Musis april 2009 nr. 4 - Gemeente Schiedam
Musis april 2009 nr. 4 - Gemeente Schiedam
Musis april 2009 nr. 4 - Gemeente Schiedam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jeremias van Vliet (1602–1663)<br />
Geld maakt niet gelukkig<br />
Han van der Horst<br />
Toen hij in 1663 overleed, was Jeremias van Vliet een gerespecteerd man en<br />
waarschijnlijk de rijkste burger van <strong>Schiedam</strong>. Maar geld maakt niet gelukkig. Hij liet<br />
eenmaal te vaak berekening voor liefde gaan en daarom mocht hij zijn drie dochters nooit<br />
meer terugzien. Daar heeft de Thaise koning Prasat-Thong persoonlijk voor gezorgd.<br />
Eeuwout Huybrechtz en Maritge<br />
Cornelisd. maakten zeker geen deel uit<br />
van de smalle gemeente. Toch kon je<br />
niet zeggen, dat hun zoon Jeremias met<br />
een gouden lepel in de mond geboren<br />
was. Jonge mensen van zijn slag bood<br />
het vissersstadje <strong>Schiedam</strong> redelijke,<br />
maar bescheiden vooruitzichten. Tenzij<br />
ze het zeegat uitvoeren. In de naburige<br />
steden Delft en Rotterdam bevond zich<br />
een kamer (vestiging) van de Vereenigde<br />
Oost-Indische Compagnie (VOC), die<br />
altijd op zoek was naar energieke<br />
mannen. De kamer van Rotterdam<br />
stelde Jeremias aan tot schrijver, een<br />
vooral administratieve functie met<br />
uitzicht op commercieel gerichte<br />
managementbanen, zoals onder- en<br />
zelfs opperkoopman. Hij gaf openlijk toe,<br />
dat rijk worden zijn enige motivatie was.<br />
In 1628 ging hij scheep op het Wapen<br />
van Rotterdam, bestemming Batavia.<br />
Wanneer Jeremias terug zou keren, was<br />
ongewis, maar dat kon in principe vele<br />
jaren duren.<br />
Particuliere handel<br />
In opdracht van de Heren XVII, de Raad<br />
van Bestuur van de VOC, smeekten<br />
alle schepelingen dagelijks bij God<br />
Almachtig de kracht af om zich verre te<br />
houden van de particuliere handel. In het<br />
oprichtingsjaar 1602 had de VOC van de<br />
overheid het monopolie gekregen van<br />
alle handel op Azië. Ze wilden niet dat<br />
het eigen personeel onder haar duiven<br />
schoot. Dat moest zich tevreden stellen<br />
met vaste gages en van bonussen had<br />
nog nooit iemand gehoord. Zo verdiende<br />
een opperkoopman zestig gulden<br />
per maand. Dat was een behoorlijk<br />
inkomen, maar rijk werd je er niet van.<br />
De grote winst zat in die doodzonde, de<br />
particuliere handel.<br />
Vrijwel zonder uitzondering gaf het<br />
commercieel personeel van de VOC<br />
op de schepen goederen mee die<br />
voor eigen rekening werden verkocht.<br />
Daarvoor bestonden uitgebreide<br />
netwerken met “voor wat, hoort wat” als<br />
Jeremias pakte het<br />
drastisch aan. Hij<br />
huurde een echtgenote<br />
met de juiste ingangen.<br />
Dat was de beste en<br />
de snelste manier om<br />
gebruik te kunnen<br />
maken van Thaise<br />
netwerken.<br />
het leidend beginsel. Regelmatig liepen<br />
particuliere handelaars tegen de lamp.<br />
Zij werden dan overladen met smaad<br />
de Compagnie uitgegooid. Dat had niets<br />
met integere collega’s te maken. Daar<br />
zat onveranderlijk een bedrijfsintrige<br />
achter, want binnen het VOC-personeel<br />
waren vele netwerken die elkaar de<br />
lucratiefste posities betwistten. Jeremias<br />
wist dit, toen hij in Rotterdam aan boord<br />
stapte. Hij was lang niet de eerste of de<br />
enige <strong>Schiedam</strong>mer die zijn heil in Indië<br />
zocht. Zo bracht ene Willem Jansz. het<br />
tot kapitein van het Wapen van Delft.<br />
En sinds 1620 maakte het fluitschip<br />
<strong>Schiedam</strong> (350 ton) deel uit van de VOCvloot.<br />
In 1633 verging het jammerlijk.<br />
Daarna vernoemde het bedrijf nog<br />
tweemaal een schip naar onze stad, die<br />
ook allebei te gronde gingen.<br />
Een reis naar Batavia duurde in<br />
Jeremias’ tijd zes tot acht maanden.<br />
Steevast ontstond tijdens de overtocht<br />
gebrek aan water en vitaminerijk<br />
voedsel, zodat tal van (tropische) ziektes<br />
greep kregen op de bemanning, die bij<br />
vertrek – met passagiers – zo’n twee-<br />
tot driehonderd personen telde en bij<br />
aankomst vaak genoeg was gehalveerd.<br />
Het Wapen van Delft maakte een<br />
