niet zo heel erg belangrijk is, maar dat men wel<br />

leuk of interessant vindt.<br />

5. Welk nieuws uit deze uitzending heeft het meeste indruk op jou gemaakt? Leg ook uit<br />

waarom!<br />

6. Wat vond je het leukste nieuws uit deze uitzending? Waarom?<br />

7. Wat is denk je het belangrijkste nieuws uit deze uitzending? Waarom?<br />

8. Wat is het weerbericht voor de volgende dag?<br />

INTRO <strong>Nederlands</strong> niveau 3 en 4<br />

Zorg Welzijn 2010-2011 50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!