18.09.2013 Views

Workshop Mergelven - ORIO Architecten

Workshop Mergelven - ORIO Architecten

Workshop Mergelven - ORIO Architecten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dit boekje geeft een overzicht<br />

van de technieken die bij de<br />

bouw van een strobalenhuis<br />

in Veghel-<strong>Mergelven</strong> (een<br />

Nederlandse nieuwbouwwijk)<br />

gebruikt zijn. Hier en daar<br />

zijn deze vergeleken met<br />

andere strobouw ervaringen.<br />

Met deze publicatie wil<br />

Ecosouvenir bijdragen aan<br />

de verdere ontwikkeling van<br />

strobouw als veelbelovende<br />

methode van duurzaam<br />

bouwen. En niet te vergeten<br />

het in ere herstellen van het<br />

oude ambacht van de<br />

‘leemplekker’.<br />

veel strobouwplezier!<br />

Judith Ernst<br />

Strobalen en leembouw<br />

<strong>Workshop</strong> <strong>Mergelven</strong>


Colofon<br />

Tekst, ontwerp en druk:<br />

© Studio Ecosouvenir<br />

Judith Ernst, versie mei 2011<br />

www.ecosouvenir.nl<br />

Waardeer je deze uitgave?<br />

Verspreid dit boekje dan en<br />

steun dit initiatief door 5 euro<br />

over te maken op giro 4674664,<br />

o.v.v. strobouw workshop en<br />

emailadres. Zo maak je de<br />

uitgave van nieuwe gidsjes mogelijk<br />

en het delen van kennis<br />

en vaardigheden! Bovendien<br />

houden we je op de hoogte<br />

van aanvullingen en nieuwe<br />

uitgaven.<br />

IBAN NL42INGB0004674664<br />

BIC: INGBNL2A<br />

Met dank aan de architect<br />

Michel Post van Orio<br />

<strong>Architecten</strong>, voor het gebruik<br />

van de ontwerp- en detail<br />

tekeningen, Tom Rijven die<br />

zijn kennis op deze wijze<br />

wilde delen, Aydrey en<br />

Piotr van den Heuvel, de<br />

opdrachtgevers die dit alles<br />

mogelijk maakten en hun huis<br />

durfden toe te vertrouwden<br />

aan onbekenden.<br />

En natuurlijk de bouwploeg<br />

zelf, die met vereende<br />

krachten vooral zweet en een<br />

beetje bloed en tranen met<br />

elkaar deelden. Dat leverde<br />

bijzondere ontmoetingen op<br />

en inspirerende uitwisselingen<br />

van ervaringen en kennis.<br />

Inhoud<br />

<strong>Workshop</strong> <strong>Mergelven</strong><br />

Ontwerp met houtskelet<br />

Voorberiding en organisatie<br />

Weerbestendig bouwen<br />

De ideale strobaal<br />

Fundering Hhoutskelet en dak<br />

Bouwen van de stromuur<br />

De leem<br />

Maken van de raap<br />

Opzetten van de raaplaag<br />

Drogen van de raaplaag<br />

De fi nishing touch<br />

Leveranciers en links<br />

5<br />

6<br />

7<br />

9<br />

11<br />

15<br />

19<br />

24<br />

26<br />

28<br />

30<br />

32<br />

37<br />

<strong>Workshop</strong> <strong>Mergelven</strong><br />

In mei en juni 2010 werkte een groep van 10 mensen mee aan de bouw van<br />

een strobalenhuis in Veghel. Tijdens een drie weekse workshop onder leiding<br />

van Tom Rijven maakten deelnemers zich de door hem ontwikkelde zelfdragende<br />

strobalentechniek eigen. Met deze bijzonder ambachtelijke wijze van<br />

lemen, het zelf samenstellen van raaplaag en leemfi nish grijpen we terug op<br />

het beroep van de leemwerker zoals we dat vele eeuwen gekend hebben in<br />

Nederland.<br />

De workshop werd gehost door de opdrachtgevers van het pand. Naast de<br />

bouw verrees voor 3 weken een ‘mini-camping’. Een bijzondere ervaring voor<br />

de meewerkende bouwploeg, die bestond uit een gemengd gezelschap van<br />

architecten, zelfbouwers en strobouwbegeleiders (in spe). Zij konden ervaring<br />

opdoen met het hele zelfbouwproces in de bij tijd en wijle taaie en modderige<br />

praktijk. En natuurlijk lekker de handen in de klei steken.<br />

Ecosouvenir 4 5 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


Ontwerp met houtskelet<br />

De basis voor strobalenbouw vormt in Nederland meestal het houtskelet. Dit in<br />

tegenstelling tot verschillende andere landen zoals Engeland en de VS waar de<br />

baal zelf als drager voor het dak fungeert. Voordat de stromuur opgetrokken<br />

kan worden zal dus de fundering en het skelet in dit geval gereed moeten zijn.<br />

De kozijnen voor ramen en deuren zullen direct in dit houtskelet al geplaatst<br />

en uitgelijnd moeten zijn, voordat je de stromuren gaat plaatsen. In andere<br />

landen worden de ramen ook wel direkt in de stromuur geplaatst tijdens het<br />

bouwproces. Dit boekje richt zich uitsluitend op het stro en leembouw deel van<br />

de bouw en behandelt niet de traditionele aspecten van de bouw.<br />

Uitwerken van details op schaal in gewenste materialen<br />

Met name met betrekking tot details, zoals de aansluiting tussen fundering<br />

en stromuur, het maken van ramen, deuren en plafonds, staat de praktijk van<br />

strobouw nog in de kinderschoenen (hier kom je in het experimentele karakter<br />

terecht). Traditionelere bouwers die betrokken zijn, begrijpen dit vaak niet en<br />

willen het vaak anders doen. Bedenk daarom tijdig hoe de details zoals ramen,<br />

deuren en plafond, uitgevoerd gaan worden en welke materialen hierbij gebruikt<br />

gaan worden, niet alleen in verband met tijdige inkoop, maar ook om<br />

andere werkzaamheden niet te vertragen of een slechte uitvoering te<br />

voorkomen. Zorg ervoor dat je van alles detailtekeningen hebt gemaakt en<br />

deze snapt, als je ze van een architect en/of andere strobouwer krijgt. Als die<br />

er niet zijn, werk het dan bijvoorbeeld voor 1 raam in concept uit, en bouw dit<br />

ontwerp wellicht zelfs op schaal, dat geeft je houvast voor de andere ramen.<br />

Voorbereiding en organisatie<br />

Er zijn een aantal zaken waar voorafgaande<br />

aan de bouw goed rekening mee gehouden<br />

moet worden om het verloop beter en sneller<br />

te laten verlopen.<br />

Net als bij een conventioneel huis, valt of<br />

staat de bouwduur van een strobalen huis met<br />

de planning van materialen en activiteiten.<br />

We gaan hier niet in op materialen en<br />

gereedschappen die zonder meer nodig zijn bij<br />

het conventionele bouwproces.<br />

Bij een dergelijke experimentele bouw<br />

vergt de zorg voor een goede communicatie<br />

doorlopend zowel voor als tijdens de bouw<br />

extra aandacht; tussen de verschillende<br />

partijen als opdrachtgever, architect,<br />

uitvoerders, onderaannemers, meewerkende<br />

vrijwilligers en familieleden.<br />

Opbouwen van de werkplaats<br />

Aandachtspunten voor<br />

strobouw<br />

• Koop je stro een jaar van<br />

te voren in, dan heb je voldoende<br />

keuze in prijs en formaat<br />

en kunnen de verse balen heel<br />

goed drogen. In <strong>Mergelven</strong><br />

werd kostbare tijd van de hele<br />

groep verloren doordat de<br />

balen en het leem niet aanwezig<br />

waren bij de start van<br />

de workshop. Daartegenover<br />

stond wel dat het een hele<br />

ervaring was de balen zelf op<br />

maat te kunnen maken.<br />

• Hetzelfde geldt voor het<br />

leem, door tijdig in te kopen<br />

kan de vorst erover heen gaan<br />

en wordt de leem kruimig<br />

en goed te verwerken (dat<br />

voorkomt het moeten hakken<br />

van de zware leembrokken).<br />

• Vooraf nadenken over de<br />

inrichting van het terrein is<br />

handig; Waar gaat het leem<br />

heen? Waar komt het stro te<br />

liggen? De rekken voor het<br />

drogen van de gedipte balen<br />

en de verschillende voorraadbakken<br />

voor de raaplagen,<br />

zand, gras, stro? Waar komen<br />

de machines te staan, zoals<br />

een hijskraan, hoe moet die<br />

draaien ivm windrichting e.d.<br />

• Welke specifieke gereedschappen<br />

en machines moet<br />

je voor de leembouw inhuren;<br />

denk aan leemverpulveraar,<br />

betonmixer, stuucmixer en<br />

eventuele leemstuucspuit.<br />

Ecosouvenir 6 7 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


• Als er een groot team aan de slag gaat, dan is het belangrijk een ruime werkplaats<br />