standaardovertocht en bereikte de rede<br />
van Batavia in februari 1629.<br />
De VOC was oorspronkelijk gesticht om<br />
uit de Oost-Indische archipel specerijen<br />
te halen. In de praktijk had het zakelijk<br />
model zich verbreed. De Compagnie<br />
bezat factorijen (handelskantoren) van<br />
Perzië tot en met Japan. Ze had zich<br />
met haar efficiënte fluitschepen – een<br />
Zaans ontwerp – een belangrijke positie<br />
verworven binnen de interaziatische<br />
handel. Daarmee werden zelfs de grote<br />
winsten gemaakt die de aandeelhouders<br />
in de Republiek tevreden hielden, veel<br />
meer dan met de import van specerijen.<br />
Jeremias werd onmiddellijk ingezet<br />
voor die handel binnen Azië. Hij moest<br />
doorreizen naar de handelspost Firado<br />
in Japan, waar hij zich binnen vier jaar<br />
opwerkte tot onderkoopman. Dat was<br />
op zo’n buitenplaats een behoorlijk hoge<br />
functie. Jeremias raakte er bovendien<br />
bevriend met Joost Schouten die al<br />
langer voor de VOC werkte en hem<br />
min of meer aan de hand nam. In 1633<br />
werden ze allebei overgeplaatst naar de<br />
factorij bij Ayutthia, de hoofdstad van<br />
Siam, zoals Thailand toen nog heette,<br />
waar Schouten de leiding overnam.<br />
<strong>Musis</strong> 4 5 <strong>Musis</strong><br />
Dat was niet verwonderlijk, want er<br />
bestonden veel handelscontacten tussen<br />
Thailand en Japan. De koning hield<br />
er zelfs een contingent vervaarlijke<br />
samoerai op na, die als lijfwacht<br />
fungeerden.<br />
Huurhuwelijk<br />
De factorij of loge stond vlak buiten<br />
de muren van de Thaise hoofdstad<br />
aan de Chao Phraya-rivier. De VOC<br />
kocht er tal van producten, waaronder<br />
hout, ivoor en buffelhuiden, maar<br />
vooral rijst voor de voedselvoorziening<br />
in Batavia. De almachtige Prasat-<br />
Thong had een feitelijk monopolie<br />
op bijna alle buitenlandse handel,<br />
zodat goede contacten met het hof<br />
een eerste vereiste waren. Jeremias<br />
pakte het drastisch aan. Hij huurde een<br />
echtgenote met de juiste ingangen.<br />
Dat was de beste en de snelste manier<br />
om gebruik te kunnen maken van<br />
Thaise netwerken. Jeremias koos<br />
voor de gewiekste zakenvrouw Osoet<br />
Pegua uit het Burmese Mon-volk, dat<br />
een belangrijke positie innam op de<br />
markten van Ayutthaya. Osoet Pegua<br />
had al enkele relaties achter de rug<br />
met VOC-prominenten uit de factorij,<br />
waaruit verschillende kinderen waren<br />
voortgekomen. Met Jeremias kreeg zij<br />
nog drie dochters, van wie hun vader<br />
hartstochtelijk veel hield. Zijn baas<br />
Schouten ondertussen bleek meer<br />
geïnteresseerd in jonge mannen.<br />
In zo’n huurhuwelijk vond een<br />
ontmoeting plaats tussen de zakelijke<br />
benadering en persoonlijke genegenheid.<br />
De nadruk lag daarbij op het eerste.<br />
Het viel, als het moest, gemakkelijk te<br />
ontbinden. Rechten en plichten van de<br />
echtelieden waren duidelijk evenals de<br />
materiële beloning voor de echtgenote.<br />
Het kon makkelijk worden ontbonden.<br />
Het was, kortom, ideaal voor twee<br />
migranten, die er allebei op uit waren<br />
in den vreemde rijk te worden. Osoet<br />
Perua en Jeremias van Vliet hebben veel<br />
plezier van elkaar gehad. Zij kreeg een<br />
sleutelpositie in de tussenhandel met de<br />
VOC, hij verdiende in zijn Thaise periode<br />
30.000 gulden. In hedendaagse termen:<br />
hij werd multimiljonair.<br />
Osoet Pegua speelde bovendien een<br />
cruciale rol in de gevaarlijkste crisis uit<br />
Jeremias’ loopbaan. In 1636 drongen<br />
twaalf personeelsleden van de VOC<br />
tijdens een uitje een boeddhistisch<br />
klooster binnen, waar ze zich met hun<br />
dronken koppen zo misdroegen, dat<br />
zij opgepakt werden door het gevolg<br />
van een prins. Dit kwam koning Prasat<br />
Thong, één van de krachtfiguren uit<br />
de Thaise geschiedenis, ter ore. Hij<br />
ontstak in toorn en liet de inmiddels<br />
ontnuchterde Hollanders naakt naar<br />
een executieplaats slepen, waar zij in<br />
de brandende zon aan palen werden<br />
geketend. Een eindje verder stonden de<br />
olifanten al klaar om ze dood te trappen.<br />
Schouten was toevallig op dienstreis<br />