met berging op te bouwen en/of een container te huren waar alle gereedschappen<br />

veilig en overzichtelijk weggezet kunnen worden aan het einde van de<br />

dag. Bouw je met een klein ploegje dan is dit wat minder belangrijk omdat het<br />

allemaal wat overzichtelijker is.<br />

• Zorg voor voldoende, badkuipen, emmers en speciekuipen om te mengen en<br />

hoeveelheden af te meten. Om ergonomisch te werken kun je de badkuip verhogen<br />

door deze op pallets te plaatsen. Meerdere badkuipen zijn nodig om zowel<br />

een dunne (t.b.v. dippen) als een dikke leemslib (t.b.v. raaplaag) aan te maken,<br />

daarnaast wil je brokken zware leem een nacht kunnen laten inweken met water<br />

zodat ze uiteenvallen en de volgende ochtend goed te mengen zijn.<br />

rond de steigers.<br />

• Zorg voor voldoende<br />

afdekzijlen voor het<br />

afdekken van muren, balen<br />

en materia<br />

len tijdens de bouw. Met<br />

kleine strippen plastic, kun<br />

je binnen en buiten aan<br />

weerszijden van de staanders<br />

de plastic rond de<br />

balen vastzetten.<br />

• Maak minstens 3 voorraadbakken<br />

(evt. van pallets), waarvan 2 met plastic<br />

bekleed en afdekflap om te voorkomen<br />

dat de raap uitdroogt in de zon en te<br />

dik en taai wordt. In 1 voorraadbak kun<br />

je dan aanmaken (die moet in verband<br />

met het fermenteren 1 nacht blijven<br />

staan) en de ander kun je dan ondertussen<br />

gebruiken). Je kunt meerdere<br />

bakken voor andere voorraden maken<br />

en/of werken met bigbags voor opslag<br />

van zand, strootjes e.d.<br />

• Speciale aandacht hebben ook de<br />

steigers nodig (tegenwoordig verplicht<br />

bij aangenomen werk). Het zorgt voor<br />

sneller en veiliger werken, maar het<br />

biedt je vooral de mogelijkheid het huis<br />

weerbestendig in te pakken met plastic<br />

Weerbestendig bouwen<br />

In Nederland in ons natte klimaat vraagt het bouwen met stro om een eigen<br />

aanpak. Dat begint al bij het ontwerp, met ‘hoge laarzen en een grote hoed’.<br />

Dat betekent dat de stromuur niet te dicht bij het maaiveld, maar minstens<br />

30 cm van de grond begint, om opspattend grondwater te weerstaan, en<br />

daarnaast is een grote dakoverstek nodig (1 meter of meer bij hogere<br />

gebouwen).<br />

Veel strobouwers bouwen hun huis in de<br />

zomer, waarbij ze het houtskelet als drager<br />

voor de stromuren in het voorjaar opzetten.<br />

Dan kun je tijdens de drogere zomermaanden<br />

je balen zetten en zo de kans op problemen<br />

verkleinen. Er zijn wel mensen die in de<br />

wintermaanden bouwen, maar de risico’s op<br />

rottend stro zijn dan vele malen groter.<br />

Aantasting van het stro door nat weer en/of<br />

water betekent dat de baal gaat rotten en<br />

schimmelen en z’n stevigheid als bouwmateriaal<br />

uiteindelijk verliest. Met een thermohygrometer<br />

is goed te meten hoe het binnenin<br />

het stro van muren en daken is gesteld. Een<br />

vochtigheidspercentage hoger dan 25 procent<br />

betekent dat de baal te nat is, kan gaan rotten<br />

en eventueel vervangen moet worden. Dit is<br />

natuurlijk ook afhankelijk van het weersverloop<br />

en de verdere mogelijkheden van droging<br />

van de baal.<br />

Oppervlakkig nat worden aan de buitenkant<br />

van een stromuur is overigens niet zo erg.<br />

Je zou zelfs je balen helemaal niet hoeven af<br />

te stuuken als ze maar goed geperst zijn. Er<br />

zijn historische voorbeelden van ongestuukte<br />

pionierswoningen in de Amerikaanse midwest<br />

waarbij de strobalen in weer en wind een<br />

halve eeuw doorstonden. De dichte strootjes<br />

van de balen werken vergelijkbaar als een<br />

rietdak waar het water vanaf glijdt. Leem<br />

en stro hebben van zichtzelf een natuurlijk<br />

vochtregulerend vermogen. De leem en ook<br />

de buitenste schil van de balen worden vochtig<br />

Ecosouvenir 8 9 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


door condens, nemen het op<br />

en geven dit later bij droog<br />

weer opnieuw af. Condens en<br />

vocht aan de buitenkant zijn<br />

bij stro geen probleem. Wel<br />

vormt (regen)water dat van<br />

bovenaf in de baal loopt een<br />

probleem. Zeker als het hier<br />

langere tijd zit omdat het niet<br />

weg kan, dat kan zijn na het<br />

stuuken, door slechte droging<br />

in de winter of als het langere<br />

tijd heel nat weer is.<br />

Er zijn dan ook een groot aantal maatregelen<br />

die je tijdens de bouw in acht kunt<br />

nemen om het nat worden van de balen te<br />

voorkomen:<br />

• de stromuren in de zomermaanden<br />

neerzetten<br />

• de steiger rond het gebouw aan de<br />

buitenkant in te pakken met plastic<br />

• faseren van de bouw door te starten<br />

met het dak; dit eerst af te dichten voor je<br />

aan de muren begint, daarmee voorkom je<br />

het grootste risico, namelijk regenwater<br />

middenin de balen<br />

• bij strobalen in het dak, moet je ook<br />

dit goed afdekken met plastic op zo’n manier<br />

dat het steeds eraf/open kan gedurende<br />

de dag om te drogen en het condens er<br />

weer uit te laten verdampen<br />

• de balen droog neerzetten onder<br />

plastic op de bouwplaats, of nog liever:<br />

droog in een opslag laten staan totdat je ze<br />

gebruikt<br />

• het dippen van de balen in de leempap<br />

voordat ze in de muur gaan, zodat ze<br />

vooraf al wat beschermd zijn<br />

• dek ‘s nachts en als je stopt bij<br />

regen de geplaatste strobalen af aan de<br />

bovenkant met op maat gemaakte strippen<br />

plastic. Zet deze overlappend aan binnen<br />

en buitenkant rond de staanders vast met<br />

bijvoorbeeld haringen/muurankers.<br />

De ideale strobaal<br />

Stro is een bijproduct van graan dat voor de korrels geoogst wordt. Met<br />

name het stro van tarwe en vooral rogge (steviger) leent zich om te persen<br />

voor strobouw. De stengels zijn hol en hebben daarom een hoge isolerende<br />

waarde. Als je de baal op de zijkant plaatst, heeft deze met 30 centimeter<br />

eenzelfde dikte als een dubbelbladige wand met spouwmuur in de traditionele<br />

bouw, terwijl de isolatiewaarde wel 5 keer zo hoog zou zijn! Let wel: als je de<br />

baal super strak perst druk je de strootjes juist te veel dicht en vermindert<br />

de isolerende waarde juist weer. Met de kruising tot moderne graanrassen<br />

voor kortere stelen (en zo minder schade aan oogst ivm windval) wordt de<br />

isolatiewaarde verlaagd. Er is overigens veel discussie over de isolatiewaarde<br />

van de stromuur bij het plat versus op de kant leggen van de balen.<br />

Ontwerp<br />

Wil de bouw soepel gaan dan is het afstemmen van het ontwerp en de benodigde<br />

strobaal van essentieel belang. Het gaat hierbij om de nodige tussenruimte<br />

tussen de balken van het houtskelet (bijvoorbeeld bij de dakbalken), de<br />

formaten van de raam- en deurkozijnen en de lengte van de buitenmuren (in<br />

een veelvoud van de baallengte). Je kunt dit op 2 manieren doen: je koopt de<br />

baal van te voren en stemt daar vervolgens je hele ontwerp op af, of je ontwerpt<br />

met een vaste afstand en stemt de maat van de baal hierop af.<br />

Met een bouwtekening waarop de maten staan, kun je vooraf makkelijk omrekenen<br />

hoeveel balen je in totaal nodig hebt.<br />

Ecosouvenir 10 11 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


Balen persen<br />

De manier waarop de stro<br />

verpakt wordt is bepalend<br />

voor de strobaal in de bouw.<br />

Tegenwoordig wordt veel<br />

met machines gewerkt die<br />

het stro in grote ronde balen<br />

verpakken en/of big bales. De<br />

grote balen worden ook wel<br />

gebruikt in strobouw. Maar<br />

de 1 meter dikke muren zijn<br />

voor zelfbouw minder interessant<br />

in Nederland met de<br />

hoge grondprijzen. Bovendien<br />

zijn ze slecht handmatig te<br />

verwerken.<br />

Het ideale formaat van de<br />

baal zou ongeveer 70/75/80<br />

cm x 45/50 x 30 cm zijn<br />

(lengte, breedte, hoogte),<br />

met een gewicht tussen 11<br />

en 15 kilo om ze makkelijk<br />

hanteerbaar en draagbaar te<br />

maken. De lengte van de baal<br />

(en daarmee de compactheid<br />

van de persing) is makkelijk<br />

in de machine af te stellen.<br />

De meeste machines hebben<br />

een vaste breedte, dus als<br />

deze niet klopt moet je een<br />

andere machine zoeken.<br />

De ideale strobaal als bouwblok<br />

zou eerder een industrieel<br />

product zijn, gelijkmatig<br />

en strak geperst, met een<br />

constant gewicht en formaat,<br />

en scherpe i.p.v. afgeronde<br />

hoeken. Elke ommekeer van<br />

de machine bij het oogsten<br />

van de banen in het veld<br />

zorgt al voor een ongelijk-<br />

matigheid, daarom zijn balen die op grote velden gemaakt worden beter dan<br />

die van kleinere velden. Het ompersen van grote ronde balen naar kleine balen<br />

(zoals in <strong>Mergelven</strong>) levert ook veel oneffenheden in de balen op. Helaas hebben<br />

we in Nederland weinig grote arealen die nog beplant worden met rogge<br />

en tarwe (m.u.v. Groningen en Friesland). In Belgie is er een producent die<br />

een speciale machine ontwikkeld heeft voor de productie van een bouwbaal die<br />

dicht in de buurt van die ideale bouwbaal komt (zie leveranciers).<br />

In de praktijk werk je echter met veel oneffenheden in de balen. Bij het persen<br />

is er grote variatie in met name de lengte en strakheid van persing. Het bestellen<br />

van strobalen via agrarische leveranciers gaat per gewicht en niet per baal,<br />

wat het omtellen voor bouwblokken niet vergemakkelijkt. Kant en klaar kun<br />

je ze meestal alleen kopen in de lengtemaat 100-125 cm, wat ze nogal zwaar<br />

maakt als bouwblok.<br />

Iemand controleert bij de uitvoer van de<br />

balenmachine of de balen de goede maat zijn. Met<br />

name bij wisselende invoer (stoppen en/of niet goed<br />

erin gooien) wisselt de maat sterk, van 60 tot 80 of<br />

zelfs 90 cm toe.<br />

Door het stro van de ronde<br />

zijkanten naar de hoeken te<br />

persen worden de balen hoekiger<br />

en dus betere bouwblokken.<br />

Ecosouvenir 12 13 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


<strong>Mergelven</strong><br />

Gezien het ontwerp van het huis in <strong>Mergelven</strong><br />

pas in het voorjaar klaar is, levert dit een<br />

krappe voorbereidingstijd op voor de workshop<br />

en kunnen de balen net 3 weken voor de start<br />

besteld worden. Dan blijken er in dit voorjaar<br />

onvoldoende balen op zo’n korte termijn<br />

beschikbaar te zijn in de omgeving. De grote<br />

ronde balen voor <strong>Mergelven</strong> moeten dan ook<br />

uit Frankrijk komen en omgepakt tot balen van<br />

het goede formaat. Gelukkig is er wel een boer<br />

in de omgeving met een balenpersmachine die<br />

de balen kan en wil ompersen.<br />

Het huis in <strong>Mergelven</strong> is ontworpen op een afstand<br />

van 70 cm tussen de staanders, hiervoor<br />

moet de baal rond de 75cm om goed geperst<br />

ertussen te plaatsen. Balen met 5 cm afwijking<br />

van 70 tot 80 cm kunnen nog gebruikt<br />

worden. Bij het persen valt bij ons 10% van<br />

de balen eruit wegens afwijkende maat of te<br />

slechte persing (oneffen, scheef, te los).<br />

De tussenmaat tussen de dakbalken is op 45<br />

cm ontworpen en de breedte van de balen<br />

zouden op 48 cm gemaakt zijn om makkelijk<br />

tussen de dakdragers te laten zakken. In de<br />

praktijk blijken ze net iets te breed te zijn<br />

(50cm) , bovendien worden ze na het dippen<br />

nog breder en moeilijker te persen.<br />

Als je het plafond op de baal zou aflemen dan<br />

is zo’n strakke persing prima, maar als je het<br />

plafond wilt aftimmeren dan vormen de uitpuilende<br />

balen een extra hindernis.<br />

De compactheid/compressie van de balen<br />

kan ingesteld worden; de eerste lichting blijkt<br />

te lost te zijn geperst pas bij de 2de lading zijn<br />

de balen eigenlijk compact genoeg. De boer<br />

heeft er aanvankelijk moeite mee zo strak<br />

te persen, hij is bang dat de draadjes gaan<br />

breken en de machine vastloopt.<br />

In totaal maken we met vereende krachten en<br />

heel veel sjouwwerk 600 balen, er moeten er<br />

zo’n 900 komen voor het hele huis. Een hels<br />

karwij waar de hele ploeg een dag mee bezig<br />

is. De klus levert wel een schat aan ervaring<br />

en feeling met stro op. Omgerekend komen de<br />

balen zo ongeveer uit op 60 cent kostprijs per<br />

baal, in de handel varieert de prijs van 2 tot 5<br />

euro.<br />

Betonplex platen worden met<br />

pluggen op de bakstenen<br />

fundering bevestigd.<br />

Tegen de plafondbalken is een<br />

latten-tengelwerk aangebracht<br />

waarop later de plafondplaten<br />

bevestigd kunnen worden en<br />

tevens dient om de strobalen<br />

op hun plek te houden die van<br />

bovenaf erin geperst worden.<br />

Fundering, houtskelet en dak<br />

Fundering<br />

De meeste strohuizen in Nederland staan zoals gezegd op traditionele funderingen.<br />

Zo is ook in <strong>Mergelven</strong> gewerkt met beton en spouwmuur gevuld met<br />

steenwol. Hier gaan we alleen in op de gewenste overgang van deze muur naar<br />

het strogedeelte. Deze aansluiting heeft veel aandacht nodig.<br />

De spouwmuur wordt met een waterdichte betonplex plaat van 30 cm (de<br />

breedte van de strobaalmuur) afgedekt. Die wordt met schroeven en pluggen<br />

in de bakstenen muur vastgezet. Tussen de muur en het betonplex wordt<br />

nog een waterkerende rubberen laag gezet ter dichting van de aansluiting. De<br />

steenwol komt aan de bovenkant van de muur iets hoger dan het binnen en<br />

buitenblad, omdat deze de neiging heeft iets in te zakken en later dan geen<br />

isolatie meer geeft aan de bovenkant. Aan de buitenkant van de betonplex<br />

komt normaliter een aluminium strip voor de afwatering van de baal. Deze is in<br />