naar Batavia, zodat Jeremias van Vliet<br />
als tweede man op de ambassade deze<br />
affaire moest oplossen. Dat is hem<br />
dankzij de bemiddeling van Osoet Pegua<br />
en het geven van geschenken op het<br />
juiste moment aan de juiste personen<br />
ook gebeurd. Prasath-Tong streek zijn<br />
hand over zijn hart en begenadigde<br />
de slachtoffers, maar Jeremias moest<br />
zich wel vernederen. Het hele hof<br />
kwam bijeen in de troonzaal, waar de<br />
koning een speciale audiëntie hield.<br />
Jeremias moest door de hele zaal over<br />
de grond naar de koning toekruipen.<br />
Hij had een schaaltje bij zich met<br />
daarin een mengsel van gebakken<br />
rijst en bloemblaadjes. De koning<br />
sprak hem streng toe en daarop bood<br />
Jeremias nederig zijn excuses aan.<br />
Toen keerde hij de schaal boven zijn<br />
hoofd om. Prasat-Thong sprak nu wat<br />
vriendelijker woorden en daarmee<br />
Jeremias moest door<br />
de hele zaal over de<br />
grond naar de koning<br />
toekruipen. Hij had een<br />
schaaltje bij zich met<br />
daarin een mengsel<br />
van gebakken rijst en<br />
bloemblaadjes. De<br />
koning sprak hem<br />
streng toe en daarop<br />
bood Jeremias nederig<br />
zijn excuses aan. Toen<br />
keerde hij de schaal<br />
boven zijn hoofd om.<br />
had Jeremias zijn positie en het leven<br />
van zijn personeel gered. Hij moest<br />
wel een document ondertekenen van<br />
de volgende inhoud: “Ik beloof voor<br />
zover het in mijn vermogen ligt om<br />
gehoorzaam in overeenstemming<br />
met de wetten de gebruiken van het<br />
koninkrijk op te volgen alle orders<br />
en aanbevelingen met betrekking tot<br />
de Hollanders die in het koninkrijk<br />
verblijven, welke afkomstig zijn van de<br />
berckelang (hoge functionaris HvdH),<br />
de tolk et cetera, en ik stem er mee<br />
in dat ik als opperhoofd persoonlijk<br />
aansprakelijk gehouden word voor alle<br />
overtreders”. Uiteraard bracht Jeremias<br />
over dit alles uitvoerig verslag uit bij de<br />
gouverneur generaal in Batavia Antonio<br />
van Diemen. Die reageerde met een<br />
geweldige schrobbering: Jeremias had de<br />
VOC belachelijk gemaakt met zijn laffe<br />
optreden. Daarop reisde hij naar Batavia<br />
om zich persoonlijk te verdedigen. In<br />
dat kader schreef hij een uitgebreide<br />
studie over de Thaise samenleving voor<br />
de ogen van de gouverneur-generaal,<br />
die – overtuigd door de kracht van het<br />
verhaal – omdraaide als een blad aan<br />
een boom. Van Diemen bevorderde<br />
Jeremias tot opperkoopman en hoofd<br />
van de loge in Ayutthaya, terwijl zijn<br />
vriend Schouten een mooie functie<br />
kreeg in Batavia. Jeremias’ rapport is<br />
later uitgegeven als Beschrijving van<br />
het Koningrijk Siam mitsgaders het<br />
verhael van den oorsprong, onderscheid,<br />
politieke regering, d’ecclésiatique en<br />
costuymelijcke huyshouding van d’<br />
edelen en burgerlijke lieden, alsmede<br />
den loop der negotie en andere<br />
remarquabele saeken des Koningrijks<br />
Siam”. De Engelse vertaling is nog<br />
steeds overal in Thailand te koop.<br />
In 1642 vond Jeremias het tijd voor<br />
een volgende carrièrestap. Hij zette<br />
Osoet Pegua aan de kant door de<br />
huwelijksovereenkomst te verbreken om<br />
vervolgens te trouwen met Catharina<br />
Sweers, zuster van Salomon Sweers,<br />
extra-ordinaris Raad van Indië. Deze<br />
bekleedde een positie direct onder de<br />
gouverneur-generaal. Een en ander<br />
wierp zijn vruchten af, want Jeremias<br />
werd benoemd tot gouverneur van de<br />
stad Malakka, die net op de Portugezen<br />
veroverd was, een veel lucratievere<br />
positie dan die aan het Thaise hof. Osoet<br />
Pegua was woedend. Ze zorgde ervoor,<br />
dat Jeremias zijn drie dochters nooit<br />
meer zag. Ze gebruikte haar contacten<br />
aan het hof om ervoor te zorgen, dat<br />
koning Prasat-Thong aan háár kant<br />
bleef staan. De rest van zijn leven heeft<br />
Jeremias met een stroom brieven en<br />
verzoeken geprobeerd om zijn dochters<br />
naar <strong>Schiedam</strong> te krijgen, waar hij<br />
inmiddels was teruggekeerd, maar dat<br />
is hem niet gelukt. Osoet Pegua gaf de<br />
gouverneur-generaal in Batavia zelfs