<strong>Mergelven</strong> vervangen door een losse rubberen<br />

strip die op de buitenkant van de betonplex<br />

gespijkerd is. De latere afronding en afwerking<br />

van de stromuur -die iets oversteekt- zorgen<br />

ook voor enige afwatering.<br />

Houtskelet<br />

Na het funderen volgt het plaatsen van het<br />

houtskelet. In Nederland en Belgie is het skelet<br />

veelal de drager van de strobalen, waartussen<br />

de balen geplaatst worden.<br />

In <strong>Mergelven</strong> is het houtskelet door professionals<br />

uit Polen gemaakt en opgezet. Het is gemaakt<br />

van cederhout, dat voor een deel ook<br />

als de betimmering aan de buitenkant komt.<br />

Gezien de omvang van dit huis hebben we met<br />

enorme staanders van 30 bij 30 cm te maken.<br />

De staanders zijn gelamineerd, waardoor het<br />

hout vaak minder werkt, terwijl de dragende<br />

vloerbalken en dakspanten van massief hout zijn<br />

gemaakt. De staanders worden voor het windverband<br />

met ijzeren kruisverbanden verbonden.<br />

Zowel deze stalen kruisverbanden tussen<br />

de muren als de plaatsing van het houtskelet<br />

(niet op de muur, maar binnen de muren -wat<br />

wel mooi is ivm de zichtbaarheid van de houten<br />

palen), leveren extra complicaties op voor de<br />

latere afwerking van de stromuren. Het is lastig<br />

Ecosouvenir 14 15 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


Voor de overgang van fundering<br />

naar de stromuur wordt als<br />

vochtregulering aan de basis een<br />

latten/regelwerk aangebracht dat<br />

15 cm uit elkaar ligt (afgestemd<br />

op de muurstaanders-zie<br />

verderop). Deze basisruimte<br />

wordt opgevuld met fermacoliet<br />

korrels (plantensubstraat).<br />

te lemen achter de ijzers en balken (vooraf<br />

dippen in leem dus). Daarbij komt nog dat er<br />

in dit gecompliceerde ontwerp geen rechte<br />

hoek te vinden is. Dat betekent dat zowel afwerking<br />

als voorbereiding veel extra aandacht<br />

en dus tijd vragen met het afdichten van incourante<br />

gaten en hoeken. Deze hoeken kunnen<br />

met een bekisting en /of aftimmering) afgewerkt<br />

worden (vochtwerend en goed om op<br />

af te stuuken), waardoor je de plaat gewoon in<br />

de raaplaag mee kan stukken en de muur een<br />

geheel lijkt). Fermacel platen (betonslierten<br />

persplaat), maar ook ander plaatmateriaal van<br />

leem (Claytech) of voor leem (Pavatex) zijn in<br />

de handel te krijgen.<br />

Het dak<br />

Het dak is zodanig ontworpen dat de afstand<br />

tussen de houtenspanten precies gelijk of iets<br />

kleiner is dan de breedte van de strobaal. In<br />

<strong>Mergelven</strong> zijn de spanten op 45 cm tussenruimte<br />

gezet en de balen blijken 48 centimeter<br />

te zijn. Dat betekent dat de balen er fl ink<br />

in gemept moeten worden. Bij een ruimere<br />

afstand kun je de balen er zo in laten zakken,<br />

maar dan moet je van te voren wel je plafondplaten<br />

erin hebben om de balen te houden. Zo<br />

kun je ze er snel en makkelijk in laten zakken<br />

en hoef je niet te persen/wringen.<br />

De houten tengels tegen het plafond moeten<br />

ervoor zorgen dat de balen niet erdoorheen<br />

vallen, later blijken de latjes echter niet stevig<br />

genoeg om de gedipte balen te houden, die<br />

zwaar zijn geworden door nat weer. Daarnaast<br />

zouden ze ook moeten dienen ter bevestiging<br />

van de plafondplaten, maar door de strakke<br />

persing steken ze te ver uit om de platen goed<br />

ertegenaan te krijgen. Zo’n strak geperste<br />

baal kan wel rechtstreeks afgestuukt worden<br />

als plafond (maar dat is wel zwaarder werk).<br />

Afdekken met leem-zandmengsel<br />

De dakbalen kun je van te voren aan 1 kant<br />

dippen (makkelijker vanwege het gewicht),<br />

maar je moet op het dak altijd nog de stro<br />

van boven afdichten met een dikke laag leem<br />

(mengsel van 1 leem -1 zand) tegen ongedierte,<br />

brand en vocht in de baal. Vooral aan<br />

de zijkanten, de randen waar stro en hout tegen<br />

elkaar zitten is het goed de strootjes goed<br />

in de leempap te duwen met een kleine spaan.<br />

Houtframe stromuur – CUT-methode<br />

Bij de CUT-methode van Tom Rijven gebruikt<br />

de stromuur niet het houtskelet om<br />

de balen tussen te persen, maar vormen stro<br />

en staande planken een eigen zelfdragende<br />

constructie. Deze ‘loadbearing’ methode die<br />

vooral in Frankrijk is toegepast, en nu voor het<br />

eerst in Nederland, maakt het houtskelet in<br />

principe overbodig. Hiertoe worden stellatten<br />

op de spouwmuur aangebracht met staanders.<br />

Tussen deze staanders worden de balen geperst<br />

en met druklatjes eraan bevestigd.<br />

Tussen 2 kleine latten aan de basis komen 3<br />

meter lange staanders op 70 cm onderlinge<br />

afstand (lengte van de strobaal). De afstand<br />

tussen de stellatten is 15 cm en gelijk aan de<br />

breedte van de staande latten (dit kan varieren<br />

van 10 tot 20 cm).<br />

Het handigste is als de lengte van de staan-<br />

Het persen van de balen in<br />

het dak van de garage. Aan<br />

de onderkant blijken ze later<br />

toch erg ver doorgeduwd<br />

waardoor het bevestigen van<br />

platen op de latjes moeilijk<br />

wordt.<br />

Ecosouvenir 16 17 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


ders de afstand tot het dak kunnen overbruggen.<br />

Aan het dak worden de staanders<br />

namelijk opnieuw met stellatjes vastgemaakt<br />

en waterpas gezet.<br />

Als laatste voorbereiding voordat de balen<br />

erin gaan, worden de houten staanders met<br />

leempap ingesmeerd ter verduurzaming van<br />

het hout.<br />

Lastige hoeken achter het houtskelet.<br />

Op de hoeken van de muren komt een houten<br />

driehoek als bekisting, zodat je ook de balen aan het<br />

einde van de muur nog ertussen kunt klemmen. Die<br />

driehoek kan later opgevuld met stro en afgestuukt<br />

worden (dat kan al dan niet zichtbaar blijven).<br />

De strobalenmuur<br />

De opbouw van de stromuur gebeurt in het<br />

lattenframe. De balen komen ongeveer in het<br />

midden tussen de staanders. Aangezien ze<br />

75cm zijn en de afstand tussen de staanders<br />

ongeveer 70 cm krijgen ze in de lengte al<br />

een zekere mate van persing die de muur<br />

compacter en dus steviger maakt. Daarnaast<br />

worden de balen per opgebouwde rij vertikaal<br />

aangedrukt en vastgezet met lange smalle<br />

druklatten aan de staanders.<br />

Als je de balen slechts aan 1 kant gedipt hebt<br />

(vanwege het gewicht), dan gaan deze er nu<br />

met de gedipte kant naar buiten toe tussen<br />

(beschermende laag buiten). De baal gaat er<br />

schuin in. Door de baal aan de hoge kant naar<br />

beneden te duwen en aan de lage kant met de<br />

oplichter (het rondhout) omhoog te trekken<br />

komt de baal recht tussen de staanders<br />

te zitten, maar wel een stuk hoger dan de<br />

baal eronder. Voordat je de baal naar beneden<br />

aanduwt kun je deze nog richten zodat deze<br />

horizontaal goed in het midden komt (meer<br />

naar buiten of binnen).<br />

Hiertoe heb je bij het bouwen<br />

van je houtframe op de<br />

bodemplaat (betonplex) een<br />

richtlatje voor de binnenmuur<br />

gemaakt, zodat je kunt controleren<br />

of je muur waterpas<br />

blijft. Dan pas duw je de baal<br />

gelijkmatig naar beneden.<br />

Als je een hele rij balen op<br />

dezelfde hoogte geplaatst<br />

hebt, kun je 2 druklatjes<br />

(lange lengte) op de balen<br />

leggen, druk verhogen, deze<br />

waterpassen en vastmaken<br />

aan de staanders.<br />

Door erbovenop te gaan<br />

staan of drukapparaatjes te<br />

gebruiken maak je de balen<br />

opnieuw compacter. De werking<br />

van de mammoet van<br />

Tom Rijven is vergelijkbaar<br />

Ecosouvenir 18 19 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


met het Belgische gebruik van een hydraulisch<br />

pompje dat je onder een grote lat zet, waarbij<br />

de lat met metalen hoekjes tussen het houtskelet<br />

is vastgemaakt. Op de balen gaan staan<br />

om ze naar beneden geperst te krijgen werkt<br />

ook zolang de ruimte tussen stromuur en dak<br />

voldoende is (boven dus niet).<br />

De laatste balen bovenaan de muur, of op<br />

plaatsen waar je geen hele baal kunt plaatsen<br />

zullen de balen op maat gemaakt moeten<br />

worden. Balen zijn gemakkelijk bij de snijden<br />

met een haakse slijper (zaag kan ook wel).<br />

Voor het splitsen kun je grote houtklemmen<br />

gebruiken en ze vervolgens met behulp van<br />

een spanband bij elkaar houden totdat ze in<br />

de muur geperst zitten, waarna je de band<br />

er weer afhaalt. Met lange dunne zichzelf<br />

aantrekkende schroeven (8 cm) trek je de<br />

druklatjes goed in de staanders.<br />

Hulpgereedschap<br />

Een aantal strobouw gereedschapjes<br />

(deze zijn nergens te<br />

koop en moet je zelf maken):<br />

• oplichter; een lange<br />

afgeronde stok om de balen<br />

omhoog te trekken, nadat ze<br />

schuin erin gezet zijn.<br />

• mammoet met drukplaatje;<br />

een metalen apparaat<br />

dat om de staander klemt en<br />

als een hefboom druk uitoefent<br />

via een houte drukplaatje om<br />

de baal naar beneden aan<br />

te kunnen persen. Het drukplaatje<br />

houdt tevens de 2 perslatjes<br />

bijeen om deze tegen<br />

de staanders aan te kunnen<br />

schroeven.<br />

• persuador; een grote<br />

houten hamer om de balen in<br />

het gareel te meppen, zowel<br />

voor het dak geschikt als voor<br />

het uitlijnen in de muur.<br />

Het beste kun je zorgen dat<br />

de baal goed in het midden<br />

zit (binnen en buiten) voordat<br />

je deze aandrukt op de baal<br />

eronder, anders kost het door<br />

de wrijving nog meer moeite.<br />

Inpassen van de ramen<br />

Het plaatsen van de kozijnen vormt een van<br />

de meest kritische en bediscussieerde onderwerpen<br />

van de strobouw. Voor je start met de<br />

bouw van de stromuur is het belangrijk om<br />

te kiezen of je de ramen er gaande de bouw<br />

van de stromuur inzet, het raam draagt hierbij<br />

op het stro, of ze van te voren allemaal (laat)<br />

plaatsen en stellen in een houtframe c.q. het<br />

voor de strobouw opgebouwde lattenframe.<br />

Dit laatste is meer de traditionele methode,<br />

waarbij je de ramen natuurlijk ook traditioneel<br />

inbouwt en afbouwt.<br />

In <strong>Mergelven</strong> werd gekozen voor het inbouwen<br />

in de muur van kant en klaar geleverde<br />

kunststof raamkozijnen uit Polen. Ook de<br />

buitenmaat van deze kozijnen is aangepast<br />

aan de 70cm afstand van de strobaal. Voor de<br />

Raamdoorsneden vertikaal en<br />

horizontaal volgens ontwerp<br />

Ecosouvenir 20 21 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


kleine ramen is hierbij een<br />

nieuwe methode ontwikkeld<br />

die afweek van het ontwerp<br />

(zie tekening).<br />

Ramen met een breedte van<br />

70 cm worden direct tussen<br />

de staanders geplaatst,<br />

waarbij de staanders aan de<br />

buitenkant met een dwarslat<br />

vertikaal verstevigd worden.<br />

Voor ramen die breder zijn<br />

(liggende ramen) worden de<br />

tussenliggende staanders verwijderd<br />

om de raamopening<br />

te maken. Ook hier worden<br />

de staanders aan de<br />

achterkant met een vertikale<br />

dwarslat verstevigd. Een<br />

betonplexplaat, onderdorpel<br />

(geschuind) en waterslag<br />

zorgen voor afwatering. Waterkerende<br />

rubberen slabben<br />

detail kozijn (tekening Lotte Middelkoop)<br />

zorgen voor de afwatering aan alle kanten<br />

van de ramen. Bij de ramen en deuren worden<br />

de balen afgerond met een slijpschijf. Op<br />

die plaatsen worden de perslatjes afgekort en<br />

vastgezet aan de binnenkant van de staanders<br />

(tegen de verstevigende dwarslat) en niet op<br />

de buitenkant, want anders blijven ze later na<br />

het lemen zichtbaar.<br />

Gaandeweg bleek deze methode echter niet te<br />

voldoen voor de grote ramen van het <strong>Mergelven</strong><br />

ontwerp (en dat zijn er nogal wat). De<br />

enorme ramen blijken handmatig vrijwel niet<br />

te hanteren en er moet overgeschakeld worden<br />

op een zwaarder houtframe. Dat eigenlijk<br />

dus conventioneel van te voren geplaatst had<br />

moeten zijn, waardoor de bouw van enkele<br />

muren stokt.<br />

De frames rond de ramen zijn met zachthout<br />

gemaakt en ingeleemd, de vraag is hoe dit houdt op<br />

den duur t.o.v. hardhout.<br />

De typerende rondingen bij de<br />

ramen van de strobalenmuur<br />

vormen een belangrijk onderdeel<br />

van de charme van een strohuis.<br />

Om die rondingen te verstevigen<br />

wordt er in de natte raaplaag<br />

een rietmat aangebracht die<br />

uiteindelijk met de fi nishlaag<br />

afgewerkt kan worden. Jute is<br />

ook als ‘wapening’ te gebruiken.<br />

Op de bodem tussen de<br />

perslatjes waar later het<br />

binnenkozijn komt wordt dezelfde<br />

leempap aangebracht als aan de<br />

bovenkant van de balen in het<br />

dak; 1 leem met 1 zand.<br />

Ecosouvenir 22 23 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


De Leem<br />

Leem is een mengsel van klei, silt en zand (een toenemende korrelgrootte). In<br />

Nederland zijn er slechts enkele regio’s waar leem in de bodem voorkomt, dat<br />

is in Oost-Nederland en Limburg. Hier zijn ook nog oude leemputten te vinden.<br />

Vaak zie je in die regio’s van oudsher vakwerkhuizen die met strolemen muren<br />

zijn gebouwd (zie www.natuurinformatie.nl voor een kaartje waar klei en leem<br />

in de Nederlandse bodem voorkomen).<br />

In de natuur komt leem voor die zo te gebruiken is als raaplaag op je muur,<br />

dat wil zeggen de verhouding tussen klei, silt en zand (de 3 korrelgroottes)<br />

precies goed is. Zo gaat de leem van Belgisch Limburg zo op de muur van de<br />

strobalen huizen die daar tegenwoordig gebouwd worden.<br />

In Nederland ben je in de meeste regio’s aangewezen op het kopen van leem<br />

bij een grondleverancier. Het is dan ook goed van te voren te gaan kijken welke<br />

leem beschikbaar is en te overleggen over de samenstelling van de verschillende<br />

lemen met de leverancier. De leem die je in Nederland koopt, is vaak een<br />

restproduct van de zandwinning, waarbij het zand uit het rivierslib is gehaald.<br />

Dat moet je er dan vervolgens weer aan toevoegen wil je er mee stuuken. Het<br />

is wellicht ook verstandig om een leemmonster vooraf te laten testen/onderzoeken<br />

op de aanwezigheid van zware metalen cq. andere vervuilingen die<br />

veelvuldig in de grote Nederlandse rivieren voorkomen.<br />

Aangezien het hier om een restproduct gaat betaal je er niet veel voor, meestal<br />

een klein bedrag voor met name vervoerskosten. In het <strong>Mergelven</strong>-project is<br />

leem gekocht uit de Maas. Hiervoor werd 300 euro neergeteld voor de aankoop<br />

inclusief transport van 20 m3, wat ruim voldoende voor het huis zou moeten<br />

zijn.<br />

Dergelijke ‘leem’ heeft een te laag zand gehalte<br />

en een hoog kleigehalte (die dikke zware<br />

klonten in je leem vormen). Die moet je van te<br />

voren klein hakken/maken. Gemakkelijker is<br />

het om de leem een jaar te laten liggen, en de<br />

vorst erover heen te laten gaan, dan verpulvert<br />

de leem vanzelf, die wordt mooi kruimig<br />

en makkelijk te verwerken.<br />

De leemdip<br />

Voor de leemdip en de werking van de leem is<br />

het percentage klei in de aarde van het grootste<br />

belang. De klei zorgt voor de benodigde<br />

plakkerigheid. Sommige gronden –met een<br />

hoog silt gehalte- lijken op het eerste gezicht<br />

vrij aardig voor gebruik, ze glimmen en vormen<br />

op klei lijkende brokken. Denk aan de<br />

oude zeebodems in Flevoland en de noordelijke<br />

Waddenzee gebieden. Ze zijn echter<br />

ongeschikt om mee te lemen, silt doet namelijk<br />

niets, bij het dippen merk je dat meteen,<br />

door een te laag klei gehalte kleeft de leempap<br />

niet aan de stro. Silt kleeft niet. Alleen klei<br />

kleeft.<br />

De leembrokken worden met water een nacht<br />

te voren in de badkuipen gedaan, dan kunnen<br />

de kleiklonters inweken en oplossen. De<br />

volgende dag wordt water en leem met een<br />

stuukmixer van verdere klonten ontdaan tot<br />

een dunne kleverige leempap.<br />

Dippen van de balen<br />

De leemdip is aangemaakt in een verhoogd<br />

bad (ergonomisch, je hoeft niet steeds te bukken).<br />

Elke baal krijgt een korte onderdompeling<br />

in de leempap. Met 2 mensen is de zware<br />

baal beter te tillen. De diplaag dringt zo’n 5<br />

cm in de strobaal. Na het dippen, wordt de<br />

baal op de rand van het bad afgestreken van<br />

overtollig leempap, daarna komen ze op pallets<br />

of betonijzers te liggen om te drogen.<br />

Functies van de diplaag<br />

• het condensatiepunt in de<br />

balen wordt wat vloeiender; in<br />

koudere klimaten moet de baal<br />

dieper gedipt, omdat de kou<br />

verder in de baal doordringt;<br />

• voorkomen dat de balen nat<br />

worden tot de tijd dat de raaplaag<br />

erop zit;<br />

• betere brandveiligheid; de<br />

strowand is minder brandbaar<br />

tijdens de bouw tot de muur<br />

afgestuukt is.<br />

Dipgereedschappen<br />

• haakjes om balen te dragen<br />

• schorten tegen spatten<br />

• halve pvc pijpen met handvat<br />

om diplaag af te kunnen<br />

schrapen<br />

• speciemixer met een speciale<br />

drietand- waardoor de<br />

stro niet vastloopt. Er zijn<br />

ook speciale leemmixers op<br />

de markt, maar zodra er stro<br />

bijkomt gaan ze vastdraaien.<br />

• Stroharkje om stro tussentijds<br />

uit de leempap te halen<br />

en de mixer niet te laten vastlopen.<br />

Ecosouvenir 24 25 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


De raaplaag aanmaken<br />

De samenstelling van de raaplaag; 3 leem, 2 zand, 1 1/2 gras, 1 1/2 zaagsel,<br />

1 1/2 kort gemaakte strootjes, water. Deze mengverhouding komt overeen<br />

met het aantal emmertjes in een mengkuip van ongeveer 40 liter. Dit is een<br />

indicatie, de preciese hoeveelheden zul je mee moeten experimenteren. Veel<br />

is afhankelijk van het type leem dat je gebruikt. Zo is de hoeveelheid zand die<br />

je moet toevoegen afhankelijk van de hoeveelheid zand die al aanwezig is in<br />

de leem die je gebruikt. Metselzand levert de goede variatie in korrelgrootte<br />

van het zand. Klein gemaakte strootjes zorgen voor een goede binding in de<br />

raaplaag. Als ze te lang en grof zijn wordt het lastig met reien en egaliseren<br />

van de raaplaag. Met een grasmaaier kun je het stro hakselen. Het houtzaagsel<br />

neemt veel van het water op waardoor de raap dik en stevig wordt.<br />

3 leem 2 zand<br />

Toegevoegd gras of andere kruiden zorgen voor een fermentatieproces in de<br />

raaplaag waardoor er een betere binding zou moeten ontstaan. Tom Rijven<br />

ontdekte dit proces al werkende in Frankrijk. Het gras moet zo vers mogelijk<br />

zijn, in ieder geval niet oud en uitgedroogd, anders fermenteert het niet. Ja, dit<br />

stinkt!<br />

Het aanmaken van de raaplaag<br />

is zwaar werk. De droge taaie<br />

substantie kun je in kleine<br />

hoeveelheden in mengkuipen of<br />

een badkuip aanmaken. Begin<br />

met de natte prut en meng daar<br />

langzaam de droge delen bij (net<br />

als beslag in een kom).<br />

1 1/2 gras 1 1/2 stro 1 1/2 zaagsel<br />

De benodigde buizen en<br />

stuucdozen voor elektra en<br />

verwarming worden meteen<br />

meegenomen bij het opbrengen<br />

van de raaplaag.<br />

Ecosouvenir 26 27 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


Opzetten van de raaplaag<br />

FASERING<br />

I. Voorbewerking<br />

II. Leemslib<br />

III. Raaplaag<br />

Het aanbrengen van de<br />

leem op het stro gaat in 3<br />

etappes. De voorbereiding<br />

bestaat uit het dippen of<br />

aanbrengen van een leem-<br />

spetterlaag (met tyroli-<br />

enne), daarna een kleeflaag<br />

aanbrengen met de hand<br />

en kwast, en vervolgens de<br />

dikke basis raaplaag erop<br />

zetten.<br />

I. Voorbewerkingen<br />

Voordat de muur geleemd kan worden, zijn er<br />

een aantal voorbewerkingen nodig. Voorzover<br />

je de balen niet al direct bij plaatsing mooi<br />

aansluitend op elkaar in de muur geplaatst<br />

hebt, zul je op allerlei plaatsen nog gaten bij<br />

hoeken moeten dichtstoppen met stro. Je pakt<br />

grote plukken die je in elkaar draait en met 2<br />

handen er zo diep mogelijk in het gat klemt.<br />

Gewoon een prop ertussen stoppen helpt niet,<br />

die komt er later weer uitvallen omdat er geen<br />

binding is. Ook plaatsen waar de stro niet<br />

compact genoeg is zullen bij het opzetten van<br />

de raaplaag (de eerste basislaag) problemen<br />

opleveren. In de grote gaten bij de druklatjes<br />

kun je spijkers inslaan, in strogaten kun je<br />

houten pinnen slaan voor betere hechting van<br />

de leemslib.<br />

Bij ramen en deuren of andere plaatsen waar<br />

je afgeronde hoeken wilt, zul je in deze fase<br />

ook het kale en vooral droge stro moeten bijwerken<br />

met een haakse slijper. Ook op plaatsen<br />

waar de balen erg uitsteken kunnen deze<br />

bijgeschoren worden. Een diamantslijpschijf<br />

werkt het beste met stro, die loopt het minste<br />

vast door zijn grote vertanding (ook als je de<br />

veiligheidklep opzij doet, dit maakt het wel<br />

tot een gevaarlijk stuk gereedschap). Andere<br />

strobouwers werken de muren vaak bij met<br />

een elektrische heggenschaar of een krokodillenbekzaag.<br />

Als je dit nog niet hebt gedaan bij het plaatsen<br />

van de balen, moet je in deze fase ook richtlatjes<br />

plaatsen voor het waterpassen van je<br />

muur, bij de vloer, op het plafond en eventueel<br />

op de muur zelf als hulpmiddel waartussen je<br />

de rei kunt bewegen. Later kun je de hulplatjes<br />

weer weghalen en de geulen vullen met<br />

raap.<br />

Let op: Bij elke volgende bewerking is het<br />

belangrijk eerst het stro of de leemmuur te<br />

bevochtigen, met plantenspuit of borstel, voor<br />

betere hechting op de ondergrond.<br />

II. Leemslib<br />

Indien de balen gedipt zijn (in <strong>Mergelven</strong> alleen<br />

aan de buitenzijde van de muur), kan<br />

gestart worden met het handmatig aanbrengen<br />

van de kleefl aag. Deze dient als een extra<br />

verbindende laag tussen het stro en raaplaag.<br />

Hardnekkige uitstekende strobobbels in de<br />

muur kun je er nu met de duimen verder inmasseren<br />

en in de gaten die ontstaan breng je<br />

ook extra kleefpap aan.<br />

III. Raaplaag opzetten<br />

Het opzetten van de muur gebeurt van links<br />

naar rechts en van boven naar beneden. De<br />

raaplaag wordt er met de hand in 1 keer opgezet<br />

in een vloeiende omhooggaande beweging.<br />

Daarbij blijft er druk op je hand terwijl je<br />

de klodder leem uitsmeert en laat aansluiten<br />

op de vorige. Met de hand voel je veel beter<br />

de oneffenheden in je werk dan dat je met het<br />

oog kunt zien. Daarbij breng je zoveel op dat<br />

je in 1 keer de gewenste dikte krijgt. Met de<br />

hand egaliseer je de eerste keer, daarna egaliseer<br />

je met de rei en vervolgens gladmaken<br />

met spanen.<br />

Met diagonale slagen van de rei (vertikaal en<br />

horizontaal) egaliseer je de muur. De rondingen<br />

van de ramen worden vooral naar boven<br />

gevolgd (van binnen naar buiten). De hoek<br />

tussen spatel/rei en wand bepalen hoeveel je<br />

eraf haalt en hoeveel je verdicht (hoe platter<br />

hoe meer verdichting, hoe rechter (grotere<br />

hoek) hoe meer je eraf haalt. Met een lange<br />

rei zie je goed hoe recht de muur is, waar<br />

gaten zitten waar je nog raap moet toevoegen<br />

en waar je hobbels moet wegschrapen.<br />

Raap met de hand opzetten<br />

Nabewerken met de piranha;<br />

de ribbels zorgen voor een<br />

goede hechting van de<br />

afwerklaag - de fi nishlaag.<br />

Ecosouvenir 28 29 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


Drogen van de raaplaag<br />

Raaplagen gaan als het goed is na verloop van tijd scheuren. De mate<br />

van scheuren is afhankelijk van de samenstelling van de leem, en met<br />

name van het percentage klei. Des te meer klei, des te meer krimp.<br />

De eerste krimpscheuren ontstaan al na een paar dagen drogen, deze<br />

kunnen klein zijn, maar ook wel 5 cm groot.<br />

“Scheuren moet, scheuren is goed”.<br />

Bij muren in de volle zon kunnen scheuren al na<br />

een dag ontstaan. Eigenlijk gaat het droogproces<br />

dan te hard, omdat de fermentatie van het<br />

toegevoegde gras na droging stopt, terwijl je<br />

wilt dat dit proces - dat verantwoordelijk is voor<br />

extra verharding van de raaplaag - doorgaat op<br />

de muur. Om dit te voorkomen kun je de muur<br />

afdekken met plastic (net als een pottenbakker<br />

zijn potten afdekt om te snelle droging en daarmee<br />

scheuring van het werkstuk tegen te gaan).<br />

Om het stro, de raaplaag, de muren en het huis<br />

als geheel goed te laten zetten en drogen heb je<br />

daarom tijd nodig. Het beste zou er een zomer<br />

en/of winter overheen gaan voordat je aan de<br />

fi nishlaag begint. Helaas bleek echter in Veghel<br />

de raaplaag na een forse zomerbui van de muur te spoelen en hebben<br />

de eigenaren daarna het zekere voor het onzekere genomen door er<br />

meteen een kalk-fi nishlaag op te zetten ipv te wachten en te werken<br />

met de voorgenomen combinatie van raaplaag met fi nishlaag op leembasis<br />

(zie volgende paragraaf).<br />

Door het toevoegen van gras en kruiden -bedoeld<br />

voor de fermentatie- komen er een hoop zaadjes in<br />

de raaplaag. Die vormen een goede voedingsbodem<br />

voor kiemplantjes. Vooral in stamplemen muren<br />

zie je de muur in eerste instantie begroeid raken<br />

(soms een grasveldje), maar na droging sterven die<br />

gewoon weer af.<br />

Bij een goede fermentatie ontstaan<br />

laagjes schimmel op de muur.<br />

Bijwerken raaplaag<br />

In ieder geval is het verstandig<br />

de grotere krimpscheuren<br />

(meer dan 1 cm)<br />

die ontstaan langs de randen<br />

en in de muur, meteen<br />

op te vullen. Dit opvullen<br />

kan met een mengsel van<br />

1 leem op 2 zand. Eerst<br />

schuur je de oneffenheden<br />

weg (opstaande randen)<br />

en vervolgens bevochtig je<br />

de scheur voor een goede<br />

hechting van de vulleem.<br />

Decoratie<br />

Voor de liefhebbers van<br />

decoratieve effecten: Het<br />

invullen van de scheuren<br />

met een andere kleur klei<br />

of pigment kan mooi zijn,<br />

als de raaplaag je eindlaag<br />

is. Je blijft dan het fraaie<br />

craquellee-patroon van de<br />

scheuren in de muur zien.<br />

Ecosouvenir 30 31 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


De fi nishing touch egaliseren, verdichten en kleuren<br />

Over de raaplaag komt ter afwerking meestal een fi nishlaag oftewel een<br />

stuuklaag van 2mm leem(verf). Het opzetten van een fi nishlaag aan de<br />

buitenkant van het huis is essentieel om deze weersbestendig te maken. In<br />

Nederland gebeurt dit meestal met kalk. De hier beschreven en in Frankrijk<br />

toegepaste methode is dus nog niet in Nederland getest.<br />

Aan de binnenzijde zou de raaplaag zelf als eindafwerking van de muur<br />

kunnen dienen. Sommigen mensen vinden het mooi om juist de ruwe eerlijke<br />

leem met strootjes zichtbaar te laten in hun huis. Toch zijn er een aantal<br />

redenen om een fi nishlaag op te zetten. Allereerst egaliseer je met een<br />

stuuklaag van enkele millimeters de muur. Overgebleven kuilen, bulten en<br />

oneffenheden werk je weg, waardoor deze strakker oogt. Doordat de fi nish<br />

een fi jnere structuur heeft dan de raaplaag vul je de scheuren op van de<br />

raaplaag (klein en groot). Bovendien verdicht je de buitenste laag, waardoor<br />

deze minder kwetsbaar is voor aantastingen en bovendien veel minder stoft.<br />

Basisrecept<br />

leemstuuk<br />

1 deel klei (aangemaakt uit<br />

halfvette klei poeder)<br />

3 tot 4 delen zand<br />

1 speciekuip van 35-40 liter is<br />

genoeg voor 4 m2<br />

Toevoegingen binnen<br />

• kwark (caseine) (250 gr.)<br />

• kleurpigmenten<br />

• kleine strootjes<br />

• parlemoer van schelpen<br />

• grote steentjes<br />

Toevoegingen buiten<br />

• lijnzaadolie (1 liter)<br />

• geklopt eigeel (10 stuks)<br />

of afwasmiddel<br />

Proefjes<br />

Het maken van proefjes voor zowel de samen<br />

stelling als de kleur van je fi nish is aan te<br />

raden. In kleine hoeveelheden aangemaakt<br />

(1 kopje klei op 3 kopjes zand) kun je vooraf<br />

kleur en textuur testen. Het is aan te raden<br />

om hier veel mee te experimenteren om er<br />

gevoel voor te krijgen.<br />

Pigment- en kleipoeders zijn te koop bij de<br />

keramische groothandel. De klei kost ongeveer<br />

1 tot 2 euro per kilo. Let wel op de<br />

kleur, meestal wordt voor keramiek de kleur<br />

na bakken aangegeven (bij roodbakkend is je<br />

basispoeder en dus ook je leemkleur geel!).<br />

De halfvette kleipoeder moet eerst met water<br />

worden aangemaakt. Zand haal je bij de zandhandel<br />

en bouwmarkten.<br />

Samenstelling<br />

De samenstelling van de fi nish wordt bepaald<br />

door de verhouding klei en zand, het type<br />

toegevoegde zand, korrel-grootte en variatie<br />

van die korrelgrootte. Door meer zand toe te<br />

voegen (te verschralen) krimpt de eindlaag<br />

minder, maar zal deze ook meer afzanden bij<br />

aanraken. Gebruik je kleipoeder (puur klei)<br />

dan moet je zand bijmengen in een verhouding<br />

van 1 op 4. Gebruik je de leemslib als<br />

basis (bevat al zand) dan<br />

verlaag je de hoeveelheid<br />

toegevoegd zand naar 1 op 3<br />

of zelfs 1 op 2.<br />

De gewenste klei bestaat<br />

vooral uit kaoliniet-klei, dit<br />

zijn kleiplaatjes die de gaten<br />

tussen de zandkorrels opvullen<br />

en de grote korrels aan<br />

elkaar verkleven. Noch klei<br />

met een hoog montmoriliniet,<br />

noch bentonietklei werken<br />

in leemstuuk. Bentonietklei<br />

zet namelijk uit en drukt zo<br />

juist de zandkorrels uit elkaar,<br />

daarom is het ondermeer<br />

Proefjes op de raaplaag met<br />

witte en gele klei en toegevoegde<br />

pigmenten.<br />

Ecosouvenir 32 33 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


Zeven van het zand.<br />

Grove<br />

Het<br />

korrels<br />

zand voor<br />

boven<br />

de<br />

de 4/5 mm<br />

gaan fi nishlaag eruit. wordt gezeefd.<br />

Grote korrels halen de<br />

stuuk open en worden<br />

Gereedschap; daarom van zwembadspanen te voren<br />

en eruit piranha. gezeefd.<br />

geschikt als dijkdichting.<br />

Voor het vullen van scheuren en het tegengaan<br />

van scheuren voeg je zand toe. Door<br />

zand te gebruiken dat fi jner van samenstelling<br />

is (een korrelgrootte -onder 2mm) verdicht je<br />

tevens de afwerklaag.<br />

Om de goede textuur te krijgen wordt het<br />

gekochte zand gezeefd. Met een zeef van 5<br />

mm worden alle korrels die groter zijn eruit<br />

gehaald. Bij zo’n korrels haal je met de spaan<br />

snel de stuuk weer open bij het opzetten.<br />

Maar dit is een keuze, sommige mensen<br />

vinden juist het grind erg mooi met de zand-<br />

korrels die eruit komen na het wassen van de<br />

muur. Het type zand wat je koopt verschilt<br />

nogal in naamgeving (metselzand, vloerzand,<br />

voegzand, afhankelijk van de toepassing).<br />

Let erop dat de korrelgrootte varieert van 0<br />

tot 4 mm, dat een groot deel hoekig is en<br />

een deel afgerond (gebruik bv. niet alleen het<br />

afgeronde zilverzand). Door een deel te zeven<br />

tot 2 mm krijg je een smeuiigere fi nishlaag. In<br />

de handel wordt de korrelgrootte aangegeven.<br />

Kleuren met pigmenten<br />

Voeg aan proefjes met verschillende kleipoeders<br />

steeds een halve teaspoon extra pigment<br />

toe en breng deze op de muur aan om de<br />

kleuren te zien. Op een gegeven moment zie<br />

je dat toevoegen van meer pigment de kleur<br />

niet meer noemenswaardig verandert. Kies<br />

pigmenten voor de fi nish die niet door UV worden<br />

afgebroken, kijk naar lichtechte pigmenten.<br />

Wees ook zorgvuldig bij het gebruik van<br />

pigmentpoeders waarin chromaten, cobalten<br />

en cadmiums verwerkt zijn (o.a. blauwe). Het<br />

dragen van een fi jnstofmasker voor de gezondheid<br />

is daarbij aan te raden.<br />

Binnenmuren<br />

In de stuuk wordt kwark toegevoegd 1 kg op<br />

10 liter fi nish om gruizen van de muur (zand<br />

dat eraf komt) tegen te gaan (werkzame stof<br />

is caseine, kan ook los als poeder gekocht<br />

worden). De caseine kun je ook opspuiten,<br />

dan krijg je een soort verharding als laatste<br />

coating. In andere landen worden andere middelen<br />

die in de natuur voorradig zijn toegevoegd<br />

als lijmmiddel/verharder; uitgekookt<br />

zeewier, vijgcactussen e.d.<br />

Proefjes met houtlijm en/of behanglijm zouden<br />

nog gedaan kunnen worden om te kijken of<br />

deze ook als verharder in de buitenste laag<br />

kunnen werken (met houtlijm kun je namelijk<br />

ook leem en aarde op board plakken).<br />

Leem kan net als kalkstuuk heel glad (glimmend<br />

gemarmerd) afgewerkt worden door<br />

eindeloos te verdichten en bewerken met een<br />

spatel/steentje net als tadelakt (Marokkaanse<br />

kalkstuuk). Een toevoeging die helpt om te<br />

verdichten en spatwaterdicht te maken is<br />

daarbij wat ze in Frankrijk als zwarte zeep<br />

verkopen (savon noire), vergelijkbaar met de<br />

‘olijfzeep’ waar tadelakt mee behandeld wordt.<br />

Buitenmuren<br />

In het algemeen wordt in Nederland net als in<br />

de rest van Noord Europa bij strobouw kalkstuuk<br />

op de buitenmuren als fi nishlaag gezet.<br />

Dat heeft enerzijds te maken met de gewenning<br />

aan het materiaal in de bouw en anderzijds<br />

met het ontbreken van andere voorbeelden<br />

en experimenten in Nederland.<br />

Bij het werken met kalk voegt men kalk toe<br />

in de laatste laag en zet vervolgens een extra<br />

kalklaag daarop. Wat vooral belangrijk is bij<br />

het opzetten van die kalk op leem, is dat de<br />

overgang geleidelijk gebeurt. Manieren om dit<br />

te doen is bijvoorbeeld al droge kalkpoeder<br />

op de laatste leemlaag te deppen en/of een<br />

tweede laag op te zetten waar een deel kalk<br />

doorgemengd is, waarna de buitenste kalkstuuklaag<br />

erop komt. Over de hoeveelheid<br />

bestaat nog veel discussie.<br />

Benodigd stuucgereedschap<br />

waaronder reien, de piranha<br />

en verschillende maten<br />

zwembadspanen (rond).<br />

Een alternatief voor kalk op<br />

de buitenmuur: voeg aan<br />

de leemfi nish deze geklopte<br />

mayonaise van eigeel en<br />

lijnzaadolie toe. Bewaar ook<br />

het eiwit dat je later hieraan<br />

toevoegt.<br />

Ecosouvenir 34 35 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>


In het <strong>Mergelven</strong> project<br />

zou met 100% leemfi nish<br />

ipv kalk op de buitenmuur<br />

gewerkt worden. Na enkele<br />

regenbuien spoelde de onbedekte<br />

raaplaag echter al<br />

snel van de buitenmuren en<br />

kozen de eigenaren ervoor<br />

meteen de balen te beschermen<br />

met kalkstuuk.<br />

Voor een spatwaterdichte<br />

leemfi nish wordt aan<br />

de leem een mayonaise<br />

van lijnzaadolie en eigeel<br />

toegevoegd. Een methode<br />

waar Tom Rijven vooral in<br />

Frankrijk mee werkt. Hoe<br />

deze zich in ons natte weer<br />

gedraagt is onbekend.<br />

I. Ei en lijnzaadolie<br />

Lijnzaadolie wordt in de fi nish aan de buitenkant<br />

van de muur verwerkt om deze wat<br />

minder gevoelig te maken voor vocht. Lijnzaadolie<br />

stoot vocht af. Het eigeel werkt (net<br />

als overigens de zeepsop) als emulgator, de<br />

vetdeeltjes van de lijnzaadolie en het water<br />

kunnen zo egaal gemengd worden. Tevens<br />

zou het ei ervoor zorgen dat er een coating<br />

rond de lijnzaadolie komt, die voorkomt dat<br />

de lijnzaadolie door UV afgebroken wordt.<br />

Anderen zeggen dat het niet uitmaakt, dat<br />

alleen het buitenste laagje dat blootgesteld is<br />

aan het zonlicht aangetast wordt, maar dat dit<br />

niet geeft omdat de lijnzaadolie door het hele<br />

mengsel zit, waardoor de fi nish toch wel z’n<br />

werking tegen vocht blijft behouden.<br />

II. Afwasmiddel en lijnzaadolie<br />

De zeep verlaagt de<br />

oppervlaktespanning<br />

van het water waardoor<br />

de fi nish veel soepeler<br />

wordt en makkelijker<br />

smeert. Hij trekt minder<br />

gemakkelijk open met<br />

je troffel bij bewerking<br />

(minder plakken aan je<br />

spaan). Wat het effect<br />

is op het verharden<br />

van de lijnzaadolie, op<br />

termijn blijft ook hierbij<br />

de vraag.<br />

Leveranciers en links<br />

Strobalen kunnen via de agrarische groothandel<br />

gevonden worden of als bouwblok in de ge-wenste<br />

persing besteld worden in Belgie bij:<br />

Stroboer Emannuel Stassen (zie Casa Calida)<br />

Tierrafino produceert kant en klare leemfinish,<br />

basisleem, pigmenten en verharders voor leem.<br />

Dit product kan bij verschillende leveranciers in<br />

het land gekocht worden; www.tierrafino.nl<br />

Ecologisch is een Amsterdamse bouwmarkt met<br />

ruim assortiment aan Tierrafino leem en veel<br />

ecologische bouwmaterialen op voorraad;<br />

www.ecologisch.nl<br />

Klei, pigmenten en caseine zijn te koop bij verschillende<br />

keramische en kunstgroothandelaren;<br />

• Peter van Ginkel in Amsterdam, Utrecht,<br />

Arnhem en Maastricht; lichtechte pigmenten en<br />

caseine; www.petervanginkel.nl<br />

• Keramikos-Haarlem; pigment en kleipoeders;<br />

www.keramikos.nl<br />

• de Hazelaar-Soest; kleipoeders en pigmenten,<br />

www.hazelaar.nl<br />

Zand en leem leveranciers (grondhandel)<br />

• Zand- en leemleverancier in Almere; Gebroeders<br />

van der Heiden BV, www.gebr-vdheiden.nl<br />

Plaatmateriaal<br />

De meest gangbare plaatmaterialen in de bouwmarkten<br />

waarop je kunt leemstukken zijn:<br />

• Herakliet (bestaande uit vochtwerende cementvezelplaat)<br />

• Steengaas; ook mooi om vormen mee te maken<br />

• Pavatex is een milieuvriendelijk alternatief.<br />

Minder gangbaar zijn plaatmaterialen die zelf<br />

van leem zijn voor de afbouw/afwerking;<br />

• bv. Claytech (leem met een toevoeging uit de<br />

betonindustrie) of rietplaten met leem (beiden<br />

zijn vrij zwaar).<br />

• zelf je platen maken op de gewenste maat kan<br />

ook, met stro en bentoniet-klei (Filip Bronchart,<br />

strobooghuis Belgie).<br />

Links<br />

www.strobouw.nl<br />

www.casacalida.be<br />

Architect <strong>Mergelven</strong><br />

www.orioarchitecten.nl<br />

Meewerkend architect<br />

www.studiomiddelkoop.nl<br />

(ook workshops stampleem)<br />

Bouwbegeleiding<br />

www.botmobil.org;<br />

(voor begeleiding van bouwprojecten<br />

en het volgen van<br />

workshops bij Tom Rijven)<br />

Leemovens<br />

www.eco-mission.nl<br />

Leemkunst<br />

www.ecosouvenir.nl<br />

(ontwerp, uitvoering en<br />

workshops)<br />

Ecosouvenir 36 37 <strong>Workshop</strong> stro en leembouw <strong>Mergelven</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!